Vraag en antwoord & Wie wat waar

Vraag en antwoord => Vraag en antwoord => Topic gestart door: vreemdeling op 03-06-2009, 07:44:09



Titel: Herinneringën deel 1
Bericht door: vreemdeling op 03-06-2009, 07:44:09
Heel vaak bekijk ik nog steeds de side "Schepen van Scheveningen"
Iedere keer opnieuw ontdek je nieuwe dingen..
Bv.
Bij de Sch. 72 ( Prins Bernhard ) staat een foto waarbij is vemeld.
J.Klein ( monteur )

Bij de Sch 10 ( foto van de Deense "snik " staat dezelfde J.Klein.
Echter zonder vermelding van naam

Volgens mij is dit dezelfde persoon die ooit in de gemeente raad van Den Haag heeft gezeten als afgevaardigde van de Boeren Partij ( boer Koekoek)

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-06-2009, 13:24:40

herinnering 2

In 1945 werd de Sch. 78 vrij gegeven.
Hieraan voorafgaande is er een strijd geweest tussen rederij A.den Dulk en rederij Tuit om welke logger hier sprake was.

Rederij Tuit claimde n.l.deze logger als zijnde de Sch. 16 Sumatra.

Uiteindelijk bleek het toch de Sch. 78 te zijn. Door de ex.schipper werd aan bijzondere kentekens dit schip als de Sch. 78 herkent.

Ik kan me best voorstellen dat verwarring mogelijk is, zeker als je de diverse foto's ziet , in hoedanige staat deze schepen terug keerden.

Maar wat mij wel bevreemd dat de 78 bij de Jong in Vlaardingen is gebouwd en de 16 bij de gebr. Boot te Leiderdorp.

Qua bouwwijze moet toch al verschil merkbaar zijn geweest.

Deze informatie uit 1952 van reder A.den Dulk.

Vreemdeling




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 03-06-2009, 13:56:29
wat was jouw band met A den Dulk
vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-06-2009, 18:12:28
Herinnering no.3

Op de side "Vis. Scheveningen " staat bij de gegevens van de Sch.121 het volgende geschreven.
Bijnaam van deze logger was de "Jeep "vanwege zijn snelheid en de korte masten van het schip.
 Van de korte achtermast weet ik de oorzaak.
Na ombouwing van stoom- naar motorlogger en visserij nummer verandering
had dit schip nog de normale masten.
Na de eerste teelt met deze omgebouwde logger, net voor het klaarmaken voor de trawlvisserij, werd besloten iets aan de achtermast te doen.

Schip werd verhaald naar de hijskraan aan de nieuwe haven, alwaar de achtermast met deze hijskraan uit het schip werd getakeld en netjes op de kade werd neergelegd.
Als zo'n mast op de kade ligt lijkt het heel wat, vooral als je altijd deze mast op je schip hebt zien staan en je geen benul hebt van het gedeelte wat onder deks zit.

Door het bedrijf wat de mast moest inkorten werd aan de schipper gevraagd...  Hoeveel moet er af...

Antwoord van de schipper was... Haalt er maar een stuk af, zonder aan te geven hoe groot dat stuk moest zijn.

Het stuk werd er afgezaagd en de mast terug geplaatst op het schip.

Maar nu bleek alras dat het verwijderde stuk wel erg groot was en de achtermast nu maar een "zielig " mastje was geworden, tot grote hilariteit van de aanwezige "kaairidders ".
Tegenover de voor mast  was er nu wel een groot lengte verschil ontstaan.
Boze tongen beweerden dat de schipper een "beetje "op had.

Waarschijnlijk is de voormast later ook ingekort om een betere balans te krijgen tussen voor en achtermast.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: jkleijn61 op 03-06-2009, 19:20:11
De vreemdeling is volgens mij letterlijk en figuurlijk een "vreemdeling".

De monteur op de foto van de  SCH 72 is JAN KLEIJN (zoon van Jacob KLEIJN, jarenlang schipper geweest bij de rederij Frank Vrolijk ) en was mijn vader. De andere JAN KLEIJN ( en niet JAN KLEIN) was een neef van mijn vader en een zoon van LEEN KLEIJN, die een broer was van mijn opa JACOB KLEIJN.
Ik hoop dat de vreemdeling met dit antwoord voldoende is ingelicht, zo niet, dan ben ik altijd bereid nadere informatie te verstrekken!

Met vriendelijke groet,

J(an) KLEIJN


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-06-2009, 16:20:00
Herinnering 4.

Zondag 3 september 1939 zal altijd in mijn geheugen blijven.
Nooit eerder had zo'n massa loggers voor de wal gelegen in afwachting van het hoog water.
In deze periode moest nog worden gewacht om binnen te kunnen lopen tot er voldoende water stond aan de ingang van de haven , ( defensie drempel tussen de beide havenhoofden )

Waterhoogte werd aangegeven op de semaphore door middel van zwarte rieten Kegels en ballen.
 1 bal was 10 palm
1 kegel was 2 palm.
Meestal kon je ongeveer bij 3 ballen ( 30 palm ) ,getoond op semaphore ,binnen lopen.

Wat was de reden dat er zo veel loggers voor de wal lagen.

Op vrijdag 1 september 1939 was 's morgens vroeg het Duitse leger Polen binnen gevallen.
Dezelfde dag werd door Engeland en Frankrijk de oorlog verklaard aan Duitsland.
De meeste schepen van de Scheveningse vloot waren op zee.
Waarschijnlijk werden de schepen met een radiotelefonie installatie door de reder gewaarschuwd en kregen het advies om naar Scheveningen terug te
keren. in afwachting van betere tijden.
Deze schepen waarschuwden op hun beurt de loggers zonder ontvang installaties.
Waarschijnlijk hadden de loggers vrijdagmiddag al "geschoten" en werd de vleet op zaterdagmorgen vroeg "gehaald ", waarna de thuisreis werd aanvaard.
De verwachting was dat de eerste loggers zondag in de loop van de middag zouden arriveren.
Het was een prachtige dag en de boulevard was niet alleen bevolkt met dagjesmensen maar ook met de vissersvrouwen en hun kinderen, benieuwd of hun man en vader, bemanningen van de diverse loggers , met hun schip ook al aan de kim zichtbaar was.
Veel schepen waren makkelijk herkenbaar.
De loggers van de rederij Roeleveld. aan hun scheepskleur ( Rood/ oranje met gele bies.) en rood/bruine of geel/okerkleurige zeilen.
 Loggers van Jaczn en Unie aan hun gekleurde verschansing.
Veel loggers waren door de diverse "bonbroodwinners "herkenbaar aan de stand van de masten, kleur van de zeilen, stuurhuis voor de mast, stuurhuis achter de mast, stuurhuis om de mast , buitenbrug enz.
De personen met hun kijkers hadden de aandacht van de vissersvrouwen.
Zodra er een logger aan de kim zichtbaar was, werd er gegist welke logger het was en zodra meer gegevens van het schip zichtbaar werden, kon een juist antwoord worden gegeven.
En met deze gegevens kon weer een of meerdere vissersvrouwen gerust gesteld worden dat hun man of zoon ook gearriveerd was.

In de namiddag, toen de semaphore genoeg water aan gaf, verplaatsten zich de wachtende meute naar de haven en al gauw liepen de eerste schepen binnen.

Zo ook mijn vader op een logger van de rederij Roeleveld en mijn broer op een logger van "Blauwtjes "'

Die avond waren er veel gelukkige gezinnen door de terug keer van mannen en kinderen.

De meeste van de schepen zijn niet weer naar zee vertrokken.
Voor ons brak al vrij spoedig een nieuwe fase in ons leven aan, nl. de inval van het Duitse  leger in ons land in mei 1940 en de 5 jaar durende bezetting.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-07-2009, 16:34:59
Herinnering 5.

Speelgoed.
In de vooroorlogse jaren waren wij niet zo ruim bedeeld met ons speelgoed in vergelijking met de jeugd van tegenwoordig.
Het mooiste van het mooiste is tegenwoordig denkbaar en vaak nog maar voor een korte periode.

Wij waren vroeger meer "self supporting " en vindingrijker.
Een fietswiel zonder spaken konden we gebruiken als hoepel. Als je met zo'n fietswiel ging hoepelen maakte dit veel kabaal in vergelijking met de toen in zwang zijnde houten hoepels. Vaak gebeurde het dan ook dat als je diverse keren heen en weer in de straat met je hoepel was gehold, dat er ergens wel een deur open ging en een boze buurvrouw je toe snauwde... "Joh, ga ergens anders hoepelen !      Opgehoepeld hier !

Dat zelfde fietswiel kon je ook gebruiken als vis net.
Een stuk van een oude jute aardappel zak rond de hoepel genaaid was de basis van dit visgerei. Bij de diverse rederij bedrijven was wel een oud stuk speerreep te krijgen. Hier mee werd een vierspruit aan de hoepel bevestigd en het restant van de speerreep werd op deze vierspruit bevestigd als sleeplijn.
Van je moeder mocht je wel een oude emmer meenemen of je vroeg bij de groentenboer om een gebruikte augurken of zuurkool blik.
Nu had je alles gereed om te kunnen gaan vissen.

Wij als bewoners van het oude dorp hadden hadden dan ook volop de gelegenheid om te gaan vissen, want toen was het kanaal bij de Havenkade en Haring kade nog niet gedempt.
In denk dat dit voor de jeugd van het Geuzen kwartier en Duindorp niet zo eenvoudig was in verband met het ontbreken van viswater. Of je zou het moeten gaan proberen in de vijvers van het Gemeente Museum.
Ik denk niet dat ze het daar erg plezierig hadden gevonden met de grote hoeveelheid prachtige goudvissen.

Op je visplekje aangekomen werd eerst je emmer of blik met behulp van het uiteinde van de treklijn met water gevuld. Je moest er wel voor zorgen dat je een goede knoop om het hengsel van de emmer legde, anders verspeelde je de emmer, wat dan weer de nodige trammelant thuis veroorzaakte.

Het vissen kon nu beginnen. Het net werd langs de kade van het kanaal te water gelaten en langs de kade voortgesleept. Regelmatig haalde je het net boven water en kon je zien of er wat in je net zat.
Meestal waren het stekelbaarsjes, grondelingen enz.
De gevangen vis werd in de emmer gedaan en na verloop van tijd vond je het genoeg en ging je de vangst  thuis tonen.
Meestal was dan de reactie... Joh, wat moet ik met die rommel. Ga die beesten terug gooien in het kanaal.
Soms was je eigenwijs en liet je de gevangen vissen in de emmer of blik rond zwemmen. Als je de volgende dag naar je vangst ging kijken, lagen de visjes met hun buik omhoog in de emmer. Mors dood en uiteindelijk moest je toch de rommel weggooien.

Maar in ieder geval had je zonder veel kosten en attributen vermaak gehad.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 03-07-2009, 21:35:24
vreemdeling je hoef met die duindorpers geen medelijden te hebben want wij visten met een draapje van de golfbrekers af op schol,ook al was het stervens koud met de winterdag.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 03-07-2009, 22:12:28
Over Herinneringen gesproken.
Wij als Duindorpers konden ons heel goed vermaken op de breggetjes aan de oude haven. Daar zat ook een heel leger jongelui uit Scheveningen te vissen. De vangst was meestal een krabbetje van mini formaat. Maar ook de planken in de haven waarmee ze de tonnen van de logger rolden waren heerlijke vlotten. Daar zijn in het verleden talrijke jongens door de haven politie gesommeerd naar de kant te komen, om een uitbrander te krijgen. Ook hadden wij als Duindorpers de duinen, bunkers en vooral niet vergeten het strand. P.S. Eigenlijk was de haven voor heel de Scheveningse jeugd één grote speelplaats. Volgens mij hadden wij Duindorpers iets meer speel ruimte !

Witkwast   


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 03-07-2009, 22:30:21
Herinneringen of nostalgie,

Mede door het schrijven van vreemdeling komen er gelijk weer allerlei nostalgische gedachten naar boven. Het is jammer dat vreemdeling niet in Duindorp is opgegroeid, dan had ie een hele andere beleving van Scheveningen en Duindorp. Ik begin zomaar ergens midden in, en dat is de jaarlijkse kermis op het Tesselseplein. zowel voor de kleuters als de opgeschoten jongeren was één grote happening. Met het treintje wat bij de kermis hoorde door Duindorp rijden tot de goede man een goeie bui had en ons trakteerde op een rit over de hele boelevard De groente boeren helpen om van hun oude waren af te komen. In de voor zomer zwemmen i/h afvoer kanaal. Van de week draaide ik een cd van Simon en Garfunkel en hoorde de hit The Boxer moest gelijk weer aan m'n nozem tijd denken alle gasten op de brommer en op de versier toer. Duindorp wijk no : 1 van Scheveningen !

Witkwast   


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-07-2009, 07:25:08
Witkwast,

Wat speelruimte betreft, hadden wij in het dorp echt geen gebrek.
Waren er in de vooroorlogse jaren al bunkers in de zuid duinen ?

Zelf ook vaak genoeg gevist op de breggetjes, wat mij meestal een schrobbering opleverde van mijn moeder, omdat de breggetjes vaak glad en vet waren en onze kleren dan ook goed smerig waren.

Proef ik in uw reactie een onderlinge "strijd " of enige "onverdraagzaamheid "
tussen de bevolkingsgroepen uit Duindorp en Dorp.
Wij waren toch immers dezelfde bevolkings groep met onderlinge familie banden in Duindorp en Dorp en hoeveel jongens en meisjes uit deze twee bevolkings delen hebben verkering met elkaar gehad waaruit vele huwelijken zijn gesloten.

Was er voor de oorlog al een kermis in Duindorp ?
Witkwast even goede vrienden.
Prettig weekend

Vreemdeling 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 04-07-2009, 12:07:04
hi.hi.hi........daar gaan we weer ,vlieg mekaar niet in de haren.

witkwast ik mot je coriseeren onze breggetjes waren tussen de helling en het sluisje en ons zwembad was de kom.
in de kom kon je alles zwemmen leren aan het strandje het schuine dijkje de bovenste balk.
als je het al een beetje kon en het niet te druk was en de waterstand goed dan voor de eerste keer van het trapje onderaan het dijkje naar de onderste balk,dan bleef je een half uur zitten bibberen op die balk van de zenuwen en dan weer terug en als je dat gehaald had voelde je je een hele vent.
zier


p/s er was wel enigzinds een stijd ,want vlak na de oorlog zat iedereen in duindorp op de visserij en in dorp ja ........daar woonde zo'n beetje van alles,dus voelde je je eigen als duindorper zijnde zo'n beetje meer scheveninger.

en duindorp was meer zichtbaarder ,waar het begon en waar het eindigde.
en scheveningen was dat waziger het begon bij de nieuboerbrug maar waar hield het op??

voor mijn hield het bij de keizerstraat en de duinstraat op.

ben tog bezig .
ik ging wel eens met ne'n opoe mee naer katek naar familie in de oost of west gat met de blouwe tram dat was voor mijn een buitenland reis .
maar ik ging met me moeder ook wel eens met de van wijk mee dat was in mijn ogen ook een buitenland reis en de van.wijk was in mijn ogen een passagierschip.
hoe bedrieglijk kan dat soms wezen.

non schij ik eruit.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 04-07-2009, 12:20:54
in cafee de branding hield het toch op Zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 04-07-2009, 12:22:50
ja dat bedoel ik rinus de keizerstraat.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 04-07-2009, 13:09:22
Voor wat betreft  Duindorp...  

Hoe men het ook wendt of keert: Duindorp  is vanaf zijn ontwikkeling aan het begin van de 20ste eeuw uitgegroeid tot het meest Scheveningse deel van het vissersdorp en is dit zeker tot aan het laatst van die eeuw steeds gebleven. Bij mijn verschillende tellingen van de klederdrachten scoorde Duindorp  het hoogst terwijl bij mijn onderzoeken naar dialect nog zeer lang dáár de eigen spreektaal - het Schevenings - het meest werd gehoord. De geschiedenis van Scheveningen volgend is een en ander ook heel verklaarbaar. Terwijl aan het begin van de 20ste eeuw de slopershamer een flink deel van het oude dorp neerhaalde, vertrok een groot deel van de gerenommeerde vissersfamilies van oudsher naar de inmiddels nieuw voor hen opgetrokken woonwijk Duindorp. De media hebben Duindorp  in de afgelopen jaren vaak en zeer zeker goeddeels ten onrechte in het verdomhoekje gezet; een toenmalige stedelijke krant was daar destijds nogal sterk in (o.a. "De spelonken van Scheveningen") en ik heb mij daar regelmatig met ingezonden brieven en artikelen fel tegen verzet. Zie  hiernavolgend bij [2] de tekst van een van deze reacties.

Ik ben niet in Duindorp  geboren, maar ik kan mij de trots en de nostalgische gevoelens van de Duindorpers  en oud-Duindorpers  heel goed voorstellen. Soms voel ik zelfs wel eens een beetje gezonde jaloezie! Nergens sprak namelijk het hart van Scheveningen en de wereld van de visserij en van de visserman en zijn gezin meer dan daar: in Duindorp!

Piet Spaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 04-07-2009, 16:05:22
In mijn oude bestanden vond ik mijn schriftelijke (en door de H.C. geplaatste) reactie terug op het door de  H.C. destijds afgedrukte artikel "De spelonken van Scheveningen". Bijgaand de tekst.

Duindorp als smartlap

Met mij zijn veel dorpsgenoten geschokt door de inhoud van het artikel 'De spelonken van Scheveningen' in de H.C. van 1 oktober jl. Want alhoewel voor anderen de kop van zo'n verhaal publicitair gezien wellicht goed 'bekt' roept dit soort ladingdekkende vlaggen bij ons veel weerstand op. Ik wil dit, geplaatst in het licht van onze historie, graag nader toelichten.

Verslag over volksgezondheid
Om de huidige situatie te begrijpen moet men terug naar het laatst van de 19e eeuw. Een Haags verslag over de gezondheidstoestand in 1892 gaf een schril beeld van de toenmalige woontoestanden in het oude Scheveningen. Het werd geschreven naar aanleiding van een heersende epidemie eind 1891. Het rapport signaleerde woningen die in feite krotten waren. Zij hadden één minimaal kleine kamer en het gemis van een gang of hal, een keuken, een WC, een waterleiding en enig gas of elektra. De huisjes hadden één bedstee met daaronder een ondiep keldertje. In een ruimte naast de bedstee voerde een ladder naar een zoldertje waar kinderen pal onder een kaal, koud pannendak sliepen. Ironisch vergeleek het rapport de weelderige inrichtingen op enige honderden meters afstand in de badplaats met de krotten elders in het dorp.

Scheveningen rond 1900
Dit was het beeld van het sloppenrijke vissersdorp aan het begin van 1900. Krotten voor de met veel kinderen bedeelde Scheveningse gezinnen. Wat was er mis met de toenmalige woningbouw? Goede regelgeving ontbrak; bouwregels waren slechts nodig voor aan de straat gelegen woningen. De bouw op gronden áchter de woningen was vrij van bouwregels. Hier ontstonden de hofjes en de sloppen want met de alsmaar uitbreidende, arme bevolking groeide in die vroegere jaren de markt voor minimaal kleine woninkjes waaraan elk comfort ontbrak. Een Gemeenteraad die vooral bestond uit goed gesitueerden stemde elke poging om te komen tot betere woonomstandigheden voor arbeiders- en vissersgezinnen weg. Door steeds terugkerende epidemieën van typhus e.d. en door een nieuwe visie op de samenleving kwam de kentering tot stand.

Onderzoek
Vanaf 1904 deed een Haagse Gezondheidscommissie een woningonderzoek waarin men zeer veel Scheveningse woningen had betrokken. Bijna 2200 huizen waren gebouwd in hofjes, aan gangen of in sloppen. Van deze huizen was 31% goed; voor de andere gold dat zij matig tot slecht waren. Dit stond los van de constatering dat de woonruimte bijna altijd onvoldoende was. Men schreef in een verslag: 'De wijze waarop de visschersbevolking is gehuisvest tart elke beschrijving.' In 1910 deed men een eerste stap tot woningverbetering te Scheveningen. Het ging om bescheiden woningbouw op een stuk grond in het dorp. Later volgden plannen voor gemeentelijke bouw bij de Westduinweg en het Afvoerkanaal. Een al in 1905 bij de Gemeente ontstaan plan kreeg rond 1920 vorm na de aanleg van een wijk zuidwestelijk van dit kanaal waar de Gemeente massaal huurwoningen voor de Scheveningse bevolking deed bouwen.

Duindorp
De wijk Duindorp zou in de loop der jaren model staan voor het toenmalige (veelal protestantse) Scheveningen. Bekende vissersfamilies trokken met velen weg uit het kaalgeslagen dorp naar de nieuwe wijk. Het daadwerkelijke belijden van hun christelijke geloof had eeuwenlang het leven en denken der vissers en hun gezinnen goeddeels bepaald. Hierdoor ontstond in Duindorp spoedig de roep tot bouw van enige protestantse kerken waarvan er in Duindorp zelf en in de direkte omgeving ervan een drietal verrees.

De Tweede Wereldoorlog
Vanaf 1942 moest het voornamelijk uit vissersgezinnen bestaande Duindorp massaal evacueren, dit vanwege het Duitse Sperrgebiet. Een aantal huizen werd grondig vernield. Toch kwamen de Duindorpers terug in de wijk waarvan zij intens hielden. Daarom is Duindorp nog steeds het meest Scheveningse deel van Scheveningen waar het dialect nog voluit klinkt en de klederdracht nog regelmatig in beeld is.

Onjuist en onzinnig
Nu de inhoud van het artikel. Allereerst vind ik door het bovenvermelde te hebben afgerekend met de opmerking 'dat het altijd al zo was in Duindorp'. Evenzo geldt dit voor de vette opmerking 'Duindorper is nooit een lieverdje geweest'. Zulke uitspraken zijn snel neergeschreven maar zij zijn onjuist. En vervolgens treft men dan met de citaten 6300 mensen die in Duindorp zijn opgegroeid of daar nog wonen. Ook kwamen volgens de reporter de mensen bij hun komst naar Duindorp 'uit gesaneerde delen van het dorp terecht in rechte blokkendozen met één kamer en een keuken.'   Had zij kennis genomen van 'De Volkshuisvesting te 's Gravenhage 1914-1939' dan had ze geweten dat de waarheid over de woningen een andere is. Dit door H.C. verslaggeefster Garschagen gestelde is dus onzin. En is het woordgebruik als door haar geciteerd des Duindorpers? Zeker niet, tenzij men niet anders wil horen omwille van het sfeertje. Wil ik haar voorstellen aan duizenden Duindorpers die aan het taalgebruik zoals door haar geciteerd niet voldoen?

Geen problemen?
Bestaat Duindorp dus uit uitsluitend lieverdjes? Zeker niet en het zou van dwaasheid getuigen om de problemen te bagatelliseren. Maar om een groep van omtrent tachtig jongeren als maatstaf te hanteren voor het gehele Duindorp en 6000 Duindorpers op grond daarvan te stigmatiseren, dat gaat mij te ver! En voorts, welk flankerend beleid was er toen de gemeentelijke overheid de mensen uit Haagse stadsvernieuwingsgebieden ging overplaatsen naar relatief goedkope woningen in Duindorp?  Want is het niet zo dat Den Haag zich vele jaren te druk maakte aan de noordoostelijke zijde van Scheveningen -zijnde de badplaats- om oog te hebben voor de zuidwestelijke zijde, Duindorp dus? Duindorp moest vechten om haar zwembad te behouden, moest knokken voor het behoud van een bibliotheek. Duindorp stemde en masse voor de Centrum Democraten (Janmaat: auteur)  schreef mevrouw Garschagen. Welnu, in elk geval nam de Duindorper dan nog de moeite om te stemmen en zijn stem had dan voorts nog een boodschap. Want zijn stemgedrag was minder een rechtvaardiging van de C(entrum) D(emocraten) dan een veroordeling van andere Haagse politieke partijen die putten dempen als een kalf verdonken is, als dáár al tijd voor is. Mijn advies: zorg voor een variabel toelatingsbeleid voor verschillende inkomensklassen en niet alleen voor een woningbeleid voor de laagstgeklasseerden. Verbouw bestaande huizen en geef ze meer comfort zodat oud-Duindorpers met een beter inkomen kunnen terugkeren: velen willen graag! Zorg voor een stringent preventief beleid en een lik-op-stuk optreden van het gezag. Duindorp is dit alles waard!

Toon en muziek
C'est le ton qui fait la musique: het is de toon die de muziek maakt. De toonzetting van de muziek was onjuist en de melodie derhalve onzuiver. Maak wat geposeerde foto's van een poortje en noem dit vervolgens een spelonk. Plaats het geheel dan in Scheveningen en voilá: het liedje is daar. Mag ik dit, ondanks zijn niet geheel onjuiste inhoud, toch een slechte smartlap vinden? Spelonken in Scheveningen? Wat zeiden die paar jongens in Garschagens artikel ook alweer? Oh ja: Rot op!
 
Piet Spaans
historisch publicist en auteur
Scheveningen (2000?)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-07-2009, 18:14:51
Ik heb in mijn eigen familie eens bekeken hoe de situatie was in 1940.

Mijn beide grootouders woonden in het dorp.
Dorp is voor mij een ruim begrip. Alles benoorden het verversingskanaal beschouw ik als dorp, bezuiden het kanaal als Duindorp.
Mijn vaders moeder had 7 kinderen. 5 mannen en 2 dochters.
Van de 5 mannen waren er 3 op de visserij werkzaam, 2 hadden een walbaan.
De beide dochters waren met visserlui getrouwd.
Van de 5 personen welke met visserlui waren getrouwd woonden er 2 in Duindorp en 3 in het Dorp.
De 2 walbanen woonden ook in het dorp.

Mijn moeders moeder had 9 kinderen . 7 mannen en 2 vrouwen.
Van de 7 mannen waren er 4 op de visserij werkzaam en 3 hadden een walbaan.
Een der dochters was met een visserman getrouwd. ( is reeds geteld bij de vorige reeks )
Van de 4 personen die op de visserij werkzaam waren , woonden er 2 in Duindorp en de rest in het Dorp.

Ik moet nog wel even vermelden dat er rond 1936 weer wat mensen uit Duindorp verhuisden naar het Dorp.
Op dat moment waren de huizen in Menninck, Koppelstock en Datheenstraat gereed.

In de families was er dus zeker een groot gedeelte in Duindorp woonachtig.
In deze periode was er dus zeker geen sprake van "Min of Minder "zijnde.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 04-07-2009, 19:18:33
In deze periode was er dus zeker geen sprake van "Min of Minder "zijnde.

Vreemdeling

De strekking van deze laatste zin ontgaat mij. Wat is de betekenis of de strekking ervan?

Piet Spaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 04-07-2009, 22:37:32
Vreemdeling,

Ik reageer niet kwaad maar op een zinsnede van jou woorden :  

In denk dat dit voor de jeugd van het Geuzen kwartier en Duindorp niet zo eenvoudig was in verband met het ontbreken van viswater. Of je zou het moeten gaan proberen in de vijvers van het Gemeente Museum.
Hierbij doelde ik op het vermaak wat aan alle kanten van het dorp hadden zeer groot schalig was ( is )

En Zier sorry je hebt gelijk we zwommen vaak in de kom. van die zwemleraar kreeg je een oude fietsband omgebonden,  
Oohhh !! wat een tijd  Wat hou ik toch van Scheveningen.
 *  Het plaatje wat destijds door Heintje werd gezongen  ( Ik hou van Holland  ) is op mijn verzoek geweest alleen ik had geschreven Ik hou van Scheveningen.  :D :D

Witkwast .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 04-07-2009, 22:43:08
ik wil de komentaar van schub wel eens zien.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 04-07-2009, 23:09:46
ik wil de komentaar van schub wel eens zien.
zier

Die is nog niet terug van de bokkum moet je ff op je AIS kijken Zier Hopelijk houd ie het nou wel droog !

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 04-07-2009, 23:12:31
In deze periode was er dus zeker geen sprake van "Min of Minder "zijnde.

Vreemdeling

De strekking van deze laatste zin ontgaat mij. Wat is de betekenis of de strekking ervan?

Piet Spaans

Ik denk dat ie meer of minder bedoelt !

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 04-07-2009, 23:28:35
Herinnerring of Nostalgie

Zier je had het over de blauwe tram. Komt bij mij ook gelijk weer naar boven, wij met de hele familie uit DUINDORP naar de snip. Goh dat was een feest net wat je al zei  dat was een vakantie op zich, zelfs naar de Bataaf was al een feest.
Met het bootje naar de Drievliet vanuit de Haringkade. Moet gelijk weer aan het liedje denken van Leen Jongewaard en Wim Sonneveld Ooohhh wat een tijd  " In een rijtuigie helemaal naar Vinkeveen "

Witkwast     


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 06:44:29
Piet Es. Witkwast,
Min of minder.
Het was wel een raar woord gebruik.
Moet dan ook meer of minder zijn.
Het was ook zo warm !

Zier.
Ik ging voor de oorlog ook mee met mijn oom, om een beug te zetten op het noorder strand.
Aas was er voldoende door de grote aasschelpen die op het strand aanwezig waren.
Vangst van schol was prima.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 05-07-2009, 09:53:18
ik wil de komentaar van schub wel eens zien.
zier
Zier, dankzij die Witkwast had ik een plekje op de Maria met oud vissersdag, ik heb hem toen beloofd dat ik hem niet meer zou treiteren.
Doe ik dus ook nu niet, maar ik blijf het walgelijk dorp vinden, ten zuiden van het vervorsing ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 12:45:57
Schub.
Waarschijnlijk heeft u gelijk.
In mijn stukjes" herinnering" praat ik over de periode voor 1940.
Aangezien uw leeftijd, momenteel 61 jaar, kan en mag u daar niet over oordelen. Ons leeftijd verschil is 20 jaar
Dat u het MOMENTEEL een "verfoeilijk " dorp vindt , kan ik u geen ongelijk in geven.
Maar het is NOG STEEDS uw geboorte dorp, in welke wijk u ook geboren en opgegroeid mag zijn.

Wees daarom blij en trots dat u SCHEVENINGER bent.
Ik ben het ook als ben ik sedert 1958 in deze plaats niet meer woonachtig.

Dus toen ik vertrok uit Scheveningen was u net 10 jaar oud en toen was Scheveningen al aan het veranderen.

groeten.

Misschien wel in uw ogen een zeer vreemde "VREEMDELING "



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 05-07-2009, 13:25:07
ho.ho.ho. vreemdeling ff wachten ,schub is niet in duindorp geboren dat zou die willen,kon die ook zegge dat die op stand geboren is .
schub is in dorp geboren in het gunstigste geval voor hem ,in het ongunstigste geval bij voorbeeld in bronovo op de scheveningseweg want dan is het een hagenees.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 05-07-2009, 13:27:11
oranje kliniek was op de scheveningseweg Zier
 niet bronevo


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 13:43:25
Zier,
Ik heb het woord "Duindorp "niet gebruikt, in mijn reactie op Schub.
gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 05-07-2009, 13:44:25
dat bronovo waar lag dat dan .??
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 05-07-2009, 13:53:09
Dat u het MOMENTEEL een "verfoeilijk " dorp vindt , kan ik u geen ongelijk in geven.
Maar het is NOG STEEDS uw geboorte dorp, in welke wijk u ook geboren en opgegroeid mag zijn.
==================================================================

hier maakten ik uit op dat je het over duindorp had.

ik ben gisteren nog door de markensestraat gereden (net als een makreel dwars tegen de verkeersregels in ) ik moet zegge die huizen aan de zee kant dat gesteente ziet er wel sjiek uit,alleen die kloote auto's dat breekt het weer even hard af.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 13:54:47
Rinus N,

ook herinneringen zijn...
Op de side "schepen van Scheveningen "staat bij de Sch. 77 geen jaartallen van schipper.
Voor 1940 was C. de Jong jaren lang schipper op dit schip.
Hij was de broer van P.de Jong schipper van de Sch. 4 van dezelfde rederij.
C.de Jong woonde in de Oesterstraat.
Deze persoon is in de periode 40-45 werkzaam geweest bij Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
In deze periode heeft hij een been verloren door een beschieting door een Engels vliegtuig op de trein waarin hij een dienstreis maakte.
Dat zal dan ook wel de oorzaak zijn geweest dat hij na de oorlog geen schipper meer is geworden en employe bleef bij het ministerie.
Zoon Maarten van deze C.de Jong is dominee geworden in Hervormde Kerk, Zoon Wim heeft tot 1e stuurman gevaren bij de H.A.L en is later leraar geworden op de Zeevaartschool in Amsterdam.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: philsdutchie op 05-07-2009, 14:28:51
Bronovo ziekenhuis ligt aan de Bronovolaan   ;)

(http://www.google.com.ph/mapdata?CxV8BRsDHfrcQQAgIQwtfAUbAzX63EEAQI4CSLkBUgJOTJABAsoBAmVu)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 05-07-2009, 15:52:17
Dat u het MOMENTEEL een "verfoeilijk " dorp vindt , kan ik u geen ongelijk in geven.


Vreemdeling, verfoeilijk heb ik niet gezegd, ik gebruikte het woord, walgelijk, komt aardig in de buurt. ;D
Ik heb het al eens eerder tegen u gezegd, in de topic over Lancaster gordijnen, hoe serieus een onderwerp ook is, er moet altijd ruimte zijn voor wat humor.
Zo moet u mijn antwoord dan ook zien en ik mag er voor mijn leeftijd dan al wat ouder zien, ik ben pas 57 ;D
Rinus, ik denk dat Zier het Nebo bedoelde, hij heeft met het Bronovo niet helmaal mis, in de jaren 60/70 ging Nebo en Bronovo samen.
Dieper ga ik niet door het stof voor die Duindorper ;D ;D
Ik ben ik het  dorp geboren Zier ;)

Oh ja en ik, ik hou van Scheveningen ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 16:25:49
Scub,
In dank aanvaard
vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 16:39:14
Rinus N,
Zojuist bekeek ik weer eens het boek'' Nieuwe Schepen "
Uitgave Amstleven 1954.

In dit boekwerk staat een aquarel van de IJM.74  Martha.
Ik kom deze motortrawler-haringlogger niet tegen in de side "Schepen van IJmuiden.

Hier wat gegevens
van de N.V Visscherij Ond. v.h. J.C. Pronk te IJmuiden
1948 N.V. Scheepsbouwwerf De Dageraad te Woubrugge.
B.R.T. 230   N.R.T  100   L.33.6 m.  B. 7.0 m.  H. 3.5 m.
Lading 900 kantjes..
Geen motor vermogen vermeld.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 17:54:28
Het heeft mij nu wel te lang geduurd, dat er dagelijks shit over Duindorp word verteld.Hier is nog een echte geboren en getogen Duindorper. Geboren in de Flakkeesestraat 65 en nu nog wonende in Duindorp. Ik kom uit een familie van 8 kinderen, twee meiden en 6 jongens. Iedereen heeft het over haring, hoe lekker die is. Nou ik heb daar een fobie van over gehouden, ik was de jongste van het gezin. Mijn vader werkte in de vis, en mijn 5 broers vaarde op de vleetloggers en trawlers. Bij binnenkomst van mijn broers was ik als jongste van het gezin, altijd de lul om de haring naar de buren of familie te brengen. In die tijd wis je niet anders, maar om te zeggen die goeie ouwe tijd >:( In die tijd speelde het geloof/ en politiek een grote rol in Duindorp. Mijn vader was een communist, wist jij veel wat dit in hield als kind zijnde.  Ik heb potverdomme nog de Waarheid rond gebracht, en ik weet dat ik veel naar het eiland moest fietsen. Ik kan mij nog herinneren dat ik als een jonge van 15 jaar wilde werke bij de PTT, maar omdat je vader in  die tijd links was werd ik afgewezen. Maar mijn vader heeft altijd de goede waarde en normen aan mij gegeven. Vecht voor de arbeiders, en gebruik je stem. En voor iedereen , ik geloof niet maar ik hou GODVERDoME van Duindorp  ;D Maar  schub is er niet eens geboren, laat staan dat hij die brug overkomt. En als hij over die brug komt, dan met een donkere bril en liefst in een geblindeerde auto  bang dat hij herkent word. ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 18:12:51
C.Bal.
Hetgeen u schrijft zal best waar zijn.
Het kan ook ECHT zonder vloeken geschreven worden.
Echte communisten hadden ook een eigen waarde"". Hierin hoorde ook iets uiten, zonder iemand te kwetsen.
Jammer, het had beter overgekomen.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:18:01
Wat jij nu zegt achtervolgd mij nu al jaren, dus sorry. Ik ben wie ik ben, trouwens geloof jij.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:20:14
C.Bal.
Hetgeen u schrijft zal best waar zijn.
Het kan ook ECHT zonder vloeken geschreven worden.
Echte communisten hadden ook een eigen waarde"". Hierin hoorde ook iets uiten, zonder iemand te kwetsen.
Jammer, het had beter overgekomen.

Vreemdeling
Trouwens kom je ook uit Duindorp :-\


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 18:28:36

Rinus N.

Nog even een aanvulling t.a.v.side "Schepen van Scheveningen."
Bij SCH.77 staat vermeldt
80  pk. 2 cil. Brons.1929
Volgens mijn herinneringen is dit schip in 1935/ 1936 ?  naar de werf in het binnenland geweest.
Eerst had dit schip een "gloeikop"motor. Later niet meer.
Mijn laatste herinnering was dat na de werf het motor vermogen 80 pk. was.
In deze periode werd ook het z.g.n. kluifhout"verwijderd.
Alle getoonde foto's op de side zijn van voor 1935/36 want op alle foto's is het kluifhout nog te zien .

Ik meen ook dat toen de carbid verlichting werd verwijderd.

Schippers van de Sch. 78 kloppen ook niet helemaal.
In 1952 en 53 was M.Pronk schipper op deze logger en niet degene welke nu is vermeld.

Heb je weer iets te doen.
gr.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 05-07-2009, 18:29:11
 En voor iedereen , ik geloof niet maar ik hou GODVERDoME van Duindorp

Foei,foei, driewerf foei.
Leer dit onderstaande maar uit je hoofd.

Ik ga slapen, Lieve Heer
Zie goedgunstig op mij neer;
Als ik zonden heb bedreven,
Ach, wilt Gij mij dan vergeven?
Iedere avond bid ik trouw
Zo mijn oefening van berouw:
Mensen die dit niet vergeten,
Slapen met een rein geweten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:36:48
En voor iedereen , ik geloof niet maar ik hou GODVERDoME van Duindorp

Foei,foei, driewerf foei.
Leer dit onderstaande maar uit je hoofd.

Ik ga slapen, Lieve Heer
Zie goedgunstig op mij neer;
Als ik zonden heb bedreven,
Ach, wilt Gij mij dan vergeven?
Iedere avond bid ik trouw
Zo mijn oefening van berouw:
Mensen die dit niet vergeten,
Slapen met een rein geweten
Schub nooit meegekregen, en ik geloof daar niet in.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:42:27
C.Bal.
Hetgeen u schrijft zal best waar zijn.
Het kan ook ECHT zonder vloeken geschreven worden.
Echte communisten hadden ook een eigen waarde"". Hierin hoorde ook iets uiten, zonder iemand te kwetsen.
Jammer, het had beter overgekomen.

Vreemdeling
Wat is kwesten als jij niet weet wat ik in die tijd heeft meegemaakt, en dat wat niemand >:(


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-07-2009, 18:42:58
Schub,
Ik hoop dat jij achter je gepubliceerde gedicht staat.
Als het een geintje is, dan is het misplaatst.

C.Bal
Antwoord op uw vragen.
Punt 1   Ik geloof nog steeds en ben vanmorgen naar de kerk geweest.
Punt 2   Ik ben niet in Duindorp geboren. Had u kunnen constateren uit de reactie van Schub, al is hij dan zelf geen Duindorper.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:50:10
Schub,
Ik hoop dat jij achter je gepubliceerde gedicht staat.
Als het een geintje is, dan is het misplaatst.

C.Bal
Antwoord op uw vragen.
Punt 1   Ik geloof nog steeds en ben vanmorgen naar de kerk geweest.
Punt 2   Ik ben niet in Duindorp geboren. Had u kunnen constateren uit de reactie van Schub, al is hij dan zelf geen Duindorper.

Vreemdeling
Ik vraag


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 05-07-2009, 18:55:32
]Toen jij uit de kerk kwam , toen ging ik naar huis. Maar is vreemdeling geen Roker :-\


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 05-07-2009, 19:14:54
nee hoor ik ben geen Vreemdeling . En ik ben geboren aan de haven  ;D ;D ;D

Groetjes Henk K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 05-07-2009, 19:28:52
Schub,
Ik hoop dat jij achter je gepubliceerde gedicht staat.
Als het een geintje is, dan is het misplaatst.

Dat sta ik zeker Vreemdeling.

Persoonlijk ben ik van mening dat je moet kunnen zeggen wat je vindt, alleen daar is dit forum niet voor bedoeld.

Ik vind ook dat je zekere krachttermen hier niet moet gebruiken, omdat je daar mensen mee kan kwetsen, ik ben niet roomser dan de paus, geloof me, ik kan aardig het evangelie achterstevoren opzeggen.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 05-07-2009, 20:00:42
en ik weet dat ik veel naar het eiland moest fietsen.

Was er ook voor overnachting gezorgd Cor, was toch wel een afstand, Duindorp/Eiland ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 05-07-2009, 21:55:16
dat bronovo waar lag dat dan .??
zier

Bronovo ligt aan de Bronovoaan en de Oranje kliniek lag aan de parkweg volgens mij. Kan het mis hebben en de Nebo lag aan de Scheveningseweg. Er is veel veranderd in al die jaren maar sommige dingen niet.

Witkwast   


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 05-07-2009, 22:09:06
Nou ik hoop dat alles weer een beetje geluwd is. Ieder heeft zijn zegje gedaan Herinneringen of Nostalgiesche gedachten. Één ding is zeker en dat blijkt uit alle reacties !

Wij houden van Duindorp, en Scheveningen of in andere volgorde maar wij houden in ieder geval van onze geboorte plek.

 " Scheveningen Leeft "

Witkwast  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 05-07-2009, 23:21:05
Het is niet mijn broer maar toch een zoon van mijn vader, ra ra wie ben ik? En wie is de dominee?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 05-07-2009, 23:30:26
Het is niet mijn broer maar toch een zoon van mijn vader, ra ra wie ben ik? En wie is de dominee?

Het is een vreemd'ling zeker,
die verdwaald is zeker,
'k zal hem gauw eens vragen naar zijn naam!

Refrein...

Piet Es


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-07-2009, 07:33:34
Piet Es.

Ik mag dan een heel eind van Scheveningen afwonen, maar nog steeds niet verdwaald.

Ik hoop zeer binnen kort weer eens naar mijn geboorte plaats te komen !

Ben ik nog wel welkom. ?

Het was wel een oude Scheveningse gewoonte om te worden "welkom geheten " bij binnenkomst vanaf de visserij.

Ook was het een goede traditie bij de oudere generatie om hun zonen en kinderen bij vertrek naar zee  "Zegen en Bewaring "toe te wensen

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-07-2009, 08:08:12
 Een citaat uit het boek "The Humble Dutch Herring "
Hoofdstuk  "The New Herring "

Dotted throughout most towns in Holland there were, in the days of peace, herring stalls on the streets, where for a few cents, working men and members of the white-collar brigade, poor and not poor would buy their herring and eat it then and there on the street.
But for so special a delicacy a special method of consumption was evolved.

Every member of the little crowd around the stall would grasp the two end of his herring's tail between thumb and forefinger of each hand.
Then , flipping the herring over its own axis, a firm wrench would remove half the flesh from the bone. This was eaten with zest.
The other half would then be filleted with another firm movement, and consumed with gusto.

In fact, only recently an escape from Holland who, because of his unusual accent, aroused suspicion, was tested bij given a herring to eat bij the Netherlands authorities in London who were interrogating him.
All suspicion vanished when, with three expert movements, he filleted the herring in true Dutch style; a more reliable indication of origin than the pronunciation of the word "Shibboleth "given as a test by Jeptha"s men to those suspected of being Ephraimites.

Het gaat hier dus over hoe vroeger de haring aan de stalletjes werd geserveerd. Schoongemaakt maar met graat er nog in.

Ook wordt hier een passage uit de Bijbel geciteerd. n.l. het boek Richteren uit het oude testament.

Het boek The Humble Dutch Herring werd in 1944 uitgegeven in Melbourne/ Australie en is geschreven in the Engelse taal

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-07-2009, 10:46:29
nee hoor ik ben geen Vreemdeling . En ik ben geboren aan de haven  ;D ;D ;D

Groetjes Henk K

zou de K voor kegge staan.??
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-07-2009, 10:54:34
Het gaat hier dus over hoe vroeger de haring aan de stalletjes werd geserveerd. Schoongemaakt maar met graat er nog in.

====================================================================

dan werdt de haring met beide handen met beide handen met duim en wijsvinger beet gepakt een keer over de kop geslingerd en van elkaar af getrokken ,dan bleef de graad aan de rug zitten,die 2 stripjes van de buik kon je graadloos naar binnen laten glijden en had je 2 handen om de rug beet te pakken en at je de rug van de graad af.
zier


ik denk ik maar weer ff naar vlaaring ga.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-07-2009, 10:54:49
Ja Zier roker is een nazaat van de rokers club van Kegge


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-07-2009, 10:56:01
ja ik dog et wel.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-07-2009, 10:58:56
rinus ik ree een zaterdag langs de haven ,de nieuwe haven het dwarskantje en een stuk waar die sportvissers lege,dat meurde lyk hel het leek wel een beer put.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-07-2009, 11:04:16
Rinus N,
Zojuist bekeek ik weer eens het boek'' Nieuwe Schepen "
Uitgave Amstleven 1954.

In dit boekwerk staat een aquarel van de IJM.74  Martha.
Ik kom deze motortrawler-haringlogger niet tegen in de side "Schepen van IJmuiden.

Hier wat gegevens
van de N.V Visscherij Ond. v.h. J.C. Pronk te IJmuiden
1948 N.V. Scheepsbouwwerf De Dageraad te Woubrugge.
B.R.T. 230   N.R.T  100   L.33.6 m.  B. 7.0 m.  H. 3.5 m.
Lading 900 kantjes..
Geen motor vermogen vermeld.

Vreemdeling

 dit klopt de Martha was de 2 de nieuwe logger van deze Mij na de gorredijk IJM 75 die in mei 1948 in de vaart kwam en de Martha volgde in oktober van het zelfde jaar
 de Gorredijk vaart nu nog als Maria bij de red. Groens als sportvisser

  de IJm site is nog steeds niet compleet  dus als je van een nummer geen foto er op ziet heb ik die helaas nog niet in mijn bezit


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-07-2009, 11:50:39
rinus ik ree een zaterdag langs de haven ,de nieuwe haven het dwarskantje en een stuk waar die sportvissers lege,dat meurde lyk hel het leek wel een beer put.
zier

 ja zier dat meurt daar lekker zeker met dit warme weer is ook een klacht van de kroege daar
 de staandewantvissers (niet allemaal) kijken niet vzo nauw met het schoonhouden van hun netten
maar zijn dan wel boos als ze daar weg moeten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-07-2009, 13:37:07
Zier,
Zo kreeg ik de haring ook van mijn vader.
Je kreeg toch ook een hele gekookte schol op je bord bij het middag eten.
En eet jij nog wel eens "sied haring ".
Dat was toch vroeger ook normale kost !

Vreemdeling





Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 06-07-2009, 16:16:57
Piet Es.

Ik mag dan een heel eind van Scheveningen afwonen, maar nog steeds niet verdwaald.

Ik hoop zeer binnen kort weer eens naar mijn geboorte plaats te komen !

Ben ik nog wel welkom. ?

Het was wel een oude Scheveningse gewoonte om te worden "welkom geheten " bij binnenkomst vanaf de visserij.

Ook was het een goede traditie bij de oudere generatie om hun zonen en kinderen bij vertrek naar zee  "Zegen en Bewaring "toe te wensen

Vreemdeling

Sinterklaas is altijd welkom!

Piet Es


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 16:29:14
 ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 06-07-2009, 16:44:44
 ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 06-07-2009, 17:43:19
Het is weer een leuke Schub .

Ja Zier ik ben een Kegge . Mijn vader was Gerard , misschien zegd je dat meer .

Groetjes Henk K.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 19:07:41
 En als hij over die brug komt, dan met een donkere bril en liefst in een geblindeerde auto  bang dat hij herkent word ;D ;D ;D

Waar waren jullie nou, zonder donkere bril en gewoon lopend.
Eenmaal over de brug, heb ik een ventje een euro gegeven, hij moest in Duindorp gaan vertellen, dat De Schub er aan kwam, lege straten was het gevolg.
Terug over de brug, aan de goeie kant zeg maar, kwamen ze uit hun huizen en begonnen te schelden. ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: bomme op 06-07-2009, 19:12:49
Het heeft mij nu wel te lang geduurd, dat er dagelijks shit over Duindorp word verteld.Hier is nog een echte geboren en getogen Duindorper. Geboren in de Flakkeesestraat 65 en nu nog wonende in Duindorp. Ik kom uit een familie van 8 kinderen, twee meiden en 6 jongens. Iedereen heeft het over haring, hoe lekker die is. Nou ik heb daar een fobie van over gehouden, ik was de jongste van het gezin. Mijn vader werkte in de vis, en mijn 5 broers vaarde op de vleetloggers en trawlers. Bij binnenkomst van mijn broers was ik als jongste van het gezin, altijd de lul om de haring naar de buren of familie te brengen. In die tijd wis je niet anders, maar om te zeggen die goeie ouwe tijd  In die tijd speelde het geloof/ en politiek een grote rol in Duindorp. Mijn vader was een communist, wist jij veel wat dit in hield als kind zijnde.  Ik heb potverdomme nog de Waarheid rond gebracht, en ik weet dat ik veel naar het eiland moest fietsen. Ik kan mij nog herinneren dat ik als een jonge van 15 jaar wilde werke bij de PTT, maar omdat je vader in  die tijd links was werd ik afgewezen. Maar mijn vader heeft altijd de goede waarde en normen aan mij gegeven. Vecht voor de arbeiders, en gebruik je stem.

Sorry Cor, ik denk dat jij dat klusje van mij overgenomen hebt. Schub beseft niet dat je voor een paar kranten heel duindorp door moest en dan ook nog het kanaal over bij de sluizen om naar eiland vloek te fietsen. en vooral in de winter was dat een rot eind in het donker, je was al gauw anderhalf uur bezig. Ik denk dat jij wat jonger bent dan ik.


groeten, Fred


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: bomme op 06-07-2009, 19:16:14
Schub, als je mijn vader en moeder ziet doe ze dan even de groeten.

Fred


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 06-07-2009, 19:29:18
Schub.
Waarschijnlijk heeft u gelijk.
In mijn stukjes" herinnering" praat ik over de periode voor 1940.
Aangezien uw leeftijd, momenteel 61 jaar, kan en mag u daar niet over oordelen. Ons leeftijd verschil is 20 jaar
Dat u het MOMENTEEL een "verfoeilijk " dorp vindt , kan ik u geen ongelijk in geven.
Maar het is NOG STEEDS uw geboorte dorp, in welke wijk u ook geboren en opgegroeid mag zijn.

Wees daarom blij en trots dat u SCHEVENINGER bent.
Ik ben het ook als ben ik sedert 1958 in deze plaats niet meer woonachtig.

Dus toen ik vertrok uit Scheveningen was u net 10 jaar oud en toen was Scheveningen al aan het veranderen.

groeten.

Misschien wel in uw ogen een zeer vreemde "VREEMDELING "



verrek schub jij ziet er jonger uit dan je bent  ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 06-07-2009, 19:33:49
Het heeft mij nu wel te lang geduurd, dat er dagelijks shit over Duindorp word verteld.Hier is nog een echte geboren en getogen Duindorper. Geboren in de Flakkeesestraat 65 en nu nog wonende in Duindorp. Ik kom uit een familie van 8 kinderen, twee meiden en 6 jongens. Iedereen heeft het over haring, hoe lekker die is. Nou ik heb daar een fobie van over gehouden, ik was de jongste van het gezin. Mijn vader werkte in de vis, en mijn 5 broers vaarde op de vleetloggers en trawlers. Bij binnenkomst van mijn broers was ik als jongste van het gezin, altijd de lul om de haring naar de buren of familie te brengen. In die tijd wis je niet anders, maar om te zeggen die goeie ouwe tijd  In die tijd speelde het geloof/ en politiek een grote rol in Duindorp. Mijn vader was een communist, wist jij veel wat dit in hield als kind zijnde.  Ik heb potverdomme nog de Waarheid rond gebracht, en ik weet dat ik veel naar het eiland moest fietsen. Ik kan mij nog herinneren dat ik als een jonge van 15 jaar wilde werke bij de PTT, maar omdat je vader in  die tijd links was werd ik afgewezen. Maar mijn vader heeft altijd de goede waarde en normen aan mij gegeven. Vecht voor de arbeiders, en gebruik je stem.

Sorry Cor, ik denk dat jij dat klusje van mij overgenomen hebt. Schub beseft niet dat je voor een paar kranten heel duindorp door moest en dan ook nog het kanaal over bij de sluizen om naar eiland vloek te fietsen. en vooral in de winter was dat een rot eind in het donker, je was al gauw anderhalf uur bezig. Ik denk dat jij wat jonger bent dan ik.


groeten, Fred
Hallo Fred jeetje dat is ook leuk dat jij het voor mij heeft gedaan.  Het leukste vond ik altijd als er verkiezingen in aantocht waren, gingen we altijd plakken. Ik zal nooit vergeten dat we iemand tegen kwamen van de KVP, die was aan het flyeren en belde bij mensen aan voor een praatje. Toen hebben wij zonder dat hij het wist, een pamflet van de CPN op zijn rug geplakt. Dus als hij klaar was met een praatje en zich omdraaide om weg te gaan, zagen de mensen in eens een pamflet van de CPN op zijn rug  ;D ;D ;D ;D ;D ;D

Ohhh en schub is een hele grote vriend van mij, wij hebben altijd de grootste humor, hier is hij met zijn donkere bril op in Duindorp  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 19:33:55
Schub, als je mijn vader en moeder ziet doe ze dan even de groeten.

Fred
Zal ik zeker doen Fred, Ruud ook? ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 19:34:46
verrek schub jij ziet er jonger uit dan je bent


Dat is is alleen maar de buiten kant Henk ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: bomme op 06-07-2009, 19:41:37
Ja Schub, je mag mijn broertje ook de groeten doen. Wordt tijd dat die weer is een emmer haring komt brengen. Ik heb net nog even mijn vader gebeld hij moest er wel hard om lachen.
Maar ik vindt het wel knap dat je op het tesselseplein durft te komen. ik ben er drie weken geleden een dag voor vlaggetjesdag nog geweest, ben maar snel doorgereden naar de haven.

Fred


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 19:44:27
Het is mooi weer Fred, zal Ruud met z`n motor en een Emmertje jou kant op sturen ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-07-2009, 19:50:30
Schub en Piet Es
Reactie was zeer leuk. Echter als Sinterklaas zal ik geen cadeaux uitdelen bij mijn bezoek aan ons aller geboorte plaats

 Nu even ets serieus.
Ik was vorige weelk in het plaatsje  Sint Anna ter Muiden. Echt een bezienswaardig plaatsje.
Dit plaatsje ligt ongeveer 3 km. ten zuiden van de plaats Sluis.( Zeeuws -Vlaanderen )
Vroeger (  1500-1600 ) lag deze plaats aan het Zwin., de zee arm welke de Belgische plaats Brugge met de zee verbondt.
Brugge was toen ook een belangrijke Hanze handelsstad.
Momenteel is het Zwin nog maar een klein gedeelte van wat het vroeger was en is nu ook een belangrijk natuur reservaat.

Jaren geleden heb ik een roman gelezen waar in een tocht wordt beschreven van een kogschip vanuit Brugge naar het Zweedse eiland Schoten., om daar ter plaatse haring te kopen.
In dit verhaal wordt ook de plaats Sint Anna ter Muiden genoemd bij de terug keer van het schip. Zodoende kwam ik op mijn vragen.
Ook wordt beschreven het verhandelen van de aangevoerde haring en de hectische toestanden ter plaatse., zelfs dames van "licht allooi " waren ter plaatse.

Vraag.
Is er in de visserij literatuur iets bekend over het Zweedse eiland Schoten.
Haringvisserij kwam er  jaar in - jaar uit, op een bepaald jaargetijde , ik meen in het voorjaar.

Weet iemand soms je titel van dit boek, welk ik nog graag een keer zou willen lezen en als nog in de bibliotheek zou kunnen bestellen.

Misschien heeft Piet Es iets in zijn documentatie.?

BVD.

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 06-07-2009, 20:26:45

Misschien heeft Piet Es iets in zijn documentatie.?

BVD.

Vreemdeling


Kijk uit naar Vlaanderens haringbedrijf in de middeleeuwen van R. Degrijse (N.V. De Nederlandsche Boekhandel te Antwerpen 1944). Soms nog antiquarisch te koop.

Piet Spaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-07-2009, 21:37:04
piet es,
dank voor info.
zou nog van anderen willen vernemen wat de titel kan zijn van de door mij eerder gelezen roman.

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vlaardingen op 06-07-2009, 22:11:31
Het gaat hier dus over hoe vroeger de haring aan de stalletjes werd geserveerd. Schoongemaakt maar met graat er nog in.

====================================================================

dan werdt de haring met beide handen met beide handen met duim en wijsvinger beet gepakt een keer over de kop geslingerd en van elkaar af getrokken ,dan bleef de graad aan de rug zitten,die 2 stripjes van de buik kon je graadloos naar binnen laten glijden en had je 2 handen om de rug beet te pakken en at je de rug van de graad af.
zier


ik denk ik maar weer ff naar vlaaring ga.

hallo , hier Vlaardingen,

Gaan Scheveningers elkaar nou vertellen hoe we een haring moeten eten ?
In de jaren '50 kwam bij ons in de straat haringboer "Snoekie", oud mannetje - oud haringkarretje en maakte de haring op de kar schoon. (gaatje in het plankie - onder het gaatje een emmertje)
Mijn moeder ging dan met een bord naar de haringkar en bestelde ca. 6 of 8 haringen
(zonder ui). Het vlees van de haring zat stevig aan de graat. Verse haring  natuurlijk vanuit
de Nieuwe Haven - heette Kon. Wilhelminahaven maar door de oorlog ...   
Die slinger met de haring over zijn staart lukt natuurlijk al jaren niet meer.
De buikies waren goed te eten voor mensen zonder gebit
Groet van
Rinus H

p.s. het gebruik van de uitjes komt volgens kenners uit Dordrecht maar dat is een ander verhaal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 06-07-2009, 22:21:07
Het is niet mijn broer maar toch een zoon van mijn vader, ra ra wie ben ik? En wie is de dominee?

Die zoon ben jij Bart  En de Dominee zat achter de Kansel en is de man van de moeder van de zoon.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 06-07-2009, 23:45:41
Maar ik vindt het wel knap dat je op het tesselseplein durft te komen.

Ik ben ook niet helemaal van gisteren Fred, ik was er met etenstijd, de meesten zaten dus binnen.

(http://www.scheveningen-haven.nl/yabbse/fotos/smillies/muishahaha1.gif)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-07-2009, 07:53:53
Vlaardingen,
De aangehaalde citaten uit het boek(je) "The Humble Dutch Herring "
beschrijft het haring eten in de periode voor 1940.
Er staat ook ..... bijna in alle steden van Holland, dus waarschijnlijk ook Vlaardingen.
Schrijver van dit boekje is W.Preger.
Hij is zeker geen visserman of haringverkoper.
Van zijn hand verscheen ook ... Dutch Administration in the Netherlands Indies.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 07-07-2009, 09:59:25
verrek schub jij ziet er jonger uit dan je bent

Dat is is alleen maar de buiten kant Henk ;D

.... Nou jong????? ...hij is al geselecteerd als oud visserman  ;D ;D.......komt misschien ook omdat hij zo goed kan soeve.....  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 07-07-2009, 10:06:30
 ;D ;D ;D ;D ;D maar wel een leuke zuiper.  ;D ;D

Teun leuke ontwikkelingen op Kombuispraat wat betreft de Chapparel.

http://www.kombuispraat.com/viewtopic.php?f=1&t=694&start=1072


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 07-07-2009, 18:27:54
komt misschien ook omdat hij zo goed kan soeve

Ik ben al weer aan het trainen voor volgend jaar, je komt er niet zomaar bij ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-07-2009, 19:29:29
 Ik had niet verwacht dat onderwerp "Speelgoed "zoveel consternatie zou geven. Je zou bijna denken dat er in Scheveningen verschillende soorten bevolkings groepen wonen. Gelukkig is dat niet zo.
Daarom wil ik wat meer vertellen wat wij vroeger ( voor 1940 ) in onze vrije tijd deden.
Als goed geaard Scheveninger met toekomstig zeemansbloed in de aderen, zochten wij dan ook ons vertier in het laten varen van scheepjes.
In de winkels omgeving Boulevard waren mooie scheepjes tekoop,echter daar hadden onze moeders niet het geld voor en wij als toekomstige zeelui hadden ook al ras in de gaten dat dit soort scheepjes niet voor ons doel geschikt waren.
Deze scheepjes waren leuk om er mee op het strand te spelen, maar zodra deze scheepjes in het water werden geplaatst, kapsijsden zij, omdat ze niet voorzien waren van een kiel.
Dus voor ons bleef er niets anders over om zelf iets te fabriceren met de attributen en materialen welke voor ons jongens voorhanden was.
Als eerste wil ik de " vloot " noemen.
Een niet Scheveninger zou meteen gaan denken aan een verzameling schepen., maar voor ons had dit een ander aspect.
Een vloot was een stuk kurk welke werd gebruikt om de haring netten
drijfvermogen te geven. Er waren ronde en platte vloten.
De ronde vloten hadden in het midden een doorboring en konden aan een bepaald stuk touwwerk ( speerreep ) worden geregen.Bij nieuwe netten werd deze speerreep met het juiste aantal ronde vloten aan de boven zijde van het net bevestigd. Korte stukjes touwwerk, stalen genaamd, werden hier voor gebruikt en zorgden er voor dat de hoeveelheid ronde vloten  op de juiste afstand langs het net werd verdeeld.
Na ingebruikname van de netten werd veel gevergd van deze ronde vloten en hier en daar sneuvelden er wel enkelen.
Om het srijfvermogen van de netten te garanderen werden op de open gevallen plaatsen platte vloten aangebracht en dit ook weer met behulp van de stalen. ( stalen waren voor dit doel speciaal gefabriceerd.
Meestal gebeurde dit soort werk 's winters op de schuur en ook wel op het boetsterland bij de water toren.

Als jongens wisten wij wel wat van deze vloten te organiseren.
Het liefst nieuwe, want hiervan was de kurk vrij soepel om te verwerken, in tegenstelling van de gebruikte vloten, welke door het zeewater en tanen ,hard en brokkelig waren geworden.
Deze vloot moest dan ook de vorm krijgen van een scheepsromp.
Menig aardappelschil mesje zijn hier mee verloren gegaan door verlies en breuk en dan ook nog kwade gezichten en schrobberingen van de benadeelde moeders.
Na met een mes de grondvorm te hebben aangebracht, moest er hier en daar nog wat aan de romp worden bijgeslepen. Hier voor werden de muren van de huizen gebruikt of de muur van de biblotheek op het Mercelisplein,
want deze muur was van grof stuckwerk.
Van een houten cigaren doos werden masten gesneden en op de romp geplaatst.
Van de groene harde kaft van een oud schoolschrift werden zeilen geknipt en voorzichtig rond de masten aangebracht . Grootzel en gatzeil.
Voor het plaatsen van een fok zagen we geen kans.
Een paar oude roestige spijker werden aan de onderzijde van de vloot bevestigd, als compensatie van de ontbrekende kiel, zodat door de wind de vloot niet zou omslaan.

We waren toch al op het Marcelisplein, dus ook vlak bij het kanaal.
Op onze buil liggend , plaatsten wij de scheepjes in het water en met wat geluk berieikten zij de overzijde,
Aangezien de zeilen een vaste stand hadden, konden wij de scheepjes niet terug laten varen.
Snel de brug over naar de overkant en opnieuw je scheepje in het water zetten.
Het gebeurde wel. dat we in plaats van het scheepje, zelf in het water verdaagden, wat ons dan op boze woorden thuis te wachren stond en als straf voorlopig niet varen met je mooie vervaardigde vloot.
Met een klomp kon je ook veel doen, maar daarover een volgende keer

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 07-07-2009, 19:58:11
vreemdeling,dat hadden de duindorpers weer mee die haden de kom van de eene kant naar de andere kant laten zeilen je moest aleen ff de zeiltjes over zetten voor als die terug moest ,soms als je het roertje niet goed gezet had kwam die nooit meer terug en ging die richting symafore en zag je hem nooit meer terug ,en mos je weer een nieuwe maken ,of je maakten een verlengde.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Vierboet op 07-07-2009, 21:48:09
Ik had niet verwacht dat onderwerp "Speelgoed "zoveel consternatie zou geven. Je zou bijna denken dat er in Scheveningen verschillende soorten bevolkings groepen wonen. Gelukkig is dat niet zo.

Beste Vreemdeling,

Ik denk dat je laatste opmerking "Wishfull thinking" is

Vr. gr. Vierboet


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-07-2009, 08:07:03
Beste Vierboet,

Ik denk dat u gelijk heeft.
Het zijn geen verschillende bevolkingsgroepen, maar onderling hebben zij
wel andere denk patronen.
Was ook al het geval voor de oorlog.
Je had in Duindorp zelfs 6  scholen . 2 Hervormd origine
                                                         1  Gereformeerd
                                                         1  Ger. Gem
                                                         1  Openbaar
                                                         1  R.K.
 Gegevens Volgens mijn vrouw, geboren in de Markensestraat.
Ondeling werd door de kinderen al leuze geschreeuw.

Katholiek........ Elastiek
Protestast.......Olifant
Openbaar ,,,,,,, Klapcigaar.

Zier,
Wij konden ook naar het Westbroekpark of de Eendenvijver gaan.
Wilde je dan je scheepje naar de overkant ;aten zeilen, dan moest je wel een verschrikkelijk eind omlopen of ze kwamen vast te zitten in het eendenkroost.

In ga er een paar dagen uit. Op mijn oude dag mantelzorg verlenen.

gr.
Vreemdeling
             


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 08-07-2009, 08:30:04
Ik denk dat Vierboet heel andere bevolkingsgroepen bedoeld, mensen uit de West en landen rond de Middelandse zee ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: garrent op 08-07-2009, 10:39:36
Bij mijn weten waren er 7 scholen want er waren 2 openbare scholen 1 in de Tesselsestraat 63 boven en 1 Pluvierstraat 400 van de films.  Karel


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 08-07-2009, 15:09:52
schub jij kan zo de 2de kamer in ,want je druk je zo netjes en diplomatiek uit.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 08-07-2009, 15:27:52
Als ik met vrienden ondermekaar was geweest, had ik ##%^%$^&*&(*&())&^%$$ gezegd ;D ;D ;


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 08-07-2009, 15:39:35
schub jij kan zo de 2de kamer in ,want je druk je zo netjes en diplomatiek uit.
zier

Jaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa ;D ;D  dat kan Meneer Hans wel hoor :P :P :-* :-* ;D ;D

Groetjes Hans :-* :-* :-*  Willem.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 08-07-2009, 17:11:31
dat bedoel ik nou schub,nu weten we nog niet wie je bedoelden,als ik het zeg weet je het bedeen hoef je niet meer te vragen wie bedoel je nou.

een voorbeeld:onderlaas noemde dirk de namen van personen op een foto en vernoemde teun de dulk,dat zei mijn niet veel want er zijn er zo veel van maar der is maar 1 teun de slof.

daarom een 2de van naam is veel gemakelijker.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 08-07-2009, 18:31:50
dat bedoel ik nou schub,nu weten we nog niet wie je bedoelden,als ik het zeg weet je het bedeen hoef je niet meer te vragen wie bedoel je nou.

een voorbeeld:onderlaas noemde dirk de namen van personen op een foto en vernoemde teun de dulk,dat zei mijn niet veel want er zijn er zo veel van maar der is maar 1 teun de slof.

daarom een 2de van naam is veel gemakelijker.
zier
Zier, ik had het beestje ook bij de naam kunnen noemen, dan had Rinus weer boze pbtjes gehad en had hij berichten moeten verwijderen.
Jij weet hoe ik over die klanten denk, maar ik heb hier inmiddels wel geleerd dat je niet alles kan schrijven,zonder dat je gedonder krijgt of dat Rinus daar gedonder over krijgt.
Schub


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 08-07-2009, 19:05:05
nou we toch hier zitten schub zou jij die andere voor the time being terug willen zz henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 08-07-2009, 20:03:45
Groetjes Hans     Willem.

Ha die Willem, alles wel man ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 08-07-2009, 20:29:07
Groetjes Hans     Willem.

Ha die Willem, alles wel man ;D
jawel Hans alles zuiver hoor.
met jou ook hoop ik.
bijna iedereen gezien met Vlaggtjesdag........behalve je raadt het al ;D ;D
Groetjes Willem.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 08-07-2009, 20:34:02
Jullie zullen wel zeggen wat is die Witkwast rustig. Maar ik ben al een paar avonden lekker  bezig met de film van oud vissersdag. Vanavond neem ik even pauze. 
Verder wil ik op deze topic onze nostalgische memoires van Duindorp levend houden.
Duindorp met zijn vele poortjes was voor ons een waar toevluchts oord als we door de Dienders werden nagezeten ! Maar ook onze belhamel streken konden we in Duindorp goed uitvoeren.  Vliegende brandweer door de Flakkese, Markense, Voornse, Puttense en al die straatjes met de deur aan de voorkant.  Je moest natuurlijk wel zorgen dat je vooraan bleef lopen de achterste kon weleens een emmer water of een paar schoppen krijgen.
En vreemdeling kon jij ook hutten maken in de duinen ? Wij wel ! Al werden we vaak door de kottebeier achterna gezeten.
 En ik, Ik hou van Scheveningen !  " Scheveningen Leeft "

Witkwast   


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: dicky op 08-07-2009, 20:36:45
Even een vraagje...over de r.k.school in duindorp...waar stond die

kan het me niet herinneren...of was die onder de openbare school in de tesselsestraat?

heb zelf niet in duindorp gewoond...maar ik zat er wel op school (tweede thabor).

gr.Dicky



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Vierboet op 08-07-2009, 21:25:02
Voor alle duidelijkheid:
Ik doelde op de autochtone scheveningse bevolking.
Niets meer en niets minder.

Vierboet.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 08-07-2009, 21:27:35
Bij mij weten was er geen katholieke school in Duindorp op de bovenschool  ( 63 ) heb ik gezeten en dat was een gemeente school en de beneden school was een zeer Christelijke  de Ebenhaeber  En dan had je de eerste Thabor, de H. Colijn. en nog een kleuterschool in de Tesselssestraat in de pluvierstraat kreeg je de twede Thabor en weer een gemeente school  de 400 met aan gebouw gehuistveste kinderbewaarplaats en daaraan vast de kleuterschool De Zeemeeuw ( hoek Doggersbank / Tholensestraat. En in de Zeezwaluwstraat had je ook nog een kleuterschool en als laatste de Techniescheluchtvaartschool. Oja ik had een katholiek vriendje en die zat in het vogelwijk op een katholieke school.


Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 08-07-2009, 21:49:04
In de Bevelandsestraat had je toch een katholiek schooltje? of was dat alleen maar een kapelletje,kan me toch herinneren dat er daar nonnetjes waren of iet????????


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 08-07-2009, 21:53:26
Ik doelde op de autochtone scheveningse bevolking.

Beste Vierboet. De bevolkingvan Duindorp bestond voornamelijk voor 99,9 % uit Scheveningers wat ik me nog kan herinneren is dat er een Urkse woondde en één uit Marken beiden van het vrouwelijk geslacht verovert door de Scheveningse mannen. Dat was wel rond de jaren 50/60.
Anders taligen waren er toen nog niet in Duindorp of op Scheveningen.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 08-07-2009, 21:54:39
In de Bevelandsestraat had je toch een katholiek schooltje? of was dat alleen maar een kapelletje,kan me toch herinneren dat er daar nonnetjes waren of iet????????


gr.Dirk.

Klopt die vergat ik maar dat was volgens mij ook een kleuterschool.
witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 09-07-2009, 06:48:35
Onder de Sint Josepgebouw zat een bewaarschool ( ook wel frobelschool genoemd ) gehuisvest , welke geleid werd door de zusters van de Haviklaan .

groetjes Henk K .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 09-07-2009, 10:58:00
Voor alle duidelijkheid:
Ik doelde op de autochtone scheveningse bevolking.
Niets meer en niets minder.

Vierboet.
Alle ophef voor niks geweest, jammer ;D
Sorry Vierboet dat ik je verkeerd begreep ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: dicky op 09-07-2009, 11:18:37
Bij mij weten was er geen katholieke school in Duindorp op de bovenschool  ( 63 ) heb ik gezeten en dat was een gemeente school en de beneden school was een zeer Christelijke  de Ebenhaeber  En dan had je de eerste Thabor, de H. Colijn. en nog een kleuterschool in de Tesselssestraat in de pluvierstraat kreeg je de twede Thabor en weer een gemeente school  de 400 met aan gebouw gehuistveste kinderbewaarplaats en daaraan vast de kleuterschool De Zeemeeuw ( hoek Doggersbank / Tholensestraat. En in de Zeezwaluwstraat had je ook nog een kleuterschool en als laatste de Techniescheluchtvaartschool. Oja ik had een katholiek vriendje en die zat in het vogelwijk op een katholieke school.


Witkwast

volgens mij was er ook geen..Katholieke school...maar ja kan ook wat vergeten zijn...

er zaten ook kinderen uit duindorp...op de Heldering School in de vogelwijk ...waaronder 2 nichtjes en een neef

die in de Tholense straat woonden.

gr. Dicky


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 09-07-2009, 11:28:48
die in '46 in duindorp kwamen te wonen gingen alemaal de eerste maanden naar de vogelebuurt op school ,zeker die achterin woonden.
nou weet ik niet meer zeker of dat al via het groeneveldje was of niet.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 09-07-2009, 17:32:33
ik weet wel dat er in de Kerklaan een katholieke school was .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 09-07-2009, 18:38:53
Er was er ook een in de Berkenbosblokstraat,maar de vraag was, was er ook een RK school in Duindorp ???


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 09-07-2009, 18:47:37
volgens mij alleen een bewaarschool . Maar ik ga het na vragen .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 09-07-2009, 19:08:11
Ik heb het na gevraagd . Maar op Duindorp is er geen katholieke school geweest . Men moest naar de Haviklaan of naar de Kerklaan . De Kubus is te ver van Duindorp .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 09-07-2009, 20:10:23
Ja Schub, je mag mijn broertje ook de groeten doen. Wordt tijd dat die weer is een emmer haring komt brengen.

Ik heb je broertje gesproken Fred, zijn motor heeft hij niet meer en hij heeft andere bezigheden, dus voorlopig geen emmertje haring voor je ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: bomme op 09-07-2009, 20:13:32
Hans , dat is K... moet ik er zelf nog maar is achteraan.

Fred


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 10-07-2009, 08:16:05
Nog even terug komen over RK school in Duindorp, ik woon er vanaf 1953. En ik weet voor 100 procent dat er geen RK school was in Duindorp. Maar in de Doggersbankstraat was wel een langzaam ze leerschool, zat aan de achterkant van de Duinrandschool op de eerste verdieping achteraan.

gr Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 10-07-2009, 09:43:52
hans goede morgen die r k school was in de 2 de meessstraat niet in de b b straat groet henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 10-07-2009, 11:13:34
wat is er loos bart zit je soms klem.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 10-07-2009, 11:58:23
Ja Zier, bedankt voor de tip, kennelijk zat er iets klem.
Die tekst hoorde bij heel iets anders waar ik nu verstelt van sta is dat het hier terecht is gekomen. Ik heb het al verwijdert.
HG. BartW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 10-07-2009, 12:43:41
Nog even terug komen over RK school in Duindorp, ik woon er vanaf 1953. En ik weet voor 100 procent dat er geen RK school was in Duindorp. Maar in de Doggersbankstraat was wel een langzaam ze leerschool, zat aan de achterkant van de Duinrandschool op de eerste verdieping achteraan.

gr Cor




Cor aan de achterkant van de Duinrandschool zat ook een kakschooltje heb ik zelf opgezeten wat ik me nog kan herinneren,daar liepen zusterjes in vol ornaat,ik heb een keirtje me eile bedje onder eu kakt daar waren de zusterjes geloof ik iet zo blij mee. ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 10-07-2009, 14:22:34
Dirk die lang zaam me leer school had de achter ingang van de Duinrandschool, en die zat in de Doggersbankstraat tegen over de Tiengemeentestraat. De ingang van die kakschool zat er naast  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: dicky op 10-07-2009, 15:19:47
Heren,

was dat kakschooltje niet het Juliana kinder dag verblijf?

Gr. Dicky


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 10-07-2009, 15:26:00
Heren,

was dat kakschooltje niet het Juliana kinder dag verblijf?

Gr. Dicky
Ja Dicky zoals ik al zei, en de ingang zat in de Doggersbankstraat.  :-*


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-07-2009, 13:35:36
Ik wist niet dat mijn reactie d.d. 8 juli een ware "schoolstijd "heeft ontwikkeld.
Ik denk dat iedereen gelijk heeft.
Maar in mijn reactie d.d. 8 juli staat...voor de oorlog dus voor 1940.
Ik heb het nogeens bij mijn vrouw nagevraagd,
Haar reactie....
Er waren 3 scholen op een groot plein , op de plaats waar later de Pniel kerk is gebouwd.
Zelf heb ik heel weinig ervaring m.b.t. Duindorp.

In de R.K. school in de 2e Messstraat heb ik zelf ook nog les gehad, toen de Kon.Emmaschool gevorderd was voor de legering van militairen.

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 11-07-2009, 20:34:57
Rond de Pnielkerk waren 3 scholen en in het midden eengroot plein wat naderhand schooltuintje werd  als eerste had je de 1e  Thabor school dan in het midden de Christelijke Eben haezer school en de boven etage was de openbarelager gemeente school 63 en als laatste  de H. Colijn school deze 3 scholen stonden als een zogenaamde hoefijzer om de Pnielkerk. Ik zal langs de Pnielkerk rijden en kijken wanneer deze gebouwd is  weet wel Duindorp is rond de jaren 20/30 ontstaan.


witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 11-07-2009, 20:51:32
Rond de Pnielkerk waren 3 scholen en in het midden eengroot plein wat naderhand schooltuintje werd  als eerste had je de 1e  Thabor school dan in het midden de Christelijke Eben haezer school en de boven etage was de openbarelager gemeente school 63 en als laatste  de H. Colijn school deze 3 scholen stonden als een zogenaamde hoefijzer om de Pnielkerk. Ik zal langs de Pnielkerk rijden en kijken wanneer deze gebouwd is  weet wel Duindorp is rond de jaren 20/30 ontstaan.

witkwast

Gewoon even Googlen ;D ;D

De Pnielkerk is ontworpen door architect B.W. Plooy. Het gebouw kan als typerend voor de Gereformeerde Kerkbouw uit de periode tussen de twee wereldoorlogen genoemd worden. Een sobere bouw met hoge dakvlakken in kruisvorm met in het centrum een koperen torenelement. de hoog opgaande verticale raampartijen zijn uitgevoerd in ongedecoreerd gekleurd glas in lood. Het gebouw heeft zowel buiten als binnen stijlkenmerken die ontleend zijn aan de 'Amsterdamse School'. Het interieur, inclusief het orgelfront zijn ontworpen door de architect. De blokvormige decoratieve elementen, de paraboolvormige bogen, de banken en de zwartgekleurde houten lijsten zijn karakteristiek voor de bouwstijl. Achter de preekstoel is in de houten betimmering een zon met stralen te zien; de zon met stralen werd veel als motief gebruikt in de 'Art-deco' en was ontleend aan de vondsten die archeologische expedities bij ontdekking van het rijk der Inca's hadden opgeleverd. Het interieur is vrijwel nog geheel in tact gebleven, ondanks de oorlogsperiode. In de periode 1970-1975 heeft een kleine verbouwing plaatsgevonden en is een zaal onder de galerij gecreerd. Ook werd de speeltafel van het orgel rechtsbeneden in de kerkzaal geplaatst.
Eerste steen gelegd op 25 september 1937 door Ds.C.W. Keur. De kerk werd op 27 juni 1938 in gebruik genomen.Ds. Keur leidde de eerste dienst en koos als tekst: 1 Corinthe 3:9b "Gods gebouw zijt Gij,"
In de oorlogsjaren kwam het gebouw in het 'Sperrgebiet' te liggen Duindorp werd eind1942/begin 1943 geëvacueerd. Na de oorlog was er in Duindorp nog een NSB-kamp, waardoor de Pnielkerk op 3 augustus 1947 pas weer opengesteld werd voor de gemeentelede


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 11-07-2009, 22:20:30
Nog even voor allen en met uitzondering voor vreemdeling ! Duindorp was de nieuwbouw wijk van Scheveningen. De oude Scheveningers vonden het maar niks en de toen jong gehuwden (  nieuwe generatie ).  Vonden deze nieuwbouw met stromend water en electriciteit vele malen beter dan de oude woningen in de oude wijk Scheveningen die veel van deze voorzieningen niet hadden.
Met andere woorden weer een plus puntje voor Duindorp.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 11-07-2009, 23:36:02
Nog even voor allen en met uitzondering voor vreemdeling ! Duindorp was de nieuwbouw wijk van Scheveningen. De oude Scheveningers vonden het maar niks en de toen jong gehuwden (  nieuwe generatie ).  Vonden deze nieuwbouw met stromend water en electriciteit vele malen beter dan de oude woningen in de oude wijk Scheveningen die veel van deze voorzieningen niet hadden.
Met andere woorden weer een plus puntje voor Duindorp.

