Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
28-03-2024, 12:35:18
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 1
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 61 62 63 64 [65] 66 67 68 69 ... 72 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 1  (gelezen 910705 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #960 Gepost op: 22-11-2012, 07:22:51 »


                                         De trawler Howe.

Neem uw atlas en trek een denkbeeldige lijn vanaf de Noordkaap in Noorwegen naar de Zuidkaap, het zuidelijkste puntje van Svalbard, bij ons beter bekend onder de naam Spitsbergen.
Precies in het noorden van het midden van deze lijn, ruim boven de Poolcirkel, op  74.25 NB en 19.5 OL, klimt een klein eiland uit de zee omhoog, Bjornuya geheten..
Wij noemen het Bereneiland met een oppervlakte van 45 vierkante mijlen en wat nooit een touristische attractie zal worden. Ver verwijderd van  en afwezigheid van menselijke bewoning, behalve een paar operators die het radiostation bemannen in het noorden van het eiland. Omgeven door door water door stormen en ijsgang geteisterd en meer dan 200 mijl verwijderd van het noordelijkste punt van menselijke civilisatie.
Het landschap van het eiland is al net zo onvriendelijk en onuitnodigend als de zee die haar omgeeft.
Rotsachtig, met grote stenen bezaaide paden tussen stukken moeras en drijfzand.
Behalve aan de lage zijde van de Misery baai aan de oost zijde van het eiland, wat een van de weinige plaatsen is waar men aan land zou kunnen gaan.
Stijle en grillige klippen staan er in zee en vormen een barrière tegen door de storm opgezweepte rollers die op de kust beuken.
Kaap Bull, de zuidelijke punt van het eiland is ook erg stijl en de rotsen en riffen die er in de directe omgeving liggen, zijn altijd gereed om de bodem uit een schip te scheuren bij degene die dwaas genoeg is om daar dicht bij de wal te komen.
Voor het grootste gedeelte van de korte zomer liggen nevel en mist als een doodskleed over het eiland. De zon gaat niet onder. Trekvogels komen en de poolvos en sneeuwkonijn  voeden hun jongen op. Zij hebben hiervoor maar weinig tijd.
Bij het begin van de pool duisternis graven zij zich in en de temperatuur daalt.
Achter gebleven flora verwelkt en sterft af.
De fauna houdt een winterslaap of krijgen hun wintervacht. Ganzen, zeearenden en sneeuwvogels beginnen aan hun lange tocht naar het zuiden, opzoek naar een warmer klimaat en mijnheer Vorst keert terug en tovert het gebied in een brvroren en braakliggend landschap.
DE constante duisternis van de poolnacht brengt het leven op het land tot zwijgen.
Op zee bevolken de zeehonden, walrussen en ijsberen de ijsvlakte en de scholen. De Arctische kabeljauw die hier in de wateren van deze onvriendelijke wildernis  leven, trekt de trawlerman als een magneet. Zij verzamelen zich hier zoals een mot rond een kaarsvlam en sommige trawlerlui betalen er dezelfde prijs voor als de motten.

Het was op Bereneiland, in deze winterse omstandigheid, wat later in de annalen van de maritieme geschiedenis werd bijgeschreven, als een van de grootste reddingen die ooit plaats vond.

De trawler Howe GY 177 uit Grimsby, maar net een jaar oud, 140 voet lang, uitgerust met de nieuwste snufjes voor de trawlvisserij, de trots van de vloot uit Grimsby, vertrok op vrijdag 13 November, uit de haven van Grimsby. Zij had een bemanning van 15 man aan boord en was onder commando van schipper “Russische “ George Mc. Gregor.
Een NNO koers varend passeerde zij naijl Stadland en van hier af nog eens 330 mijl NO varend,  werd de vuurtoren van Skonvar op het zuidelijke punt van Lofoten verkend aan SB zijde en de Howe veranderde van koers om een paar streken noordelijker te sturen en legde het laatste stuk van 400 mijl af naar Bereneiland.
De nacht van de 18e November dat de Howe daar aan kwam was het heel slecht weer.
Geranseld door zware stortzeeën bij stormachtige wind en voortdurende sneeuwbuien, bereikte deze noodlottige trawler de visgronden.
Een navigatie fout, harde wind, ruwe zee en slecht zicht en dit bij elkaar gecombineerd, gaf als resultaat hiervan, een ongeluk.
Op de morgen van 19e November om 03.45 uur raakte zij vast aan de grond.
In enkele minuten dreven hoge rollers haar verder naar de kust en kwam muurvast op de rotsen te zitten.
De verlichting viel uit omdat de machine kamer onder water kwam te staan en hoge
golven beukten het schip om haar onttakeling proces te beginnen.
De meesten van de bemanningsleden waren op het moment van stranding in het vooronder en in het pikken donker, half gekleed, slaagden zij er in een weg naar het achterschip te klauteren en het stuurhuis te bereiken.
Eenmaal daar met de rest van de bemanning brachten zij uren door in de duisternis, de schemering afwachtend, wat op noordelijk breedte als daglicht moet worden gerekend.. Zij waren genoodzaakt om samen gepakt in deze kleine ruimte, nog eens 60 uur te moeten doorbrengen. Voortdurend besproeid te worden door ijskoud zeewater, bij een temperatuur onder het vriespunt en alleen met een paar blikjes corned beef en wat brood om te eten.
Zij slaagden er zelfs in om wat gedestileerd water uit de machine kamer te halen, zodat zij ook nog iets te drinken hadden.
Bijna direct na de stranding zond de telegrafist een SOS sein uit, maar hierop werd geen antwoord ontvangen.
In de winter maanden bevinden er zich weinig of geen koopvaardij schepen in dit zeegebied en op het tijdstip van de uitzending van het nood signaal was het Noorse kuststation gesloten voor de nacht.
In die tijd waren nog niet alle trawlers met een radio telegrafie installatie uitgerust en op de schepen die het wel hadden werd het voor de radio telegrafist een verplichting om overdag met de bemanning aan dek te werken. En op het vroege moment van de uitzending van het noodsignaal genoten zij van een paar uur bedrust en met de radio installatie uitgeschakeld.
Om 7 uur in dezelfde morgen probeerde de telegrafist het nog eens om een SOS bericht uit te zenden en hierop werd onmiddellijk antwoord ontvangen van het kuststation op de noordpunt van het eiland. Het kuststation stuurden dit noodsein meteen weer uit hopende dat de vissersschepen in de nabijheid het bericht zouden ontvangen.
De Howe had haar positie van stranding opgegeven als zijnde aan de west kust van Kaap Bull, maar wat later fout bleek te zijn.
Deze fout was zeer begrijpelijk daar de elektronische plaatsbepaling nog niet werd gebruikt.
In werkelijkheid was zij op de rotsen van Bogevika aan de grond gelopen, ongeveer 4 mijl verder langs de kust.
Echolood was nog maar pas in gebruik en waren nog primitief en onbetrouwbaar. En in een gebied waar het zicht dagen aan een  slecht is, is het gebruik van de sextant overbodig en zijn alleen het gegist bestek en een goed stel ogen waarop men kan terug vallen.
Op het kust station werd voortdurend op de noodgolf uitgeluisterd en toen 2 trawlers het nood bericht hadden beantwoord en onderweg waren naar de plek des onheils, konden 2 Noorse operators van het weerstation zich vrij maken om over land op weg te gaan naar de plaats van de stranding. Gehinderd door de duisternis, gevaarlijke spleten en onbegaanbare bevroren grond bereikten zij Kaap Bull, maar waren niet in staat het gestrande schip te lokaliseren. Met tegenzin keerden zij terug naar het weerstation, om laat in de nacht daar hongerig, uitgeput en half bevroren aan te komen.
Ondertussen werd de situatie aan boord van de Howe onhoudbaar. De reddingsboot was door de golven kapot geslagen en door de golven die over het dek rolden, weggespoeld. De mast was al gebroken en het stond wel vast dat het schip reeds in tweeën was gebroken.
In de donkere nacht speelde de schipper op zijn viool om de bemanning wat op te beuren terwijl zelf bezig waren een stel broeken te maken voor een eventuele redding met een wipper toestel. Deze broeken zouden later blijken van onschatbare waarde te zijn, want hiermee werden zij later gered. Had deze schipper er een voor gevoel van dat hij  twee stuks liet maken ?
In de korte schemering dat zover in het noorden als dag door gaat, waren de mannen weer in staat hun plichten te doen voor een eventuele reddings poging.
Een strook van 40 yards kokende branding was er tussen het schip en de kliffen. Een van de matrozen werd aan een lijn in de razende branding neergelaten om te trachten zwemmend met de lijn, een verbinding te maken tussen wal en schip.
Bij zijn eerste poging werd de matroos door de branding weer terug aan boord van het schip gesmeten toen hij pas een paar meters van het wrak was verwijderd. En verloor hierbij ook nog zijn beide lieslaarzen. Ook een 2e poging mislukte. Overweldigd door de hevige branding moest hij aan boord worden terug ge trokken.
Het verlies van zijn lieslaarzen zou deze matroos later nog in grote problemen brengen. Als de bemanning gered moesten worden zou de hulp toch van buiten af moeten komen.

Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #961 Gepost op: 22-11-2012, 08:34:10 »

H-1012-Elf King van schipper E.Drinkall


* H-1012-Elf_King-a.jpg (54.2 KB, 801x534 - bekeken 1384 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #962 Gepost op: 23-11-2012, 07:41:26 »


Buitengaats hadden hadden een twintigtal of meer trawler het noodsein gehoord dat was uitgezonden door het radio station op Bereneiland en waren in een zwaar gevecht gewikkeld met het slechte weer, op weg naar de positie die door de Howe was opgegeven. Bij aankomst voor de kust naderden zij met veel gevaar de rotsige kust op zoek naar het gestrande schip., waar zij op het laatst werd gelokaliseerd enkele mijlen noordelijk van Kaap Bull op de ZW punt van het eiland. De reddings vloot groepeerde zich op de scheiding van de branding en het diepere water, bij harde  wind richting kust, torenhoge golven en dichte duisternis. En voor hen was er op dit moment weinig meer te doen dan hun aanwezigheid te seinen aan de schipbreukelingen, De volgende morgen was er lichte verbetering in de weersgesteldheid een schipper Worthington van de Hullse trawler “Imperialist “
trachtte zo dicht mogelijk bij het wrak te komen om een lijn over te brengen, maar was gedwongen terug te keren naar dieper water toen het schip in haar poging ook de bodem raakte. Een andere trawler uit Hull, de “Thomas Hardy “ deed opnieuw een reddings poging. Om zo dicht mogelijk bij het wrak te komen liet zij de reddingsloep  te water. De reddingsloep nam een Charby vlot op sleeptouw en ankerde op de scheiding van de branding. Een matroos van de “Thomas Hardy”en een van de : Imperialist “ klommen op het vlot en probeerden het vlot door de branding naar verdoemde schip te sturen. Zij slaagden er in om op 20 yard afstand van het wrak te komen, toen de turbulentie tussen de rotsen hen te pakken kreeg. Beide mannen werden overboord geslagen. Een gelukte het om weer terug op het vlot te klauteren,  maar de andere had zijn hand geblesseerd en kon alleen maar aan het vlot blijven hangen en werden met het vlot weer terug getrokken naar de reddings sloep.
Een poging werd ondernomen om een lijn , vast gemaakt aan een vat, naar het wrak te laten drijven, maar het vat werd in splinters geslagen op de rotsen.
Het voor de redders nu wel duidelijk dat de heersende weersgesteldheid het onmogelijk maakte om de reddings poging van uit zee uit te voeren .
Terwijl deze doelloze pogingen werden uitgevoerd, stoomde een andere groep trawlers rond naar de oostzijde van het eiland. En zette daar tussen Kaap Bergesen en Tunheim, niet ver van het radiostation verwijderd, een groep mensen aan wal, met als doel een reddings poging vanaf de wal te doen.
De problemen die deze groep mannen te verduren kreeg waren angstwekkend. Negen mijl door een bevroren terrein vol met grote rotsblokken moest worden doorkruist.