Witkwast


Beste Witkwast

Ik ben het goeddeels met je eens, met uitzondering van de opmerking over de oude Scheveningers. Ik ben er ook niet van overtuigd dat die opmerking terecht is. Iedereen in Scheveningen, zowel oud als jong, was blij dat de tijd van de 19de eeuwse miezerige huisjes met de eensteensmuurtjes, de plee buiten, één kamer beneden, geen keuken maar koken onder een afdakje op het achterplaatsje, ouders slapen in de bedstee en de kinderen met z'n allen op de zolder (twee of drie in één bed) en eens in de week als kind gewassen worden in de teil op een stuk zeil in de woonkamer, voorbij was. Ik weet waarover ik praat. Het enige probleem kan zijn geweest dat voor wat betreft ouderen, of anders gezegd voor ouders, hun kinderen plotseling heel ver weg woonden. Er reed geen bus naar Duindorp en in het begin ontbrak zelfs een brug die toegang gaf tot Duindorp. Maar de relatieve luxe die de nieuwgevestigde Duindorpers mochten genieten woog zeker op tegen het feit dat de ouders niet zo maar even langs konden komen zoals destijds toen iedereen nog in het oude dorp woonde.

Met groet,

Piet Spaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 12-07-2009, 00:04:06
Beste Piet,

Bedankt voor je eerlijke reactie,

Maar uit eigen ondervinding waren mijn grootouders niet te spreken over het besluit van mijn ouders om in het nieuwe dorp  te gaan wonen. En dat was niet alleen bij ons in de familie, ook bij vrienden  ervaarde ik dat. Een erfenis  is het feit dat je nog steeds het verschil merk als er over Scheveningers of Duindorpers gediscuseerd wordt, kijk maar in het begin van deze topic ook al is het niet kwaad bedoeld. De brug die jij omschrijft is ook een grens overgang van het oude naar het nieuwe.

En ik, ik hou van  Scheveningen  " Scheveningen leeft  "

Witkwast       


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 08:04:01
Nog even voor allen en met uitzondering voor vreemdeling ! Duindorp was de nieuwbouw wijk van Scheveningen. De oude Scheveningers vonden het maar niks en de toen jong gehuwden (  nieuwe generatie ).  Vonden deze nieuwbouw met stromend water en electriciteit vele malen beter dan de oude woningen in de oude wijk Scheveningen die veel van deze voorzieningen niet hadden.
Met andere woorden weer een plus puntje voor Duindorp.

Witkwast


Beste Witkwast

Ik ben het goeddeels met je eens, met uitzondering van de opmerking over de oude Scheveningers. Ik ben er ook niet van overtuigd dat die opmerking terecht is. Iedereen in Scheveningen, zowel oud als jong, was blij dat de tijd van de 19de eeuwse miezerige huisjes met de eensteensmuurtjes, de plee buiten, één kamer beneden, geen keuken maar koken onder een afdakje op het achterplaatsje, ouders slapen in de bedstee en de kinderen met z'n allen op de zolder (twee of drie in één bed) en eens in de week als kind gewassen worden in de teil op een stuk zeil in de woonkamer, voorbij was. Ik weet waarover ik praat. Het enige probleem kan zijn geweest dat voor wat betreft ouderen, of anders gezegd voor ouders, hun kinderen plotseling heel ver weg woonden. Er reed geen bus naar Duindorp en in het begin ontbrak zelfs een brug die toegang gaf tot Duindorp. Maar de relatieve luxe die de nieuwgevestigde Duindorpers mochten genieten woog zeker op tegen het feit dat de ouders niet zo maar even langs konden komen zoals destijds toen iedereen nog in het oude dorp woonde.

Met groet,

Piet Spaans
Geachte heer Spaans,

Zoals u het hier boven beschrijft, zo heb ik het eigenlijk nooit bekeken. Ik zie nu pas dat toen Duindorp bewoond ging worden, er nog geen brug was tussen Duindorp en oud Scheveningen. Mijn vraag is natuurlijk, wanneer werd die brug dan gebouwd en opgeleverd.

p.s Ik ben fel tegen Noorder zijn bouwplannen, maar in 1 ding zie ik wel wat zitten. Een tweede brug die Zuid en Noord verbinden. Want als ik in het Zeemanshuis een bakkie ben ga halen, is het een heel stuk lopen om in mijn Duindorp te komen.  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 09:46:05
in het begin ontbrak zelfs een brug die toegang gaf tot Duindorp.

Wat een heerlijke tijd ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 12-07-2009, 10:45:35
Mijn vraag is natuurlijk, wanneer werd die brug dan gebouwd en opgeleverd.

Lang leve internet; even googelen:"brug Duindorp" ;D ;D ;D ;D


Uitvoering
De eerste bebouwing van Duindorp bestond uit drie hoven met (huur)woningen, alle drie elk gesitueerd rond een ruim vierkant plein met speelgelegenheden voor de jeugd van de kinderrijke Scheveningse gezinnen. Het front van het totaal der ontwikkelde blokken, die als werktitels de namen Afvoerkanaal I, II, III, IV droegen, werd gevormd door woningen, gelegen aan de Houtrustweg. Deze keken alle in noordoostelijke richting uit op wat in de volksmond het Verversingskanaal werd genoemd. Dit afvoerkanaal liep sinds de 19de eeuw vanuit Den Haag richting de zee en het mondde via een sluis uit in de Noordzee. Oorspronkelijk werd de zich nieuw vormende wijk nog niet via een brug verbonden met het aan de overzijde van het kanaal gelegen - en zich intussen ook verder uitgebreidende - vissersdorp. Pas vanaf 1923 konden de Duindorpers beschikken over een brug die hen met het oude dorp, en dus met hun familie, verbond. Tot die tijd konden zij slechts oversteken met een pontje, of anders lopen of fietsen naar de meer noordwestelijk gelegen sluis die dan een droge oversteek over het kanaal kon bieden. Vervolgens ging een tram via de nieuw aangelegde brug een aansluiting bieden vanaf het betrekkelijk afgelegen Duindorp naar het centrum van Den Haag. In de loop van de jaren breidde de bouw van Duindorp zich in zuidwestelijke richting uit door middel van een aantal lange, rechte straten die hier en daar door - soms zeer korte of hoefijzervormige - zijstraatjes met elkaar werden verbonden. De aan deze straten gelegen woonblokken bestonden uit portiek(huur)woningen in twee of drie lagen, kleine eengezinswoningen en gelijkvloerse woningen met hun voordeur aan de straat. De zuidoostelijke helft van Duindorp kreeg in de loop der jaren een aanzienlijk minder sober en rechthoekig uiterlijk, met name doordat hier ruimte werd geboden aan particulier bouwinitiatief. In dit gedeelte verrezen ook vrijwel alle openbare voorzieningen, waaronder enkele scholen, kerken en een badhuis annex zwembad. Heel centraal gelegen werd te Duindorp het Tesselseplein gesitueerd, alwaar zich, rondom gelegen, een bloeiende middenstand kon ontwikkelen.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 12-07-2009, 12:16:22
in het begin ontbrak zelfs een brug die toegang gaf tot Duindorp.

Wat een heerlijke tijd ;D

Schub , het was wel zo dat de mensen via de overgang bij de sluis naar Duindorp konden lopen. Daarbij moet verder ook nog rekening worden gehouden met het gegeven dat de Tweede Binnenhaven nog niet was gegraven en dat men dus vrijwel rechtstreeks van het oude dorp langs de Eerste Binnenhaven (Oude haven) via de Zeesluisweg naar Duindorp kon lopen of fietsen. Niet voor niets droeg de Zeesluisweg die in 1915 werd aangelegd deze naam; de weg leidde naar de bewuste sluis over het Verversingskanaal. Al met al een flinke kuier, maar dat was men destijds wel gewend. En over die bewuste brug zelf vertelde Jan Jansen al het een en ander.

Met groet,

Piet Spaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Vierboet op 12-07-2009, 13:03:22
Piet Es,

Schub's reactie was m.i. enkel en alleen als scherts bedoeld.

Vierboet.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 13:04:27
heel goed gezien vierboet
 die schub kan er wat van


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 13:17:42
 ;D ;D ;D ;D ;D En zo is het heren, we kennen elkaar zeer goed. We hebben altijd de grootste humor over Duindorp en oud Scheveningen. Maar hij was tot nu nog toe welkom op Duindorp, maar of dit nu nog het geval is.  ;D Ik ben blij met de antwoorden van Karel en de heer P Spaans.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 13:23:43
ik denk dat SCHUB zich er niets van aantrekt Cor,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 13:30:44
ik denk dat SCHUB zich er niets van aantrekt Cor,
Dat denk ik ook Rinus  ;D ;D ;D gelukkig maar  :-*


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 13:32:15
ik denk dat hij de straaljagers al weer klaar heeft staan Cor

 hou de humor er in


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 12-07-2009, 13:34:45
Piet Es,

Schub's reactie was m.i. enkel en alleen als scherts bedoeld.

Vierboet.


Waarde Vierboet. misschien hoor je ook wel eens het grappige gezegde dat deel uitmaakt van die reclame van Mediamarkt....!

Het is m.i. de vraag of iedereen Schub zo interpreteert; zie verder mijn onderstaande bijdrage.

Piet Es


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 12-07-2009, 13:44:18
Ik denk dat men in algemene zin voorzichtig moet zijn met te vermoeden of te suggereren dat er een wezenlijk verschil in mentaliteit of geaardheid zou bestaan of zou hebben bestaan tussen Scheveningers uit het oude dorp en die uit Duindorp. In de eerste plaats was en bleef er een heel directe familiaire band bestaan tussen jongeren die trouwden en naar Duindorp vertrokken en hun families in eerste en tweede lijn die in het oude dorp bleven wonen. Het zal mijns inziens nooit tot ruzies hebben geleid tussen de verschillende familieleden. Niemand zou immers zijn kinderen en kleinkinderen hebben misgund dat deze in betere woonomstandigheden terechtkwamen dan de ouders en grootouders vóór hen. Ten tweede ging het hier goeddeels om vissersgezinnen of om aanstaande vissersgezinnen waarvan de mannen voeren op loggers die werden bemand door zowel mensen uit het oude dorp als uit het nieuwe Duindorp. Binnen zo’n klein gemeenschapje als een schipvolk van een logger zou geen naijver of aversie tegen de ander kunnen bestaan, anders zou het leven aan boord niet leefbaar zijn. Voor hen die niet op de visserij werkzaam waren gold in wezen hetzelfde. Men werkte bij een rederij, een rokerij, een pakkerij, een kuiperij of een smederij waar men steeds op collega’s uit zowel het oude dorp als uit Duindorp was aangewezen. Voor onderlinge wedijver was dunkt mij daarom geen plaats.

Eeen ander ding is dat zich onder de Duindorpers in de loop der jaren een zekere samenhorigheid zal hebben ontwikkeld van groepen mensen en gezinnen die in beginsel onder dezelfde – en vaak nogal moeilijke – omstandigheden elders waren terechtgekomen. Men deelde gezamenlijke zorgen met elkaar en men ging streven naar verdere ontwikkelingen binnen de nieuwe woongemeenschap zoals scholen, kerken, verenigingen, maar ook naar infrastructuur zoals betere verbindingswegen met het dorp en wenselijk openbaar vervoer. De werkelijkheid is dat er geen verschil bestaat of heeft bestaan tussen Duindorpers en plaatsgenoten uit het oude dorp. En, wat ik al eerder schreef: voor zover ouderen ooit bezwaar hebben gemaakt tegen het vertrek van hun kinderen naar Duindorp, is dit gebaseerd geweest op emotionele overwegingen: immers, men kon vóór die tijd zo even bij de dochter of bij de zoon binnenlopen en dat was plotseling voorbij. Maar geloof me, die emotionele gevoelens hebben weldra plaats gemaakt voor begrip voor het genomen besluit van dierbaren die naar de nieuwgebouwde wijk waren vertrokken.     

Ik vertel dit met een zekere nadruk omdat men het medium internet, waaraan iedereen binnen deze Scheveningse site ‘Vraag en Antwoord’ meewerkt, en waarbinnen men allerlei meningen ventileert, sterk onderschat. Onbewust is iedereen met zijn of haar bijdrage bezig, een stukje geschiedenis over Scheveningen te schrijven. Het is niet alleen een discussie of een correspondentie tussen Schub of Witkwast of tussen Piet Es en Vreemdeling, nee: beslist niet, want alles wat hier wordt weergegeven wordt vanaf dat moment wereldwijd gelezen maar, nog belangrijker, wordt tot in lengte van dagen bewaard en opgeslagen. Dit houdt in dat uw woorden later door anderen, die op internet zoeken, kunnen worden aangehaald en dat uw mening, al dan niet aan feiten getoetst, voor waarheid wordt gelezen. Men zou kunnen denken dat Scheveningers uit twee werelden bestaat en ik bestrijd dat. Ik sluit mij tot slot volledig aan bij de woorden die Witkwast met regelmaat hanteert: ik houd van Scheveningen (en daarin is iedereen begrepen die daar is geboren en getogen, in het oude of in het nieuwe deel).

Piet Spaans       


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 12-07-2009, 14:33:26
op de internet encyclopedie (Wikipedia -onderwerp Duindorp) staat een soortgelijk verhaal.

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Vierboet op 12-07-2009, 14:52:29
Re: Sint aldegonde plein en om geving
« Antwoord #1041 Gepost op: 08-07-2009, 11:53:40 »

vierboet je hoeft het niet te lezen je mag en als je er niets aan vindt lees je het niet we zijn gewoon lekker slap aan het taaie met vrienden onder elkaar reageer lekker op herrineringen of zoiets en niet hier als je er niet thuis voelt


Piet Es,

Uit bovenstaande reactie mag blijken dat niet iedereen zich bewust is van het feit dat alles wat hier geschreven wordt wereldwijd gelezen kan worden. Waardoor er buiten Scheveningen een beeld van Scheveningen kan ontstaan waarin in elk geval deze scheveninger zich niet zou kunnen herkennen.

Vierboet


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 14:58:36
Re: Sint aldegonde plein en om geving
« Antwoord #1041 Gepost op: 08-07-2009, 11:53:40 »

vierboet je hoeft het niet te lezen je mag en als je er niets aan vindt lees je het niet we zijn gewoon lekker slap aan het taaie met vrienden onder elkaar reageer lekker op herrineringen of zoiets en niet hier als je er niet thuis voelt


Piet Es,

Uit het bovenstaande mag blijken dat niet iedereen zich bewust is van het feit dat alles wat hier geschreven wordt wereldwijd gelezen kan worden. Waardoor er buiten Scheveningen een beeld van Scheveningen kan ontstaan waarin in elk geval deze scheveninger zich niet kan herkennen.

Vierboet
Viervoet vrooger had je het eiland, nu heb je nog steeds eilandtjes. ;D ;D ;D Maar een apart volk dat Sint Aldegonde plein.  ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 14:59:44
waar gaat deze discussie weer heen
 moet toch kunnen een beetje humor er tussen door
 de meeste waar het tegen is kennen elkaar
 het hoeft toch niet altijd zo zwaar te zijn 
 en hoe een iemand  buiten scheveningen tegen mij aan kijkt
 laat me koud


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 15:01:34
waar gaat deze discussie weer heen
 moet toch kunnen een beetje humor er tussen door
 de meeste waar het tegen is kennen elkaar
 het hoeft toch niet altijd zo zwaar te zijn 
Wat Duindorp al niet los maakt Rinus  ;D Ben ik in Hoogvliet kom ik Dik Vermeer tegen  :-*


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:03:16
ja Cor
 ze kunnen gelukkig niet meer over de magneet zeuren


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 15:10:00
ja Cor
 ze kunnen gelukkig niet meer over de magneet zeuren
Nu je daar over begint  ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 15:16:38
ja Cor
 ze kunnen gelukkig niet meer over de magneet zeuren
Nu je daar over begint  ;D
Nog zo`n walgelijk stukje Scheveningen ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 15:18:10
ja Cor
 ze kunnen gelukkig niet meer over de magneet zeuren
Nu je daar over begint  ;D
Nog zo`n walgelijk stukje Scheveningen ;D
;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 15:24:36
Ik gebruik bij mijn berichten vaak de smily`s  ;D ;D  en de lachmuis, dan mag je toch aannemen dat men weet, dat ik de boel zit te stangen.
(http://www.scheveningen-haven.nl/yabbse/fotos/smillies/muishahaha1.gif)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 15:27:23
Maar ik heb begrepen dat we nu over de Magneet verder gaan, HEERLIJK.
Heb ik ook zo mijn mening over :-*


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:28:21
ja Cor
 ze kunnen gelukkig niet meer over de magneet zeuren
Nu je daar over begint  ;D
Nog zo`n walgelijk stukje Scheveningen ;D


 waar ook veel onzin over geschreven is
 maar nu weer terug naar duindorp en een beetje met respect ????


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:29:39
Maar ik heb begrepen dat we nu over de Magneet verder gaan, HEERLIJK.
Heb ik ook zo mijn mening over :-*

 zal je wel willen SCHUb
 maar Maaswinkel heeft dat hoofdstuk persoonlijk gesloten (gesloopt)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 15:31:09
Neemt niet weg dat ik er nog lekker onzin verhalen over kan vertellen ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:32:41
ja wie niet Hans
 maar of ze allemaal waar zijn ???
 maar je weet ik ben bevoor oordeelt in deze


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 12-07-2009, 15:34:06
ja wie niet Hans
 maar of ze allemaal waar zijn ???
 maar je weet ik ben bevoor oordeelt in deze
Bij deze veroordeeld  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 15:34:45
Ik weet het Rinus, maar ik zal hier in, veel voorzichtiger zijn, er wonen mijn te veel ex Magneeters bij mij in de buurt en sommig kunnen nog aardig uit de voeten ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:35:06
TOT .....


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 15:35:56
Ik weet het Rinus, maar ik zal hier in, veel voorzichtiger zijn, er wonen mijn te veel ex Magneeters bij mij in de buurt en sommig kunnen nog aardig uit de voeten ;D ;D

 ja en glas is duur


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 16:51:01
Ik weet het Rinus, maar ik zal hier in, veel voorzichtiger zijn, er wonen mijn te veel ex Magneeters bij mij in de buurt en sommig kunnen nog aardig uit de voeten ;D ;D

 ja en glas is duur

Piket is dichtbij ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 12-07-2009, 18:14:22
En als we het niet meer weten . waar licht de Hoge Nol nu eigenlijk  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 12-07-2009, 19:13:24
En als we het niet meer weten . waar licht de Hoge Nol nu eigenlijk  ;D ;D ;D

Een tevreden roker is (soms wel eens) een onruststoker...! ;D ;D ;D ;D ;D

Piet Es


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 12-07-2009, 19:18:58
 ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Piet Es op 12-07-2009, 19:32:54
Re: Sint aldegonde plein en om geving
« Antwoord #1041 Gepost op: 08-07-2009, 11:53:40 »

vierboet je hoeft het niet te lezen je mag en als je er niets aan vindt lees je het niet we zijn gewoon lekker slap aan het taaie met vrienden onder elkaar reageer lekker op herrineringen of zoiets en niet hier als je er niet thuis voelt


Piet Es,

Uit bovenstaande reactie mag blijken dat niet iedereen zich bewust is van het feit dat alles wat hier geschreven wordt wereldwijd gelezen kan worden. Waardoor er buiten Scheveningen een beeld van Scheveningen kan ontstaan waarin in elk geval deze scheveninger zich niet zou kunnen herkennen.

Vierboet

Ik ben geen St Aldegondepleiner en vind dat het hun verantwoordelijkheid is wat daar wordt geschreven en niet de mijne. Ik zou derhalve zeggen: leg het probleem (voor zover het dat al is!) dáár neer waar het hoort, dus bij het St Aldegondeplein of nog beter, lees die topic niet. "Wat niet weet, dat niet deert," zei mijn moeder zaliger altijd.

Piet Es


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 20:05:34
vierboet je hoeft het niet te lezen je mag en als je er niets aan vindt lees je het niet we zijn gewoon lekker slap aan het taaie met vrienden onder elkaar reageer lekker op herrineringen of zoiets en niet hier als je er niet thuis voelt

Toch vind ik Vierboet, dat ze daar een punt hebben, net zoals sommige van ons dit forum gebruiken of zoals je wilt, misbruiken om slap te kletsen, heb ze dat recht ook op het St. Aldegondeplein topic.
Deze topic van het plein is opgezet om  oudpleiners weer met elkaar in contact te brengen en oude herinneringen op te halen.
Voor niet pleiners is het allemaal niet interessant, persoonlijk heb ik niks met het plein, dus kijk ik er bijna nooit en zal dan ook geen commentaar hebben.
Dus laat iedereen in zijn waarden en vooral doen waar ze zin in hebben, kan ik ook lekker blijven keten hier ;D




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: bomme op 12-07-2009, 20:06:00
En als we het niet meer weten . waar licht de Hoge Nol nu eigenlijk  ;D ;D ;D


Nu in Duindorp  :-\


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 12-07-2009, 20:06:45
Nu in Duindorp

Laat het daar aub blijven ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 12-07-2009, 20:10:08
Volgens mij was hij toch echt , waar nu het lindo is . De Nol die in duin dorp licht is zo hoog omdat er een bunker onderlicht . ;D ;D ;D ;D ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-07-2009, 21:04:48
En als we het niet meer weten . waar licht de Hoge Nol nu eigenlijk  ;D ;D ;D


Nu in Duindorp  :-\

 ja daar hebben ze hem nog
 hoge Nol
is een algemene benaming voor een  hoog duin top


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 12-07-2009, 21:43:34
Beste allemaal,

Mijn correspontie en die van Schub moet men voor lief nemen Hans en ik kennen elkaar sinds de schooljaren en hebben een heel goede relatie gaan regelmatig een biertje drinken en dollen graag wat. En die relatie is juist dat Hans aan de andere kant toendertijd van de brug woondde dan ik. Maar na jaren en juist door deze site of topic hebben we elkaar weer terug gevonden.

Witkwast ( Aad )


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 13-07-2009, 10:18:24
Kijk deze brug die mag er van mij komen, maar zal het Zeemanshuis er dan nog zijn  >:(


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 13-07-2009, 11:46:18
maar dat is dan ook een nieuwe hoge nol
 en zal niet mee vallen om daar na een bezoek aan het
 zeemanshuis tegen op tekomen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 13-07-2009, 12:08:09
Kijk deze brug die mag er van mij komen, maar zal het Zeemanshuis er dan nog zijn  >:(

.... duindorpers moeten strakkies tol betalen om de brug te passeren.... arsom iet!!! ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 13-07-2009, 12:26:57
maar dat is dan ook een nieuwe hoge nol
 en zal niet mee vallen om daar na een bezoek aan het
 zeemanshuis tegen op tekomen
Maar het is wel lekker korter om daar te komen, en ook naar de boulevard. Heerlijk die iedeen van Norder, ik steun hem wel daar in. ;D En tol betalen johhhhhhhhh oud duindorper die JE was, je woont nu zeker op stand.  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 13-07-2009, 12:27:51
ik heb vernomen dat het bestuur van duindorp inwoners van dorp toestemming geven van de winter bij sneeuwval gebruik te mogen maken van de hoge nol om sleetje te rijden ,mits ze met een origineele schev. slee komen,komen ze met een bob slee moet dat eerst aangevraagd worden op het stadhuis.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 13-07-2009, 12:41:39
ik wist niet dat duindorp een bestuur heeft, of bedoel je de
 voetbal club Zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 13-07-2009, 12:51:46
maar dat is dan ook een nieuwe hoge nol
 en zal niet mee vallen om daar na een bezoek aan het
 zeemanshuis tegen op tekomen
Maar het is wel lekker korter om daar te komen, en ook naar de boulevard. Heerlijk die iedeen van Norder, ik steun hem wel daar in. ;D En tol betalen johhhhhhhhh oud duindorper die JE was, je woont nu zeker op strand.  ;D ;D

... Ha die Cor ..... ;D ;D.. inderdaad vlak bij het strand en duin.....maar jij toch ook !!! allien je blijft een maatje van Norder ..... ook zo'n rooie rakker  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 13-07-2009, 12:53:58
Norder is alleen in woord een rooie rakker maar niet in daden

 maar we dwalen af van de topic
 Norder is helaas nog geen Herrinering


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 13-07-2009, 13:05:51
Wat voor idioot gaat nu containers op het strand zetten :( :( :( :(
Het wordt tijd dat hij in een container komt te wonen met een zooi allochtonen : :( :( :( :( :( :(

De vernieuwing van Scheveningen  is afbraak >:( >:( >:(
Maar het geld moet uitgegeven worden >:( >:( >:( :( :(

Zo ziet de de politiek in mekaar :( :( :( :( :(


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 13-07-2009, 13:06:48
Norder is alleen in woord een rooie rakker maar niet in daden

... als je PVDA stemt, stem je ook voor de principes van de PVDA en moet je ook je maten (lees rooie rakkers ) steunen ... of iet???......ik ben blij als die PVDA oprot hoewel diverse plannen welke samen met andere wethouders zijn gemaakt toch niet slecht waren....... Maar als die PVDA oprot wat komt er dan  ??? ??? :o... kunnen we dan helemaal terug naar af .... en alles laten verpauperen  :o :o :o :o Er zijn toch ook wel mooie projecten gerealiseerd de afgelopen jaren......Ik ben het je eens dat vele problemen in verschillende wijken niet op de juiste manier worden uitgevoerd....maar desondanks is Duindorp goed onderhanden genomen .....en word het alleen maar mooier.... ;D ;D ;D ......
Het plan van de kustverhoging gaat gewoon dooor ... daar kan ook Norder geen moer aan veranderen  aan de provincie plannen met de rijkswaterstaat.....
Als Norder maar rekening houdt met de verkeersproblematiek rondom al die plannen. :o :o
Teun.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 13-07-2009, 13:09:43
Hoi Rinus
Als het op verkeerde topic staat,dan verplaats ik het wel ?
Groet Zeepaard


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 13-07-2009, 13:19:10
Als Norder op rot.Wie krijgen dan een.Vogelaar ;D ;D ;D ;D ;D
Dan wodt het wwer een prachtstrand :o :o :o :o :o
Met leuke dames erbij :o :o :o :o
En toch maar weer een goktent erbij :( :( :( :(


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 13-07-2009, 13:22:14
Nog een mooie herinnering uit de jaren 60. Als de grote vakantie begon van de lagere school, kon je vader of moeder je in laten schrijven voor de groepen. Je kon dan de gehele week mee met deze groepen, richting zandtje of groene-veld of strand. Ik ging altijd naar de Duinrandschool of wel 400, dit zal ik nooit vergeten. Wat een grote armoe was dit, met 30 graden naar het zandtje in de duinen, hoe verzinnen ze dat toen. Ik kwam met dat mooie weer nooit op het zandtje, ik sloeg altijd rechtsaf richting strand samen met mijn broers. ;D ;D Kunnen we dit nog herinneren  :P


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 13-07-2009, 13:22:47
Teun en Cor een mooie dag nog verder :D :D :D :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 13-07-2009, 13:39:18
Nog een mooie herinnering uit de jaren 60. Als de grote vakantie begon van de lagere school, kon je vader of moeder je in laten schrijven voor de groepen. Je kon dan de gehele week mee met deze groepen, richting zandtje of groene-veld of strand. Ik ging altijd naar de Duinrandschool of wel 400, dit zal ik nooit vergeten. Wat een grote armoe was dit, met 30 graden naar het zandtje in de duinen, hoe verzinnen ze dat toen. Ik kwam met dat mooie weer nooit op het zandtje, ik sloeg altijd rechtsaf richting strand samen met mijn broers. ;D ;D Kunnen we dit nog herinneren  :P

... ja ...hoe verzint men dat met 30graden..... :o :o :o ... of het idee in de zomervakantie met de groeppe .... kon het woord alleen maar uitpoeppe ..... ;D ;D.. ik zat liever op strang of an de eve...of wij ginge zwemmen in de buiten vervursing .... later toen we een beetje konden zwemmen in de vervursing .... en van de brug afduiken .... mijn moeder zei toen ... "ben je helemaal beleetifeld om tussen de ratten te zwemmen"...nouja het water stonk een beetje .. ;D ;D maar de buitenvervursing was ook soms gevaarlijk.... vooral als ze gingen spuien ... :o :o :o ... toen ik 16jr werd gingen wij vaak tussen de keien .. op het eiland .... ;D ;D :P :P


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 13-07-2009, 13:42:40
ik heb vernomen dat het bestuur van duindorp inwoners van dorp toestemming geven van de winter bij sneeuwval gebruik te mogen maken van de hoge nol om sleetje te rijden ,mits ze met een origineele schev. slee komen,komen ze met een bob slee moet dat eerst aangevraagd worden op het stadhuis.
zier
... yoi..... allefe sudeet .....au jij je geweun maar kallum .... jij moet eirst een paspoort anvrige ...in maasluis....om in ons durrup te komme ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 13-07-2009, 17:20:52
Wat voor idioot gaat nu containers op het strand zetten     
Het wordt tijd dat hij in een container komt te wonen met een zooi allochtonen : 
===========================================================

dan las ik de deur wel voor je dicht.
zier   



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 13-07-2009, 17:40:46
Nog een mooie herinnering uit de jaren 60. Als de grote vakantie begon van de lagere school, kon je vader of moeder je in laten schrijven voor de groepen. Je kon dan de gehele week mee met deze groepen, richting zandtje of groene-veld of strand.
====================================================================
zeg dat wel cor...de groepen.....wat heb ik dat toen vervloekt,maar ja het was niet anders.
wat voor jaar precies weet ik niet meer maar het was in de jaren feertig,was me'n vader binnen gebracht met een maagbloeding met de 402 ,ik denk die toen een jaar of 2 aan de wal geweest is en die tijd zal ik de groepen wel beleeft hebben.
die andere jaren ging ik altijd mee met de logger ,ik blij en me'n moeder ook blij, want daar werdt je ook niet vrolijk van als er iedere avond 1 an de deur stond.
maar die jaren van de groepen ,er tussen uitknijpen was er ook niet bij want er werd speciaal op je gelet ,het enigste wat ontbrak waren de handboeien.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: dicky op 13-07-2009, 21:57:29
Nog een mooie herinnering uit de jaren 60. Als de grote vakantie begon van de lagere school, kon je vader of moeder je in laten schrijven voor de groepen. Je kon dan de gehele week mee met deze groepen, richting zandtje of groene-veld of strand. Ik ging altijd naar de Duinrandschool of wel 400, dit zal ik nooit vergeten. Wat een grote armoe was dit, met 30 graden naar het zandtje in de duinen, hoe verzinnen ze dat toen. Ik kwam met dat mooie weer nooit op het zandtje, ik sloeg altijd rechtsaf richting strand samen met mijn broers. ;D ;D Kunnen we dit nog herinneren  :P

... ja ...hoe verzint men dat met 30graden..... :o :o :o ... of het idee in de zomervakantie met de groeppe .... kon het woord alleen maar uitpoeppe ..... ;D ;D.. ik zat liever op strang of an de eve...of wij ginge zwemmen in de buiten vervursing .... later toen we een beetje konden zwemmen in de vervursing .... en van de brug afduiken .... mijn moeder zei toen ... "ben je helemaal beleetifeld om tussen de ratten te zwemmen"...nouja het water stonk een beetje .. ;D ;D maar de buitenvervursing was ook soms gevaarlijk.... vooral als ze gingen spuien ... :o :o :o ... toen ik 16jr werd gingen wij vaak tussen de keien .. op het eiland .... ;D ;D :P :P

Ja Teun,tussen de keien...op het eiland mocht je volgens mij niet onder de zestien...meisjes mochten met 14..15 jaar wel.

spreek uit ervaring...was altijd erg gezellig ;D ;D ;D

ik ben ooit eens een keer met de groepen...mee geweest...in de duinen bij de water toren...maar was niet aan mij besteed.

vond de kom...en het verversings kanaal interressanter...lekker tussen de ratten...en lekker warm water.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 13-07-2009, 22:10:51
maar we dwalen af van de topic
 Norder is helaas nog geen Herrinering.

Nou voorlopig staat ie al bij menigeen in het geheugen gegrift.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 13-07-2009, 22:15:18
Nog een mooie herinnering uit de jaren 60. Als de grote vakantie begon van de lagere school, kon je vader of moeder je in laten schrijven voor de groepen. Je kon dan de gehele week mee met deze groepen, richting zandtje of groene-veld of strand. Ik ging altijd naar de Duinrandschool of wel 400, dit zal ik nooit vergeten. Wat een grote armoe was dit, met 30 graden naar het zandtje in de duinen, hoe verzinnen ze dat toen. Ik kwam met dat mooie weer nooit op het zandtje, ik sloeg altijd rechtsaf richting strand samen met mijn broers. ;D ;D Kunnen we dit nog herinneren  :P

Als wij de groepen langs zagen komen zomers en dat waren er toendertijd niet weinig . Dan stonden wij ze toe te roepen ! Groepen poepen !

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Anneke op 13-07-2009, 23:03:42
Bij de groepen waar ik zat mocht de voorste altijd met een stok met een plaatje erop lopen. Op dat plaatje stond een nummer.
Het was in de duinen altijd bloedverziekend heet en moest je na een lange dag nog terug lopen ook.
En wat hadden we mee: een paar boterhammen in een papieren zakje en een kruikje water, heel soms aanmaaklimonade.
Hieronder een foto met linksonder m'n 2 broers bij de groepen in de duinen, was begin jaren vijftig.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 13-07-2009, 23:43:04
Bij de groepen waar ik zat mocht de voorste altijd met een stok met een plaatje erop lopen. Op dat plaatje stond een nummer.
Het was in de duinen altijd bloedverziekend heet en moest je na een lange dag nog terug lopen ook.
En wat hadden we mee: een paar boterhammen in een papieren zakje en een kruikje water, heel soms aanmaaklimonade.
Hieronder een foto met linksonder m'n 2 broers bij de groepen in de duinen, was begin jaren vijftig.



Mooi verhaal Anneke. Dat noemen we wel eens die goeie ouwe tijd ;D ;D
tegenwoordig heet dat geloof ik "de naschoolse opvang"

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 14-07-2009, 11:41:08
 ;D ;D Ja die goede ouwe tijd  Anneke/  JJ  ;D Het is wat Anneke zegt, zomer en bloedheet in de duinen of groene veld. Mijn moeder kwam altijd vers brood brengen, en er zat altijd bastaardsuiker op. ( nooit van een tandarts gehoord ) En drinken dat was siroop of een flesje exota. Er kwam altijd een bakfiets langs met scheppen enz, en dan maar vechten voor een schep  ;D ;D Nee dat was geen leuke tijd, maar je wist niet anders.  :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-07-2009, 11:46:41
ja wij moesten lopen van af de Rotterdamsestraat
 naar de bosjes bij de Bataaf.
maar als je de vacantie had volbracht was de beloning
 naar circus Strasburger


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 14-07-2009, 11:48:48
EN EEN ZAK SNOEP TOE  ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-07-2009, 11:52:04
weet ik niet Cor want ik heb nooit het einde gehaalt
 kwamen dan langs huis en dan was ik het al zat


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 14-07-2009, 11:58:34
Volgens mij heb ik dat ook maar 1 keer meegemaakt  ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 16-07-2009, 14:24:51
Witkwast hanteert regelmatig de leuze....
IK HOU VAN SCHEVENINGEN  !!!
Ik heb altijd gedacht dat ik hetzelfde zou zeggen als rechtgeaarde Scheveninger.
Maar als je weer eens na lange tijd een bezoek brengt aan je geboorte plaats en wat kennissen en familie leden een bezoek wilt brengen, dan blijft er maar weinig van die liefde over.
Bezoek aan Deo Gratias... Gekukkig nog 1 parkeerplaats vrij.
Bezoek aan Duinrust....... na veel gezoek eindelijk een plaats in de omgeving gevonden.
Bezoek aan Prins Willemhof... Je schrik je een ongeluk van de parkeertarieven in deze omgeving.

Bij deze bezoeken moest ik denken aan de bezoeken, welke ik voor 1940 aan mijn overgroot vader bracht, in het rusthuis in de Duinstraat.
Wat een verschil ....en toch hier en daar nog klachten.
Waarschijnlijk hebben deze klagers nooit het rusthuis in de Duinstraat van binnen gezien, toen dit gebouw bewoond was door de oud bewoners van Scheveningen.

Nog kort geleden heb ik de naam Cor Roeleveld genoemd.i.v.m vragen over
Vishandelaren vereniging "Vrede "
Het eerste wat ik te horen kreeg bij een der familie bezoeken, was dat de door mij genoemde Cor Roeleveld diezelfde morgen was overleden.
Hij was de schoolkameraad van mijn broer en hij kwam vaak bij ons thuis.
Met zijn reeds overleden vrouw nog op de zondagschool gezeten
Weer een bekende Scheveninger heeft ons verlaten.
a.s. Zaterdag zal hij worden begraven.

Na een korte rustpauze op een bankje bij het noorder havenhoofd, heb ik mijn "thuisreis " weer aanvaard en na 21/2 uur reis weer behouden aangekomen.

In het PRINSWILLEMHOF , waar ik met een bewoner in de lift stond, wenste mij bij het verlaten van de lift ... "een goede stoom "
En dit is dan ook Scheveningen  waar ik dan ook van moet houdenen ook doe !!

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 16-07-2009, 14:35:18
Als je al een tijdje niet meer op Scheveningen bent geweest Vreemdeling, dan is er erg veel veranderd en niet allemaal ten goede.
Maar ehhh,  na 21/2 uur reis weer behouden aangekomen.

Woont u zo ver van Scheveningen, of een slechte auto ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 16-07-2009, 16:43:43
Schub,
Wat je ver zoekt is lekker..........
AUto in orde 406 station.......
21/2 uur is snel, weinig verkeer op de weg, veel 130/140 km, behalve door het Westland.
Hier geen parkeer problemen en geen parkeer meters.
gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 16-07-2009, 17:22:27
Ik had het bericht te snel gelezen, ik zag 21 en een half uur ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 16-07-2009, 17:50:04
Ik had het bericht te snel gelezen, ik zag 21 en een half uur ;D
Oorzaak  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 16-07-2009, 17:52:14
Te lang vriendschap met een Neanderthaler ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 16-07-2009, 19:10:10
Is dat besmettelijk ?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 16-07-2009, 19:16:48
Dat denk ik wel Vreemdeling, voordat ik Cor leerde kennen, zag ik er zo uit
Nu ik hem een aantal jaren ken, zo.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Canuck op 16-07-2009, 19:27:55
 ;D ;D ;D ;D
Ammehoela.... ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 16-07-2009, 19:37:51
 ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 20-07-2009, 20:15:47
Vrooger gingen we altijd braam zoeken bij de watertoren. Dat was vroog op, voor dat het daglicht werd.  Moesten we altijd van Duindorp naar de watertoren lopen, wat een klere eind was dat. En dan daar aangekomen braam zoeken, en altijd uitkijken voor die kottebeiers. Ik dacht rond een uur of negen de duinen uit naar het strand toe. Dit was wel een leuke herrinnering  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 20-07-2009, 21:28:02
 ;D ;D ;D
Om 5 uur op Cor en dan op de fiets naar Wassenaarse slag om braam te plukken.
Op tijd de duinen uit en via strand terug naar de fietsenstalling.
Vaak troffen we daar koddebeier Teun. :o :o

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 20-07-2009, 21:48:55
Dit was wel een leuke herrinnering !


Ach ja leuke en minder leuke herinneringen, ze kunnen het ons niet meer af nemen we hebben het allemaal meegemaakt. En dat is juist het mooie van een stukje nostalgie. Op de zondag over het strang vond je daar een loopplank leker varen toch in die mui !   Maar ooh als je thuis kwam je sundagse brook verpest nou de rapen waren gaar ! Maar het plezier wat je beleefde op het strand bijf je bij . En daarom hou ik zoveel van Scheveningen

" SCHEVENINGEN  LEEFT  "
Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2009, 08:17:00
Ook ik ( wij ) ging (en ) braam zoeken in de duinen bij de water toren. Heen en terug langs het strand,
Wat mij nu op valt is dat van uit Duindorp naar de noord duinen en niet naar de zuid duinen om braan werd gegaan.
Ik spreek van voor 1940, anderen waarschijnlijk over na 1940.
Waren de zuid duinen toen nog gevaarlijker i.v.m. mijnen gevaar en bunkers ?
Nu hadden de dorps bewoners eens een voor sprong op de andere woon gebieden. Wij behoefden niet zo ver te lopen. Risico van koddebeier bleef.
Zochten wij de bramen waarschijnlijk dichter bij het strand waar minder paden waren en minder gevaar van koddebeiers.

Ook ik ging regelmatig met de groepen mee. ( voor 1940 ) Opstap plaats de school in de Neptunusstraat., waar nu Schevenings Museum is.
Wij bevakkeerden in de duinen bij de watertoren.
Wat ik er wel nog van weet is, dat er uit meerdere startplaatsen groepen samen kwamen.
Kwam je op weg naar de duinen zo'n groep tegen dan ontstond meestal een
een lied ( yell ) met veel gebrul, waarin de andere groep werd uitgemaakt en beledigd.
Dit gebeurde van weerskanten.
Het aangeheven gezang was niet erg verheffend.....
Voorafgegaan door naam van de groep of straat was het vervolg....
???????? .. dat vullis zootje en nog meer van zulks fraais en natuurlijk tot slot dat wij de kampioen waren.
De groepsleiding probeerde wel het gezang te stoppen, wat niet altijd gelukte.
Ook toen al voelde de ene straat of groep zich verheven boven de ander.
De groepen werden georganiseerd door ce stichting "Vacantie Bezichheid "
aanmeldingsformulieren werden voor de vacantie op de scholen uitgedeeld.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 21-07-2009, 11:09:28
ik snap niet dat jullie van uit duindorp helemaal naar de noord gingen ,dan had je een paar stalpooten voor dat je begon.
in het zuidduin had je ook een goed visserijtje alien je mos de plekjes weten,en over het hek met de kans dat je ales kwijt raakte aan een kottebeijer die dan zij van ik neem dit in beslag en gooit het maar in me'n tas aan de bagagedrager ,die vuile vloeperd.
maar als we in een goed visserijtje zatten en de emmer bijna vol was bleef er 1 op het pad met de emmer en de anderen met een groente blikje ging het hek over.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2009, 13:55:34
Ik herinner mij ook nog dat er diverse groepen per HTM vanuit Den Haag naar Scheveningen werden vervoerd.

Hoek Stevenstraat -Hoek Nieuwe Parklaan was de opstap halte en waar deze groepen moesten uitstappen.

Een van deze groepen was de groep uit de Hekenlaan. De groep waarmee wij vaak bij het vertrek uit de Neptunusstraat te maken hadden.
Ik weet niet of de Hekenlaan toen in een kwaad daglicht stond, maar zij waren wel het mikpunt van onze scheld kannonnades.

Het tegen antwoord werd door hen dan ook heel makkelijk gevonden en u raadt het al, de yell veranderde met slecht één woord n.l. het eerste woord en werd dan... Schevening, dat vullis zootje enz.

Meestal werd op de plaats van bestemming vrede gesloten en speelden de diverse groepen weer vredig met elkaar.

Vreemdeling


In deze periode werden ook de Haagse bleekneusjes vanuit de diverse Haagse minder rijke wijken, naar adressen in het binnenland gestuurd om wat aan te sterken.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 21-07-2009, 13:57:03
ik snap niet dat jullie van uit duindorp helemaal naar de noord gingen ,dan had je een paar stalpooten voor dat je begon.
in het zuidduin had je ook een goed visserijtje alien je mos de plekjes weten,en over het hek met de kans dat je ales kwijt raakte aan een kottebeijer die dan zij van ik neem dit in beslag en gooit het maar in me'n tas aan de bagagedrager ,die vuile vloeperd.
maar als we in een goed visserijtje zatten en de emmer bijna vol was bleef er 1 op het pad met de emmer en de anderen met een groente blikje ging het hek over.
zier
Ja nu je dat zegt Zier, ik heb het nooit aan mijn vader gevraagt. Misschien was die kottebeier in zuid wel de schuldige  ;D Maar als je dan thuis kwam met de bramen, mijn vader kookte ze gelijk. Afgieten en laten afkoelen, dan in de fles met een klontje boter er op. Ik heb wel eens een klap gehoort, dan was de binnenkast helemaal rood van de bramensap. Zo daar het word rooie rakkers vandaan komen ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 21-07-2009, 17:11:07
Wij gingen ook veel naar Rozenburg om braam op de fiets vanuit Duindorp naar de hoek en dan met het pontje over was gelik een dagje uit met de familie weet nog wel dat daar een kwakke braam stond je hoefde in ieder geval iet te zooke!!

En met de groepen ben ik een keer meegeweest daarna nooit meer!!!Ging liever met de logger mee as prenter,spaugde je de eerste dagen wel je longen uit je lijf maar as je opknapte vond je het toch geinig allemaal met je overralletje an en je oblokies en as je een keir mocht stieren was je zo groos as een eap met zeuve l....len, oud um maar op die scheune drop zee de schipper dan.
Een snijertje maken van een stik boom twie spikkers en een stik bendel en dan overboord as je stoomde vond je prachtig.Of schommelen met de jils.
Espres met je oblokkies over de plecht lopen as de matrozen een nopje deden.Ik weet nog op de 305 aane we een heel koppeltje duiven onder de bak. Ach ja waar is de tijd!!!!

gr.Dirk.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 21-07-2009, 18:16:40
dirk wat dog je van de rotstreken.

as je voor de midag al e schooten a,dan s'middags as ze alemael lage te meuren dan malemoken vangen en dan gooiden we ze alemael in het BB.wandruim en dan draaiden we et licht van et wandruim uit,s'nachts as je ging haalen dan de de kok et luk voor een derde open zag die dat et licht uit was gaf die een brul naer de brug van doe et licht is aan en dan liet die zen eigen bedien zakken en as die dan eerder beneden was als dat et licht aan ging wier die bedien gelanseert door die malemoken en a die een halve hart verzakking.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 21-07-2009, 20:31:32
Beste vreemdeling,

Het feit dat het merendeel Scheveningers naar de duinen rond de watertoren gingen had te maken met de braam. De bramen aan de zuid zijde eigenlijk zuidwest zijde waren kleiner en schaarser wat daar de oorzaak van is weet ik niet helemaal maar een ding is zeker het heeft met de grond te maken. De grond bij de watertoren heeft vele water bekken en dat zou een oorzaak kunnen zijn dat de braam daar beter gedijde dan op de schale droge grond aan de andere zijde van Duindorp. In de bosjes van Poot zuizijde was helemaal geen braam maar ook als kind hebben we ons daar kostelijk vermaakt. Maar ook op zuidwest is regelmatig braam geplukt zekers na een vochtige zomer.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-07-2009, 14:17:02
Witkwast,
Prachtige uitleg.
Nooit hierbij stil gestaan.
Een mens is nooit te oud om iets te leren.
Ondanks mijn leeftid heb ik tot voor kort nog steeds braam gezocht.
Moet hier wel bij vermelden dat het braam zoeken in de duinen, in het gedeelte van het land , waar ik bivakkeer, heel wat gemakkelijker is, dan ik vroeger was gewend in de Scheveningse duinen.
Bramen zijn groter en meer zwart kleurig dan de kleinere diepblauwe duinbramen..
Het is een soort kruising tussen duin en bosbraam.
Het sap van de duinbraam is sterker van smaak.
In deze streek wordt ook prakisch geen braam gezocht.

Momenteel is voor mij het braamplukken een "makkie"
Ik hen namelijk sedert enige tijd 4 braamstruiken in de tuin staan, welke overvoloedig vrucht dragen en waar ik sedert enkele weken al van kan plukken.
Het voorziet mij  het gehele jaar dagelijks van sap en jam.
Bramen zijn rauw gemakkelijk in de diepvries te bewaren, dus je kunt de verwerking op een later tijdstip uitvoeren.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2009, 10:50:37
Witkwast.

Bramen in combinatie met vlierbessen geeft ook een zeer smakelijk en sterke sap.
Plukken van vlierbessen is vrij simpel maar het "afrissen " van de bessen vraagt veel tijd. Hetzelfde als bij aalbessen.
Proberen waard.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 29-07-2009, 15:37:04

Zoals in vele steden en dorpen was er voor 1940 ook een padvindersgroep in Scheveningen.
Deze groep had de mooie bij Scheveningen passende naam “Zeemeeuw “.
De groep had haar thuisbasis aan de oude haven, op de zolders van een niet in gebruik zijnd  rederij erf. 
Moet in die tijd ongeveer op de hoogte zijn geweest waar na de oorlog de erven waren van de rederijen J.J. en Simon Taal.
Mijn broer en ik waren ook lid van deze padvinders groep .
Waarom wij ook lid van de padvinderij mochten worden is mij tot op heden niet duidelijk. De tijden waren er echt niet naar dat zulk soort dingen mogelijk waren.
In verbasnd met onze leeftijd behoorden wij bij de jongeren afdeling, toentertijd  “Welpen “genaamd.
Ouderen afdelingen werden “Verkenners “of “Voortrekkers “ genoemd.
De Welpen werden geleid door leden van het vrouwelijk geslacht.
Verkenners en Voortrekkers door leden van het mannelijk geslacht.
Iedere zaterdagmiddag bezochten wij ons groepshuis aan de haven.
Discipline en fatsoen waren onderdeel van het programma, maar ook sport en spel in de buitenlucht, meestal in de duinen.
Het motto van toen was dan ook…
 
Doe iedere dag een goede daad,
                                                 aan mens en dier, in huis op straat !

Deze groep had ook een prachtige yell.

Z.  E.  E.. M..
                       E.. E.. U.. W.
Z..E..E..M..
                       E..E..U..W.
SCHE    VE    NIN    GEN

       ZEEMEEUW

Met deze padvinders groep zijn mijn broer en ik in 1937  op bezoek gegaan  bij het padvinders Wereld Jamboree  in Vogelenzang.
Voor ons was het de eerste maal dat wij een reisje maakten in de trein en voor het eerst gingen wij zo’n eind van huis.
Het was een wonderlijke ervaring. Eerst de treinreis en daarna, op het Jamboree terrein, al deze buitenlanders in verschillende uitrustingen en van verschillende nationaliteit en huidskleur.
Het Jamboree terrein was  op het landgoed Bloemendaal.
Er waren hier 27.100 deelnemers verzameld uit 35 verschillende landen. Hiervan waren 16.526 buitenlanders.
Voor ons, kinderen van 10 en 8 jaar , afkomstig uit het zo rustige Scheveningen .was dit een hele belevenis.  Kleurlingen, negers , uniformen, hoofdtooien enz.
En zeker het bijwonen van zo’n manifestatie, wat eens in de zoveel tijd,  ergens in de wereld wordt gehouden.

Het Jamboree lied was toen heel bekend en door iedereen gezongen.
 
De Hollandse versie is…….                       ( Er bestaat ook en Engelse en Franse versie. )

In negentien drie zeven
dan zal je wat beleven
dan komt het Jamboree in Nederland.
Dan staan uit alle landen
van alle rang en standen
de jeugd van blank en bruin hier hand in hand.
Dan zingen scouts uit Labrador, Japan en Alkmaar
op ‘t Nederlandse grondgebied heel vrolijk met elkaar.

Refrein.
 Jamboree, Jamboree
J   A   M   B   O   R   EE  is jamboree    ree   ree
Jamboree, Jamboree, wij zijn verkenners van B.P.


De Schotten dragen rokken,
de Polen wandelstokken,
Hongaren hebben pluimen op hun hoed.
Amerika een rijbroek,
Brits Indie een hoofddoek,
de Zweden staan de witte mutsjes goed.
Maar allen dragen in hun hart het grote ideaal
dat niet afhankelijk is van ras, van land of stand of taal.         Refrein


Geert Hendrik van Dongen,
en Amsterdamse jongen,
met peenhaar en veel sproeten op ‘t gelaat.
Zoekt in dit grote leger
een ras-wasch-  echte neger
als trouwe bondgenoot en kameraad.
Geert sprak geen woordje Engels,
Jim misschien een stuk of vier.
Toch ruilden ze van alles en ze hadden veel plezier.                  Refrein


De wereld is vol broodnijd,
vandaar dat men zich doodstrijdt.
We raken steeds maar dieper in ‘t moeras.
Een jeugdbond aller volken
zal metterdaad vertolken
dat aan de jeugd een betere toekomst was.
De wereldbond van padvinders stuurt daar bewust op aan,
het spreekwoord zegt nog altijd.. Jong geleerd is oud gedaan.      Refrein


De letters B.P. in het refrein staan voor lord Baden Powel, de Engelse oprichter van de padvinderij.

Een jaar later mochten wij weer mee met de groep, maar nu op vakantie.
De gehele groep ging voor een week kamperen op een vakantie boerderij in het Veluwse dorp Epe.
Voor ons was dit iets bijzonders. Nooit eerder waren wij op vakantie geweest en voor het eerst zouden wij voor langere van huis zijn. 
Uitgezonderd dan een  bezoek, een dagtocht met de blauwe tram, aan familieleden in Katwijk,
Voor de tweede maal  een trein reis., maar nu heel wat langer dan de reis naar Vogelenzang bij het bezoek aan het wereld jamboree.
Onze moeder deed ons uitgeleide aan het station. Opmerkelijk was het, dat zij de enige vrouw in Scheveningse dracht was .

Heel veel later realiseer je pas, wat een opgave dit moet zijn geweest om 2 kinderen uit een gezin van 4 in de gelegenheid te stellen om op vakantie te gaan.
Verblijfkosten, treinreis en nog wat zakgeld. En dat allemaal van de povere verdienste van een visserman en zijn bijna dag en nacht hard werkende vrouw.
De gemiddelde  “teelt “ van de logger waarop mijn vader toen voer, was rond de 27 a 30 duizend gulden.
Echt geen vet pot. Een garantie loon van rond 14 gulden per week.

Van het ons meegegeven zakgeld hebben wij niets verbrast , maar uit dankbaarheid aan onze moeder voor haar een mooi souvenier gekocht, bestaande uit houtsnijwerk van vogels rond een nestje en wat gebruikt kon worden als spelden kussen.

Tot aan haar dood, 58 jaar na dato, heb ik het aan de muur van haar kamer zien hangen in de aanleunwoning in het Prins Willemhof.
Waarschijnlijk zal dit stukje herinnering wel zijn weggegooid bij het leegruimen van haar woning na haar overlijden.

Na het uitbreken van de oorlog in 1940 werd al heel gauw de padvinderij verboden.
In de ogen van de Duitsers was de padvinderij  een para militaire organisatie en ook nog eens van Engelse origine.

Na de bevrijding in 1945 ben ik weer toegetreden tot de padvinderij, nu als verkenner.
Mijn 2 jaar oudere broer heeft deze gelegenheid niet meer gehad . Een jaar eerder was hij jammer genoeg overleden.
Ik denk dat het in Epe gekochte souvenier ook daarom zo lang bij mijn moeder in huis aan de muur heeft gehangen.

Deze na oorlogse toetreding was echter niet op Scheveningen, maar in de plaats waar wij door de evacuatie waren  komen te wonen.
Na ongeveer 1 ½  jaar heb ik mijn lidmaatschap moeten opzeggen i.v.m. studie en verhuizing naar Scheveningen .

Nog altijd draag ik de “scouting “ , zoals het tegenwoordig heet, een warm hart toe.

Vreemdeling







Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 29-07-2009, 18:55:24
Vierboet.
Dank voor uw reactie

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 29-07-2009, 19:09:45
Mooi verhaal Vreemdeling, wacht op meer!!!
Groetjes Willem.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 29-07-2009, 20:16:05
ik weet niet of ik op deze topic goed zit maar ja herineringen ikwerdt vandaag weer met mijn neus op de feiten gedrukt de geoepen zijn er nog alleen wij moesten lopen tot je er bij neer viel nu worden de kinderen opgehaalt met een bus ik leef in een verkeerde tijd maar ik heb er vrede mee groet van een oud groepenaar ik hoop dat ik het goed schrijf anders doe je het er maar mee groet henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-07-2009, 11:00:07
De Spienet,
Waarschijnlijk zal uw vader hetzelfde hebben gezegd.
Tijden veranderen, ofschoon niet alles beter zal zijn.
Uw kinderen zullen later waarschijnlijk ook anders reageren .
U bent niet de enige.
Velen constateren dezelfde veranderingen
Vroeger werd er veel gezongen...
Wees tevreden met uw lot.
    Ziet hoe alles hier veranderd    enz.

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-07-2009, 16:03:43
De zee heeft altijd vrees ingeboezemd voor de Scheveningse moeders.
Strandbezoek zoals dit tegenwoordig plaats vindt, was er wel, maar in beperkte mate.
Niet de grote mensen massa’s en geen surveillerende politie agenten, die waakten over het onvoorzichtige zwemgedrag van de vele badgasten.

De Scheveningse moeders hadden weinig tijd om met hun kinderen naar het strand te gaan. Meestal hadden zij hun werkhuizen of waren boetster en na hun werk moest het werk in huis nog worden geregeld en waren zij meestal nog tot ‘s- avonds laat bezig
En de kinderen alleen te laten gaan was ook al erg moeilijk, vooral als er geen oudere kinderen bij waren en zeker als het woord zwemmen werd gebezigd.

In deze periode van voor 1940 waren er 2 gedeelten van het Scheveningse strand waar onder toezicht kon worden gezwommen of in het zeewater kon worden geploeterd.
Deze gedeelten van het strand waren door hekken afgescheiden van de rest van het strand en vanaf de Boulevard alleen tegen betaling toegankelijk.
Beide afdelingen waren ook , qua publiek, verschillend.
Het luxe bad … Maatschappij Zeebad… was op de hoogte van het Kurhaus en het
Volkszeebad was op de hoogte van de Seinpost.
De beide namen geven reeds het verschil aan.  Ik denk ook dat het luxe bad een particuliere instelling was en het Volkszeebad een gemeentelijke instelling.
De toegangprijzen zullen ook daarom wel verschillend zijn geweest.
Beide baden konden bij mooi zomer weer op voldoende belangstelling rekenen.
Het Volkszeebad had iets aparts. ‘s- Avonds na 7 uur, als het bad sloot voor de betalende gasten en zij zich in de kleedhokjes hun zwemkleding omwisselden voor de normale kleding, werd het bad opengesteld voor niet betalende belangstellenden.
Hiervan werd druk gebruik gemaakt en vooral door de jeugd.
Nu hadden de moeders niet meer zoveel angst dat er iets kon gebeuren.
Geduldig stonden wij vroegtijdig voor de kassa te wachten tot het sein werd gegeven dat wij naar binnen mochten.
Echt zwemmen konden we niet. Het was meer ploeteren en duiken in de golven.
En steeds werden wij vanuit de uitkijkpost geobserveerd en gewaarschuwd als we te ver in zee gingen.
Na afloop onder de koude douche…. ook al geen gebruiksvoorwerp in de meeste vissershuizen….aankleden en vermoeid naar huis en meestal ook meteen naar bed.

Hier zijn ook mijn eerste pogingen begonnen om te leren zwemmen. Na verloop van tijd is dit gelukt, maar dan “ op z’n hondjes “, een zelf aangeleerde zwemslag.
Hiervan heb ik nog veel ongemak gehad.
Toen ik als gevolg van de evacuatie in de Achterhoek op school in het voortgezet onderwijs zwemlessen kreeg, heeft het erg lang geduurd eer ik deze “selfmade “ zwemslag had afgeleerd. 
In die tijd was de school die ik bezocht een zeer vooruitstrevende school,  waar tijdens de gymnastiek lesuren , zwemlessen werden gegeven voor het diploma A en B.

Vreemdeling




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Netteke op 30-07-2009, 19:41:16
Vreemdeling, en natuurlijk ook de anderen...

Ik geniet heel erg van uw bijdragen aan deze site!!
Uw herinneringen, Vreemdeling, heb ik uitgeprint en laten lezen aan mijn vader (80 jaar, opgegroeid aan de Zeekant en Kompasstraat) en hij zei dat hij het zelf verteld kon hebben, zo herkenbaar zijn deze voor hem!

Veel van zijn herinneringen heeft hij mij al verteld en zijn door mij al schriftelijk 'vastgelegd', maar door de herinneringen van 'leeftijdsgenoten' zoals u, komen er nóg meer herinneringen naar boven drijven!

Wat betreft de bramen.......... mijn vader heeft ook hierover dezelfde herinneringen, maar daarop aanvullend leeft in zijn herinnering nog voort dat zijn broers en zus de bramen mee naar huis moesten nemen waar deze door moeder verdeeld werd in bakjes waarna de kinderen deze bakjes gevuld met verse bramen gingen verkopen aan de 'rijke badgasten'.

Werden zij tijdens het bramen plukken betrapt door de koddebeier, dan kieperde deze de volle pan met bramen over de grond en trapte de verse vruchtenmassa met zijn laarzen tot moes!

'Zelf vertelde herinneringen' zijn nóg leuker dan de boeken over het Scheveningen van toen!!

Bedankt voor de bijdragen tot nu toe, ik kijk al uit naar de volgende herinneringen!

vriendelijke groet
Netteke



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-07-2009, 15:42:48
Het gebeurt tegenwoordig nog wel eens dat de stroom uit valt.
Geen verlichting, geen T.V. geen internet verbinding enz.
Waar zijn de kaarsen ? Wie heeft er lucifers ? Waar is de zaklamp .?
Waar liggen de stoppen ?
En de peterolielamp van vroeger, uit oma’s  inboedel , staat glimmend gepoetst ( zonder lont en petroleum ) op de vensterbank, maar je hebt er op zo’n moment zo weinig aan.
Of brengen dan de nog nooit gebruikte sfeerkaarsen  uitkomst ?

Erger wordt het als er een storing is bij de toelevering van gas.
Geen verwarming, geen mogelijkheid tot het bereiden van een warme maaltijd enz .
Of je moet toevallig dan wel elektrisch kunnen koken.

Vroeger hadden wij dezelfde problemen, maar heel vaak was het onze eigen schuld.
Van een automatische afschrijving van de energie rekening hadden wij nog nooit gehoord..
Energie moest toen “cash “ worden betaald.

De toelevering van elektra en gas verliep ook toen via de meterkasten.
De meterkasten  waren van een gleuf voorzien, waarin geld of munten kon worden ingeworpen.
Voor elektra was het een zilveren gulden en voor het gas  een z,g.n. gaspenning.
Deze gaspenningen waren voor een bepaald bedrag bij de plaatselijke kruidenier verkrijgbaar, in ons geval bij de kruidenier Gitz aan de Badhuisstraat.

Wilde je elektrisch licht hebben dan moest er wel een gulden in de meterkast zitten.
Om elektra te sparen werd er nog vaak gebruik gemaakt van de petroleumlamp, b.v. bij het voorlezen in de schemering voor de kinderen… mits moeder tijd had…. , alvorens deze naar bed moesten.
Daarom kwam dan ook nog regelmatig de petroleumman langs met zijn handkar, waarop een vat met petroleum,
Ieder huisgezin had dan ook een petroleum kan.

Viel de stroomvoorziening uit dan was het bijna zeker, dat de hoeveelheid elektra waar je volgens de ingeworpen gulden recht op had, was verbruikt.
Had je geen zilveren gulden in je portemonnee of geldkistje, dan was je aangewezen op de petroleumlamp of er moest wat losgeld worden omgewisseld voor een gulden bij familie of buren.

Regelmatig werd de ingebouwde geldlade in de meterkast geleegd. Ter plekke werd dan door de “meterlichter “ afgerekend, want het geldbedrag aan ingeworpen guldens was hoger dan het geldbedrag van de verbruikte hoeveelheid stroom en kreeg je enkele guldens terug.

Wanbetalers waren er niet bij dit systeem of je had er een foefje op gevonden om de geldlade regelmatig zelf leeg te halen.

De gas voorziening verliep op dezelfde wijze.
Meestal had de huisvrouw wel één of meerdere gas munten in voorraad, maar zo niet, dan werd je als kind er op uit gestuurd om snel bij de kruidenier wat munten te kopen.
Moeilijker werd het als de kruidenier was gesloten of op zondag. Dan was je aangewezen om te lenen bij buren of familie.
Of je moest je behelpen met de in de meeste huizen aanwezige 3 of 4 pits petroleum stellen.
De petroleumkan was dan ook hier een nuttig gebruiksvoorwerp.

Afrekening geschiedde op dezelfde wijze als bij het elektra. Ook hier was het gebruikte geld bedrag van de munten hoger als de verbruikte gas prijs.
Geld werd echter niet uitbetaald, maar wel een aantal gasmunten ter waarde van dit bedrag.

Ik weet niet of deze nuts voorzieningen in de nieuwbouw wijken op dezelfde wijze was geregeld zoals in een groot gedeelte van het oude dorp, maar dit zullen we zeker te horen krijgen uit de reacties.

Vreemdeling


 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 31-07-2009, 18:29:24
vreemdeling,tegenwoordig krijg je eens in het jaar een kaart voor je meterstanden, die kun je dan telefonies of via internet door geven,en bij deened hoef je helemaal niets want die kunnen hem op kantoor zo aflezen iedere dag.

maar die oude meters waar je munten in moest gooien waren tog de mooiste,want ik herinner me nog in midlesbrough kwam ik bij iemand thuis en die had ook zo'n meter daar moest je sixpence in gooien ,daar werd je helemaal gestoord van,maar dat was gouw over,op gelijke hoogte van de draaischijf aan de zijkant van het glaasje een klein gaatje boren,en dan met een dunne naald erin en tegen de schijf aan laten komen ,dan stopten de schijf en ook de teller.
je moest alleen niet vergeten dat als je de deur uitging de naald er uit te halen en het gaatje onzichtbaar te maken want de land lady wilde nog wel eens komen controleeren.

zelfs dat kan tegenwoordig met de nieuwe meters niet meer want die zijn digitaal.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-07-2009, 18:40:40
Zier'
Leuke reactie.
In Engeland was alles mogelijk.
gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 31-07-2009, 19:42:39
beste Netteke , Schrijf ook eens wat verhalen van je vader op deze site . Of zijn die te prive .

Groetjes Henk K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-07-2009, 20:57:36
Witkwast.
Gelieve goed te lezen. Anders een bril kopen.
Er staat heel duidelijk day beide gedeelten door hehhen waren afgesloten.
een voor het Kurhaus en een voor de Seinpost,
Het is dan ook vrij logisch dat de rest van het strand door anderen toegankelijk was.
Nergens spreek ik van een electra munt, wel over een ZILVEREN GULDEN.

p.s.
In de Hema zijn "look overtjes "te koop voor minder dan € 2..
Doe er uw voordeel mee !

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: viking op 31-07-2009, 22:37:10
day?? hehhen??  bij de kruidvat heb je ze ook ;D ;D ;D ;D ;D ;D ;D :o :o :o

rob


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Netteke op 01-08-2009, 08:18:15
beste Netteke , Schrijf ook eens wat verhalen van je vader op deze site . Of zijn die te prive .

Groetjes Henk K

Beste Henk

Ik heb er een paar die ik zal verzamelen en hier neerzetten. Alleen nog even de tijd zoeken  ;)

groetjes
Netteke


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-08-2009, 11:04:43
correctie reactie 31/7/09 20.57 uur.
Gelieve te kezen....
2e regel  DAY moet DAT zijn
           en HEBBEN moet HEKKEN zijn.
vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 01-08-2009, 11:06:54
van wat voor tijd spreken jullie over die strand afzettingen.??
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Netteke op 01-08-2009, 12:36:27
één herinnering van mijn vader is de jaarlijks terugkerende feesten in het dorp en op het strand, vóór de oorlog; elk jaar rond Pinksteren.

Hij vertelde dat er dan op het strand (lege) teertonnen met divers brandbaar materiaal opgesteld werden in piramide-vorm die in brand werden gestoken.
De straten op het dorp waren allemaal versierd en de mensen dansten hossend door de straten.

Het heeft even geduurd om uit te vinden wélk jaarlijks feest dit moest zijn geweest en op welke datum, daar andere (oudere) Scheveningers die ik sprak zich dit feest niet konden herinneren.

Uiteindelijk heb ik het gevonden: het bleek om de Nationale Feestdag te gaan, dat tot aan de oorlog in 1940 elk jaar op 18 juni werd gevierd vanaf het jaar 1816: "Waterloodag" of "Oranjedag" (werden ook wel 'onafhankelijkheidsfeesten genoemd).
Op deze manier werd gevierd dat op 18 juni 1815 de Franse bezetters werden verslagen door de geallieerden. (Natuurlijk gebeurde dit in Scheveningen al veel eerder: eind november 1813)

Deze feesten en de 'pektonnen-branden' hebben op mijn vader als jochie veel indruk gemaakt!!
Wat zij (de jochies) dan ook vaak deden, was 'karbiet schieten': karbiet in een blikje, lucifer erbij en ....... BOEMMMM!  :D

groetjes
Netteke


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-08-2009, 13:57:59
Zier,
Afzetting Volkszeebad was omgeveer vanaf de hoge trap van de Seinpost tot even voor het Schuitengat.
Vanaf Schuitengat tot havenhoofden alles vrij.

Afzetting Maatschappy Zeebad ( luxe bad ) was ongeveer vanaf Kurhaus tot +/- 150 meter in zuidelijke richting.

Vanaf hier tot Volkzeebad alles vrij.
Vanaf Kurhaus in noordelijke richting ook alles vrij.

Overdag kon je dus niet een wandeling langs het strand maken. In noord of zuidelijke richting moest je altijd 2 maal omhoog naar de Boulevard.
's-Morgens vroeg en 's-avonds kon je onder door de afsluitings draden kruipen.
Overdag hoefde dit niet te proberen, want dan werd je door het bad personeel terug gestuurd.

Zo was het voor 1940  en ook na 1945 tot    ?   toen de beide zeebaden zijn opgehouden te bestaan.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: garrent op 01-08-2009, 15:04:50
van wat voor tijd spreken jullie over die strand afzettingen.??
zier

Nou die is er zeker tot 1965 geweest als het niet langer was.  Karel


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 01-08-2009, 15:18:13
ja die afzetting kan ik me nog wel herinneren terhoogte van de seinpost.
eind jaren '50 begin jaren '60.
dat waren paaltjes met prikkeldraad er langs ,was met laagwater altijd een smeerig gezicht alles bleef er aan hangen.
werkten bij mij altijd als een roode lap op een stier,want hoe haalden ze het in der hersens om het strand af te zetten door die tenten boven aan.
klom der dan ook altijd grif overheen trots dat je in het pak was met overhemd en stropdas en gepoetste schoenen.
maar vreemdeling ik had nooit geen moeilijkheden met de eventueele badmeesters,want ik had altijd een mooi middel bij me waar ze ontzag voor hadden ,en als er der is 1 dat niet had dan had die een probleem.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 01-08-2009, 16:24:09
ik had nooit geen moeilijkheden met de eventueele badmeesters,want ik had altijd een mooi middel bij me waar ze ontzag voor hadden

 ;D ;D Had je dan een valse hond naast je lopen  ??? ;D ;D ;D

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 01-08-2009, 19:20:35
nee karel ze waren volstrekt niet fals,maar ze waren nog al uit de kluiten gewasen,de eene was tedie en de ander was bino en de verstand houding van die honden met mijn persoon was van dien aard dat als er iemand naar me wees was die subiet ze'n vinger kwijt.
ik nam er wel der is 1 mee naar huis om 6 uur om te eten ,en als ik dan gegeten had en in slaap viel in de libertystoel dan lieten ze me wel der is slapen ,en dan riepen ze me om een uur of 11 en dan zijden ze moet je iet naar boven en dan nam ik de hond mee deur dicht dan had ik geen last dat ze me vroeg waker makten want dan dorsen ze niet de deur open te doen.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-08-2009, 19:44:14
Nelleke,
 Ik kan mij ook niets van zulk soort feesten herinneren.
Alleen in 1938 een feest ter herdenking,van de 125 jaar geleden landing van de prins op Scheveningen in 1813.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 01-08-2009, 21:09:25
ik had nooit geen moeilijkheden met de eventueele badmeesters,want ik had altijd een mooi middel bij me waar ze ontzag voor hadden

 ;D ;D Had je dan een valse hond naast je lopen  ??? ;D ;D ;D

K

nee karel ze waren volstrekt niet fals,maar ze waren nog al uit de kluiten gewasen,de eene was tedie en de ander was bino en de verstand houding van die honden met mijn persoon was van dien aard dat als er iemand naar me wees was die subiet ze'n vinger kwijt.
ik nam er wel der is 1 mee naar huis om 6 uur om te eten ,en als ik dan gegeten had en in slaap viel in de libertystoel dan lieten ze me wel der is slapen ,en dan riepen ze me om een uur of 11 en dan zijden ze moet je iet naar boven en dan nam ik de hond mee deur dicht dan had ik geen last dat ze me vroeg waker makten want dan dorsen ze niet de deur open te doen.
zier

 ;D ;D Nou Zier; dat van die valse hond was een pure gok van me.

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-08-2009, 07:45:31
Nelleke,
Van 1938 herinner ik nog wel dat de hoogste klassen van de lagere scholen liederen hadden ingestudeerd.
Waarschijnlijk voor een obade.
Mijn broer deed hier ook aan mee, ik zelf niet.

Een klein gedeelte van het lied weet ik mij te herinneren.

Wat vreugde toen wij zagen
   hoe 't Franse voetvolk ons verliet.
Nu komen blijder dagen
   wij vrezen langer niet.


Maar ziet, wie komt daar aangesnelt.
   't is Pronk die zeker nieuws vertelt.
Kom laat ons hem gaan vragen
 hoe is't daarginds gesteld.

Veel Scheveninger hadden oude kostuums aan.
C.J.M.V. gebouw in de Keizerstraat , waar de Prins werd "ingehaald ", was versierd. Ook meerdere plaatsen in het dorp.
Zie ook plaquette aan de voorgevel C.J.M.V. gebouw.

Wat ik me nog wel herinner is......
Mijn broer kwam drijfnat thuis.
In zijn jeugdige enthousiasme was hij de zee ingelopen, om de sloep, waarmee de Prins op het strand landde, te begroeten.

Ofschoon ik 1n 1963 niet meer op Scheveningen woonde, is dit feest nog eens herhaald.
Op deze side staat iets hierover vermeld m.b.t. het opleidingsschip voor de visserij , de Zeearend met schipper M.Taal

Misschien in 2013 de viering van 200 jaar bestaan ?

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-08-2009, 14:48:35
Nelleke,
Uw vader spreekt over Pinksteren.
Eerste Pinksterdag zullen er zeker geen activiteiten zijn geweest.
2e Pinksterdag in de namiddag waren op het noordelijke gedeelte van de Boulevard de intocht van de wandelmarsen, welke op deze dag voor diverse afstanden werden gehouden.
Deze intocht trok veel bekijks, vaak op het laatste stukje van de etappe  begeleidt door een muziekkorps. Kleinere groepen begeleidde zich zelf met zang en kleppers.
Ik ben van mening dat dit ook nog plaats vond na 1945.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-08-2009, 14:53:32
Misschien in 2013 de viering van het 200 jarig bestaan.

Misschien ddoe ik mee  !!!!!!

Ik heb nog een zwarte trui met kabelslag liggen , een Engels leren broek en een "ruig "jek.

Ook nog een complete Scheveningse dracht.

Ik ben er klaar voor !

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Netteke op 03-08-2009, 08:46:15
Vreemdeling...

Mijn vader spreekt over 'rond Pinksteren', hij weet zeker dat het niet tijdens Pinksteren was en dit jaarlijks festijn heeft hij alleen meegemaakt als klein jochie en het kwam na de oorlog niet meer terug.
Het was geen inhalen van wandelaars of een ander 'sportfestijn' en het was ook niet de viering ter herdenking van het landen van de prins.

De datum van Waterloodag (of Oranjedag) klopt met 'rond Pinksteren', ook het feit dat teertonnen in de brand werden gestoken klopt met het vieren van een Oranje evenement en deze traditie (in de 'geschiedenisboeken' wordt regelmatig gesproken van het branden van teertonnen bij een feestelijke gebeurtenis van het Koningshuis).

Info over Waterloodag:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterloodag (http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterloodag)

Ook ik hoop dat de viering van de 200-jarige herdenking in 2013 in Scheveningen uitgebreid en traditioneel gevierd zal worden! Het verhaal zelf vind ik prachtig en de manier hoe de Scheveningers destijds de Prins inhaalden is uniek te noemen!!
Alleen al het feit WIE die historische rollen zullen gaan vervullen, maakt me al heel nieuwsgierig  ;)

vriendelijke groet
Netteke


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-08-2009, 11:23:21
Nelleke,
Bedankt voor reactie.
Hiervan kan ik mij niets herinneren.
Zijn er anderen die hier iets over weten ?
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-08-2009, 17:56:20
In de Topic  Herinneringen aan de "Bloedpoort" no. 5. is een passage gewijd aan  Desinfecteren.

Niet alleen huizen werden gedesinfecteerd maar ook schepen.
Niet zo lang voor 1940 zag je hier en daar in ons dorp nog wel eens op een aanplakbiljet of mededelingen bord op een huis staan met de volgende mededeling........  Gevaar, Niet betreden, Wordt gedesinfecteerd.

Van de huizen waren dan ook de deuren en ramen geheel afgeplakt.

Dit kwam ook voor bij loggers. Veelal betrof het dan een " Mewa " logger.
De bemanning van deze loggers bestond een groot gedeelte uit Polen. Deze Polen hadden tussen de reizen een onderkomen aan de oude haven.

Het is zelfs voorgekomen dat een "Mewa "logger werd gedesinfecteerd en op hetzelfde moment ook het onderkomen van deze Poolse bemanning aan de oude haven

Loggers en gebouwen mochten gedurende 24 uur niet betreden worden.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 03-08-2009, 18:00:08
was dat voor de luizen of voor de kakkerlakken.??
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 03-08-2009, 18:36:11
Vreendeling .
Wist je dat alle bussen en trams tweemaal per jaar nog steeds gedisinviteerd woorden . Dit is niet tegen luis of kakkerlakken maar tegen vlooien . Het gebeurd zowel in het stads maar ook in het streekvervoer . Van toeringcars weet ik het niet maar zal mij niets verbazen .

Groetjes Henk K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 03-08-2009, 19:10:17
Go roker,
Hoe wordt dat dan wel gedaan?
GR. B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 03-08-2009, 19:17:10
Ik heb op de bus gereden bij West Nederland dat nu connexion heet . Dat werd meestal in het weekend gedaan . Dan stonden de meeste bussen binnen . En dat ontsmetten werd gedaan door Rento kil


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 03-08-2009, 20:37:10
Dus je was buschauffeur bij toendertijd  West Nederland.
Welke stalling en ook over welke tijdsperiode hebben wij het dan?
B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 04-08-2009, 06:26:55
B@rt ik zat in Delft . Van 84 tot 91 .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 04-08-2009, 09:58:03
De vlooien springen door de ramen!!!!! :D :D

Wat een gezeik!!!!! :( :( :(


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 04-08-2009, 11:09:52
Hier nog een leuke link van TV West over de poolse vissers in Scheveningen.

http://televisie.westonline.nl/programmamakers_tv/dat_was_toen_zo


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 04-08-2009, 12:42:37
Vreendeling .
Wist je dat alle bussen en trams tweemaal per jaar nog steeds gedisinviteerd woorden . Dit is niet tegen luis of kakkerlakken maar tegen vlooien . Het gebeurd zowel in het stads maar ook in het streekvervoer . Van toeringcars weet ik het niet maar zal mij niets verbazen .

Groetjes Henk K
ik wens jullie allemaal SMAKELIJK eten!! ::) ::) ::) ::) :-X :-X :-X


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-08-2009, 14:25:10
Het is onfatsoenlijk om pardoes afscheid te nemen, zeker als er nog vragen zijn gesteld en reacties zijn gegeven.

Zier,
Het betreft luizen en waarschijnlijk ook kakkerlakken.

Roker en C.Bal 
Bedankt voor aanvullende inlichtingen per reactie.

Schub.
Aangaande de 2 vacatures bij het Schevenings toneel ..
Ik woon te ver weg en waarschijnlijk te oud.
Wellicht het overwegen waardt voot jezelf en vriend C.Bal
Ik zal voor lopig even kalm aan doen en wat herinneringen in voorraad maken.
Als de rust is weergekeerd zal ik wel weer eens wat publiceren.

Nogmaals gegroet

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 06-08-2009, 11:28:58
Mijns inziens is dit geen forum, maar een religie.
Want diegene die (terechte) kritiek heeft op het Opperwezen wordt door de gelovigen verketterd en in de ban gedaan.

Vierboet.
Wat is terecht, iedereen mag kritiek geven. Als je maar de waarde en normen in de gaten houd. Ik ben ook niet gelovig opgevoed, maar ik respecteer ieders zijn geloof als ze mij ook maar in mijn waarde laten.  ;D Dit is het laatste wat ik hier over zeg.  ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-08-2009, 12:13:57
laten we nu eens niet op de man maar over het onderwerp
 hebben


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-08-2009, 12:51:23
dat de anderen je voorbeeld mogen volgen
 maak mij blij


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 06-08-2009, 15:40:00
vierboet ben jij cor vrolijk????


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Vierboet op 06-08-2009, 16:48:00
vierboet ben jij cor vrolijk????

Nee Spienet,

Vierboet heet Kees.

Gr. Vierboet


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: JaapvD op 06-08-2009, 19:14:11

 Je bent een WIJS man Rinus ;)

              grts Jaap


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 06-08-2009, 19:42:42
B@rt ik zat in Delft . Van 84 tot 91 .

Roker ik sta verstelt, aannemend 6/7 jaar West Nederland,
ik stuur je een PBtje.
HG. B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 06-08-2009, 19:44:32
ik heb geen PB ontvangen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 06-08-2009, 19:54:51
Ja, hallo Roker toch,
Ik kom net van mijn werk, mijn vingers zijn nog dik van het sturen, ik geef alleen aan dat je binnenkort een PBtje van mij kan verwachten. Dus dat komt er echt wel aan, maar even geduld je likkend wel een passagier voor lijn 19 de rails ligt er al.
B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 06-08-2009, 19:57:38
 ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 23-08-2009, 11:33:04
sory heb wat berichten verwijdert om dat
 de links die er bij stonden tegroot waren en
 het beeld uit mekaar trokken vandaar


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: dicky op 23-08-2009, 11:40:15
Metser,

Als ik het goed begrepen heb...was er geen katholiek onderwijs in duindorp...wel een peuterschool.

mijn nichten en neef die de Heldering school bezochten...heten Plugge.

Gr.Dicky






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-08-2009, 18:33:35
Metser,
Dank voor uw reactie t.a.v. eiland Schonen.

Waarscjijnlijkk maakte u een kleine type fout toen u "Pietje typte.
Uw bedoeling was Piet , je  enz.
Nu staat er een heel andere zin en geen belediging.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 23-08-2009, 23:09:38
Beste Metser,

Mag ik u vragen waar u ongeveer in de Voornsestraat gewoond heeft. We  hebben namelijk zeer dicht met elkaar geleefd ik woondde namelijk in de pluvier straat tegen over de Familie Blok ( De bekende  schipper Zier Blok ) En de OLS  Tesselssestraat 63  1956 / 1964  Tja ik was niet de beste leerling. Dat terzijde hebben we zeer dicht in elkaar leef omgeving geleefd. De Fam. Strom Vader moeder en een oudere zoon die moeilijk van de drank kon afblijven en geregeld dronken vanuit cafe meue Aal thuis kwam en een katukse familie waarvan de oudste jonge volgens mij Jaap heette en zowel Arie als Jaap en ik duiven hadden. Zou het leuk vinden als je me antwoord

Witkwast     


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 24-08-2009, 11:07:15
hallo wat is dat nou,pb'jes in coroneetjenstreet.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 24-08-2009, 20:38:22
hallo wat is dat nou,pb'jes in coroneetjenstreet.
zier

Een beetje wel Zier we hebben namelijk met weer een Duindorper te maken.

Witkwast.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 24-08-2009, 20:57:10
witkwast je weet tog ook dat als je je eigen een schev.wilt noemen dat dan je roots in duindorp moeten liggen.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 24-08-2009, 21:36:01
zoek je mot ik ben een scheveninger ik hou van schevenimgen duindorp is onze fietsen stalling  witkwast bijt van je af ik ben een scheveninger en ik hou van ons dorp hoezee henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 24-08-2009, 22:06:27
Ik wil niemand voor de schenen schoppen,  zelf ben ik een Duindorper Henk en Duindorp was vroeger eigenlijk het betere deel van Scheveningen. Maar mijn tekst was een beetje ongelukkig neergezet ik had moeten schrijven dat we een Duindorper erbij hebben gekregen.

Oohh, ik hou van Scheveningen  " SCHEVENINGEN LEEFT " afgelopen weekend is dit maar weer eens bewezen.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 24-08-2009, 22:20:35
witkwast je weet tog ook dat als je je eigen een schev.wilt noemen dat dan je roots in duindorp moeten liggen.

Zee Zier.

Het wordt er ier iet beter op, ga eirst maer met vekansie, near un warm land, zel wel kikke of ik trug kom.
Denk ut wel, ik ou ook van Scheveningen mear iet van dat durp over ut vervursing ;D
Dag hoor :-* :-*


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 07:29:14
Kort geleden kwam ik in de computer bestanden het onderstaande liedje tegen.
Waarschijnlijk afkomstig uit Zwartewaal.
Hulde aan deze niet Scheveningse zeelui.


Allen die willen naar Island gaan.

Allen die willen naar Island gaan
Om kabeljauw te vangen en te vissen met verlangen
Naar Iseland, naar Iseland, naar Island toe
Tot drieëndertig reizen zij zijn nog niet moe

Komt ons de tijd van de fooie aan
Wij dansen met behagen en wij weten van geen klagen
Maar komt de tijd, maar komt de tijd naar zee te gaan
Dan is er wel ons hoofd van zorgen zwaar belaân

Als er de wind van het noorden waait
Wij gaan naar de herberge en wij drinken zonder erge
Wij drinken daar, wij drinken daar op ons op ons gemak
Totdat de leste stuiver is uit onze zak
Als er de wind van het oosten waait

De schipper, blij van herten, zegt: "Die wind die speelt ons perten;
't Zal beter zijn, 't zal beter zijn, 't zal beter zijn,
Te lopen voor de wind recht Het Kanaal maar in."
Langs de Lezaars, de Schorels voorbij

Vandaar al naar Kaap Claire, die niet weet, hij zal wel leren
Toen komt er bij, toen komt er bij ons stureman
En hij geeft ons de koerse recht naar Iseland
Wij lopen 't eiland Rokol voorbij
Al naar de vogelscharen, dat kan ieder openbaren
En dan vandaar, en dan vandaar naar Bredefjord
En daar dan smijten wij de kollen buiten bord


Fooie = kermis
Lezaars = Kaap Lizzard
Schorels = Scilly eilanden
Kaap Claire = Kaap Clear
Rokol = Rockall
Bredefjord = Breidifjord op IJsland
Kollen = sleepnetten


Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 17:33:03
 




Sch.15  Bep.

Op 1e Paasdag 12 april a.s. is het 59 jaar geleden dat dit mooie schip verloren is gegaan

Bij de foto’s van de Sch.15 (periode tot 1940 ) op de  site Scheveningen Haven ( vis.Scheveningen ) staat de volgende vermelding.

1940. door Duits patrouillevaartuig ter hoogte van Terschelling tot zinken gebracht. Bemanning gered.

A.van der Veer  publiceerde in……
               VERLIEZEN NEDERLANDSE VISSERSVLOOT 
                                       1939  -  1945
het volgende.

Motorlogger Bep  SCH. 15
1916  Rotterdam  162 brt
J.J. van der Toorn Az,  Scheveningen.
Op 12 april 1940 door een bewakingsvaartuig van de Kriegsmarine in de grond geschoten nadat de bemanning het schip had verlaten.
De opvarenden werden naar Bremen gebracht en daar in de gevangenis opgesloten. Door tussenkomst van de Nederlandse consul kregen zij toestemming naar ons land terug te keren.

Wat weten wij precies van deze scheepsramp.

De volgende verslagen zullen hierin iets meer duidelijkheid brengen en waarschijnlijk meerdere vragen oproepen.

Verslag/ Afschrift

        V’tH / RvH                                          4 juli 1940

A. no.2409
Betreffende : scheepsramp “Bep”Sch.15
Bericht op apostille d.d. 26 juni 1940 No.260
Bijlage : diverse

            Onder terugzending van de mij bij nevenstaande apostille
aangeboden bescheiden heb ik de eer UHoogedelgestrnge mede te de-
len, dat door de Scheepvaartinspectie een onderzoek is ingesteld
naar de scheepsramp op 12 april 1940,overkomen aan de motorlogger
“Bep” SCH.15. De Raad voor de Scheepvaart heeft beslist, dat ter zake geen openbaar onderzoek zal worden gehouden.
            Uit het voorloopig onderzoek is mij gebleken, dat het vaar-
tuig , groot 151 Meg.ton bruto inhoud met geldig certificaat van
deuglijkheid en voorzien van duidelijke kenteekenen als Neder-
lands schip van 7 tot 12 April gevischt heeft in de buurt van
2 Deensche snurrevaadvissers, die voor anker lagen op naar schat-
ting  5 mijlen  West van Puzzle Hole  ( 54  20 N.Br en 4 19 O.L.)
           Deze waren de 12en te 5.45 v.m. verdwenen, het zicht was
slecht, men zag weinig meer van de andere visschers, die aldaar
in de buurt waren.
          Op 2 mijl afstand kwam een Duitsche treiler in het zicht,
die eenige schoten loste en langszij kwam. Aan de bemanning werd
beduid over te stappen. De bemanning mocht niets medenemen.
         Daarna werd het schip door een twintigtal schoten tot zinken
gebracht. De plaats werd door de schipper geschat op 54 25 N.Br.en
4 20 O.L.
         Uit afgenomen verhoor in Duitschland maakt de schipper op, dar
hij verdacht werd van het geven van berichten door middel van post-
duiven.
         Naar mijn meening is de gebeurtenis een onmiddellijk gevolg
van den oorlogstoestand. Er is geen enkele aanleiding te veronderstellen, dat door de bemanning van de ”SCH.15 “ eenige handeling is verricht in strijd met onze neutraliteit.
         Indien het noodig is te weten hoe het Departement van Economische
Zaken over deze zaak denkt, zou dit aan het waarnemend Hoofd van dat
Departement kunnen worden gevraagd.

                                                                     De Inspecteur-Generaal voor de Scheepvaart.



Je kunt je afvragen of dit een oorlogstoestand was. *
Wij waren op dat moment toch niet in oorlog met Duitsland.
Op 10 mei 1940 werd door Duitsland aan Nederland de oorlog verklaard
Of had het iets te maken met de gebeurtenissen welke op haar vorige reis waren voorgevallen.


*
 Op 19 maart 1940 vertrok het schip om 19.00 uur vanuit Ymuiden ter trawlvisserij waar gevist hoopte te worden in de buurt van het lichtschip Terschelingerbank.


Verslag / AFSCHRIFT
_____________
Bericht no.2 Scheveningen, 3 April 1940

Reisrapport

Motortrawllogger “Bep “SCH.15 Eigenaar J.J.v.d. Toorn
151 Br.reg.ton Schipper : Nicolaas Pronk

De schipper verklaart als volgt:

Vertrokken den 19 den Maart 1940 te 19 uur van IJmuiden ter trawlvisscherij. zetten koers naar het V.S. Terschellingerbank,
welk vuurschip op 20 Maart te 3.30 v.m. op korten afstand werd gepasseerd.
Op dit traject zijn geen mijnen, vliegtuigen, oorlogsbodems of andere schepen gezien.
Bij dit vuurschip werden een 20- tal Hollandsche visschersschepen gezien, o.a.
SCH.130, SCH 250, KW 78. Vischten tot 21 Maart steeds in de omgeving van het vuurschip en bevonden
ons te 2.30 v.m. op 13 á 15 mijl afstand van Terschellingerb. V.S. in peiling N t O pk (geen fout) Nadat het net gehaald was,
werd hierna gestoomd NNO 25 mijl ( diepte 21 vm ) en Noord 10 mijl, zoodat het gegist bestek was 54 15 NB en 4 05 OL
( diepte 24 vm ) Dit was op 21 Maart te 7 uur v.m. In ’t Noorden kwamen op dit tijdstip 3 trawlers in zicht op een afstand
van 7 mijl, n.l. 2 grote Duitsche marine stoom- trawlers en de stoomtrawler IJM.97 (“Bruinvisch “), welk schip opgebracht
werd. Deze schepen lagen in een ZZO-lijken koers en lagen voor de SCH. 15 over, passeerden en draaiden bij en kwamen
zoodoende achter de Sch.15 die, daar er geen seinen werden gegeven, met een vaart van 9,5 mijl zijn koers vervolgde.
Eén van de Duitsche trawlers gemerkt ) 4 ??, was geheel normaal geschilderd, nl een zwarte romp
( kleuren van de opbouw onbekend ) en voerde aan de gaffel van de bazaanmast een hakenkruisvlag.
Zeker één , maar waarschijnlijk 2 vuurmonden op het achterdek gezien.
De 2e Duitsche trawler bleef op een afstand van ruim een halve mijl. Van dit schip is verder geen notitie genomen,
daar de eerst genoemde trawler 5 stooten op de stoomfluit gaf, waarna de SCH.15 dadelijk stopte.
Eerst werd er per scheepsroeper het een en ander gevraagd,hetgeen echter niet verstaan werd.
De Duitsche trawler stoomde met een vaart van ongeveer 9 mijl naar de SCH.15 toe en stootte aan bakboord zijde tegen dezen
logger aan, zoodat de verschansingsstijlen werden krom gezet De bedoeling was, dat er eenige matrozen zouden overspringen,
hetgeen echter niet gelukte, omdat Duitsche trawler te hoog lag en de sprong aan dek te gevaarlijk zou zijn.
Hierna werd door de Duitsche trawler een boot uitgezet en kwamen er 3 matrozen en één bootsman met gerichte
revolvers in de hand aan boord van de SCH. 15.
De bootsman bezette dadelijk het stuurhuis, één matroos ging in de achterkajuit en bewaakte de radiozender en twee andere
matrozen bewaakte de motorkamer.
De schipper werd in het stuurhuis geroepen en werd door de z.g. bootsman met een op hem van dichtbij gerichte revolver ontvangen.
De zeekaart, het journaal en andere scheepspapieren moesten worden gehaald.
Het journaal werd even ingezien en daarna moest worden duidelijk gemaakt hoe in de stuurhut de motor op voor en achteruit moest
worden gezet. De gehelebemanning en ook de schipper moest beneden deks blijven.
Er werd nu gedurende één uur vooruit gevaren en daarna afwisselend zacht-aan en achteruit.
Alleen de motordrijver kreeg af en toe gelegenheid om de motor te verzorgen.
Van 21 op 22 maart te 12 uur werd er geankerd.
Op verzoek kreeg de bemanning op 22 Maart van 7 -9 uur v.m. gelegenheid om de visch, die nog aan dek lag, te verwerken.
Hierna moest de bemanning weer naar beneden en is het schip gaan stomen tot 12 uur, waarna er wederom werd geankerd en wel bij Borkum.
Indien tusschentijd waren de Duitschers zeer correct en vriendelijk geworden.
Eerst om 3 uur n.m. kwamen er officieren aan boord, die op het schip een onderzoek hebben ingesteld en in de achterkajuit
slechts twee kooien hebben nagezien. De officieren zijn hierna naar den wal gegaan en te 4 uur n.m. kwam één der officieren zeggen,
dat het schip vrijgegeven was. De schipper moest een geschreven bewijsje teekenen, waarop ongeveer stond dat de SCH.15
was opgebracht en de bemanning goed was behandeld.
De trawler “Bruinvisch “kreeg een loods aan boord en de SCH.15 vertrok daarachter tot de Huibert ton.
Hier werd de Duitsche loods door de Duitsche loodsboot afgehaald, nadat er order gegeven was, dat alle lichten gedoofd
moesten blijven en dat het schip om verder te stoomen steeds de 7 vaamlijn moest houden.
Het schip heeft hier tot 22 Maart 6 uur v.m. ten anker gelegen en is wederom naar dezelfde vischgronden vertrokken.
Op den 29 Maart zijn 2 Duitsche vliegtuigen gezien, welke om de West koersten.
2 April te 4 uur v.m. werd de visscherij beëindigd, te 10 uur v.m. L.S. Terschellingerbank gepasserd en te 23.30 werd er te Scheveningen gemeerd.
Op dit laatste traject niets bijzonders gezien.

Op de SCH. 15 waren de gebruikelijk Hollandsche kenteekenen aangebracht n.l. aan sb en bb. Op de verschansing de naam Holland,
een geschilderde vlag op sb. en bb. boeg en op het stuurhuisch en tevens op de bezaan een geschilderde Hollandsche vlag
met eveneens de naam Holland.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 17:41:39
vervolgVerslag

2e.   A.Korving, 1ste motordrijver, verklaart als bovenstaande en bovendien het volgende:
        Donderdagmorgen 21 Maart te 10 á 11 uur v.m. toen hijde gelegenheid kreeg om van de kajuit over dek naar de motor ingang te gaan, zag hij dat er op den Duitsche trawler aan de gaffel van de bazaanmast een Hollandsche vlag geheschen was in plaats van de Duitsche hakenkruisvlag, die er oorspronkelijk gehangen had.
       Voor de tweede maal heeft hij dit te 0.30 n.m gezien.
       In dien tijd heeft hij niets bespeurd van vliegtuigen.

3e.   P.de Jong, 2e monteur verklaart bovendien:
        Toen op 21 Maart te 3 uur n.m. de overige bemanning lag te slapen en hij in het logies bij de hand moest blijven om af en toe den motor na te zien, hoorde hij motorgeronk.
        Eerst te 6 uur n.m. hoorde hij van een Duitsche matroos, dat het motor geronk afkomstig was van zes Engelsche vliegtuigen.
       Onder dit gesprek werd den Duitsche matroos ook gezegd, dat zij gezien hadden, dat  de Duitsche trawler een Hollandsche vlag voerde, hetgeen hij, de Duitsche matroos, bevestigde met de meededeeling dat wanneer zij dit niet gedaan hadden, de Duitsche trawler zeker beschoten zou zijn geworden.
   
       Den leeftijd van de matrozen en de bootsman schatte hij op 25 á 30 jaar.
       Op het achterschip van den Duitsche trawler heeft hij zeker één kanon gezien, gedeeltelijk afgedekt met een zeil.
   

                                                                       Scheveningen 3 April 1940
                                                        De expert bij de Scheepvaart-Inspectie
       
                                                                          w.g.  F.Berkhout

Aan den Chef van het Bureau  Zeeverkeer
Badhuisweg 171
’s-Gravenhage


’s-Gravenhage, 6 Mei 1940
Voor eensluidend afschrift

(  Onleesbare handtekening )
Lijkt op Seventer ?

Verslag

                                         
Inspecteur –Generaal
…….r de Scheepvaart
H.B.
                                                            Afschrift
                                                                              ’s-Gravenhage, 4 april  1940

  Vervolg van het rapport over de aanhouding van den motorlogger “Bep “ SCH. 15.


Maarten Pronk,  stuurman.
       Deze Pronk maakte tegen den Duitschen bootsman de opmerking dat, wanneer er nu eens Engelsche vliegtuigen overkwanen, dit gevaarlijk zou zijn voor de SCH. 15
       Hierop antwoordde deze bootsman :  “Geen nood, want wij zijn nu allemaal Hollandsche schepen “.
       Er was één Duitsche matroos, die behoorlijk Hollandsch sprak en die,
Zooals hij vertelde, een Hollandsch diploma voor stuurman ter visscherij had. Deze matroos kende zelfs verschillende schippers uit IJmuiden.
       M.Pronk heeft een kanon gezien op het voorschip, één op de brug en één op het achterschip.

        Hij heeft op den boeg gezien, de naam “THETIS “de letters waren ongeveer 2 dm. Hoog en daarachter iets lager en ongeveer 2 maal zoo hooge letters en cijfers  “O. 46 “.

Zier Spaans, matroos
       Heeft niets van de Hollandsche vlag op den Duitsche trawler gezien en ook niet gemerkt, dat er vliegtuigen zijn overgevlogen.

Leen de Jong, matroos
      Kan niet met zekerheid zeggen of hij de Hollandsche vlag op een Duitsche trawler heeft gezien.



Aan de Heer Chef van
        het Hoofdbureau Zeeverkeer,
        Badhuisweg 171
        ’s-Gravenhage

Verslag
                                                           
Leendert Spaans, matroos
       Wel even boven geweest en heeft een Hollandsche vlag gezien, maar durft niet met zekerheid te zeggen of die van den Duitsche trawler of van de
“Bruinvisch “was.

Piet de Jong, jongste, oud 17 jaar

     Deze Piet de Jong is verschillende keeren tijdens het opbrengen even aan dek wezen kijken.
     Eén keer heeft hij duidelijk gezien, dat één Duitsche
Trawler de Hollandsche vlag voerde aan de nok van de gaffel van de bazaanmast.
     Deze gaffel stond even over stuurboord . Een zeil was niet aangeslagen.
     Hij heeft gezien, dat er op de boeg stond “O 46 “en daarvoor de naam “THETIS “.

     


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 18:23:22
In 1995 wilde men ter herdenking aan de bevrijding van Doetinchem in 1945, een boek uitgegeven over deze oorlogs periode..
Piet Es werd aangezocht om ook iets te schrijven over de oorlogs ervaringen in Doetinchem als evacuee.
Door mij onbekende redenen kon Piet Es hieraan geen gehoor geven en heeft hij mij verzocht om hierover iets te schrijven., wat ik dan ook heb gedaan.
Bij de herdenking van deze bevrijdingsdag ben ik aanwezig geweest,
Ook bij de presentatie van het uitgegeven boekwerk.
In het boek is heel weinig geschreven over de gedwongen evacuatie van Scheveningers naar Doetinchem en de door mij verstrekte gegevens zijn summier gebruikt.
Als "dank" voor mijn tijd en "goodwill " mocht ik zelfs het boek kopen. 

Evacuatie..
Langzaam, piepend en kreunend, kwam de stoomtrein tot stilstand op het geheel verlaten en in duisternis gehulde station van Doetinchem. Het was een kille zondagavond in oktober 1941.
    De gehele treinreis, vanaf Den Haag tot Doetinchem, was ook in kilte en donkerheid afgelegd. De treinen onverlicht, met uitzondering van hier en daar een spaarzaam brandend blauw gekleurd lichtje in de wagons. Het landschap, wat aan ons oog voorbij trok achter de beslagen ramen, was al even troosteloos en donker. Nergens een lichtje te bespeuren. Overal duisternis in verband met de verplichte verduistering door de bezetters.
Zou onze toekomst, op de voor ons onbekende bestemming Doetinchem, even troosteloos en donker zijn?
Zou deze evacuatie de enige en laatste oorlogservaring zijn die wij zelf aan den lijve zouden ondervinden?

Al ver voor deze gedwongen evacuatie door de bezetters, werden wij in Scheveningen al geconfronteerd met de op hand zijnde oorlog en oorlogshandelingen.
De bevolking van Scheveningen was voor het grootste deel werkzaam in de visserij of de aanverwante industrie en handel. Een ander gedeelte was werkzaam op de koopvaardij of kustvaart. Toen in september 1939 de oorlog uitbrak tussen Duitsland en Engeland, bevond zich praktisch de gehele vissersvloot op zee, ter hoogte van Doggersbank en Schotse kust. Daar gevechten tussen Engelse en Duitse oorlogsschepen niet ondenkbaar waren, waarbij onschuldige schepen, liggend in het schootsveld van deze oorlogsschepen, getroffen konden worden, werd door de reders van de visserijvloot besloten de schepen naar huis terug te roepen.
De oorlog van ‘14-’18 was nog niet vergeten. Toen hadden er in Scheveningen honderden mannen en kinderen het leven gelaten op zee,  getroffen door mijnen en beschietingen.

Slechts enkele schepen waren in 1939 uitgerust met radiotelefonie. Na de oproep van de reders om naar huis terug te keren, hadden deze schepen de anderen gewaarschuwd voor de te verwachtte gevaren en verdere orders doorgegeven. Ik kan mij nog heel goed herinneren, hoe de  vloot op een zondagmiddag op de rede van Scheveningen aan kwam en wachtte op het tijdstip van hoogwater om de haven binnen te kunnen lopen. En steeds maar weer verschenen er meer schepen in de verte. Van de vissersbevolking was bijna iedereen op de boulevard aanwezig, om met kijkers te speuren of het schip waar man, kind of vriend op voer, reeds op veilige rede was gearriveerd.
Zodra het hoogwater werd, liepen de schepen de haven binnen en direkt werd er naarstig geïnformeerd naar schepen, die nog niet gesignaleerd waren. Zo mocht ik zelf aan boord van het ene schip mijn vader begroeten. En mijn 12 jarig broertje, dat voor zijn plezier een vakantiereis mee geweest was, bevond zich op een ander schip.
Na een afwachtende houding gedurende enkele weken gingen toch weer enige schepen naar zee, want de maanden september, oktober en november waren voor de haringvisserij hoogseizoen.
Grote vangsten op relatief korte afstanden van de Nederlandse kust. Dit in tegenstelling tot de maanden eerder in het jaar, waar de vangstgebieden veel verder afgelegen waren en de reizen langer duurden.
Door deze gang van zaken werden veel vissers noodgedwongen werkeloos. Al spoedig zouden velen te werk worden gesteld in de D.U.W. (Dienst Uitvoerende Werken). Anderen werden gemobiliseerd of namen vrijwillig dienst bij de vaartuigendienst voor bewaking van bruggen en havens.
De werkzaamheden bij de D.U.W. bestonden veelal uit ontginningswerkzaamheden of aardappels rooien. Meestal in de noordelijke of oostelijke provincies. Zodoende waren de mannen veelal twee weken van huis, waarna een weekend verlof van zaterdagmiddag tot maandagochtend volgde. Zij waren gewend aan het zware vissersleven, maar het nu uit te oefenen beroep met schep en kruiwagen was ook geen lolletje. Maar wat moest je anders ? Thuis zaten vrouw en kinderen, waar geld voor nodig was om het huishouden draaiende te houden. Men was nu weer eens  jaloers op collega’s die toch het risico namen om te gaan vissen. En dan weer was men opgelucht om niet naar zee te hoeven. Vooral na de berichten die kwamen in april 1940.
Het vissersschip SCH. 61, genaamd “Willie”, werd vermist en van de  SCH. 15, genaamd “Bep”, werd ook niets vernomen.
Achteraf bleek dat het schip SCH. 15 door een Duits oorlogsschip in de grond was geschoten, op beschuldiging van spionage. De bemanning kreeg bevel aan boord van het Duitse oorlogsschip te  stappen en na enkele dagen werden zij in Wesermunde in de gevangenis opgesloten. Voor verhoor. Zonder dat familie, reders of regering hiervan in kennis waren gesteld.
Net voor het uitbreken van de oorlog tussen Duitsland en Nederland werd deze bemanning vrijgelaten en was er in vele gezinnen weer blijdschap na voorgaande droefenis.

Na mei 1940 was het in Scheveningen met de visserij-aktiviteiten vrijwel gedaan. Slechts de kustvisserij mocht nog worden bedreven. Zij het met kleine scheepjes. Deze voeren alleen overdag en moesten iedere avond in de haven terugkeren.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 18:31:35
vervolg 
De grotere schepen werden door de Duitsers gevorderd om dienst te doen als voorpostenboten of patrouilleboot. Of als Rode Kruis vaartuigen. Het havengebied werd “sperr gebiet”, evenals het strand, de duinen en het dorp Scheveningen. Een deel van Den Haag was hetzelfde lot beschoren, waarbij de bevolking gedwongen werd te evacueren.
Voor diegenen, die zelf een evacuatie-bestemming hadden weten te vinden, was het lot minder hard als voor de mensen die later willekeurig in het gehele land gedwongen werden ingekwartierd.
Door de onvrijwillige werkeloosheid van mijn vader na zijn kort verblijf in de militaire dienst, werd hij te werk gesteld in Groningen, Drenthe, Winterswijk, Aalten en Doetinchem. Zodoende had hij een eventueel evacuatie adres gevonden bij familie Bulten op de Varseveldseweg in Doetinchem. Daar verbleef hij namelijk als kostganger tijdens zijn werkzaamheden rond Doetinchem.
Nu wij een toevluchtadres hadden, dachten mijn ouders op een ordelijke wijze te kunnen verhuizen. Niets was minder waar. Heel plotseling kwam ook voor ons de evacuatie. Op een zondag.

Scheveningen was in die tijd een echte protestantse gemeenschap, met zeer kerkelijke mensen, die de zondagsrust respecteerden. Ook deze zondag waren mijn vader en moeder naar de ochtenddienst in de Oude Kerk gegaan en wij, de vier kinderen, woonden een kinderkerkdienst bij in een wijkgebouw. Toen wij thuiskwamen stond tot onze grote verbazing voor ons huis een vrachtwagen te wachten. Geen verhuisauto, maar een gewone open vrachtwagen. Gauw genoeg waren wij erachter waarom deze vrachtwagen daar stond.
Chauffeur en bijrijder wilden zo spoedig mogelijk alles opladen en ons meubilair en kleding verhuizen naar Doetinchem. Gelukkig kwamen al snel ook mijn ouders uit de kerk en ook hen sloeg de schrik om het hart.
Niets was er nog ingepakt! De wekelijkse was stond in het sop om de volgende dag te worden gewassen. Aardappelen en groenten stonden schoongemaakt klaar, en het stukje vlees , dat ’s zaterdags al was gebraden, lag te wachten in de pan.
Van het middagmaal is weinig terechtgekomen. Er moest worden aangepakt om alles zo snel mogelijk in te pakken en op te laden. Voor ons kinderen was het geheel een uniek gebeuren, want onder de Scheveningse bevolking werd toen nog strikt de zondagsrust gerespecteerd. Zo zouden wij ook later op de dag met tram en trein naar Doetinchem vertrekken. Een reis, waarvan wij nooit hadden verwacht dat zoiets ons ooit op zondag zou kunnen overkomen.
Ondanks het haastige inpakken en opladen van de huisraad en ondanks het feit dat het voertuig geen verhuisauto was, bleek de volgende dag, bij het uitladen van de auto, dat er niets beschadigd of gebroken was.

Wij, de kinderen, vonden de reis naar Doetinchem heel spannend. Een vreemde bestemming lag voor ons, bij onbekende mensen, ver van familie en vrienden. In het begin van de reis waren we uitbundig en spraakzaam, bezig met het avontuur dat ons stond te wachten. Maar hoe langer de reis duurde en hoe vermoeider wij werden, werd ons luidruchtig enthousiasme minder en vervielen onze hoge stemmetjes in stilte.
Ik denk niet dat mijn moeder ons enthousiasme deelde. Zij moest alleen met haar vier kinderen, variërend in leeftijd van 8 tot 14 jaar, deze reis ondernemen. Haar man was in Scheveningen achtergebleven om ’s maandags de verhuis-rompslomp te regelen. Want ondanks de evacuatie was dit niet mogelijk op zondag en na het opladen was hier ook geen tijd meer voor geweest.
Een onbekende bestemming, onbekende mensen, gaan inwonen bij anderen. Hoe lang zou het duren? Zou alles goed gaan? Dat moet zij gedacht hebben in die donkere trein, op die kille donkere herfstavond.
Heel dit gebeuren heeft een grote indruk op haar gemaakt en nog steeds weet zij zich veel te herinneren. En ondanks haar 91ste levensjaar, en na 50 jaar bevrijding, komen deze gevoelens nog steeds tot uiting in gesprekken hierover.

Laat in de avonduren kwam eindelijk onze reis ten einde op het station van Doetinchem. Mijnheer Bulten, bij wie wij zouden worden ingekwartierd, stond ons al op te wachten. Voor ons een volstrekt onbekende, maar hij zal ons direct hebben herkend aan de Scheveningse dracht van mijn moeder. Van het station naar de Varseveldseweg was nog een behoorlijk eind lopen en tijdens deze tocht werden we ons al snel gewaar van onze nieuwe omgeving. Hier geen frisse zeelucht, maar onbekende geuren van het platteland. Ook andere geluiden, zoals het loeien van koeien, blaffen van honden en hanengekraai.
De familie Bulten had deze zondag ook niet stilgezeten. Nadat zij op de hoogte waren gesteld van onze komst, hadden zij een gedeelte van het huis ontruimd. Na de begroeting, met een heerlijke kop koffie of een glas melk, hebben we nog even na gepraat over de wederwaardigheden van deze dag. Maar daarna zijn we snel naar bed gegaan. Hoewel, naar bed gaan is een te groot woord. Deze nacht moesten wij ons nog behelpen en sliepen we naast elkaar op de harde vloer. Onze inboedel zou pas de volgende dag arriveren.

De volgende morgen, en de dagen die volgden, realiseerden wij ons pas echt dat wij waren verhuisd. Vanuit de voorkamer keken wij uit op een voortuin met herfstbloemen en de daar tegenover liggende Zuivelweg. Waar toen, met uitzondering van het tolhuis, weinig bebouwing was.
De Varseveldseweg was smaller dan nu en omzoomd met eiken bomen en aan weerszijden een ondiepe sloot. Aan de achterzijde van het huis een grote moestuin met daarachter bouwland. Aan de zijde van de Wiltinkbrug waren alleen de boerderij van Brunsveld en nog enkele huizen, waar, onder andere, Bulten de Timmerman woonde. En dan waren er ook nog enkele kleine sportvelden. Zoveel ruimte om ons heen waren wij op Scheveningen niet gewend. Behalve dan als wij aan de zee stonden.
Toch hadden wij vrij snel, na inrichting van huiskamer en slaapgelegenheid, ons normale leefritme weer teruggevonden.
Het huis van familie Bulten was een vrij nieuw huis en voor die tijd erg gerieflijk. Op de begane grond een voorkamer, achterkamer, hal, grote woonkeuken en grote bijkeuken En op de eerste verdieping drie slaapkamers en dan nog een grote zolder over de gehele lengte van het huis. Ons gezin kreeg de voorkamer en voorslaapkamer in gebruik en wij kinderen sliepen op de zolder. Keuken en bijkeuken moesten gezamenlijk worden gedeeld.
Al heel spoedig waren wij in onze nieuwe woon-en leefsituatie ingeburgerd. Voor ons als kinderen zal dit heel wat eenvoudiger zijn verlopen als voor mijn ouders. Keuken en bijkeuken gezamenlijk moeten delen, vreemde buren, andere leefwijzen en gewoonten.  Dat viel lang niet altijd mee.  Maar zij hebben zich er fantastisch door heen geslagen. Zeker voor die tijd, toen niemand nog vakantie-ervaringen had en men niet gewend was met vreemde mensen om te gaan.
Voor mij en mijn broers was het lopen in gareel weer spoedig daar. Dat betekende dus: naar school.

Ik kwam terecht op de Mulo school van de heer Blankensteijn. De school aan het Hovenstraatje,  waaraan ik na zoveel jaar nog zeer veel prettige herinneringen heb. Fijne schoolvrienden en schoolvriendinnen, waarvan sommigen helaas al heengegaan zijn.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 18:42:19
vervolg

Goede, strenge schoolleiding en prima leerkrachten zoals de heren Vrieze (de Beer), van Nee (Lange Jan), Stemerdink (Puckie), Blankensteijn (de Geit), Melieste, Kruijthof en Van der Schoot. Anders dan wij op Scheveningen gewend waren, was deze school een echte streekschool en kwamen de leerlingen van heinde en ver. Iedere morgen zag je drommen fietsers zich richting school begeven. Meestal werd er op elkaar gewacht en werd de rit gezamenlijk afgelegd. Voor zover ik me kan herinneren, waren Jan en Henny Lovink wel degenen die het verst van school woonden. Zij kwamen n.l. uit Ruurlo.
Aan de fietsen was meestal te zien of de betreffende ouders van deze kinderen zich meer konden permitteren als de doorsnee dorpsbewoner. Want als pa of boer of molenaar was, kon gemakkelijker ruilhandel plaatsvinden ten behoeve van een nieuwe of goede fiets. Later werden ook deze mooie fietsen taboe. Dat was toen de Duitsers fietsen vorderden of in beslag namen ten behoeve van eigen of militair gebruik.
In het begin van de evacuatietijd was Doetinchem rustig en vredig en was er van de oorlog weinig merkbaar. Behalve dan de aanwezigheid van Duitse militairen en het toenemende aantal evacuées. Ook andere gezinnen uit Scheveningen kwamen er wonen, maar het aantal is nooit zo hoog geweest als bijvoorbeeld in Aalten en Winterswijk. En zo waren er zondags in de kerk vele vrouwen in Scheveningse klederdracht te zien.
Aardig te vermelden is, dat die klederdracht in het begin veel verwarring schiep. Vooral voor jongere kinderen. Vaak werden vrouwen als “zuster” aangesproken. Men dacht van doen te hebben met een Rooms-Katholieke non.
Het dragen van de klederdracht heeft echter ook voor problemen gezorgd. In Scheveningen waren deze vrouwen immers gewend de mutsen naar een speciaal adres te brengen om te laten plooien. En aangezien er in Doetinchem niet zo’n mutsenplooister aanwezig was, werden deze mutsen op toerbeurt op de fiets naar Markelo gebracht. Daar was wel zo’n Scheveningse mutsenplooister geëvacueerd.
Ik heb zelf vele malen deze tocht moeten maken, op een fiets met houten of massief rubberen banden. Meestal moest hiervoor de zondag worden benut, omdat deze dag de enige vrije dag van de week was. Ook hebben vele Scheveningse vrouwen in die periode leren fietsen, wat in het begin lang niet meeviel door de lange rokken van de klederdracht. Maar noodgedwongen leerden de vrouwen het wel. De afstanden die hier moesten worden afgelegd, waren veel langer dan zij ooit in Scheveningen gewend waren geweest.

Langzamerhand merkte men ook in Doetinchem steeds meer van de oorlog. Zo vlogen er in ‘43 en ‘44 veel meer vliegtuigen over, op weg naar te bombarderen doelen in Duitsland. Ook zagen we steeds af en toe luchtgevechten en neergeschoten vliegtuigen.
Vooral in 1944 werd de oorlog goed merkbaar rond Doetinchem. Dat was na de landingen bij en de slag om Arnhem. Nog heel goed weet ik me te herinneren dat een SS-afdeling neerstreek rond de Varseveldseweg en inkwartiering vorderde in boerderijen en woningen. Zelfs bij ons in huis werd nog woonruimte gevorderd ten behoeve van een SS-officier. Gelukkig heeft deze situatie niet lang geduurd. Tot grote opluchting van de buurtbewoners.
Zo kwam allengs het strijdgewoel nader. Rond Doetinchem en Doesburg werden verdedigingswerken aangelegd. Het merendeel bestond uit loopgraven en schuttersputten. De benodigde arbeidskrachten hiervoor werden gevonden onder de oudere schooljeugd. Ieder jongen van 15 jaar of ouder, die niet beroepsmatig werkzaam was, moest zich melden voor deze arbeidsinzet. Na keuring werd bepaald waar men te werk werd gesteld en welk werk men moest doen.
Gelukkig werd ik van deze werkzaamheden vrijgesteld, omdat bij de keuring mijn lichaamslengte niet voldoende was. Ook hier zijn slachtoffers gevallen, toen in aanbouw zijnde stellingen door jachtvliegtuigen werden beschoten.
De voedselsituatie werd langzamerhand ook steeds slechter. Toch is deze nooit zo slecht geweest als in het westen van het land. In deze periode zag men dan ook steeds mensen uit het westen voorbij trekken, wanhopig pogend voedsel te bemachtigen bij de boerenbevolking van de Achterhoek.
Uiteindelijk kwam op 1 april 1945 toch de bevrijding. Maar het heeft voor ons nog tot het najaar van 1946 geduurd voordat wij naar Scheveningen konden terugkeren. En bijna waren wij zelfs in het geheel niet teruggekeerd! Mijn vader kreeg n.l. een andere baan aangeboden. Een betrekking, die hij heel graag had willen hebben. Na overleg in familiekring bleek dat de rest van het gezin geen bezwaar had om in Doetinchem te blijven. Nu gooide echter het ambtelijk apparaat roet in het eten. Er werd aan ons geen vestigingsvergunning verstrekt, ofschoon wij al in Doetinchem woonden. Zo waren wij toch gedwongen om naar Scheveningen terug te keren.

Met dank denk ik terug aan de tijd, doorgebracht in Doetinchem. Aan het land van “naoberplicht” en “witte wieven”. Aan de tijd op school waarin wij leerden zingen:

“Gelders mooie Achterhoek
 land van beuk en berk en eiken
 in wier lommer burchten prijken.”        en wat eindigende in
 
“Achterhoek blijft ons gespaard.”

Cor Spaans
Vlijmen 1995


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2009, 20:50:00
Vervol Bep.Sch.15

De schipper maakt zich bezorgd, dat na al deze mededeelingen, de Duitschers wraak zullen nemen.
Hij meende, dat de verandering van den naam en het nummer dit mogelijk zou kunnen voorkomen.

De expert bij de Scheepvaartinspectie
w.g. F.Berkhout

’s-Gravenhage, 6 mei 1940
Voor eensluidend afschrift.

Handtekening onduidelijk
( lijkt op Seventer )




Had schipper Nicolaas Pronk een vooruit ziende geest ?
Blijkbaar wel.

Over de SCH. 15 is reeds in een van de rubrieken van Scheveningen-Haven een kranten artikel geplaatst over de terugkeer van een gedeelte van deze bemanning.

De Telegraaf van 1 mei 1940 kopt met het volgende bericht.

Bemanning van de “Bep “
( door Duitschers in de grond geschoten ) Behouden Terug.

Treiler werd voor Engelsch schip aangezien.
Na langdurige verhooren
te Wesermunde eindelijk vrij.
’s-Gravenhage,1 mei, Er heerschte heden vreugde in Scheveningen en droefheid.
Vreugde in de gezinnen, waarvan de mannen en zoons uit Duitschland heden terugkeerden na 12 dagen in Wesermunde gevangen gezeten te hebben, nadat hun schip, de Sch.15, door een gewapenden Duitschen treiler in de grond was geboord., droefheid in tal van andere gezinnen wier mannen hoogst waarschijnlijk door het in de lucht vliegen van de Sch.61 zijn omgekomen en die hiervan door Scheveningsche predikanten gisteravond op de hoogte zijn gebracht.
De bemanning van de Sch.15, van de reederij J.J.van der Toorn, is heden met twee kustvaartuigen, de “Wega” en de “Nato “, in het vaderland teruggekeerd.
Met de “Nato”zijn hedenmorgen de stuurman Maarten Pronk, een achterneef van de schipper Klaas Pronk, en de matrozen Piet, Leen en Pieter de Jong in Schiedam aan wal gezet en met een auto naar Scheveningen gebracht, waar zij met blijdschap door hun familieleden zijn begroet.
De schipper Klaas Pronk, met de overige leden der bemanning, Arie Corving. Leen en Zier Spaans, zijn met de “Wega “naar IJmuiden gebracht en daarna naar Scheveningen gereisd.

Weer thuis.
Maarten Pronk was hedenmorgen om halftwaalf al in zijn gezin in de Menninchstraat terug. Zijn vrouw en 5 kinderen waren natuurlijk dolblij dat na al deze avonturen vader weer bij de tafel zat en tranen in moeders oogen bewezen beter dan woorden, wat er in haar omging, toen zij haar man weer tegenover zich had.
De stoere stuurman zelf was de kalmte in persoon, en zijn gezond rood gezicht illustreerde wel, dat de onaangename avonturen zijn physiek niet aangedaan hadden.
Zeevarenden zijn over het geheel niet erg mededeelzaam en ook Pronk was eerst terughoudend, maar toen hij nog eens goed alles overdacht had, wat hij in de afgeloopen 14 dagen had doorleefd, kregen wij ten slotte toch een goed aaneengeschakeld verhaal van zijn belevenissen.


Op 12 April in den vroegen morgen, vertelde Pronk, lagen wij ongeveer 100 mijl uit de kust benoorden Terschelling, toen wij plotseling hoorden schieten, De wacht aan boord wekte inderhaast de rest van de bemanning, die in de kooi lag met de roep: “Er wordt op ons geschoten”! In minder dan geen tijd was de geheele bemanning aan dek en zag op een afstand van circa 600 tot 700 meter in den halven nevel, welke er op zee hing, een grijs schip opdoemen. Dit schoot met een kanon en met mitrailleurs op ons – aldus Pronk- doch wij werden niet geraakt. De Sch.15 vertoonde op verschillende plaatsen de woorden “Holland “ en de nationale kleuren. Op het moment van het schieten zou de Nederlansche vlag juist geheschen worden. Toen het schieten begon, werd direct de Nederlandsche vlag aan de mast geheschen, welke toen duidelijk door den schietende treiler moet zijn gezien. Kort daarna hield het schieten op en kwam de treiler naderbij gevaren.Wij hadden terstond de twee reddingsboten gereed gemaakt om te water te laten. Het was toen ongeveer halfzeven in de morgen en de bemanning stond juist op het punt de netten voor de tweede maal te halen.

Toen de gewapende treiler dichtbij gekomen was en aan stuurboord langs stoomde, maakte de commandant een handbeweging, welke er op wees, dat hij het schip wilde laten zinken. Tevens maakte hij duidelijk dat de bemanning geen tijd meer had om de twee gereed gemaakte booten te water te laten, doch dat zij moesten overspringen aan boord van den gewapenden treiler, die naar men nu bemerkte, een Duitsch oorlogschip was. Tijd voor onderhandelingen werd niet gelaten, noch kreeg eenig lid der bemanning gelegenheid iets van het schip mede te nemen : de persoonlijke eigendommen moesten dus achterblijven.

Voor een Engelschman gehouden.

Er zat dus niets anders voor de Scheveningers op dan hun schip in de steek te laten en op den Duitschen treiler, die geen enkelen naam of onderscheidingsteeken droeg, over te springen. Hierbij waren Duitsche matrozen behulpzaam,die de leden van de bemanning op het voordek verzamelden. Nu werd medegedeeld, dat men de SCH.15 eerst voor een Engelsch vaartuig had gehouden en dat meen geen tijd had het schip op te brengen,uit vrees voor Engelsche patrouillevaartuigen.
De commandant zeide,dat hij de SCH.15 in den grond moest boren, ook al omdat zij in het Duitsche mijnenveld zou hebben gevischt, hetgeen de schipper van de SCH.15 ten stelligste ontkende aan de hand van de kaarten. Bovendien waren er dan nog meer Nederlandse vissers in de omgeving, die intussen, door het schieten blijkbaar opmerkzaam gemaakt, zich in den mist verwijderd hadden.
Terwijl de bemanning van de SCH.15 zich op het voordek bevond,werden de kanonnen en mitrailleurs van den Duitschen treiler op de SCH.15 gericht en begon men te vuren, Het was een hard gelag, zoo zeide de stuurman om ons mooie schip met zijn rijke vangst aan versche tong en tarbot, en ons bezit daar in den grond te zien boren.
Een twintigtal kanonschoten was noodig eer de SCH.15 zonk. Later kwam alleen een der sloepen weer boven, Van de rest zagen wij niets.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-08-2009, 18:48:59
Goed behandeld.
Twee dagen zijn wij nog in de omgeving gebleven, aan boord van den Duitsche treiler.Wij werden goed behandeld en kregen hetzelfde eten als de Duitsche matrozen. Ook voor de ligging deed men alles om ons te helpen en een paar leege kooien werden ons ter beschikking gesteld. Wij hadden drie dagen op dit terrein gevischt, voor de Duitschers kwamen en wij waren ons er absoluut niet van bewust dat wij in het Duitsche mijnenveld waren. Na twee dagen aan boord van den treiler geweest te zijn, werd de Scheveningsche bemanning naar Wesermunde gebracht.
Hier werden wij van boord gehaald, in een auto gezet en naar de politiegevangenis gebracht volgens Pronk.
Het bleek uit het verhoor, dat men ons van spionnage verdacht, althans om die reden werden wij blijkbaar in de gevangenis opgesloten. Hier hadden wij het heel wat minder goed dan aan boord, de kost was maar zóó zóó. Tweemaal werden wij verhoord door de Gestapo-vertegenwoordigers, die van alles vroegen: omtrent de partij, waartoe wij behoorden,- ik ben anti-revolutionair en vertelde dat Colijn onze leider was, hetgeen blijkbaar een goeden indruk maakte – men vroeg van alles omtrent onze familie, of er nog Joden in de familie waren, enz. Wij werden streng behandeld, blijkbaar vanwege de spionnageverdenking, doch men bleef correct bij de verhooren.
Pogingen om met onzen consul in Bremen in contact te komen mislukten den eersten tijd volkomen. Zóó brachten wij 12 dagen in de gevangenis van Wesermunde door. Wij zagen alleen elkaar, hetgeen ten minste nog een zeker soort gezelligheid gaf.
Het onderzoek der Gestapo scheen eindelijk te hebben uitgewezen, dat wij met spionnage niets te maken hadden en zoo werden wij eindelijk Donderdag j.l. uit de gevangenis ontslagen, hoewel nog niet vrijgelaten.
Er waren intusschen twee Groningsche kustvaarders, die tijdelijk in de haven van Wesermunde waren vastgehouden na een reis naar Zweden, aangewezen om ons naar Nederland terug te brengen. Voor het zoover was, hadden wij evenwel nog het een en ander mee te maken. Wij waren reeds aan boord van de twee kustvaarders de Weser opgestoomd, toen er eensklaps weer bevel kwam, dat wij van boord moesten.
Nu werden wij echter niet meer als gevangenen behandeld, doch overgebracht naar de marine kazerne te Wesermunde, waar wij beter behandeld werden. Intussen was er contact met den consul te Bremen gekomen en Maandag j.l. werden wij weer aan boord van de twee kustvaartuigen teruggebracht.
Dinsdagmorgen om 5 uur in den morgen zeilden wij eindelijk uit en na een voorspoedige reis zijn wij thans weer gelukkig in het vaderland terug zoo besloot de stuurman zijn verhaal.
Hij was nog niet geheel gereedgekomen, toen één van zijn dochtertjes juist van school komend tot haar onuitsprekelijke blijdschap vader in de huiskamer terug vond.
Een familietooneeltje, treffend in zijn eenvoud en even een kijkje gevend in het harde visschersberoep.


De gegevens zijn uit vrij recent ontvangen verslagen en een vergeelde krant d.d.
1 mei 1940.

In een volgend artikel wil ik nog ingaan op bijkomende gegevens en vragen.


De volgende gegevens zijn verkregen uit persoonlijke gesprekken met een der opvarenden.

Reeds tijdens het onvrijwillige verblijf in de gevangenis is deze bemanning gewaar geworden hoe het Duitse regime was . Zelf in vrijheid , een beroep uitoefenend en dan plotseling opgesloten in de gevangenis als een stel boeven.
Meerdere malen werd in de nacht huilende en gillende vrouwenstemmen gehoord. Waren etr ook vrouwen in deze gevangenis opgesloten ? Het bleek wel het geval te zijn.
Dit werd vernomen van een der gevangenbewaarders, een Groninger, welke getrouwd was met een Duitse vrouw en in deze gevangenis werkte als bewaker.
Hij vertelde dat deze ongewone geluiden van gillende en huilende vrouwen afkomstig waren van vrouwen, welke werden ondervraagd, na arrestatie door Gestapo medewerkers.
Deze arrestaties waren meestal het gevolg van ontevredenheid en gemor, tijdens het in de rij staan voor winkels, ter verkrijging van levensmiddelen of andere goederen.

Het verblijf in de gevangenis was voor de bemanning zeker geen een pretje.
Doelloos rondhangen zonder vooruitzichten. Vanuit de vrijheid van het vissersschip naar de beslotenheid van het gevang.
Ze waren, vanuit hun werk aan boord, gedwongen zo op het Duitse marineschip over te stappen. Gekleed in bruine kiel, pet op het hoofd en rode zakdoek om de nek en geschoeid in lieslaarzen of klompen.
Tijdens de luchtingpauzes werd van deze mannen gevergd, dat zij in looppas rondjes liepen op het terrein waar werd gelucht.
Vaak geen het niet snel genoeg voor de bewakers en werden zij aangevuurd met de kreet......
Mensch, schneller, schneller.
Ik geef je het te doen om met lieslaarzen rondjes hard te lopen.

Wat de bemiddeling van de consul voor waarde heeft gehad is dubieus.
Waarom werd er geen bericht gegeven aan de rederij op Scheveningen.
De eerste berichtgeving was pas nadat de beide coasters resp. in IJmuiden en Schiedam waren gearriveerd.
En nog werd er geen direct bericht aan de vrouwen en moeders van de opvarenden gegeven.
Waarschijnlijk heeft geen van deze vrouwen en moeders telefoon gehad.
Wel weet ik dat de vader van een der opvarenden, een kleine middenstander en waarschijnlijk in het bezit van telefoon, wel in kennis is gesteld van de aankomst in Holland.
Via deze persoon is de echtgenote in kennis gesteld van de aankomst van haar man en deze middenstander is naar een school in Duindorp gereden om de bovenmeester in te lichten, dat de kinderen van de betrokken vader veilig in Nederland was gearriveerd en niet zoals eerst werd aangenomen, zoals de bemanning van de Willy, waren verongelukt.
De bovenmeester verwittigde de kinderen persoonlijk in hun klassen, gepaard gaande met felicitaties en deze kinderen werden in de gelegenheid gesteld om naar huis te gaan.

In het gepubliceerde krantenbericht was sprake van de dominee die de berichten over het verongelukken van de "Willy " aan de betrokken vrouwen en moeders moest aanzeggen.
Ook in het geval van de "Bep " zijn dominee's rond gegaan om betreffende vrouwen en moeder geestelijke bijstand te verlenen. Ook hier was er grote onzekerheid door de lange tijdsduur van de ongewenste internering.

De bemanning heeft wel vergoeding gekregen voor de verloren gegane prive eigendommen.
Deze afwikkeling is vrij spoedig tot stand gekomen. Reeds op 10 mei 1940 kon op het consulaat in Den Haag deze vergoeding worden afgehaald. Hoeveel mensen op deze dag een bezoek hebben gebracht aan het consulaat, is mij niet bekend. Mijn zegsman heeft het op 10 mei nog wel geprobeert, ondanks dat door Duitsland op deze morgen de oorlog was verklaard aan ons land. Maar onderweg naar Den Haag is hij terug gekeerd daar er para troepen waren geland en er regelmatig werd geschoten.
Hoe de schade met de reder is afgewerkt is mij onbekend. Misschien weet Piet Es hier iets over ?

Men zou denken dat lering getrokken kon worden uit wat deze bemanning heeft meegemaakt in de duitse gevangenis.
Mij is bekend dat van een der opvarenden, de kinderen fervente aanhangers werden van de N.S.B.

Veel vragen zullen blijven.
b.v. Het nummer 0. 46 op de Duitse trawler welke de "Bep " heeft opgebracht naar Borkum.
Was dit een visserij nummer of was het een voorkomend nummer ingebruik op oorlogschepen ?
Was dit camouflage ? Ook het voeren van de Hollandse vlag op een Duits vaartuig ?
Kon de " Bep " zo gemakkelijk ankeren of is zij langszij van de trawler gemeerd, nadat deze had geankerd.
Ook het excuus dat de "Bep " voor een Engels schip werd aangezien lijkt mij onzin.
Welke Engelse trawler zou zich zo ver in de Duitse Bocht vertonen om te vissen ?

Waarschijnlijk zullen er nog veel onduidelijkheden niet verklaart kunnen worden.

Enkele correcties.
De in de krant vermelde naam Arie Corving in hierin foutief vermeld, Dit moet zijn.... Arie Korving.


Vreemdeling
 
 
      

 

 
         
«      



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-08-2009, 15:36:10

Op 26 aug . j.l heb ik het liedje  "Allen die willen naar Island gaan "geplaatst.

Hierin komt het woord  "kollen "voor.
De onder dit lied geplaatste uitleg hierover is sleepnet.

Ik kon het woord  "kollen " als sleepnet niet thuis brengen.
Mijn grootvader had het wel eens over "kollen ".
Dit was echter een visserij met geaasde lijnen voor de vangst van kabeljauw of schelvis.. Dit was periode van de zeilloggers.

Op google nagezocht en deze bevestigt dit.

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: A.K. Pronk op 28-08-2009, 16:27:20
De "Kol" is inderdaad een vistuig welke bestond uit een staaf ijzer met aan weerszijden een haak,
waaraan als aas een haring werd bevestigd; het geheel werd met lood verzwaard en werd in het midden opgehouden door een lijn, de dieplijn.
Door "de kol" heen en weer te halen kon men voelen of men beet had.
 Bron: "De Scheveningse woordenschat".


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 29-08-2009, 07:33:10

A.K.Pronk

Bedankt voor uw positieve reactie.

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-09-2009, 18:15:38
Piet Es,

Naar aanleiding van ue reactie op mijn vraag heb ik het boek
"Vlaanderens Haringbedrijf in de Middeleeuwen
schrijver R.Degryse
uitgave Nv. De Nederlandse boekhandel Antwerpen.

vorige week aangevraagd in de plaatselijke bibliotheek.
Tot mijn grote verbazing lag het vandaag in de bibliotheek op mij te wachten.
Boek is terug gevonden in de Atheneum Bibliotheek te Deventer.

Ga nu dit boek lezen.
vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-09-2009, 11:51:39
Het Huis.

Op 11-7-2009 plaatste Piet Es de volgende reactie over een huis( je ).

.Iedereen in Scheveningen, zowel oud als jong, was blij dat de tijd van de 19de eeuwse miezerige huisjes met de eensteensmuurtjes, de plee buiten, één kamer beneden, geen keuken maar koken onder een afdakje op het achterplaatsje, ouders slapen in de bedstee en de kinderen met z'n allen op de zolder (twee of drie in één bed) en eens in de week als kind gewassen worden in de teil op een stuk zeil in de woonkamer, voorbij was.  Ik weet waarover ik praat.

Maar een beschrijving van het huis(je) wordt niet gegeven.
Daar ik ook in dit huisje heb gewoond wil ik proberen dit weer te geven.
Het huis was gevestigd in het "slop van Maerte Sukker ", dus bij het Marcelisplein, tegenover de bibliotheek.
Van dit slop is heden ten dage weinig over. Slecht een klein gedeelte is hiervan nog zichtbaar.. Al de daar vroeger aanwezige woningen zijn gesaneerd en door nieuwbouw vervangen.
Reeds  voor 1940 was hierover al sprake.

Het zogenaamde slob was in feite een grote doodlopende poort, waar in het achterste gedeelte nog een drietal doodlopende poortjes aan de rechterzijde waren. Haaks op de grote poort.. ( dus zijde Badhuisstraat ).
Het geheel werd begrend door de Badhuisstraat aan de zuid zijde, de Haringkade aan de noordzijde en de Stuurmansstraat aan de oostzijde.
Bij de ingang van deze poort op het Marcelisplein, was aan de rechterzijde op de hoek een sigaren winkel en aan de linkerzijde op de hoek een cafe..
De poort binnenlopend had je aan de rechterzijde een blinde muur, tot aan het huis van groenteboer/ kolenboer
Brand.
Aan de linkerzijde had je de blinde muur van het cafe en vervolgens een verhuurderij van handkarren en bakfietsen.
Hierna kreeg je een vernauwing. Links 4 huizen en rechts woonhuis en opslagplaat van firma Brand.

De huisjes aan de linkerzijde  waren...
1. No.251 Bewoner Dove Job.. een schelpen visser.
2. No.249 Bewoner van Klaveren. een schokkerman.
3. No.247 Bewoner Gijs ? ( v.d. Zwan )    visserman
4  No. 245 Bewoner Fam Taal.. Oud schipper en vader van Maarten ,Albert,Cor en Jacob Taal ( zie boek  Bouwe Teelt )
Deze huisjes hadden een klein plaatsje aan de straatzijde van de woning .

Na no.245 werd aan de linkerzijde de poort weer wat breder.
Op no.243 was een boven huis gevestigd waar de fam Roos ( de Klonterd ) woonde.Dit huis was gedeeltelijk boven de opslagplaatsen van bouwmaterialen van de aannemer Koek.. Deze opslagplaatsen hadden de nummers 241,239 en 237.
Hierna volgden 7 stuks gelijkwaardige huizen. Twee deuren naast elkaar en het laatste huis 1 deur..
Dit was tevens het einde van de poort.
Op no.235 woonde de fam.Pronk ( Kannebrou ) Weduwe met kinderen. Ex. koopvaardij man.( zie ook Herinneringen aan Duindorp ( Co en Jans, twee zusters ( 2 )
Op.no.233 woonde fam. J. Spaans. met 2 kinderen( meisje en jongen ) . Visboer.
Op no.231 woonde fam. C.Spaans met 4 kinderen ( jongens ) Monteur Sch. 77  Albatros 
Op no.229 woonde fam.J.v.d. Harst . groot gezin . tot 1938 schipper op de Sch.16 Sumatra
Op no.227 woonde fam Korving. 2 kinderen. Monteur op Sch.15 Bep.( zie ook Herinnering Sch.15 Bep )
Op no.225  mij onbekend.
Op no.223 woonde fam. J.v.d. Toorn. Enkele kinderen.  Melkboer ( getrouwd met Ke Lagas)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-09-2009, 11:53:33
Vervolg Het Huis

Tegenover deze huizen waren nog eens 3 sloppen, waarvan de woningen in het middelste slop aan weerszijde met de achterzijde tegen de woningen in het 1e en 3e slop waren gebouwd.
Deze woningen waren allen gelijk maar kleiner dan de woningen in de grote poort.
De vrouwelijke bewoners droegen hoofdzakelijk de Scheveningse dracht., behalve de bewoonster van no. 227.
Zij was wel in klederdracht,echter in een dracht wat toen ter tijd een "Baskenlijf"werd genoemd.
Alles bij elkaar genomen was het een doorsnee Scheveningse wijkje..

Het plaveisel van de straat bestond in het begin uit klinkers. Later werd aan de linker zijde , vanaf no,243 , een stuk langs de huizen betegeld.. Tevens werden er palen geplaatst ter hoogte van het eerste slopje, zodat de paard en wagen van de firma Brand niet verder de poort in kon rijden en het tegelpad zou beschadigen.. Een gedeelte van deze palen was uitneembaar, om toch de rest van de poort toegangkelijk te maken met auto of paard en wagen. b.v. bij verhuizing of begrafenis..

Ons huis op no.231 was een koophuis van mijn grootmoeder, welke was verhuisd naar een bovenwoning aan de Westduinweg. In dit huis had zij als weduwe gewoond met 7 kinderen.
Mijn moeder was een dochter van Kees Taal ,welke op no.245 woonde.. Deze woning werd bewoond door de ouders en 9 kinderen.
Dus mijn ouders waren op dit adres vanouds al heel goed bekend.

Zoals ik al eerder heb geschreven waren er 2 buitendeuren naast elkaar, welke toegang gaven tot de hierachter gelegen woningen. Na de voordeur kwan je in een ongeveer 8 meter lange gang..In ons huis lagen de kamers aan de linker zijde van de gang en voor onze buren aan de rechterzijde van de gang..
Ongeveer in het midden van de gang aan de linker zijde waren 3 deuren. Deur 1 gaf toegang tot de voorkamer, deur 2 gaf toegang naar de trap naar de zolder boven de voorkamer en deur 3 gaf toegang tot de achterkamer..
Tussen voor en achterkamer was een scheidings wand., dus tussen deur 2 en 3. Boven zowel de voor als achterkamer was een zolder.
Beide zolders hadden een punt dak.
Beide kamers waren ongeveer 4 x 4 meter groot aan oppervlakte.
De voorkamer had 2 ramen aan de straat zijde.Mooie vitrage en lancaster over gordijnen.
Onder de trap naar de zolder was de bedstee. Deze kamer had ook een schoorsteen.
De voorkamer was de mooie kamer, welke alleen werd gebruikt voor visite..
Zeil op de houten vloer en in het midden een vloerkleed. Tafel met 4 stoelen en een leunstoel voor de heer des huizes..Een grote linnenkast ( het pronk juweel van de vrouw des huizes ) en een haardkachel.

De achterkamer was de woonkamer.waar men in leefde
Direct na binnenkomst in deze kamer was aan de rechterzujde een deur,welke toegang gaf naar trap naar de achter zolder . Trap liep dus langs de zijwand van de gang..
Ook hier was weer een bedstee onder de trap.
Ook hier zeil op de houten vloer en in het midden een kleed.
Aan de achterzijde ook twee ramen,
Verder tafel met 6 stoelen en een schoorsteen met een potkacheltje.

De voorzolder werd gebruikt als slaapzolder en de achterzolder als bergruimte. Toen wij er omstreeks 1936 kwamen wonen, waren op de beide zolders de dakpannen te zien.. Na ongeveer een jaar werd de slaapzolder afgetimmerd, zodat de dakpannen niet meer te zien waren. Scheelde 's-winters meteen een stuk tegen de kou.
De achter zolder bleef in de oorspronkelijke toestand en hier werden overbodige spullen opgeslagen en 's-winters de zee spullen van mijn vader, zoals oliegoed, lieslaarzen, groene scheepsdekens, zeemanskist enz..
Hier kon ook de was te drogen worden gehangen bij regenachtig weer.

Op de slaapzolder moest het gehele gezin slapen.. De bedstee in voor en achterkamer werden niet als slaapgelegenheid gebruikt, maar als bergruimte.
Gelukkig bestond ons gezin uit 4 jongens en op het moment van verhuizing waren de leeftijden resp. 3, 5, 7 en 9 jaar oud,
Op de zolder stonden 2 tweepersoons ledikanten en een kinderledikantje..
Een ledikant voor de beide ouders en een ledikant voor de 3 jongens en het jongste kind in het kinderledikantje.
Het kinderledikantje en een tweepersoons ledikant voor de kinderen stonden grotendeels onder de schuine zijkanten van het dak,
De zolder had aan de voorzijde een piepklein dakkapelletje met een raam en aan de achterzijde een klein openklapbaar raampje.. Een gedeelte van het zolder opppervlak werd ook nog in beslag genomen door de opening van het trapgat. Als mijn vader op zee was mocht een van de jongens bij mijn moeder in bed slapen.
Na enige jaren werd het kinderledikantje vervangen door een eenpersoons bed, waar de oudste zoon dan in kon gaan slapen. Ook dit bed stond dan weer gedeeltelijk onder de schuine zijkanten van het dak.
.
Een groot verschil met tegenwoordig, waar kinderen van 10 jaar al aanspraak maken op een eigen kamer.
Ook mochten wij in deze situatie nog niet klagen als ik denk hoe mijn grootmoeder hier woonden met 7 kinderen, waarvan er dan ook nog 2 meisjes bij waren.
Waarschijnlijk werden dan ook de beide bedsteden gebruikt. 
Van de kinderen zullen er zeker een paar op de visserij werkzaam zijn geweest en als zij op zee waren, gaf dit minder problemen bij de slaap situatie.

Keuken en badkamer hadden wij niet.
Achter het huis was een kleine binnenplaats van ongeveer 3 x 5 1/2  meter.,
Deze binnenplaats was deels  ( ca. 2 1/2 meter )overdekt. Hier was een klein gedeelte in gebruik voor kook en bak aangelegen heden en een gedeelte voor aanrecht, waaraan kon worden afgewassen en het eten worden bereid.
Kookgedeelt bestond uit een 2 pits gastoestel, een 4 pits, een 3 pits en een 1 pits petroleum stel..
Vis bakken en vlees uitbraden werd op het 4 pits petroleum stel gedaan.. Verder was er in deze ruimte een kolenhok, een berghok en een WC..
Het geheel was omgeven door een 2 meter hoge muur, zodat buren geen overlast zouden hebben. en zeker de achter ons wonende mensen aan de Haringkade.. ( Grotere huizen en betere stand )
Door de hoge muur en het gedeeltelijke overdekking was er weinig daglicht in de achterkamer.
Waterkraan was ook op deze binnenplaats en 's-winters moest er wel voor worden gezorgd dat de kraan goed was afgedekt en /of afgesloten i.v.m. bevriezing.
Op deze binnenplaats moest ook de wekelijkse was worden gedaan, welke dan op een droogrek aan de voorzijde van het huis te drogen werd gehangen of bij slecht weer op de achter zolder.

's- Morgens was je meteen ontnuchterd als je met koud water op de binnenplaats je toilet moest maken.
De wekelijkde persoonlijke wasbeurt geschiedde in de grote teil in de achterkamer. Van klein naar groot om de beurt, onder toezicht en kommentaar van het gehele gezin.. De kleintjes werden door moeder gewassen, de grotere moesten het zelf doen, onder toeziend oog van mijn moeder.. Toen dit iets wat "genant " voor de grotere ging worden, werden deze met handdoek en zeep naar het badhuis gestuurd naast het politie bureau..

Al waren wij dan niet voorzien van alle huidige confort, ik heb er geen minderwaardigheids complex aan overgehouden.
Hadden wij het slechter als het kind dat nu 11 hoog in een flat gebouw woont.?
Waren wij smeriger als de jeugd die nu iedere morgen onder de douce moet ?
Beslist niet., daar zorgden onze moeders wel voor dat hun kinderen netjes en schoon naar school gingen en over straat liepen.
 Geen deodorant, geen aftershave, geen zeep met een luchtje, maar gewoon sunlight zeep en als je heel smerige handen had was groene zeep bruikbaar.

Wij hadden ruimte om te spelen.
En er waren dan ook nog mensen die het slechter hadden en in een nog kleinere huisjes woonden.
Wat blijft, is de herinnering aan vroeger.
Zeker nu, in vergelijking waar en hoe wij nu wonen en hoe het vroeger was.
En zeker ook , hoe toen onze moeders zich moesten behelpen in vergelijking met het confort in huis en keuken van tegenwoordig.

Vreemdeling




..
.




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-10-2009, 15:18:29
De Klomp.

In mijn jeugd jaren en dus nog in de periode op de lagere school, was op het lesrooster van de school ook nog enige tijd vrijgemaakt voor het onderdeel zingen.
Behalve dat er bij de aanvang van de school een psalm versje werd gezongen, werd er ook meerdere malen ruimte gevonden om gedurende de week andere versjes dan psalmen te zingen.
Vaak werd dit gezang dan ondersteund door de meester of juffrouw met behulp van gitaat, viool,banjo of blokfluit
Een van deze versjes welke regelmatig werd gezongen was het onderstaande liedje.

Mijn vader's klomp is mijn scheepje
het slootje is de zee.
De wind blaast over de baren:
nu moet mijn scheepje varen ...
och kon ik ook maar mee!

Als ik erin kon zitten,
en zelf de stuurman was:
'k zou flink het roer hanteren,
en zeilen en laveren,
en drijven op de plas!

Heeft dit liedje ons geinspireerd bij onze zucht naar avontiuur ?
Gaan varen konden wij nog niet, gezien onze leeftijd, maar wij konden wel scheepjes laten varen.
Het maken van een scheepje van een vloot was het begin , maar ondanks onze jeugd waren wij ook nog eerzuchtig en wilden wij meer.
Geld om een scheepje te kopen was er niet. Als je geluk had kon je wel eens een scheepje krijgen , gemaakt van een klomp, van een oudere neef of buurjongen.
Soms maakte een vader tijdens zijn afwezigheid op de logger zo'n fel begeerd scheepje voor je.
Was dit niet het geval dan mocht je toekijken hoe je vriendjes zich vermaakten met hun zeilscheepjes op het strand of op het water van kanalen,eendjesvijver of Westbroekpark.
De klomp werd in die tijd nog veel gedragen bij de werkzaamheden op de aanverwante bedrijven van de visserij.
De klomp was natuurlijk ook een stuk materiaal om een scheepje van te bouwen en het verschafte je ook de mogelijkheid  om ook aan het vaar plezier van je vrienden mee te doen.
Van de huidige zelfbouwpakketten hadden wij nog nooit gehoord en er was trouwens ook geen geld voor en het was dan ook veel spannender om zelf een scheepje te bouwen.
Maar je had dan wel een klomp nodig.

Dit was echter nog niet zo eenvoudig .
Als de bovenkap van een klomp was afgebroken, werd deze zo spoedig mogelijk gemaakt met een stukje ijzerdraad of trekbandje. Zomaar een klomp weggooien voor een kapotte kap kon echt niet en een klomp welke aan de onderkant was versleten en waar gaten in zaten, kon je natuurlijk niet als scheepje benutten.
Vaak als de linker of rechter klomp nog intact was en de andere klomp gaten vertoonde, kon je op de schuur dit paar klompen nog wel gebruiken door in de kapotte klomp een stuk karton of een opgevouwen krant te stoppen. Dit was natuurlijk alleen mogelijk bij droog werk en binnenshuis. Bij regenachtig was dit natuurlijk uitgesloten.

Als dan zo'n paar klompen werd afgedankt kon je  hiervan een der klompen gebruiken voor het doel om een scheepje te bouwen.
De kunst was dan om de kap van de klomp te halen. Dit moest wel met zorg gebeuren , zodat een egale lijn werd verkregen om het dek hierop te spijkeren.
Voor het dek was het het mooiste als je een stuk triplex van een theekist op de kop kon tikken.
In de Keizerstraat was toentertijd een koffie en theehandel. Thee werd vanuit de tropen aangevoerd in triplexkisten, waarvan de binnenzijd was bekleed met bladlood.
En bij deze winkel kon je nog wel eens een stuk triplex op de kop tikken.
Lukte dit niet dan waren de zijplankjes van een sinaasappelkist hier ook bruikbaar voor.
Echter deze plankjes waren minder buigzaam en je moest er wel voor zorgen dat het raakvlak met de klomp volkomen vlak was en zonder "zeeg ".
Voor dat het dek op de klomp werd geplaatst moest er eerst een gat in het dek worden gemaakt om de mast door te laten en in het inwendige van de klomp een houder te bevestigen, waar de mast in werd geplaatst . Hetzelfde resultaat kon worden verkregen door een spijker door de voetzool van de klomp te slaan en hierop de mast te plaatsen.
 
Als kind hadden we natuurlijk niet de beschikking over veel gereedschap. Een mes ( soms het aardappelschil mesje van je moeder ), hamer en figuurzaag.
Als je nog een beetje geluk had, een handboor machientje uit je vaders gereedschap kist.
En wat schuurpapier of schuurlinnen was wel te "bietsen " bij ooms of kennissen, welke een baan aan de wal hadden.
Voor een paar centen kon je wat kleine spijkertjes kopen bij de ijzerhandel in de Stevinstraat, welke je dan in een klein papieren puntzakje mee kreeg.
Die paar centen had je na lang gebedel van je moeder weten los te krijgen of je had er flink wat werkjes voor moeten doen, zoals schoenenpoetsen. kachelhout hakken en zelfs wel eens koper poetsen.
Maar als je eenmaal de spijkertjes had,  kon je door gaan met plaatsen van het dek op de klomp.
Dit moest heel voorzichtig gebeuren, vooral aan de zijwanden van de klomp, waar het hout veel dunner was dan aan de voor en achterzijde van de klomp.
De mast, gemaakt van een langer stuk hout van voldoende dikte en na veel gesnij en schuren van boven iets taps toelopend, zou nu kunnen worden geplaatst.
Maar zo'n vaartuig zou met mast en zeilen  alleen te gebruiken zijn op de vloer van de kamer of in de zandbak of om op het strand, in het zand, mee te spelen . Met zo'n scheepje varen zou lachwekkend zijn t.o.v. je vrienden, daar het scheepje bij de minste windvang zou omslaan .

Zoals een echt schip moest de klomp ook een voor en achter steven hebben en een kiel.
Sunlight zeep werd toentertijd in houten kistjes bij de kruidenier afgeleverd. Dit hout was heel geschikt om stevens en kiel van te maken. Je behoefde maar een of twee plankjes te hebben en soms bracht het deksel van de kist al de nodige uitkomst als je het probleem aan de kruidenier voorlegde.
Voor en achtersteven passend op de klomp maken was nog niet zo eenvoudig, maar met veel geduld en het breken van diverse fijne zaagjes uit je figuurzaag, kreeg je het wel voor elkaar.
Met het handboormachientje nog wat gaatjes geboord in kiel en stevens , zodat met wat spijkers deze aan de romp konden worden bevestigd en de dikte van de spijkers  het hout niet zou doen splijten.

Nu begon het al aardig op een schip te lijken.
Nu de afwerking nog.
Roer uitzagen en met koperdraad aan de achtersteven bevestigen.
Nu nog een gaffel voor het grootzeil. Dit was wel het moeilijkste werk, vooral de uitholling van de gaffel wat rond de mast glijdt. Heel vaak moest je opnieuw beginnen wanneer de zijkanten van de gaffel weer eens onder het snijden schuren en zagen, afbraken.
Jou scheepje moest natuurlijk wel sneller varen als dat van je vrienden, dus zeil oppervlak moest zo groot mogelijk.
Normaal was een grootzeil en fok.  Het zeil oppervlak te vergroten was alleen mogelijk door het plaatsen van een topzeil ( tjik ) boven het grootzeil en een 2e fok aan een boegspriet ( kluifhout )
Dus nu nog een steng maken voor het topzeil en een boegspriet voor de 2e fok.
Boegspriet plaatsen en stagen aanbrengen tot steuning van de mast.
Van papier de grootte van de zeilen opmeten. Nu nog een stuk van een oud kussensloop of laken en een gewillige moeder om hiervan zeiltjes te naaien.
Als de zeilen dan waren geplaatst was het schip voltooid. Met een restje overgebleven verf kon eventueel nog wat kleur op het scheepje worden aangebracht.
Wat lood aan de kiel bevestigd en het schip kon te water worden gelaten en de competitie aangaan met je mede zeilvrienden.
Jouw scheepje met een boegspriet was wel kwetsbaar. Vaak gebeurde het dat de boegsprier afbrak, als het scheepje met snelheid tegen de kade botste.
In Eendenvijver,Westbroekpark en op het strand had jer hiervan geen last, maar je liep wel het risico dat je scheepje midden in de vijver vast kwam te zitten in riet en eendenkroost of op het strand richting open zee koerste.

Het is hier zo simpel verteld. maar als kleine jongen had je er handen vol werk aan en een vader om te helpen was er niet, want die was op zee.

Vreemdeling






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 01-10-2009, 16:26:06
Er wordt nog steeds met klompen gezeild hoor.
Zie bijv. http://www.klompkesilen.nl/

Dit jaar werd zelfs het '7e Iepen Frysk Kampioenskip Klompkesilen' gehouden.

Er zijn hele schoolkompetities en er is een eenheidsklasse met de zgn. Scherjonklomp (geen linkse, geen rechtse, maar de punt in het midden).
Zie ook http://www.klompzeilen.nl/

Het ter beschikking komen van de eenheidsklomp en het stimuleren van het klompkeslilen d.m.v. een bouwpakket voor lagere schoolleerlingen heeft e.e.a. fors gestimuleerd.

Volgende wedstrijd: zaterdag 17 oktober 2009 in Warkum (NL: Workum).
Bijzonder hierbij is dat het hierbij om vrachtklompen gaat, de vracht is een zelfgeschreven zeemanslied (zie: http://liereliet.nl/Klompschepen.htm)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-10-2009, 17:29:56
Wijbe m2
Leuke reactie.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Cloggy op 02-10-2009, 08:39:35
Ik woonde op het Eiland (1957-1963) en kan me herinerren dat wij bootjes zeilden in de kom.
Alleen onze scheepjes waren gemaakt van vloten (kurk) welke we tegen een muur schaavde om een scheeps profiel the krijgen.

Een vloot maakte een botter en twee vloten aan elkaar gehecht met houten pennen een logger.

(sorry voor eventuele spel fouten maar ik woon al 30 jaar in Engeland).


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-10-2009, 16:02:57
Kerk en Haringvisserij.

Voor Scheveningse begrippen misschien een vreemd onderwerp.
Wat wij ons nog wel weten te herinneren is de jaarlijks weerkerende Bid- en Dankdagen voor de visserij..
Tegenwoordig heet het misschien wat anders en zal ook wel afhangen van de streek waar men woont en zal het b.v. Biddag voor gewas en arbeid worden genoemd
Natuurlijk ook niet te vergeten het prachtige werk van het hospitaalkerkschip "de Hoop "
Het betreft in deze gevallen om geestelijke bijstand en in geval van H.K.S. ook om medische hulp.
En de enkele keren, wanneer je vader van een reis thuis was, je van je moeder wat harinkjes of een zootje vis naar de dominee moest brengen..