Verdubbel deze afstand als er omwegen moesten worden gemaakt. Diepe spleten, drijfzand en poelen moesten zij ronden en hadden maar twee uur schemering om dit te doen. Door het gevolg van aard magnetisme was het gebruik van het kompas onbruikbaar en er was altijd nog wel om een hongerige ijsbeer tegen te komen.
En of dit nog niet genoeg was hadden zij ook nog te maken met temperaturen onder nul en een razende sneeuwstorm. En uiteindelijk moesten na deze ontberingen nog 15 man 200 voet omhoog de kliffen op worden getrokken bij de reddinspoging. En ze daarna dan  nog eens dwars over het eiland terug te brengen.
Een aantal tochten werden uitgezet om de plaats van stranding te vinden.
In hun enthousiasme om te gaan , waren de eerste groepen slecht uitgerust voor haar taak. Sommigen raakte de weg kwijt en liepen in een cirkel en moesten dan weer opnieuw beginnen. Voor anderen was de tocht te zwaar en door vermoeidheid en bevriezing waren zij gedwongen op te geven.
De derde of vierde poging werd met 8 man uitgevoerd onder leiding van schipper E.Drinkall van de trawler “Elf King “uit Hull . Een van de Noorse telegrafisten van het radio station ging met deze groep mee als gids.
Om 7 uur begonnen zij aan hun tocht, uitgerust met lampen, touwen en voedsel. Het duurde niet lang of het gure klimaat en de onvriendelijke terrein gesteldheid eisten hun tol. Sommige van de groep konden het tempo van de leiders niet volgen en vielen terug. De voorhoede met schipper Drinkall, 2 matrozen en de gids bleven doorgaan. Zij wisten dat snelheid vitaal zou zijn. Het zou niet lang meer duren of de zee zou de Howe in stukken breken. Als dat eenmaal zou gebeuren zou het wel zeker zijn dat het gordijn zou vallen voor de mannen die zij trachtten te redden..
Bij de kust komend boven de positie van het schip gingen zij zuidwaarts langs de toppen van de kliffen. En dit zal waarschijnlijk wel zijn gebeurd door de schijnwerpers van de trawlers voor de kust.
Kort voor twee uur in de namiddag op zaterdag de 21e November lokaliseerden zij het wrak aan de voet van de klif. De tocht dwars over het eiland had de groep zeven uren gekost.
Aan boord van de Howe was de bemanning ellendig, koud, door nat, vermoeid en hongerig.
Na de stranding hadden zij 58 uur in het stuurhuis opgesloten gezeten. In het donker, de licht generator onder water en de accu's voor de stroom voorziening van radio zend apparatuur zonder spanning. Hier door geen enkele verbinding meer met de buitenwereld, behalve de branding aan de enen zijde en aan de andere zijde de kliffen. Zij waren onwetend van de voortgang van de reddings pogingen, zo iemand hen kon redden, terwijl het schip uit elkaar begon te vallen door het constante stoten op de rotsen. Zij wisten dat hun levensduur eerder in uren kon worden gemeten dan in dagen.. Als er hulp onderweg was, moest het wel snel komen. Er was niet veel tijd meer over. Hoe groot zal hun blijdschap zijn geweest bij het zien van lichten op de top van de steile rotsen.