De titel van dit onderwerp vindt zijn oorsprong in een bezoek aan de R.K. kerk in Dieppe zo'n 15 jaar geleden en ook nog eens vrij recent.
Niet het kleine kerkje op de krijtrotsen bij de linkerzijde van de  haven ingang, maar de kerk op het marktplein bij de huidige "port de plaisance " , dus nog voor de sluizen.
Op het moment van mijn eerste bezoek werd de kerk nog niet gerestaureerd van de geleden schade veroorzaakt in  de 2e wereld oorlog.
In de westerlijke wandelgangen van de kerk hingen diverse wandplaquettes met inlichtingen omtrent diverse gebruiken zoals deze in het verre verleden gebruikelijk waren.in deze parochie.
Een hiervan vermeldde dat deze kerk reeds voor de middeleeuwen al een pleisterplaats en beginpunt was van de bekende route en pelgrimstocht   naar Santiago de Compostella in N.W. Spanje..
Pelgrims vanuit Engeland kwamen op hun doorreis naar Santiago via Dieppe en in deze kerk.

Zelf was ik op de terug reis van een bezoek aan Santiogo de Compostella en op deze terug reis wilde ik de diverse havens in noord Spanje en west Frankrijk weer eens bezoeken waar ik in mijn zeemans loopbaan wel eens was geweest..
In Dieppe was ik nog niet geweest, maar de verhalen van familie en bekenden over Dieppe lokten ons, om ook hier eens een bezoek aan te brengen.
Het bezoek viel niet tegen en het zeefront van Dieppe zag er modern, mooi en verzorgd uit., .In tegenstelling tot de kerk waar nog veel aan moest gebeuren.

Vorig jaar bezochten wij weer eens Dieppe.en de betreffende kerk werd gedeeltelijk gerestaureerd..
Ook waren alle plaquettes omtrent "route de Compostella" en kerkelijke afdrachten aan de clerus van de kerk verwijderd i.v.m. werkzaamheden
Een van deze plaquettes vermeldde de hoeveelheid  stuks haringen welke de gezamelijke visserlui jaarlijks aan de kerk moesten leveren. IK weet het juiste aantal niet, maar het was een grote hoeveelheid..

In het boek "Vlaanderens Haring bedrijf in de middeleeuwen " is een hoofdstuk aan dit onderwep gewijd.. Hoofdstuk heet dan ook "De Kerk en de Haringvisserij. "'

Het hoofdstuk begint ook met de zin...... In de middeleeuwen speelde de kerk een voorname rol in de economie...  en verder...
.......en eischte van de bevolking van haar domeinen en parochien talrijke diensten en bijdragen.
De meest verspreide kerkelijke belasting was het tiend, dat door de cijnsplichtige meestal in natura, d.i. in landbouwproducten, maar ook in geld werd gestort.
De kust bewoners waren en landbouwer en visserman. De haringvangst kon tijdens het haringseizoen met open boten en niet ver van de kust worden bedreven.

In het bisdom Terwaan waren de vissers van de landstreek tussen Boonen ( het huidige Boulogne sur mer ) en Nieuwpoort aan hun parochiale geestelijkheid haringtienden verschuldigd,
Deze tienden werden niet altijd betaald en vele vissers probeerden deze heffing te ontlopen door niet te betalen.of valse aangiften te doen m.b.t. de vangsten..
Van de zijde der kerk werd bij constatering van fraude extra straffen opgelegd. wat dan weer resulteerden in een opstand van de vissers. Hierbij werden zelfs enkele geestelijken gedood..

De periode waarover deze tiend betaald moest worden liep van 29 september tot 18 november en viel samen met het haring seizoen in de zuidelijke Noordzee..
Politieke gebeurtenissen en natuurlijke omstandigheden konden nog weleens de haringvangst in het eigenlijke seizoen beinvloeden en was het voor de vissers dan ook moeilijk om de tiend te betalen.
Zo beklaagden zich de vissers van Grevelinge ( het huidige Gravelines ) in 1218 dat zij geen tiend konden betalen door de hevige vorst voor en tot Sint Maartensdag ( 11 November ) welke de haringvangst verhinderde.
De diverse oorlogen tussen Engeland, Spanje en Frankrijk hadden ook invloed in de uitoefening van en de opbrengst van de haring visserij.

Zo was de tiend  ook verschuldigd over de opbrengst van de walvis vangst., wat ook mogelijk bleek te zijn in de kust wateren..
.........Van elke gevangen walvisch hadden ze bovendien, eveneens als tiend, een stuk vleesch uit de staart af te staan.....
Het zal dan ook wel het lekkerste stuk vis zijn geweest.

De tiend verschilde in grootte per parochie
Het gebruik bestond reeds in de 11e eeuw aan de kust van het Boonensche ( rond Boulogne sur mer )
De zeelieden betaalden er jaarlijks, na de haring- en makreenseizoenen, aan de addij Sint Wulmar een tiend uit, dat de helft bedroeg van wat in elke boot als aandeel in de winst aan iedere vennoot van de stuurman toekwam..
Voor de haring visserij werden open boten gebruikt, varierend in grootte en werden door middel van een zeil of door riemen voort bewogen, varierend van 4 tot 10 zitbanken.
De stuurman was in het algemeen de eigenaar van de boot., Voor de levering van de talrijke haringnetten deed hij een beroep op zijn gezellen of "volghers "..
Deze waren niet zijn knechten maar zijn medewerkers of "vennooten "
Iedere vennoot moest minstens 2 netten meebrengen.
De vennootdelen werden aan het eind van het haring seizoen aan de vennoten uitgekeerd en op hetzelfde moment vond de afrekening van de tiend plaats.

Het kan best mogelijk zijn dat zo'n zelfde systeem voor en in de middeleeuwen ook in onze omgeving werd gebruikt.toen de R.K. de enige kerk was.
Misschien zijn hierover nog gegevens bekend.

Het kleine kerkje op krijtrotsen aan de linker haven ingang is ook de moeite waard om te bezichtigen. In dit kerkje zijn veel in memoriam gedenkplaten aangebracht van scheepsongevallen,
zowel van visserij en koopvaardij..

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-10-2009, 13:47:03
Zondag..

Hoe verliep de zondag in jullie jeugd is mij wel eens gevraagd. Ik moet dan terug gaan tot ongeveer 1939, dus de periode van nog voor de tweede wereld oorlog.
Het was een dag die volgens een vast patroon verliep. Een dag waar niet op gewerkt werd en alleen de noodzakelijkste dingen werden gedaan.
"Gedenk de Sabbaths dag........ " werd door ieder gerespecteerd.
Op de voorafgaande zaterdag waren de meeste noodzakelijke dingen gedaan.
De boodschappen waren gedaan. Gelukkig werd brood , melk,aardappelen en groenten aan huis bezorgd. Soms ook wel het stukje vlees.
De normale boodschappen moest je halen bij de kruidenier. Alles moest nog afgewogen worden en iedereen moest netjes op zijn of haar beurt wachten. En 's-zaterdags kon het nog wel eens druk zijn en dan moest je lang wachten voor je aan de beurt was.
Er waren toen ook veel kleine kruideniers zaakjes en de wat grotere zaken als Simon de Wit en Coop waren in opkomst.
De kinderen waren in bad gedaan, aardappelen waren geschild, groente was schoon gemaakt en zonodig was ook het stukje vlees uitgebraden.of stond te sudderen op het petroleum stelletje.
Het vuile goed was in de soda gezet om maandag te worden gewassen..
Zondagse schoenen ( ook de door de weekse ) waren gepoetst en het zondagse goed lag klaar.voor gebruik.
Niets was vergeten

Waarschijnlijk lag het tijdstip van opstaan op de zondagmorgen iets later als normaal maar uitslapen was er zeker niet bij.
Van stappen op zaterdagavond was nog geen sprake, want hier voor waren wij nog veel te jong..
Wel bezochten wij op zaterdagavond als wij oud genoeg waren het CJMV gebouw in de Keizerstraat. Hier brachten wij onze tijd door met diverse gezinspelen en hier namen wij onze leesboeken mee uit de uitleen bibliotheek .
Misschien dat de moeders wel een uurtje langer zouden willen blijven liggen, maar dat stonden de kinderen vaak niet toe.
Het zondagse ontbijt verschilde niet van het ontbijt  op door de weekse dagen. Gewoon brood met een lik margarine en een lik appelstroop of pindakaas..en een kopje thee om het geheel weg te spoelen. Geen croissants, geen orange jus en geen zacht gekookt eitje.
Na het ontbijt maakte ieder zich gereed voor de zondagse bezigheid, n.l. de kerkgang.
Gezicht wassen onder de kraan buiten op het plaatsje. In de winter echt niet zo plezierig. Koud water en kille tot koude omgeving.. Aankleden in je zondagse goed, gepoetste schoenen aan en ieder was gereed voor de kerkgang.
Afhankelijk van de ouderdom der kinderen en of de vader aan de wal werkte of op zee was, .verschilde dit nog wel eens
Waren kinderen nog jong en zat vader op zee, dan bleef moeder zondag 's-morgens thuis en dus geen kerkgang.
Crêche of kinder nevendiensten waren niet bekend..
In deze periode  waren wij thuis met 4 kinderen en hadden een zodanige leeftijd , dat wij als broers gezamelijk naar de kinderkerk konden gaan. Voor ons geval was dit in het wijkgebouw
 "Maranatha "aan de Gevers Deynootweg.
In verschillende zaaltjes werd kinderkerk gehouden voor diverse leeftijden.Voor de jongste groepen werd dit gedaan door dames.
Voor de oudere groep werd dit gehouden  in de grote zaal. Hier stond een soort preekstoel  en er werd voorgegaan op toerbeurt door diverse personen, n.l de heren Ter Avest, Compagne en Groenendijk. Deze personen waren cathageten en gaven in de week cathegesatie aan de jeugd van de Ned.Herv.kerk.
Zoals in de normale kerk werd hier ook een preek gehouden, maar op een eenvoudige wijze.
De ouder(s) gingen naar de Oude of de Nieuwe kerk,resp. in de Keizerstraat of Duinstraat., afhankelijk welke dominee er preekte.
Na afloop van de kerkdienst was het meestal de gewoonte om bij een der grootouders koffie te gaan drinken.
Was de vader van het gezin op zee werkzaam en toevallig deze zondag thuis, dan werd er koffie gedronken bij de ouders van de man.
Was de vrouw deze zondag alleen dan werd er koffie gedronken bij haar ouders.

De kinderen gingen meestal niet mee op de koffie visite.. Vanuit de kinderkerk even thuis iets nuttigen en vervolgens naar de zondagschool.
In ons geval was dat de school in de Korendijkstraat.
Het verplichte psalm versje hadden we natuurlijk geleerd en hoe beter en mooier je het psalm- vers.op kon zeggen, des te meer kans was er , dat je bij de viering van het kerstfeest van de zondagschool een bijbel tekt mocht opzeggen ten aanhoren van de ouders welke de kerstviering bijwoonden.. Dit werd meestal gevierd in de zaal van "Rehoboth"

Na de zondagschool werden de ouders opgehaald bij de resp. grootouders. Meestal werden wij als kinderen dan bij de grootouders onthaald op een zakje snoep en met de waarschuwing er bij, voorlopig niets hier van te nuttigen, want het middagmaal zou niet lang hierna thuis worden opgediend en onze eetlust moest niet worden bedorven door de snoep.

Op de terug weg naar huis door de diverse straten, werd dikwijls orgelspel gehoord. Veel gezinnen waren in het bezit van een orgel of harmonium en in veel gezinnen was het de gewoonte om voorafgaande aan het zondagse middag maal een een of meerdere psalm verzen te zingen.
Het zondagmiddag maal verschilde in die mate met het door de weekse middagmaal dat er nu een toetje was. Meestal was dit griesmeel met braamsap
Na de zondagse maaltijden werd er niet afgewassen. Vaat werd afgespoeld en in de keuken of wat hiervoor door ging, opgestapeld, om op maandag te worden afgewassen.
Ondertussen was het dan wel zo'n uur of drie geworden.  Op straat spelen was er niet bij.
Bij mooi weer de gelegenheid om wat te wandelen in de Scheveningse bosjes, Westbroek park, Eendenvijver met de 77 trappen en aan de andere zijde de Belvedére.. Misschien bij de wandeling wat beuken nootjes zoeken om later op het potkacheltje in de huiskamer te roosteren.
In de nateelt misschien naar de boulevard om te zien of er loggers voor de wal lagen om bij hoog
water de haven  binnen te  lopen. Misschien was onze vader er wel bij.

Na de wandeling werd er thuis een kopje thee gedronken met een kaakje of een stuk zeekaak. en meestal kwam dan de zak pinda's te voorschijn en het gezin schaarde zich rond de tafel, ieder kreeg zijn portie, en het pellen en eten kon beginnen.
Ook werd de nodige tijd besteed aan het leren van een psalmversje, wat je de volgende morgen op school moest opzeggen.. Hierna de avond brood maaltijd en was het zo langzamerhand tijd dat de jongste kinderen naar bed moesten.
Meestal ging éën der ouders 's-avonds voor een tweede maal naar de kerk.
Als vader van het gezin toevallig thuis was, was het de man die ter kerke ging. Was de vrouw
's-morgens thuis gebleven om op de kinderen te passen, dan bleef de vader thuis of fungeerde een zus of grootmoeder voor oppas.
Meestal mocht een der oudere kinderen 's-avonds met vader mee naar de kerk en als kind was je danig onder de indruk van het psalmgezang van de zware mannen stemmen en waar door een oudere generatie mannen vaak meerstemmig werd meegezongen. Gemengd met de heldere vrouwen stemmen was het een ware lofzang. Heel wat aangenamer als het "gejaag " hede ten dage bij het zingen in zeer veel kerken.
De mannen zaten meestal op de galerij en de vrouwen beneden in de kerk, wat een prachtig gezicht was van al de helder witte mutsen van de vrouwen met hun Scheveningse dracht..
 
Na kerktijd thuis nog wat napraten onder het genot van een kop koffie ( netjes gefiltreerd met een schepje Buisman ) en gekookte melk en de zondag liep ten einde.
Zondagse goed opbergen, zondagse schoenen in de kast en op tijd naar bed.
Maandag was altijd een drukke dag en er moest vroeg worden begonnen.
Afwas van de zondag moest worden gedaan , was uit de soda halen en wachten op de water en vuurman, die in tonnentjes het hete water kwam brengen voor de grote gezins was.
En de dagelijkse sleur meldde zich weer aan.
Als ik eerlijk moet zijn heeft deze soort zondagviering mij en vele anderen met mij geen "schadelijke"complexen bezorgd in ons latere leven.

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-10-2009, 18:17:10
Maandag.

Uitgerust van de vorige dag, moest vandaag wel vroeg worden opgestaan.
De dagelijkse plichten dienden zich in volle teugen aan. De afwas van de vorige dag stond er nog en de gezins was moest vandaag ook gebeuren, Dus werk te over.
Eerst de was welke zaterdag in de soda was gezet om te weken, moest hieruit worden gehaald. en de bonte was worden gesorteerd.
De ochtend maaltijd was snel verorberd en de kinderen aangekleed om naar school te gaan, ofschoon dit nog wel even zou duren voor zij de deur uit zouden gaan.
Het wachten was op de water en vuur man, welke iedere maandag morgen voor een paar centen enkele tonnetjes heet water kwam brengen met z'n handkar..Bij ons was dat  water en vuur stoker Vreken uit de Korendijkstraat.
Wij waren niet de enige klant waar hij water bezorgde. Voor velen was de afstand naar zijn stokerij te ver om lopend emmers heet water te halen, Voor je weer thuis was , was het water weer afgekoeld en het was heus geen pretje om met 2 emmers gloeiend heet water te lopen sjouwen.
Bij ons in de buurt waren zover ik weet 3 stokerijen, In de Korendijkstraat, in de Rotterdamse straat en een in de Haringstraat. Op de maandagmorgen hadden deze kleine zelfstandigen het heel druk en regelmatig moest het vuur onder de ketel worden opgestookt en de inhoud van de ketel worden bijgevuld.en water uit de ketel worden getapt voor de wachtende huisvrouwen. De eigenaar bediende de tapkraan van de ketel en zijn vrouw beheerde de kassa.
Voor een paar centen kon je heet water verkrijgen. Op de kleine gastoestellen thuis ( meestal 1 of 2 pits toestellen ) zou het een hele toer zijn om voldoende heet water te verkrijgen voor de was.. Als de eerste ketel warm water in de tobbe was geschonken, was bij het leeg schenken van de 2e ketel het eerste water al weer koud.
Was je op zaterdag vergeten bij de kruidenier groene-of sunlight zeep mee te brengen, of bleekwater of blauwsel, dan waren deze attributen voor de was in voldoende mate bij de water en vuur man voorradig.
Er moest dan wel een kind meelopen om deze spullen te dragen, want met 2 emmers heet water was dat niet mogelijk.

Daar wij nog veel te vroeg waren om naar school te gaan, hadden wij een tijdverdrijf waarbij wij de Zending een plezier hoopten te doen. Op school, kinderkerk en zondagschool.werd ons uitgebreid verteld hoe belangrijk het zendingswerk van de kerken wel was t.a,v onze gekleurde mede mens overzee..
Hiervoor werd gestimuleerd om geld of zilverpapier en theelood in te zamelen.
Geld hadden we niet maar zilverpapier konden we zoeken.
De vele strand en boulevard bezoekers op de voorgaande dag, hadden voldoende.afval in de vorm van chocolade wikkels en cigaretten pakjes op de boulevard achter gelaten.
En zeker het jaar dat aan het einde van de boulevard ook nog een lunapark was gevestigd.
Wij als Hollanders stonden dan in de wereld wel bekend om onze netheid op straat, dit was echter niet merkbaar, na een zonnige zomerdag., op de vroege maandagmorgen.op de Scheveningse boulevard.,.
De gemeente reiniging was dan ook al direct bij aanvang van hun werktijd op de Boulevard aanwezig om het geheel weer een netter aanzien te geven.

Het verkregen zilverpapier van de chocolade wikkels en uit de cigaretten doosjes werd van het overige papier gescheiden en al gaande weg tot een grote bal gekneed., welke dan bij aanvang van de school aan de juffrouw of meester werd overhandigd.

De vele soort cigaretten doosjes van verschillende soorten en merken hadden voor ons als jongens ook nog wel wat waarde.
Van deze doosjes ( voor en achterzijde ) maakten we een soort kwartet spel, waarmee met andere jongens, die het zelfde hadden gedaan, werd gespeeld.. Na de plaatjes te hebben geschud, werd door iedere medespeler een plaatje op de stapel gelegd. Degene die hetzelfde plaatje als het bovenste plaatje van de stapel hier op legde, mocht de gehele stapel naar zich toe nemen.
Het is me toen wel opgevallen dat er zo'n groot aanbod was van verschillende cigaretten merken en een groot gedeelte werd ingenomen door turkse cigaretten., wat tegenwoordig, ondanks de grote groep turkse inwoners in ons land. niet het geval is.
Als wij dan zo de boulevard hadden afgestroopt, togen wij huiswaards en in middels was het dan ook tijd om naar school te gaan.

Wij kregen geen lekkernijen of snacks mee voor in de pauzes, Hooguit een stuk zeekaak, .maar wel een cent , waar van verwacht werd dat je deze netjes in het busje van de zending deponeerde, waarna het nikker poppetje op de collecte bus genadig een knikkende beweging maakte.
Het bezit van een cent was voor vele kinderen een grote verleiding, en menig centje voor de zending werd op de weg naar school omgeruild voor snoep bij de water en vuur man.of bij het kleine kruideniers winkeltje achter de school in de Haringstraat.
Op school moest je dan wel simuleren dat je jouw bijdrage in de collecte bus stopte, door ongezien het nikker popje een zetje te geven zodat hij knikte, waarop het zou lijken dat je je gave in de offerbus had voldaan..

De maandagmorgen begon met een gebed, waarna de opgegeven psalm, welke moest worden geleerd, werd overhoord. Bij niet geleerd hebben strafwerk. Geen pardon zoals tegenwoordig.
Dat de meeste ouderen de vele psalmen uit hun hoofd kennen ( mits er nog oude berijming wordt gezongen ), is nog een voortvloeisel van het leren en overhoringen op school en zondagschool..

Tussen de middag naar huis voor de middag maaltijd. De huisvrouw had haar handen vol aan de was en een maaltijd bereiden kwam op de 2e plaats. Meestal was er bij het zondagse maal hier rekening mee gehouden en waren er meer aardappelen geschild en groente klaargemaakt als werkelijk nodig was. Van dit restant voedsel werd een "prakje "opgewarmd  en ons voor geschoteld.. Meestal werd dit met smaak opgegeten en mocht onze honger nog niet zijn gestild, dan was er altijd nog de zeekaak als aanvulling..

Meestal was de morgen niet voldoende om de was klaar te krijgen, zeker niet als de echtgenoot tijdens het weekeinde van zee was thuis gekomen en zijn vuile goed van een reis van 3 a 4 weken had meegebracht.
Molton of rode baaien ondergoed. bruine kiel, engels leren broek en truien., veelal nog stinkend van de haring of vis.
Alles met de borstel op een plank boenen, spoelen, vaak nog met de hand uitwringen, nogmaals spoelen en wringen., witgoed in het blauwsel zetten en uit eindelijk ophangen om te drogen.
Bij slecht weer op de zolder en rond de kachel in de kamer ( als de kachel brandde ) en anders aan de voorzijde van het huis aan het wasrek..
De was werd meestal in de buitenlucht op het achterplaatsje afgehandeld en in de winter was het een harde job.
Kamferspiritus bracht dan verlichting voor de kloven in de handen..
In latere jaren kwam de wringer en dit was al een zeer grote aanwinst in het was proces, ofschoon het wringen van zeegoed ook van de huisvrouw de nodige inspanning vergde.
Als oudere kinderen moesten wij dan ook wel wat assistentie verlenen bij het uitwringen van de was.

Pas in het late najaar van1941 konden wij van een wasmachine gebruik maken, toen wij naar Doetinchem waren geévacueerd. Het gezin waar wij werden ingekwartierd kookten electrisch en hadden een wasmachine ( met electrische wringer ). Het gezinshoofd van deze familie was werkzaam bij het P,G.E.M.( Provinciaal Gelderse Electriciteit Maatschappij ) waar werknemers tegen gereduceerde prijs deze apparaten konden aanschaffen.:

Als wij om 4 uur uit school kwamen was de was meestal gedaan. Tijd voor een kopje thee had het gezin nog wel maar voor vrouwlief was de wasdag nog .niet over..Deze avond zou ze niet bij het licht van de petroleum lamp een verhaaltje voorlezen voor de jongste spruit, daar was ze echt te moe voor.

Was moest nog drogen, opvouwen en strijken. Eventuele reparaties uitvoeren. kousen stoppen.
Voor de komst van het electrisch strijkijzer werd alles nog met de strijkbout, welke op de kachel of gaspit werd verwarmd, gestreken.
En de scheveningse huisvrouw was precies, alles moest gestreken in de kast worden opgeborgen, zo hoorde het en zo deed je het ook. Dit in tegenstelling van tegenwoordig, waar de moderne huisvrouw, ondanks de vele hulpmiddelen hier geen tijd voor heeft.

Geen wonder dat de huisvrouw van weleer 's-maandags avonds geradbraakt en laat naar bed ging
Had.zij het de voorgaande dag dan niet gehoord, bij het voorlezen van de 10 geboden ?
Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen......
En de eerste dag was het dan meteen al goed raak. en het was dan ook te merken aan de kleding van mijn moeder. Het was de enige dag in de week dat ze zonder  " ijzer" liep.
En vaak werden ook nog de werkzaamheden uitgevoerd onder het zingen van een psalm of gezang.
Putte zij de  kracht uit haar trouwtekst, welke bij ons thuis ingelijst,  in de voorkamer hing.?
Psalm 37 vers 5.. "  Wentel uwe weg op den Heere en  betrouw op Hem en Hij zal het maken ".

En ondanks haar zware leven van weleer, heb ik haar tot op hoge leeftijd( met ( 'ijzer ")  gezien in het bejaarden tehuis.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-10-2009, 17:51:08
 Zeemanskist.

Vorige week vroeg mijn vrouw tijdens haar huiselijke bezigheden aan mij, of mijn vader vroeger ook een zeemanskist had..
 Ik was wat verwonderd Ien kon deze vraag met ja beantwoorden en ik vroeg ......... Hoe kom je hierzo bij ?
Haar antwoord...... Ja, met "bouwe teelt "bracht mijn vader altid die kist mee en stond dan ergens in het huis, 
Wij gebruikten dan deze kist als poppenhuis.
Echte kinder fantasie, bij gebrek aan iets beters, maar ja,  er was toen ook niets

Het gebruik was dan ook alleen maar 's-winters mogelijk.
Zodra de haringteelt begon was de kist weer verdwenen. .

De kist van mijn vader stond ergens op zolder
In onze kinder ogen misschien een schatkist, maar zodra wij stlekem de klep hadden opgelicht , bleek dit niet zo te zijn..
Wat zat er dan wel in.die kist. 
Alleen gerei voor gebruik aan boord.
Dissel om tonnen mee dicht te slaan , Een drevel om de ijzeren hoepels van de tonnen vaster aan te slaan, Wat breeuwsel om tussen deksel en de wand van de ton te slaan om lekkage en leegloop te voorkomen.
Boetnaalden en boetkatoen om de haring netten te repareren..
Een marlspijker ( splitshoorn ) om touw en eventueel staaldraad te kunnen splitsen.
Kaakmesjes. Zeilplaat en een koehoorn met talkvet en zeilnaalden. en nog wat klein spul, zoals een paar wanten, van een oude molton deken gemaakt, ter bescherming van de handen om tonnen mee te rollen., bij lossing van het schip.

Velen zullen zich afvragen wat  een zeilplaat is en waarvoor dient een koehoorn met talkvet en zeilnaalden..
Een kleine uitleg vooraf zal het geheel duidelijk maken.

Mijn vader voer toentertijd op de Sch.77 Albatros van de rederij Roeleveld en op dit schip was hij monteur of zoals het ook wel werd genoemd  "motordrijver " .
Dit schip had tot ongeveer 1936 een gloeikop motor met een klein vermogen.. In dat jaar werd er in Alphen aan de Rijn ? ( in iedergeval binnenwaarts ) een nieuwe moter geplaatst ter vervanging van de gloeikop motor.
Tot aan dit moment was deze logger uitgerust met een boegspriet., ook wel kluifhout genaamd. Deze boegspriet was uitschuifbaar
In normale positie was hij binnenboord op de voorplecht en kwam vanaf de voorsteven tot ongeveer de voormast.
Na plaatsing van de nieuwe motor werd ook de boegspriet verwijderd. Alle foto's van de Sch.77 zijn van voor deze periode, want op alle foto's is de boegspriet nog aanwezig..

Tot aan dit moment kon de Sch. 77 gebruik maken van de boegspriet en kon hierdoor meer zeil voeren door middel van een 2e fok , .ter ondersteuning van het geringe motor vermogen..
Dit zeil werd "" zeuvenkleier " genoemd. Zeilen bestonden vroeger uit banen ( ook wel kleden genoemd )  en bedoeld fok was gemaakt van 7 kleden. Dit fok was ook groter dan het normale stagfok.en stagfok was dan ook een 'vijfkleier ".
.
Hiervan werd dan ook wel gebruik gemaakt bij gunstige wind als een grote afstand moest worden afgelegd b.v. bij uitstomen naar de noord of bij het thuisstomen vanaf deze breedte..

Bij gebruik van zeilen kunnen deze ook scheuren.. Meest voorkomende averij was dat het zeil uit de "lijken "scheurde.  De "lijken " was als het ware een frame van dik touwwerk waar aan het zeil was bevestigd.
Om averij aan het zeil te repareren had je een zeilplaat nodig.
De zeilplaat was een platte riem van leer welke over de hand paste en door een uitsparing voor de duim op zijn plaats werd gehouden. Op de plaats waar de lederen riem de palm van de hand kruiste., was op deze plaats een ronde ijzeren plaat bevestigd..
Met behulp van deze ijzeren plaat werd de zeilnaald door het zeildoek geduwd. ( een soort vingerhoed in groot formaat ).
Om de naald beter door het zeildoek te steken , werd de naald in het talkvet gestoken, zodat een glij effect werd verkregen.
Bij mijn opleiding aan de Zeevaartschool werd vroeger nog het vak schiemannen onderwezen. Zeilnaaien was een onderdeel hiervan en ik kan u verzekeren dat het een zware klus was..

Of deze attributen na 1936 nog zijn gebruikt ?  Ik denk het niet. Misschien waren deze attributen nog wel uit een vroegere periode n.l. van de zeilvaart. En in die periode was mijn vader in zijn jongere jaren "klimmer "..
Dit was de persoon die bij averij aan zeilen of lopend tuig de mast in moest om dit te verhelpen. Het baantje leverde een kleine vergoeding op boven je nomale gage.
 
De splitshoorn zeker nog wel, wat de reep splitsen zal zeker nog wel zijn voor gekomen.
De kaakmesjes en boetnaalden zeker ook, want vaak werden op zee nog wel eens netten gerepareerd..

Bij het begin van de teelt werd de zeemanskist aan boord gebracht.
Op de hoek van onze straat werd een handkar gehuurd en de hele uitrusting van de visserman werd dan aan boord gebracht.
De groene dekens, bont kussensloop met hhofkussen, strozak ( ongevuld ),  oliegoed, olievel. zuidwester, lieslaarzen en de kist. 
Voor ons als kleine jongen was het natuurlijk van belang om je vader hierbij te helpen.

Aan boord stond de kist aan het voeteneinde van de kooi en deed dan dienst als kast voor het opbergen van je shag en vloeitjes en wat lekkernijen die je vanuit huis voor onder reis had meegekregen.

Al met al herbergde de kist toch nog wel wat geheimen.

Vreemdeling.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 05-10-2009, 20:37:26
Uit het graaikistje
Een platte riem van leer welke over de hand paste en door een uitsparing voor de duim op zijn plaats werd gehouden.
Met behulp van deze ijzeren plaat werd de zeilnaald door het zeildoek geduwd. ( een soort vingerhoed in groot formaat )
De zeilnaald.
Kaakmesje en boetnaald.
De kaartpasser

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-10-2009, 08:18:09
Karel,
 Bij jouw vader hoorde de kaartpasser.
 Bij mijn vader misschien meer een dot poetskatoen.
Verder een mooie weergave.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-10-2009, 15:13:36
Zondagswerk

In mijn- en publikaties van anderen hebben wij herhaaldelijk kunnen lezen over de ingetogen leefstijl van de Scheveningse bevolking op de Zondagen.
Het was echter wel zo, dat zaken die door omstandiheden strikt noodzakelijk waren toch moesten worden uitgevoerd.
Het principe om op zondag geen werkzaamheden te verrichten werd dan ook niet gehandhaafd maar bleef wel beperkt tot het strikt noodzakelijke. En wel moesten deze uit te voeren werkzaamheden zich plotseling op zondag..aandienen.

De uit te voeren werkzaamheden konden beperkt blijven tot een enkele persoon. maar ook meerdere personen konden worden gevraagd.

Bijvoorbeeld
Een Schevenings vissersschip wat op zondag de haven binnen loopt..
Bemanning gaat naar huis, maar op het schip zal toch bewaking moeten zijn, 
Ontvreemding van persoonlijke zaken van de bemanningsleden die het schip hebben verlaten is mogelijk.en ook diefstal van vis of haring en eigendommen van de rederij...
Bewaking of het schip goed gemeerd zal blijven liggen en baldadigheid.( toen ook al ) door de jeugd.
De "peek " ( meestal een oudere persoon , welke niet meer aan het arbeidsproces deel nam ) werd dan gewaarschuwd en begaf zich dan aan boord.van het schip om de bewaking op zich te nemen. Voor deze mensen was dit soort werk een "snabbeltje ", want pensioen en AOW kende men nog niet.
Meestal werd dan zijn "warme hap " door een van zijn huisgenoten of kinderen bij hem aan boord gebracht..
Zijn nachtrust bracht hij door in een der kooien van de bemanning in het vooronder en zorgde ook dat de kachel bleef branden zodat hijzelf een "bakje "kon zetten..
In het geval dat meerder schepen van een rederij op deze dag binnen liepen en de beschikbare "peken " hun taak  reeds vervulden en geen
"peken " meer beschikbaar waren, dan werd aan een der oudere leden van walploeg gevraagd om de werkzaamheden op het schip te willen waarnemen.

Zo kon het gebeuren dat 's-zondags in de loop van de dag onweer en regen werd verwacht., terwijl er "geolied want " , ( nieuwe geoliede netten zonder pezen ) op het boetsterland lagen uitgespreid  om te drogen.. Deze netten moesten tegen de regen worden afgeschermd met zeildoek.
Meestal werden een paar leden van het walpersoneel wat op de "schuur "werkte, opgeroepen,  om deze werkzaamheden te willen uitvoeren.
Vaak waren het dan personeelsleden die in het dorp woonden en eerder in het boetsterland konden zijn. Want alles werd lopend gedaan.

Ook kon het gebeuren dat een logger binnen kwam en men bang was voor "broei " van de netten
Soms lagen deze netten al aan dek , maar het kon ook gebeuren dat door de vele werkzaamheden aan boord de netten nog in het want ruim lagen.
De netten moesten dan zo spoedig mogelijk van boord worden gehaald en in de duinen ( boetsterland ) worden uitgereden.
Dus vervoersbedrijf Tijssen werd ingeschakeld. Koetsiers opgetrommeld, paarden van stal gehaald en boerennettenkarren ingespannen..
Ondertussen was walpersoneel gewaarschuwd en naar het betreffende schip gegaan, waar de vervoersmiddelen al  wachtende waren..
Netten vanuit het wantruim of vanaf het dek op de karren geladen en daarna op het boetsterland uitgereden en enigsinds uitgespreid., zosat broei voorkomen kon worden.

Hetzelfde kon gebeuren dat een schip binnen kwam en zoveel haring had gevangen, dat alle aan boord beschikbare tonnen reeds met haring waren gevuld en het restand haring nog voor verwerking in de krebbes en last  lag te wachten op verwerking of op eventuele  verkoop als verse haring.
Besloot de reder de haring niet als verse haring te verkopen , dan moest deze haring dan ook direct worden verwerkt als steurharing.
Hiervoor waren personeelsleden nodig, lege tonnen en eventueel zout moest vanaf het rederijkantoor naar het schip worden gebracht, aleer men aan de werkzaamheden kon beginnen..Dus ook hier was een vervoersbedrijf nodig.
Voor degene die voor dit karwei werden uitgekozen was het een totale omschakeling. Vanuit je zondagse kleren overstappen in werkplunje om de haring te verwerken en tonnen dicht te slaan. en 's-avonds stinkend naar de haring thuis te komen..

En zo zullen er wel meer werkzaamheden zijn op te noemen en ik denk hierbij aan het personeel van de reddingboot Zeemanshoop..
Meerdere malen heb ik de reddingsboot in de buitenhaven "stand by "zien liggen bij de binnenkomst van loggers bij stormweer..
En zij waren dan nog vrijwilligers, zonder enige verplichting.t.a.v.reders of wie dan ook.

vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 06-10-2009, 16:13:03
M.b.t. de mrb Zeemanshoop . Deze ligt momenteel tekoop.

Hieronder de boot afgelopen 26 augustus 2009 in De Lemmer.

Op de achtergrond de mrb Jhr. J.W.H. Rutgers van Rozenburg, ook van Scheveningen.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 06-10-2009, 16:20:48
De mrb Zeemanshoop staandebij bij het binnenlopen van een logger.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 06-10-2009, 16:26:48
jongens dat brengt weer bange herinneringennaar boven als we met slecht weer naar binnen gingen de rillingen lopen noch over mijn rug als ik er aan denk het heeft heel lang geduurt voor ze de hoofden gingen verlengen dat er toen niet meer ongelukken zijn gebeurd is een gods wonder


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-10-2009, 16:33:51
 Weet iemand welke logger dit is.
 Ik heb de belevenis van deze foto zelf meegemaakt. Ik stond als jongen tussen de toeschouwers
Kenners hebben mij wel eens verteld dat de binnenkomende logger de SCH 245 was.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 06-10-2009, 16:42:58
jongens dat brengt weer bange herinneringennaar boven als we met slecht weer naar binnen gingen de rillingen lopen noch over mijn rug als ik er aan denk het heeft heel lang geduurt voor ze de hoofden gingen verlengen dat er toen niet meer ongelukken zijn gebeurd is een gods wonder

... vrooger had je echte zeilui!...die met een ienpitter met rauw weer op de rollers naar binnen kwamen.... non hebben ze zeeloodsen, rivierloodsen en havenloodsen en sleepboten nodig en tussen de verlenge havenhoofden binnen tekomen.... en stean de beste zeilui non te kikke op de kant of op ut dikje..... ;D ;D...


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-10-2009, 17:24:23
spienet je wil tog niet sugereeren dat na de verlenging van de pieren dat het toen beter was,het is nog net zo'n kloote haven als voor de verlenging.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 06-10-2009, 17:26:40
spienet je wil tog niet sugereeren dat na de verlenging van de pieren dat het toen beter was,het is nog net zo'n kloote haven als voor de verlenging.
zier
... kan wel weze ....maar nog steeds beter dan Masluus!!jullie ebbe ge-iens  een koppes ... ;D ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 06-10-2009, 17:27:24
vreemdeling rond die tijd '36 zullen ze met elkaar gevaren hebben,ik zal wel deris in de garage kijken ik heb nog het kistje staan en de disel en kaakmesje aleen geen zet.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-10-2009, 17:47:09
De getoonde zeilplaat door Jan Jansen is niet kompleet.
Het ijzeren plaatje ligt los van de riem. Op de riem zijn de gaatjes te zien waarmee de ijzeren plaat met touw op de riem werd vastgezet.
Het behoort één geheel te zijn .
 vreemdeling.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-10-2009, 17:51:17
Zier,
 Dat is best mogelijk.
Jouw vader en mijn vader zijn altijd kameraads geweest en ik heb diverse keren jouw vader meegemaakt als hij met je moeder en een kind met ons gezin ging wandelen.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 06-10-2009, 21:11:45
Weet iemand welke logger dit is.

Ik heb deze foto uit een boekje. Welke weet ik niet meer, de gegevens daarover zijn uit mijn compu verdwenen.
In de tekst bij de foto staan geen gegevens over de logger. Ook geen datum.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 06-10-2009, 21:21:33
Weet iemand welke logger dit is.

Ik heb deze foto uit een boekje. Welke weet ik niet meer, de gegevens daarover zijn uit mijn compu verdwenen.
In de tekst bij de foto staan geen gegevens over de logger. Ook geen datum.
Deze foto is genomen:28 Oct.1936.Er staat geen nummer van de logger bij.
Gerard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 06-10-2009, 21:46:53
Ik heb deze foto uit een boekje. Welke weet ik niet meer, de gegevens daarover zijn uit mijn compu verdwenen.
In de tekst bij de foto staan geen gegevens over de logger. Ook geen datum.

Het boek heet Het Zilver v/d  Zee.  Er staat wel bij dat het gebeurde in november  1936 en dat de reddings boot de Zeemanshoop heette maar geen nummer of naam v/d logger.

Witkwast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-10-2009, 11:37:44
Gerard Knoester,
Betreffende foto heeft de volgende dag in de krant gestaan.
Is op zondag 25 october genomen in de namiddag,.
Kijk maar op de foto naar de hoeveelheid mensen die naar de binnenkomst van deze logger kijken. Dit kan nooit op maandagmiddag 26/10 zijn genomen. Want op maandagmiddag zouden al deze mensen hebben gewerkt. Op de middag  van de 25 /10 kwamen meerder loggers binnen. Waarschijnlijk ook mijn vader op de Sch. 77, want wat deed ik anders op zondag aan de haven .
Op de foto is aan de horizon nog een logger zichtbaar.
vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 07-10-2009, 12:01:30
Er staat bij de foto 28 Oct.1936.
En of dat nou wel of niet waar is,daar zal ik niet van wakker legge ;D
Gerard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 07-10-2009, 12:33:22
 ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 07-10-2009, 12:42:13
t,ken aok weze dat ze een ATV dag hadde,of ane ze die toen nog iet ;D ;D ;D
Gerard,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-10-2009, 18:03:13
Noord over.

Bij mijn weten hebben we ook op Scheveningen nog een familie welke deze naam als bijnaam heeft.
Ik weet niet of deze naam uit ëën of uit twee woorden bestaat.
Het ontstaan er van lijkt mij vrij simpel.
Hoe vaak hoorde je niet in het verleden als de vangsten wat tegen vielen .... Wij gaan het eens ergens anders proberen...
We gaan Noord Over. ........
Dus voor diegene welke deze terminologie niet verstaan...... Wij stomen naar het Noorden en gaan het daar eens proberen en kijken of de vangsten daar beter zijn.

Hetzelfde woord Noordover ben ik tegen gekomen in een boekwerkje over de Vlaamse visserij.
Het woord is nu aaneen geschreven en nu is het een plaats aanduiding.

Uit gegevens van de stad Nieuwpoort uit de 14e eeuw, blijkt dat de haringvangst tot eind september plaats vond op de haringgronden van
"Noordover "
Volgens de bewoners uit deze zelfde periode van Kales ( huidige Calais ) werd dit ook wel Noordland of Nordpais genoemd.
Nord stond voor Noord
Pais stond voor pays en is het franse woord voor land.
Er werd onder verstaan het zeegebied voor de kusten van Noord-Oost Engeland en Oost Schotland. 

In feiten bedoelen we beiden ( Hollanders en Vlamingen ) hetzelfde.

De visserij in het "Noordover " was de belangrijkste haring visserij. en deze visserij begon in Juni / Juli en werd beoefend vanuit de grotere vissersplaatsen,  zoals Grevelinge, Duinkerk, Lombardsijde, Oosteinde, Blankenberge en Biervliet .In die periode allen nog Vlaamse havens.

De schepen waar de "Noorover "haringvisserij  mee werd uitgeoefend waren grotere schepen, dan de meestal open schepen welke werden gebruikt voor de haringvisserij in de Vlaamse kustwateren


"Noordover " staat in tegenstelling tot de Vlaamse zee., de visserij in de "Hoofden " , de banken bij de Vlaamse kust ( Dijck, Sandettie en Ruijtingen )
Vanaf September tot November werd eerst voor de kusten van Zuid-Oost Engeland gevist met de grotere schepen, daarna ook in de Vlaamse kust wateren en als laatste het Nauw van Kales..

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: garrent op 07-10-2009, 18:15:04
De bijnaam Noordover bestond want dat was de bijnaam van mijn Opa Willem Verheij als hij naar huis ging na een praatje zei hij altijd ik ga Noordover.  Karel


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 07-10-2009, 20:53:38
Er staat bij de foto 28 Oct.1936.
En of dat nou wel of niet waar is,daar zal ik niet van wakker legge

Dat kan goed kloppen.

Ik ben even in de oude kranten gedoken.

Uit Het Vaderland van WOENSDAG 28 October 1936 (voorpagina):

Citaat
Drie loggers binnengevallen

Zeemanshoop behoefde geen dienst te doen

Na een ontzaggelijke worsteling met de woede der elementen, zijn vanmiddag tusschen 1 en 2 uur, opnieuw drie Scheveningsche loggers de haven binnengeloopen. Het waren de Sch. 245, de Sch. 280 en de Sch. 324.
Het nieuws, dat er drie loggers voor gaats
lagen verspreidde zich als een loopend vuurtje, niet alleen door het visschersdorp, maar
schijnbaar ook door de stad. Tenminste in een
minimum van tijd nadat de eerste logger op
grooten afstand gesignaleerd was, stonden er
duizenden menschen  rondom  de buitenhaven.
Hoewel iets minder dan gisteren, was de zee ook nu nog buitengewoon onstuimig, en de nootedopjes van loggers gingen er dan ook op te keer, dat men van tijd tot tijd zijn hart vast hield. Dat was een voortdurend slingeren en stampen in een zoodanig snel tempo, en met zoodanige groote bewegingen, dat men elk oogenblik dacht, dat het schip zich niet meer zou oprichten. Als men dat alles gezien heeft kan men niet anders dan de grootst mogelijke bewondering koesteren voor die mannen daar aan boord, niet alleen voor hun moed en voortvarendheid, maar stellig ook voor hun knappe zeemanskunst.
Even leek het erop, of de Sch. 280, die reeds voor de Sch. 245 voor den ingang van de haven was gekomen, de poging niet aandurfde. De Sch. 245 voer hem ten minste voorbij en kwam binnen, terwijl de 280 een eind buiten de haven bijdraaide en bleef liggen. Met bekwamen spoed werd daarop de reddingboot van de Noord-Zuid-Hollandsche Redding-Mij In gereedheid gebracht om zoo noodig assistentie te verleenen.
Zonder aarzelen voer de Zeemanshoop al slingerend en stamp de buitenhaven in. De bemanning met de zwemvesten aan, was bereid, desnoods met gevaar voor eigen leven, de woedende zee haar prooi te betwisten.
Maar het behoefde ditmaal niet Toen de Zeemanshoop ongeveer halverwege de buitenhaven was gekomen, heesch de Sch. 280 de zeilen en draaide den kop in de richting van de haven, waarop de Zeemanshoop het rustiger water van de eerste binnenhaven maar weer ging opzoeken. De Sch. 280 wist op eigen kracht binnen te komen, evenals de kort daarop volgende Sch. 324.
Naar wij vernemen is vannacht om 2 uur ook nog een logger binnengevallen, n.l. de Sch. 233 met 31 last haring aan boord.


Ik konkludeer dus dat het inderdaad op een woensdag is geweest en wel op 28.10.1936 en dat de SCH 280 op de foto staat en de SCH 324 aan de kim verschijnt.

Er stonden nog meer berichten over de visserij op deze voorpagina:

Citaat
WAT IS ER MET DE SCH179?

Reddinggordel en boot aangespoeld

Er heerscht een groote mate van onzekerheid omtrent het lot van den logger Sch 179, waarvan te Wijk aan Zee een reddingboei en op de Noorderpier te IJmuiden een reddingboot zijn aangespoeld. De Sch 179 behoort toe aan de N.V. Vischhandel, Reederij en IJsfabriek voorheen Frank Vrolijk te Scheveningen. Schipper van de Sch 179 is Willem de Niet en er zijn 14 opvarenden aan boord.
Wij hebben een kort onderhoud gehad met een van de directeuren van de N.V, Frank Vrolijk, die ons als zijn oordeel te kennen gaf, dat het zeer wel mogelijk is, dat er van de Sch 179 een boei en een boot losgeslagen zijn tijdens den zwaren storm van de laatste dagen, zonder dat er met het schip iets ernstigs aan de hand behoeft te zijn.
De Sch 179 is op 12 October jl. uitgevaren ter haringvangst en kon dus ongeveer afgevischt zijn. Het is daarom zeer wel mogelijk, dat het schip met versche haring op weg was naar IJmuiden, en daarbij door den storm verrast werd. In dat geval moet volgens het oordeel van insiders — de heer Vrolijkk heeft zich hierover niet uitgelaten — de mogelijkheid wel degelijk onder de oogen worden gezien, dat het schip met man en muis is vergaan. Immers.... de Sch 179 verkeerde in precies dezelfde omstandigheden als de Sch 68, die bij IJmuiden is vergaan, omdat ook de Sch 179 uitgerust is met een verouderden 80 pk Kromhoutmotor, die geen voldoende vermogen heeft, zooals wij reeds gisteren hebben geschreven, om het schip, wanneer het bij een Westerstorm eenmaal te dicht onder den wal zit, weer voldoende ver in zee te brengen, het voldoende lengte te geven, zooals dat heet.
Is dat het geval geweest, en niemand die daar met ja of neen op kan antwoorden, dan moet het als zeer wel mogelijk worden beschouwd, dat ook de Sch 179 slachtoffer van een of meer grondzeeën is geworden.
Voorloopig kan men op Scheveningen niet anders doen dan hopen op een gunstiger lot.
Nog wordt in verband met de bange vermoedens omtrent het lot van den logger Sch 179 uit IJmuiden gemeld dat men op korten afstand van de buitenhaven — ongeveer 2 km uit de pieren — benoorden de z.g. uiterton — dit is de laatste boei voor IJmuiden — een mast van een wrak gesignaleerd heeft Reeds gistermiddag kwamen berichten hieromtrent binnen. doch zekerheid kon niet worden verkregen. Vanochtend heeft de loodsboot op de aangegeven plaats een onderzoek ingesteld, waarbij
inderdaad de mast werd waargenomen. Hoewel
er geen enkele gissing kan worden gemaakt,
met welk schip men hier te doen heeft, schijnt het niet uitgesloten, dat hier een tweede logger in de golven is verdwenen. Zoodra de zee minder ruw is, zal men een nader onderzoek instellen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 07-10-2009, 20:54:33
{vervolg}

Citaat
Het vergaan van de Sch 68

Scheveningsche visschers namen aan de redding deel.

Daar gisterenmorgen verschillende Scheveningsche motorloggers met versche haring in IJmuiden binnen waren, hebben een groot aantal Scheveningsche visschers het zoo noodlottig vergaan van den motorlogger Sch 68 gezien.
Een drietal van deze opvarenden hebben persoonlijk nog aan de redding deelgenomen. Bij het uitvaren van de IJmuidensche reddingboot maakten drie Scheveningsche visschers — opvarenden van de binnengekomen motorloggers — deel uit van de bemanning van de reddingboot. Deze moedige menschen aarzelden niet om onmiddellijk mede te helpen aan de redding van hun medemenschen, ondanks het feit dat zij zelf eerst enkele uren geleden van de woedende zee waren teruggekeerd.
De gisteren te Scheveningen teruggekomen waren vol lof over kapitein en bemanning van de sleepboot „Nestor" en wat deze menschen hebben verricht grenst aan het ongelooflijke. Bijna voortdurend was de sleepboot onder water en men heeft de grootste bewondering voor het redden van negen menschen onder dergelijke buitengewoon moeilijke omstandigheden.
Naar men ons voorts mededeelt is de toestand van den monteur Toet die in het ziekenhuis te IJmuiden is opgenomen gunstig.
Minister Deckers betuigt zijn deelneming.
Naar wij vernemen heeft de reederij A. den Dulk te Scheveningen, de eigenaresse van de Sch. 68 welke bij IJmuiden is vergaan, het volgende telegram ontvangen van den Minister van Landbouw en Visscherij dr Deckers:

„Met groot leedwezen het vergaan van de Sch. 68 vernemend en zeer getroffen door het droevig verlies van vier menschenlevens verzoek ik U aan de familie der overledenen mijn hartelijke deelneming te betuigen.
w. g. Deckers."

Citaat
De Scheveningsche visscherij en de storm

De West-Zuid-Westerstorm is in den loop van den afgeloopen nacht geluwd, hoewel het nog zeer ruw weer was met hevigen regen en onweer.
Vannacht zijn de Scheveningsche haven binnengeloopen: de Poolsche logger GD.Y. 233, Schipper C. Bal met 32 last haring.
Te IJmuiden kwam binnen de Sch. 5, schipper L. Rog, met 14 last gezouten haring en 400 kisten versche. Te Vlaardingen liep binnen de Poolsche logger G.D.Y. 49, schipper D. Pronk met 34 last haring en Sch. 75, schipper C. Vink, met 30 last haring.
Er zijn op het oogenblik nog circa 90 schepen van de Scheveningsche vloot op zee.

Citaat
De „Adriatic" IJm. 18 behouden binnen gekomen

Een heden in IJmuiden binnengekomen logger heeft gerapporteerd op zeven mijl N.W. van IJmuiden een treiler te zijn voorbij gevaren, die ronddreef met weggeslagen brug en schoorsteen.
De „Neeltje Jacoba", de motorreddingboot van de Noord- en Zuid-Hollandsche ReddingMaatschappij is om twaalf uur uitgevaren om zoo noodig hulp te verleenen. De naam van den treiler is nog niet bekend.
Nader wordt gemeld:
De treiler, welke volgens het rapport van een in IJmuiden binnengekomen logger, op korten afstand van de haven in nood verkeerde, is er in geslaagd op eigen kracht behouden in IJmuiden binnen te komen.
Het bleek te zijn de „Adriatic" IJm. 18, welke geëxploiteerd wordt door een combinatie van Noordwijkschc visschers.
Het vaartuig werd geëscorteerd door de „Neeltje Jacoba", welke, zooals gemeld, voor eventueele hulpverleening was uitgevaren.

Citaat
De „Norburg" veilig binnen gebracht

Het Duitsche stoomschip „Norburg", dat gisteren bij Terschellingerbank in nood verkeerde en in verband met zijn gevaarlijke positie om den Oost is gestoomd teneinde te trachten de Eems binnen te vallen, is hedennacht veilig de haven van Borkum binnengebracht
Een uiterst moeilijke sleepreis.
Omtrent de berging van het in nood verkeerende Duitsche stoomschip „Norburg" kan nader worden gemeld, dat de sleepboot „Holland" van de reederij Doeksen, hedenochtend na een uiterst moeilijken tocht om zeven uur met het schip de Eems is binnengevallen. Van de „Norburg" waren de luiken ingeslagen en bovendien was het roer defect. Een zeer hachelijke situatie ontstond, toen de sleeptros afknapte. Met bovenmenschelijke inspanning, waarbij de betrokkenen in levensgevaar hebben verkeerd, is men er in geslaagd, weer verbinding te kragen. Teneinde het geweld der golven te doen bedaren, heeft de „Norburg" veel olie gestort. De reddingboot „Insulinde" bleef voortdurend in de nabijheid, om assistentie te verleenen, indien deze noodig mocht zijn.
De sleep is in den loop van den ochtend te Emden aangekomen.
De „Norburg", welke een laadvermogen heeft van 4300 ton, was geladen met stukgoed. De lading is door de inwerking van het zeewater ernstig beschadigd.

Citaat
De „Insulinde" te Oostmahorn teruggekeerd

De reddingboot „Insulinde" van de Noord-en Zuid-Hollandsche reddingmaatschappij is hedenmorgen te half acht in Oostmahorn teruggekeerd.
De bemanning van de boot, welke den geheelen nacht in de nabijheid van het Duitsche ss „Norburg" is gebleven, heeft een zwaren tocht gehad. Een zoeklicht van de „Insulinde" is afgebroken terwijl een uitlaatpijp van den motor is weggeslagen.

Citaat
Het motorscheepje „Midsland" te Hollum gestrand

Vlotbrengen vrijwel   uitgesloten.

In den afgeloopen nacht is het motorscheepje „Midsland", schipper-eigenaar D. Borsch, wonende te Midsland, te Hollum gestrand. Het scheepje, dat achter een zandbank is geslagen, ligt zoo hoog, dat het gelost kan worden. Reeds gistermorgen waren de schipper en de knecht door de reddingboot „Brandaris" van boord gehaald. De „Midsland" welke met stukgoederen geladen is, was op weg van Amsterdam naar Terschelling.
De mogelijkheid het scheepje vlot te brengen is vrijwel uitgesloten. Men is van meening, dat het als verloren moet worden beschouwd.

Citaat
Treilers   hadden   moeilijke thuisreis

Eenige vandaag binnengekomen IJmuider treilers hebben een zeer moeilijke thuisreis gehad. Zoo had de „Flamingo 2" twee etmalen werk om van Terschelling naar IJmuiden te komen. De treilers „Emma" en „Mary" hebben beide de scheepsbooten verloren, terwijl de „Liesbeth Betty" schade heeft bekomen aan de brug. Ook de vuren van dezen treiler zijn weggeslagen. Er zijn evenwel op deze schepen geen persoonlijke ongelukken gebeurd.

(De tekst is met de komputer omgezet van beeld naar tekst. Het is snel met de hand/oog gekorrigeerd, maar er kunnen nog foutjes inzitten.)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 07-10-2009, 21:04:18
Bedankt voor de info Wybe.
Gerard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 07-10-2009, 21:44:29
Overigens lag de mrb Zeemanshoop ook op 27 oktober 1936 klaar.

Uit Het Vaderland van dinsdag 27 october 1936:

Citaat
De storm op onze kust

Twee loggers de Scheveningsche haven binnengeloopen

Zij hadden met zwaar weer te kampen
Tijdens een hevigen West-Zuidwester storm zijn hedenmiddag de motorlogger Sch. 81, schipper J. den Heijer en de Sch. 200, schipper P. Lagas, de Scheveningsche haven binnen-geloopen. De Sch. 200 verliet gistermiddag gelijktijdig met den verganen logger, de Sch. 68, de haven van IJmuiden. Zoowel de Sch. 81 als de Sch. 200 hadden het zwaar te verantwoorden en waren met haring geladen. Hooge zeeën rolden over het dek. De Sch. 81 kreeg een stuk water, zoodat de scheepssloep uit de helling vloog. De reddingsboot „Zeemans Hoop" lag in de buitenhaven de schepen op te wachten om zoo noodig hulp te verleenen.
Duizenden belangstellenden keken op den wal toe.


Dit kan nooit op maandagmiddag 26/10 zijn genomen. Want op maandagmiddag zouden al deze mensen hebben gewerkt.

Blijkbaar waren er op dinsdag 27 en woensdag 28 october 1936 toch duizenden mensen op Scheveningen die naar het binnenlopen van de schepen kwamen kijken.
Blijkbaar is het een bijzonder stormachtige periode geweest.

Citaat van: vreemdeling
Op de middag  van de 25 /10 kwamen meerder loggers binnen. Waarschijnlijk ook mijn vader op de Sch. 77, want wat deed ik anders op zondag aan de haven .

Ik denk inderdaad dat de SCH 77 op zondag 25 October 1936 is binnengekomen (of op zaterdag 24 ?), gezien onderstaand bericht in Het Vaderland van dinsdag 27 October 1936

[7e regel van onderen:
SCH 77, C. de Jong, met 31 last]







Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:01:16
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-110ajpg.jpg)
Sch-110,,Adriana Johanna'' met nieuw stuurhuis die geplaatst is zo 1953-
1954 ik dacht dat schipper W.de Graaf in 1954 er als eerste mee naar zee
ging
Antwoord 320 is naar mijn bescheide mening ook de Sch-110
,,Adriana Johanna''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:04:03
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-110bjpg-1.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:05:44
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-110cjpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:07:19
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-110djpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:08:46
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-110ejpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 15:52:25
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-102ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 16:19:31
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-103ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-10-2009, 16:34:48
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-103cjpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 08-10-2009, 17:28:38
Antwoord # 342:
Sch-110,,Adriana Johanna'' met nieuw stuurhuis die geplaatst is zo 1953-
1954 ik dacht dat schipper W.de Graaf in 1954 er als eerste mee naar zee
ging
In mijn archief staat hierbij dat dit de mrb Arthur is, inderdaad met de SCH 110

Citaat
Antwoord 320 is naar mijn bescheide mening ook de Sch-110
,,Adriana Johanna''
Herken je het schip? Ik trok mijn konklusie op basis van het krantenartikel en de datum 28.10.1936 van Gerard.

Antwoord # 347
Ook hierbij staat in mijn archief dat het hier om de mrb Arthur gaat.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-10-2009, 17:44:40
Mutsenwaster.

Voor wij uit Scheveningen werden geevacueerd, hadden de vrouwen in dracht geen enkel probleem om hun mutsen te laten wassen , strijken en plooien.
's-Maandags bracht je meestal de "vuile "mutsen naar de mutsenwaster en 's-zaterdags werden de schone mutsen opgehaald.

In ons geval was het de mutsenwaster ( Keus ? ) in burger dracht , wonende in een portiek in de Marcelisstraat, tegen over de Werfstraat.
Zij was één van de velen die dit beroep uitoefende..
Zolang wij op Scheveningen woonden.was er geen probleem, maar toen wij eenmaal geévacueerd waren moest er een oplossing worden gevonden, want een mutsenwaster was er niet in het stadje waar wij terecht waren gekomen.

In de begin periode werden de "vuile" mutsen  per post opgestuurd naar familie in Scheveningen of Den Haag en de 'schone "mutsen werden op dezelfde manier door familie geretourneerd..Familie zorgden er wel voor dat de mutsen wel bij een of andere mutsenwaster terecht kwamen,. hetzij op Scheveningen of in DenHaag.

Het woord "vuile"muts zoals dat vroeger normaal was, was echter niet langer een vuile ( ongewassen ) muts.
Door de zeep distributie kon de mutsenwaster zelf niet meer de aangeboden mutsen wassen, want dit zou ten kosten gaan van haar eigen zeep rantsoen.. De "vuile "muts was dus nu een door de eigenaresse gewassen muts welke nog niet was gesteven, gestreken en geplooid..

Dit circuit heeft een tijd goed gefunctioneerd.  Problemen bij NS. en PTT noodzaakten andere oplossingen te vinden.
Een hier van was om zelf de gewassen muts te stijven, te strijken en te plooien.

Een noodzakelijk attribuut was natuurlijk de plooi tang en zowaar had mijn moeder een plooi tang op de kop weten te tikken.
Veel heeft het niet uitgehaald. Na veelvuldige oefeningennen was het resultaat.ondermaats. Muts was net goed genoeg om door de weeks te dragen. De plaatselijke bewoners hadden toch geen benul van de Scheveningse dracht..
Kinderen dachten nog vaak dat een vrouw in Scheveningse drachr een non was.,
Mijn moeder heeft nooit een "nachtmuts " gedragen en een slecht geplooide muts kon echt niet door de beugel en om met zo'n muts 's-Zondags naar de kerk te gaan, kon al helemaal niet..
Moest je de dracht afleggen ? Je had al leren fietsen met je dracht.  Moest er nog meer gebeuren ?
Gelukkig strooide de kleding distributie roet in het eten. Voor dat weinige wat je toegewezen kreeg kon je niet fatsoenlijk worden gekleed en trouwens er was erg weinig voor handen.

Gelukkig woonden er meerdere Scheveningers in de omgeving en één er van was mijn "meuje Kee ". min vaders schoonzus, wiens man in Engeland zat.
Zij had een vrijgezelle  zuster , Baartje genaamd, die mutsenwasser was en met haar moeder,  zo'n 45 km .van ons vandaan, in Markelo. woonde.
In overleg met haar stemde zij er in toe om de mutsen van de in Doetinchem wonende Scheveningsters te stijven, strijken en plooien.

Maar hoe moesten de mutsen in Markelo komen en hoe daar vandaan naar Doetinchem..

Onderling werd afgesproken dat er 1 maal per 2 weken een der mannelijke Scheveningers 's-zondags op de fiets naar Markelo zou gaan.
Om de rit op zaterdag te maken was geen optie, daar er op zaterdag normaal tot 13 uur werd gewerkt.

Op de heen reis werden van de Scheveningse bewoners de "vuile " gewassen mutsen meegenomen en de schone mutsen mee terug gebracht..

Deze fiets tocht was echt geen plezier rit.
In de winter van 1944-1945 was het afzien van de kou. Fietsen waren  oud en versleten en de wielen waren voozien van massieve rubber- of houten banden..
 De tocht ging vaak over hard bevroren zandpaden., welke wij volgden om zo min mogelijk kilometers te moeten rijden en het risico te vermijden dat je fiets door Duitse militairen in beslag werd genomen.

Diverse keren heb ik deze tocht met mijn vader gemaakt. zodat mijn moeder en ook haar mede dorpsgenoten met een goed geplooide muts,
trots, 's-zondags zonder schaamtegevoel naar de kerk konden gaan.

Hadden wij het voor de oorlog ooit kunnen denken dat wij , 45 km  heen en 45 km terug zouden fietsen, en dat ook nog op houten banden om op de  "kostelijke zundag " mutsen zouden brengen en halen .t.b.v de dracht van de Scheveningse vrouw !.
Een ander denkpatroon had ook hier zich al geworteld.

Na terug keer op Scheveningen is mijn moeder Baartje de mutsenwaster tot op hoge leeftijd trouw gebleven.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2009, 11:12:05
Wybe M2.
leuke reactie in Herinnering no.341 d.d. 7 -10-09

Uit "Het Vaderland "van dinsdag 27 0ctober 1936.
 Het volgende valt mij op uit ........

Visafslag Scheveningen
'Met verse haring kwamen binnen de motorkotters SCH 12. G.den Heyer met F.278 en UK 18 L.Kamper met F.295 besomming.
De prijzen waren van F.2.50 - 3.90 per kist van 50 kg.

Mijn vraag is dan ook

Werd er toen al door deze kleine kust vaartuigen al haring "getrokken "
Uit wat er is gepubliceerd blijkt het  en moet de haring wel dicht onder de wal hebben gezeten.

Zijn er nog ouderen die hier een antwoord op kunnen geven ?.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 09-10-2009, 11:19:33
in oktober zat?zit de haring dicht onder de kust
 ook wel engelsewal genoemd  dat is niet onder engeland maar
 hier onder de wal
 als je viste onder de engelse wal dan zag je de Hollandse vuurtorens
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 09-10-2009, 12:31:17
Ik kan me nog herinneren dat als je bij goed helder weer bij de vuurtoren stond de vislichten van het vlootje kon zien

K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2009, 17:37:47
Rinus en Karel,
Dit was mijn vraag niet.
Alles wat u verteld was mij bekend. Hier over is al eerder gesproken in topic "Ik heb een vraag "
Vraag was of er toen al met de trawl op haring werd gevist. Het was in 1936.
Was ook de vraag bij verhaal "De Kolbak vaart uit "

Het was geen bijvangst van de gewone trawl, want verse vis werd niet
geveild. Staat niet vermeldt in de gegevens.
Gemiddelde prijs verse haring was Fl. 3.20 / kist 50 kg.
Beide scheepjes brachten dus beide elk tussen de 80 en 100 kisten binnen.

Cor




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2009, 19:36:29
Keulse Pot.

In de vooroorlogse periode hadden de meeste Scheveningse gezinnen, afhankelijk van de grootte van het gezin, 1 of meerder keulse potten in huis,
Na de oorlog heb ik deze potten niet meer zien gebruiken.en werden andere technieken gebruikt om groenten te bewaren voor gebruik in de winter.
De keulse pot was op Scheveningen het attribuut waar princessen bonen in werden bewaard voor gebruik in de winter.
In de winter periode waren toentertijd alleen de winter groenten verkrijgbaar, zoals rode-en wiite kool, boerenkool. knolraap, winterpeen en uien.
zuurkool.en spruitjes.
Momenteel zijn 's-winters alle soorten groenten verkrijgbaar. Wordt het niet in de vele kassen in ons land gekweekt, dan wordt het wel ergens in het buitenland
gekweekt en voor consumptie geimporteerd.

Om toch iets van een zomergroente te eten in de winterse periode, was het noodzakelijk dit te conserveren. Zoals een haring door zout werd geconserveerd
en wiitte kool door zout werd geconserveerd tot zuurkool, zo was dit ook mogelijk met princessebonen.

Dit verwerkingsproces vond meestal plaats in het najaar ongeveer half  september.
De oogst van de 2e teelt princessebonen viel in deze periode en de prijzen waren dan lager als de prijs van de 1e oogst welke in Juli / Augustus viel..
En het gebeurde wel dat rond deze periode de princessebonen "doordraaiden " als de aanvoer de vraag over trof.
Dit was het tijdstip om princessebonen te kopen, maar groenten inkopen was het werk van de groentenboer.
Het was dan ook nodig dat je met de groentenboer een afspraak maakte, dat als de princessebonen laag in prijs waren, hij dan een kist voor je kocht.
Dit was een vertrouwens kwestie tussen groentenboer en klant. Wij hadden hier geen enkele moeite mee, want groenteboer Brand woonde bij ons in de straat
en was practisch een van onze buren. Mijn grootouders woonden in dezelfde straat en de inkoop werd dan collectief gedaan.
En zo gebeurden het dan dat de groentenboer 3 kisten princessenbonen bij een der adressen afleverden. Niet van die kartonnen dozen waar momenteel de
princessebonen in worden verpakt maar 3 ouderwetse, vooroorlogse groenten kisten vol..

Het was dan "Allen hens aan dek",
Bij mooi weer werd het schoonmaken van de bonen in de buiten lucht, voor de deur gedaan. Opoe en moeder de bonen schoonmaken en de kinderen de bonen breken. Dat breken moest op de juiste wijze gebeuren. Boon voor boon moest worden doorgebroken om te zien of er aan de zijkant nog een haar zat en deze moest dan tijdens het breken worden verwijderd.. Nauwlettend werd toegezien of je niet stiekem een handvol bonen tegelijk door midden wilde breken om sneller klaar te zijn om te gaan spelen met je vrienden..

Drie volle kisten was een heel karwei, maar vele handen maakten licht werk.
Na schoonmaak en breken van de bonen tweemaal wassen en laten uitdruipen.
Keulse pot of potten uit de kelder halen en schoonmaken. Twee of meerdere grote stenen ( liefs kinderkopjes ) van uit de opslag te voorschijn halen en een paar plankjes en een paar stukken oud beddenlaken of kussensloop.zoeken.
Al deze attributen waren meestal voorradig en zeker als er al meerdere jaren bonen waren ingemaakt..

De uitgelekte bonen in de keulse pot gepakt en meerdere malen tussen de lagen ruim met zout bestrooid.  Als de pot vol was nog wat extra zout en werd het geheel flink aangedrukt. Het geheel afgedekt door een stuk laken, waarop weer de plankjes werden gelegd en hierop 1 of 2 kinderkopjes, om het geheel onder druk te zetten.
Het conserverings proces was nu in gang gezet.. Keulse pot in de koele kelder geplaatst in afwachting van de winter.
Regelmatig moest het stuk laken van de afdekking worden verschoond.vanwege het gistings proces.in de pot.

De ingemaakte princesse bonen waren meestal bestemd voor het zondags maal.
Zaterdags werd een maaltje bonen uit de keulse pot gehaald en in vers water te weken gezet. Dit werd zeker tot 2 maal toe herhaald om het zout te laten verdwijnen, zodat deze groente na het koken goed eetbaar was.

Of het altijd even lekker was is de vraag. Met een wat pittige jus en een stukje vlees en een kruimige aardappel was het wel te doen Het was in ieder geval een afwisseling t.o.v de diverse kool en knolraap maaltijden in de voorafgaande week.

Ik geloof niet dat er na de oorlog nog veel princesse bonen zijn ingemaakt in keulse potten
Door de evacuatie in andere delen van ons land hadden de meeste huisvrouwen wel meer inzicht gekregen van diverse modernere conserverings methoden, zoals wecken.
En tegenwoordig eten we op winterzondag als groente een portie princessebonen welke zijn gekweekt in Kenia. meestal zijn ze dan iets dunner en hebben een duurdere naam.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2009, 19:38:55
Vierboet,
Ik geloof niet dat er toen al werd gespand.
De besomming zou dan wel worden gedeeld. Nu zijn er 2 afzonderlijke besommingen.
gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 10-10-2009, 11:47:28
als je de woorden verse haring vervangt voor het woord verse vis is het probleem opgelost.
die kanebraaiers weten meestal het verschil niet tussen een walvis en een poon.

die sch.12 was tog dat scheepje dat betaald is door de oude koningin.??
zier

p/s ff gekeken maar het zou die botter moeten wezen waar wilhelmientje op staat,maar teboek staat er die tijd ( '36 ) geen sch.12


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-10-2009, 12:44:48
Zier.
Volgens mij was er in 1936 al het scheepje wat door de koningin is betaald.
In de topic staat de naam  Wilhelmina .
Volgens mij heette de Sch. 12 Koningin Wilhelmina.

In geval van verse vis, zouden de prijzen van verse vis worden genoemd.
zoals nu de prijs van de haring is genoemd.

Prettig weekend

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-10-2009, 19:35:11
Het Kanaal.

Hier bedoel ik niet mee het zeegebied tussen Zuid Engeland en Noord  Frankrijk
Het is wel een algemeen begrip voor de Scheveningers, omdat daar in het verleden veelvuldig werd gevist door de Scheveningers en de bewoners van andere vissers plaatsen.
En het is ook niet het Verversingskanaal

Het kanaal wat ik bedoel is ook al verleden tijd en is reeds lange tijd geleden gedempt.
Dat kanaal liep vanaf het Seinpostduin oostwaarts richting Den Haag en werd begrensd aan weerszijde door Badhuiskade en Havenkade en voorbij de brug naar de Neptunusstraat door de Haringkade.

Dat kanaal had nog 2 zijarmen . Ëén  oosterlijk van de brug en liep paralel aan de Neptunusstraat in noordelijke richting tot aan de Seinpoststraat en had de naam Schelpengat.
Op deze plaats is momenteel het bejaarden tehuis gevestigd.
De 2e zijarm was een paar honderd meter oostelijker en liep ook in noordelijke richting tot ongeveer de hoogte van de Messstraat. en ook deze arm had een naam en dat was Balkengat.
Op deze plaats ongeveer is momenteel het zwembad gevestigd.

Het kanaal was een verbindingsweg per schip naar Den Haag en verder land in waarts en van het kanaal werd druk gebruik gemaakt., zowel door plezier als vrachtvaart..

Het kanaal was omgeven door een ruime loswal . Deze loswal lag onder het straat niveau. en was omgeven door een dijk tot op straat niveau..
Bereikbaar door diverse  hellingen voor los- en laad verkeer.en trappen voor passanten.
Het gedeelte  ten westen van de brug van de Neptunus straat werd 's-zomers hoofdzakelijk gebruikt door de plezier vaart. Veel omgebouwde sloepen en kleine plezier vaartuigen lagen hier gemeerd en veel van deze scheepjes bleven er een groot gedeelte van de zomer liggen en vanuit hun scheepjes beleefden zijj het strandvertier..
Op het Marcelisplein was dan ook een pomp aangebracht, waaruit deze vacantie gasten het water voor dagelijks gebruik konden tappen.
In dit gedeelte van het kanaal waren weinig activiteiten t.a.v. vrachtverkeer en als de kaden aan weerszijde van het kanaal weer door de zomergasten waren verlaten, hadden wij  als jeugd weer de ruimte om onze scheepjes te laten varen.en om te vissen

Het kanaal gedeelte tussen de brug van de Neptunusstraat en de brug bij de Pansierstraat was het gedeelte waar de meesten activiteiten waren.
Aan het eerste gedeelte van het kanaal in de buurt van het Marcelisplein was beurtvaart bedrijf Vrolijk gevestigd. Er was een dagelijkse beurtvaart verbinding naar Rotterdam.. Hier was altijd veel bedrijvigheid.. Ook veel vaten haring werden hier verscheept..

Iets verder aan de Haringkade was een houthandel gevestigd.( Stolk ? ) Regelmatig werd deze houthandel bevoorraad per binnenschip.
Meestal hadden deze binnenvaart schepen een deklast.
De lossing van de deklast was vrij simpel. Alle planken of balken werden met de hand van het dek gehaald en op de kade opgestapeld of rechtstreeks het pakhuis ingedragen..
Zodra de deklast was gelost en vanuit het ruim gelost moest worden, werd de scheepslier gebruikt en vanuit het ruim werden de pakken hout op de kade gezet en vanaf hier handmatig naar de opslag gebracht of op de kade opgeslagen.
Deze lossing was arbeids intensief. en verlangde veel arbeidskrachten.

Tevens was ook aan deze zijde van de Haringkade de Scheveningse Nettenfabriek gevestigd. Hier kan ik mij weinig activiteiten herinneren.

In de herfst kwamen er nog wel eens wat zeil tjalken.  Zeilen in het kanaal was niet mogelijk daar de mast gestreken moest worden omdat anders de vele bruggen niet gepasserd konden worden . Meestal werd dan het schip met handkracht langs het kanaal voortgetrokken of werd het schip voortgeboomd.
Deze schippers brachten hun eigen handels waar mee.
Meestal aardappelen of turf. Van af de ligplaats werd de turf en aardappelen door de vrouw aan de man gebracht. en de schipper leurde met een handkar langs de deuren. Meestal was het geen vetpot en op deze scheepjes werd veel armoe geleden..
Risico aan deze handel was er ook . Turf had niet iedereen nodig , maar was gelukkig niet aan bederf onderhevig. .Later werd ook de turf overbodig,
Aardappelen was echter riskant, vooral als de vorst in viel en bevriezing van de aardappelen  mogelijk was. Het schip lag dan rondom in het ijs. In zo'n geval was het restant wat nog aan boord was onverkoopbaar.
Ofschoon de Scheveningers het zelf niet breed hadden, hebben zij vaak deze mensen geholpen.

In de zomerdag lagen op deze ligplaatsen de rondvaart boten, waarmee je naar de uitspanning "Drievliet "en de Kagerplassen kon varen
Hiervan werd 's-zomers druk gebruik gemaakt..

Aan de kade langs het Schelpengat werden regelmatig schelpen per schip verscheept.
De schelpenvissers losten dan hun vangsten hier op de kade.
Ook werden er schelpen na de vangst op de Boulevard opgeslagen  en per vrachtauto afgevoerd naar de kalkfabrieken
.
Tussen Schelpengat en Balkengat waren de schooltuinen gevestigd. Water om de tuinen te besproeien werd met een gieter uit het Balkengat geschept.

Ook rond het Balkengat waren voldoende activiteiten. Allereerst lag hier het woonschip van de familie Hoos. Dit was een kolen handelaar. Woonschip was tevens opslagplaats van de kolen. Vanaf dit schip werd de kolenhandel bedreven.
Ook hier was aan de Seinpoststraat een houthandel gevestigd. Ik meen firma Vos. Dus ook de nodige activiteiten van lossing.en opslag

Tevens waren ook de rederijen Roeleveld en v.d.Toorn .hier gevestigd.. Rederij v.d.Toorn was toen nog niet opgesplitst in AT en JJ. en het was een groot bedrijf waar veel mensen werkzaam waren.
Opslag op de kade van vaten haring alvorens verscheping plaats vond.. Scheepjes met zout om te lossen.en ook vaak gebeurden het dat haringnetten van beide rederijen in het kanaal werden neergelaten om te worden gespoeld.. Bedrijvigheid alom

Hoe dit stuk kanaal aan zijn naam "Balkengat " is gekomen weet ik niet. Zouden er soms voor mijn tijd in dit stuk kanaal bomen in het water hebben gelegen alvoren deze tot planken werden gezaagd door de aldaar gevestigde houthandel?

Van mijn prille jeugd af heb ik hier aan deze kaden rond gezworven.
Slecht eenmaal ben ik in het Schelpengat in het water gevallen. Tussen de middag uit school komend toch nog even wat uit het water proberen te vissen en voorover in het water beland.
Gelukkig kon mijn broer mij uit het water helpen.
Mijn moeder was minder blij, want ik was in een hoop troep terecht gekomen.en mijn kleding zat onder de eendenkroos en afgewerkte olie.en voor haar dus weer extra werk..

vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-10-2009, 19:40:12
IJSPRET 

As long as we are happy

In onze jeugd hebben wij ons gedurende de winter als er sneeuw en ijs was,ook flink kunnen vermaken.
Wij hadden geen bobslee, geen snowboards en ski vacanties waren er alleen voor de rijkere klasse.
Wij waren tevreden met de platte bakslee welke waarschijnlijk al enkele generaties in de familie was en een paar schaatsen welke een oom of neef te klein waren..
Ofschoon sneeuw voor velen een grote hinder was konden wij als kind hier echt van genieten.
Natuurlijk moesten wij wel het stuk stoep voor ons huis sneeuwvrij maken en daarna konden wij sneeuwballen gooien tot dat wij te koude handen hadden of dat onze gebreide wanten kletsnat waren en rond de kachel moesten worden gedroogd.

De hinder welke de sneeuw aan veel kleine middenstanders en werknemers van grotere bedrijven parten speelden, was voor vele huisvaders een welkome bron voor een kleine snabbel.
Oefende de vaders niet de wintervisserij uit of werkten zij niet bij de reder op het erf , dan liepen de meeste vaders werkloos thuis en kregen een kleine geldelijke ondersteuning, "steun "genaamd.,. van de plaatselijke burgelijke gemeente,

Melk en brood werd per handkar of bakfiets bij de klant bezorgd.
Iedere dag vers..Soms werd er per adres maar een halfje wit -of bruinbrood bezorgd. Iedere klant was er een.en bracht geld in het laatje.
Met handkar of bakfiets was het onmogelijk om de bezorg ronde op de normale wijze te doen en extra hulp was nodig om de handkarren en bakfietsen door de sneeuw te trekken. En zeker op de zaterdagen als er voor twee dagen moest worden bezorgd en de wagens extra zwaar waren.
Ook reden er toen ook maar weinig auto's door de straten , waardoor eventueel de sneeuw kon worden plat gereden. Strooiwagens en shovels zoals tegenwoordig,  waren er niet.
Er werd wel wat gestrooid maar dan ook alleen maar op de hoofd verkeers aders..
De strooiwagen bestond uit een vrachtauto met open bak, waarin een hoeveelheid zout was geladen en door 1 of 2 personen met een schep al rijdende door de straten, handmatig over de sneeuwlaag werd gestrooid.

Sneeuwruimen vond ook plaats. Iedereen maakte zijn eigen stoep schoon en schepte of veegde dit op de rijbaan.
De rijbaan werd door de gemeentelijke reinigingsdienst gedaan. Maar bij zulke weersomstandigheden was er een groot tekort aan arbeidskrachten om te straten sneeuwvrij te maken er werd er via het arbeidsbureau werkloze arbeiders aan gewezen om deze werkzaamheden uit te voeren.
Regelmatig moesten de werklozen zich melden bij het arbeidsbureau en in zulke soort noodsituaties konden mensen worden aangewezen om deze werkzaamheden te doen. Hiervoor werd iets extra's betaald, maar de gewerkte dagen werden wel in mindering gebracht van de uitkering.
Veel geruimde sneeuw werd op vrachtwagens geschept en deze werden in het kanaal bij Badhuis- of Haringkade in het water of op het ijs van het kanaal gestort,
Sneeuwruimen was dan ook een arbeidsintensieve bezigheid. een veel achteraf straatjes werden in het geheel niet sneeuwvrij gemaakt.

Een van de plekken waar geen sneeuw werd geruimd was de boulevard.  's-Winters waren er toch geen badgasten.
Onze mooiste plek om te gaan sleetje rijden was het Seinpostduin en dan wel de steile dijk naar de boulevard. We hadden dan een prachtige helling om af te dalen en een grote "uitrij "op de boulevard en als de herfst stormen veel zand hadden doen opwaaien tegen de boulevard, was het soms mogelijk om zelfs het strand op te rijden..
Onze ouderwetse bak sleedjes waren ideaal voor deze afdaling. Breed en laag bij de grond. En plat op de buik liggend de helling af.
Met een bobslee zou het ook nog kunnen , maar het risico was groter dat je kon kapseizen. En zittend op de slee was helemaal gee keuze. Of je kwam voor de slee in de sneeuw terecht of je kwan achter de slee de helling afgegleden.

Als wij sleedje wilden gaan rijden, moesten wij van ons moeder de klompen aantrekken.  De moeders hadden al geleerd bij vorige winters dat schoen en sleedje rijden niet bij elkaar pasten. Wat plat op je buik liggend op de slede, afdalend van een steile helling, moest je met de voeten sturen.. Dit veroorzaakten natuurlijk kale schoenneuzen en soms weleens een gedeeltelijk afgerukte zool.  Extra kosten , waar zij niet op stond te wachten. Klompen konden hier veel beter tegen ofschoon er wel eens een kap van de klomp af kon breken of dat je tijdens de afdaling je klomp verloor. Dan stond je onder aan de dijk met je kous in de sneeuw, wachtend tot je klomp achter je aan kwam huppelen.
Met een afgebroken kap moest je wel stoppen om eerst thuis met een trekbandje je klomp te laten maken.

De helling van de Seinpost was voor ons in die tijd even belangrijk en mooi als tegenwoordig een ski vacantie in Alpe Huez..
De afdaling vond plaats nabij de trappen vanaf het Seinpostduin  naar de boulevard, zodat wij niet te ver behoefden te lopen om omhoog te klimmen voor een volgende afdaling .
Het weinige verkeer op de boulevard , de afdalende sleden ziende, gaven de sleden voorrang.en stopten veelal.
Wat ons weer de gelegenheid bood om onze slee aan de achter bumper van de auto vast te maken en met toestemming van de chauffeur ons voor te laten trekken over de boulevard. Soms tuimelde er iemand van zijn slee af, soms brak er een touw en kon je een eind terug lopen.
Ook gebeurde het weleens dat de horde sleden achter de auto te zwaar was en de bumper afbrak of werd ontzet.
Geen grotere lol om met een sliert sleden met grote vaart over de boulevard te rijden.

Bij lang durige vorst gaf ook het kanaal en aangenzende vijvers veel schaatsplezier..
Met onze verkregen schaatsen, soms wat te groot.en met touwtjes onder gebondeb, leerden  wij de eerste slagen op het bevroren kanaal bij de Badhuiskade en Haringkade.
Hadden wij eenmaal de slag te pakken, dan konden wij verder iets rijden, mits de wakken onder bruggen waren dicht gevroren.
Dan waagden we ons op de geveegde ijsbanen van de Kom, Eendenvijver en Westbroekpark of schaatsten wij over kanaal tot aan de toenmalige Dierentuin in Den Haag..

Menig standje is uitgedeeld omdat wij niet op tijd met eten waren. De volgende dag moesten we prompt beloven op tijd thuis te zijn voor het eten. Soms lukte het, maar vaak ook niet..
Al met al hadden wij een fijne tijd, vooral als je vader, mits hij de schaatskunst machtig was, zich ook op het ijs waagde en gezamelijk een tocht met je ging maken.

Maar ook toen was het merkbaar",.ofschoon wij het thuis niet "breed  hadden,  dat er ook nog een groep mensen was, die het nog slechter hadden en die, door gaten aan de rand van de vijvers in het ijs te hakken, zo een maaltje paling of andere zoetwatervis probeerden te verschalken.voor eigen gebruik.

Of door met een zelf gemaakte bezem van takken, de vorm van een ijsschaatsbaan veegden en deze ook  schoon hielden en zo een fooi hoopten te ontvangen van het schaatsrijdende publiek..

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-10-2009, 16:17:51
Kompasstellen.

Als jongentje had je altijd het verlangen om eens een keer met een logger mee te varen.
Aangezien de leeftijd waren wij te jong om in de vacantie een reis als "prenter " mee te gaan, maar af en toe deden zich wel gelegenheden voor
om toch een stukje met een logger mee te varen.
Zo'n gelegenheid was er als het schip aan de afslag zijn verse haring of vis had gelost en daarna werd verhaald naar de plek in de haven. waar normaal de kantjes haring werden gelost of in afwachting lag te wachten tot de aanvang van de nieuwe reis.
Zo'n stukje varen duurde niet lang. maar toch had je het idee dat je op dit schip was aangemonster en voelde je jezelf een hele piet.

Hetzelfde kon gebeuren als een logger moest "kompasstellen ".
Op geregelde tijden moest het kompas van het schip worden geverifieerd om vast te stellen dat de kompasnaald wel de juiste richting aan wees ten aanzien van de te varen koers.
De naald van het kompas moest naar het noorden wijzen en te varen koers werd bepaald  t.o. v. van de kompas naald.
Wees de kompasnaald niet zuiver naar het noorden dan was te varen koers ook niet zuiver.

Het kompas was toentertijd geplaatst aan de bovenzijde van het stuurhuis , zodat je achter het stuurwiel staande boven je, het kompas kon zien en ook de koers welke het schip op dat moment voorlag. De geconstateerde afwijkingen werden door magneetjes rond het kompas, boven op het stuurhuis aangebracht , gecompenseerd.

Het kompasstellen gebeurde in de oude haven. Er waren toen nog 2 dukdalven in het midden van de haven. De meest noordelijke dukdalf werd voor het kompasstellen gebruikt.
Van te voren was een tijdstip afgesproken waarop het kompasstellen zou plaatsvinden.
Schipper en motordrijver waren de aangewezen personen om dit karwei te klaren geassisteerd door de toch aanwezige peek ( wachtsman )
en natuurlijk de ambtenaar van de hydrografische dienst, die de keuring moest verrichten.
Motordrijver startte de motor, peek en motordrijver gooiden de trossen los en de schipper navigeerde het schip vanuit de oude of nieuwe haven
naar de dukdalf, waaraan het schip met 1 tros vanaf stuurboordsboeg zich meerde.

De ambtenaar klom op het stuurhuis en in samenspraak met de schipper manoeuvreerde hij het schip rond de dukdalf en ondertussen nam hij waarnemingen ten aanzien van vaste punten op de wal. Geconstateerde afwijkingen van het kompas  van voorliggende koers en pijling van het punt aan de wal, werden ter plaatse gecorrigeerd. en na correctie werd nogmaals ëën of twee ronden rond de dukdalf gemanoeuvreerd ter controle.

Zo'n kompas controle duurde ongeveer een half uur, waarna het schip weer naar zijn oude ligplaats terug keerde.
Als wij dan als jongentje dit mochten meemaken, dan was onze dag niet meer kapot te krijgen.

In de naoorlogse perioden waren er meer gelegenheden om een tochtje met een logger mee te maken.
Wat voor de oorlog niet plaats vond, was het naoorlogse vaartochtje voor de kust van praktisch de gehele loggervloot op vlaggetjesdag en de tochtjes vanuit Scheveningen naar de Waalhaven in Rotterdam voor demagnetisering van de schepen..
Dit was een boog waar onder door moest worden gevaren . Als je van een schip hoorde dat zij "onder de boog "moest, was er meestal wel voldoende animo van aanhang van de scheepsbemanning om zo'n tochtje eens mee te maken. en ook vaak om eens te ervaren wat zeeziekte
nu was.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-10-2009, 19:43:42
Spook op Zolder

Het huis wat wij  in de Marcelisstraat bewoonden had twee zolders.
Een zolder boven de voorkamer. waar  op de zolder wij allen onze slaapgelegenheid hadden en een zolder boven de achterkamer welke als rommel zolder in gebruik was
De slaapzolder was onder de dakspanten netjes betimmerd  maar op de rommel zolder waren de dakpannen te zien en bij vorst waren de dakpannen dan ook wit uitgeslagen van de ruige vorst.
De voorkamer was de "nette "kamer waar jezelf nooit gebruik van maakte, behalve als je visite kreeg en dat was ook niet zo vaak
De achterkamer was onze huiskamer en tevens de werkkamer van mijn moeder, waar zij haar beroep als huisnaaister uitoefende.
Tevens speelkamer voor de kinderen en op zaterdag de badkamer..

Met "bouwe teelt "werd  het zeegoed en overige spullen van mijn vader op de achterzolder opgeslagen.
Oliejas, zuidwester, olievel en laarzen na te zijn schoongeboend werd opgehangen aan een paar spijkers in de gordings. in afwachting van het volgende visseizoen.
Oliegoed was zeker in de winter niet nodig maar de lieslaarzen konden nog wel eens nodig zijn bij hevige sneeuwval en bij de gelegenheden dat je een snabbeltje kon verdienen bij het trekken van een brood- of melkkar, of dat je moest gaan sneeuwruimen, wilde je niet in het vervolg je uitkering van de sociale dienst. mislopen.

Met de uitkering van de sociale dienst en het geen mijn moeder verdiende op de naaimachine met wat verstelwerk of dat ze bij anderen uit naaien ging, konden wij met ons gezin de winter door komen. Geen vet pot maar ook geen armoe.
Voor het gezin werd zoveel mogelijk alles zelf genaaid of gebreid.
Ik heb mijn moeder dan ook altijd bezig gezien.

En zo zagen wij als wat oudere jongens op een avond toen wij wat langer op mochten blijven, dat zij van een grote witte dikke lap katoen een soort lange jurk met mouwen en een opstaand kraagje,  naaide..
De volgende dag zagen wij het witte geval op een hangertje op de achter zolder, bij het olie goed hangen.
In het schemer donker leek het net een spookgedaante en hiermee maakten wij dan onze jongere broertjes bang.

Vader echter hielp ons uit de droom.
Het witte gewaad wat mijn moeder had genaaid was een toekomstige oliejas.
Van de wiite lap katoen had zij een oliejas gemaakt naar de maten en afmetingen van de oliejas welke op zolder hing.

Nadat de grootte door middel van passen door vader was goed gekeurd,  was het naar de zolder gebracht om daar verder te worden
geprepareerd.
Deze preparatie kon worden verkregen door het maaksel aan de buitenzijde te behandelen met gekookte lijnolie.
Er waren twee soorten lijnolie.  Ruwe lijnolie voor vermenging met verf en gekookte lijnolie voor andere doeleinden.
Beide soorten verkrijgbaar bij de verfhandel.
Diverse malen .moest deze behandeling worden gedaan, waarna elke behandeling een tijd nodig had om te drogen, alvorens de volgende behandeling kon plaats vinden.
En zo hebben wij als kinderen een spookgedaante zien veranderen in een volwaardige oliejas, welke mijn vader de volgende teelt in gebruik heeft genomen.

Vreemdeling



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 15-10-2009, 12:00:25
even terug komen op het tochje naar de Waalhaven


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 15-10-2009, 15:46:46
inus,
Mooie reactie
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-10-2009, 10:39:23
Vierboet,
Bedankt voor uw reactie.
Ik wist dat er nog iets was, maar wat wist ik niet.
Zojuist een leuke reactie per PB van een naamgenoot gehad..
Kan zich herinneren dat na de oorlog ook nog boomstammen in het water lagen van het Balkengat en hij vraagt of er daar een zagerij was.

Er was toen een zagerij en houthandel van de firma Vos.
Ingang zowel in de Haringstraat en in de Seinpoststraat.
Seinpoststraat was dus aan de zijde van het Balkengat
Het was een groot complex. en veel bedrijvigheid.
Kan dus best mogelijk zijn dat hier ook de boomstammen tot planken werden gezaagd.
Ook hebben  op de loswal van het Balkengat boomstammen gelegen.

gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-10-2009, 11:20:31
Na 3 September 1939

Het onderwerp " 3 September 1939 " eindigde met de volgende regels.,,,,,,,,,,,

De meeste schepen zijn niet weer naar zee vertrokken.
Voor ons breekt al vrij spoedig een nieuwe fase in ons leven aan, n.l. de inval van het Duitse leger in ons land en de 5 jaar durende bezetting.

Het was zeker een nieuwe fase. Praktisch de gehele vloot lag aan de kant en nu juist als voor de vissers de beste periode van het jaar voor de deur staat, n,l, "de Engelse wal ".
Enkele schepen waagden het toch om naar zee te gaan en de verdiensten waren goed.
Twijfel alom.  Wel naar zee ... Niet naar zee  ?
Het monument op de Scheveningse weg met de vele namen van de vissers welke in de oorlog van 1914-1918 op zee zijn gebleven staan velen nog helder voor de geest. En niet alleen de mannen , maar zeker ook de vrouwen.
In 1914 waren wij ook zelf niet in oorlog. Maar ondanks dat,  zijn er zovelen op zee door oorlogshandelingen verongelukt.
En weer ldoet zich dezelfde situatie voor.
Voor velen heeft het nuchtere verstand de overhand genomen en besluiten niet naar zee te gaan.
Wat weer resulteert dat het voor veel schepen  vroeg in het seizoen "Bouwe teelt " zal zijn en de schepen worden "äfgesneden ".
Nog een paar dagen werken om het schip af te takelen en spullen te drogen hangen en op de rederijwerf op te bergen.
En dan als laatste maal in dit seizoen, af te rekenen . Zeker een grote tegenvaller in vergelijking met voorgaande jaren,  waarin ook nog de vaak zeer goede vangst perioden onder de Engelse wal,  waren meegeteld.

Maar nu.
Wat is er voor werk voor deze niet varenden voorhanden. In de aanverwante bedrijven van de haring industrie is zeker geen plaats en bij de huidige inkrimping der vloot zullen ook hier spoedig werkllui overcompleet zijn en worden ontslagen.

Het uitbreken van de oorlog tussen Duitsland en Engeland / Frankrijk was ook in ons land merkbaar,  daar ons land een algemene mobilisatie werd afkondigde.
Dienstplichtigen van leger en marine werden opgeroepen om zich bij hun legeronderdelen te melden. Hierdoor kwamen op sommige plekken
arbeidsplaatsen vrij maar meestal waren deze banen niet geschikt voor de op de zeevaart gespecialiseerde visserlui..

Echter op sommige legeronderdelen was een tekort aan kundig en bekwaam personeel en een zo'n onderdeel was de vaartuigendienst.
Op vrijwillige basis konden ex visserlui hierin het tekort aan personeel oplossen en veel schippers, stuurlui en motordrijvers  hebben zich hiervoor aangemeld.
De naam "Vrijwillige Landstorm "  werd in dit opzicht weleens genoemd. Al lijkt mij dit een meer Duits woord. Kan natuurlijk ook een oud Hollands woord zijn.? Hadden studenten ook niet hun eigen "Weerbaarheid "?
Waarschijnlijk heeft hier ook het arbeidsbureau aan meegewerkt. Het zal weinig verschil hebben uitgemaakt of de staat een werklozen uitkering heeft moeten uitbetalen of de gage aan een vrijwillige militair.heeft moeten uitkeren.

En zo werden de engels leren broeken , blauwen en zwarten truien, ruige jekkers en grijze pet, verwisseld voor een uniformbroek, putties, tuniek en kepie.
Het was in het begin wel een vreemd gezicht. Het veranderde het straatbeeld. Een vrouw in dracht gearmd met een soldaat.
De voorlopige opleiding was in het RotterdamseLloyd gebouw in Rotterdam en het Hollandse Lloyd gebouw in Amsterdam..
Meestal hadden deze militairen het weekend vrij. Zaterdags 's-middag kwamen deze per tram aan op Scheveningen respectievelijk komend van Staats- of Hollandsspoor..
Op maandagmorgen vroeg verplaatste zich de meute in tegengestelde richting.

Voor de ex visserlui was wel even wennen. Niet de gemoedelijke sfeer van de logger, maar wel discipline en gehoorzamen aan een hogere leidinggevenden
Na de opleiding werden deze militairen toegevoegd aan de diverse onderdelen van de vaartuigen dienst in het land en mijn vader en nog enkele Scheveningers werden ingedeeld bij de sectie Willemsdorp bij de Moerdijkbrug. Allen hadden de rang van soldaat.

Zij bivakkeerden in houten barakken en hadden hun vertier 's-avonds in het Chr. Militair tehuis. Deze barakken waren nog van de arbeiders welke de Moerdijkbrug hadden gebouwd.
Voor de uitoefening van hun controle taken hadden zij enkele grijsgeschilderde binnenvaart sleepboten ter beschikking voor de bewaking van de Moerdijkbrug..
Er was toen alleen een spoorbrug. Dit was toentertijd een belangrijke schakel in de spoorverbinding vanaf het westen naar het zuiden en zuidoosten van ons land en naar Belgie en Frankrijk.
Overig verkeer moest gebruik maken van de veerpont . Veel gemotoriseerd verkeer was er toen nog niet.

Het leven als militair was best uit te houden. Meestal het weekend verlof. Af en toe het weekend wachtdienst, maar op de logger was je ook niet ieder weekend thuis. Over het eten waren er geen klachten.en de maaltijden op gezette tijden en niet zoals op de logger afhankelijk of er veel of weinig werd gevangen.en meestal nog met iets meer zorg kjlaargemaakt.
Het contact met de plaatselijke bevolking van Willemsdorp was goed. De hier gelegerde soldaten waren oudere personen en van het zelfde genre als deze bevolking , wat resulteerden, dat soldaten regelmatig op de koffie werden gevraagd.

De winter was koud en het was vaak "afzien " bij het wachtlopen bij de brug of langs het water van het Hollandsdiep.. Maar na deze winter volgde een prachtig voorjaar en op 2e Paasdag brachten wij als gezin een bezoek aan Willemsdorp en bezochten de barakken waar de militairen waren gelegerd en hetmilitair tehuis..

Maar zo mooi en rustig als het met de Paasdagen was, zo slecht was het met Pinksteren
 Niet qua weer, maar de oorlog, waar we van konden lezen in de kranten, was ook nu bij ons terecht gekomen.
Op vrijdag10 mei 1940 trokken in de vroege morgen de Duitse troepen de Nederlandse grenzen over. nadat aan ons land de oorlog was verklaard.

Op de vroege ochtend van de 10e Mei was het dan ook goed raak in Willemsdorp.  Parachutisten landde in de vroege morgen aan de west zijde van de Moerdijkbrug. en om 04.30 uur was het garnizoen van Willemsdorp reeds krijgsgevangene,.
Vanaf de vrijdagmorgen van de gevangenneming tot aan maandag 13 mei werd in de openlucht gebivakkeerd.
Dit was het Pinkster weekeinde. en gelukkig was het schitterend weer.
Toch vreesden velen nog het hier levend af te brengen.
Hier van getuigt de notitie , welke mijn vader in een N.T.zakbijbeltje, op de binnenzijde van de kaft , met potlood heeft opgeschreven.

Daar mijn tuniek gestolen is en tevens mijn zakboekje wordt dit bij sneuvelen of overlijden mijn herkenningsboekje.
Spaans  Cornelis                                                                           
geb.30-6-03 te Scheveningen                                                                                                                                                         
gehuwd met  Taal   Jaapje den 5 jan.1927
uit het huwelijk geboren kinderen
Johannes Jacobus  30 nov. 1927
Cornelis   geb. 7 aug.
Jacobus Johannes  geb.16 juni
Pieter     geb. 2 febr.
Alle geboren te Scheveningen
Taal Jaapje geb. 20 mei 1904 te Scheveningen.

Corn.Spaans
Marcelisstraat 231 geb. 30-6-03      te Scheveningen
Ingedeeld Vaartuigendienst Willemsdorp.
Gevangen genomen 10 mei  4 1/2 s'morgens.
Daarna naar Dubbeldam overgebracht.
Van Dubbeldam naar Willemsdorp onder hevig artillerievuur van de Hollanders.
Van vrijdagmorgen 10 uur tot heden maandag 2e Pinksterdag onder de blote hemel.       

Van de zorgen van mijn vader waren we niet op de hoogte. Wel zat mijn moeder in de rats over het lot van mijn vader.
Wij wisten toen nog niet dat parachutisten reeds de eerste morgen de Moerdijkbrug in handen hadden.en na enige tijd kwam het verlossend woord dat mijn vader in goede gezondheid was, maar in Holland in krijgsgevangenschap zat.
Gelukkig zijn de krijfsgevangenen na verloop van tijd vrij gelaten en dat was tevens het einde van het sodaten avontuur.
En weer waren mijn ouders aangewezen op de uitkering van de sociale dienst en de bijverdienste van mijn moeder met wat naaiwerk.
Ook hier mocht je niet teveel mee bijverdienen, anders werd het gekort op de uitkering van de man. .

Na enige tijd was er weer werk, echter niet ter plaatse. Alle werkzoekende welke een uitkering van de sociale dienst ontvingen moesten werkzaamheden gaan verrichten voor de D. U. W. ( Dienst Uitvoerende Werken.), mits zij qua gezondheid er toe instaat waren.
De meeste zeelui waren dat wel, gezien het zware werk wat zij voorheen aanboord van de loggers hebben moeten verrichten.
En zo zag je om de veertien dagen veel Scheveningse ex visserlui met hun zwarte zak richting station Hollandsspoor gaan, om de reis te aanvaarden naar gebieden in Nederland waar de D.U.W. haar werk terrein had.
Dan was het oost Groningen om aardappels te rooien en dan weer de Achterhoek waar ontginnings werk te doen was.
Ondertussen waren al diverse artikelen op de bon en als je dan in oost Groningen was gestationeerd dan had je de marzel om wat extra aarvoor iedereen een nieuwe periode aan..
dappels mee te brengen.als aanvulling op het rantsoen.
Ik kan mij nog herinneren dat van een restant gekookte aardappels nog weleens een aardappel taart werd gebakken.en 's- zondagsmiddag bij de thee werd genuttigd.
De D.U.W arbeiders bleven 2 weken van huis en hadden verlof van zaterdagmiddag tot maandag ochtend.
Deze periode bleef zo ongeveer gehandhaaft tot aan het moment dat er voor velen geevacueerd moest worden.en ving er qua werk en wonen

Vreemdeling
                                                                                         




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-10-2009, 17:55:56
Beste Leen,
Ik ben waarschijnlijk te lang weg uit Scheveningen. Ben dan ook terecht een vreemdeling.
Ik ken het boek over de Spaansen in het geheel niet en wist ook niet dat dit boek bestond.
Ondanks regelmatig in Scheveningen op bezoek te zijn , heb ik nooit iemand hierover gehoord.
Ben mij ook niet bewust dat er ergens van mij een foto in omloop is.,
Is hiervoor geen toestemming nodig ? Schijnbaar niet. EN wie heeft deze foto beschikbaar gesteld ?
Wanneer is dit boek uitgegeven.?
Welke uitgeverij  en welke titel.

Prettig weekend

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: leen/spaans/ op 18-10-2009, 22:45:16
Hallo vreemdeling ,ik heb je PB-tje gestuurd en hoop dat het duidelijk voor je is . gr. Leen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 19-10-2009, 00:03:44
Het monument op de Scheveningse weg met de vele namen van de vissers welke in de oorlog van 1914-1918 op zee zijn gebleven staan velen nog helder voor de geest.

Ik zie geen namen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Jansen op 19-10-2009, 01:03:32
Ze zijn er toch echt wel !!!!!! Niet op het monument, maar op een bijbehorende plaquette.

Zie  http://www.scheveningen-nu.nl/yabbse/index.php?topic=1117.0

antwoord 1

K
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 19-10-2009, 12:37:33
Ze zijn er toch echt wel !!!!!! Niet op het monument, maar op een bijbehorende plaquette.

Dank U.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-01-2010, 14:00:37

Sch.77.

Vele jaren geleden heb ik een bezoek gebracht aan  het Schevenings miseum.
In dit museum hing toen een schilderij met de Sch.77 op de voorgrond.
Wat mij toen op viel dat dit schip een zwarte romp had.
Aanwezige zaalwachters konden mij hierover ook geen uitsluitsel geven.

Vanaf mijn prille jeugd ( rond 1935 ) kende ik dit schip met een oranje/rood geverfde romp, aangezien mijn vader op dit schip motordrijver was.

Heeft de Sch. 77 in een zwarte romp uitvoering bestaan of heeft de schilder maar een logger geschilderd met een willekeurig visserij nummer.?

Het schilderij is dan ook geen juiste weergave van de werkelijkheid.


Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 18-01-2010, 15:58:38
vreemdeling naar mijn weten en ik weet het is de albatros altijd rood geweest ik heb er een paar teelten op gevaren en als je dan op het kantoor kwam dan hingen de eerste twee scheepjes n l 75 en 77 aan de want en die waren rood als een tomaat groet henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: aat taal op 18-01-2010, 16:37:30
In 1956 is de rederij (4, 75 en 77) verkocht aan Jac. den Dulk. Ze zijn toen zwart geschilderd. De 75 en 77 hebben toen in de zwarte kleur in de Laakhaven gelegen.
Of de 75 en 77 in de zwarte kleur gevist hebben kan ik mij niet herinneren.
aat taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 18-01-2010, 17:00:13
aad ze z8ijn zolang ze van roelevelletjes waren rood geweest wat er daarna gebeurt is weet ik niet ik ben toen naar de koopvaardij gegaan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: aat taal op 18-01-2010, 18:00:31
ja dat klopt kan ik me ook herinneren.
Ik kan me ook goed herinneren dat ze in de oude haven voor het kantoor van jacob den dulk zwart geverfd werden en ook de groen wit en blauwe bies op de verschansing werd geverfd

aat taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-01-2010, 18:28:33
Dan moet het schilderij na de verkoop aan Jac. den Dulk zijn gemaakt.
Is dat na te gaan in het Schevenings museum ?

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-03-2010, 19:21:36
Terugblik

Vaak heb ik mijzelf afgevraagd waarom ik na mijn jeugd naar zee ben gegaan en hiervan mijn beroep wilde maken.
Een punt zal hierin zeker een grote rol hebben gespeeld en dat is de woonplaats waar ik ben geboren en opgroeide.
En er zullen zeker nog heel wat andere oorzaken zijn aan te wijzen die deze beslissing  mede hebben bepaald op latere leeftijd.
Mijn woonplaats was Scheveningen waar ik in 1929 werd geboren als 2e zoon van een vissersgezin.
Scheveningen was in die tijd een belangrijke vissersplaats. Het merendeel van de bevolking was dan ook werkzaam op de vissersschepen en in de voor de visserij benodigde industrie en toeleveringsbedrijven of in de vis verwerkende industrie.
Industrie is een groot woord. Er was bijna geen spraken van machinale verwerking. Alles was handwerk. zwaar en arbeidsintensief. 
Zonder dat ik hiervan weet had, werd ik al op zeer jeugdige leeftijd, in de kinderwagen  meegesjouwd naar de haven als de logger, waar mijn vader op werkzaam was,  weer naar zee ging vertrekken of op het punt stond na een reis de haven binnen te lopen.
Maar in die kinderwagen zal ik weinig indrukken hebben opgedaan die mijn animo voor de zee zouden hebben kunnen aanwakkeren. De meeste tijd  daar aan de haven zal ik dan wel slapend hebben doorgebracht.
Op wat latere leeftijd, gezeten in het wandelwagentje zullen de indrukken wel iets meer en groter zijn geweest.
Toen kon ik ten minste de schepen in de havens zien liggen en ook de bedrijvigheid rond de beide havens waarnemen. Ongetwijfeld zal ik dan ook de diverse luchtjes hebben geroken die in die tijd rond de havens te ruiken waren.
Teer en verflucht van de diverse schepen in de haven, rooklucht van de diverse bokkingrokerijen, haring en pekelgeur van de op de kaden opgeslagen tonnen met haring en vanuit de pakhuizen langs de haven, waar de haring werd verwerkt.
En dezelfde geuren waren thuis ook te ruiken als mijn vader van een reis thuis kwam en zijn vuile goed vanuit zijn "zwarte zak "op de binnenplaats deponeerde om te worden gewassen voor een volgende reis.
De geuren van 4 of 5 weken en soms nog wat langer aan boord van een vissersschip in die tijd, zonder de moderne voorzieningen van heden, waren ongemerkt met de thuiskomende persoon mee gekomen.
Zelfs in de winter periode, als de schepen niet uitvoeren voor de haringvisserij en mijn vader voor langere tijd thuis was, was de lucht van een vissersschip nog merkbaar.
Dat kwam niet omdat mijn moeder mijn vaders vuile zeegoed niet goed waste, maar veel kleding, specifiek voor de visserij, zoals oliegoed, zuidwester, lieslaarzen, zeemanskist en zee dekens( na te zijn gewassen ) , werden op de zolder opgeslagen tot ze in het voorjaar weer benodigd waren.
En als mijn vader zo gelukkig was, dat hij ’s winters bij de reder op het erf mocht werken, dan bracht hij deze luchtjes van verf, teer, touw en getaande netten eveneens mee naar huis.

Van jongs af aan was ik veelvuldig aan de haven te vinden,  alleen of met schoolkameraden.
Menig standje heb ik van mijn moeder gekregen als ik na zo’n bezoek aan de haven weer thuis kwam.
Vuile handen en gezicht, vaak nog vuile en smerige kleding en vaak nog te laat voor etenstijd.
Als wij aan de haven speelden en ravotten, vergaten wij compleet de tijd en wij hadden niet, zoals  de jeugd van tegenwoordig,  de beschikking over een horloge.
Wij vermaakten ons met het vangen van krabben, het klimmen op stapels tonnen met haring, opgeslagen aan de havens tot het moment van verzending of verwerking.
En hier en daar wat hand en span diensten te verrichten bij het lossen of laden van de haring loggers.
En op weg naar huis vanaf de haven probeerden wij mee te rijden op de door paard getrokken karren met netten , die voor reparatie naar de duinen, in de buurt van de watertoren, werden gebracht
En niet alleen aan de haven werden wij geconfronteerd met het visserij gebeuren, maar ook in de buurt waar wij woonden.

wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 30-03-2010, 23:44:23
Wellekom weer Vreemdeling.
Ik geniet van uw verhalen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 31-03-2010, 01:51:55
Ik ook, dus ga er vooral wel mee door!
B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-03-2010, 11:09:51
 Terugblik 2

Ik ben geboren in de d’Aumeriestraat. Een zijstraat van de Stevinstraat.
Het was een gewone volksbuurt waar visserlui en walpersoneel van de diverse rederijen woonden.
Kleine huisjes zonder veel comfort.
Toiletten meestal buitenshuis en vaak waren deze huizen nog zonder gasaansluiting voor het koken van de maaltijden.
De “peterolie boer” was  nog een zeer bekend figuur in het straatbeeld van toen, duwend achter zijn handkar met daarop een groot vat petroleum en diverse maatbekers om de gewenste hoeveelheid olie in af te meten.
Benodigd voor de huisvrouwen om op diverse petroleum stellen in het huisje, het eten te koken of water te verhitten voor de afwas of voor koffie en thee te zetten.
Diverse “peterolie” stellen werden in het huishouden gebruikt, een 1 of 2 pits toestel was er om de thee of koffie warm te houden of een etensrestje warm te houden als een van de kinderen bij het spelen de tijd was vergeten.
De 3 of 4 pits toestellen waren in gebruik voor koken,bakken en braden, maar je moest er wel je geduld bij hebben en niet  vergeten om op de hoogte van de pitten te letten, want hoog opgedraaide pitten waren erg gevoelig om te gaan walmen en daar waren de huisvrouwen echt niet gelukkig mee.
Want de pannen waren dan pikzwart van het roet en vaak was de roet afzetting ook nog merkbaar in het keukentje of kookplaats wat als keukentje moest doorgaan.
En moest er na de maaltijd erg veel zorg worden besteed aan het schoonmaken van de pannen en de omgeving van het kookgedeelte.
En niet te vergeten de petroleum die nodig was voor het petroleum kacheltje, waarmee de kilte uit huis werd geweerd op kille dagen en op de zaterdag als we onze wekelijkse wasbeurt kregen in de wasteil in de huiskamer.
Een andere plaats om deze wasbeurt uit te voeren was er niet, omdat wij niet beschikten over een badkamer of keuken, De huiskamer was de enig mogelijke plaats. Keuken hadden we ook niet. Koken werd gedaan op het buitenplaatsje onder een afdakje.
En op dit buitenplaatsje was ook het toilet gevestigd .
In de winter geen aangename plaats om je behoeften te doen.
Gelukkig was het al een toilet met aansluiting op de riolering, want in nog veel oude wijken moest de zgn. "kakton " nog periodiek door de Gemeente reinigings dienst worden geledigd.

En zo liepen er verscheidene van deze "olie boeren" rond  in het dorp.
Sommigen in loondienst bij een petroleum maatschappij en anderen als zelfstandige ondernemer.
Zij waren niet de enigen die met hun handel langs de deuren liepen, zo had je ook nog de diverse bakkers - en melkwagens.
Ook hier had je ook het onderscheid tussen zelfstandige ondernemers en zij die in loon dienst waren bij de grote bakkerijen ( Hus, Lensveld-Nicolaas, SBF, Arnoud v.d.Ree enz ) en de melkfabrieken ( Ermi, Sierkan ).
Stuk voor stuk harde zwoegers die voor een klein loontje zwaar werk moesten verrichten.
Ik geef je het te doen om met zo’ n zware handkar met ijzer beslagen wielen de deuren langs te gaan .
En zeker op de zaterdag als je voor twee dagen handel moest meenemen of voor een tweede keer naar het filiaal te gaan om meer brood of melk te moeten bij halen.
Een ding hadden deze mensen voor op de visserlui.
Ze moesten ook hard werken maar iedere avond waren zij thuis en hadden in tegenstelling tot de visserman een normale nachtrust en een vast loon.
En niet te vergeten dat zij altijd de weekenden en feestdagen thuis waren en moeder de vrouw er niet alleen voor stond bij de opvoeding van de kinderen, het verhelpen van ongemakken in huis en assisteren bij zware werkzaamheden in het huishouden.
En de vrouw des huizes had aanspraak en behoefde niet alleen beslissingen te nemen zoals de zeemansvrouwen dit moesten doen.

wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-04-2010, 18:23:44
TERUGBLIK  3

Ons huisje was een hoekhuis. Hoek d’Áumeriestraat en Seinpoststraat. Klein, met één huiskamer en 2 kleine slaapkamers en deze bevonden zich op het zoldertje onder de dakpannen.
Mijn vader en moeder sliepen in de bedstede in de huiskamer en wij als kinderen ( vier in getal na verloop van enige
tijd )), sliepen op zolder.
's- Winters koud en ’s-zomers bloedheet.
Het is zelfs voorgekomen dat wij ( dus de 4 kinderen ) tegelijk ziek waren door de mazelen en in deze benauwde ruimte werden verpleegd.
In die tijd was er ook woningnood en men was blij met een huis.
Voorafgaande aan dit huis hadden mijn ouders bij een tante, in een slop in de Messstraat, ingewoond en hadden daar maar één kamer tot hun beschikking.
En bij de geboorte van het eerste kind moest er nodig andere woonruimte komen.
In deze periode werd dan ook sociale woningbouw gepleegd in Duindorp en de wijken rond de havens.

De ingang van ons huis was  in de d’Áumeriestraat via het kleine "plaatsje ".
Maar wij hadden vanuit de huiskamer een vrij uitzicht over de brede kade van het gedeelte van de  Seinpoststraat gelegen langs het kanaal en de hier de afgemeerd liggende binnenvaart- en beurtschepen.
Dit kanaal is sedert lange tijd gedempt.
Wij hadden dus voor het huis een ruim uitzicht en zo konden wij in 1936 ook het luchtschip "Hindenburg "over Scheveningen zien vliegen.
En 2 jaar hiervoor, al waren wij nog klein. hadden wij , mijn oudere broer en ik,   intens meegeleefd en geluisterd op de distributie radio naar de Melbourne race met het KLM vliegtuig de "Uiver"

Aan de straat zijde tegenover ons huis was een groot rederij kantoor van de firma van der Toorn gevestigden.
Een paar huizen verder aan de andere zijde van ons huis in de  Seinpoststraat was de rederij Roeleveld gevestigd, maar deze rederij was beduidend kleiner ( 4 loggers ), als het bedrijf van de firma v.d. Toorn.
Aan het kleine rederij kantoor van de firma Roeleveld, heb ik nog goede herinneringen.
Niet alleen dat mijn vader als monteur op de Sch. 77 werkzaam was, maar ook als dit schip naar zee vertrok, werd zij meestal door een der directie leden uitgezwaaid, bij de semaphore, zoals de gezinsleden van de bemanning ook deden, na te zijn "omgelopen ".
Dit directielid was per auto aanwezig en bracht ons dan na afloop meestal naar huis, omdat het huis naast het rederij kantoor was gelegen..
Voor ons als kind een grote "happening ", want wie reed er toen al in een auto.
Ook was deze reder sociaal voelend. Mijn vader maakte eens een erg lange reis. Vijf a zes weken.
Voor vertrek werd meestal een voorschot verstrekt op het loon van de bemanning en er werd dan uitgegaan van een normale reisduur. Nu was deze normale reisduur al lang verstreken,
Reder heeft toen aan mijn moeder gevraagd of zij geld nodig had. Gelukkig was dat nog niet nodig.

Waarschijnlijk was er toen nog geen afspitsing in de rederijen "AT en J.J.v.d. T. ( was dat in 1938 ? )
In dit grote complex waren wel al de onderdelen van een haringvisserij rederij gehuisvest en menig uur hebben wij daar doorgebracht met het kijken naar de diverse bezigheden.
Je had er een kuiperij waar nieuwe haringvaten werden gemaakt of kapotte vaten werden gerepareerd. Het was puur handwerk. Alleen de duigen waren vóór gefabriceerd, de rest moest ter plaatse geschieden.
Een vuur was hierbij noodzakelijk en de opbouw van de harington werd rondom dat vuur gemaakt en deze vorm werd verkregen met behulp van ijzeren ringen en banden die van wilgen tenen werden gesneden en gevlochten.
Het was een indrukwekkend gezicht deze kuipers bezig te zien rond hun vuurtjes. En het geklop van de dissels waarmee de banden en ringen rond de vaten werden geslagen was van ’s-morgens tot ’s-avonds in de hele buurt te horen.
Rond 1935 liep deze bedrijvigheid op z’ n einde, want toen werd de fabrikage van haringtonnen fabriekswerk.
De kuiperij fungeerde toen alleen nog voor de reparatie van gebruikte vaten en waren de kuipers meer bezig met het dichtslaan van haring vaten bestemd voor export of binnenlands gebruik.
De vaten met haring die aan boord van de loggers waren volgepakt, werden aan de wal in de haring pakkerijen op nieuw vol gepakt.
Omdat de haring die aan boord van de schepen was gezouten, door deze handeling waren geslonken en de vaten na verloop van tijd dus niet geheel meer vol waren .
En deze vaten werden dan meteen onderhanden genomen en gecontroleerd op lekkage en dergelijke.
Niet deuglijke vaten werden uit de roulatie genomen om in de kuiperijen hersteld te worden voor hergebruik.

Bij zo’ n rederijkantoor waren heel wat mensen werkzaam op de diverse afdelingen t.b.v. de vissersvloot.
Zeilmakerij, kuiperij, haring pakkerij en de netten zolders. En dan ook nog de boet afdeling, waar de boetsters werkzaam waren.
Voor een vissersvaartuig kon gaan vissen moet er heel wat gebeuren.
Het schip moet zeewaardig gemaakt worden. Alle schepen maakten toen nog gebruik van de zeilen ofschoon  vrijwel alle schepen uitgerust waren met een kleine motor voor de voortstuwing.
Dus je had zeilenmakers nodig. Bovendien hielden deze werklui zich ook bezig met het knopen en splitsen van het touwwerk om de zeilen te kunnen hijsen.
In begin van het haringseizoen kwamen deze spullen aan boord en aan het einde van het seizoen werd dit weer van boord gehaald om op de grote zolders te worden gedroogd en te worden nagezien en zo nodig gerepareerd voor het volgende seizoen.
Ieder schip had minimaal 3 zeilen, t.w. fok, grootzeil en gatzeil, sommige schepen zelfs 2 fokken. Daarbij nog  de benodigde blokken, gaffels en lopend tuig. Zo is het dan mogelijk zo'n beetje uit te rekenen, ...als een rederij 15 of meer schepen had,... welk een oppervlak hiervoor nodig was voor opslag.
De oppervlakte die een rederij in beslag nam werd een “erf” genoemd, en deze benaming werd dan ook gebruikt voor andere productie terreinen, zoals haringpakkerijen, bokking rokerijen, zeilmakerijen, machine reparatie bedrijven enz. Misschien had het ook te maken met het  ingeburgerde woord in het toen gangbare dialect.
De oppervlakte van dit geheel was het vierkant begrensd door aan oostzijde de Seinpoststraat, aan de zuidzijde 3/4 van de dÁumeriestraat richting Haringstraat en aan de noordzijde 3/4 van de Messstraat richting Haringstraat.
De hoofdingang was aan de d'Aumeriestraat en hier was ook de kuiperij gevestigd
Aan de Seinpoststraat en Messstraat werden meestal de haring netten vanaf de boerennettenwagens naar de netten zolders binnengebracht. Alle werkzaamheden geschiedde met handkracht.
Op de uitgestrekte zolders van het erf waren ook de opslagplaatsen van de haring netten . Voor deze grote rederij was dan ook een enorme ruimte benodigd voor de opslag van deze netten.
Voor ieder schip moest toch zeker 2 verschillende vleten ( drijfvleet en zinkvleet ) van elk zo'n honderd netten, beschikbaar zijn. En natuurlijk ook voldoende ruimte voor de repen.
De indrukwekkende afmetingen van de taanketel boezemde ons altijd schrik in. Waarschijnlijk zal dat ook zijn oorzaak hebben dat moeder ( en soms ook vader )  ons waarschuwden voor de gevaren van deze ketels. Meerdere ongelukken zijn hiermee gebeurd. Dat het tanen van de netten veel indruk op mij hebben gemaakt, blijkt wel uit het fijt - volgens verhalen van mijn moeder - dat ik met een oud stuk "drit " en een emmer water, als peuter netten aan het tanen was.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-04-2010, 16:24:37
Terugblik  4

In 1933 werd ons bij ons thuis het 4e kind geboren.  Ik was toen 4 jaar en mijn oudere broer 6 jaar.
Mijn moeder had haar handen vol met haar 4 spruiten en was blij dat zij 2 van haar kinderen tijdelijk ergens anders kon onderbrengen.
Mijn oudere broer ging naar de 1e klas van de christelijke Koningin Emmaschool op de hoek van d 'Aumeriestraat en Stevinstraat. Ik werd geplaatst op de openbare kleuterschool bij juffrouw van Wijk in de Rotterdamsestraat.
Dat het een openbare kleuterschool was, zal wel te maken hebben gehad dat de Chr. Kleuterschool geld kostte en dat hadden wij nu juist niet.
Van deze openbare kleuterschool zijn mij goede herinneringen bij gebleven.
Op 6 jarige leeftijd werd ik ook op de Kon.Emmaschool geplaatst. Juffrouw Geel werd mijn eerste onderwijzeres.
Later zou deze onderwijzeres met een onderwijzer van dezelfde school, luisterend naar de naam Pronk, trouwen.
Dit echtpaar zou de ouders worden van de latere minister van ontwikkelings hulp, Jan Pronk.
De ouders van onderwijzer Pronk woonde in de Katwijkstraat en de vader van hem was eigenaar van een trawllogger.
Ook van de lagere school heb ik goede herinneringen. Na de oorlog ben ik nog eenmaal terug geweest op deze school en was juffrouw Geel er nog steeds onderwijzeres en wist zich mij nog te herinneren als een jongen die altijd loggertjes tekende.
Uiteindelijk hebben al mijn broer op deze school gezeten en in een bepaald jaar zaten wij met ons vieren op school.
Hoofd van deze school was dhr Deys. Verdere onderwijzers waren dhr. van Leeuwen en dhr. Bosch.
Enkele namen van medeleerlingen kan ik mij nog herinneren.  Arie den Heyer, Kees Jongejan, ( Noordwijkstraat )Arie de Jager ( later koetsier bij het vervoersbedrijf Tyssen) , Joop Net ( Bosschestraat ) en Chris Meijer ( Wasserij Gevers Deijnootstraat)
Van de meisjes Rietje Taal, ( Katwijkstraat, vader bekende vishandelaar ) Sarie v.d. Zwan, (  Maaswijkstraat, vader huisschilder) Anneke Tiebout, ( Stevinstraat vader poulier )  Gieltje  Rog, ( Katwijkstraat vader melkhandelaar. )
Er zijn er meer geweest want wij hadden en klas van ongeveer 30 leerlingen.

Het was een gemengd gezelschap , meer kinderen van ouders die een walbaan hadden, dan kinderen van zeelui.
Leerlingen kwamen allen uit de wijk benoorden de Badhuiskade,
Ofschoon wij als gezin rond 1937 verhuisden naar de Marcelisstraat , zijn wij toch leerlingen gebleven van deze school.

In 1941 heb ik deze school verlaten en werd ik leerling op de Chr. Mulo school van dhr. Tichelaar ( Hoek Doornstraat -
hoek Helmstraat
Ik herinner me nog het versje wat wij hadden ingestudeerd bij het afscheid van de lagere school.

Nu wij van school gaan scheiden
          Nieuw leven lacht.
Ons hart o zo blijde
         de nieuwe toekomst wacht.
Nu voelt toch ons harte,
        Het oude keert niet weer.

Deze eerste fase van ons leven was afgesloten.
Of het leven ons zo zou toelachen was nog maar de vraag.
Nederland was bezet door de Duitsers.
Grote werkloosheid op Scheveningen daar de haringvloot niet uit mocht varen.
In verband met deze werkloosheid waren veel ex. visserlui te werkgesteld in de D.U.W. ( Dienst Uitvoerende Werken ). Ontginnings werkzaamheden voor de Heidemaatschappy in de Achterhoek en Twente en in het najaar aardappelen rooien in NO Groningen.
Veelal 2 weken van huis. Maandagmorgen vroeg vertrekken en 13 dagen later op zaterdagmiddag terug.

De laatste woorden van het gezongen versje bij het afscheid van het L.O. was... Het oude keert niet weer.
Dat was al vrij vlug merkbaar op deze Mulo. Ik heb er altijd het gevoel gehad dat kinderen van een visserman niet zo erg welkom waren op deze school. Hatelijke opmerkingen van leraars enz.
Veel kinderen van visserlui zaten er toen nog niet op deze school. Van twee leerlingen van Scheveningse ouders weet ik nog de naam.  De Bruin en de Niet. Beide meisjes. Een de dochter van de kosteres van de Oude Kerk en de andere de dochter van aannemer de Niet.
Zo ver ik weet heeft niemand van mijn vorige schoolklas hier  bij mij in de klas gezeten.
Tot het najaar 1942 heb ik op deze school de lessen gevolgd. Hierna zijn wij op een zondag geevacueerd naar Doetinchem. Wij waren een der eerste evacuees in Doetinchem. Later zouden nog meerdere Scheveningers volgen.
Ze waren dan ook 's-zondags in de kerk direct herkenbaar door hun witte mutsen.
De evacuatie bleef niet beperkt tot de visserlui, maar na verloop van tijd was er zelfs een Scheveningse dominee hier in de buurt geevacueerd. Het was ds. Offringa, de voorganger van de Badkapel.  Hij heeft verschillende keren voorgegaan in de Ned. Hervormde kerk en in de kerk van de ds.van Dijk stichting in Doetinchem.

Van 1942 tot 1946 in Doetinchem gewoond.  Hier de mulo afgelopen met een jaar vertraging door oorlogshandelingen.
School verwoest door een bombardement, ook een groot gedeelte van de stad.
De bezochte school was aangenamer en voor uitstrevender als op Scheveningen. Hadden in die periode , 's-zomers in het openlucht zwembad "Groenendaal ", zelfs al school zwemmen.
Op deze school mochten we zelfs op onze klompen op school komen. Schoenen waren schaars en gedistribueerd en in onze omgeving waren veel klompen fabrieken. Op de school van dhr. Tichelaar op Scheveningen zou dit zeker niet hebben gemoogd.
Op deze school hebben we leren zingen. Zeker iedere morgen werd de les geopend met gebed en zang.
Hier leerde ik voor het eerst... "Voorwaarts christen strijders " en meer van deze mooie gezangen zingen. 
Op school was toen al een psalm - en gezangenboek in gebruik met ruim 300 gezangen.
Deze bundel was ook in gebruik in beide Hervormde kerken. In de Scheveningse Hervormde kerken waren toen de bundel met ongeveer 100 gezangen nog in gebruik.
 
In eind Augustus 1944 is mijn oudere broer naar de machinisten school in Nijmegen gegaan.
In 1939 was hij  als "prenter "een reisje mee geweest met de Sch.169 met schipper M.Taal en sinds dien wilde hij naar zee. Waarom hij niet bij mijn vader aan boord een reisje meemaakte, zal de oorzaak hebben gehad dat de school vacanties in die tijd niet zo extreem lang waren als tegenwoordig. De logger van mijn vader zal ongetwijfeld aan het begin van de vacantie niet "binnen "zijn geweest en de Sch. 169 wel. M.Taal was geen vreemde voo ons, hij was n.l. onze oom, mijn moeders broer, en woonde een paar huizen van ons vandaan op de hoek Seinpoststraat- Soetenstraat.

In Nijmegen heeft hij de lessen niet kunnen volgen i.v.m. de oorlogshandelingen rond Nijmegen en de daaropvolgende "slag om Arnhem ".
Vooraf gaande aan deze oorlogshandelingen is hij begin september op advies op het nippertje naar huis terug gekeerd en op 7 september 1944 is hij in het ziekenhuis van Doetinchem overleden aan een hersenvlies ontsteking.

Sedert dit ogenblik heeft mijn moeder, tot aan haar dood, de gekleurde dracht verwisseld voor zwart.

Najaar 1944 tot aan de bevrijding heeft in het teken gestaan van de versterking van de IJssel linie. Jongens van 15 jaar en ouder werden te werk gesteld in plaatsen rond Doetinchem voor het graven van schuuersputten, loopgraven en versterkingen. Werden wel hieraan voorafgaande gekeurd. Ik zelf had het geluk te worden afgekeurd omdat ik te klein was, maar de meeste van mijn schoolkameraden hebben deze werkzaamheden verricht. Onder deze jonge arbeidskrachten zijn ook nog slachtoffers gevallen door beschietingen vanuit jachtvliegtuigen.

Op 1 April 1945 werd Doetinchem bevrijd na lichte schermutselingen. In mei de rest van Nederland.
In het late najaar van 1945 werden we nog even aan Scheveningen herinnerd. Via de distributie werd verse haring beschikbaar gesteld. De meeste plaatsgenoten wisten hier mee geen raad. Wij des te beter. Deze haring was vanuit Breskens voor distributie beschikbaar gesteld.
De vraag na de bevrijding was ... gaan we terug naar Scheveningen of blijven wij in Doetinchem.
Weer gaan varen was voor mijn vader geen optie, ofschoon er een aanbod was om schipper te worden op de Sch. 77.
Ofschoon er ook een prachtig aanbod van werk in Doetinchem was, t.b.v mijn vader, werd deze illusie de grond ingeboord door de ambtenaren van de plaatselijke burgelijke gemeente.
Ons zou geen vestigings vergunning worden verleend. Wij waren nu eenmaal evacuees en moesten daarom terug naar Scheveningen en zo zijn wij in het najaar van 1946 weer teruggekeerd naar Scheveningen.
Deze beslissing was te begrijpen omdat Doetinchem zwaar was gebombardeerd en er gebrek aan huisvesting was.

Ik persoonlijk ben enkele maanden eerder naar Scheveningen verhuisd.
Ik wilde ook naar zee. Van mijn ouders had ik hiervoor toestemming, onder de voorwaarde dat ik voor stuurman zou gaan studeren aan de zeevaartschool . En een zeevaartschool was er op Scheveningen.
Mijn vader had schijnbaar genoeg armoede meegemaakt op de vooroorlogse visserij en zo ben ik in september 1946 aan deze 2 jarige studie begonnen.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: woutje op 03-04-2010, 11:31:45
Wat een prachtige  verhalenserie, Vreemdeling. Ben wel 10 jaar jonger dan jij maar veel zaken van  na de oorlog zijn wel herkenbaar. Van de leraren op de Helmstraat Mulo heb ik in 't algemeen goede herinneringen. Van die toenmalige directeur  niet. De "naam van de school" was eigenlijk niet zo gebaat met leerlingen uit de arbeidersklasse. En dat was niet alleen de ervaring van mezelf (en m'n ouders!) maar ook van een kammeraad in dezelfde klas.

Groet, Woutje 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-04-2010, 19:12:52
Terugblik 5.

De overgang was groot. Alleen al de frisse zeelucht en de bedrijvigheid rond de havens.
Niet langer de geuren van het platte land maar nu de geuren waar wij vanaf onze jeugd mee waren opgegroeid.
Na zo'n lange tijd weer de beide havens en de bedrijvigheid rond de loggers te zien.
De beelden vanuit onze jeugd omtrent loggers waren niet veranderd.  Velen nog zonder "buitenbrug " en de enkele schepen van voor de oorlog die al zo'n "buitenbrug "hadden, zoals de  Sch.118 en 225 en 333.
Maar er waren ook schepen welke na de oorlog waren gemodernisserd zoals de Sch. 23 en 104.  Mooie "buitenbrug  en ook een schuin oplopende steven.
Menig oudere verzuchtte... wat een schip !  En vele jongeren hebben gedacht... op zo'n logger wil ik gaan varen.
Dit was nog maar het begin. Later  zouden we schepen zien die wij nooit verwacht hadden.
Eerst zouden we ons nog moeten behelpen met enkele niet volwaardige loggers, zoals de Sch. 190 ( oude loodsboot ) en de Sch. 249 ( het jacht ) . Maar ook deze schepen brachten haring aan wal en geld in het laadje.

Scheveningen bloeide. Er werd geld verdiend. Niet alleen door de reder, maar nu ook eens door de visserman.
Er is zelfs een periode geweest dat er te pas en te onpas voor ieder willekeurig voorval moest worden getracteerd op "harde mocca's ". De banketbakkers beleefden een goude tijd.

Meerdere schepen werden verlengd en van een modern brughuis voorzien.
Een nieuwe generatie loggers werd afgeleverd.  De Sch. 21 en 24 . Het waren bijna oorlogschepen, zo dik was de huidbeplating.
Daarna de Sch. 236 en vervolgens de 196 en 54 . Hier dachten we al dat dit wel het einde was, maar de schepen zouden nog groter en mooier worden.
Uiteindelijk dan ook eens wat meer "gerieflijkheid "voor de visserman zelf, ofschoon op deze grotere schepen de werkzaamheden er niet eenvoudiger op werden. Hoe groter de logger en hoe sterker de motor, des te meer moest er worden gepresteerd en gevangen. Lukte dat niet dan voor jou een ander. De schepen waren wel verandert maar de reder mentaliteit nog niet.

Maar voor mij was deze bedrijvigheid  niet. Ik moest de lessen op de zeevaartschool volgen. De cursus duurde 2 jaar.
Er was een A. en een B klas. De B. klas had meer vooropleiding gehad ( wiskunde ). maar uiteindelijk zou het na deze 2 jaar voor beide groepen mogelijk zijn om na geslaagd te zijn voor het eind examen, als stuurmansleerling te gaan varen.
De beide klassen waren ongeveer 30 leerlingen groot.
Ik was in de A klas geplaatst. Geen der leerlingen was mij bekend. Slechts een andere Scheveningse jongen uit de Menninckstraat ( Henk Harteveld ) zat bij mij in de klas . Ik heb deze persoon na de 2 jarige opleiding nooit weer terug gezien.
In de B klas zaten ook 2 Scheveningers. Leen Blok en Wim de Jong.  Beide woonden in de Oesterstraat en waren zelfs buren van elkaar. Wim de Jong was de zoon van ex schipper Cor de Jong ( ex Sch.77 ). Na vele jaren bij de Holl.Amerika lijn te hebben gevaren schijnt hij leraar te zijn geworden aan de zeevaartschool te Amsterdam.
Leen Blok was nog een verre achterneef van mij, via mijn vaders kant. Was later gezagvoerder bij Hudig en Veder. Na pensionering vroegtijdig gestorven.

De te volgen lessen waren afwisselend . De leraren waren veelal oud stuurlui of oud machinisten van de koopvaardij of oud marine officieren. Van deze leraren waren ook 2 personen van Scheveningse origine.nl.dhr. Blok en Vrolijk resp. afkomstig van Shell en KPN.
Blok was familie van de eigenaar van de Sch. 177 en zou later ook met dit schip naar West Indie vertrekken.
Vrolijk was familie van beurtvaartbedrijf Vrolijk ( beurtvaart op Rotterdam ) 
Er moest pittig gestudeert worden.  De vacanties waren zoals ze op andere middelbare scholen gebruikelijk waren.
Maar nu ik zo dicht bij de haven de school bezocht voor een functie aan boord van een schip had ik zelf nog nooit op een schip gevaren.
En dat wilde ik dan toch wel eens en die mogelijkheden heb ik gekregen in de vacantie perioden.
Eerst op de Sch. 10 , een Deense "snik " . Een kust visser. Diverse korte reisjes.  Soms vis, soms garnalen.
Vooal in de periode dat veel van de zuidelijke garnalen vissers hun gekookte garnalen op de Scheveningse visafslag
losten.
Paasvacantie 1947. Trawlreis met de Sch. 118.  Vertrek dinsdagmorgen na de Pasen om 7 uur in de morgen. Gevist zou worden bij de P. boeien. Hier enkele trekken gedaan op schol en tong.
Via de radio gehoord van een goede kabeljauw visserij in de Sylt. Verstoomd naar dit bestek en op vrijdagmorgen ter plaatse en met vissen begonnen. Eerste trek meteen raak en pakken werden scheep gezet. Hierna nog twee trekken gedaan en op vrijdagavond de terug reis aanvaard.
Dek van verschansing tot verschansing vol met kabeljauw.
Zondagmorgen vroeg aan de afslag. Maandagmorgen lossen ( door eigen bemanning ) . Vangst ruim 1000 kisten kabeljauw. Besomming ruim Fl. 12.000.  Een prachtige besomming voor zo'n korte reis, maar hier boven op kwam nog eens meer als Fl.100 aan "levercenten " per bemanningslid.. Voor die periode een kapitale verdienste.
De schipper M.Taal heeft mij er uitdrukkelijk opgewezen, dat ik zoiets nooit weer mee zou maken.

De zomervacantie 1947 wilde ik ook wel weer een reis meemaken maar dan op een haringlogger. Dit was mogelijk met de Sch. 51 . De schipper J.Taal had voor die reis geen afhouder en vroeg mij of ik dan niet mee wilde als afhouder. Dan kon ik nog wat verdienen ook. Ik had dan wel een monsterboekje nodig.
Dat hadden we snel opgelost en ik monsterde de volgende dag aan als afhouder en de reis kon beginnen.
Twee reizen heb ik gemaakt als afhouder. Ik kwam wel na de vacantie een paar dagen telaat op school. maar dat was geen bezwaar.
Deze vacantie was iets heel anders dan de vacanties in Doetinchem, waar ik in de zomervacantie wat geld verdiende met het binnenhalen van de gerst, rogge en tarwe oogst.

Deze 2 reizen waren mij goed bevallen. Ik heb in ieder geval nog de oude sfeer op een kleine haring logger meegemaakt.
Na een paar dagen geen brood meer, verder zeekaak
Na enkele weken geen aardappelen meer. Erwten en bonen.
Enkele dagen vers vlees, verder blikvlees en spek.
Inhoud van de watertank voldoende voor enkele weken, verder water uit nieuwe tonnen wat je moest filteren door een rode zakdoek vanwege de vuiligheid welke in het water was gekomen.
Geen toilet, geen wasgelegenheid.
Maar wel een goede sfeer en goede onderlinge arbeidsverhoudingen.
Het is mij altijd bijgebleven, dat de namen van zijn eerste 2 schepen waar hij schipper op was, in overeenstemming waren met zijn persoonlijkheid.
Mentor   Sch.51
Harmonie  Sch.133
Voor zijn bemanning was hij een mentor en op de schepen waar hij het gezag voerde, heerste onderling altijd een goede harmonie.

Van het verdiende geld heb ik een uniform aan laten meten, wat ik anders nooit zou hebben kunnen betalen
De periode die ik als afhouder heb gevaren, telde later ook mee als vaartijd om mijn eventuele vervolg studie te beginnen als 3e stuurman.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: nelly op 03-04-2010, 22:20:02
Hallo vreemdeling,

heel mooi deze herinneringen, ik hoop, dat je nog even doorgaat


je nicht , uit het dorp waar ze nog zingen op het zeetje, Nelly


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-04-2010, 14:18:18
Nelly,
Dank voor reactie.
Ik zal mijn best doen om nog wat afleveringen te verzorgen.
Wat zingen betreft, doen wij het hier voor jullie niet onder.
Luister maar eens op audioserver of vraag het jullie Scheveningse voorganger, die ook hier goed bekend is.
Jammer dat wij elkaar zo weinig zien. Alleen bij begrafenissen.

We zijn allemaal uitgevlogen en nu ook weer onze kinderen en kleinkindere.

groeten , ook aan de familie / plaatsgenoten
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: poon op 04-04-2010, 22:51:11
Hoi cor ik denk het P de Jong was
GR poon
sch 77 en later op de sch 4


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-04-2010, 07:43:24
Poon,
In periode 1935-1939  was C.de Jong schipper op de Sch.77
en zijn broer Piet op de Sch. 4.
Cor de Jong woonde in de Oesterstraat.
Zijn vrouw heette Aal ?
gr.
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-04-2010, 08:00:56
Paas dilemma.

Hoe vaak hebben we het thuis niet gehoord en gezien in onze jeugd.
Er is een uitdrukking;;; "Op z'n Paasbest " en de meeste meisjes en vrouwen wilden hier aan mee doen.
Nieuw mantelpakje,  mooi gekleurd deux piece of voor de dames in dracht een nieuwe gekleurde doek.
Meestal gooide het weerbericht of het weer zelf op dat moment " roet in het eten"

Op zondagmorgen 1e Paasdag 's-morgens naar de kerk.
Hoe ziet het weer eruit.
't Lijkt wel mee te vallen.
Kan ik zo in m'n doek of moet ik een schoudermantel aan.
Zou het niet te koud zijn ?
Zie je al mensen op straat ?
Nog weinig te zien, maar het is nog vroeg.
Kinderen,.... let even op of je wat langs zie komen.
Moe, ..... buurvrouw Jaan van de overkant heb d'r schoudermantel aan.
........en ik zie een paar mensen van vooraan in de straat ook met hun schoudermantel aan.

't Schijnt toch te koud te wezen om zo in je doek te gaan .
'k Zal dan ook maar m'n schoudermantel aan doen.

Er is niets veranderd,
Gister morgen hetzelfde probleem.
Wat moet ik nu aan, als ik naar de kerk wil gaan.
Naar buiten kijken helpt ook al niet, want er gaat in deze straat niemand naar de kerk.
Iedereen slaapt uit.
Alleen de buurjongen in z'n sport tenue stapt op de racefiets om te gaan trainen.
Dan maar mijn lange jas i.p.v. mijn halve jasje.
Trouwens, we gaan toch met de auto.
Liggen er paraplu"s in de auto.?


Het zou toch mooi weer zijn met Pasen !

Cor

'


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-04-2010, 16:06:29

Terugblik 6.

 In de winter maanden was de zeevaartschool drukker bezet als normaal. Veel jonge visserlui gaan naar school om te gaan studeren voor het stuurmans diploma visserij. 
In de paasvacantie 1948 ga ik een reis mee met de Sch. 118 om verse haring te halen in Noorwegen. Voor de
bemanningen een aangename onderbreking van het trawl seizoen.
Een bij de ingang van de fjorden opgepikte noorse loods brengt ons  naar het centrum van de stad Bergen.
Voor de meesten bemanningsleden aan boord en voor mij is het de eerste keer dat wij dit mooie schouwspel zien.
Varend in de fjorden en rondom de vele hoge bergen, veelal nog met sneeuw bedekt en beschenen door een heldere zon.
Na inklaring met de enkele jongeren aan boord een korte verkenningstocht langs de kade en de nabij gelegen vismarkt.

De volgende dag wordt het visruim door de bemanning volgestuwd met platte kisten sloeharing en van ijs voorzien uit eigen voorraad.
Loods aan boord en dezelfde avond nog vertrokken en voor het weekend weer thuis. Volgens nadere informatie waren deze grote sloeharingen allemaal bestemd voor de rokerijen.
Of dit herhaald is weet ik niet. Ik heb naderhand ook geen gerookte sloeharing in de winkels gezien.

Juli is de maand waarop examen gedaan moet worden. Na heel ijverig "blokken " moet ik tot mijn grote spijt horen dat ik niet tot de gelukkigen behoorde die het diploma hadden behaald.
In overleg met de directeur van de zeevaartschool vindt hij het niet nodig om het jaar over te doen en hij raadt mij aan te gaan varen.
En zodra ik een jaar vaartijd in het monsterboekje heb staan, mij op te geven voor de cursus 3e stuurman GHV.
De rang waar in je hebt gevaren doet niet terzake, mits het de dekdienst betreft en de tijdsduur in die bepaalde functies.

De volgende dag naar Rotterdam om bij het Arbeidsbureau op het Vasteland te informeren om er ergens een bemanningslid nodig is op een schip.
Ik heb geluk ofschoon er veel mensen doelloos rondhangen in de buurt van dit gebouw.
Waarschijnlijk zijn zij niet geinteresseerd in een functie aan boord van een schip behorend tot de kustvaart.
Voor mij maakt het niet uit. Voor mij geldt alleen een plaats op een schip.

Ik wordt door verwezen naar rederij Wm-H-Muller en Co.N.V. aan de Jobshaven.
Ze hebben voor mij een plaats op de coaster "Express " als matroos o/g.
Het betreffende schip ligt bij de machine fabriek Keller ( Deutz motoren ) in Krimpen aan de IJsel. Ik moet mij de volgende morgen daar aan boord melden.
Het schip zou over enkele dagen vertrekken, waarschijnlijk naar Parijs.
Ik had een vermoeden dat ik voor de gek werd gehouden. Hoe kon je nu met een coaster in Parijs komen. ?
Ik zou het de volgende dag allemaal wel aan boord horen.
De te verdienen gage is Fl, 90 per maand.

Volgende dag naar Krimpen aan de IJssel. Ik maak kennis net de kapitein ( de Wolf ) en wordt aan het werk gezet.
Ik ben niet de enige nieuweling. Met mij meldt zich ook een lichtmatroos, een jongen uit Leiden die enkele reizen heeft gemaakt als afhouder op een Katwijkse logger.
In de loop van de dag meldde zich ook de stuurman. Ook nieuw voor dit schip en nieuw bij deze maatschappij.
Het blijkt een plaats genoot van me te zijn. n.l. Ment Ginder. Een oud logger gast, maar nu reeds enige tijd werkzaam op de kustvaart.
De machinist is een oude rot op dit schip. Heeft reeds langere tijd met kapitein de Wolf samen gevaren. Het blijkt een Duitser te zijn met een verschrikkelijk dialect.
Alleen een matroos ontbreekt nog, is ook nieuw voor dit schip en zou de volgende dag aan boord komen.

Samen met de lichtmatroos mogen wij gaan roest bikken, nadat wij eerst het schip zo'n beetje hebben verkend.
Het schip is niet veel groter als een logger en het logies voor de bemanning is ook niet veel beter als ik gewend was aan boord van de Sch.118 of de 51.
Het logie, net als bij de loggers, ook voorin het schip. Het enige verschil is het aantal kooien. 4 in totaal.
Voor de matroos, de matroos o/g en lichtmatroos elk een kooi en de 4e kooi is een bergplaats voor een zeil  ( fok ) en wat touwwerk.
In de periode dat ik op dit schip werkzaam ben geweest, heb ik dit zeil nooit zien gebruiken.
Tevens is in dit bemanningsverblijf ook de toegang tot de kettingbak.
.
Na de dag roest te hebben gebikt mogen we naar huis. De volgende dag zullen wij " verhalen " van de Keller machine fabriek naar de Jobshaven in Rotterdam
Ons wordt medegedeeld onze spullen de volgende dag mee aan boord te brengen, want na belading zal het schip vertrekken met bestemming Antwerpen.
Hier zal worden bijgeladen en vervolgens zullen wij naar Parijs vertrekken om vervolgens circa 3 maanden een lijndienst te gaan onderhouden tussen Parijs en Londen.

En zo breekt de dag aan dat ik de eerste stappen zal zetten in de door mij voorgestelde toekomst.
De volgende morgen met mijn zeespullen op de trein naar Rotterdam en vervolgens met de bus naar Krimpen aan de Ijssel. Al spoedig vertrekken we naar Rotterdam. Tijdens het overstomen wordt het ruim open gelegd, zodat bij aankomst in de Jobshaven meteen met laden kan worden begonnen,
Veel zal het niet zijn, laadvermogen is ca. 180 ton en een gedeelte moet nog in Antwerpen worden geladen.
Na gemeerd te zijn in de Jobshaven kunnen wij onze zeespullen opbergen en onze kooien inrichten.
Het is mij vaak opgevallen dat veel zeelui een minimum aan uitrusting meenemen en vaak tijdens de reis en op zee in de problemen komen, omdat ze niet volwaardig zijn uitgerust voor hun werk onder diverse omstandigheden.

Gelukkig behoeven we niet een strozak te vullen, wat op de visserij toen wel gebruikelijk was.
Matras, linnengoed en dekens worden door de maatschappij verstrekt.
Op het middag uur wordt ons een warme maaltijd verstrekt. De lichtmatroos wordt geacht hier voor te zorgen, maar daar hij nog nieuw is, wordt assistentie verleend door stuurman en kapitein.

Voor het brughuis is een kleine ruimte wat als kombuis dienst doet.  Hierin een kolenfornuis en een kleine aanrecht met een handpomp.  Een kleine tafel en bank completeren de inrichting. De ruimte is niet geschikt om als bemanning,  in het totaal 6 personen, gezamelijk te eten.
Onder de reis zullen wij dan ook in 2 ploegen moeten eten.  De eerste ploeg voor hij op wacht komt en de 2e ploeg als zij van wacht afkomt.
Daar het proviand voor de reis nog niet aan boord is gekomen. wordt de maaltid gedeeltelijk uit blik ( groente en vlees ) samengesteld.
Degenen die nog niet gemonsterd hebben, gaan dat nu doen en alle verplichtingen van de bemanning zijn dan verricht.

In de loop van de middag is de belading gereed. Onder leiding en toeziend oog van de stuurman wordt het ruim dicht gelegd en de houten luiken toegedekt met 3 presenningen. Zorgvuldig worden deze presenningen ( dekkleden ) rond het luikhoofd gevouwen, waarna de ijzeren schalklatten hier tegen aan worden geplaatst en heel zorgvuldig met houten keggen worden vast geslagen.
Daarna de verzegelingsbalken op de presennings geplaatst en met vleugelschroefbouten aan de keggenbank vastgezet.

Laadboom neergelaten en vastgezet en de losse spullen aan dek opgeruimd of vastgesjord.
Proviand wordt afgeleverd en opgeborgen, drinkwater ingenomen en nu is het wachten op de loods om ons naar buiten te brengen.
Douane komt aan boord de "bonded stores "verzegelen.
Vrouwen en meisjes zijn er niet op de kade om afscheid te nemen zoals bij het vertrek van een logger en je behoef er dan ook geen aandacht aan te schenken.
Loods aan boord, motor gestart, trossen los en een nieuw periode neemt een aanvang.

wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Pieterman op 08-04-2010, 00:05:12
Hallo,

Ik ben nieuw op dit forum en ik weet nog niet precies hoe te beginnen.

Ik ben geen Scheveningse maar ik heb veel met ze opgetrokken. Ik woonde in mijn jeugd in de Sonoystraat, vandaar.

Ik ga eerst eens lekker lezen en foto's kijken.

Vera


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-04-2010, 08:30:26
Terugblik 7

Op weg naar zee, wordt nog even in Vlaardingen aangelegd om te bunkeren.
Als dat is gebeurd zijn wij nu echt reisvaardig en kunnen wij ook de meertrossen opbergen en wordt met de zeewacht een begin gemaakt. Voorlopig gaan we 4 uur op en 4 uur af, de wacht lopen. De matroos samen met de kapitein en de matroos o/g samen met de stuurman.
Lichtmatroos loopt niet mee in de wacht en heeft dagdienst.
Machinist loopt dezelfde wacht als de stuurman en de kapitein houdt de motor in de gaten tijdens zijn wacht.

Stuurhuis is al niet veel beter als op de logger, misschien iets ruimer Alleen een stuurrad, een telegraaf en een kaartentafel.
Geen enkel modern navigatie systeem, alleen een kompas.

De toegang tot de officiers verblijven in het achterschip, is ook vanuit het stuurhuis.
Ook de daar gevestigde hutten zijn zonder enige luxe.
De enige luxe aanboord is een toilet met spoeling.
Geen wasgelegenheid
Een emmer water halen in de kombuis, eventueel nog een ketel water opzetten voor wat warm water, mee naar het "voorin"  sjouwen en zonder ongelukken het trapje afklimmen.
Erg veel werk en zeker bij slingerend schip. Op de logger werd er ook zo vaak niet "toilet "gemaakt.
Daar dook je met kleren en al zo je kooi in en in de praktijk zal het hier aan boord niet veel verschillen.

Als je hoognodig naar het toilet moet voor "een grote boodschap" en je bent vrij van wacht, moet je vanaf het voorschip  wel een hele tocht maken om van de WC gebruik te maken.
En dat dan ook vaak nog door weer en wind.

Van een koelkast en vriezer hadden ze toen nog niet gehoord.
Het stukje vlees dat bij vertrek aan boord is gekomen, moet meteen worden uitgebraden en wordt "onder het vet " in het vliegenkastje op het achterdek bewaard.
Deze "moderne " koelinstallatie is een houten kastje voorzien van deurtjes met vliegengaas, opgehangen in de frisse lucht.
Niet meer dan 2 of 3 dagen krijgen wij vers vlees.
Gelukkig waren het aantal zeedagen niet groot, zodat in de volgende haven weer vers vlees kon worden gekocht.
En anders moesten wij ons maar behelpen met blikwerk.

Dit schip en haar zusterschip "Rapid "zijn op één na de kleinste scheepjes van deze maatschappij.
Nog iets kleiner zijn de 'Oise " en de "Aisne ".  Deze kleine schepen hebben de oorlog overleefd in Engeland en zijn de oudste schepen van de vloot.
"Oise" is in beheer van de Rotterdamse afdeling  van  de maatschappij en de "Aisne" bij de Engelse afdeling.
De "Aisne" is voor onderhoud uit de vaart genomen van de dienst Londen-Parijs en zodoende moeten wij nu deze  dienst tussen Londen en Parijs gaan onderhouden.

Als je op de benaming van de schepen Express en Rapid af zou gaan, zou je denken dat het, wat snelheid betreft, wel mee zou vallen. Vergeet het maar. Bij mooi weer hooguit 7 mijl per uur.
Vrijboord hebben deze scheepjes amper en bij minste zuchtje wind spoelt het water in de gangboorden. Om zich vanaf het voorschip naar het achterschip te verplaatsen is op zee alleen mogelijk via het afgedekte laadruim.
Op de logger kon je langer  op je klompen over een droog dek lopen.
Maar alles went.

De Schelde zeearm op en af gesukkeld en de reis vervolgd naar ons eind doel, Parijs.
Nooit had ik toen kunnen vermoeden dat ik ooit aan de oevers van de Schelde naar de scheepvaart van en naar Antwerpen zou kijken, nu ik reeds vele jaren in dit gedeelte van ons land woonachtig ben.

Op de rede van Le Havre loods aan boord genomen en de reis vervolgd naar Rouen.
In Rouen het schip ingeklaard.
Daar wij met de lading welke wij aan boord hebben doorvaren naar Parijs, wordt het laadruim verzegeld d.m.v. een staaldraad door de vleugelmoeren van de verzegelbouten.
Deze verzegeling lijkt heel indrukwekkend, maar stelt uiteindelijk niets voor. Als je enkele vleugel moeren niet te strak aan schroeft, kan de verzegeling van het ruim heel simpel worden opgeheven, zonder de aangebrachte douane zegels te verbreken.
Van dit euvel wordt meerdere malen gebruik gemaakt door hoger geplaatste bemanningsleden, voor het smokkelen van cigaretten en andere waren.

Mast wordt gestreken en het stuurhuis wordt gedeeltelijk gedemonteerd.  Het dak wordt verwijderd en de zijkanten rondom ingeklapt.. Zelfs de schoorsteen ( motor uitlaat ) kan indien nodig naar achteren worden "geklapt ".
Nu is er een geheel open stuurhuis verkregen en dit is dan ook de hoogte van het schip waarmee zij onder de vaste boogbruggen van Parijs kan door varen.
Alleen de waterhoogte van de rivier is nu de limiet.
Hoe hoger de waterstand, des te penibeler de doorvaart.
Het open stuurhuis is in de zomer een genot, maar in de herfst en winter minder aangenaam.

Vanaf Rouen naar Parijs zal de kapitein ook worden bijgestaan door een loods. Veelal zijn dit ex schippers van de grotere binnenvaart schepen of sleepboten en gespecialiseerd op de rivier de Seine.
Ook wij krijgen een loods aan boord en de reis naar Parijs kan worden voortgezet.

Er kan niet aan een stuk worden doorgevaren van Rouen naar Parijs.
Er zullen 8 sluizen moeten worden gepasseerd en in het donker wordt er niet gevaren aangezien de rivier niet bebakend is en de sluizen een bepaalde tijd hebben waarin kan worden geschut.
Als het een beetje mee zit, zullen wij vandaag de eerste sluis in het plaatsje Elbeuf nog kunnen passeren en aangezien het zomerdag is zullen we nog lang door kunnen varen, alvorens de duisternis ons dwingt te stoppen.
Het schip voert een speciale vlag . De betekenis van deze vlag is...... Priorité. Deze vlag geeft ons bij de te passeren sluizen voorrang. Niet altijd hebben we hiervan voordeel.
Zijn de sluizen gevuld met afkomende schepen, dan zal er gewacht moeten worden tot de sluizen leeg zijn om ons schip te kunnen schutten.
Dit keer hebben wij geluk en komen voor een geopende sluis en zonder ander opgaand scheepvaartverkeer, zodat wij in een kwartier de sluis zijn gepasseerd.
Met een beetje geluk kunnen wij de volgende sluis Les Andelys nog halen, mits de duisternis ons dat niet verhindert en kunnen dan morgenvroeg als eerste worden geschut.
De sluiswachters werkten ook maar een bepaald aantal uren in dagdienst en 's-avonds en's-nachts werd er niet geschut.

De nacht brengen we door gemeerd liggende langszij van een binnenvaartschip wat ook voor de sluis wachtende is of we meren ons schip met een "dubbele bocht " aan een overhangende boom aan de waterkant.
Wij genieten van de eerste "boerennacht ".  Zodra we weer terug zijn in Rouen zal dat afgelopen zijn.

De volgende morgen dichte ochtend mist.
Zo kunnen we onze reis niet voortzetten. We kunnen wel door de sluis gaan en aan de andere zijde van de sluis wachten tot de mist op trekt als de zon wat sterker wordt.,
Na een uur kunnen we wat meer zien en vervolgen langzaam onze reis. Met nog wat tegenslag zullen wij vandaag Parijs niet halen. We moeten nog 6 sluizen passeren.
Steeds meer trekt de mist op en al spoedig varen we weer met de normale snelheid.