Een van de matrozen werd aan een touw neer gelaten langs op een plateau van de 200 voet hoge klif en hij slaagde er in een lijn naar het schip te laten drijven.
De lijn werd aan boord genomen en maakten de reddingsbroek hieraan vast  zo vlug als hun bevroren vingers het toe lieten.
De eerste persoon die het ramp schip kon verlaten was de 16 jarige leerling. In het begin verliepen de werkzaamheden om de mannen naar boven op de klif te hijsen met grote moeite, maar de ploeg redders die waren achter gelaten verenigden zich weer met de groep en met hun gewicht en kracht aan de touwen ging het heel wat vlugger.
De eerste zelfgemaakte reddings broek begaf het en werd snel vervangen door een ander.
De laatste man die naar boven werd getrokken was de schipper “Russische “George, een reus van een kerel. Zodra de voeten van George de vaste grond raakte, seinde de Noor Johanson een morse sein ... Alle mensen veilig aan wal...naar de voor de kust liggende trawlers. De schepen lieten van vreugde hun stoomfluiten loeien en verspreidden per radio het goede nieuws.
Louter moed en vastberadenheid  had een van de grootste reddingen ooit op zee tot stand gebracht. Vrouwe “Dankbaarheid “ zou voor deze mannen hebben geapplaudiseerd.  *
Maar de beproeving  van de geredden was nog niet over. Zij waren niet gekleed tegen de kou van de Arctische nacht. De meeste hadden geen goed schoeisel. De matroos die bij de poging om een naar de wal te zwemmen zijn laarzen had verloren, had zijn voeten in vellen kranten papier gewikkeld die door stroken jute bij elkaar werden gehouden. Redders en geredden voelden de effecten van bevriezing en zij hadden nog 20 mijl voor de boeg door hobbelig en bevroren terrein. Zij gingen op weg maar de voortgang was maar weinig. De matroos met het kranten papier om zijn voeten  moest half worden gedragen.
Toen ontmoette zij de andere groep die op weg was naar de plaats van het wrak.
Deze groep was uitstekend uitgerust en een vuur werd gemaakt aan de lij zijde van een groot rotsblok en een blik werd heet gemaakt en sadwiches met kaads en corned beef werden uitgedeeld, Een van de nieuwkomer gaf zijn schoenen aan de matroos met de kranten om zijn voeten en wikkelde zijn eigen voeten in repen gescheurde zakken. Na gegeten en gedronken te hebben ging de groep weer op weg, De bewuste matroos moest zelfs worden gedragen op een zelf gemaakte draagbaar aan het einde van de tocht. De groep bereikte uiteindelijk om 09.30 uur de volgende, de andere zijde van het eiland. Het had schipper Drinkaall en zijn mannen 26 uur gekost om deze tocht te maken.
De geredde bemanning werd eerst meegenomen naar het radio station waar de vrouwen van de operators een warme maaltijd hadden klaargemaakt. En hierna werden zij naar de trawler “Elf King “gebracht voor hun reis naar Tromsö in Noorwegen.
Een maal in Noorwegen werd de helft van de geredden overgebracht naar de “Danesman “een trawler uit Hull en beide schepen vervolgden hun reis naar Grimsby en naar huis.

*
Lady Grace had samen met haar vader in een vlet in storm weer, de bemanning gered van een schoener die bij Farne eiland aan de grond was gelopen.
In Barnburgh is ter ere van  haar een museum ( gedenk plaats )op gericht, tegenover de plaats waar zij begraven ligt.


Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #963 Gepost op: 24-11-2012, 07:17:19 »


Ofschoon de redding boven verwachting was geslaagd, moest achteraf hiervoor toch de tol worden betaald.. De meeste van de geredde en ook sommige van de redders hadden zwaar te lijden van bevriezingen en de bewuste matroos kreeg een zware zenuw inzinking en hield de zee voor gezien.
Weer terug in Engeland werd het nieuws over de redding met gejuig ontvangen en de details van het drama werden uitvoerig in de nationale kranten vermeld.
De volgende verklaring van het Ministerie van Handel werd gepubliceerd.....
Het heeft de Koning behaagd om de bronze medaille van moed betoond bij redding van mensenlevens op zee aan....
Matroos Harmer van de trawler “Howe “uit Grimsby
Matroos Hunter van de trawler “Thomas Hardy “uit Hull
Matroos Smith  van de trawler “Imperialist “uit Hull
 
In een bijvoegsel  van het Ministerie van Handel werden beloond met een zilveren schaal....
Telegrafist Johanson  uit Bereneiland
Schipper Drinkall van de trawler “Elf King “ uit Grimsby
en aan schipper Worthinton van de trawler “Imperialist “ uit Hull een verrekijker.
Een souvenier met inscriptie ( een zilveren cigaretten koker ) werd uitgereikt aan 18 leden van de diverse trawlers die betrokken waren geweest bij de redding.