Je waant je niet op een zeeschip.
Wachtlopen en sturen is er niet bij. De loods stuurt en wordt zo nu en dan door de kapitein afgelost.
Dek werkzaamheden in dagdienst en iedere avond een ononderbroken nachtrust.
De bemanning verricht onderhouds werkzaamheden aan het schip. Roestbikken, verven, soppen. In de zomerdag met ontbloot boven lijf en genieten zo van het mooie weer.
Bij het schutten door een sluis wat afwisseling van de werkzaamheden bij het meren en ontmeren van het schip.
Veel sluizen hebben ook nog een klein cafeetje annex winkeltje. Loods en kapitein nemen er als er tijd voor is een vlugge slok vin blanc of rouge

Vanaf de een na laatste sluis een telefoontje gepleegd naar de laatste sluis en gevraagd of de sluiswachter op ons wilt wachten. We zullen ongeveer 20 minuten te laat bij de sluis arriveren.
De sluiswachter weet dat er voor hem een kleine geldelijke vergoeding wacht en aangezien hij een woning heeft bij de sluis is het voor hem geen probleem. De dekbemanning zal helpen de sluisdeuren te bedienen zodat hij geen andere sluiswachters nodig heeft.

Voor de rederij is het een meevaller en zullen net voor het donker wordt in Parijs kunnen afmeren. mits we in de schemering geen brokken maken bij het passeren van de laatste vaste bruggen.
En wij kunnen dan de volgende dag meteen beginnen met lossen, zodra we zijn ingeklaard en de verzegeling van het ruim is verbroken.
Heel voorzichtig worden in de schemering de boogbruggen gepasseerd.
Veel ruimte is er vaak niet.
De roerganger moet zich zelf bukken en de schoorsteen moet worden neergeklapt.
En dan na de laatste brug te zijn gepasseerd, verschijnt in de nu snel invallende duisternis, aan stuurboord zijde de loskade met de mobiele kranen en hangars.

We zijn in het hartje van Parijs aan de Quai d'Austerlitz.
Aan de ene zijde van de rivier het treinstation Gare de Lyon en aan de andere zijde Gare d'Austerlitz.

Het schip op de rivier een halve slag gedraaid en vervolgens afgemeerd aan de kade.
Vlug de kooi ingedoken.  De volgende dag vroeg op om de mast en laadboom weer in vertikale stand te brengen, zodat de luiken kunnen worden geopend om met de walkranen de lossing te kunnen beginnen.
Veel zeeman ben je op dit soort schepen niet, maar elke dag aan boord telt wel mee voor mijn vaartijd.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 09-04-2010, 10:30:31
ik heb ook op de parijs vaart gezeten
en wel op de Garonedus kan me vinden in het verhaal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 09-04-2010, 10:39:25
hier de Expss later radiopiraat

 en de Rapid


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-04-2010, 16:35:45
Rinus,
Leuk om de tweeling te laten zien,
Ik sprak over zeilen in een onbemande kooi.
Ik heb niet meegemaakt dat ze werden gebruikt.
De foto van de Rapid voert het schip 2 zeilen.
Zal waarschijnlijk een oude foto zijn.

In jouw reacktie staat een woord wat ik niet thuis kan brengen.
Er staat Garonedus   Is dit een scheepsnaam
of hoort er te staan
Garone  dus enz.
Garone als naam is mij niet bekend maar past wel in het straatje van de franse rivier namen van Muller.
Oise, Aisne, Escaut, Marne, Meuse enz.

Prettig weekend
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 11-04-2010, 11:34:53
Cor is een typ foutje moet Garonne zijn was niet van Muller maar voer er wel voor in de dienst Parijs Londen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-04-2010, 08:08:47

Terugblik no.8

Na 2 dagen van lossen en laden is het scheepje weer gereed om de reis naar Londen aan te vangen.
Opnieuw moeten wij al de bruggen en sluizen passeren. We verwachten wel dat de vaart naar Rouen vlotter zal zijn dan de heen vaart.
Er loopt wel niet zoveel stroming in de rivier nu het lange tijd niet heeft geregend, maar het kleine beetje stroming hebben wij nu mee  i.p.v. tegen.

Veel regenval stroomopwaarts van Parijs kan hinderlijke gevolgen hebben. De rivieren, welke stroomopwaarts in de Seine uitmonden kunnen in korte tijd de waterhoogte in Parijs opstuwen, zodat het scheepvaart verkeer wordt "lamgelegd ".
De oorzaak hier van zijn de boogbruggen.  Het  halve cirkelsegment wat beschikbaar is voor de doorvaart wordt aan de bovenzijde heel wat nauwer bij stijging van de waterhoogte.
Vaak genoeg is het voorgekomen dat beladen en lege schepen niet konden vertrekken en moesten wachten tot het waterniveau weer was gezakt.
Niet lang na deze tijdsperiode is er een nieuwe haven gekomen, in de buitenwijken van Parijs,.zodat de boogbruggen niet meer de scheepvaart kon belemmeren.
Deze nieuwe haven heb ik nooit meegemaakt. Enige jaren later ben ik met een ander schip nog wel eens in Parijs geweest, maar nog steeds was de losplaats.... Quai d 'Austerlitz.

Voor vertrek weer de gangbare procedure. Stuurhuis afbreken, mast en laadboom strijken.
Kapitein komt met een arm vol stokbroden aan boord, later met nog wat vlees en wat verse groente.
Tot Rouen hebben we in iedergeval genoeg te eten en daar zal opnieuw worden geproviandeerd.
Opnieuw een loods aan boord en het schip kan vertrekken.
Nu het daglicht is kunnen wij eens goed zien hoe nauw de passage onder de boogbruggen zijn.. Er is zelfs een brug bij, waarin  tijdens de doorvaart, van richting moet worden veranderd..
Ofschoon wij stroom mee hebben, zal het niet lukken om in 1 dag van Parijs naar Rouen te varen.
Hemelsbreed is de afstand niet zo groot. maar de rivier de Seine loopt door het landschap met heel veel kronkels.
Zo zie je de Eifel toren voor je en enige tijd later weer achter je.
De nieuw geplande haven zal dan ook veel tijdwinst voor de scheepvaart betekenen.

Zodra we de laatste sluis hebben gepasseerd kunnen we al beginnen met het schip weer wat zeewaardiger te maken.
Mast omhoog en het stuurhuis weer in haar oorspronkelijke staat.

In Rouen zal maar een kort oponthoud zijn. Schip uitklaren, drinkwater innemen en provianderen.
Nu weer in Rouen aan de kade liggen, zie je pas hoe nietig dit schip is, in vergelijking met de aan de kade liggende "Liberty " en "Victory " schepen.

Loods aan boord en we kunnen vertrekken.
Het duurt nog wel enige tijd voordat wij weer op zee zullen zijn. Wij starten weer met de zeewachten en ik mag aan het roer het schip sturen op aanwijzingen van de loods.
Op de hoogte van Tancarville waarschuwt de loods mij dat over enkele ogenblikken het schip wel zou kunnen gaan slingeren en stampen. . Op de rivier is geen golfje te zien. en ik kijk de loods verwonderd aan.
Hij verklaart mij zijn waarschuwing..

Het Engels kanaal is een grote trechter, nauw toelopend tussen Dover en Calais.
De Seine baai is een onderdeel van het kanaal en is ook nauw toelopend tussen Le Havre en Honfleur.
Tijdens springtij wordt er meer water in de trechter van het Kanaal en Seine baai gestuwd als normaal.
Dit resulteert in een hogere waterstand als normaal in de Seine baai en in de rivier monding.
En verder stroomopwaarts van de Seine resulteert het gedurende een korte tijd als een kleine vloedgolf.van zo'n halve tot een  meter hoogte
Het tijdstip van dit verschijnsel is  exact bekend voor de rivier tot aan Rouen en het  is zelfs merkbaar in de haven van Rouen.
Er wordt dan ook door de havenmeesters van Rouen op de schepen gewaarschuwd dat op een bepaald tijdstip dit plaats vindt.
En de gemeerd liggende schepen dienen hiermee rekening te houden, door stand-by te houden bij de meertrossen en in de machine kamer.
Meerdere malen is het voor gekomen dat een schip van zijn trossen werd losgeslagen door geen acht te slaan op de gegeven waarschuwingen.

Na een goed uur gaat de loods van boord en wij kunnen de reis naar Londen vervolgen.
Onze koers is zodanig dat we bijna dwars het Kanaal oversteken en veel schepen op een westelijke of oostelijke koers kruisen onze koerslijn.
Ons eerste verkenningspunt van de Engelse kust moet Dungeness zijn. Daarna langs de kust varend naar Margate om daar de loods voor de Theems aan boord te nemen.
Vanaf dit punt komen we weer in rustiger vaarwater. In het begin is deze riviermonding nog erg breed, maar vanaf Gravesend is het als een normale rivier.
In het brede gedeelte van de rivier zijn nog veel fortificaties afkomstig uit de oorlog. In die periode permanent door militairen bemand en bewapend met afweergeschut.
Hoe dichter we bij Gravesend komen, des te drukker wordt het scheepvaart verkeer.
Komend vanuit het noorden, oosten en zuiden.
Allerlei soorten schepen en vaak schepen met een vaste route., zoals de "colliers ".  Schepen beladen met kolen afkomstig uit de mijnen van NO Engeland en bestemd voor de energie centrales in west Londen.
Schepen die speciaal zijn geconstrueerd om , net als wij, onder bruggen door te varen. Platte rechtlijnige schepen, ook wel "strijkijzers " genoemd.
En ook rivier "barges ".  Houten rivier vaartuigen onder zeil. Laag liggend op het water. Vrachtgoed vervoerend naar havens rond het Thames bekken en bij zeer mooi weer ook wel langs de Engelse kust. Op een van de reizen in een latere periode ben ik ze tegengekomen halverwege de Noordzee. Een enkele keer zelfs gezien in de Rotterdamse havens.
Kort geleden zag ik nog op een van de sites dat een logger ook zo'n barge onbemand op de Noordzee had opgepikt.

In Gravesend van loods verwisseld.
Meestal krijgen de Muller schepen een vaste loods.
Daar wij niet zo'n grote diepgang hebben, kunnen wij doorvaren. Wij zullen een ligplaats krijgen aan een van de werven aan de rivier.
en met onze diepgang kunnen wij er gemakkelijk meren.
In ons geval zou het de King George wharf zijn in de wijk Wapping.
Hier zijn de werkzaamheden alvorens te kunnen lossen, zoals in Parijs niet nodig.
Omdat wij gemeerd liggen bij een der werven aan de rivier, moet er 's-avonds wel een wachtsman aanboord blijven om op de trossen te letten. Verval van het tij tussen eb en vloed is vrij groot..
De kapitein is in de oorlog gehuwd met een engelse. Zij is nog steeds met haar dochtertje n Engeland woonachtig . Het ligt voor de hand dat de kapitein de dagen dat wij lossen en laden afwezig is.
Voor hem is de Paris-Londen dienst een meevaller. Hij kan nu zeker 2 maal per maand op een gemakkelijke manier thuis zijn..
Vanuit Rotterdam zou hij van de veerdienst gebruik moeten maken.

De door Rinus N geplaatste foto's leggen nog meer herinneringen bloot.
Zo zie ik dat op de kombuiis en de verblijven in het achterschip ook schoorstenen ( kachelpijpen ) staan.
De schoorsteen op de kombuis was voor de rookafvoer van het kolen fornuis. Bij Parijs komend en onder de boogbruggen doorvarend, moest deze schoorsteen er ook afgetild worden.
Als de lichtmatroos volop in zijn werk opging met de bereiding van een maaltijd en net voor het onderdoor varen van een boogbrug kolen in het fornuis schepte, stond de loods in het open stuurhuis in de stinkende rook, welke onder de boogbrug voor korte tijd bleef hangen.
De schoorstenen op de officiers verblijven zijn van de kolenkachels in deze verblijven. Het schip had geen CV dus in de winterdag moest er dan ook wel een mogelijkheid zijn om warmte te produceren, zeker in de haven als de motor niet in gebruik was.
Op zee met draaiende motor zouden deze verblijven nog wel wat door de motor verwarmd zijn geworden
Het bemanningsverblijf in het voorschip had helemaal geen verwarming. De enige plaats waar je warmte kon halen was de kombuis, waar dan ook door de dekbemanning in de winter druk gebruik van werd gemaakt.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-04-2010, 08:15:32

Terugblik No.9

En zo varen wij ruim 3 maanden heen en weer tussen Parijs en Londen zonder veel wederwaardigheden.
Slechts eenmaal maken wij iets bijzonders mee. Van Parijs komend lopen we in de Downs ter hoogte van het kustplaatsje Deal in de potdichte mist. Door varen is onverantwoord in deze drukke scheepvaart route.
Veel schepen waren toen nog niet uitgerust met radar.
Enige wat overblijft is voor anker gaan.  Wachtsman op de voorplecht om regelmatig op de bel te luiden, ten teken dat ons schip voor anker licht.
Het luiden van de bel is blijkbaar door anderen gehoord en vanuit de dichte mist horen wij geroep van mensen stemmen.
Hierop wordt door ons antwoord gegeven en een ogenblik later komt er een open motorvlet langszij met drie sportvissers.
Door de dichte mist kunnen zij de vaste wal niet weer terug vinden.
Onverantwoord is het om zo zonder kompas de zee op te gaan om te gaan vissen.
Verkleumd klimmen zij aanboord en verzoeken om bij ons aan boord te mogen blijven tot de mist opgetrokken is.
Dit wordt zonder enige bezwaren toegestaan, niet wetende dat het verblijf aan boord bijna 2 dagen zou duren.
Daar het schip ook niet was uitgerust met een radio-telefonie installatie, waren wij ook niet in staat om de familieleden aan de wal te informeren omtrent onze opgepikte gasten.

Onze tijdelijke gasten worden ook gedurende de nachtelijke uren provisorisch ondergebracht.
Wij moeten ze natuurlijk ook van eten voorzien. Warme maaltijd is geen probleem, blikwerk genoeg aan boord, maar de uit Rouen afkomstige stokbroden zijn binnen de kortste keren opgepeuzeld. Als de reis normaal was verlopen hadden wij in Londen vers brood kunnen kopen..
Nu moeten we ons tevreden stellen met biscuits uit blikken nood rantsoen. De door ons opgepikte vissers helpen  nog wel wat in de aanvulling van de voedselvoorziening door met hun hengels wat vis te vangen. De gevangen wijting is gebakken een lekkere aanvulling op het biscuits dieet.
Ik heb later in een van de engelse kranten een berichtje gelezen over deze tijdelijk verdwenen sportvissers en hun wederwaardigheden.

Ik heb ook nooit geweten dat tabak een artikel is,  wat onontbeetrlijk is aan boord van een schip.
Door ons gedwongen oponthoud in de mist, is het cigaretten rantsoen volledig opgebruikt. Waarschijnlijk hadden meerdere oudere opvarenden deze situatie al eens eerder meegemaakt.
Dozen met opgespaarde cigaretten peuken komen te voorschijn en van deze peuken worden m.b.v. cigaretten vloeipapier weer cigaretten gedraaid en met veel genoegen smakelijk opgerookt.
Zij zijn er zelfs trots op, dat zij zo'n vooruitziende blik hebben gehad om cigaretten peukjes te bewaren.

We hadden nog wel gehoopt om op St. Nicolaas thuis te zijn. De reparaties aan de Aisne vragen meer tijd als gedacht.
Het thuis front heeft ons niet vergeten. Een der Muller schepen van de Rotterdam-Parijs dienst heeft wat pakketten voor ons meegebracht, zodat wij toch nog iets van het feest merken.
Wij zullen als zeevarenden er ernstig rekening mee moeten houden, dat feestdagen er niet voor ons zijn.
Maak je wel een feestdag mee, dan hebt je geluk.
.
De Londen -Parijs dienst wordt uiteindelijk door de Aisne overgenomen en wij worden in Parijs beladen met bestemming Rotterdan, waarna wij de Rotterdam-Parijs dienst gaan varen. Ook Kerstmis lopen we mis, want dan zijn we weer onderweg naar Parijs en het ziet er niet naar uit dat we voor Oud en Nieuw weer thuis zijn.
Toch heb ik goede herinneringen aan deze eerste maanden als zeeman.
In die korte tijd al heel wat gezien, waar ik voorheen niet van had gedroomd.
En waar wij in Scheveningen geen weet van hadden.

Stokbrood, knoflookgeur,de metro, Place Pigalle, Sacre Coeur, Bastille, Notre Dame , vin rouge, vin blanc, clochards
Fish and chips verpakt in kranten papier,  Underground, dubbeldeks bussen, Tower met Tower bridge, Piccadilly circus.bobby's. een pint in de pub, community singing.

Tot half Augustus 1949 blijf ik op de Express varen. Meestal Parijs , maar ook Guernsey en Jersey, Boston en Kingslynn.
Ik heb nu voldoende vaartijd om naar school te gaan en te gaan studeren voor 3e stuurman G.H.V.
Ik heb tijdens mijn vaartijd zo weinig mogelijk verlof opgenomen. Overwerk heb ik niet uit laten betalen en hiervoor "tijd voor tijd " opgespaard. Met het restant verlof en "tijd voor tijd " kan ik het enige tijd uitzingen. Dus tijdens mijn studie wordt ik een periode uitbetaald als zijnde met verlof.

Ik schrijf me in en kan vanaf September te lessen gaan volgen. Niemand van mijn vroegere klasgenoten heeft zich ingeschreven.
Daar ik mijn vaartijd op de kustvaart heb behaald en hierbij korte reizen maakte, kon ik ook vlugger afmonsteren dan de meeste van mijn klasgenoten, welke op de grote vaart langere reizen maakten.
Mijn mede studenten hadden allen als stuurmans leerling op grote vaart schepen gevaren en hadden in die periode meer theorie ervaring opgedaan. Ik zou het moeten doen met de praktijk ervaring.
Het te volgen lesrooster is "pittig ". Het lesrooster bevat 24 verschillende onderwerpen. De gegeven lessen vullen  bijna de dagelijkse schooltijd.
Voor het diploma S 3 moet in alle onderwerpen tegelijk examen worden gedaan. Bij enkele vakken is een her examen mogelijk.

Het is een grote verandering om weer in de schoolbanken te zitten.
Na 7 maanden kan ik op voor mijn examen. Voor 1 vak n.l. werktuigkunde,  krijg ik een herexamen, waarvoor ik een maand later glansrijk slaag en mij het diploma wordt overhandigd.

Ik kan met dankbaarheid terug zien op de ondersteuning van mijn ouders. De periode dat ik had gevaren en de periode dat ik studeerde, werd er geen kostgeld van mij verlangd, mits ik geen gekke dingen deed en mijn verdiende geld spaarde en de duur verdiende centen niet uit zou geven aan drank.
Het salaris van mijn vader was in die tijd heel wat minder als het loon van de doorsnee visserman.

Ik kon weer gaan varen. Bij mijn afmonstering van de Express had ik bij de wal kapitein Lolkema geinformeerd of ik bij Muller terug kon komen als ik was geslaagd voor mijn diploma S3. Die mogelijk was er, daar Muller buiten de kustvaarders ook schepen had varen in de grote handelsvaart. Het antwoord was positief.
De volgende dag naar Rotterdam om bij de wal kapitein te gaan melden dat ik was geslaagd en of er voor mij een plaats was als 3e stuurman op een der schepen.
Op dat moment was er geen vacante plaats op een der grote vaart schepen. maar er was wel een plaats als stuurman vacant op een der kustvaartuigen.
Hebt je zin om als stuurman op de kustvaart te gaan varen tot er een plaats vacant is op een der grote vaart schepen.. Ik behoefde hier niet lang over na te denken en het antwoord was  ... Ja.
Als ik later voor mijn diploma S2 wilde gaan studeren, zou ik 2 jaar vaartijd nodig hebben als stuurman, alvorens ik mij kon  aanmelden om deze cursus te volgen. En vaartijd als stuurman op de kleine handelsvaart en grote handelsvaart maakte in dit geval geen verschil.



wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 15-04-2010, 17:34:26
Terugblik 10

Ik was wel benieuwd op welk vaartuig er voor mij een plaats was als stuurman..
De Express was niet groot, maar het vaartuig wat mij nu was toebedeeld was zelfs nog iets kleiner.
Het was de Oise, het zusterschip van de Aisne .
Met een Groningse kapitein, Scheveningse machinist en verder matroos, matroos o/g en lichtmatroos. Hetzelfde concept als op de Express.
Ik monsterde niet aan als stuurman, maar als "bestman " . Deze benaming kwam in mijn monsterboekje te staan.
"Bestman " was de benaming voor een persoon die dispensatie had gekregen om op dit type vaartuig in een bepaald vaargebied als stuurman op dit soort schepen te varen.
Hij moest dan wel "Wet van Uitwijking "papieren hebben.
Deze soort van dipensatie kwam op de visserij ook voor.
Ik heb het vermoeden dat de maatschappij niet op de monsterrol wilde hebben dat er de functie stuurman zou staan, daar er in de toekomst toch weer iemand met dispensatie zou worden aangemonsterd.  Een stuurman met dispensatie werd minder uitbetaald .
Het mij toegewezen schip was varende in de mij bekende dienst tussen Rotterdam en Parijs.

Enkele reizen heb ik op dit schip gemaakt. Op de 2e reis met motor pech in Dover binnengesleept door een andere kuster.
Op de uitreis vanaf Rotterdam waren wij voor anker gegaan vanwege de motorpech. en een vlaggensein gehesen dat wij assistentie nodig hadden.
Wij waren niet uitgerust met een radio telefonie installatie en konden dus ook geen advies vragen aan de rederij hoe verder te handelen.
Meerdere schepen passeerden zonder ons vlaggesein op te merken, echter de Barentz zag het wel een praaide ons.
Dit schip had een radio telefonie installatie aan boord en in overleg met het hoofdkantoor kregen wij de opdracht om door de Barentz naar Dover te worden gesleept.
Na 2 dagen oponthoud in Dover de reis vervolgd.

Op een der volgende reizen werden wij midden op zee geconfronteerd met een uitgelopen anker.
Komend vanaf Parijs de loods afgezet op de rede van Le Havre.
Het is de gewoonte dat zodra de loods in afgezet de beide ankers worden geborgd en niet meer voor onmiddelijk gebruik gereed zijn.
Zolang er een loods aan boord is moet het anker gereed zijn om te worden gebruikt. Op zee is dit niet nodig.

Stomend in het Kanaal ter hoogte van Boulogne komt de matroos welke vrij van wacht was en in zijn kooi lag, naar het stuurhuis gehold om te vertellen dat het anker was uitgelopen. Door het lawaai van het uitlopende anker was hij uit zijn slaap gewekt.
Door het geluid van de scheepsmotor in het dichte stuurhuis hebben wij er ook niets van gehoord.

Motor in zijn "vrije" stand gezet en de kapitein gewaarschuwd.
Bij inspectie buitenboord en in de kettingbak blijkt dat het SB anker met z'n gehele ankerketting is uitgelopen en alleen nog met de sluitbout in de kettingbak vast zit..We hebben geluk dat de sluitbout het heeft gehouden.
De waarschijnlijke oorzaak van het uitlopende anker is dat de remband van het ankerspil is losgetrild tijdens het varen.

De ankerlier op de Oise is niet uitgerust met een motor. Je moet het anker met de hand opdraaien of met behulp van de laadlier welke naast de mast is geplaatst
Op de ankerlier en laadlier zijn poelies aangebracht. Over deze poelies komt een staaldraad te lopen als een soort drijfriem.
Deze staalkabel loopt over 2 stalen blokken welke door een takel aan de mast er voor zorgen dat deze staalkabel goed strak staat en niet slipt op de beide poelies.
Voordat dit geheel is opgetuigd verloopt er enige tijd. Kapitein erg boos, maar op zijn wacht is de loods van boord gegaan, dus......?

Met deze provisorische installatie gaat het ankerhieuwen langzaam, maar altijd nog beter als met handkracht ..
Zestig vadem ketting moet er worden ingehieuwd, maar de laatste 10 vadem gaat al steeds langzamer en af en toe slipt de staaldraad in de poelies.
Met handkracht wordt aan het ankerspil wat meer kracht gegeven en uiteindelijk komt het anker boven water.
Tot onze grote verbazing heeft zij over beide klauwen een strak gespannen dikke kabel hangen en dit is ook de oorzaak dat het inhieuwen zo moeilijk gaat.
Het lijkt op een telefoon kabel, maar we zullen nooit te weten komen wat het wel is geweest. En dat allemaal in de schemerdonkerte van de nieuwe morgen. De morgenstond heeft goud in de mond...... maar schijnbaar niet voor ons.

Het anker zal van deze kabel moeten worden vrijgemaakt, anders kan het anker niet in de kluis worden gehieuwd.
Een  stalen meerstros onder de kabel doorgehaald en op de bolder belegd. Het anker weer langzaam gevierd zodat zij vrij is van de kabel.  Daarna voorzichtig de meerkabel  gevierd.
Er staat echter zo'n spanning op de meertros , dat zij als een kurkentrekker door het kluisgat wordt getrokken en de kabel weer over de klauwen van het anker terecht komt.
De hele manoeuvre opnieuwd herhaald en nu een dubbele meertros onder de kabel doorgehaald en onze eerdere poging herhaald.
Nu lukt het ons het anker thuis te hieuwen en te borgen.  De meertros wordt gevierd en onder de kabel doorgetrokken terwijl de kabel in de diepte verdwijnt.
De stalen meertros heeft zijn beste tijd gehad en is rijp voor de sloop. Maar beter de meertros kwijt dan het anker met 60 vadem ketting.
Of deze belevenis in het scheepsjournaal is vermeld weet ik niet. Ik denk het niet , ofschoon het mijn wacht was !
Deze kapitein is dan ook op dit schip niet erg gelukkig en niet lang hierna is hij van maatschappij veranderd.

Ook ik zal niet zo lang meer op de Oise varen en wordt  overgeplaatst naar de Trompenburgh.
Nu eens een heel ander lijndienst. Nu van Rotterdam naar Bremen en Hamburg.
Bremen niet altijd zeker en is afhankelijk van het vracht aanbod.
Dit schip lijkt teminste op een echt schip in vergelijking met de voorgaande schepen. Het late najaar en de gehele winter op deze dienst gevaren en qua weer was het vaak geen pretje in de Duitse bocht.
Schip was moderner en uitgerust met radio telefonie en Decca. De inwendige mens werd verzorgd door een echte kok of wat zich hiervoor uitgaf. Veelal iedere week een dag thuis.
Dat mocht ook wel, want ondertussen had ik verkering gekregen en in de studieperiode voor S3 hadden we ons zelfs verloofd.
Ook op de Veenenburgh en de Sambre heb ik wat aflosreizen gemaakt.
De Veenenburgh had een vaste dienst op Middlesborough. Het schip was berucht omdat zij zwaar slingerde.
De echte oorzaak hiervan was dat zij in Middlesborough meestal lang ijzer laadde. Het zwaartepunt van deze lading ligt vrij laag in het schip en veroorzaakt dan ook hevige slingeringen bij onstuimig weer.
De Veenenburgh was de enige kuster van Müller die niet in de Parkhaven loste, maar in de Ijsselhaven.

De Seine was een lelijk schip, eveneens ontworpen voor de vaart op Parijs. Geen enkele zeeg, rechtlijnig, lang en plat, stuurhuis in het midden en de machine kamer in het achterschip en 1 mast op het voorschip.
Met dit schip was het bijzonder uitkijken bij het passeren van de Parijse boogbruggen als er direct na deze brug van koers moest worden veranderd.
In het najaar van 1951 werd ik uiteindelijk overgeplaatst naar een van de GHV schepen als 3e stuurman.


wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 16-04-2010, 11:10:07
Hier weer wat foto,s van de schepen waar over in het verhaal vertelt word
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 16-04-2010, 14:18:20
Lezers,
Gelieve in terugblik 10 voor kustvaartuig Seine    Sambre te lezen.
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 16-04-2010, 14:56:45
en hier de foto


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 16-04-2010, 15:07:28
en ook nog maar de Seine


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-04-2010, 07:41:09
Terugblik 11

Vol verwachting op weg naar de IJsselhaven waar mijn nieuwe schip zou liggen. Ik had geen idee wat voor een schip het zou zijn.
Ik had wel een naam opgekregen nl. Sandenburgh. Ik had nog nooit één der GHV schepen van Müller gezien, daar zij meestal in de IJsselhaven een ligplaats hadden om te laden en te lossen.
Het enige GHV schip van Müller wat ik kende was de Batavier 2, het schip, dat een passagiersdienst onderhield tussen Rotterdam en Londen en in Rotterdam altijd afgemeerd lag aan de kop van de Jobshaven.

Aan het eind van de IJsselhaven lag dan de Sandenburgh, een ouderwets stoomschip met een hoge schoorsteen.Twee masten en de opbouw in het midden van het schip.
De eerste indruk viel wel wat tegen, maar wie weet, 't zou misschien wel meevallen.

De gangway opgestapt en op weg naar de hut van de gezagvoerder. Dit was gemakkelijk te vinden, omdat de opbouw alleen in de midscheeps was en meestal is de hut van de gezagvoerder onder het stuurhuis.
De gezagvoerder bleek in zijn hut te zijn.
Ik schrok wel een beetje. Het was een grote forse kerel en hij was in vol ornaat. Uniform met 4 gouden strepen op de mouw van zijn uniform en op z'n borst nog enkele onderscheidingen vanuit de oorlog.
Dit was ik niet zo gewend op de kustvaart, De meeste kapiteins liepen daar niet zo in gala kostuum en meestal was "battle dress " al voldoende.
Het was een wat oudere man, streng maar rechtvaardige en tevens een goed zeeman.
Ik heb steeds met plezier bij hem gevaren. Niet alleen op dit schip maar later ook op andere schepen.
In een kort onderhoud vraagt hij mij naar voorgaande vaar periode. Hij wijst mij er op dat ik nu niet meer op een kustvaartuig ben aangemonsterd en dat op de grotevaart andere disciplines van toepassing zijn en het aantal bemanningsleden wel meerdere malen groter is dan op een kuster.

Het schip zal in de avond vertrekken. Ik kan mij gaan installeren in mijn hut en wordt er vriendelijk op gewezen om het schip eens grondig te gaan verkennen. Het is wel niet zo'n groot schip maar toch wel wat groter als een kuster en met meer hoeken en gaten.
Als ik nog wat te vragen heb, kom gerust langs.... en als je alles hebt gezien kan je in de kaartenkamer de scheepskaarten gaan bijwerken.

Mijn hut stelt niet veel voor. Het is bovendeks aan SB zijde.
Op de Trompenburgh en Sambre had ik het beter.
Een kooi en een kleerkast aan de binnenzijde van de hut en een kleine vaste bank met tafeltje aan de voorzijde van de hut
De bank is bekleed met rood pluche. Echt ouderwets en grootmoedersstijl.
Geen wastafel en geen stromend water.  Een kastje met aan de bovenzijde een klep en aan de voorzijde een deurtje.
Til je het deksel op dan is hierin een waskom, open je het deurtje dan staat daar een emmer om het waswater op te vangen.
Voor je jezelf een wasbeurt gaat geven, kijk dan wel of de emmer er wel onder staat. De hut bediende kan de emmer wel eens vergeten hebben na hem te hebben geledigd. En zorg er ook voor dat bij slingerend schip de emmer is geledigd en dat het deurtje gesloten is.
Wil je warm water hebben, dan eerst bij de pomp aan dek je emmer met water vullen en vervolgens bij een stoomleiding aan dek de emmer met water door stoom te verhitten. Alles even primitief.
Mijn hut is aan SB en het is mij opgevallen dat in al de gevallen dat ik op een stoomschip heb gevaren de stuurlui hun hutten aan
SB zijde  hadden en de machinisten aan BB zijde.
Op de motorschepen waar ik later op zou komen te varen was het juist anderom.

Het was dan ook al een vrij oud schip, In 1915 gebouwd en in 1921 onder beheer van Müller gekomen. Heeft eerst onder een andere naam gevaren in 1927 de naam Sandenburgh gekregen. Laadvermogen omstreeks 1000 ton.
Het stuurhuis was al niet veel beter als mijn hut. Klein van omvang en gering aan inhoud.
Een stuurwiel, een kompaskolom en een telegraaf . Verder 2 spreekbuizen, één naar de hut van de kapitein en één naar de machine kamer. Achter het stuurhuis de kaartenkamer met als enig semi modern instrument ,een richtingzoeker.
Aan weerszijde van het stuurhuis een brede onoverdekte vleugel, waar je geacht werd als stuurman de zeewacht te lopen, want in het stuurhuis zou je maar in slaap vallen. Een stoel of bank om op te zitten was al helemaal "uit den boze ".

Wat natuurlijk het eerste opvalt is de hoeveelheid mensen wat aan boord is.
Nu 3 stuurlui i.p.v. 1 voorheen.
Nu 3 machinisten i.p.v. 1 of soms 2
Nu 9 matrozen en o/g 's  i.p.v 2
Een bootsman en soms ook een kabelgast.
Nu. 3 stoker, 3 tremmers en 3 olielui.
Een kok, koksmaat, hofmeester, messroombediende.en een ketelbink voor de matrozen en één ketelbink voor de stokers en consorte.
Ruim 30 personen.
Maar dit was toen nu eenmaal de vereiste hoeveelheid bemanning voor een schip boven de 499 BRT.
Nu worden heel andere maatstaven gebruikt.

Als je zo het bemannings aantal vergelijkt met het aantal op een kuster en je vergelijkt dit met de vervoerde hoeveelheid ladingen per vervoers eenheid, dan kom je al gauw tot de conclusie, dat dit oude stoomvaartuig onrendabel is. Na enige jaren is zij ook opgelegd en in 1954 gesloopt.

Dekbemanning huist in het voorschip, "zwarte koor " benedendeks midscheeps en officieren en civiele dienst bovendeks midscheeps.
Kombuis is midscheeps, matrozen en zwarte koor gebruiken de maaltijd een hun verblijven en voor de officieren is er een eetsalon midscheeps.
Ketelbinken zorgen voor de voedsel aanvoer naar de bemanningsverblijven, messroom bediende voor de bediening in de eetsalon.

Machine kamer en stookplaat met de kolen bunkers eveneens midscheeps,
Schip had 4 laadruimen , 2 op het voorschip en 2 op het achterschip. Door ruim 3 en 4 liep de schroefastunnel.
Ruim 4 was maar een beperkte ruimte boven de "kont "van het schip en werd voorheen in de vooroorlogse periode bij de vaart op Bordeaux als kaasruim gebruikt. In deze ruimte waren schappen aangebracht waar de kazen op werden gestuwd.
Het schip was een kolenstoker. Hierdoor was het machine kamer personeel ook groter als bij een olie gestookt vaartuig.
Het bunkeren van de kolen was een grote bezoeking.
Bunkers waren midscheeps, officiers verblijven , kombuis etc. eveneens. Tijdens het bunkeren kolenstof in overvloed en bij het bunkeren moesten alle deuren en patrijspoorten hermetisch worden gesloten.
En  de dekbemanning had hierna weer handen vol werk om de boel weer netjes aan kant te krijgen met soppen en dekwassen
 



wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-04-2010, 07:47:47
Op de door Rinus geplaatste foto van de Seine is op de voorsteven heel duidelijk de vlag ( priority )te zien, zoals in een der artikelen is beschreven.
Het schip ligt op de foto waarschijnlijk in een der sluizen op weg naar of van Parijs.
Rinus maakt deze Terugblik leerzamer om al deze foto's te tonen.
Nogmaals dank Rinus.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 17-04-2010, 10:40:57
de thuis basis van Muller


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 17-04-2010, 10:42:03
en de Batavier II


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 17-04-2010, 11:28:49
heeft toch wel wat hoor, die Rechte Stevens machtig mooi.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 19-04-2010, 08:20:58
Terugblik 12.

Gelukkig had het schip al gebunkerd en waren wij voorlopig van de smeerboel af.
De belading voltooid en het schip kon zeeklaar worden gemaakt. Machine kamer geinformeerd over het uur van vertrek, zodat de ketels opgestookt konden worden en er bij vertrek voldoende druk zouden hebben om te manoeuvreren.
De werkzaamheden van het zeeklaar maken waren hetzelfde als op de kusters, maar nu had de bootsman de algehele leiding over de dek crew.
Weldra was dan ook het uur van vertrek aangebroken.  Machine geprobeerd en bemanning gereed om "voor en achter "te maken.
Havenloods aan boord en machine kamer gewaarschuwd voor "stand bij ".
1e stuurman, bootsman en enkele matrozen standbij bij de trossen op het voorschip en 2e stuurman met enkele matrozen op het achterschip. Op commando van de gezagvoerder worden enkele trossen ingenomen en op het achterspring wordt met gering machine vermogen van de wal af gemanoeuvreerd.
Als deze manoeuvre naar wens van loods en gezagvoerder is uitgevoerd kan de rest van de trossen worden ingenomen. en wordt het schip "dead slow " varend de haven uit gemanoeuvreerd en zodra de ruimte van de Waterweg voor ons ligt wordt de machine op een hoger snelheid gezet.
Als 3e stuurman ben je "standby " in en rond  het stuurhuis. Voor mij is dit ook allemaal nieuw,

Trossen worden opgeborgen en waarnodig nog wat sjorringen aangebracht aan de aan dek staande vaten smeerolie voor de machine kamer. En zodra dit is gebeurd worden de zeewachten vanaf dit moment  ingegaan. 
Drie stuurlieden, dus ook 3 verantwoordelijke mensen voor 2 x 3 wachten.
1e stuurman van 04,00 tot 08.00  en 16.00 tot 20.00 uur
2e stuurman van 00.00 tot 04.00  en 12.00 tot 16.00 uur.
3e stuurman van 08.00 tot 12.00  en 20.00 tot 24.00 uur.
De kapitein wordt geacht een "oogje in het zeil "te houden bij de verrichtingen van de 3e stuurman. Op de uren dat de 3e stuurman de wachtloopt wordt geacht dat de kapitein niet slaapt of een middagdutje doet.

Iedere stuurman heeft 3 dekbemanningsleden bij zich op wacht.
1 man aan het stuurwiel, 1 uitkijk en 1 man vrije torn. Iedere 80 minuten van functie wisselen.
Vrije torn moet zich beschikbaar houden voor eventuele werkzaamheden, zoals koffie zetten, het stuurhuis van koffie voorzien, de opkomende wacht porren, logstand aflezen en  meerdere voorkomende bezigheden.
Uitkijk is alleen nodig bij slecht zicht en van zonsondergang tot zonsopkomst. De uitkijk geeft aan wanneer hij iets ziet, door een of twee klingels op de scheepsbel, indien hij vooruit iets waarneemt aan Sb of BB.zijde.
Overdag zijn de wachtslui welke niet aan het roer staan, werkzaam aan dek onder leiding van de bootsman welke dagdienst draait.
In de machine kamer , ook wel "vetloods "genaamd zijn ook 4 personen werkzaam in het zelfde schema als de stuurlui.
In het ketelruim en bunkers een stoker en een tremmer en in de machine kamer een machinist en een olieman.

In Hoek van Holland gaat de rivierloods van boord. Een zeeloods nemen we niet aan boord en onder verantwoording van de kapitein stoomt het schip naar de open zee.
Zodra het schip de open ruimte heeft, worden de ankers vast gezet en wordt de machine kamer gewaarschuwd dat er niet meer gemanoeuvreerd behoeft te worden en vanaf de uiterton wordt de eerste koers uitgezet.
Onze bestemming is Casablanca. Drie schepen varen op deze lijndienst en elke week is er een afvaart.
De retour reis is via Londen en in het citrusfruit seizoen ook nog Duinkerken alvorens naar Londen te gaan.
Een van de schepen op deze route, het m.s, Elsenburgh, is door motorpech uitgevallen. Raparatie zal wel enige tijd in beslag nemen en wij zijn de remplacant.

Ondertussen is het mijn tijd om op wacht te gaan.
De kapitein is natuurlijk ook aanwezig en moet zien "wat voor vlees hij in de kuip heeft" met de nieuwe stuurman.
Hij heeft wel zelfstandig wachtgelopen op de kustvaart, maar nu is hij op een GHV schip en dat is niet te vergelijken met een kuster.
In begin was het wel wat wennen. Vaarde dit schip wel ? Je hoorde geen motoren geluid. En in het stuurhuis stond je zo hoog boven het dek !  Maar al gauw was je ook hieraan gewend en na enige tijd verdween de kapitein naar zijn hut, maar gaf mij wel de waarschuwing bij twijfel , hem meteen te waarschuwen.
Zelfs in zijn hut hield hij de boel in de gaten. Meerdere malen vroeg hij via de spreekbuis welke "klojo " aan het stuurwiel stond want hij hoorde regelmatig dat er aan het stuurwiel werd gedraaid.
Of hij kwam met het dringende verzoek niet zoveel met de roerganger te kletsen en beter op te letten.

Voor de aflossing van de wacht kwam hij nog even kijken, waarna ik de wacht overgaf aan de 2e stuurman en de kapitein met een gerust geweten van zijn nachtelijke rust te genieten. Na deze dag vol nieuwigheden ook mijn hut opgezocht om ook van een lange nachtrust hoopte te genieten. Deze luxe waren we niet gewend op de kustvaart, want daar liepen we wachten van vier uur op en vier  uur af.
De volgende morgen gewekt door de messroom bediende, waarna ik het ontbijt kreeg opgediend in de eetsalon.
We waren al een heel eind opgeschoten en waren in drukker vaarwater aangekomen. Ook nu weer toezicht van de kapitein., maar hij liet mij zelfstandig handelen bij  koerscorrecties en uitwijk handelingen.
Na een dag had hij het wel gezien en kwam alleen nog maar naar de stuurhut voor een praatje.
De familiaire omgang met de matrozen op je wacht werd niet op prijs gesteld. Alleen de nodige bevelen bij koerswijzigingen en vragen over de voorleggende koers. In het begin had ik het er moeilijk mee. Ik heb zelfs meegemaakt dat een neef van mij en later een vroegere kameraad waren ingedeeld in dezefde wacht als iken dan is het erg moeilijk om je mond te houden.

In de Golf van Biscaye en de Portugese Noord onstuimig weer. Wat mij was verteld over de 2e stuurman zie ik nu met eigen ogen.
De kerel is zo ziek als een hond van de zeeziekte. Iedere reis opnieuw is het raak. Hij is een gevaar tijdens zijn wacht.
Nu heeft hij geen grote bek tegen de matrozen, maar in de havens des te meer.
Ik heb eens een matroos tegen hem horen zeggen... Ik wou dat je op zee zo'n grote bek had, doelend op z'n zeeziekte.
De persoon is enige reizen later met maagklachten gestopt met varen.

Het varen op zich verschilt niet zoveel met de kustvaart, Je ziet alleen meer mensen aan dek en er zijn andere werkzaamheden.
Zo hoor tijdens je wacht enige malen een knarsend. piepend geluid. Als je een onderzoek in stelt waar het geluid vandaan komt blijkt dat de tremmer met een handlier de asemmer vanuit het ketelruim omhoog draait en de inhoud overboord kiept.
Dit zou tegenwoordig een grote zonde zijn , want wij zouden in grote maten de zee verontreinigen.
En natuurlijk de dagelijkse rondgang van de bootsman om over het gehele schip  peilingen te nemen of er water in de vullings van het ruim staan. en indien nodig de machine kamer gewaarschuwd kan worden om de vullingen leeg te pompen.

Ook moet ik er aan geloven om een echt  "bestek " te maken , door middel van een "zonnetje schieten." Had ik de voorgaande periode op de kustvaart niet eenmaal gedaan.  Daar waren de waarnemingen van Decca, vuurtorens , lichtschepen en boeien voldoende.
Toch blijken ook hier de mogelijkheden om een goed "gegist bestek "te maken in ruime maten voorhanden en de waarnemingen verricht door de observatie van hemellichamen laten geen grote verschillen zien, wat ook niet verwonderlijk is omdat er geen grote afstanden zijn waarop wij geen waarnemingen kunnen nemen van vuurtoren aan de wal of waarnemingen met de richtingzoeker.
Het is in ieder geval een goede oefening om deze waarnemingen regelmatig te oefenen en te vergelijken.

Gedurende de reis zien we regematig wat vissersschepen. Bij de NW punt van Spanje binnen de 100 vadenlijn wat Spaanse en Portugese trawlers, waar wij geen last van hebben, maar in de omgeving van de Burlings, een eilanden groep voor de Portugese kust is het wel degelijk oppassen geblazen om de kleine open vissersvaartuigen, welke in de duisternis met felle lampen de visserij beoefenen te ontwijken. Vaak zijn deze scheepjes op grote afstand van de kust bezig met de uitoefening van hun visserij.
Maar deze kleine gebeurtenissen geven de nodige afwisseling op de zeewacht.

Bij aankomst in Casablanca voor anker gegaan op de rede achter de strekdam.
Zeewacht blijf gehandhaaft voor de stuurlui, daar er meerdere schepen  voor anker liggen op de rede.
En het is dus uitkijken dat er geen ankers gaan krabben van ons zelf of van anderen en zo een aanvaring veroorzaken.

wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-04-2010, 18:20:41
Terugblik 13.

De motorbarkas van de haven authoriteit komt ons waarschuwen dat we in de late namiddag aan de kade kunnen komen om te gaan lossen.
Machine kamer wordt gewaarschuwd dat zij rond die tijd moeten zorgen dat de ketels op spanning zijn om te kunnen manoeuvreren.
Loods aan boord, anker op en verstoomd naar de haven.
Na te zijn gemeerd komen de bootwerkers aan boord. Ze zijn anders gekleed als ik ben gewend in de Europese havens. De meeste in hun lange " jurken " en een grote lap om hun hoofd gedraaid of sommige met een fez.
De voorman is een kleine , dikbuikige arabier, die deze haven arbeiders onder contract heeft. Luistert naar de naam Hassan.
De lossing neemt meteen een aanvang. In de ruimen waar eetbare en waarde vollere lading ligt wordt een wachtsman geplaatst  om stelen tegen te gaan. Of het veel zal helpen..... ?  Deze havenarbeiders zijn zeer gewiekst en vingervlug. Terwijl enkele arbeiders de wachtsman afleiden, slaat een ander zijn slag.
Gaan de zaken niet naar wens, dan is Hassan de man die orde op zaken stelt en eventueel een arbeider de laan uit stuurt. Maar je behoeft niet verwonderd te zijn als je in een volgende losploeg dezelfde man weer op je schip zag.
In de schaft en rust pauzes gaan de bootwerkers niet van boord. Hokken samen op het achterdek en drinken daar hun mint thee en eten daar hun meegebrachte eten.
Hun mintthee wordt door hen in een conservenblik klaargemaakt en verwarmd onder de stoomkraan in de midscheeps. Veelal rijkelijk voorzien van grote brokken suiker, welke zij van suiker conussen afbreken of stuk slaan.
Veelal waren deze suiker conussen met een gewicht van ca. 2 Kg. ook van diefstal afkomstig. De Franse suiker fabrieken fabriceerde
toen nog deze conussen en er was altijd wel een schip in de haven afkomstig uit een Franse haven , die deze lading aan het lossen was.
Marocco was toen nog een Franse kolonie. Veel anbtenaren en politie waren fransozen en de voertaal was Frans.
In het straatbeeld waren altijd wel de Legionairs van het Vreemdelingen Legioen te zien.
Het restant van het dagelijkse middagmaal was een willige aanvulling op het menu van de bootwerkers en het was vaak een komisch gezicht om deze mensen met hun handen de restjes uit een grote pan zaten op te peuzelen.
Tot dat een van de bemanningsleden het geknor van een varken liet horen. Geen der bootwerkers had dan nog animo om de etensresten uit de grote pan tot zich te nemen en met verwonderde blikken staarden zij in het rond, zich afvragend of zij nu wel zo diep waren gezonken om onrein voedsel te eten..
Meestal was er wel iemand in de buurt die met deze mensen medelijden had en snel een Boe geroep liet horen en twee handen met een uitgestrekte vinger naast zijn hoofd hield, hiermede een koe voorstellend, en ondertussen tegelijk naar het eten wijzend, ten teken dat dit eten niet in aanraking was geweest met een varken..
Deze bootwerkers waren geheel afhankelijk van voorman Hassan, die deze mensen een hongerloon uitbetaalde en zelf door de cargadoor dik werd betaald. Er werd zelfs verteld dat deze persoon zeer rijk was, mede door deze werkzaamheden.

Twee dagen zijn er nodig om het schip te lossen en te laden. Een gedeelte van de lading is voor Londen en een gedeelte voor Rotterdam.
Veel soorten granen in zakken worden geladen, maar ruim 3 wordt vol gestuwd met grote jute zakken met beenderen afkomstig van dieren. Een gedeelte gaat mee als deklast op het achterschip. Het is een smerige, stinkende lading , gelukkig was het in het najaar en niet meer zo warm. Anders had de vliegen overlast schrikbarend geweest.
Maar niet allen de deklast van beenderen veroorzaakt stank maar ook de rieten manden met levende schildpadden, een regelmatige terugkerend lading onderdeel met bestemming Londen.
Na zeeklaar te hebben gemaakt verhalen we naar de bunker pier om kolen te bunkeren. Met veel geraas worden de kolen boven de bunker luiken aan dek gestort, terwijl het middenschip in een kolenstof wolk wordt gehuld.
Zodra de bunkerkolen onderdeks zijn, vertrekken wij en zodra de loods op de rede van Casablanca van boord is gegaan worden de zeewachten weer ingesteld.
De bootsman verzorgd het ankerspil en daarna gaat hij met de man van de vrije torn de stofboel in de midscheeps proberen weg te spuiten zodat voorlopig de zwarte troep niet de hutten wordt binnen gebracht.
De volgende dag zal  de midscheeps wel een sopbeurt krijgen, zodat we met een schoon schip de thuisreis aanvangen.

De thuisreis verloopt voorspoedig. De deklast- en lading beenderen uit ruim 3 geven nogal wat problemen bij de Londense bootwerkers. Deze staan wereldwijd bekend als lastig en bij het minste argument wordt er door hen gestaakt. Ook nu wordt de werknemers bond er bij gehaald en met wat toezeggingen wordt er toch met lossen begonnen.
In Londen wordt er niet geladen en met het volgende tij kunnen wij weer vertrekken, richting Rotterdam.

Wij zullen voorlopig op de Casablanca dienst blijven varen, totdat de Elsenburgh uit de reparatie komt, maar dat kan nog wel enkele maanden duren.
Op maandag 24 december vertrekken we weer voor onze 3 weken durende reis naar Casablanca,
De brandstof voor deze reis wordt dit maal in Vlaardingen gebunkerd.
Iets nieuws en waarschijnlijk goedkoper. Wat zal worden gebunkerd is n.l. oliecokes.
Schijnt een rest product te zijn bij filtering procederens bij de olie industrie.  Stinkt naar olie en kleeft..
De machinisten verwachten er veel van. Stokers en tremmers evenzo. Minder stof , echter wel meer stank.
De oliecokes ligt in de openlucht opgeslagen op een stuk onverhard terrein.  Een kraan met grijper laadt de oliecokes en later tijdens de reis zal blijken dat de kraanmachinist niet zo precies tewerk is gegaan.
In ieder geval hebben wij het spul gebunkerd en kan de reis worden voortgezet, nadat we eerst de midscheeps hebben gezuiverd van omgerechtigheden. Van stof hebben wij dit maal niet veel last gehad.
Tijd om te soppen zal pas over 2 dagen worden gevonden, want de 2 volgende dagen zijn feestdagen en worden als zondag beschouwd en er zullen geen dek werkzaamheden worden uitgevoerd.

Buiten de Waterweg meteen al slecht weer. Stemming aan boord is al niet al te best en het slingerende en stampende schip helpen echt niet mee om de stemming te verhogen.
Kerstmis op zee.
Je wilde toch varen !
Navigare necesse est !     Varen is noodzaak !
Dan ook geen gezeur en trouwens je bent niet de enige.
Meerdere schepen zullen voor de Kerstdagen de havens verlaten.
Een schip in een haven kost geld, een schip op zee verdient geld !

Niet zo lang er na dat wij de uiterton zijn gepasserd moet ik op wacht. De wachtslui zijn ook niet in een allerbeste stemming.
Door her slechte weer staat de uitkijk bij mij op de vleugel van het stuurhuisi.p.v. op het voorschip. Af en toe wegduikend voor overkomend buis water.
In het ketelruim zijn de stokers en de tremmers ook niet zo luidruchtig als normaal, of lijkt dat maar zo nu de luchtkokers met de opening van de wind af zijn gedraaid.
Om middernacht wordt ik afgelost door een doodzieke 2e stuurman. Vrolijk kerstmis behoef ik hem niet te wensen.
Misschien denkt hij weleens..... Moeder, leer mij nog eens lopen !

De volgende morgen kom ik om 8 uur weer op wacht.  Nog steeds ZW storm en veel snelheid maken we niet. Tijdens mijn wacht  veranderd de stroom richting en varen nu met de getij stroom mee. Nog voor ik van wacht af ga , passeren we Beachy Head.
Als ik 's-avonds weer op wacht komt zijn wij nog steeds op de hoogte van Beachy Head.

wordt vervolgd






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-04-2010, 18:22:19
Terugblik 14

Tijdens de maaltijden hoor ik het geklag van de machinisten. De gebunkerde oliecokes is ook niet het ware. Tremmers en stokers hebben hier van last bij hevig slingeren en stampend schip, door de gladheid op de stookplaat veroorzaakt door de oliecokes.
Langzaam vorderen wij in het Kanaal, na Quessant een meer zuidelijke koers maar veel maakt het niet uit , want het weer blijft slecht.
Het is in dezelfde periode dat de Flying Enterprice met zware slagzij door haar bemanning werd verlaten.
Nog voor kaap Villano is het weer zo slecht dat we gaan liggen "steken ".
Vanuit de machine kamer komen steeds slechtere berichten.
Het is moeilijk om stoom te houden, daar de roosters van de stoomketels dicht branden.
Twee tremmers zijn door ziekte of oververmoeidheid uitgevallen.
Van het dekpersoneel  wordt assistentie gevraagd.
Samen met de 3e machinist heb ik nog een gedeelte van een wacht als tremmer op de stookplaat assistentie verleend.
De vermoedelijke oorzaak is dat de kraanmachinist bij het bunkeren teveel aan de belangen van zijn baas heeft gedacht en bij het bunkeren niet alleen oliecokes maar ook zand van de ondergrond heeft opgeschept. En dat zand is hret probleen, want hierdoor branden de roosters dicht.
Regelmatig moeten de roosters worden schoongemaakt, hetgeen ten koste gaat van de stoomspanning en de snelheid van het schip.
Door het meegeschepte zand is ook de bunker voorraad kleiner als gedacht. Het slechte weer heeft de zeereis ook enkele dagen verlengd en heeft extra brandstof gekost.
Halen wij Casablanca met deze hoeveelheid bunkers en waar zouden wij dan kunnen bunkeren ?
Oporto, Lissabon en Cadix liggen nog op onze route, dus mogelijkheden genoeg.
Gelukkig knapt het weer wat op en wordt onze snelheid ook iets beter en kunnen aan de hand van deze snelheid berekenen wanneer wij in Casablanca denken aan te komen.
De 1e machinist duikt de bunkers in en schat de hoeveelheid brandstof.
Hoeveelheid bunkers en de nog af te leggen afstand leren ons dat wij zonder problemen Casablanca kunnen halen en niet zijdelings behoeven uit te wijken naar Lissabon of Cadix.

Aangekomen in Casablanca, gaan wij alvotrens te gaan lossen eerst naar de bunker pier om echte kolen te bunkeren en nu zijn we weer eens blij dat er kolengruis onder onze schoen knarst als wij over het dek lopen en voorlopig verlost zijn van de oliecokes.

De door de machinist verzamelde bunker monsters, zal bij thuiskomst nog wel een punt van discussie worden tussen de scheepvaart -maatschappij en bunkermaatschappij.
Bij een der volgende reizen geef ik de wal kapitein te kennen dat ik rond september naar school wil gaan om op te gaan voor het diloma S2.
Rederij is accoord en zal hiermee rekening houden.
Onze 2e stuurman besluit om met varen te stoppen. De maatschappij vraagt voor mij dispensatie aan om als 2e stuurman te gaan varen. i,p,v. de afgemonsterde stuurman.
Dispensatie wordt verleent en de periode die nog rest tot aan mijn studie periode vaar ik als 2e stuurman op de Sandenburgh en na mijn studie zou ik het schip niet weer terug zien als varend schip, maar lag zij troosteloos "opgelegd "in de Waalhaven.
De gage die ik toen verdiende als 2e stuurman GHV met dispensatie was 249 gulden per maand.
De bootsman had toentertijd een gage van 248 gulden in de maand.

wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 21-04-2010, 10:47:14
hier de Elzeburgh


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-04-2010, 12:16:35
Rinus,
Deze Elsenburgh heb ik niet gekend.
De Elsenburgh welke ik kende was wel hetzelfde schip, maar uitgerust met motoren en witgeschiderd.
Maar toch dank voor de "illustratie "
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 22-04-2010, 11:51:21
Hier na de verbouwing in 1952


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: lois op 24-04-2010, 19:29:45
ik volg je verhalen met veel bewondering,echte nostalgie. Ik heb zelf 47 jaar gevaren,meest visserij,ookwel kustvaart,ik zit te genieten van je verhalen...Schijft er een boek over.
piet spaans.Alkmaar


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-04-2010, 19:17:56
Terugblik 15

Als ik in het najaar voldoende verlof heb opgespaard, laat ik mij inschrijven voor de cursus  S. 2
Ook dit maal weer op Scheveningen. Waarom ook ergens anders als het op Scheveningen ook kan.
Ook dit maal zijn mijn klasgenoten mij onbekend en ook  zijn er geen ex. klasgenoten. Het is een mengelmoes ex stuurlui, afkomstig van alle maatschappijen der Nederlanse koopvaardij.
Er is één Scheveninger bij, genaamd Jan Toet en hij had als 3e stuurman bij de Halcyon lijn.gevaren . Zijn vader had een drankwinkel in de  Renbaanstraat.  Wij hebben deze studie periode vaak samen gestudeerd.

Dit maal mogen wij het S2 examen in 2 gedeelten afleggen. Je zou dus tussen door eventueel weer kunnen gaan varen.
Ik ben van plan beide gedeelten na elkaar te doen en tussen door niet te gaan varen, mits de studie resultaten mij hiertoe niet zullen  verplichten.
Deel 1 van het examen is in hoofdzaak Zeevaartkunde en bestaat uit 14 vakken, deel 2 bestaat uit Zeemanschap en heeft  8 vakken.
Ik wil ook tijdens dit studieverlof mij gaan trouwen en tussen de lessen door schaffen wij de nodige spullen aan en richten "ons
huis "in. 
"Ons huis " bestaat uit 2 kamers bij mijn schoonouders op een bovenwoning in de Menninckstraat.
Ook toen was er nog woningnood en ik zou nog 5 jaar moeten wachten eer mij een woning werd toegewezen en dat dan nog in een nieuwbouw wijk in Den Haag.
In januari 1953 huw ik en kan zo nog enige maanden van de huwelijkse staat genieten tijdens mijn studie periode.
Drie weken later zal ik haar alleen achter laten, als ik met een groep Scheveningse vissers mee gaat, om onze hulp aan te bieden in de ondergelopen gebieden in Zeeland en de Zuidhollandse eilanden ten tijde van de Watersnood.
Veel hebben wij echter niet kunnen doen, daar de coordinatie bij de hulpverlening zeer gebrekkig was en wij na enkele dagen zijn tereug gekeerd.

In juni van dat jaar behaal ik ook het S2 diploma. Nu maar weer gauw gaan varen en geld verdienen voor het gezin..
Een schip is er voor mij nog niet en ik ga wachtlopen op de opgelegde Sandenburgh in de Waalhaven.
Zij is niet het enige schip wat is opgelegd. De Sandenburgh ligt langszij een Shell tanker en beide schepen zijn te ouderwets om nog mee te kunnen spelen in de huidige scheepvaart,
Maar al vrij snel is er voor mij een plaats op één van de nieuwe schepen van de maatschappij.
Dit maal is het de Domburgh, varend op de lijndienst Rotterdam- Casablanca.  Zusterschip van de Vrijburgh.

Nu zijn er 4 schepen in het Muller verband, die ander zijn  als de rest. nl. wit van kleur met blauwe bies i.p.v. de normale zwarte kleur met gele bies.
De andere twee zijn de Wickenburgh en Elsenburgh, oudere Duitse schepen, welke na de oorlog als herstel betaling zijn toegewezen aan de firma.
Met de Batavier 1 en 3, twee nieuwbouw kusters, varen deze 6 schepen afwisselend tussen Bordeaux -Casablanca ,  Rotterdam  -Casablanca en Rotterdam - Londen.

De mooiste dienst was die van Rotterdam - Londen. Dinsdagavond vertrek van uit Rottersdam en vrijdag morgen weer voor de wal in Rotterdam. Iedere week een weekend thuis.  Maar de zelfde dienst kon ook wel eens wat "zwaarder "worden als er 2 x per week moest worden gevaren.  Maandagavond vertrek uit Rotterdam en donderdags in de loop van de dag. Vaak was het de moeite niet om naar huis te gaan. Lading voor Londen met geslachte baconvarkens in het koelruim en de lading op de retourreis nieuwe auto's in het tussen dek. In Londen meestal hetzelfde tij aankomen en weer vertrekken.
Domburgh en Vrijburgh zijn uitgerust met een vries en koelinstallatie. In het najaar worden veel "primeurs "  ( sinaasappels en clementines ) in de koelruimen naar Duinkerken verscheept.
Op de Bordeaux -Casablanca dienst is het vriesruim  regelmatig in gebruik voor het vervoer van diep gevroren vis vanuit Marocco. Sardines vanaf Safi en tonijn vanaf Agadir.
Meestal bestemd voor de havens Bayonne en la Trinité sur Mer.

Na verloop van tijd heb ik op al deze schepen dienst gedaan, dan weer op de kustvaart en dan weer eens op de GHV.
Op de beide Bataviers 1 en 3 is het prettig varen. Mooie , sterke schepen en een prachtige accomodatie,
Het enige nadeel is dat er op zee meer wachten moeten worden gelopen, maar dat vertaald zich weer in "tijd voor tijd " voor verlof of studie doeleinden.
De Domburgh en Vrijburgh zijn ook ideale schepen om op te varen. Goede accomodatie. Goede "lopers ", maar wel echte slingerbakken.
Midscheeps de verblijfplaats van de gezagvoerder en een beperkte passagiers accomodatie.
Verder de eetsalon en pantry voor passagiers, kapitein, 1e machinist en 1e stuurman.
Passagiers varen is soms leuk, maar het nadeel om in de salon te eten is dat je elke maaltijd pontificaal gekleed moet zijn.
Gelukkig is dit nog niet mijn probleem en kan ik van de officiers meesroom gebruiken voor de maaltijden.
De Wickenburgh en Elsenburgh hebben dezelfde faciliteiten, maar zijn nog vooroorlogse schepen qua huisvesting van de dekbemanning en machine kamer personeel.
Op de schepen zonder passagiers accomodatie is het regiem wat vrijer.
Je zou kunnen denken dat de verzorging van de inwendige mens door de aanwezige kok op schepen met een beperkte passagiers accomodatie voor iedereen hetzelfde zou zijn. Dit is echter niet waar. Heel vaak waren er klachten van de bemanning dat de warme maaltijden "niet te pruimen " waren en bij klachten door de bemanning bij de gezagvoerder kon deze nooit begrijpen dat er klachten waren , daar hij met de hoofdofficieren en passagiers heerlijk had gegeten.
De Casablanca diensten zijn voorspelbaar. Weinig spannende zaken. Soms een enkel haven extra aandoen aan de kust, zoals Fedala en Kenitra, Safi of Agadir.
Wat nooit voorspelbaar was, is de mentaliteit van de Engelse haven arbeider.
Elke keer hadden zij wel een argument om extra betaling of versterking van het arbeids potentieel van de losploeg te verhogen.
En hoevele malen is het niet gebeurd dat een schip het weekend in Londen is blijven liggen met nog enkele collies lading aan boord.
Na tien minuten langer werken zou het schip gelost zijn geweest en zou de bemanning de volgende dag een groot gedeelte van het weekend thuis hebben kunnen doorbrengen.
Een fles genever of een krat bier zou in deze omstandigheid  al een uitkomst hebben kunnen brengen.
Velen zullen dat hebben gezien als "zwichten " voor het bootwerkers regime., maar  de kosten van een fles genever of krat bier uit de scheeps "bonded stores "  á raison van een paar guldens, zou niet hebben opgewogen bij de kosten van haven- en  liggelden en de nodige personeelskosten en dan nog afgezien van de stemming onder de teleurgestelde bemanning.

Zelf heb ik het meegemaakt, dat wij met de Wickenburgh in dichte mist, opvarend naar Londen op de Thames in aanvaring kwamen met een Zweeds tanker. Een gedeelte van de boeg boven de waterlijn aan BB zijde, was zwaar beschadigd.
Dat er geen slachtoffers waren, heeft iedereen verwonderd, want de aanvaring veroorzaakte de grootste schade aan de verblijfplaats van de matrozen., welke hun logies hadden aan BB zijde onder de "bak " van het schip.
Ons schip kon de reis vervolgen.
De zweedse tanker eveneens.
Wij mochten echter na lossing  niet onze reis naar Rotterdam voortzetten en moesten de reparaties laten uitvoeren op een engelse scheepswerf.
Deze reparatie zou pas plaats vinden na het  weekend, het schip werd echter wel verhaald naar deze werf in de buurt van Gravesend.
Toevallig was het een Paasweekend. en normaliter zouden wij op vrijdag voor de Paasdagen in Rotterdam zijn terug gekeerd van onze rondreis.
Grote teleurstelling onder de bemanning en officieren.
Tot ieders verbazing mocht een groot deel van de bemanning met verlof naar huis.
De Batavier 2 onderhield toen nog een paasagiers lijndienst tussen Rotterdam en Londen.
Vertrek van uit Rotterdam woensdagavond . Aankomst Londen donderdag morgen.
Vertrek van uit London zaterdagavond.        Aankomst Rotterdam zondag morgen.
De bemanning die niet noodzakelijk was mocht met de Batavier 2 mee naar Rotterdam om na het weekend met de Batavier 2 weer naar Londen terug te komen.
Natuurlijk zijn er dan altijd wel vrijwilligers die zich op willen offeren en geen bindingen hebbem voor dit lange weekend. Ik had graag naar huis gewild, echter 1e stuurman gaat...... !
DE 3e stuurman is te onervaren, dus mag ook gaan.....! 
En ik ben de "pineut ".
En dit zelfde gebeurd bij elke groep bemanningleden en zo blijven wij de paasdagen met een kleine groep aan boord.
Gelukkig geeft de maatschappij wel bericht door aan het thuisfront dat een bepaald aantal bemanningsleden noodzakelijk in Londen moet blijven en pas na de reparatie met het schip naar huis komen.

wordt vervolgd.












Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-04-2010, 19:16:19
Terugblik 16

Na de oplegging van de Sandenburgh zijn er nog steeds twee stoomschepen in de vaart bij Muller.
De al eerder genoemde Batavier 2 is hier één van en is dan ook de meest bekende door zijn passagiersdienst op Londen.
Het schip was een "oliestoker " i.p.v. kolen, wat voor de bemanning wel goed uit kwam i.v.m sopwerkzaamheden na bunkeren en het schip schoonhouden van het kolengruis.
Op dit schip werden zoveel mogelijk de tijden van afvaart en aankomst gerespecteerd.
Woensdagavond om prompt 19.00 uur vertrek, wanneer soms de laadkranen de laatste paletten met kisten sla en komkommers nog aan boord zetten.
En 's- zondags om stipt 08.00 uur weer aan te meren op de kop van de Jobshaven. Zag het er naar uit dat je te vroeg aan zou komen, dan werd de machine tijdens de vaart op de Waterweg op langzaam gezet.
Ik heb zelf nog enkele reizen op de Batavier 2 gevaren. Het regiem was er compleet anders dan op de andere lijn schepen.
De gezagvoerder was een""grootvorst", bootsman was een belangrijk persoon en matrozen waren allemaal brave jongens en op het "zwarte koor " viel ook zelfs niets aan te merken.
Wie eenmaal op de Batavier 2 voer, wilde daar ook blijven. Elke zondag in de loop van de morgen thuis en op woensdagavond pas weer vertrekken.
Het aantal passagiersliep gestaag terug.  Er waren genoeg concurenten, welke het merendeel van de passagiers vanaf Hoek van Holland vervoerden.
En het schip was al "ver uit de tijd" ofschoon het interieur van salon en hutten goed werd bijgehouden, maar ouderwets aan deed.
Een eveneens belangrijk persoon was de hofmeester, echter niet met gouden, maar met zilveren strepen op de mouwen van zijn uniform. Deze persoon stelde het erg op prijs als je hem met "mijnheer" aansprak.
Op dit schip kon je als passagier bij het ontbijt gebakken aardappels geserveerd krijgen.
De in Rotterdam aan boord gekomen passagiers werden in Gravesend ontscheept, waarna het schip zijn reis vervolgde naar Londen en waar zij meerde aan de kade tussen Towerbridge en Londen bridge, op een steenworpafstand van de Tower.

Het andere schip was de Cronenburgh. Zij was ook een oorspronkelijk Duits schip.
In het begin van haar Muller periode heeft zij veel op Finland gevaren, later in de ertsvaart op Spanje.
Lossen in Rotterdam of IJmuiden. Geladen werd in Portugalete bij Bilbao of in Castro Urdeales.
Voor de meeste van het Muller personeel was zij een onbekend schip, daar zij nooit loste aan de kaden waar de overige schepen werden gelost en geladen.
En op zee ben ik haar ook nooit tegen gekomen, Met de meeste Muller schepen was er onderling contact via de radio telefonie, maar zij had telegrafie aanboord en daar werd zelden naar geluisterd.
Een maal heb ik als wachtstuurman op de Cronenburgh dienst gedaan, tijdens lossing op de boeien in de Waalhaven.
Kort hierna is zij verkocht.

De ertsvaart blijft echter wel bestaan.
Twee andere schepen worden aangekocht. Beide schepen zijn van een type, welke in de oorlog in Engeland in massa productie werden gemaakt. Zij krijgen de namen Iberia en Hispania. Beide schepen werden voorlopig ingezet voor de ertsvaart vanaf Spanje.
De laatste periode alvorens aan mijn S1 studie te gaan beginnen heb ik als 2e stuurman op de Iberia gevaren.
Het was tot nu toe het grootste schip waar ik op gevaren had.  Beide schepen zijn stoomschepen, geen kolen maar oliestokers.
Het ketelruim en machine kamer in de midscheeps en voor en achter de midscheeps 2 laadruimen.
Schip is sober uitgerust, maar dat is niet te verwonderen als zij in een record tempo is gebouwd in een periode dat er in Engeland grote schaarste was aan allerlei producten.
Voor het eerst maken we mee dat er een radio officier ( marconist ) aan boord is. Schepen boven een bepaalde tonnenmaat waren uitgerust met een radio telegrafie installatie. De kleinere schepen mochten gebruik maken van radio telefonie. Voor de bediening van de radio telefonie installatie was ook een diploma verplicht, anders mocht de installatie niet worden gebruikt. Hiervoor had ik dan ook in 1954 het Beperkt Certificaat van bekwaamheid als radiotelefonist gehaald.

Erts laden in Portugalete was geen probleem.
Portugalete is gelegen aan de rivier stroomopwaarts naar Bilbao, halverwege de riviermonding en Bilbao.
Het schip gemeerd langs een kade met een stort installatie. Tijdens het beladen het schip voor- of achteruit "verhalen "om in alle ruimen erts te kunnen laden. Meestal was het beladen in 1 dag geschiedt en kon het schip weer vertrekken. De ertsmijn was daar ter plaatse.

Het ertsladen in Castro Urdeales was wel iets moeilijker en was alleen mogelijk bij prachtig weer en geen deining.
Het schip lag niet aan een kade, maar in de open zee op een paar boeien geneerd enkele tientallen meters uit de steile rotswal.
Vanuit de vaste wal hing dan de losinstallatie boven het schip.
In feite laadde we niet in Castro Urdeales, maar ongeveer 4 mijl naar het oosten. Castro Urdeales was een leuke badplaats en de promenade lag er beschut en beschermd voor golven en deining door de lange havendam.
Tevens had deze haven een kleine vissersvloot, In het voorjaar vissend op ansjovis en later op tonijn.
De kleinere scheepjes met 1 of 2 bemanningsleden viste met lijnen op zeeduivel.

Meestal lagen wij achter de havendam voor anker te wachten tot dat we het sein kregen om te gaan laden. Een loods bracht ons naar de laadplaats vergezeld van een motorsloep, welke assisteerde bij het meren op de boeien.
Deze mering op de boeien moest met de grootste voorzichtigheid geschieden, want de rotskust was maar akelig dicht bij.
Hetzelfde gold voor het vertrek.
Tijdens de belading moest er enkele malen worden verhaald, om de lading gelijkmatig over de ruimen verdeeld te krijgen.
De loods , motorsloep en de machine kamer en ketelruim waren de gehele laadtijd standby", want zodra er enige deining of wind zich liet merken, kon door de loods het sein worden gegeven om de belading te stoppen en de ankerplaats achter de havendam van Castro Urdeales op te zoeken.
Niet vaak heb ik het meegemaakt dat wij de belading hebben moeten afbreken.
Maar één maal was het wel raak en met een voor het schip slechte afloop.
In de namiddag, halverwege de belading, komt het sein om meteen te vertrekken. De waarschuwing is geldig voor toenemende deining. De ontmering van de boeien verloopt op het voorschip feilloos, maar de ontkoppeling van de meertros op de achterboei kost de nodige tijd. Voor dat de achter tros is scheepgehaald  en de machine bruikbaar was, is het schip wat afgedreven en stoot met het roer op een onderwater opstakel.
Al heel snel is in het stuurhuis merkbaar dat het roer heel slecht of bijna niet reageerd en onbruikbaar is.
Toch hebben we zonder verdere strubbelingen voor anker kunnen gaan achter de havendam van Castro Urdeales.
De volgende dag met assistentie van een sleepboot naar  Algarte  gesleept en daar gedokt.
Hier werd geconstateerd dat het roer uit de taatspot was gelicht. Het roer weer terug geplaatst, uitgedokt en op eigen kracht weer terug naar Castro Urdeales en de volgende dag de belading voltooid en de terugreis aanvaard naar Rotterdam.

Dat het op de noordkust van Spanje kan "spoken " , maakten we enkele reizen later mee.
In slecht weer aangekomen op de rede van Castro Urdeales.
Weer te slecht om met een leeg schip het slechte weer op zee af te wachten en besluiten om achter de havendam te ankeren.
Weerbericht nog verslechterend en uit voorzorg proberen wij om beide ankers te presenteren, zodat het ledige schip niet te veel achter één anker zou liggen "gieren."
Bij het presenteren van het 2e anker wordt het schip door de uitschietende wind gepakt , met het gevolg dat de BB ankerketting breekt. Anker en 30 vaden ketting op de bodem van de baai.
Het is onverantwoord om anker op te gaan en met het ledige schip de zee op te stomen.
Om het "gieren "achter het SB anker zoveel mogelijk te beperken, wordt geprobeerd vanaf het achterschip een staaldraad naar de wal te brengen en met behulp van deze meertros het schip in een bepaalde richting te laten liggen en het "gieren " trachten te voorkomen.
Om deze tros naar de wal over te brengen is manoeuvreren met het schip noodzakelijk
Deze manoeuvre mislukt, met het gevolg dat deze meertros in de schroef draait en wij nu geheel onmanoeuvreerbaar zijn.
Nog geprobeerd de tros uit de schroef te krijgen. Ballast tanks achter leeg gepompt en voor extra vol gepompt., zodat de schroef boven water zou uitkomen.
Met veel kunst en vliegwerk ben ik op de schroef geklommen, maar nu konden we constateren dat wij met eigen middelen hier niets aan konden doen. De stalen tros zat enkele slagen om de bladen van de schroef en een gedeelte zat rond de schroefas en de trossen beschermkap.
Gelukkig verbeterde het weer in de loop van de nacht , maar tijdens de wachten was het wel spannend of het anker niet zou gaan krabben.

De volgende morgen heeft een duiker op de boden van de baai het anker met ketting gevonden en met behulp van een neergelaten meertros is de ketting en anker weer aan boord gebracht en voor gebruik weer gereed gemaakt.
Met behulp van een kleine sloep, hebben enkele andere bergingslui met een snijbrander de beschermkap rond de schroefas verwijderd en de schroef vrij gemaakt van de meertros.

Na een spannende nacht  bij een temperatuur van min 3 graden en af en toe wat sneeuwval toch de volgende dag weer een zeevaardig schip.
We konden nu de reis weer voortzetten.


wordt vervolgd.















Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 29-04-2010, 01:11:24
Domburgh


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 29-04-2010, 02:03:52
Hispania


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ex visserman op 29-04-2010, 14:24:02
goeie middag jan en rinus,jan,heel erg bedankt voor de foto s van de domburgh,op deze heb ik inderdaad korte tijd gevaren,ik ben er hartstikke blij mee,heel erg vriendelijk bedankt,ik heb ze gelijk opgeslagen,en rinus ook bedankt voor het reageren en verder gaan we weer door met het genieten van cor met z n herinneringen,nogmaals bedankt en de groetjes,   jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-05-2010, 13:23:47
J.H. en ex Visserman,

Bedankt voor reacties.

Ik vraag me af of ze voor de Domburgh als container schip geen ander schip hadden kunnen bouwen.

Hele midden en achterschip is veranderd. Ruimen verhoogd.
Ik vraag me af of de tussendekken nog zijn blijven bestaan.

Ik heb nooit geweten dat de Domburgh  was omgebouwd.

Zal wel te maken hebben dat ik na mijn vaar periode te ver van Scheveningen ben komen wonen en daar geen ex zeelui tegen kom of spreek.

Foto van Hispania is prachtig.  Kan je goed zien hoe hoog deze schepen op het water lagen , a;s zij in ballast voeren.
De schroef slaat gedeeltelijk nog boven water.

Tot spoesig, was even afwezig
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-05-2010, 15:08:04
In de voorgaande "terugblik " is een storende fout geslopen,m.b.t. de Batavier 2.
In mijn enthousiasme met het schrijven heb ik Gravesend genoemd als plaats waar de passagiers naar Londen werden ontscheept.
Dit moet echter Tilbury zijn. Vanaf deze plaats hadden de passagiers een spoorverbinding naar Londen en vandaar weer verbindingen door geheel Engeland.

In voorgaande reactie staan 2 schrijffouten. 
In de zin  dat ik daar geen ex zeelui tegen komt en spreekt.

         komt en spreekt moet zonder t.   ( de ik vorm  zonder T   )


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 03-05-2010, 15:41:32
schrijffout is verholpen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 04-05-2010, 09:14:52
even de 2 schepen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 04-05-2010, 09:16:17
en dit hoort er natuurlijk ook bij


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-05-2010, 11:52:17
Rinus,
Deze gegevens zeker over genomen uit het boekwerk

Nieuwe Schepen
uitgave Amstleven 1954

Dasr staat ook een mooie tekening in van de Vrijburgh en de reeds door mij eerder genoemde logger Ym. 74  Martha

Bedankt en groeten
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 04-05-2010, 11:54:57
Rinus,
Deze gegevens zeker over genomen uit het boekwerk

Nieuwe Schepen
uitgave Amstleven 1954

Dasr staat ook een mooie tekening in van de Vrijburgh en de reeds door mij eerder genoemde logger Ym. 74  Martha

Bedankt en groeten
Cor


ik heb niets uit dat boek  overgenomen heb het ook niet
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 04-05-2010, 15:53:40
Het boek 'Nieuwe Schepen' is in 1954 uitgegeven door Amstleven ter financiering van de mrv Christiaen Huygens (http://dorusrijkers.nl/reddingboten/rb.php?rb_nr=29) voor Den Helder.
Eerder (1939) had Amstleven het boek 'Schepen' uitgegeven ter financiering van de msrb Johan de Witt (http://dorusrijkers.nl/reddingboten/rb.php?rb_nr=14).

Hieronder de beide genoemde tekeningen van de bekende tekenaar D. Monsma uit het boek 'Nieuwe Schepen'.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-05-2010, 17:35:59
Wybe, Hartelijk dank.
Deel 1 ben ik in de loop der jaren kwijt geraakt.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-05-2010, 17:36:30
Terugblik 17

Tijdens het schrijven komen er steeds meer herinneringen boven van gebeurtenissen tijdens de reizen.
Zo had ik al verteld dat in het voorjaar op de noordkust van Spanje de visserij op ansjovis van start ging.
Als er in het zeegebied rond Castro Urdeales ansjovis werd gevangen, werd deze ansjovis vers in Castro Urdeales aangevoerd.
Meerdere malen hadden wij onder de bemanning ook Scheveningers en net als ik wilde zij wel eens proberen of de grotere ansjovis ook als een soort nieuwe haring bruikbaar was voor consumptie.
Voor een pakje cigaretten was er altijd wet een maal ansjovis te bemachtigen op een van de vissersvaartuigen,
Kaken van de ansjovis viel over het algemeen niet mee i.v.m de afmetingen en dus dan maar ongekaakt licht gezouten.
Na enkele uren in het zout te hebben gelegen de visjes schoon gemaakt en bij een flesje bier verorbert.
Het was wel geen Hollandse Nieuwe, maar we hadden toch iets hartig bij ons drankje en gelukkig ook niet zo zout zoals de Spaanse bevolking de ansjovis nuttigt na verwerking in de fabrieken en na te zijn ingeblikt.

Zo herinner ik me ook nog. dat we op de Domburgh of Vrijburgh eens een reis met Friesche stamboek koeien hebben gemaakt.
Dit stamboek vee werd geladen in Rotterdam met bestemming Casablanca..
Het tussendek van ruim 2 was hier voor ingericht, nadat het onderruim met stukgoed was beladen.
Ik meen dat het om zo'n 40 ä 50 beesten ging en natuurlijk het nodige voer, stro en hooi voor onderweg.
Al deze beesten waren drachtig en voorzien van een certificaat dat zij gedurende de reis niet zouden kalveren.
De verzorging van de beesten was in handen van een verzorger, maar bij het reinigen van de geimproviseerde stallen werd door de bemanning geholpen en het stro en uitwerpselen werden zonder pardon overboord gezet.
Trouwens alles wat aan boord overbodig was, werd over boord gezet. In tegenstelling van tegenwoordig, waar geen vuil meer overboord mag worden gezet. Of er altijd de hand aan wordt gehouden is een tweede, gezien de rommel , die wordtr terug gevonden langs de vloedlijn.
Het is wel een vreemde gewaarwording als je 's-nachts onder je wacht, midden op zee , een koe hoort loeien.
Een koe , al is zij als stamboek geklasserd, kan niet lezen wat er op het certificaat staat wat onder haar naam is uitgegeven.
Onder de reis is het 2 maal gebeurd dat een der koeien moest "kalveren " en dat gebeurde beide malen tijdens mijn wacht..
De verzorger kwam in het stuurhuis vragen of een van de bemanningsleden van de wacht hem kon helpen bij de opkomst zijnde geboorte, aangezien hij verwachtte dat de geboorte niet geheel volgens de verwachting zou verlopen.
Eén man was geen probleem, want iedere wacht had 3 matrozen. 1 aan het roer, 1 uitkijk en 1 vrije torn, welke elkaar afwisselden om de 80 minuten.
De vrije torn kon wel helpen, maar dan moesten de 2 overige met elkaar wisselen op uitkijk of aan het roer.
Maar ook bij de koeien liep niet alles zoals het hoorde en was er een 2e man nodig bij de bevalling, zodat er een korte tijd zonder uitkijk is gevaren. Gelukkig was er weinig scheepvaart en een heldere nacht.
Maar nood breekt wetten., ook op zee
In beide gavallen is de bevalling goed verlopen en kon in Casablanca het vee en 2 kalveren worden gelost.
De bemanning kon op biest worden getracteerd en profiteerde enkele dagen van verse melk.
De lossing van het vee geschiedde onder grote belangstelling en de 2 kalfjes waren de blikvangers van het publiek en de bootwerkers.
Na lossing  werd het tussendek gereinigd en het afval afgevoerd naar de wal.
Het aan dek houden van deze stinkende substantie om het later op zee te dumpen, zou in de warmte voor veel ongemak hebben gezorgd en zeker niet aangenaam zijn geweest voor de aanboord zijnde passagiers en bemanning.

Tot het najaar 1956 op de Iberia gevaren. 
Steeds Rotterdam- Spaanse Noordkust.
Castro Urdeales, Portugalete en af en toe Vigo.
In Portugalete en Vigo was er geen wachttijd en kon meteen met laden worden begonnen en het vertrek was dan ook nog dezelfde dag.
In Castro Urdeales was de belading afhankelijk van het weer en duurde het meestal wel wat langer, vooral in het najaar en winter.
De lossing in Rotterdam was meestal op de boeien in de Waalhaven en nam ook nooit langer als een dag in beslag.
In de ertsvaart behoef je niet zo op de lading te letten. en is het niet nodig een stuwplan te maken.
Wel moet je zorgen dat de lading goed over alle ruimen wordt verdeeld.en dat je de benodigde hoeveelheid erts hebt geladen.
Het aflezen van de diepgang voor en achter was in de havens geen probleem, maar in volle zee zoals in Castro Urdeales moest er vaak worden gegist wat de diepgang in werkelijkheid was, omdat het schip altijd wel licht slingerde, veroorzaakt door zelfs de minste zeegang of deining.
Vaak zal het zijn voorgekomen dat er teveel was geladen en moest de reis toch worden vervolgd, want een gedeelte van de lading uit het schip halen was niet mogelijk.

Na lossing van het erts moesten de ruimen grondig worden geinspecteerd voordat de losploeg met voorman van boord gingen.
De grijpers van de loskranen konden nog al eens wat schade veroorzaken aan de buikdenning, spanten en luikhoofden.
Deze schade moest worden gerepareerd door de instantie welke het schip loste.
Zolang de losploeg aan boord was, kon op de veroorzaakte schade worden gewezen. Zodra zij van het schip af waren, wisten zij nergens meer van en was volgens hen, de schade op voorgaande reizen veroorzaakt.
Na laden en lossen moest het dek en bovenbouw van het schip steeds weer grondig worden gereinigd,
Daar er de volgende reis toch weer erts moest worden geladen, was het schoonmaken van de ruimen niet nodig.
Het enige bezwaar van de ertsvaart was dat meestal de uitreis zonder lading was en het schip in ballast op zee meer last had van slecht weer dan een beladen schip.
De door J.H. geplaatste foto van de Hispania laat dit duidelijk zien. Het schip vaart op de foto in ballast en het opspattend schroefwater is duidelijk te zien, hetwelk veroorzaakt wordt door de schroef welke niet geheel is ondergedompeld.
Hoe meer zeegang, hoe meer de schroef boven water komt en soms geheel in de lucht rond draait.
Dit tot groot verdriet van het machine kamer personeel, daar de schroef als zij in de lucht ronddraait geen weerstand ondervindt en met een veel grotere snelheid ronddraait als goed zou zijn.
Hetgeen weer door het machine kamer personeel moet worden gecorrigeerd en wat zich later vertaalt in de afgelegde weg en de gevaren snelheid.

Het nadeel van de grotere schepen boven een bepaalde tonnenmaat was, dat zij een marconist aan boord hadden en hieruit volgend, ook een radio telegrafie installatie.
Op de kleinere grote vaart schepen was dit niet verplicht en was een radio telefonie installatie voldoende, mits een der officieren een certificaat had om de installatie te bedienen.
Op de hondewacht kon ik dan m.b.v. de radio telefonie tijdens mijn wacht kontakt opnemen met collaga's op andere schepen en op de visserijband de vangstberichten van de loggers beluisteren en af en toe eens een praatje maken met familie leden op de visserij.
En natuurlijk prompt om 2 uur 's-nacht aan Scheveningen Radio de positie van het schip door te geven, zodat het thuisfront op de hoogte was waar het schip zich bevond en wat haar bestemming was en kon uitrekenen wanneer ze thuis werd verwacht.
In heel mijn vaartijd is het mij nooit gelukt om mijn zwager varende op de kuster Lenie en later op een der van Uden kusters aan de lijn te krijgen.Waarschijnlijk zal hij steeds andere wachten hebben gelopen als ik.

In het najaar van 1956 weer studie verlof aangevraagd voor het diploma S1.
Verlof wordt toegewezen en opnieuw wordt ik ingeschreven voor de vervolg studie.
Ook dit maal geen oud klasgenoten van de zeevaartschool of van de S3 en S2 opleidingen.
De korte reizen zijn t.a.v. studie gunstig, mits je voldoende vaartijd hebt en voldoende verlof hebt opgespaard om de studie periode te kunnen overbruggen.
Ook dit maal op Scheveningen gestudeert. Waarom ook elders gaan als het op Scheveningen ook mogelijk is.
Vanuit de Menninckstraat lopend langs de haven naar de school en lopend naar de plaats waar het examen werd afgenomen.
Makkelijker kon het niet.

wordt vervolgd.















Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 04-05-2010, 19:25:07
Iberia


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-05-2010, 19:53:27
Terugblik 18

Het S 1 examen kan ook weer in 2 gedeelten worden afgelegd, Beide gedeelten bestaan uit 12 vakken.
Deel A, het theoretische gedeelte,  bestaat uit zeevaartkunde en cijferen en deel B, het practische gedeelte, uit zeemansschap,scheepsbouw, bepaling t.v.v.A op zee en binnenv. reglement.
De studie verloopt gunstig.
In maart 1957 geslaagd voor deel A en eind juni voor deel B.

Het diploma wordt officieel uitgereikt met pasfoto. en nummer 26405.
en het begint met        IN NAAM DER KONINGIN
met kleinere letters en in een rode kleur staat onder dit diploma vermeld......

   Dit diploma geeft tevens de bevoegdheid als KAPITEIN op te treden op een zeeschip in de GROTE HANDELSVAART.

Ik kan dus voorlopig vooruit, de toekomst zal het leren.

Dit houdt niet in dat er nu niet meer gestudeert behoeft te worden.
Ook de scheepvaart vernieuwt voortdurend.
Nieuwere en moderne schepen komen in de vaart, Schepen worden groter en groter en navigatie apperatuur wordt steeds moderner en ingewikkelder.
Ook hiervoor moeten cursussen worden gevolgd.
In 1954 was het voor mij nodig het Beperkt Certificaat Radiotelefonie te halen en in 1960 moesten de cursussen Scheepsbrandbestrijding , Radar waarnemer en Radar navigator worden gevolgd.

Tijdens de studie S 1 toch nog wat heimwee naar de zee. Even niet in de studieboeken kijken,
Ik ga een reis mee als prenter met de Sch. 196 Helena op een trawlreis om de noord. Schipper A.de Niet
Tijdens de uitreis gaat de bemanning een net "insteken "in het kabelgat .
Het is een stijve bries en het schip stampt behoorlijk. Na een "bakje doen" duikt de bemanning weer het kabelgat in. Tijdens de afdaling slaat het afsluit deksel van het kabelgat dicht terwijl één der bemanningsleden de rand van de luikhoofd nog met zijn hand vast heeft.
De verwonding was zo ernstig dat het bemanningslid niet aan boord kon blijven en aan land moest worden gebracht.
Den Helder was de dichts bijzijnde haven , maar er zou toch nog enkele uren moeten worden gevaren om deze haven te bereiken.
Per radio telefonie een oproep uit laten gaan of er soms thuis stomende schepen in de omgeving waren en zowaar een Den Helderse kotter meldt zich. Zover ik het mij kan herinneren was het de Pietertje.
Posities uitgewisseld en het thuis varende schip kan ons binnen 2 uur bereiken, terwijl wij onze koers kunnen behouden en practisch geen tijdverlies zullen hebben op de uitreis.
En op het afgesproken tijdstip komt de kotter in zicht en terwijl de Sch. 196 langzaam over bakboord schuin tegen de wind en zee in stoomt om wat lij te maken., draait de kotter bij en komt tegen de wind instomend bij ons langszij aan bakboord zijde.
Met bewondering heb ik staan kijken naar deze manoeuvre en de manier waarop het gewonde bemanningslid door beide scheepsbemanningen van het ene op het andere schip werd geholpen..
De eerste poging is meteen raak en zonder ongelukken.
Het was net een film ! Een stel ruige ongeschoren zeelui  op het einde van hun reis aan het werk om een collega visserman te helpen.
Een sterk staaltje zeemansschap werd hier vertoont. Binnen enkele minuten is deze operatie gelukt en kunnen beide schepen hun koers vervolgen.
Het volgende probleem dient zich aan !
De gewonde man blijkt de 2e monteur te zijn. De 1e monteur ( lange Cor) kan tijdens het vissen de motoren niet alleen verzorgen. Maar gelukkig is er een van de bemanningsleden met wat verstand van motoren die de functie als 2e monteur gedurende deze reis wel wilt waarnemen.
Echter dan is de dekploeg met een man minder. Ik stel mij voor de dekploeg beschikbaar, zodat ik de verdere reis in de wachten mee draait en dekwerkzaamheden bij het halen en strippen moet verrichten.
Weer eens iets anders als wachtlopen op een koopvaardij schip !  Niet zelf commanderen maar luisteren naar de stuurman Aai Beertje. Kabeljauw, wijting, schelvis, makreel en af en toe een heilbot.
Maar jammer genoeg geen pakken vis scheep zetten en gelukkig geen kapotte netten.
En na 10 dagen weer thuis en ik kan met weer een ervaring rijker met frisse moed mijn studie voortzetten.

Na mijn studie kom ik als 1e stuurman op een der schepen op de lijndienst naar Casablanca te varen en na een jaar op de Vrijburgh op de dienst Bordeaux- Casablanca..
Als 1e stuurman mag je één maal per jaar je vrouw een reis meenemen.
De Vrijburgh was in reparatie geweest voor haar motoren en zou voor 3 maanden worden ingezet op de Bordeaux- Casablanca dienst. Daar het nog goed zomerweer was besloot ik mijn vrouw mee te nemen en bij de terug keer in Bordeaux per trein naar huis te laten gaan.
Bij vertrek uit Rotterdam ondanks de zomer stormachtig weer.
Het schip in ballast en buitengaats dus zwaar slingerend en stampend schip.
Tot overmaat van ramp meldt de machine kamer problemen te hebben met de motoren. Een der pompen schijnt slecht te functioneren. In overleg met de machine kamer zal het schip voor anker gaan en zal het machine kamer personeel het euvel proberen te verhelpen. Via Scheveningen Radio is er overleg met de technische dienst aan de wal.
Op Scheveningen wordt toevallig meegeluisterd naar dit gesprek en zij weten dus dat wij door machine storing voor anker liggen.
Het weer in ogenschouw nemend weten zij dat het voor de passagier geen pretje zal zijn om op zee te zijn in zulk weer.

Het volgende probleem dient zich aan.
De hofmeester komt tot de ontdekking dat de koel installatie voor het proviand niet goed werkt.
Machine kamer personeel heeft geen tijd om hier naar te kijken i.v.m de motor storing.
Er is voor 3 maanden vlees geproviandeerd in Rotterdam voor de komende reis en dit moet worden gekoeld of worden ingevroren.
Gelukkig heeft de Vrijburgh een vriesruim. We zijn in ballast, dus vriesruim is beschikbaar. Machine kamer meldt dat vriesruim gebruikt kan worden en de vriesinstallatie zal worden opgestart.
Een gedeelte van de dekbemanning maakt een deel vande luiken van ruim 1 open en 1 vriesluik waarmee onderruim van ruim 1 is afgedekt.
Al het aan bederf onderhevig proviand wordt,  ondanks het slechte weer,  met mankracht over het dek naar ruim 1 gebracht en zal daar blijven tot de koel en vriesinstallatie van de kombuis en store room weer gerepareerd zal zijn.

In de loop van de nacht is storing verholpen. Bij de revisie aan de werf is een pomp verkeerd in elkaar gezet. Gelukkig werd het euvel vroegtijdig ontdekt en werd grotere schade voorkomen.
Anker op en de reis vervolgd.
De volgende dag zal door de machinisten wel naar de koelinstallatie worden gekeken.
Gelukkig was deze ook te repareren en kon na een degelijke controle periode het proviand vanuit het vriesruim weer worden over gebracht.

Op 14 augustus meren wij in het dok van Bordeaux, de laad en losplaats van dienst op Marocco.
De Rotterdam - Bordeaux dienst had haar ligplaats aan de rivier de Garonne bij de loodsen aan de Quai de Chartron.
In het dok lossen ook de grote Bordeauxse trawlers , welke bij New Foundland visten.
De meesten waren 3 tot 4 maanden onderweg alvorens zij voldoende gezouten kabeljauw aan boord hadden om de reis rendabel te maken..
Het waren prachtige grote schepen met een formidabele opbouw.
De kabeljauw werd platgesneden en ontkopt en in de viskeeën gezouten. Bij de lossing werd de vis stuk voor stuk uit de keeën gehaald en op paletten gestuwd en met een kraan aan de wal gehesen.
De verspreide geur was meestal niet aangenaam, vooral bij warm weer.

De volgende dag  zou de belading van ons schip een aanvang moeten nemen. We zijn echter in Frankrijk en op 15 augustus wordt in de zuidelijke ( en katholieke ) landen, Maria Hemelvaart gevierd. , dus deze dag werd er niet gewerkt.
Een prachtdag om een dag verlof op te nemen en met vrouwlief de badplaats Arcachon te gaan bezoeken.
De kapitein keurt het goed en ik maak er een mooie dag van.
In die tijd was Arcachon  iets bijzonders, tegenwoordig zou het niets zijn, want we zijn al veel verder geweest.

De uitreis naar Casablanca verloopt voorspoedig. Na lossing in Casablanca verstoomt naar Agadir om een lading diepvries tonijn te laden.
Voor de bootwerkers is het haast onmogelijk te werken.
Temperatuur aan dek plus 30 graden Celsius , beneden in het vriesruim min 30 graden Celsius. Als je vanuit het vriesruim aan dek komt is het net of je met een moker een klap op je kop krijgt,

De enige passagiers aan boord, een fransman met dochtertje wonende in Casablanca ,gaan de wal op om een oud ford te bezichtigen en vragen mijn vrouw om mee te gaan.
Na terugkomst vertelt mijn vrouw dat op de ingang van dit fort een bijbeltekst staat in de Nederlandse taal.
..... Prijst God, eert de Koning  maar echter wel in de oud hollandse schrijfwijze.
Zij is erg verbaasd om zoiets op dit fort te zien staan, zover van Holland vandaan.
Agadir en dit fort liggen verscholen achter een kaap en vanuit zee vanaf het noorden komend slecht zichtbaar.
Hollandse zeerovers schijnen dit fort te hebben benut om hun rooftochten vanuit dit punt uit te voeren.
Een prachtig punt om onverwachts uitvallen te doen naar passerende schepen.
Wellicht is het met medeweten en geld van hogere instanties in Holland gebouwd en hebben deze instanties ook geprofiteerd van de rooftochten van deze zeerover.
Waarschijnlijk waren het de Barbarijnse zeerovers, waar wij op de lagere school over verteld werden.
De loods, welke mij deze inlichtingen verstrekte, vertelde ook nog het volgende.
Niet ver van Agadir ligt de Sousse vallei. Hier schijnen blonde Arabieren te wonen met blauwe ogen.
En dit wordt weer verweten aan gemengde huwelijken tussen Hollandse zeerovers en Arabische vrouwen.
Of dit ooit bewezen is blijft de vraag ?

wordt vervolgd.















Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 07-05-2010, 09:38:45
hier de sch 196
en Vrijburgh


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-05-2010, 10:31:14
Rinus
Super
Heb jij misschien de Pietertje ook nog.
Of misschien Wijbe
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 07-05-2010, 10:42:23
HD 87
Pietertje  van Firma Slot


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 07-05-2010, 14:15:14
die 2 de monteur heb jan pronk moeten wezen uit de hoekerstraat.
zier

p/s 1 ste van rechts jan pronk
      2 de van rechts lange cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: poon op 07-05-2010, 16:17:35
Dat is zeker de 195 ik heb het laats met huub baak getrawd was een ramp
Gr poon


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-05-2010, 10:22:55
Zier.
De 3e persoon vanaf links op de foto is toch jouw vader ?
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 08-05-2010, 12:09:47
ja dat klopt cor.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-05-2010, 07:32:07
Terugblik 19

Van Agadir terug op Casablanca om bij te laden en vervolgens naar Bayonne om daar de diepvries tonijn te lossen.
In Bayonne nog even de gelegenheid om met vrouwlief de badplaats Biaritz te bezoeken.
Wij waren Scheveningen als badplaats gewend , maar Biaritz was wel wat luxieuser en moderner als ons Scheveningen.maar je meegebrachte portemonnai moest wel goed gevuld zijn om diverse zaken te kunnen betalen. Maar Biaritz was toen ook al de badplaats van de upper ten en niet voor Jan Modaal.
Waren toch blij dat we ook hier iets van hebben gezien.
Vervolgens na lossing in Bayonne naar Bordeaux om de rest van de lading te lossen.
Hier moest ik dan voorlopig afscheid nemen van mijn vrouw, die met de trein naar huis moest.
Het probleem was dat zij in Parijs moest overstappen in de trein naar Den Haag. Overstappen is meestal geen probleem, als je van de ene naar de andere trein moet overstappen in hetzelfde station. In haar geval moest zij met een busje van het ene naar een heel ander station zien te komen. Zij had natuurlijk ook haar bagage en sprak geen woord frans.
Gelukkig had zij in de trein van Bordeaux naar Parijs kennis gemaakt met een hollandse pastoor. Deze pastoor had zijn standplaats in het zuiden van Frankrijk en was onderweg naat huis voor verlof.
En deze kerkelijke leidsman heeft haar als een volleerde loods door het gewoel van de Parijse binnenstad naar het volgende station begeleid, van war zij heelhuids is thuis gekomen.
De 3 maanden volgemaakt op deze dienst en vervolgens met verlof.
Hierna nog enkele reizen op de Casablanca dienst, waarna ik weer wordt overgeplaatst naar de Iberia.
Ik kreeg op vrijdag een telegram dat ik 's-avonds vanuit Hoek van Holland per veerdienst naar Harwich moest vertrekken en vervolgens per trein naarHull moet reizen, om aldaar de 1e stuurman van de Iberia af te lossen i.v.m strubbelingen tussen deze stuurman en de gazagvoerder. Geen prettig vooruitzicht, daar ik zelf ook minder prettige ervaringen had opgedaan bij deze gezagvoerder op een der schepen in de Casablanca dienst.
Op zaterdagmiddag kom ik in Hull aan.
Het schip had een lading hout gelost in Hull en lag gereed om te vertrekken en zodra ik aan boord was zijn wij vertrokken met bestemming Archangel om daar weer een lading hout te laden.
Weer eens wat anders als de zo bekende lijndiensten.
In feiten was het wilde vaart. Je wist van te voren nooit waar heen je ging en hoe lang de reis zou duren.

Thuis was er ook het een en ander veranderd. Na ruim vijf en een half jaar bij mijn schoonouders in de Menninckstraat te hebben ingewoond heb ik een nieuwbouw huis toegewezen gekregen in een nieuwbouw wijk van Den Haag. n.l. op Ruimzicht.
Mijn gezin was ondertussen ook uitgebreid met een dochter, zodat de beschikbare ruimte krap ging worden
Het huis waar ik op dat moment woonde, was een bovenwoning in de Menninckstraat, waar ik op de boven verdieping 2 kamers tot mijn beschikking had. De keuken voor gezamenlijk gebruik. Deze woning was een z.g.n.gemeente woning.
Meerdere woningen waren door 2 gezinnen bewoond. Dit schijnt door de woningverhuurder te zijn goed bevonden, omdat er nog steeds een grote woningnood heerste.
Huur van de woning op dat moment Fl. 6.40 per week voor de gehele woning. Beide partijen betaalden de helft, dus ik woonde voor Fl.3.20 in de week.
De huur werd elke week opgehaald . ook werden deze woningen regelmatig gecontroleerd door een inspectrice, welke onaangekondigd de woning kwam inspecteren of de woning wel op de juiste manier werd bewoond.
Dit schijnt altijd in orde te zijn geweeest, want mijn schoonouders kregen na 25 jaar in een gemeente woning te hebben gewoond een gratificatie van een maand gratis wonen omdat er in deze 25 jaar geen schade was geconstateerd aan de woning.

Ik had mij ook opgegeven voor een woning bij de gemeente, maar ik werd hiervoor afgewezen vanwege mijn loon, welk ik verdiende.
Wat mij wel opviel, dat een paar huizen verder een schipper in zo'n zelfde woning woonachtig was en de scheldnaam "de Goudzak "  had, dus ook wel heel aardig zal hebben verdiend.
En waarschijnlijk wel meerdere schippers welke in de zelfde- of de omliggende straten woonden.

De mij toegewezen woning was van de woningbouwvereniging Patrimonium. Maar hieraan voorafgaande werd wel gecontroleerd of ik de verschuldigde huur van Fl. 80.- per maand wel kon betalen.
Het huur verschil was wel groot, maar we hadden nu een eigen woning, een parterre woning in een portiek van 4 woonlagen.
Aangezien deze huren vrij fors waren, rezen er bezwaren bij veel bewoners van deze flats, waarna de huur met 10 % verlaagd werd naar Fl. 72 .- per maand. Nog steeds een vrij hoge huur voor die tijd.
Ik heb daar heel goed gewoond, de omwonenden,  in het begin wat hautain,  waren wel van een andere categorie als op Scheveningen., maar alles went op den duur.
En ik behoefde er niet zo veel naar om te gaan , daar ik de meeste tijd op zee was.
Mijn vrouw werd in het begin wel vreemd aangekeken, als zij op vrijdag het portiek en stoep van het huis op haar klompen ging boenen, zoals zij dat gewoon was in Scheveningen.
Het "loopje" langs de haven miste ik wel, als ik weer eens thuis was.
En zondags in de kerk miste ik ook witte mutsen van de Scheveningse vrouwen en hun gedragen gezang.
Een van mijn nichten die ook een huis was toegewezen in Den Haag en na een jaar weer terug op Scheveningen woonde, had voorspeld dat ik binnen het jaar op Scheveningen zou terug zijn.
Helaas is dit niet uitgekomen, want na Den Haag ben ik steeds verder van Scheveningen komen wonen en aangezien mijn leeftijd zal dit ook niet meer gebeuren .



wordt vervolgd.















Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-05-2010, 08:25:29
Lezers,
Even een week geduld voor een volgende aflevering.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 10-05-2010, 08:34:35
dat is wel lang ,maar zullen het geduld opbrengen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 11-05-2010, 17:41:10
We zullen wel moeten Rinus. Protesteren zal niet helpen ?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-05-2010, 20:11:36
Terugblik 20.

Enkele uren voor het vertrek stapte ik dus in Hull aan boord van de Iberia.
Alvorens te vertrekken heb ik een indringend gesprek met de gezagvoerder. Ik vertel hem mijn mening over het vertrek van de vorige 1e stuurman en herinner hem aan de verstandhouding tussen hem en mij op vooorgaande reizen op andere schepen.
Deze verslechterde onderlinge verhouding was ook bekend bij de directie en verdere klachten zou wel eens tot vergaande maatregels kunnen leiden met betrekking tot de gezagvoerder.
Ik waarschuw hem, dat hetgeen ik niet zie, ik hierover ook geen ordeel kan vellen.
Ik vertel hem ook dat ik hem niet zal bespioneren en dat ik voldoende luidruchtig zal zijn om hem te benaderen en hem in de gelegenheid zal stellen de nodige maatregelen te nemen.
Dit gesprek schijnt positief door hem te zijn ontvangen, want de verdere reizen welke ik bij hem aanboord was, heb ik geen enkele wanklank van hem gehoord en is de onderlinge verstandhouding zeer goed geweest.
Ik zat er ook beslist niet op te wachten om na een reis overplaatsing te vragen i.v.m. genoemde moeilijkheden.
Waarschijnlijk waren deze uitwassen nog een uitvloeisel van de oorlogsperiode welke hij in Engeland moest doorbrengen en de problemen in het gezinsverband thuis, voortkomend uit zijn afwezigheid tijdens de oorlog.

Vanuit Hull koers gezet naar de Egersund aan de ZW kust van Noorwegen  . Bij Skedeneshamn een loods aan boord genomen, welke ons met een 2e en 3e collega, die wij halverwege de reis zouden verwisselen, naar noord Noorwegen zou brengen.
Deze reis zou gedeeltelijk door de fjorden gaan en gedeeltelijk buiten om.
Daar het schip in ballast was en met het voorspelde weerbericht voor ogen, werd voor deze oplossing gekozen, daar anders te veel tijd verloren zou zijn gegaan om de gehele reis, zonder loods en geheel buiten om,  af te leggen.
Een 2e mogelijkheid zou zijn om het noordelijke gedeelte binnendoor af te leggen door de Vestfjord binnen te varen

Deze tocht door de fjorden was schitterend en dan bemerk je pas hoe nietig een mens is en al vaar je op een vrij groot schip, hoe klein het lijkt, als je tussen deze reusachtige rotsmassa's door vaart.
Af en toe een tegenligger of een trawler op de thuis reis en natuurlijk de post - en veerboot welke de verbindingen verzorgd met de eilanden en afgelegen dorpen, welke moeilijk bereikbaar zijn.
Door "binnendoor " te varen hebben zowel de dek - als machinekamerdienst de mogelijkheid om de los-en laadinstallatie  aan dek eens een goede onderhoudsbeurt te geven.
In Archangel zal met eigen laadgerei worden gewerkt, bedient door russische bootwerkers. Oponthoud door niet functioneren van het laadgerei zal schadeclaims tot gevolg hebben.
Machinisten, bijgestaan door stokers of olielui overhalen de dekwinches, de dekcrew onder leiding van de bootsman controleren de blokken, takels en geien.
En menig potje mopperen wordt gehoord als van alle laadwinches de laadrepen moeten worden ingesmeerd en geoliëd met een mengsel van afgewerkte olie en smeervet. Niemand ontkomt aan dit noodzakelijke werk want van 8 laadwinches moet dit noodzakelijke werk worden gedaan.
We moeten er ook aan wennen dat wij nu veel noordelijker varen dan normaal en dat het in dit jaargetijde,  langer of bijna de gehele dag licht blijft en enkele maanden later dat het bijna de gehele dag donker blijft. De gebruikelijke uren dat men gewend is te slapen tussen de wachten in, wordt moeilijker daar het niet donker wordt.

Na Hammerfest waar voor de laatste maal van loods wordt verwisseld duurt het niet zo lang meer voor we weer in volle zee zijn.
Veel scheepvaart is hier niet. Een enkele houtboot en wat thuisstomende trawlers. De visserij zal wel noordelijker zijn geweest, want op al mijn reizen op noord Rusland heb ik geen enkele vissende trawler gezien.
Op de kaart lijkt de Wittezee niet zo groot, maar vanaf de Barentszee is het nog een behoorlijk eind varen alvorens Arschangel wordt bereikt.
De gebruikelijke loods voor het opvaren der rivier aan boord genomen en de reis vervolgd, maar na enige tijd moeten wij voor anker, om de russische authoriteiten de mogelijkheid te bieden het schip grondig te controleren.
Een heel "leger "Russen onder leiding van officieren komt aan boord.
Alleen een stuurman mocht in het stuurhuis blijven om het geankerde schip te controleren en een machinist in de machine kamer om standby te zijn als machine vermogen noodzakelijk zou zijn als de situatie van het schip dit noodzake;ijk maakt.
De rest van de bemanning en officieren verblijven gedwongen in hun hutten of messroom.
Alle paspoorten en monsterboekjes worden door de russische officieren gecontroleerd en bij een onduidelijke foto moet de betreffende persoon persoonlijk zich vertonen.
Ondertussen doorzoeken de soldaten het gehele schip. Iedere hut en verblijfplaats, kombuis, machine kamer en kabelgat worden gecontroleerd. Zelfs werden eens de navigatielichten in de beide masten gecontroleerd.
Wat hun niet aan stond werd in beslag genomen., of door hen geconfisceerd daar zij het zelf mooi vonden.
Afbeeldingen van pin-up girls in diverse hutten of in diverse tijdschriften.waren meestal de boosdoeners en onder het mom van slechte publiciteit in beslag genomen en waarschijnlijk voor eigen "gebruik "aangewend.
Na veel oponthoud werd het laatste stukje van de reis voortgezet onder strenge bewaking van enkele militairen ( bewapend ) , welke aan boord waren gebleven.
Na te zijn afgemeerd aan de kade mocht zelfs niemand van boord gaan, zelfs niet zo als gebruikelijk om de diepgang van het schip op de voor en achtersteven af te lezen om daarna in het scheepsjournaal te worden opgetekend.
Een schildwacht aan dek en een schildwacht aan de gangway op de wal in afwachting van de volgende instructies.
Na enige tijd werden alle bemanningsleden voorzien van een soort pas, welke in duplo was vervaardigd en waarvan het duplikaat in het bezit was van de wachtpost op de wal bij de gangway.
Iedere keer als een persoon van boord wilde gaan, moest hij zijn pas tonen en volgde een controle met het duplikaat.
En zo zette ik , na uitvoerig te zijn gecontroleerd, mijn eerste schreden op russische bodem om toch nog de diepgang te kunnen aflezen.
Aan de omgeving waar wij zijn afgemeerd is duidelijk te zien dat wij in een houthaven zijn aanbeland.
Wij liggen afgemeerd bij een enorme opslagplaats van grote stapels gezaagd hout. Hout wat in de verwerkingsfabrieken is gezaagd, waarna het per maat en soort in de open lucht wordt opgestapeld om te drogen.
Na voldoende te zijn gedroogd mag het worden geladen.

Na enige tijd komen de vertegenwoordigers van de verschepers ( Interflot ) aan boord. Wij worden geinformeerd over de aanvang van belading en de diverse regels welke er van toepassing zijn tijdens de belading.
Wat mij opvalt is, dat er bij deze vertegenwoordiging veel vrouwen vertegenwoordig zijn.
Er zal met 4 ploegen op 4 ruimen tegelijk worden geladen. Belading zal dag en nacht door gaan tot het schip beladen is. Ook de zondag zal worden doorgewerkt.. Totale beladingstijd wordt op 5 a 6 dagen geschat.

Door de dekbemanning worden de laadbomen omhoog gebracht, de dekkleden en luiken worden verwijderd en met de laadbomen de luikspanten uitgenomen. Hierna worden de laadbomen gesteld.
Eén laadboom boven het midden van een luikhoofd en één laadboom  buitenboord boven de kade. De laadrepen worden aan elkaar gekoppeld zodat door de beide laadwinches gelijk belading kan worden gedaan.
Winch van de laadboom boven de kade tilt de last op tot boven de verschansing. Winch van laadboom boven het ruim trek last naar zich toe, terwijl winch 1 wat "slek "geeft. Is de last boven het ruim dan wordt er door beide winches de laadrepen "gevierd " totdat de last in het ruim staat en kan worden afgekoppeld.
De tegengestelde bewegingen worden nu uitgevoerd om een nieuwe last vanaf de kade op te pikken.
Het samenspel van beide winches en laadbomen verlangt een goed samenspel van de bootwerkers welke de winches bedienem en de voorman welke aan de winchbedieners de tekens geeft wat zij moeten doen.

Voor mij is dit een nieuw onderwerp. Nog nooit een lading hout vervoerd, behalve dan het hout voor sinaasappelkisten wat wij in  Bordeaux als kleine bundels hebben geladen voor Casablanca, maar dat waren nooit gehele ladingen.
Op de diverse cursussen van 3e. 2e en 1e rang zijn uitvoerig de houtladingen besproken en de hiermede gepaard gaande  voorzorgs maatregelen ter voorkoming van ongelukken.

Niet lang behoefden wij te wachten eer de eerste bootwerkers aan boord kwamen en de laadwinches onder hevig lawaai gingen uit proberen.
Op de kade verschenen dan ook de eerste pakken hout en ook de tally lui.
Waren de bootwerkers alleen maar mannen, de tally lui waren alleen maar vrouwen. Jong en oud door elkaar, maar bijna iedereen in dezelfde outfit qua kleding., zonder enige kleur nuance.. Nadat de gegevens en maten van de pakken hout waren gecontroleerd door de tally lui, werden deze vrij gegeven om te worden geladen en vanaf dit moment was het een constante aanvoer van pakken hout.

wordt vervolgd








Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-05-2010, 20:13:14
Wijbe, Je noodkreeet op mijn vacantie adres gezien.
Zo beter ?
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 19-05-2010, 02:35:24
De noodkreet was van rinus, ik viel hem alleen maar bij.
Ik weet niet hoe het met Rinus gaat.
Ik was laatst op Scheveningen i.v.m. reddingbootdag, maar geen Rinus of ander forumdeelnemer gezien. Het palmhuisje lijkt ook niet meer bewoond.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 19-05-2010, 10:05:58
zijn we elkaar mis gelopen er waren wel degenlijk mensen van het forum aanwezig hoor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 19-05-2010, 15:20:27
Zal wel helaas. Ik was er zo van 10-11
Is het Palmhuisje niet meer in gebruik?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 20-05-2010, 11:36:15
Ja hoor nog dagenlijks maar op de tijd dat jij daar was is er meest al niemand wel vroeger en later in de middag .
 maar zaterdags wat minder dan zijn ze naar het voetbal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-05-2010, 08:05:23
Rinus en Wijbe,
Wat verstaan jullie onder te titel "Palmhuisje "
Bij nijn weten was het palmhuisje de naam van de oude semaphore.
Het lijkt mij sterk dat de huidige semaphore onbemand is ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 23-05-2010, 13:03:45
Cor dat is een ruimte onder het nieuwe Semaphor
waar de oude zee lieden een onderkomen hebben


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-05-2010, 13:48:19
Rinus,
Dank voor toelichting
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 24-05-2010, 07:22:28




Terugblik 21

Een lading hout bestaat uit een grote hoeveelheid kleinere partijen van elkaar verschillend qua afmetingen als lengte, breedte en dikte en houtsoort. En elke partij nadat zij geladen is moet in het ruim worden gemerkt met één van de diverse kleuren waterverf en moeten worden opgetekend op het scheeps "klad "stuwplan.
Deze markering van de diverse partijen hout moest met de grootste nauwkeurigheid geschieden. Bij vertrek van het schip na belading zou een "net "stuwplan naar de ontvanger worden gestuurd en afgaande op de partijen opgetekend in het stuwplan., kon dan opslag in de loodsen worden geregeld of overslag per binnenvaartschip of vrachtauto.
Voor de stuurlui is er voldoende werk aan de winkel en aangezien de belading dag en nacht door gaat. lopen zij nu ook ploegendienst om de belading en markering in de gaten te houden.
Ook van de dek en machinekamer personeel zijn manschappen in de ploegendienst ingedeeld om de stuurlui bij te staan en voor het smeren en onderhoud van de laadwinches.
De tally lui waarschuwen, wanneer de laatste hijs van een bepaalde partij in het betreffende ruim is geladen, zodat de stuurman en dekpersoneel de nodige maatregelen kunnen nemen om deze partij in het ruim te merken..
Van deze beladen partij moesten de nodige gegevens worden opgevraagd qua grootte van de partij en partij nummer.
Deze gegevens konden ook in diverse kleuren op het stuwplan worden terug gevonden, mits deze gegevens juist waren opgegeven.
Hier kon nog wel eens een misverstand over ontstaan, door de onderlinge taalbarriere.
Diverse gegevens moest je zien te verkrijgen bij de tally lui op de kade en iedere keer moest je als stuurman het gedeelte van je pasje tonen.
In enkele gevallen kwam er wel eens een tally vrouw aan boord, maar dan was er meestal op de kade iets mis gegaan en moest er wat worden gecorrigeerd in één der ruimen.
Deze dames waren enorm schuw, durfden geen kop koffie of thee aan te  Bang door collega's te worden verraden en te worden beschuldigd van pogingen tot omkoping.
Zelfs sinaasappels waren daar schaars of niet verkrijgbaar, maar geen der dames durfden een sinaasappel voor hun kinderen te accepteren.
De mensen waren erg vriendelijk, maar door de taal barriere moeilijk verstaanbaar en terug houdend. Aan voorlichting betreffende wereldnieuw ontbrak ook nog wel het een en ander. Op een der reizen, binnen liggend in Rusland, hadden wij via de scheepsradiotelegafie vernomen dat er een russchise Spoetnik was gelanceerd met het hondje Leika aan boord.
Het duurde meer als een dag eer de russen hetzelfde nieuws vernamen en waren verwonderd dat wij het veel eerder hadden vernomen.
Af en toe kregen wij ook bezoek van de stuwadoor van de betreffende houtwerf. In dit geval was het een vrouwelijke stuwadoor.
Een echt manwijf. Waarschijnlijk had zij een heel slecht gebit, want zodra zij aan boord was, kreeg zij last van kiespijn .Met veel misbaar werd er gekreund en over haar wang gestreken en wodka... wodka,,, gepreveld.
Bij het presenteren van een jonge hollandse borrel, was het leed snel geleden. maar in de loop van de dag herhaalde de kwaal zich.
Kwam je bij deze dame op haar kantoortje, dan werd er prompt een fles klandestien gebrouwen wodka uit een bureaulade getoverd en een half drinkglas volgeschonken  voor consmptie. troebel  lichtgroen van kleur, onsmakelijk van aanzien.   Gelukkig was hiervoor gewaarschuwd, want deze klandestiene wodka kon vergaande gevolgen hebben voor iemands gezondheid.
Maar misschien wilde deze dame wel een goed gebaar maken tegenover haar gasten !

Als een schip in een haven ligt is dat meestal een uitgesproken kans om het schip buitenboord te verven en vooal als het schip onbeladen is, zoals in ons geval. Buitenboord schilderen is op zee levensgevaarlijk en daarom ook verboden. De zijde van het schip welke tegen de kade ligt is gemakkelijk om te schilderen en kan vanaf de kade worden gedaan. Dit was in ons geval niet mogelijk omdat er op 4 ruimen werd geladen en voor de bemanning gevaar zou kunnen opleveren en ook nogwerd bemoeilijkt door de passen controle., zodra iemand aan wal zich begaf.
Dan maar de andere zijde aanpakken. Stellingplanken buitenboord en met een paar groepen bewapend met verf, kwast en rollers aan de slag en proberen in een dag deze zijde in de verf te zetten.
Maar dat was een grote misrekening. Nog maar net bezig of een zeer boze russische  militaire delegatie vervoegde zich aan boord. Na veel geharrewar begrepen wij er uit dat het verven buitenboord, buiten de gezichtkring van de militaire schildwachten op de kade er buitenboord niet mocht worden geschilderd en de werkzaamheden onmiddelijk moesten worden gestaakt.
Waarschijnlijk heeft een passerend patrouillevaartuig de wal authoriteiten van onze werkzaamheden in kennis gesteld, waarna maatregelen werden getroffen.
Jammer, dan maar weer vertrekken met een roestig en ongeverfd schip en in de volgende haven de schade proberen in te halen. wat meestal wel zou lukken, daar er in de Europese havens niet van deze strenge verordeningen sprake was.
Ondanks de strenge controle en maatregelen werden we wel in staat gesteld de russische bodem te betreden en Archangel en omstreken te bezichtigen.
Als je zonder begeleiding de wal op wilde, werd je terdege gecontroleerd en zomogelijk gevolgd.
Allereerst de controle van de walpas aan de gangway. Hierna werd er naar de uitgang van de werf of terrein door gegeven , hoeveel personen een bepaald schip hadden verlaten. Bij deze uitgang weer een uitgebreide controle en zo mogelijk werd ook vanaf dit punt naar een volgend weer doorgegeven hoeveel personen in aantocht waren.
Deze bezoeken aan de wal waren waardeloos. Je dwaalde wat rond in de buitenwijken van Archangel.  Houten huizen, houten huurkazeres, ongeplaveide straten, als je deze wegen nog straten kon noemen. Soms waren ze geplaveid met boomstammen, echter zonder trottoirs en bij regelval zal het een reuze modderbad zijn geweest.
Door de taalbarriere waren we ook niet in staat om per tram naar de bewoonde wereld te gaan. Wat moet zeggen waar je heen wilt, welke tram moet je nemen, wat moet je betalen en waar moet je uitstappen.
En dan ook ... hoe kom ik terug in zo'n land. !
Als je Archangel wilde bezoeken, kon je beter wachten op de faciliteiten, welke door de Russen werden georganiseerd.
Iedere dag werd door de russische instanties bekend gemaakt hoe laat er een bus vanaf dit havengedeelte naar de stad zou vertrekken. Geen stadslijndienst, maar speciaal voor de zeelui van de diverse schepen.
Deze bus verzorgde het transport vanaf de diverse havens en de daar liggende schepen en met als eindpunt het zeemanshuis.
Eén groot stuk publiciteit, van begin tot einde.
Vaak waren er in dit zeemanshuis optredens van russische dans- en zanggroepen en vaak ook nog heel bekendstaande groepen, welke in de diverse russische steden door het gehele land in theaters optraden.
Russische vrouwelijke employes probeerden in diverse talen, gesprekken te voeren met de te gast zijnde buitenlandse zeelui.
Meestal waren dit studenten van taalinstituten en hadden hier een pracht jachtgebied om hun gestudeerde taal in praktijk te brengen en zieltjes te winnen voor het communisme en argelozen zeelui uit te horen.
Verder was er een enorme voorraad propaganda materiaal in de meeste voorkomende talen en over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Dit materiaal mocht gratis worden meegenomen, wat ook de bedoeling was om de aanboord gebleven zeelui voor het communisme te interesseren.
Verfrissingen waren ook verkrijgbaar, echter tegen betaling, maar sterke drank zoals wodka of genever werd niet geschonken.
Het sterkste drankje was bier maar was echter niet vergelijkbaar met ons bier qua smaak en sterkte.
Waarschijnlijk was toen ook al de drankzucht van de Russen een probleem en de dames welke de bus passagiers op de thuisreis begeleidde, hadden weinig last van dronken mede reizigers.
Dat dit één grote publiciteit stunt was, heb ik zelf meegemaakt.
Toen ik met nog enkele gasten in een druk gesprek gewikkeld waren met één der russische taal tolken en wij de aankondiging van het vertrek van de bus naar het schip niet hadden gehoord.
Toen wij wel wilden vertrekken was er geen bus. Op onze vraag of dit nu de russische gastvrijheid was waarover werd  gesproken, werd er meteen voor gezorgd dat wij met een snelle motor barkas naar ons schip werden terug gebracht , zonder enige kosten.

Bij binnenkomst in Archangel had ik ook wat russische trawlers zien liggen, qua bouw verschillend van de hollandse trawlers.
Ik heb bij een der tolken in het zeemanshuis gevraagd of er een mogelijkheid bestond om deze trawlers te bezoeken.
Mij werd verzekerd dat deze mogelijkheid er was en zij zouden voor mij een afspraak maken voor een bezoek. Jammer genoeg heb ik hier niets meer van gehoord. Of misschien waren deze trawlers nietrespetabel genoeg om te worden bezichtigd.
Ik heb wel gezien dat er op deze trawlers vrouwelijk personeel werkzaam was. Waarschijnlijk in de civiele dienst als kokkin en bediende, zoals toen ter tijd ook gangbaar was op de scandinavische koopvaardij schepen.

Op een van de latere reizen in Leningrad werd ik zelfs in de gelegenheid gesteld om het beroemde museum Hermitage te bezoeken en een uitvoering van een bekende opera in een der muziek paleizen van deze stad bij te wonen.  En waar zelfs de duurste plaatsen voor ons waren gereserveerd.
Ik heb nooit geweten dat er zoveel schilderijen van Rembrandt in de Hermitage te zien waren.
Van huisuit ben ik niet zo culureel opgevoed , maar achteraf was ik blij dat ik dit toch heb mogen zien en meemaken.
Zelfs het bezoeken van de uitvoering van het " Zwanenmeer "door een der bekendste en wereldberoemde russische dans- en theatergroepen was mogelijk, maar door werkzaamheden moest ik dit jammer genoeg voorbij laten gaan en andere bemanningsleden  de gelegenheid geven van dit aanbod gebruik te maken.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-05-2010, 07:03:47
Terugblik 22

Maar ondertussen gaat de belading stug door. De tijdsduur is afhankelijk van de patijen hout. Planken zal veel meer tijd vergen als baddings en grote partijen van één soort bespaart veel tijd met het merken van de partijen.
Regelmatig moeten we ook in de ruimen controleren of alles wel goed wordt gestuwd en dat alle ruimte met hout wordt gevuld.
Regelmatig moet dan aan de tally lieden aan de wal worden gevraagd om kort hout te leveren om kleine ruimten tussen de diverse partijen of van een zelfde partij  op te kunnen vullen zodat één hechte laag van hout wordt verkregen.
Het stuwen in de zijden onder het tussendek en hoofddek vergt ook meer tijd als normaal, maar uiteindelijk kunnen we de luikspanten weer inleggen en de laatste ruimte tussen de luikspanten wordt met hout gevuld eer we de luiken inleggen en deze met de presennings afdekken en afgekegd.
Ondertussen zijn de sjorringen voor de deklast al aangebracht en buitenboord gehangen, zodat zij niet kunnen worden onder gestuwd door het hout van de deklast. De stutten welke het hout van de deklast op zijn plaats moet houden worden zorgvuldig geplaatst en zijn dan ook van voldoende dikte om het geheel en met behulp van de sjorringen zo te houden.
De deklast is het zwakke punt van de houtlading en verdient de meeste aandacht.
Na verloop van tijd groeit de deklast en zijn de laadwinches al niet meer te zien. Maar aan SB en BB zijde is de deklast één geheel van de bak tot aan het dekhuis midscheeps en vanaf het dekhuis tot aan het achterschip.
En ook dan komt er hier een eind aan, wanneer de deklast naar onze maatstaven voldoende hoog is en de belading wordt beeindigd.

Eén maal heb ik het meegemaakt dat de bootwerkers niet meer verder wilden gaan met de belading van de deklast omdat zij vanaf de laadwinches niet voldoende uitzicht hadden over de werkzaamheden. De werkzaamheden werden onderbroken en advies werd gevraagd van een lading inspectrice van de stuwadoor.
Deze dame, gekleed in een licht beige mantelpakje, kwam na verloop van tijd aan boord en nam de situatie in ogenschouw en stelde de bootwerkers in het ongelijk, waarna de belading werd hervat.
Waarschijnlijk had deze dame weinig tijd aan boord van schepen doorgebracht, want in de korte tijd dat zij aan boord was zag zij kans om tegen een dik ingevette laadreep  te lopen, waarbij een prachtige vetvlek op haar mooie mantelpakje zichtbaar werd.
De dame was zeer ontstemd en kwam bij mij haar beklag halen.
Met een tube K2R vlekken pasta heb ik haar kunnen helpen. Ofschoon zij zeer kritisch was toen ik deze vlekken pasta op de vlek aan bracht en de vlek hiermee behandelde en uitsmeerde, was zij na het uitborstelen van de pasta hoogst tevreden over het behaalde resultaat en ging als een gelukkig mens van boord.
Kleine plichtplegingen kunnen soms vergaande gevolgen hebben. Ook hier in ons geval en kon de hoogte van de deklast door de scheepsleiding worden bepaald en niet door de bootwerkers.

Zodra het laatste hout aan boord was, kon het schip zeeklaar worden gemaakt.
De laadbomen werden neergelaten en vast gezet. Deze laadbomen lagen nog net boven de deklast.
De deklast werd waar mogelijk met dekkleden afgedekt, zodat het hout niet door het buiswater nat kon worden en door het zeewater toegenomen gewicht van de deklading,  de stabiliteit van het schip in gevaar kon brengen.
De sjorringen werden binnenboord gehaald en met spaanschroeven strak getrokken. Hierbij maakten wij ook nog gebruik van de laadrepen om de deklast tot één vaste massa te maken en proberen op deze wijze ons te verzekeren dat de deklast niet zal gaan schuiven.
Zowel op het voor en achterschip moeten " life lines " worden aangebracht en een gangpad worden gemaakt, zodat de bemanning veilig van de voor- en achterverblijven naar de nidscheeps kan komen. Er is nu geen verschansing waar de bemanning bij slecht weer nog enige beschutting hadden
De laatste keer ons walpasje laten zien om op de wal de diepgang op het voor- en achterschip af te lezen .
En alleen de gangway moest nog worden binnengehaald als de scheepspapieren van de lading waren afgeleverd en het stuwplan  aan de bevoegde instantie kon worden gegeven,  om te worden opgestuurd naar de ontvanger van de lading.
Loods aan boord en natuurlijk ook nog enkele begeleidende militairen en de thuisreis kon een aanvang nemen.
Dit maal zou het echt een thuisreis worden want onze bestemming was Zaandam. Het vooruitzicht was goed, want de lossing zou ook wel de nodige dagen duren, zodat wij in staat zouden zijn om gedurende deze losdagen verlof op te nemen en dit thuis door te brengen.

Na deze reis maken we nog een houtreis, maar nu vanuit de Oostzee waar we in Riga hebben geladen. Deze vroegere Baltische staat
was nog onder russisch beheer en ook hier dezelfde voorschriften als in Archangel.
Dit zou de laatste houtreis van het jaar worden, waarna het schip voor reparatie het dok in zou gaan.
Hierna zou het schip in de wilde vaart proberen de kost te verdienen tot het voorjaar van het volgende hout seizoen .

Ondertussen is het beheer over de vier  Muller transport schepen veranderd.
Muller Transport was gevestigd in Den Haag en was een onderdeel van NV. Wm. H. Müller en Co.te Rotterdam.
De vier schepen Joseph Frering, Louis Lanz, Iberia en Hispania werden uitgerust en beheerd door Muller Rotterdam.
Vanaf nu, omstreeks 1959, werd het beheer overgenomen door de Koninklijke Hollanse Lloyd in Amsterdam.
Had ik voorheen te maken met wal kapitein Lolkema, nu zou dat voortaan dhr. Scheurkogel zijn.

Terwijl het schip zijn dokbeurt ondergaat heb ik verlof. Kerstdagen thuis doorgebracht en gehoopt wordt dat Oud en Nieuw ook nog thuis gevierd kan worden.
Maar dan komt dat vervloekte telegram. Ik wordt op oudejaardag rond de middag aan boord verwacht en het schip zal dezelfde dag nog vertrekken. Jammer, pech gehad, volgende keer beter !
Als ik mij aan boord meldt is het schip reeds uit het dok en ligt gemeerd voor de kade en verschillende reparatie ploegen zijn nog in de weer om de laatste reparatieklussen te klaren..Aan dek is het een grote puinhoop.
Ondertussen is ook de bemanning aan boord gekomen en dit maal is het een crew samengesteld door KHL te Amsterdam.
Ik heb de indruk gekregen dat alles wat de KHL niet kon gebruiken, nog wel goed zou zijn voor de Iberia.
Practisch de gehele crew bestond uit Amsterdammers. Er wordt vaak verteld dat Amsterdammmers joviaal zijn, maar dat is beslist niet waar. Ik heb liever met Rotterdammers te maken. Minder joviaal, maar je weet tenminste waar je met hen aan toe bent.
De crew welke wij nu aan boord hadden gekregen, leek wel of de gevangenissen en opvoedingsgestichten waren open gezet om toch maar een bemanning te krijgen voor een schip dat op oudejaarsavond naar zee wordt gestuurd.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-05-2010, 07:06:19
Terugblik 23


Het plotselinge vertrek op oudejaarsdag had te maken met een charter waarin was bedongen om voor het einde van het jaar uit de Rotterdamse haven zou worden vertrokken.
Het schip zou leeg vertrekken en zo spoedig mogelijk moest een lading cokes in Sluiskil worden geladen.
Met een geheel nieuwe crew was het wel even moeilijk om het schip zeeklaar te maken. Voor hen was alles nieuw en zij wisten op het schip heg nog steg.
Ook was de stemming slecht, want de meeste van hen voelde zich bedrogen om inplaats van op een mooi KHL lijnschp te worden geplaats, zij nu op een oud stoomschip vanuit de oorlog dienst moesten doen.
De accomodatie was ook al niet naar de zin, vooral als je op de KHL schepen een aparte hut bent gewend.
Met veel kunst en vliegwerk is het schip zeeklaar gemaakt en zijn wij vertrokken. En natuurlijk werkte het weer ook niet mee en was er buiten een behoorlijke hoop wind.
De jaarwisseling is ongemerkt voorbij gegaan , maar voor velen was het vast niet de eerste keer dat zij met oud en nieuw op zee zaten..
De volgende morgen komen wij voor de monding van de Schelde. Ook hier weer tegenslag. Hoe dichter wij bij de monding komen hoe dikker de mist wordt en gelukkig kunnen wij nog net de loods oppikken.
Maar al heel snel wordt het duidelijk dat we zo niet verder kunnen varen en gaan voor anker.
Twee dagen liggen we voor anker in de potdichte mist.
Het radarsijsteem wat nu op de Schelde de scheepvaart regelt was er niet en er was geen andere mogelijkheid om verder te gaan.
Uiteindelijk klaart het op en varen wij het kanaal van Gent naar Terneuzen op en meren af in Sluiskil, waar een lading cokes voor Carthagena in Spanje op ons ligt te wachten.
Na een dag vertrekken we weer en nu maken we een lange reis met een aaneenschakeling van allerlei havens.
Sluiskil- Carthagena- La Spezia- Sfax- Bremen- Dugirat- Venetie-Rotterdam. In de meeste havens een bulk lading voor de volgende haven en anders leeg naar de volgende haven. Af en toe bunkeren in Gibraltar.
Sfeer aanboord wordt er niet beter op en de eerste gagestraffen worden uitgedeeld.
In Cathagena en La Spezia wordt er een matroos van het schip verwijderd en naar huis gestuurd. Hierdoor verbeterd de stemming. Maar ideaal is het niet.
Deze wilde vaart is geheel anders als de mooie lijndiensten van voorheen. Het aantal zeekaarten is ook beduidend meer en voor de 2e stuurman veel meer werk omdat hij op al deze zeekaarten de nodige correcties moet bijwerken.
Bij aankomst in een haven is er meestal wel een enveloppe met de "Berichten aan Zeevarenden " waarin alle geconstateerde correcties zijn vermeldt.
En corresponderen deze correcties met de aanboord zijnde zeekaarten, dan zullen deze moeten worden bijgewerkt.

Maar deze wilde vaart heeft ook wel zijn charmes. Steeds iets nieuws en onbekend,
Carthagena waar nog mensen in holen woonden.
Dugirat een haven in Joegoslavie onder het bewind van Tito. Ook strenge controles, maar niet vergelijkbaar met Rusland.
Zonder veel problemen kan men de wal op gaan.
Van Dugirat in ballast naar Venetie. Op een zondagmorgen arriveren wij op de rede en na de loods aanboord te hebben genomen
wordt naar de laadplaats gestoomd.
Hoe dichter wij bij de stad komen, hoe meer wij zien dat de stad in een feeststemming is.
Bij navraag bij de loods kom ik er achter dat vandaag de Paus wordt begraven. Aangezien ik van Calvinistische huize ben zegt dat mij niets en verwondert het mij dat voor een begafenis de stad is versiert en er een feeststemming heerst.
Bij mijn weten was er kort geleden geen paus gestorven.
Het blijkt echter dat de paus welke begraven zal worden, een paus blijkt te zijn welke al heel wat jaren geleden is gestorven en begraven was in Rome.
Deze paus schijnt een oud inwoner van Venetie te zijn en tijdens zijn leven schijnt hij gezegd te hebben dat hij in Venetie begraven wilde worden. En deze paus zal dan vandaag herbegraven worden in Venetie. Als ik mij niet vergis gaat het om Paus Pius XII.
Na te zijn gemeerd gaan de kapitein en ik op weg om naar deze begrafenis te gaan kijken. Straten zijn er niet in Venetie en een lijkkoets zal dan ook niet kunnen worden gebruikt. Kanalen te over in deze stad en de koets zal worden vervangen door een statie sloep.
Bij de ertsvaart op Spanje heb ik diverse katholieke processies gezien met alle pracht en praal, maar wat ik toen in Venetie heb gezien was bijna niet te begrijpen. Zo mooi en indrukwekkend. Wij hadden een prachtige plek uitgezocht op een der bruggen van het kanaal van de route.
De Paus opgebaard in een glazen kist in vol ornaat met mijter. Gezicht bedekt met een gouden masker. Geplaatst op het achterdek van een grote roeibarkas. Geroeid door 20 roeier. Roeitempo aangegeven door een drummer met harde slagen op een grote drum.
Omringd door bootjes met bisschoppen en kardinalen. En natuurlijk ook hoge vertegenwoordigers van stadsbestuur, leger en politie.. Nog nooit van mijn leven heb ik zoveel hoge katholieke geestelijken bij elkaar gezien..

Na deze vaartocht werd het lijk met glazen kist opgebaard in de kathedraal en deze kathedraal was voor iedereen toegankelijk.
Ook wij maakten deze tocht langs de opgebaarde paus.
Wel stond er naast de kist een groot offerblok waar giften in gedeponeerd konden worden ter bestrijding van de begafeniskosten.

De volgende dag aan boord bezoek gekregen van enkele nonnen uit een plaatselijk weeshuis, die kwamen bedelen voor wat voedingswaren voor hun wezen.
Hoe groot kunnen de tegenstellingen van deze kerk zijn binnen een dag tijds.
Zondag pracht en praal, maandag armoe en ellende en dat alles binnen dezelfde kerkgemeenschap.









Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-05-2010, 18:17:32
Terugblik 24

 Na alle wederwaardigheden van Venetie, worden wij de volgende dag weer geconfronteerd met de sleur van het dagelijkse leven aan boord van een vrachtschip.
Luiken open en het beladen kan beginnen.
Weer een bulklading, maar de bestemming van deze lading klinkt ons aangenaam in de oren. Ja, zowaar ,,,Rotterdam.
Hebben we de mogelijkheid om ons te ontdoen van een groot gedeelte van de onwillege bemanning.
Het is echter te vroeg in het jaar om met de houtvaart op noord Rusland te beginnen,. Zeker nog een maand wachten.Wij kunnen nog wel voor die tijd nog 2 reizen maken met erts van Noord Spanje naar Rotterdam.
Op een van deze reizen zijn wij genoodzaakt van onze koers af te wijken en St. Nazaire aan te lopen.
Ter hoogte van Quessant worden wij opgeschrikt door het feit dat de gezagvoerder een longbloeding schijnt te hebben. Daar deze persoon op slecht één long schijnt te leven is de situatie hoogst ernstig. Wij zijn allen van goede wil, maar een medice opleiding hebben wij niet gehad en voor ons is het ook vaak giswerk.
Per telegrafie contact opgenomen met het Rode Kruis ziekenhuis in Den Haag. Per omgaand advies om de patient zo spoedig mogelijk  aan de wal te brengen voor opname.
In overleg met het hoofdkantoor wordt besloten St. Nazaire aan te lopen en de gezagvoerder aldaar te debarkeren.
In de vroege uren van de volgende morgen meren wij in St.Nazaire. De op de kade wachtende arts onderzoekt de patient en beslist dat opname in het ziekenhuis noodzakelijk is en per ambulance wordt de patient afgevoerd.
Van collega's diverse malen gehoord dat de omstandigheden in de franse ziekenhuizen erbarmelijk waren, maar dit zelf nog niet meegemaakt.
Nu kon ik het zelf comstateren en ik had medelijden om de patient hier achter te laten, echter een andere mogelijkheid was er niet.
Van het hoofdkantoor bericht ontvangen in St. Nazaire te blijven wachten op een aflos gezagvoerder, welke dezelfde middag arriveerde en de reis kon worden voortgezet naar Portugaleta.
De achtergelate patient heeft 2 weken in het franse ziekenhuis gelegen, waarna hij werd ontslagen. Hij heeft verder geen hinder gehad aan zijn ziekte en heeft zijn beroep verder op de normale wijze kunnen uitoefenen.
Twee reizen maken we naar Noord Spanje, waarna wij weer naar Archangel vertrekken. Twee retour reizen naar een Noord Europese haven.
Op een van deze reizen lagen wij aan dezelfde kade als een nieuw Duits motorvrachtschip. De dicipline op dit schip is heel wat strenger als op de Hollandse schepen. Als aan een der stuurlui iets wordt gevraagd, wordt de stuurman met Herr Steuermann aangesproken. Degene die de vraag stelt staat bijna in de houding. Maar de naam van het schip kon ik niet begrijpen.
De naam was Birkenau, de naam van een der ergste duitse concentratie kampen.  En dat amper 15 jaar na het einde van de oorlog.
Misschien hadden naam en bemanning wel iets met elkaar te maken. Nog steeds denk ik hieraan.

De derde houtreis is een verrassing. Wij gaan naar Siberie . In een plaatsje Igaka, gelegen aan de Jenissey rivier moeten wij gaan laden. ook dit maal een lading hout
Deze haven is ongeveer 6 a 7 weken ijsvrij per jaar. In deze periode kan er geladen worden en zodra de vorst invalt moeten alle schepen vertrekken. Beladen of niet
Door de ijsgang zouden de schepen als een sardineblkje in elkaar geduwd kunnen worden. De minimum temperatuur kan 's-winters oplopen tot minus 63 graden Celcius.

Het is weer eens iets anders wat je niet vaak mee zult maken.
Bij bestudering van de route komen wij er achter dat Igarka 2 dagen stroomopwaarts varen, aan de Jenissey rivier ligt.
Het begin van de reis is de normale route door de noorse fjorden, zoals we gewend zijn op onze reizen naar Archangel.
Zodra wij de Noorkaap zijn gepasseerd, wordt nu koersgezet naar het eiland Nova Zembla.
Nova Zembla bestaat uit twee gedeelten en wordt doorsneden door een fjord. Deze fjord moeten wij hebben om in de Karazee te geraken en vervolgens koers te kunnen zetten naar Dixonpoint aan Jenissey rivierdelta.

Voorbij de Noordkaap, koers gericht op Nova Zembla, zie je geen schepen meer. Er is hier weinig scheepvaart. De meeste scheepvaart gaat naar de haven aan de Witte Zee en is een stuk zuidelijker als wij varen.
Maar toch worden wij schijnbaar in de gaten gehouden.
Zodra de schemening invalt zien wij op de radar een pip., wat er op duidt dat daar een schip vaart. Zodra na enkele uren de schemering weer optrekt en je speurt de horizon af, is er niets te zien en op de radar is de pip ook verdwenen.
Wat zou kunnen betekenen dat wij door een onderzeeer worden gecontroleerd, welke bij dag onderwater vaart en in de schemering weer even aan de oppervlakte komt.
Het weer is fantastisch. Stralende zonneschijn en bij het passeren van de fjord tussen de beide gedeelten van Nova Zembla loop ik wacht in een korte witte broek en wit overhemd met korte mouwen. Het is op dat moment 7 augustus. Heb ik steeds goed onthouden daar het mijn verjaardag was.
Als wij de fjord door zijn , komen wij in de Karazee.en na nog geen uur te hebben gevaren zitten we rondom in de ijsschotsen.
De heersende noorderwind had het drijfijs naar zuidelijker streken gestuwd. Veel hinder hadden we niet van het ijs, maar de loods welke wij bij Dixonpoint aan boord namen, vertelde ons dat de dag ervoor de ijsbrekers enige schepen in de ijsmassa heeft moeten assisteren.
De gebruikelijke controle vindt plaats, waarna het schip zijn reis op de Jenessey rivier kan vervolgen en natuurlijk ook weer onder begeleiding van enkele russischr soldaten.
Een troosteloos landschap waar wij door heen varen. Een troosteloze toendra met hier en daat wat struikgewas. Bomen konden hier niet groeien, vanwege het strenge klimaat. Heel veel zuidelijker zou de boomgroei pas beginnen en het hout wat in Igarka werd verwerkt werd met vlotten van boomstammen vanuit ver in het zuiden naar Igarka vervoerd.
Nergens bebouwing te ontdekken, halverwege passeren wij een plaats Dudinka genaamd. maar deze negorei bestond uit enkele houten huizen.
Igarka is idem. Weinig bebouwing en enorme houtopslag plaatsen. Bewoners zijn er alleen als de temperatuur nog redelijk is.

Zodra wij arriveren wordt met de belading begonnen. Weer laden met eigen gerei..
Arbeiskrachten, tallylui en verantwoordelijken zijn voor de tijd dat de haven is geopend vanuit Archangel naar hier gebracht.
Meerdere bekende lui ontmoeten we hier. Belading gaat dag en nacht door.
Een dag werd er niet gewerkt. Het schijnt dat de arbeidskrachten een staking hielden om zo een vrije dag in de toekomst te verwerven. Of dit is gelukt is mij onbekend.
Het enige vermaakpunt aan de wal in het zeemanshuis. Heel wat kleiner als in Archangel en met minder voorzieningen.
Vanuit de scheepsbemanning was er weing animo voor een bezoek.
Na een week zijn we beladen en aanvaarden de thuis reis. Na de loods bij Dixonpoint vanboord hebben laten gaan zijn we op ons zelf aangewezen en stomen richting Nova Zembla.
Het weer is compleet omgeslagen. Harde noordelijke wind en zware zeegang.
Maar de deklast is goed verzorgd en hopelijk zullen we hier geen problemen mee krijgen.
Tijdens mijn wacht horen we een vreemd geluid. Het geluid komt uit het noorden en wordt met het moment sterker.
Ik vertrouw het niet en laat het schip van koers veranderen zodat zij met de kop in de wind vaart.
Niet lang er na komt er een reusachtige golf langs het schip gerold en is nog hoger dan het stuurhuis. Het was wel even schrikken om zo'n brok geweld voorbij ziet stuiven.
Het is gelukkig de enige grote golf en na verloop van tijd kunnen we onze oorspronkelijke koers weer handhaven.
Als deze golf ons dwars zou hebben belopen zou zeker een gedeelte van de deklast overboord zijn gegaan.

Het geluid van de golf zal waarschijnlijk te maken hebben gehad met het drijfijs wat noordelijker in de Karazee ronddreef, het ijs waar wij geen last van hadden. En op elkaar werd geslingerd en gehutseld door deze enorme golf. Een andere verklaring heb ik er niet voor.
Ruim 50 jaar later kreeg ik een boek onder ogen waarin zo'n golf door een duits oorlogschip in de Noord Atlantic is gefotografeerd. En op de foto wordt aan de horizon een muur van water getoond over de gehele breedte van de foto.
Er werd bij vermeld dat dit niet zo vaak voorkwam en het zeldzaam was zoiets te fotograferen.

Na Nova Zembla koers gezet naar de Noordkaap. Dit keer gaan wij maar een klein gedeelte door de fjorden en via de Westfjord komen we weer in open zee. Onze bestemming is Avonmouth in zuid Engeland en rond de Shetland eilanden hopen we via de Ierse zee daar te komen.
De reis verloopt zonder problemen, maar onze diepgang is te groot om het dock van Avonmouth binnen te lopen en de deklast zal in Cardiff worden gelost en nu staat de diepgang ons wel toe,  om de rest in Avonmouth te lossen.
Hierna nog twee reizen met hout vanuit Oostzee, waarna ik met verlof kan gaan en hoopte de Kerst en Nieuwjaar thuis te zijn.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-05-2010, 07:19:21
Terugblik 25

Ik heb geluk want de kerstdagen ben ik thuis.
Maar voor het einde van het jaar moet ik wacht gaan lopen op het schip de Joseph Frering. Het schip zou voor de jaarwisseling binnen lopen in IJmuiden en bij de hoogovens een lading erts lossen. Een schip voor de kade kost geld, dus zo spoedig mogelijk lossen is het devies. En de lossing zal dan ook volgens de planning in de late namiddag van oude jaar zijn beeindigd.
Het vertrek zal in de namiddag van Nieuwjaarsdag zijn. Voor de bemanning dus een kleine meevaller.

De Joseph Frering en Louis Lanz waren twee omgebouwde noorse olietankers en tot bulkcarriers verandert.
Respectifelijk  9884  en 8293 BRT, in 1936 en 1931 gebouwd en beide in 1956 omgebouwd.
De oorspronkelijke namen waren Skaraas en Skotaas.
De schepen waren eigendom van de NV. Scheepvaart Mij "Mineral " te Rotterdam en in beheer bij Wm.H.Muller Transport Mij
Eén van deze schepen voer op Brazilie en loste in Emden , de ander voer op Monrovia en loste in IJmuiden.
De Louis Lantz werd reeds in 1960 gesloopt, de Josepk Frering in 1963 weer verkocht aan een nieuwe eigenaar en ook in 1970 gesloopt.
Het was ook de periode waar overal ter wereld nieuwe en voor de tank- en bulkvaart grotere en snellere schepen werden gebouwd
en voor een groot deel de oudere schepen gingen vervangen, welke met hun nieuwe concurenten niet meer rendabel waren.
En ook speelde in deze periode ook mee, dat al hele bemanningen uit buitenlanders ging bestaan.
Ik kreeg hier zelf al een voorproefje van, want de aflosbemanning tijdens de lossing van het schip, bestond ook uit 5 Kaap Verdianen.
Waarschijnlijk door de maatschappij voordeliger geacht dan hun hollandse collega's en ook veel minder commentaar hebben gehad om deze jaarwisseling aanboord door te moeten brengen.
 
Het was niet alleen de bedoeling dat ik bij de lossing een oogje in het zeil hield,  maar na lossing als 1e stuurman met dit schip zou vertrekken en wat na lossing ook is gebeurd.
Het eerste wat ik moest doen voor ik mij aan boord meldde was,  bij de GGD een coctailprik gaan halen om mij te vrijwaren van allerlei gevaarlijke tropische ziekten.
Ik had in deze overplaatsing wel zin in.
Een groter schip, echter ook weer een oud schip, maar ook een nieuwe uitdaging en een nieuw traject.

In de namiddag van oud jaar beeindigd de lossing. De ruimen worden gecontroleerd op aangebrachte schade en waar nodig wordt dit gerepareerd.
De volgende 's-middags zal de bemanning aanboord komen en kan er worden gemonsterd. Dan is ook de hele crew van de civiele dienst aanwezig en kan de benodigde proviand aan boord komen en worden opgeborgen.
Met de eigen bemanning kan het schip verder zeeklaar worden gemaakt en dan kan het schip zijn reis aanvangen.

De uitreis verloopt zonder problemen, maar zelf ondervind ik de hinder van de coctailprik welke ik bij de GGD heb moet halen tegen de tropische ziekten. Twee dagen lig ik geheel buiten westen in mijn kooi. Dit schijnt meerdere malen voor te komen, ik ben dus geen uitzondering.
Op dit schip is het de gewoonte om iedere middag , mits het weer het toelaat, hoogten te schieten en een bestek te maken. Op deze reizen is het traject veel vaker in grote stukken open zee en zonder verkenning van de wal.
Ik sta er van versteld wat tegenwoordig een zeewaardig yacht aan boord heeft aan navigatiemiddelen en op de simpele wijze waarop de informatie wordt verkregen. Er is echter één maar, als de apperatuur maar functioneerd en anders heb je niets.

Het schip is geen hardloper, een gemiddelde snelheid van tien mijl per uur.
Het is een confortabel schip, goede accomodatie, maar dat was van de tankvaart bekend door haar meestal lange reizen.
Wij zullen echter met deze vaart tussen Monrovia en IJmuiden geen lange reizen maken en rond de vier weken weer thuis zijn.
Het enige nadeel is dat het lossen veel sneller gaat als een normaal vrachtschip of houtboot en er sneller weer moet worden vertrokken. Maar ik hoef geen verlof meer op te sparen voor studie verlof en kan de gespaarde dagen nu tussen de reizen opsouperen als daar gelegenheid voor is.
We varen nu wel voor een groot gedeelte in een zone met mooi weer en tropenkleding is hier wel een must.
Ook is het wennen aan de snel invallende duisternis en de duur van het daglicht. Op deze breedte is dit practisch altijd hetzelfde en niet zo wisselend als om de Noord tijdens de diverse seizoenen.
De nachtelijke onweersbuien zijn spookachtig en de regenbuien zijn ook niet mis.

Monrovia stelt niet veel voor. Als er plaats is kan meteen aan de kade worden gemeerd en kan de belading beginnen en meestal als de aanvoer niet stagneert zal de belading binnen een dag zijn gebeurd en de terug reis worden aanvaard.
Als het schip eenmaal is afgeladen sta ik versteld over het geringe vrijboord van het schip.
Bemanningen van tanker-en bulkschepen zijn hier aangewend, De dekafsluitingen waren veel hechter en  solide dan op een normaal vrachtschip.Ofschoon er tegenwoordig weinig verschil zal zijn nu alle schepen zijn uitgerust met stalen luiken.
Ik zie nu nog weleens een bulkcarrier de sluizen van Terneuzen passeren op weg naar Gent. Deze schepen zijn soms tientallen keren groter als ik was gewend, maar het vrijboord is nog altijd,  in verhouding tot de lengte van het schip,  vrij klein.
En nu kan ik mij pas voorstellen hoe nuttig de loopbrug is, welke boven het scheepsdek is geplaatst en loopt van de midscheeps tot het achterschip.
De verbindingsweg voor de bemanning tussen de midscheeps en het achterschip, welke beslist nodig is bij een beladen schip.
Als bij de minste zeegang de golven over het dek spoelen. En bij stormweer is het vaak een hele waagtoer om deze tocht te maken en moet je wel zijn "geschoeid " om de overtocht droog te beeindigen, anders sta de rest van je wacht met natte kleren aan het roer of op uitkijk.
Op de uitreis als het schip in ballast vaart is het minder erg en alleen wat buiswater is de enige boosdoener.

Indien nodig lopen wij Las Palmas aan om te bunkeren. Bunkeren is niet het probleem van de stuurman, maar wel moet er zoveel mogelijk erts mee genomen worden op de retour reis en de bunker capaciteit moet de machinekamer wel instaat stellen om de eindstreep te halen. En de brandstofprijzen zullen ook hierop invloed hebben. Wat lever meer op. Erts of Brandstof.

Las Palmas is een leuke onderbreking en vergt weinig tijd. De wal op gaan is er niet bij. Zeewachten draaien gewoon door. Alleen standbij voor het ander deel van de dekbemanning om te meren en ontmeren.
Klaar met bunkeren en voor en achter de trossen los. De helft van de thuisreis zit er al op en nog een paar dagen en het mooie weer zal ook wel eens kunnen veranderen en tropenkleding taboe en 's- nachts een wachtjek aan.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-05-2010, 07:22:14
Terugblik 26

Zoals in de meeste zuidelijke landen met een katholieke invloed, is er ook in Las Palmas het gebedel door nonnen, om wat geld of voedsel,  voor de door hen beheerde weeshuizen. Vaak wordt er door de nonnen borduurwerk te koop aangeboden. gefabriceerd in hun schaarse vrije tijd
Het "opengewerkt "kantwerk van deze streek is heel bekend en ik heb mij laten verleiden,  een tafelkleed van 3 meterlengte met 12 servetten te kopen. 
Voor de spotprijs van slechts 10 gulden. Het arbeidsloon van de nonnen welke dit tafellaken hebben vervaardigd moet dan maar enkele centen per uur zijn geweest. Of zij hebben het gemaakt ... ter ere van.
Het tafellaken is meerdere malen bij mij thuis in gebruik geweest bij feestdagen. Het bleek qua afmeting te groot voor een normale gezinstafel en het wassen en stijven van zo'n tafellaken moest door een wasserij worden uitgevoerd en moest met grote zorg geschieden.. Vooral als je nog in de kleine kinderen zit is zo tafelkleed in de kortste keren smerig
Uiteindelijk heb ik dit tafellaken met servetten aan een kerk in 's-Hertogenbosch geschonken, welke het tot op heden nog steeds gebruiken voor hun viering van het Heilig Avondsmaal.
Nog steeds een mooie herinnering aan mijn vaartijd als ik deze kerk  een enkele maal per jaar bezoek, de kerk waarvan ik jaren zelf lid was.

We weten van de lossing in IJmuiden dat het snel gaat.. Hooguit 24 uur. Dus een kort verlof en de volgende reis staat weer voor de deur. Het enige wat meevalt is de korte reisduur, wat veel vergoedt.
Af en toe eens een afwisseling als er passagiers de reis meemaakten. Veelal "snoepreisjes ", aangeboden door het hoofdkantoor. Maar bezoeken brengen aan land beperkte zich maar tot 1 of 2 dagen en de rest van de reis was zee panorama, met als afwisseling mooi weer en slecht weer, met de daarbij behorende zonsopkomsten en ondergangen.
En natuurlijk de gebruikelijke middagborrel in de kapiteinshut en de gezamelijke maaltijden, mits zeeziekte dit niet verhinderde.

Aan alles komt een eind. Na diverse reizen met plezier te hebben gemaakt komt bij aankomst in IJmuiden de domper.
Eén van mijn keurings papieren was verlopen en zonder geldige keuringspapieren kon er niet gemonsterd worden voor een volgende reis.
Toen ter tijd moest er jaarlijks een keuring worden gedaan m.b.t. de lichamelijke conditie en om de 2 jaar een keuring van gezichts en hoororganen. In mijn geval moest ik mijn ogen op nieuw laten keuren.
Tot mijn grote verwondering werd ik afgekeurd. De gehouden keuringen werden door deze artsen in het meegebrachte monsterboekje opgetekend en van stempel voorzien.
Nu kreeg ik ook een "pracht " stempel.....  AFGEKEURD.
Daar sta je dan.
Einde van je zeemansloopbaan.
Ik was te jong om bij de geconstateerde afwijking aan mijn ogen,  bij de uitoefening van mijn beroep, een bril te dragen.
Was ik 40 jaar geweest dat was dit weer wel mogelijk geweest.  Een vreemde wetsbepaling.