Al deze onderscheidingen werden toegewezen als dank voor verleende diensten met risico voor eigen leven bij de redding van de stoomtrawler “Howe “uit Grimsby,

Het verhaal van de eerder genoemde “Sargon “ heeft het nut van de installatie van een  radio uitrusting aangetoond.
In het geval van de “Howe “ is het goed wel mogelijk dat zij zonder de 4 Kilowatt Marconi zend installatie, dat zij en de andere schepen in de buurt waar zo'n installatie ook was geplaatst, haar toestand niet was opgevallen en haar naam zo zou worden toegevoegd aan de lange list van trawlers en bemanningen die zonder enig spoor waren verdwenen.
In dit specifieke geval  hielden de telegrafisten van de trawlers “Elf Kind”, 'Imperrialist “, “Cape Spartivento “en de “Pennine “ een constante wacht gedurende de 72 uur van de reddings operaties en een vitale verbinding hadden met betrokken schepen .
Hun toewijding werd ook enige maanden later beloond met een eervolle vermelding door de verzekerings maatschappij van de Hull en Grimsby trawler eigenaars,
Bij deze vermelding werden ook de schippers Turner en Dahlgreen van de trawlers “Cape Spartivento “en “Pennine” betrokken.

Een onbevestigd rapport laat zien de de “Howe “compleet in 3 stukken is gebroken 3 uur nadat de bemanning het schip had verlaten en twee onafhankelijke bronnen vermelden dat er na 2 dagen geen spoor meer van het schip was te vinden..
Vijftig jaar later vermeldt een artikel van de Evening Telegaph uit Grinsby het volgende.......

Een goede zaak wat geleerd is uit het ongeval met de “Howe “ dat er bakens zijn geplaatst op Bereneiland om de trawlers te waarschuwen doe in deze visrijke, maar dodelijke visgronden, hun geluk beproeven.
Een trawlerman zegt echter het volgende.....
Als dit echt het geval was, had ik ze moeten zien en ik heb verscheidene reizen naar de wateren rond Bereneiland gemaakt in de jaren tussen 1947 en 1968.

Volgens een onderzoek van het Ministerie van Handel naar het verlies van de “Howe “, werd schipper Mc.Gregor vrijgesproken van enige nalatigheid die de stranding veroorzaakte.
Deze schipper bleef in de Arctische wateren vissen tot aan zijn plotselinge dood in 1945.
Charly Major, de leerling aan boord van de “Howe “ en die de eerste persoon was die gered  werd van het schip, vervolgde zijn vissers loopbaan en werd later schipper bij de Butt rederij.
Een ander lid van de “Howe “bemanning werd eveneens een wel bekende schipper en bleef vissen tot aan zijn pensionering in 1970 ,
Ook George Burrel, die een belangrijke rol heeft gespeeld in een deel van de redding , was ook een van de personen die schipper is geworden. Na commandant te zijn geweest op een mijnenveger tijdens de 2e wereldoorlog, keerde schipper/ luitenant Burrel terug om te gaan vissen bij de rederij Lord Line.
Hij keerde in 1952 de zee de rug toe om een kruideniers winkel te runnen die hij had gekocht. De weduwe van deze schipper heeft veel details verteld over het vergaan van de “Howe “.

De “Howe “was niet het enige verlies in die maand uit de vissersvloot van Grimsby welke in de Arctische wateren visten. Op de 2e ging de Öffa “ten onder bij de Noorse kust en op de 18e “strandde de “Frida Sofia” op het eiland Vestmanaejar bij IJsland en was total loss.

Zeven jaar na het “Howe “verhaal, werden de trawlerlui weer opgeroepen voor een trektocht van barmhartigheid, dwars door Bereneiland.
Op vrijdag 30 September 1938 haalde de trawler “St. Sebastian “ voor de laatste maal zijn netten scheep bij slecht weer in het gebied NO van Bereneiland, en zette koers naar huis. Kort hierna liep zij op de rotsen aan de NO kant van het eiland. Vier trawlers uit Hull, de “Davy “,”Cape Duner “,”Mildenhall “ en “Loch Oskaig “ en het noorse bergingsvaartuig “Jason “, vingen het noodsignaal op en waren spoedig ter plaatse van de stranding. Maar net als bij de “Howe “ was het weer te slecht om contact te maken met het wrak.
De “Loch Oskaig “ rapporteerde dat ze alleen de mast en de schoorsteen van het schip nog boven water uit zag steken, maar dat ook gezien werd dat een man omhoog klom tegen de rotsen. De “Davy “en de “Cape Duner “stoomden onmiddellijk rond het eiland naar Tunheim en zette een ploeg van 10 man aan wal. Geassisteerd door de operators van het kust station, kamden zij van uit het noorden, de kliffen uit. De zoektocht was vergeefs.  Er waren geen overlevenden. Op Zondag 2 Oktober was het weer voldoende verbeterd om bij laagwater aan boord te gaan van het wrak. Twee lichamen werden in het stuurhuis gevonden.
Weer was een schip en bemanning toegevoegd aan de lange lijst van hen die een “enkele reis “ naar de Arctische wateren maakten.

Einde.
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #964 Gepost op: 24-11-2012, 08:40:04 »

H-257-Thomas Hardy,


* H_257-Thomas_Hardy.jpg (54.76 KB, 801x534 - bekeken 1234 keer.)
« Laatste verandering: 24-11-2012, 08:47:36 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #965 Gepost op: 24-11-2012, 08:40:42 »

H-286-Cape Spartivento als Faoër Eilander FD 86-Trondur I Guto


* H_286_Cape_Spartivento-als_FD-086-Trondur_I_Gotu.jpg (61.13 KB, 801x534 - bekeken 1182 keer.)
« Laatste verandering: 24-11-2012, 08:47:15 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #966 Gepost op: 24-11-2012, 08:41:28 »

Hij hield zich aan zijn woord !!!


* H-10122-Elf_King-c.jpg (109.27 KB, 500x511 - bekeken 1209 keer.)
« Laatste verandering: 24-11-2012, 08:44:33 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #967 Gepost op: 24-11-2012, 10:17:08 »

H-470-St Sebastian


* H_470-St_Sebastian-.jpg (76.63 KB, 801x534 - bekeken 1187 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #968 Gepost op: 24-11-2012, 10:22:58 »

H-322-Davy


* H_322-Davy_bev_1936-114nhp-brt_449-1951_Cape_Barfleur-54_.jpg (70.12 KB, 801x534 - bekeken 1066 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #969 Gepost op: 24-11-2012, 10:38:08 »

GY-280-Middenhall ( boven) en als GY-126-Drangey


* GY-280_Middenhall__als_GY-126-Drangey_2.jpg (92.89 KB, 801x905 - bekeken 1243 keer.)
« Laatste verandering: 24-11-2012, 10:54:56 door J.H. » Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #970 Gepost op: 24-11-2012, 10:47:25 »

Weer een pracht

Maart
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #971 Gepost op: 24-11-2012, 11:46:56 »

Die gasten scharrelde wat af Maart, ze zaten meer onder dan boven water.
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #972 Gepost op: 24-11-2012, 11:47:47 »

H-431-Loch Oskaig


* H_431-Loch_Oskaig-a.jpg (47.17 KB, 801x534 - bekeken 1247 keer.)
Gelogd
Post Boy
Schipper
*****
Berichten: 1317



Bekijk profiel
« Antwoord #973 Gepost op: 24-11-2012, 14:40:48 »

Indruk wekkend verslag,die trolderlui hebben wat meegemaakt zeg allemagies!

Heb een aantal jaren terug is een film gezien van een stranding van een Engelse trawler zoals boven omschreven.
Ga er toch is achteraan van wie die film was.


gr.Dirk.
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #974 Gepost op: 24-11-2012, 15:01:51 »

Dirk,dat was de Sargon, die film heb ik wel, een beetje slechte kwaliteit maar ik denk dat er in IJsland wel op een of andere manier aan te komen is, even vriendschap sluiten met een IJslander of zo. Grin
Gr.
Jan
« Laatste verandering: 25-11-2012, 06:04:12 door J.H. » Gelogd
Pagina's: 1 ... 61 62 63 64 [65] 66 67 68 69 ... 72 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!