Hoe deze regels tegenwoordig zijn is mij onbekend. Wat mij wel altijd heeft verbaasd is,  dat je toen ter tijd met een bril op, met meer dan 120 km /per uur over de wegen mocht scheuren. Maar op een schip, dat hooguit 12 mijl per uur vaart, dit niet mogelijk was en waar je nog de hulp had van de moderne navigatie middelen.
"VAREN IS NOODZAAK " had dus voor mij afgedaan. Wat nu.?
Op dat moment de jongste 1e stuurman in jaren van de maatschappij en de oudste 1e stuurman qua anciniteit.
Promotie in het verschiet ?
Was mijn studie voor niets geweest ?
Niemand weet het. Ik zal er bij moeten leren leven. Misschien heeft het ook zijn positieve kanten.
Een baan aan de wal ? Altijd thuis ? Meer aandacht voor je jonge gezin.!
Het devies zal moeten zijn. Niet bij de pakken neer zitten, Niet achterom kijken , dat is geweest. Vooruit zien, daar ligt ( en misschien lacht ) de toekomst. De toekomst zal het leren.

In overleg met de maatschappij loop ik haven wachten bij lossende schepen en zal ik proberen via sollicitaties een passende baan te vinden.
Een der advertenties van een frans concern in Brabant vraagt een ex . stuurman voor hun logistieke afdeling..
Sollicitatie, gesprekken, bevestiging en wanneer kan je beginnen.Dan het verzoek om zo spoedig mogelijk te beginnen.
Half december, 3 dagen na het laatste gesprek, start ik met mijn nieuwe baan. Een woning is reeds beschikbaar ofschoon er nog steeds woningnood is.
Begin februari verlaat in Den Haag en vestig ik mij met gezin in 's-Hertogenbosch.
Per 1-1-62 verlaat ik de dienst van Wm.H.Muller en Co.NV.
Een nieuwe levensloop begint en hoe zal het mij vergaan ?
Vanaf dat moment werd ik een "VREEMDELING " , t.o.v. mijn geboorteplaats en ben dat tot op heden gebleven.

Achteraf vraag je af....?
Wat waren de mooiste schepen......  Zonder twijfel de Domburgh en Vrijburg   Batavier 1 en 3
Wat was de mooiste lijndienst .......         Rotterdam-Londen. Soms 2x per week maar wel het weekend thuis
Waren de grotere schepen gezelliger...... Nee , deze schepen hadden geen radiotelefonie installatie en je had hierdoor op je wacht geen contact met collega's op andere schepen.

Het motto van onze moderator Rinus Nutbey is... Eén maal gevaren, altijd gevaren.
Dat is juist. Het water trekt altijd.en als vacantie vier wil ik bij voorkeur aan zee.
In 1971 heb ik toch weer voor een week als prenter de zee opgezocht.
Een reis met de Sch. 110 Ali, met schipper J.Taal.
Een mooi schip, maar lelijk gemaakt door de stellages achter de midscheeps voor de bokken visserij.
Ook deze reis werden we opgeschrikt door de gevaren van de zee. Eén der Urker kotters laat weten dat er een bemanningslid wordt vermist, waarschijnlijk overboord geslagen. Nooit weer terug gevonden.
Ofschoon de Sch.110 ruim 1000 pk ter beschikking had aan trekkracht en met 2 boomkorren viste, was de gevangen hoeveelheid vis niet in vergelijking met de vangst van de Sch.10,  waar rond 1948 ik een reisje mee maakte. Deze ex Deense snik had slechts 80 pk trekvermogen tot haar beschikking en viste met slecht één borden trawl.

Allen die een bijdrage hebben geleverd aan de afleveringen van Terugblik in de vorm van reacties en foto's hartelijk dank.
Uw medewerking heeft er toe bijgedragen om dit schrijfwerk tot het einde toe af te werken.
Veel vrije tijd heeft het gekost, maar voor een goed doel.
Herinneringen aan Scheveningen en haar bewoners
Misschien hebben mijn kinderen en klein kinderen er later nog iets aan, als zij iets van hun vader of opa willen weten.

Vreemdeling Cor



Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 31-05-2010, 08:54:01
Cor met veel genoegen gelezen hartelijk bedankt

gr Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 31-05-2010, 10:11:32
Als je nog meer verhalen hebt , houden we dit tot sterke aanbeveling . Ik heb zitten genieten

Henk K


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 31-05-2010, 11:56:50
Met veel plezier gelezen en steeds uitgekeken naar de volgende aflevering.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 31-05-2010, 13:00:08
Cor ik genoten van je reisverslagen heel mooi bedankt!!

met vriendelijke Groetjes Willem.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-05-2010, 19:39:30
Lezers,
 Op Google onder vermelding van Joseph Frering zijn nog meer bijzonderheden te lezen over dit schip en de Louis Lantz.
Ook zijn er foto's geplaatst.
Verhalen en foto's zijn niet van mij afkomstig.
Het geheel is echt lezend waardig.
Succes er mee.
gr.
Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 01-06-2010, 16:28:00
Cor,

Ik heb met veel plezier je herinneringen gevolgd. Erg interessant en goed geschreven.

Vriendelijke groeten,
Kees Taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: lois op 01-06-2010, 16:56:25
jammer,spannend boek is uit.
pspaans


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 02-06-2010, 01:02:34
Klasse!!

Wie volgt?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: aat taal op 02-06-2010, 08:44:34
Heel goed. Ik heb genoten.

aat taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 04-06-2010, 01:57:59
Ja, het was interessant ,mede doordat er zo ongeveer die zelfde  tijd ook nog familie van me op die schepen vaarde maar helaas het verhaal eindigde veel abrupter dan ik had verwacht, ik had voor mijzelf alreeds ingeschat  dat Vreemdeling een Schelde Loods of iets dergelijks was geworden dat kwam doordat hij in Zeeuws Vlaanderen woonde/woont, maar helaas mocht dat niet zo zijn, al de vele varensgasten hier op de site , ik ook,  kunnen ons goed indenken wat Vreemdeling bij het afgekeurd worden  heeft doorgemaakt, maar kunnen we dat echt ?? Ik denk van niet.
Vr gr.
Jan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2010, 17:59:45
Vacantie.

Ook op oudere leeftijd kan men nog volop van een vacantie genieten.
Een voorwaarde is nog wel dat het weer niet te slecht is en je op oudere leeftijd nog goed gezond en mobiel bent, en gaan en staan kan waar je maar wilt.
De manier van reizen zal ook wel een voorwaarden zijn en zeker ook de hoeveelheid geld wat je wilt en kunt spenderen.
Een dure verre vliegreis behoeft niet beter te zijn als een auto tocht naar één van onze buurlanden.
En natuurlijk telt ook mee, wat verlangt of verwacht je van een vacantie.
Voor de één is een terrasbezoek met een lekker drankje een voorwaarde. terwijl de ander een wandeltocht en een likijsje ambieert.
De één ambieert een " all in " verblijf in een 5 sterren hotel , terwijl de ander er met de caravan er op uittrekt en zelf zijn potje kookt.
En dit jaar heb ik weer diverse ouderen gezien, die er met de tent op uit trokken.

De laatste jaren heb ik mijn vacantie door gebracht in Noord Frankrijk en dat dan natuurlijk aan de kust.
Als ik bij mijn kinderen in het binnenland of in Luxemburg op hun huis moet passen zie ik genoeg  landelijk genot en behoef dan in een vacantie niet hetzelfde te zien.

Voor mij vanuit Zeeuws Vlaanderen is de afstand naar Noord Frankrijk niet zo ver.
Verleden week ben ik met auto en caravan in drie en een half uur vanuit Boulogne sur Mer naar huis gereden en ook onder weg nog een stoppauze gemaakt om te eten en wat te rusten. Afstand 240 km, waarvan 15 km op secondaire wegen en de rest snelweg.
Vanaf Dieppe zal het zo'n 400 km zijn, dus heel aangename afstanden om in een dag te doen.

De gehele noord -west kust van Frankrijk is mooi en er zijn vele leuke plaatsjes om te bezoeken.
Dit jaar heb ik mij beperkt tot de plaats Wimereux en omgeving, een leuke en moderne badplaats 6 km benoorden Boulogne sur Mer.
Deze plaats bezocht ik nu voor de 5e maal en nog steeds bevalt het mij daar uitstekend.
Er is een goede camping in deze plaats, zo'n 500 meter afstand van het strand en de gezellige boulevard.
Deze camping wordt door de gemeente beheerd en berekent schappelijke prijzen. Ik betaalde € 16.50 voor staanplaats caravan, electriciteit, 2 personen en staanplaats voor de auto bij de caravan incl. toeristen belasting per dag.
De staanplaatsen zijn zeer ruim. Overdag en 's-nachts politie controle
In de plaats is nog een 2e camping. Deze camping is verder van de kust gelegen en is qua prijzen duurder en heeft minder grote staanplaatsen en veel geluidsoverlast van de TGV trein die vlak langs de camping voort raast. De camping is iets luxer met veel vaste bewoners.

Wat trekt mij naar Wimereux ?
De zee, het strand , de duinen, de krijtrotsen en de gehele omgeving.
Deze kuststreek wordt ook wel aangeduid als de Côte Opale. De fransen zijn er erg goed in om bepaalde kustgebieden een mooie kleurrijke naam te geven.
Maar laten we eens de omgeving gaan bekijken vanaf Wimereux in noordelijker richting tot aan kaap Blanc Nez

Wimereux heeft een schitterende wandel boulevard waaraan diverse hotels, vacantie huizen en horeca bedrijven zijn gevestigd.
Over een groot gedeelte van de boulevard zijn aan de landzijde strandhuisjes geplaatst.
Ieder huisje versiert met een vrolijke naam en hier en daar wat extra versiering. Huisjes geschilderd in een witte kleur en afgezet met blauwe biezen. De franse kleur voor een badhuisje zoals  je ze overal aan de franse kust tegen komt.
Waarom deze badhuisjes op de boulevard. ?
Bij hoogwater staat de zee tot aan de boulevard dijk en er zou weinig van de strandhuisjes overblijven bij het minste of geringste zuchtje wind.
Hele families hebben zich bij mooi weer rond deze strandhuisjes verzameld.
Vaak onder het genot van etenswaren en een glas wijn en omgeven door spelende kinderen met bal, step of fietsje. Het geheel geeft een prettige ontspannen sfeer. En hier omheen flaneren de overige badgasten, vacantie gasten en overige bezoekers.
Gedurende een groot gedeelte van de dag is de boulevard afgesloten voor wielrijders , skeelers en loslopende honden.
En auto's zijn al helemaal niet toegestaan. Het is met recht een wandel boulevard.
Aan de zeezijde van de boulevard is een verhoging aangebracht, welke meteen als bank met leuning kan worden benut. Aan de buitenzijde van de boulevard zijn bordessen aangebracht.
Bij laag water is het strand zo'n 500 meter breed. Het strand heeft nergens een droog gedeelte, want bij hoogwater staat het gehele strand weer onder water.
Bij laag water is er voldoende ruimte voor de vele badgasten, maar zodra de vloed opkomt trekken de badgasten zich steeds verder terug, richting boulevard en op het laatst is iedereen op de boulevard.
Op de banken en op de bordessen, één groot strandvermaak.
Bij goed weer vertrekken de eerste badgasten om 19.00 uur huiswaarts, de tijd voor de franse avond maaltijd en om 20.00 uur is de boulevard vrij van de badgasten en resteren de flanerende hotelgasten en wandelaars.
Wat het water betreft zijn het nog de surfers welke na hun dagtaak nog even hun sport willen bedrijven en verder nog war zeilbootjes van de plaatselijke verhuurderij en zeilschool.
In deze plaats worden regelmatig belangrijke surf wedstrijden gehouden.
Bij het zwemmen moet men er wel rekening meehouden dat er erg veel stroming staat.

Aan het einde van de boulevard in noordelijke richting stroomt het riviertje Wimereux in zee en een kilometer verder begint een belangrijk duingebied, de "dunes de Sacs". Momenteel een groot natuurpark, met golfbaan en dure vacantie woningen.
Overal in dit duingebied zijn nog de overblijfselen van de duitse bezetting te zien. Heel veel bunkers en geschutsstellingen en reeds vele van deze bunkers zijn vanaf de krijtrotsen in zee gestort, door de voortdurende afkalving van de krijtrotsen.
Door dit hele gebied zijn wandelpaden aangelegd en op diverse plaatsen langs de verkeersweg parkeerplaatsen aangelegd met duinpaden naar het strand of panorama punten.
Dit duingebied strekt zich uit vanaf Wimereux tot voorbij het plaatsje Ambleteuse.
Ambleteuse in ook een badplaats, echter minder chic als Wimereux.
Wel met een eenvoudige boulevard, maar met een minder mooi strand. Grote gedeelten bedekt met grintkeien.
Bij hoogwater staat ook hier het water tot aan de boulevard dijk.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2010, 18:26:56
Gelieve te lezen in voorgaand artikel
dunes de Slacs i.p.v. dunes de Sacs
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Zeester op 21-07-2010, 19:09:04
Cor bedankt!!

hij is weer voor z'n roodkopere! ;)

Groetjes Willem.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 21-07-2010, 23:03:36
Wimereux is bij de fransen vooral bekend voor zijn mossels. Die gaat men daar zelf rapen. Je vindt er dan ook alleen nog maar hele kleine mossels.
De fransen beweren dus dat kleine mosselen lekkerder zijn dan de grote (Zeeuwse).


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-07-2010, 07:27:39
wijbe
dit onderwerp komt nog ter sprake in het vervolg.
gr.
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 22-07-2010, 22:54:01
OK.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2010, 18:19:58
Het duin gebied van de Slacs , vernoemd naar het riviertje wat er door heen stroomt, is niet vergelijkbaar met het duingebied zoals wij dat zijn gewend. De lagere gedeelten zijn vergelijkbaar. Uit het duin komend om op hetzelfde hoogte niveau het strand te vinden.
Het hogere gedeelte is hetzelfde duingebied maar is als het ware boven op de krijtrotsen geprojecteerd. Veel vlakker en zonder grote zandheuvels, en aan de rand van het duin is er een groot hoogte verschil met het er beneden liggende strand.
Dit duingebied loopt door tot iets noordelijk van de plaats Ambleteuse, waarna weer een landschap volgt van uitgestrekte akkers en weiden , afgewisseld door hier en daar wat bossen.
De akkers en weiden lopen vaak tot aan de rand van de krijtrotsen en het landschap is heuvelachtig met soms aardig hoge heuvels, vooral in de buurt van Cap Blanc Nez.
Langs de kant van de weg worden we regelmatig gewaarschuwd door de borden "Keep Right ". Een waarschuwing voor de engelse automobilist, die onderweg vanuit Engeland via Calais of Kanaal tunnel naar zijn vacantie bestemming, er op wordt gewezen niet langer in Engeland te zijn en hier rechts i.p.v. links wordt gereden.

Verleden jaar was mij al een naambordje opgevallen toen ik ook op deze weg in noordelijker richting reed.
De naam was Haringzelle. Dit keer zou ik goed op letten of de naam echt zo was, en ja hoor, weer stond er langs de weg dezelfde naam en nog geen kilometer verder aan de andere zijde van de weg bij de ingang van een groot bos... "Bois de Haringzelle".
De naam "haring "komt mij bekend voor. Misschien heeft het in oude tijden echt iets met haring te maken gehad.
De naam "zelle " kon ik niet thuis brengen, maar in een vacantie folder met betrekking tot deze streek werd de naam "zelle" verklaard.
Het zou een naam zijn vanuit de periode dat de Noormannen de noord franse kusten bezet hadden en de betekenis is oord of plaats.

Niet ver voorbij het "Bois de Haringzelle " is een groot oorlogsmuseum gevestigd in een ex. duits bunkercomplex en hier is ook een enorm groot kanon tentoongesteld waarmee de duitser in 1940-1945 Engeland hebben beschoten.
Het gedeelte waar we nu zijn is ook het gebied van Kaap Gris Nez.
Een hoger gedeelte met grauwe klippen. De naam van de kaap geeft dit ook weer. Het gebied vanaf kaap Gris Nez tot aan de volgende kaap, kaap Blanc Nez, wordt aangeduid als de "Pays des deux Caps ". Ook wel wordt dit gebied aangeduid als de baai van Wissent.
Kaap Gris Nez is bij de zeevarenden alom bekend en als je deze kaap was gepasseerd duurde het niet lang meer voor je weer bij "moeder de vrouw" was, in het geval je een noordelijke tot oosterlijke koers voor lag.
Het plaatsje Wissent werd in oude verhalen over de zeevaart vaak genoemd.
Vanaf kaap Gris Nez heb je een schitterend uitzicht over de zee en het aangrenzend kustgebied en als ex. zeeman bekijk je het nu eens van een andere zijde.
Een kleine 10 km verder ligt kaap Blanc Nez. Dit gedeelte is hoger als Gris Nez.en vanuit de verte maakt dit hoge punt zijn naam met recht waar. De grond van de akkers waarmee de kaap is omgeven is wit van kleur.
Deze kaap is met recht een bezienswaardigheid. Groot parkeer terrein. Goede toegankelijke wandelpaden en prachtige panorama punten op diverse niveaux. En voor degene die van wandelen houden  zijn diverse mooie wandel routes uitgezet in de directe omgeving.
Ook hier een prachtig uitzicht over de zee en het drukke scheepvaart verkeer in dit nauwe gedeelte van het Kanaal. En het drukke
verkeer van de veerboten tussen Calais en Dover. Vanuit dit punt bij helder zicht wordt je gewaar dat je naar de drukste scheepvaart route van de wereld staat te kijken.
In de richting van Calais kijkend vroeg ik mij af, waar de Sch. 84 met schipper A.de Graaf in het najaar van 1947 was gestrand. Was dat benoorden of bezuiden Calais.? Misschien had ik het vanuit deze plaats kunnen zien. Voor de reder J.J. een slecht najaar.
Eerst de Sch.5 op het strand bij Ter Heijde en kort hierna de Sch. 84 op het strand bij Calais.
Beide schepen hebben het overleefd en er zijn gelukkig geen slachtoffers bij gevallen.
Nog snel even het plaatsje Sangatte naast kaap Blanc Nez bezocht, maar hieraan weing herinneringen aan over gehouden. Geen parkeerplaatsen in de nabijheid van het strand. En het strand was ook niet wat wij ideaal zouden noemen.

Na een rit van 25 minuten weer terug op ons uitgangspunt.en een bankje op de boulevard van Wimereux opgezocht om nog een uurtje van de avond zon te genieten.
Wat mij steeds van de fransen op valt is, dat zij dichter bij de natuur leven als wij.
Veel meer gebruiken zij artikelen, welke op een eenvoudige manier te verkrijgen zijn. Bij voorbeeld !
In het voorjaar het jonge blad van de paardenbloem plukken en dit als sla bij de maaltijd geven. Probeer het eens, het is smakelijk en iets bitter van smaak.Wel de blaadjes plukken alvorens de paardenbloem in bloei staat.
En dan kan je ook nog slakken gaan zoeken of kikkers vangen.
En aan de kust zie je bij laag water veel personen, mannen zowel als vrouwen, uit alle lagen van de bevolking, gewapend met een emmer, zich richting strand begeven.
De meeste gaan "kreukels " rapen, een kleine zeeslak welke zich vasthecht aan de rotsen. Een inspannend en vermoeiend werkje om een maaltje bij elkaar rapen, maar ze hebben het voor over. Er zijn bewoners van Zeeuws Vlaanderen die dit aan de oever van de Wester Schelde ook met veel geduld doen.

Weer anderen gaan op de mossel jacht.
Aan de zuidzijde van het strand in Wimereux bevindt zich een rotsplateau. Bij hoogwater staat dit plateau geheel onder water, bij laag water  gedeeltelijk droog vallend. Bij laagwater een geliefde plaats om te hengelen en mosselen te zoeken.
In de herfst van 2009 heb ik een persoon gezien, welke iedere keer als bij daglicht het rotsplateau droog viel, 2 baaltjes mosselen hier wist te verzamelen. En in Wimereux zijn diverse particuliere adressen waar deze mosselen te koop zijn.
En zoals Wijbe M2 ons al heeft bericht zijn deze mosselen niet groot van omvang.
Maar zijn de franse gekweekte mossels al niet kleiner dan de hollandse mossels ?
Maar in alle eethuisjes staan mosselen op het menu en er wordt flink gebruik van gemaakt.
Ook in de meeste kustplaatsjes zijn bij particulieren kleine visstalletjes, waar mossels, andere schelpdieren, krab en kreeft en wat vis te koop zijn.
Meestal door plaatselijke visserlui zelf uit zee verkregen, met behulp van tractor en vissloep met buitenboord motor.

Het zojuist genoemde rotsplateau is voor de scheepvaart ongevaarlijk omdat de aanloop route naar de haven ingang van Boulogne sur Mer veel verder zeewaarts ligt. Maar de pleziervaart moet er wel degelijk rekening mee houden en zeker in de avond en nacht, daar dit plateau niet is verlicht en alleen maar een dagmerk toont.
In 2009 liep het zeilyacht St.Anne uit Oostende in de nacht op dit plateau. Opvarenden zijn per helicopter in de nacht van boord gehaald.
's-Morgens was het gehavende wrak tegen de boulevard dijk aangespoeld. Zodra het wrak droog viel werden mast en zeiltuig van het scheepje ontmanteld en op de boulevard in veiligheid gebracht, waarna het casco per kraan op de boulevard werd geplaatst en persoonlijke spullen vanuit het schip in veiligheid konden worden gesteld.
Later is het wrak per dieplader  afgevoerd.
Het toeristen seizoen was nog in volle gang dus aan belangstellenden geen gebrek. Gelukkig waren er geen slachtoffers.

wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2010, 18:22:48
Zeester,
Waar blijven de anderen met hun copy?
Of is iedereen op vacantie of schamen zij zich voor de puinhoop op de boulevard.
Misschien is Wimereux een alternatief
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 24-07-2010, 15:14:12
De naam was Haringzelle."Bois de Haringzelle".
De naam "haring "komt mij bekend voor. Misschien heeft het in oude tijden echt iets met haring te

Wat een toeval. Ik ben begin juni weer eens "op de bonnefooi" naar de Opalenkust gegaan voornamelijk voor het lekkere en betaalbare eten. En Dieppe natuurlijk, terug naar de oorsprong van de lougre. Criel-sur-Mer heeft ook een hele leuke camping, meteen aan het strand hoog op de kliffen. Prachtig uitzicht. Op de terugweg de kleinste weggetjes genomen, je weet nooit wat je tegenkomt. Stak de Frans-Belgische grens over bij Poperinge. Er is daar een plaatsje dat Haringe heet.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 24-07-2010, 18:22:23
Metser,
De plaatsjes Haringe en Haringenzelle liggen zeker zo'n 70 km. uit elkaar.
Leuke reactie.
Gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 24-07-2010, 21:24:36
Op http://nl.wikipedia.org staat veel info over deze regio.

Cap Blanc-Nez (http://nl.wikipedia.org/wiki/Cap_Blanc-Nez): oude nederlandse naam is Blankenesse en Blackenest. Black verwijst naar het oudnederlandse woord blanka wat zoveel als helder of blank betekent. Nest verwijst naar nessa wat vooruitstekend stuk land in water betekent.
Cales Cliff is een andere benaming van de kaap die stamt uit de tijd toen het gebied nog aan de Engelsen toebehoorde.

In dit gebied is nogal eens gevochten tussen engelsen en fransen. Als een vrouw in NW-Frankrijk haar maandstonde heeft wordt gezegd: De engelsen zijn aangekomen! (engelse soldaten hadden rode jassen).

Cap Gris-Nez (http://nl.wikipedia.org/wiki/Cap_Gris-Nez): oud-NL: Swartenesse

Onder Opaalkust (http://nl.wikipedia.org/wiki/Opaalkust) vindt je veel oorpsronkelijke namen voor de later verfranste dorpsnamen:

Gevelingen, nu Gravelines
Witzand, nu Wissant
Het Hoekske, nu Le Touquet-Paris-Plage
Wimeruwe, nu Wimereux

Haringenzelle staat er helaas niet bij.

Het dorpje Haringe bij Poperinge is overigens nogal bekend vanwege haar Mirakel, zie: http://www.haringe.be/film.htm
De brandweer van Haringe is van de modernste snit.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-07-2010, 08:19:44
Wijbe M2,
Mooie aanvulling.
Of Haringenzellle een officiele plaatsnaam is , durf ik niet te zeggen.
Het bordje langs de weg is geen gebruikelijk frans plaatsnaam bor.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-07-2010, 09:45:55
Vanaf de boulevard in Wimereux kijkend naar het noorden zien we Cap Gris Nez, kijkend naar het zuiden zien wij de pieren van Boulogne sur Mer en naar het westen de zee. Bij heel helder weer gebeurd het weleens dat we in het noord-westen wat van de engelse kust kunnen zien en de schepen varend in de scheepvaart route richting Noordzee. De schepen richting Atlantische oceaan zien je meestal niet omdat deze zich dichter bij de engelse kust ophouden.
De haven van Boulogne wordt weinig bezocht door de scheepvaart. Wel zijn de veerboten vaste bezoekers. 's-Middags om 3 uur zie je het schip opdoemen bij Cap Gris Nez om om ongeveer 4 uur de pieren van Boulogne binnen te lopen, maar niet alvorens de veerboot vanuit Boulogne naar de overzijde van het Kanaal, achteruitvarend de aanlegstijger heeft verlaten om tussen de havenhoofden een kwart slag te draaien met de kop naar zee en de havenmonding uit vaart.
's-Avonds om 7 uur zie je een andere veerboot opdoemen bij Cap Gris Nez, welke dan rond 8 uur binnen loopt. Maar deze lost geen collega af.
En voor de rest is het vrij rustig qua vrachtvaart. Alleen de kust vissers brengen wat leven in de brouwerij.
Verleden jaar zag ik op een vrijdagmiddag een bekend schip binnenlopen.
Vanaf de boulevard in Wimereux meende ik dat, qua tuigage en bouw, we hier te maken hadden met het hollandse zeilschip de "Eendracht ".
Toen ik op zaterdagmorgen wat vis voor ons middagmaal in Boulogne ging kopen, ....want een gebakken visje hoort er 's-zaterdags bij......,  lag daar de Eendracht aan de kade en probeerde met behulp van bilboards passagiers te strikken voor een betaalde vaartocht.

Boulogne was in de oudheid al bekend. In het boekje over de vlaamse visserij wordt al over deze haven gesproken. Bij de komst van de Romeinen in 57 v.C. bestonden aan de westkust al 2 havens waaruit men de overtocht naar Brotse eiland kon maken..
De ene haven was Itius Portus, gelegen in de buurt waar later de plaats Kales is ontstaan en wat later het huidige Calais is geworden.
Gesoriacus of  Bononia was de andere haven. De naam veranderde in de tijd naar Boonen en is nu het huidige Boulogne.
In dit boekwerk wordt ook vermeld dat de voornaamste haven aan de Noordzee Boonen was en hier in 40 na C. een vuurtoren werd opgericht en vanuit deze plaats ondernamen de Romeinen vanaf 40 na C. de veroveringen van het Britse eiland.
Nog steeds is Boulogne een belangrijke havenplaats en is de belangrijkste vissersplaats van Frankrijk.
Havens en dorpjes aan de kust in Frankrijk liggen allemaal in de laagten tussen de omringende heuvels en vaak aan de monding van een riviertje. En zo dus ook Boulogne.

Komend vanaf Wimereux heb je vanaf de toegangsweg naar de stad een prachtig uitzicht over de havenmonding en het tussen de havenpieren gelegen strand. Voor de bezoekers van het strand en het nabijgelegen Naausica is er een prachtige parkeerplaats gecreerd tussen de toegangsweg naar de stad en het strand. Het strand loopt bij hoogwater niet geheel onder en een gedeelte blijft dus droog.
Een bezoek aan het zee aquarium Nausica is zeker aan te raden. Trekt er wel voldoende tijd voor uit en ga liefst in de vroege morgen uren als de bussen met toeristen en schoolkinderen nog niet zijn gearriveerd.
Verder richting centrum stad langs de kade lopend, zien we een enkele sleepboot en vele kleinere vissersschepen gemeerd liggen.
Veel van deze vissersschepen zijn staande want vissers en een enkele met een trawlnet vissend schip.
Geen enkel vaartuig met een bokkentuig. Ik heb één maal een bokkenvisser zien binnenlopen, maar ik was te ver verwijderd van het schip om te zien waar dit schip thuis hoorde.

Wat verder doorlopend langs de kade komen we bij de visstalletjes. Dagelijks is hier verse vis verkrijgbaar. Ongestript en meest platvis. Verder wat krabben, kreeften , haai en steenbolk. Prijzen schappelijk.
Schol 3 en Schar  € 2-./ kg.    3 kg. voor € 5-    Schol 2   € 3     Tongschar  € 5-/ kg.    Tong vanaf € 8-/kg  ( slib)
De vishandel is een vrouwen aangelegenheid en ik veronderstel dat het de echtgenoten zijn van eigenaars van de vissersboten.
Bij de huisvrouwen is er veel animo om hier vis te kopen en niet alleen op vrijdag en de visstalletjes hebben ook veel bekijks van de vele hier aanwezige toeristen.
Het begin en einde van de viskramen wordt aangegeven door twee gekleurde beelden. De eerste stelt een visserman voor, gekleed in bruine kiel, schipperspet en laarzen en de tweede stelt de vrouw voor in de plaatselijke klederdracht met geplooide muts zoals zij er vroeger  uit zag.. De afgebeelde muts is hoger en smaller dan wij gewend waren op Scheveningen. Maar wel wit van kleur.
Of deze mutsen iets van doen hebben met de plaats Calais is mij onbekend en ligt niet zover hier vandaan, maar de plaats staat wel bekend om haar kantwerk.
Het beeld van de visserman heeft veel overeenkomst met het beeld van de visserman welke in Cadzand-Bad op de dijk bij de spui sluis staat.

wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-07-2010, 09:47:56
In een hoger stads gedeelte ter hoogte van Nausica heeft men een prachtig uitzicht over de haven ingang en een groot gedeelte van de haven. Het is soort park en tevens een historische plek en een gedenkplaat aan Napoleon getuigt hiervan.
Een ander historisch gebouwtje is het kruithuis.
Op deze plaats verzamelde Napoleon zijn troepen voor de slag bij Austerlitz.
Dit feit wordt door een plaatselijke historische vereniging jaarlijks in de maand Juli herdacht met optredens van verschillende groepen in ouderwetse soldaten kleding. Er is een ruime keuze.... van Noormannen tot en met Wereldoorlog 2.
Daar deze plaats een schitterend overzicht geeft van de haven ingang zijn ook hier door de duitsers de nodige bunkers gebouwd.

Op deze plaats werd ook het "Calvary des marins " gebouwd.
Een herdenkings monument voor de gevallen en verongelukte zeevarenden en visserlui. Een indrukwekkend gebouwtje met een groot kruis.
De letterlijke vertaling van Calvary is dan ook  Kruisberg.
Het gebouw bestaat uit een open binnenplaats, waarin op de muren al de namen en data van de verongelukten of gevallenden zijn vermeld.
Tevens is er een kleine kapel met altaar voor eventuele meditatie. Een schilderstuk van de eerste Boulognese stoomtrawler versiert de muur en enige reddingboeien van verongelukte schepen zijn als decoratie toegevoegd. En natuurlijk het boekwerk waarin je het nodige  goed gemeend medeleven kan plaatsen.
Een stenen trap naast het gebouw voert naar een dakterras, waarop tegen de borstwereing de nodige herinnerings plakketten aan scheepsongevallen door echtgenoten, kinderen of maatschappijen zijn geplaatst.
Vaak heel ontroerend, vooral de 3  tableaux, welke door de directie van de visserijschool zijn geplaatst, voor verongelukte jonge leerlingen. aan boord van diverse vissersschepen.
 
Ook hier is door baldadigheid besloten het open gebouw met een stevig hek af te sluiten. Het gebouw wordt op regelmatige tijden geopend en een ex visserman houdt dan de wacht en ontvangt de bezoekers.
In gesprek met de ex. visserman informeerde ik naar een eventueel visserij museum. Zoiets had ik vast verwacht, zeker voor een plaats die prat gaat op  de belangrijkste vissersplaats van Frankrijk te zijn.
Plaatsen als Dieppe, Berck en Fecamp hebben wel een visserij museum, maar ondanks aandringen van ex. visserlui is dit nog steeds niet gerealiseerd in Boulogne.
Wel maakte hij mij attent op een andere bezienswaardigheid. In een der huizen aan de onderzijde van dit park is een huis te bezichtigen van een vissersgezin uit lang vervlogen tijden.
.
Na verschillende keren vragen heb ik het uiteindelijk gevonden, aan de zelfde straat als en schuin tegenover Nausica.
Na veel trappen te zijn beklommen tussen de huizen, kwamen wij uiteindelijk bij de gezochte woning.
De  leefstijl en armoede onder de visserlui in vroeger tijden waren in alle landen vrijwel hetzelfde of verschilden niet veel.
Als je de deur opende stapte je de huiskamer binnen. Ongeveer 3 x 3 meter. Een linnenkast, tafel en wat stoelen het enige meubulair.
Houten vloer. Een open keuken was schijnbaar toen ook al in de mode.Afmeting nog kleiner dan de huiskamer. Tafel met 4 stoelen, een platte buis kachel en een aanrechtje.
Keuken was tevens slaapkamer, ca. 3 bij 2.5 meter
Bedstee als slaapplaats voor man en vrouw en in de bedstee een ingebouwde slaapplaats van ongeveer 1.2 m x 0.8m.
Op mijn reactie dat dit dan waarschijnlijk voor de eventuele baby zou zijn, kreeg ik ten antwoord dat het zelfs gold voor kinderen tot ca. 14 jaar en dan soms ook nog 2 stuks, welke dan tegengesteld in deze slaapplaats lagen. Waarschijnlijk waren de kinderen minder groot als tegenwoordig.
Naast de keuken een klein binnenplaatsje, waar je maar amper tussen de huizen de blauwe lucht kon zien. Hier op dit binnenplaatsje een open toilet met emmer , waarin de behoeften konden worden gedeponeerd. Verder opslagplaats voor manden en visserij spullen.
Op mijn vraag of de bewuste emmer door de reinigingsdienst werd opgehaald, werd mij verteld dat het de gewoonste zaak was, dat de inhoud van de emmer buiten de voordeur werd geledigd.
Of dit geheel juist is, lijkt mij sterk omdat het huisje zeker 15 meter hoger was gelegen dan de op deze heuvel gebouwde huisjes van de omwonende buren.
Verder in het huisje wat foto's, kanten mutsen en plooiijzers en een heel mooi model van de eerste loggers.


Niet zover vanaf deze merkwaardige plaats, hooguit 5 minuten per auto, kunt u ook nog de oude ommuurde stadsdeel St.Pierre bezichtigen.
En als u daar dan toch bent, bezoek dan ook de grote gedenknaald ter ere van Napoleon in het 3 km verder gelegen plaatsje Wimille en op de terug reis naar het 3 km verder gelegen Wimereux, het kerkhof van gevallen geallieerden uit de 1e en 2e wereld oorlog. waar u dan toch langs komt.

En is uw ontdekkingshonger nog niet gestild, dan kunt u altijd nog Portel Plage bezoeken, een wijk aan de zuidzijde van de haven van Boulogne. Met een prachtig zandstrand, waarvan een groot deel droog blijft, een leuk boulevardje op verschillende niveaux en een prachtig Parc des Falaises waarvanuit u weer een prachtig panarama heeft over een groot deel van de haveningang met aanliggende havens en het noordelijk gelegen kustgedeelte.

Einde



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-07-2010, 09:59:25

In het voorgaande artikel werd gesproken over het toilet in een vissershuisje.
Hierover schrijvend moest ik denken aan een rijmpje uit mijn jeugd

Jan Peut en Willem van de Kakton,
zijn mannen van stavast.
Jan Peut die draagt de tonnen
en Willem houdt ze vast.

Zij zullen ongetwijfeld werknemers van de reinigingsdienst zijn geweest.
en hadden als dagtaak het ledigen van de "kaktonnen " in een reservoir op een door hen voortgeduwde handwage.
Rond 1930 nog in gebruik.

Zijn Peut en Kakton scheveningse scheldnamen ?

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:16:49
Vorig jaar toevallig weer in Boulogne-s-M geweest.

Hieronder de viskramen en de beschreven beelden.

Bij de beelden staat een plaatje waarop staat:

Batisse en Zabelle zijn twee typische figuren uuit de lokale folklore.
Hij (Batisse, ww) is een visserman, onderdeel van de hoofdaktiviteit van Boulogne. terwijl zijn vrouw de typische dracht van de zeemansvrouwen laat zien.


De foto van de beelden is niet erg duidelijk, het was er erg druk en vol i.v.m. festiviteiten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:18:55
De Beelden.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:22:10
Maar omdat het feest was waren de 'Reuzen' ook daar aanwezig (andere poppen dus, gedragen door mannen onder de rokken). Ze voerden ook nog een mooi dansje uit.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:26:29
Het dansje op muziek van de groep op het podium.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:35:36
Het kruithuisje en een herinneringspaal aan het kamp van Napoleon.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:39:06
De hele mooie en indrukwekkende Calvaire ter herinnering aan de vele omgekomen op zee.
De toren erachter zal van de kustwacht zijn?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 12:53:08
Vanaf de rots een overzicht van de haven van Boulogne. Linksonder Naussica (auquaria).


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-07-2010, 13:39:23
Wijbe M 2
Fantastisch wat je hier toont.
Klasse.
Met dank
 Cor.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 26-07-2010, 15:08:06
Graag gedaan.
Dit staat toevallig op mijn harde schijf en past m.i. mooi bij jouw verhaal.
Dit lukt me wel, zulke mooie verhalen schrijven kan ik niet.

Ik heb er vanaf gezien alteveel detailfoto's van bijv. de Calvaire te plaatsen.
Maar met even zoeken op 'Calvaire Boulogne' vindt je div. foto's, filmpjes en teksten.
Als frans niet je sterkste vak is, laat dan 'Google Vertalen' (http://translate.google.nl/#) dat werk doen. Daarmee kun je teksten/WEBstekken in andere talen vrij goed begrijpen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 26-07-2010, 15:24:54
wybe je eerste foto dat is nou een echte viswinkel en niet dat bescheeten gedoe in nederland,waar 80 % diepvries is.

en je laatste foto,hiervoor is de ingang voor de ferry ,die grond daar achter is opgespooten door de bijlmermeer en aangevoerd door de tydeway in '70 of '71 vraag maar aan lois,en aan het zien na 40 jaar voor niks,maar ja in frankrijk zijn wel meer werken voor niks gedaan.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 26-07-2010, 22:32:37
Zijn Peut en Kakton scheveningse scheldnamen ?

Niet dat ik weet. Maar ik las uit het boekje "Scheld- en bijnamen op Scheveningen" dat er een scheldnaam 't Strontboer bestaat. U vast wel bekend. :D

Maar terzake, er is een heel mooie DVD (in mijn bezit) over de Franse visserij. Het werd zo'n 10 jaar geleden op TV5 uitgezonden. De DVD is bij Amazon France verkrijgbaar. Geen ondertiteling maar wel prachtige beelden.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 26-07-2010, 23:08:48
Het lijkt erop dat Scheveningers in den vreemde graag foto's nemen van viswinkels. Hierbij eentje uit Stockholm.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 26-07-2010, 23:19:48
En hier ziet u goed waarom deze streek de Opalenkust genoemd wordt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: lois op 27-07-2010, 15:05:33
ja zier dat is dat stuk dat daar opgespoten is maar ik was er een jaar of 15 geleden waren er toch een soort hoog oven op gebouwd.misschien weer gesloopt
lois


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-07-2010, 15:38:29
Wijbe,
Ik heb het kruithuisje van binnen gezien.
Normaal kan je het niet bezichtigen.
Het wordt wel verhuurd voor feestelijke gelegenheden.
De algemeen directeur ( zoals hij zich noemt ) welke gaat over de herdenkingsfeesten, schijnt ook over het kruithuis te gaan.
Toen ik bij het kruithuis was, was er toevallig ook een feestje. Toen ik het hek opende kwam deze persoon naar mij toe en vroeg wat ik wilde.
Hij heeft mij toen het kruithuis laten zien en vertelde mij ook over de verhuur en feestgelegenheid. Op dat moment werd een een schaap aan een spit gebraden.
Hij verzocht mij ook om wat affiches over de herdenkingsfeesten  op te hangen op de camping.

 Metser, goed gegokt.

Zier,
De huidige roll on / roll off veerboot meert tegenwoordig in de haven  boven aan de foto, de haven met de hijskranen.
Meert met zijn voorsteven aan de kade.
Bij vertrek stoomt hij achteruitvaren de haven uit en draait in de haven kom.
Vanaf het park in Portel Plage aan de zuid zijde van Boulogne is het goed te zien. Er is daar ook een nieuwe parkeerplaats aangelegd.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 27-07-2010, 18:45:12
Metser, goed gegokt.

Vreemdeling, het was geen gok hoor. Zie het persoonlijk bericht dat ik U net zond.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 28-07-2010, 14:46:32
Komende week ben ik weer in NW-Frankrijk. In de grote winkels zie je ook van die mooie vistafels zoals op de foto van Metser uit Zweden. Je kijkt je ogen uit. Hier in Den Helder heb je zoiets niet.

Zier,
Zelf heb ik gewerkt bij de aanleg van de Nieuwe haven in Duinkerken en de vergroting van de sluis bij de oude haven (voor de hoogovens daar) bij Zanen Verstoep (in 1970 denk ik).
Als je daar nu komt is het inderdaad een dooie boel daar. Die nieuwe haven is nooit echt gebruikt.
De oude haven ligt er triest bij. Een hele tijd hebben daar overtollige ferryschepen gelegen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 28-07-2010, 15:16:48
Ik heb wat fotootjes gevonden van het vissershuisje in boulogne. Helaas zijn allemaal in een klein formaat.
Het heet: La Maison de la Beurière (de wijk daar heet: Beurière) aan de Rue du Mâchicoulis (mooie naam om uit te spreken).
Ik heb het niet bezocht, maar ben er blijkbaar wel inde buurt geweest. Ik heb wel al die trappen op- en afgelopen. Dat kun je beter niet doen met mijn gewicht en hartproblemen!!

(http://www.ville-boulogne-sur-mer.fr/images/stories/culture_patrimoine/musee_beuriere/rue_machicoulis_ancien1.jpg)

(http://www.ville-boulogne-sur-mer.fr/images/stories/culture_patrimoine/musee_beuriere/rue_machicoulis_ancien.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/16697369138-la-rue-de-la-falaise-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/68205569139-la-rue-du-machicoulis-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/95647842143-la-maison-de-la-beuriere-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/26373816144-la-maison-de-la-beuriere-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/51782546146-la-maison-de-la-beuriere-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/82266224148-la-maison-de-la-beuriere-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/60084314153-baril-pour-conserver-le-hareng-jpg.jpg)

(http://s1.e-monsite.com/2009/07/26/01/68356060152-malle-et-cordage-marin-jpg.jpg)


(kzie bij het konrolerendat de foto's groter zijn dan de oorspronkelijke)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-07-2010, 18:10:54
Wijbe,
De 3e foto is de trap in oostelijke richting na de trap toeganggevend naar het vissershuisje.
Deze trap geeft toegang tot een mooi park achter het zeemanshuisje , maar een etage lager.
Foto 1 en 2 laten wel zien dat het ledigen van de emmer niet zo'n succes zou zijn !.

Auchan warenhuizen en ook anderen in Luxemburg en Frankrijk hebben mooie uitstallingen van verse vis.
Bedankt en gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-07-2010, 18:17:15
Zijn er a.s. vrijdagmiddag rond 15.00 uur nog "bezoekers "in de catacomben van de semaphore.
In ben dan op Scheveningen en wil rond die tijd daar ook eens een kijkje komen nemen en misschien enkele plaatsgenoten te ontmoeten.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 30-07-2010, 11:20:49
Het lijkt erop dat Scheveningers in den vreemde graag foto's nemen van viswinkels. Hierbij eentje uit Stockholm.
=========================================================================

dat zijn niet aleen de scheveningers metser maar denk iedere nederlander die graag vis eet,want zulke tafels zal je in nederland niet zien.
als je je afvraagd hoe dat komt ,wel dat prijskaartje dat ze hier vragen voor der vis.

was vanmorgen om 10 voor 10 op de markt in de koningshoek ,de markt mag om 10 uur verkopen.
ik vroeg of die hammetjes had (dit is de derde week dat ik achter het net vist ) hij had nog een luizig stukje van 3 ons liggen,had er maar 2 mee gebracht.


voor dat luizige stukje van 3 ons vroeg die 8 euro dat is zo'n 26 a 27 euro de kilo.
ff gekeken op marktprijzen
scheveningen    € 6,84
ijmuiden            € 3,50 -5,62
stelendam        € 4,46 -5,12

dus hoef die niet veel meer mee te brengen dan wat in een roode zakdoek past om aan ze'n verdienste te komen.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 30-07-2010, 12:07:22
Dat is met alles zo Zier. Niet voor niks dat de boeren klagen. Het verbaast me dat er niet meer rechtstreeks verkocht wordt zoals in Boulogne of de Haagse Boerenmarkt.
Het verschil tussen de prijs voor de producent en de winkels is enorm groot. En hoe meer de winkelketens groter worden, hoe groter dit verschil.

Als je  trouwens hier rond Den Helder de polders ingaat kun je overal bij de boerderijen van alles (aardappelen, appels, bloembollen, enz.) kopen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2010, 19:40:23
 
Wat herinner ik mij nog van de periode rond mijn veertiende levensjaar !
Deze vraag werd mij kort geleden gesteld

Op mijn veertiende levens jaar was het 1943.

In 1940 de bezetting  van Nederland door de Duitsers.
De haring visserij werd niet meer uitgeoefend. Alleen wat kust visserij werd nog uit geoefend. De enkele kustvissers kregen gezelschap van wat omgebouwde sloepen met ingebouwde  auto motor. Zo probeerde enkele ex visserlui, noodgedwongen aan de wal, toch in hun oude beroep nog een boterham te verdienen
's-Morgens bij daglicht mocht worden uitgevaren en iedere avond voor het donker werd kwamen de scheepjes weer in de haven.
Mochten ook de nacht niet op zee blijven.
De Sch.75 lag als controle schip in de "doorgang " van de oude haven naar de kom, als controle schip.
Ook veel Katwijkse vissersscheepjes waren toen op Scheveningen vaste bezoekers. Veelal garnalen vletten.

Diverse parades van de Duitse Wehrmacht met muziekkorpsen op de boulevard.. vooral als er ergens in de wereld weer Duitse successen waren behaald.
De NSB voelde zich ook geroepen om zo nu en dan ook eens te gaan paraderen in hun zwarte uniformen. Deze vertoning was meestal in en door de woonwijken.Veelal veroorzaakten deze demonstratie tot rellen.

Later werd de boulevard en het strand "sperrgebiet ."
Loggers werden naar havens in het binnen land gebracht om de schepen te onttrekken aan de aandacht van de duitse bezetters.
Veel heeft dit niet geholpen want miet zoveel later werden veel van deze schepen als nog gevorderd om dienst te doen bij de Duitse marine.

In september 1941 naar de Mulo . Voor mij een grote verandering. Was wel wat moeilijker dan het LO .
Had ook het gevoel dat de leerlingen van gewone visserlui niet erg welkom waren op deze school, ofschoon deze school christelijke. principes nastreefde en op Scheveningen een goede naam had.
In de klas was ik de enige leerling afkomstig van een visserman. Voor mijn ouders was de mulo ook vreemd, want mijn oudere broer was van het LO naar de ambachtschool gegaan.

Mijn vader werkte na zijn vrijwillige dienstplicht en korte krijgsgevangenschap in die tijd bij de DUW. ( Dienst Uitvoerende werken. ) Meestal 2 weken van huis. Een soort werkverschaffing, daar veel visserlui werkloos waren door de duitse bezetting.
De DUW was werkzaam voor de Heidemaatschappij. Ontginnningswerkzaamheden. in de Achterhoek of in het najaar aardappels rooien in oost Groningen.

Voedsel werd ook al schaarser en veel artikelen werden gerantsioneerd. Bij het rooien van aardappelen kregen de DUW arbeiders wat aardappelen mee,  maar voor persoonlik gebruik in het gezin.
Het waren niet de beste soort aardappelen. De schil was zwart van kleur, op de veengronden in oost groningen geteeld en bestemd voor de aardappelmeel fabrieken in oost Groningen.
Het was wel een welkomen aanvulling op het oorlogs rantsoen. Ik kan me nog herinneren dat op zondagmiddag meer aardappelen werden gekookt dan wij konden opeten. Het restant van de gekookte aardappelen werd in de loop van de middag dan gebruikr om een aardappel taart te bakken. Door toevoeging van essence was het nog best lekker.maar wij waren ook niet veel meer gewend in die tijd.
's-Zaterdags avond bezochten de wat oudere kinderen het gebouw van de CJMV in de Keizerstraat. Hier brachten wij onze tijd door met dammen en sjoelen en werden onderwezen in "stichtelijk "onderwijs.Lange tijd hebben wij daar voor een stuiver ( vijf centen ) een behoorlijk portie erwten soep kunnen kopen. Zal waarschijnlijk door de reder den Dulk zijn gearrangeerd.
In deze periode was het koperen en zilveren geld al vervangen door zinken en papieren munten, daar deze materialen nodig waren voor de oorlogs industrie.

Met mijn oudste broer verleende wij nogal eens wat hand en span diensten in de late namiddag, bij de binnenkomst van de kustvissers. De kleine visjes welke niet verkocht mochten worden in de afslag, werden door de vissers nu ook bewaard en na binnenkomst per emmertje aan kooplustige omstanders verkocht.
Nu brachten ook deze kleine visjes wat geld op. Een kwartje per emmeretje.Voorheen werden deze kleine visjes ... puf genaamd ... voor weinig geld aan de vismeel industrie verkocht.
Van deze kleine vis werden viskoekjes gebakken, nadat deze kleine visjes waren schoongemaakt en met graat en al, in een gehakt molen ( met de hand ) waren fijn gemalen
Voor onze werkzaamheden op de vletten kregen wij, van de eigenaar van het scheepje, wat vis als beloning.
Ook weer een welkomen aanvulling op ons toegewezen rantsoen.
Deze werkzaamheden waren alleen mogelijk bij rustig weer. Bij wat slechter weer en harde wind moesten deze scheepjes binnen blijven i.v.m. stormschade of andere averij.
Ik vraag me af of er toen dicht bij de kust veel schar werd gevangen.
Ik herinner mij dat er veel gerookte scharren werden gefileerd. Veel huishoudens verrichtte deze werkzaanheid.
De gerookte filets waren toen een  lekkernij, waarschijnlijk niet voor hollandse smulpapen, maar voor de duitse bezetters en consorte.
Of er toen ook nog garnalen werden gepeld weet ik niet. Ik heb er toen weinig van gezien.
Misschien waren de garnalen vletten ook omgeschakeld op de schrobnetvisserij op vis. Voorheen visten de garnalen vletten een gedeelte van de nacht tot de vroege ochtend.
Maar dit zal niet meer mogelijk zijn geweest door het duitse verbod om met de nacht op zee te zijn.

Waarschijnlijk werd er toen ook vis geimporteerd uit Denemarken en Noorwegen. Bij rokerij Deyl waren hoge stapels lege viskisten te opgestapeld, zoals deze gebruikt werden in de genoemde landen.
In deze hoge stapels viskisten hebben mijn vrienden en ik nog hutten gebouwd en hadden vanaf deze plek een prachtig uitzicht over de nieuwe haven en het aangrenzende erf van rederij v.d. Zwan op de hoek van de Zeesluisweg en Schokkerweg, waar nu reeds lange tijd een appartementen complex is gevestigd.
Waarschijnlijk moet een van mijn vrienden een lid van de familie Deyl zijn geweest, anders kan ik mij niet voorstellen dat wij zonder toestemming op hun terrein in de stapels kisten mochten spelen. Hoe ik met hem bevriend ben geraakt is mij onduidelijk. Hij woonde niet in mijn omgeving. Hij woonde in de buurt van de haven en ik in het oude dorp.
Of hij zat bij mij in de klas op de mulo of hij heeft met mij op de padvinderij gezeten. ?

In de vacantie periode hielpen wij 's-morgens ook vaak bij een groenteboer.Deze was ergens in de buurt van de Pansierstraat gevestigd.Wij reden dan vroeg in de morgen met paard en wagen met de groenteboer mee naar de groentenveiling. Lege kisten lossen en volle kisten laden en op de wagen letten als hij met andere werkzaamheden bezig was op de veiling.
Bij terug keer in de groentenwinkel stonden dan al mensen in een rij te wachten om groente te kunnen kopen. Wij hielpen dan met de wagen te lossen en in de winkel te brengen en hadden zo een voorkeur behandeling bij de aankoop van groenten en fruit.
Zo kwamen wij ook in aanraking met soorten groenten welke wij nog nooit hadden gegeten, zoals spitskool en chinese kool.
Waarschijnlijk bij de klanten van de groentewinkel in deze wijk beter bekend als bij de gewone visserman.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-08-2010, 19:42:30
vervolg 1


Oorlogberichten verontrustte ons nog wel. Het leek wel of de duitse opmars niet te stuiten was. Ook  rond Scheveningen werden veel activiteiten ontplooid t.b.v. de Atlantic wall. Arbeiders werden gedwongen hier aan mee te doen.
Ook werden arbeiders te werk gesteld in Duitsland, waar een groot te kort aan arbeidsplaatsen was daar vele arbeiders in militaire dienst waren opgeroepen,
De NSB ers hadden de grootste mond. Werden gesteund door de Duitsers. Veel joden werden bij rassia's opgepikt en op transport gesteld.
Zelfs de kinderen van een onzer buren waren lid van de NSB, ofschoon hun vader als lid van de bemanning van de Sch.15 Bep, in april 1940 het duitse regime had leren kennen, toen deze bemanning werd geinterneerd in duitse gevangenschap, na aanhouding van hun schip in de Duitse Bocht

Wij waren blij dat mijn vader bij de DUW te werk was gesteld en hierdoor niet de kans liep om in Duitsland te werk te worden gesteld. Niet altijd waren de DUW arbeiders tevreden over hun logeer adressen. Soms werden zij gehuisvest in barakken en soms bij particulieren.
Verschilde ook per locatie waar moest worden gewerkt. Oost Groningen was armoediger dan de Achterhoek. 

In de zomer van 1942 zijn wij een week op vacantie geweest bij een gezin waar mijn vader was ingekwartierd als kostganger.
Dat was in Aalten.
Wij logeerde bij een klein keuter boertje. Klein boerderijtje. Man en vrouw zonder kinderen.
Enkele hectaren grond en enkele koeien.
De man was tevens werkzaam als melkrijder . Haalde iedere morgen op een bepaalde route de volle melkbussen bij de boeren op en bracht deze naar de melkfabriek ter plaatse en op de terug tocht werden de lege bussen weer retour gebracht bij de boeren  Soms waren de bussen gevuld met afgewerkte melk, wat weer bruikbaar was als voeding voor de varkens.
Het was in de maand Augustus tijdens de rogge oogst. Wij zochten na het maaien het veld af naar afgevallen aren. Hierdoor hadden wij toch na dorsing toch enkele kilo's rogge verzameld.
Dit was onze eerste kennismaking met het boeren bedrijf.

In het najaar van 1942 werd mijn vader tewerk gesteld in de omgeving van Doetinchem. Hij was in de kost bij een employe van Provinciale Gelderse Electriciteit Maatschappy. ( PGEM.) Deze mensen woonden in een nieuw vrijstaand huis met een voor en achtertuin.
Omstreeks deze periode moesten op Scheveningen al wat mensen evacueren en werden dan her en der ergens neer geplant.
Waarschijnlijk heeft mijn vader met zijn kostbaas overeenstemming weten te bereiken om ingeval van evacuatie van ons gezin, wij  daar ook bij hun in konden trekken.
De hoofdbewoners  waren toen nog een jong gezin met slechts 2 jonge kinderen. Later zouden er nog enkele kinderen aan toe worden gevoegd.

Had mijn vader een vooruitziende blik gehad ?
Op een zondag in dat najaar was het voor ons dan ook zo ver om te worden geevacueerd.
Niemand had hier op gerekend.
Mijn vader was het weekend vrij en was zaterdagmiddag met de trein uit de Achterhoek gekomen. Hij was samen met mijn moeder naar de Oude Kerk.
Wij als vier gebroeders waren 's-morgens  naar de kinderkerk in Maranatha gegaan. Toen wij vanuit de kinderkerk thuis kwamen stond er een vrachtauto bij ons voor de deur.
Bij navraag bleek al snel dat deze auto aangewezen was om ons te evacueren.
Met spoed vader en moeder uit de kerk opgewacht en hun de trieste boodschap overgebracht.
Meteen werd er een begin gemaakt voor deze verhuizing. Vaders vuile goed wat hij zaterdags had meegebracht stond nog in de soda te weken. Uitgewrongen en nat meegenomen.\
De familie in Doetinchem per telefoon gewaarschuwd dat wij als gezin laat in de avond per trein in Doetinchem zouden arriveren. De verhuisspullen zouden de volgende dag wel worden afgeleverd.
Gelukkig woonde mijn grootmoeder enkele huizen van ons vandaan, zodat wij hier nog wat steun van ondervonden en waar we nog rustig onze warme maaltijd konden gebruiken.
Het afbreken van het huisraad en het inladen van de vrachtauto nam de gehele middag in beslag.  Ofschoon de vrachtauto geen verhuisauto was en de bemanning van deze auto geen ras verhuizers waren, werd de vrachtauto vakkundig beladen en tot onze grote verwondering was bij het uitladen de volgende dag niets beschadigd.

Rond 6 uur 's-avonds namen wij de tram naar het Haagse Centraal Station. Voor ons een grote verwondering, want wij hadden 's Zondags nog nooit in de tram of trein gezeten. De zondag was toen op Scheveningen heilig.
Mijn vader bleef achter op Scheveningen, want er moesten nog vele zaken worden geregeld en op zondag waren alle kantoren gesloten..
De trein reis verliep voorspoedig. Wij waren wel allemaal erg stil. Waar zouden we terecht komem. Hoe lang zou dit duren en zouden wij het prettig vinden.
Een treinreis wat ons normaal zou moeten verheugen, was dit maal niet interessant.

In Arnhem overstappen op de boemeltrein naar Doetinchem, waar wij laat in de avond aan kwamen.
Onze toekomstige hoofdbewoner stond ons op het station op te wachten. Voor ons allen een onbekende man.
Van het station was het nog een kwartier lopen naar ons toekomstige huis, waar we met liefde werden ontvangen en waar we met noodvoorzieningen te slapen werden gelegd.
Een nieuw hoofdstuk brak aan in ons nog zo korte leven.

wordt vervolgd






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-08-2010, 14:23:42
Vervolg, 3

Op weg van het station naar ons nieuwe woonadres bemerkten wij al gauw dat wij in een andere woonomgeving terecht waren gekomen. Ondanks dat het al vrij laat in de avond en geheel donker was ( zeker nu alles verduisterd moest zijn ), konden wij al direct de verschillen bemerken.
De woning bouw was veel ruimer uit elkaar en de straten zoals wij gewend waren op Scheveningen en Den Haag waren niet vergelijkbaar. Later zouden wij bemerken dat veel straten hier de aanduiding hadden van "weg".
Ofschoon het stil was op straat werden er toch  vanuit de omgeving andere geluiden worden opgevangen.
Allereerst de stoomlocomotief ,welke met veel gesis en gepuf, zijn reis vervolgde naar het eindpunt Winterswijk.
Ook de geluiden vanuit de enkele boerderijen in de omgeving, werden door ons opgevangen.
Het loeien van een koe en het blaffen van de waakhond.
Ook de lucht welke wij inademden was niet de frisse zeelucht van onze achtergelaten kustplaats, maar nu ademden wij de luchtjes van het platte land, ons in Scheveningen volkomen ombekend , maar waarvan wij reeds een voorproefje hadden geroken, tijdens onze vacantie in Aalten.
En natuurlijk ook de weë lucht van de zuivelfabriek welke wij passeerden., op onze wandeling naar ons toekomstig onderkomen. 
En na een kwartier doorgestapt te hebben, kwamen wij bij ons toekomstig onderkomen.
In het nachtelijk uur was er weinig te zien van het huis en na welkom te zijn geheten door vrouw des huizes. En een kop koffie en een beker melk te hebben genuttigd, zochten wij oververmoeid de voor ons geimproviseerde slaapplaatsen op.

Toen wij de volgende morgen wakker werden en uit het raam keken, was het voor ons een geheel andere wereld.
Voor het huis een weg met aan weerszijde bomen en voor het huis een tuin.
Aan de overkant van de weg voor het huis en naast ons huis, akkers en vrij uitzicht tot aan de enkele huizen op zo'n 500 meter afstand van ons huis.
Het huis was vrijstaand met een voor en achter tuin. Naast het huis op geruime afstand een boerderij en schuin tegenover ons huis een boerderij.
Zoveel ruimte hadden wij op Scheveningen rondom ons huis niet.
Als wij daar op de slaapzolder  uit het kleine dakraampje keken zagen wij niets als dakpannen en de daken van de aangrenzende woningen.
En meteen ook al merkbaar het straatbeeld van het platteland.
Een platte open wagen getrokken door een paard, met een lading volle melkbussen op weg naar de zuivelfabriek en de terugkerende wagens met de lege melkbussen.

Maar mijn moeder zal meer zorgen aan haar hoofd hebben gehad dan het mooie uitzicht zoals wij  kinderen het zagen..
De vorige dag en dan ook nog op zondag uit je huis gezet . Je boeltje moeten pakken.
In de avond met 4 kinderen en zonder haar man op de trein gezet, zonder reiservaring, op weg naar een vreemde stad.
Onbekend met het overstappen in Arnhem op een aansluitende trein.
Wat kan ons nog meer overkomen  ?
Haar vooruitzicht was minder rooskleurig.
Vandaag zou de verhuiswagen met onze meubels komen en waar moesten deze spullen worden neer gezet.
Zij moest , zoals vroeger gewend, wanneer mijn vader op zee was, de boel zelf zien te regelen.

De indeling van het huis moest nu over 2 gezinnen worden verdeeld.
Het huis had op de beneden verdiepng een hal, 2 kamers en een grote woonkeuken met kelder en een grote bijkeuken waar ook het toilet was gevestigd.
De boven verdieping bestond uit een overloop en 3 slaapkamer en daar boven nog een zolder over de gehele oppervlakte van het huis.
Ter onzer beschikking  kregen wij de voorkamer op de begane grond en de slaapkamer aan de voorzijde van het huis op de 1e etage .
Evenals de zolder, welke wij zonodig, gezamelijk met de hoofdbewoner zouden gebruiken..
De voorkamer op de begane grond werd onze huiskamer.
De kamer op de 1e etage werd de slaapkamer voor mijn vader en moeder en de zolder als slaapgelegenheid voor de 4 kinderen.
Daar wij met vier broers waren, gaf dat gelukkig geen problemen.

Ons vorige huis op Scheveningen was ook niet al te groot dus met de ons toebedeelde ruimte zouden wij ons wel kunnen behelpen en zo kon naar aankomst van onze huisraad het huis worden ingericht.
De slaapgelegenheid was als eerste noodzakelijk.
Twee 2 persoonsledikanten op zolder voor de 4 kinderen en een 2 persoonsledikant in de slaapkamer voor de ouders, waren de eerste voorzieningen en later volgde de inrichting van de huiskamer. Meubulair waar geen plaats voor was werd voorlopig op zolder op zolder opgeslagen.
De eerste dagen verliep alles nogal chaotisch,  maar gelukkig was mijn vader in de loop van de maandag weer gearriveerd. na zijn rompslomp met betrekking tot de verhuizing naar Doetinchem, in Den Haag te hebben afgewerkt.
In het huis moesten diverse zaken worden verplaatst en andere zaken hiervoor in de plaats worden opgebouwd.

Koken moest door de twee families in de woonkeuken worden gedaan.
Voor mijn moeder een vreemde bezigheid, omdat deze familie, mede door het beroep van de hoofdbewoner als employe van de Provinciale Gelderse Electriciteit Maatschappy, electrisch kookte.
Wij waren gas gewend en hadden niet de pannen welke benodigd waren voor een electrisch fornuis.
En de nog in ons bezit zijnde ouderwetse vooroorlogse petroleumstellen konden wij ook niet gebruiken , daar petroleum niet voorradig was en tevens was gerantioneerd.
Wat later werd voor het koken een oplossing gevonden, door gebruik te maken van de "zaagselkachel", welke stond opgesteld in de bijkeuken.

In veel opzichten liep dit gezin echt niet achter.
Je kon hen niet als "boers" beschouwen, ofschoon zij andere opvattingen hadden als wij.
Mede door het beroep van de hoofdbewoner, hadden deze mensen reeds een ons onbekende snelkoker en de beschikking over een electrische wasmachine met electrische wringer, waarvan wij later als gezin ook hebben geprofiteerd.
Op Scheveningen moest mijn moeder de was nog op een plank boenen en met de hand wringen.
Het getuigde van goed inzicht qua personeelsbeleid van de PGEM om al deze soort electrische apparaten voor een billijke prijs ter beschikking te stellen aan hun personeel.

Daar het toilet in de bijkeuken was gevestigd, moesten wij ons verplaatsen voor onze behoeften of door de keuken of buiten om.
Bij slecht weer en 's-avonds in het donker geen logische oplossing. Zeker daar ook in de avond en nacht strenge verduisterings maatregelen van toepassing waren.
Het storen van de bewoners als wij via de woonkeuken naar het toilet moesten, was voor deze mensen vaak storend en veroorzaakten op den duur wel eens wat ergernis en wrijving.
Niemand had zich vooraf gerealiseerd wat het betekende om met 2 gezinnen in één huis te wonen.
En hoe lang zou dit gaan duren ?

De hoofdbewoner had 2 jonge kinderen, terwijl wij met 4 opgroeiende jongens ineens de boel "onveilig " maakten en zij het niet alleen meer voor het zeggen hadden.
En in ons geval was het een vrijwillige ter beschikking stellen van een gedeelte van een woning.
De volgende evacuatie gevallen waren meestal gedwongen ( van gemeente wegen ) beschikbaarstellen van woonruimten., dus deze woonruimten werd gevorderd.
En in zo'n geval stonden de hoofdbewoners vaak vijandig tegenover de ingekwartierden.  Terwijl de ingekwartierden hier in zelf geen zeggenschap hadden en uit hun oorspronkelijke huis waren gezet en gedwongen werden naar de aangewezen andere plaats te verhuizen.

Er was ook in het begin nog een dialect barriere, waardoor je elkaar niet verstond of niet begreep wat de bedoeling was en het verschil in volksmentaliteit, ( boeren geaardheid tegenover dat van een visserman ).
Twee strikt verschillende mentaliteiten.
Maar al doende leerden wij van elkaar en probeerden wij en zij zich aan te passen.
Voor ons als kinderen zal de aanpassing heel wat soepeler zijn verlopen dan voor de ouders.
Wij maakten ons niet zo druk over problemen tussen hoofdbewoner en onderhuurder, ofschoon wij ook weleens hiervan de oorzaak konden zijn.

wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-08-2010, 14:28:40
Gelieve te lezen


Vervolg 2 in plaats van 3

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-08-2010, 14:07:01
Vervolg 3

De eerste belangrijke verandering voor ons als kinderen was , dat wij natuurlijk ook hier naar school moesten en dat zou dan een heel andere school zijn.
Niet alleen een andere school, maar ook andere onderwijzers of onderwijzeressen, andere kinderen en waarschijnlijk ook andere boeken en een andere methode van lesgeven..
Toen vader,  na zijn zaken in Den Haag te hebben geregeld, weer bij ons thuis was, moest eerst de normale schoolgang worden geregeld..
Twee kinderen voor de lagere school, een kind voor het voortgezet onderwijs en een kind voor de ambachtschool.
Welke mogelijkheden waren hier ter plaatse aanwezig.
Is hier christelijk lager- en voortgezet onderwijs en is er een ambachtschool.?
Aangezien Doetinchem een soort streek gemeente was, waren deze voorzieningen in ruime mate voorhanden.
Eerder hadden wij al opgemerkt dat rond ons huis zoveel ruimte was, maar ons huis stond op de grens van het stadje, op een kwartier lopen naar het centrum.
En dezelfde weg waar ons huis stond, was ook de ioegangsweg naar de stad en de lagere school was op zo'n 10 minuten loopafstand aan deze weg gelegen.
De Ulo was in het centrum van het stad op een kwartier loopafstand en de ambachtschool was ook daar niet zover van daan.
De lagere school was geen probleem. Meerdere kinderen uit onze buurt en ook de kinderen van de naaste buren bezochten deze school .
Voor de ambachtschool en Ulo moesten wij zelf onze weg vinden. maar al gauw hadden ook wij vrienden waar we in gezelschap mee naar school konden gaan.
Iedere morgen kwamen veel kinderen in groepen op de fiets langs ons huis, op weg naar de diverse scholen.
Doetinchem was dan ook een centrum gemeente waar veel soort scholen waren gevestigd en van verschillende godsdienstige richtingen en uit de wijde omgeving kwamen de leerlingen naar deze scholen.
Voor sommigen was het wel meer als een uur fietsen.

Op de Ulo waar ik op werd geplaatst had men daar rekening mee gehouden.
Er waren altijd 2 klassen van een bepaald schooljaar. De ene klas betrof dan kinderen uit de plaats zelf en de andere klas waren de kinderen uit de omgeving.
Ik zelf werd geplaatst in de groep van leerlingen uit de plaats zelf. Niet alle klasgenoten waren afkomstig uit de Achterhoek.
Enkele waren afkomstig uit het westen. Waren niet geevacueerd maar waren waarschijnlijk i.v.m. werk van hun vader naar de Achterhoek verhuisd. Een enkeling afkomstig uit het gebombardeerde Rotterdam in de Mei dagen van 1940.

De school was goed , goede leiding en orde.
Ik heb mij er beter thuis gevoeld dan op de ULO school in Scheveningen,
De onderlinge band tussen de leerlingen was sterker als op Scxheveningen en er was veel minder klasse verschil.
Ofschoon er in de klas verscheidene leerlingen waren van gegoede middenstanders, was dit onderling niet merkbaar. Ook de onderlinge verstandhouding tussen de jongens en de meisjes was veel beter.
In de klas hadden wij ook nog enkele leerlingen waarvan de ouders lid waren van de NSB. Enkele van deze leerlingen waren lid van de jeugdbewegingen  en vertoonden zich in hun vrije tijd in het uniform van de jeugdgroepen van de beweging.
Wij moesten hierdoor wel wat op onze woorden letten als wij onze afkeer t.a.v. de Duitsers onderling uitwisselden en de successen van de geallieerden uitbundig verkondigden.
Maar een echte haat verhouding onderling was er niet en in schoolverband werd eenparig opgetrokken.
De leerlingen van de klassen uit de woonplaats zelf, waren luidruchtiger en zelfstandiger dan de leerlingen van de klassen uit de omgeving.maar dat zal zijn oorsprong wel hebben gehad in het feit dat de meeste van deze leerlingen vrij afgezonderd op de boerderijen woonden en zich minder vlot  presenteerden als de plaatselijke jeugd.

Zoals op de meeste scholen hadden ook hier de leraren een bijnaam.
Het hoofd van de school had vanwege zijn kleine baardgroei de bijnaam "de geit ", de leraar Engels welke een nogal lange man was, had de bijnaam "lange Jan ". De leraar Duits, vader van een groot gezin, waarvan een dochter bij mij in de klas zat, had de bijnaam " de Beer ". De leraar wiskunde, een klein mannetje, had de bijnaam "pukkie ". Hij was tevens de organist in een der plaatselijke kerken.
In het begin was het wel wat wennen aan het dialect wat door de klasgenoten werd gebruikt, maar hoe meer we met onze buurjongens optrokken en speelden, hoe meer uitdrukkingen en woorden wij van hen leerden.

En met onze buurjongens verkenden wij de buurt en leerden zo ook andere jongens en meisjes kennen uit onze naaste omgeving.
Er was in het begin enorm veel te ontdekken.
Allereerst rond het huis.
Onze hoofdbewoner hield konijnen, maar onze buurman was een echter konijnen fokker en had een hele schuur vol met ras konijnen, veelal van het ras "Hollanders "
En binnen niet al te lange tijd hadden wijzelf ook wat konijnen om te verzorgen.
Stro was gemakkelijk verkrijgbaar bij de omringende boerderijen en het benodigde gras en klaver werd langs de wegbermen geplukt.
En veel groente afval was ook nog bruikbaar als konijnen voer.
Hier werden wij voor het eerst geconfronteerd met de voortplanting van dieren en de geboorte hiervan.
Eerst waren het de konijnen bij de buren.
De voortplanting bij koeien wat later op één der boerderijen in de omgeving waar een dekstier aanwezig was, .er waar de boeren met hun koeien op "bezoek "gingen. Van K.I. was toen nog geen spraken.
En vanzelfsprekend volgden paarden varkens en ander vee.

Wij waren dan ook in een omgeving terecht gekomen, waar wij op Scheveningen nooit van hadden gehoord.
Voor de jeugd uit deze omgeving was zoiets van zelf sprekend.
Bij onze activiteiten in de buurt verleenden wij als jongens ook de nodige hand en spandiensten op de omliggende boerderijen en hiervoor konden wij dan wat melk en voedingswaren, zonder de benodigde voedsel bonnen, verkrijgen, En in de periode dat het fruit rijp was kon er volop worden geplukt voor eigen gebruik, daar het anders toch verloren zou gaan.

In huis had ook alles weer het normale ritme gekregen. voor zo ver je van normaal kon spreken.
Daar mijn vader vanuit Scheveningen naar Doetinchem was verplaatst, kon hij hierdoor niet weer te werk worden gesteld bij de D.U.W. en werd ingeschreven als werkzoekende bij het plaatselijke arbeidsbureau.
En al spoedig kreeg hij werk aangeboden bij een ijzergieterij in Gaanderen, een klein gehucht op zo'n 5 km. van Doetinchem, waar hij geruime tijd heeft gewerkt.
Hierna heeft hij werk gevonden bij een beton fabriek in Doetinchem en nog later als stoker werkzaam werd bij de plaatselijke gasfabriek.

Voor moeder werd ook alles anders. Boodschappen halen zoals op Scheveningen bij de winkels om de hoek was er hier niet bij.
De meeste winkels waren in het centrum van de stad. Het dichts bijzijnde was een bakker.
Voor groenten zoals op Scheveningen bij de groentenboer halen was er hier niet zo bij. Groenten en aardappelen werden door de mensen in hun achtertuinen zelf geteeld en meestal werd er te veel gepoot en kon regelnatig worden weggegeven aan bekenden of buren.
Aardappelen konden ook nog wel eens bij de plaatselijke boeren worden verkregen. En hetzelfde gold voor fruit.
Het electrisch koken gaf nog weleens problemen daar onze pannen niet geschikt waren voor het electrisch fornuis.

In de bijkeuken stond een zaagselkachel, waarop de hoofdbewoner de was uitkookte, alvorens de was in de wasmachine ging om te draaien.
De mensen beschikte wel over een electrische wasmachine met electrische wringer, maar de machine was niet uitgerust met een
wasprogramma zoals tegenwoordig.
Wij mochten gelukkig ook gebruik maken van de wasmachine, wat mijn moeder met open armen accepteerde en haar veel zwaar handwerk uit de handen nam, zoals de was op een plank met een borstel te boenen en de was met een handwringer uit te wringen.
Ofschoon de toen voor ons nog onbekende snelkoker ook werd gebruikt, werd er toch ook veelvuldig gebruik gemaakt van de zaagselkachel voor het verwarmen van waswater.

wordt vervogd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-08-2010, 14:09:34

vervolg 4

Wat was nu de zaagselkachel.
De zaagselkachel bestond uit een leeg 200 liter oliedrum.
Aan de staande onderzijde was aan de voorzijde een luchtklep en aan de staande bovenzijde aan de achterkant een rookuitlaat voor aansluiting op de schoorsteen. Het geheel stond op een stenen fundering.en de bovenzijde van de drum was afgesloten met een los deksel.
In dit deksel was ook nog een afsluitbare opening om een pan met inhoud boven het directe vuur te verwarmen.

Deze kachel was heel makkelijk te verplaatsen.
De kachel werd in een schuur achter het huis gevuld met zaagsel.
Het zaagsel diende goed droog te zijn want anders vondt geen goede verbranding plaats.
In het midden van de ledige drum werd een ronde buis of paal van circa 10 cm. doorsnede geplaatst,  van voldoende lengte t.a.v de hoogte van het vat..
Rond deze paal werd het zaalsel in de drum gestort en regelmatig goed aangestampt.
Was de drum vol, dan werd de drum verplaatst naar haar standplaats en aangesloten op de schoorsteen.
De buis of paal werd er dan voorzichtig uitgetrokken en hoe beter het zaagsel was aangestampt des te minder risico er werd gelopen dat de gecreerde opening in het zaagsel instortte.
Gebeurde dat, dan kon je op nieuw beginnen om de drum van het zaagsel te ontdoen en opnieuw te vullen en nog beter aan te stampen.
Stortte de verkregen opening niet in, dan was de kachel gebruiks klaar.
In de zo verkregen opening liet men een brandend stuk papier vallen en zodra men zag dat het zaagsel aan de onderzijde in de opening ging branden , werd het deksel op het vat gelegd en was de kachel gebruiks klaar .
Een goed aangestampte zaagselkachel kon wel een gehele dag branden. 
Voor het  bereiden van het eten t.b.v van ons gezin was het koken wel omslachtig daar alles naar de bijkeuken moest worden gebracht of door de woonkeuken, waar het andere gezin bivakkeerde of buiten om.
Na enige tijd kregen wij ook zo'n zaagsel kachel in onze huiskamer en konden wij hiervan gebruik maken voor het eten koken en de verwarming van de huiskamer.
Dit alles tot groot genoegen van mijn moeder en de hoofdbewoners.
In de buurt van kleine kinderen was deze kachel gevaarlijk door de hete wanden van het vat, maar voor ons gezin gaf dit weinig problemen.
De schuur achter het huis was de opslagplaats van het zaagsel. Om een goed resultaat te hebben diende het zaagsel goed droog te zijn en moest dus afkomstig zijn van hout wat al geruime tijd als planken ter droging was opgeslagen geweest, alvorens het werd gebruikt als productie materiaal.
Deze mogelijkheid werd geschapen door de fabriek Nehamo aan het andere eind van de stad,welke spanten van gelijmd hout fabriceerde voor toekomstige fabriekshallen.en opslagloodsen.
Zeker 1 maal per week haalden wij per bakfiets enkele vrachten zaagsel in grote jute zakken, welke dan in de schuur achter het huis werden leeggestort.
Het was een goedkope brandstof, want het was gratis verkrijgbaar en de opslag van het zaagsel op de fabriek was inpandig en zodoende altijd droog.

Het zaagsel van de klompenfabrieken, waarvan  er twee vlak bij onze woning waren, was niet bruikbaar .
In deze klompen fabrieken werden bomen verwerkt welke niet, zoals bij Nehamo, voldoende gedroogd waren en vochtig zaagsel afgaven en waar tevens het zaagsel buiten werd opgeslagen.
Het zaagsel was ook minder fijn en zeer slecht aan te stampen.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-08-2010, 08:48:52
Vervolg 5

Maar ondertussen gaat het leven gewoon door.
Waren wij in Doetinchem de eerste geevacueerden, geleidelijk aan kwamen er meer en ook mensen uit Scheveningen.
Zo ook mijn grootmoeder ( oma Spaans )en haar zuster Neel, beide weduwen. Zij werden in Doetinchem gehuisvest, zonder dat wij hierin bemiddeld hadden.
En op hetzelfde adres ook nog een schoonzuster van mijn vader met 2 kinderen.
Genoemde personen allen in scheveningse dracht.
De echtgenoot van mijn tante was tijdens het uitbreken van de oorlog in Mei 1940 op zee,  aan boord van een trawler en moest noodgedwongen uitwijken naar Engeland, waarna hij na verloop van tijd in Engeland bij de Marine werd geplaatst.
Hij was niet het enige familie lid welke bij het uitbreken van de oorlog niet thuis was.
Nog een broer van mijn vader en ook zijn zoon waren werkzaam  op verschillende schepen bij de koopvaardij en ook zij moesten  noodgedwongen uitwijken naar Engeland.
Beide broer van mijn vader zijn na de oorlog behouden terug gekeerd. Mijn vaders neef heeft dit geluk niet gehad en is verongelukt bij de torpedering van het schip waar hij op voer.

Van de dood van betreffende neef werd via het rode kruis mededeling gedaan.
Sporadische berichten kwamen door via het internationale rode kruis dat de beide ooms in goede gezondheid waren.
Ook vanuit Nederland was er de mogelijkheid om berichten naar Engeland te sturen via het Rode Kruis. Het bericht moest uit een bepaald aantal woorden bestaan en werd ook nog gesensureerd.
Deze berichtgevingen werden aan de betreffende echtgenoten gestuurd. Hiervan woonde dus een  met haar kinderen in Doetinchem en de andere was met haar gezin woonachtig in Markelo.
Zo langzamerhand had onze familie door dwang maatregelen her en der in Nederland een onderdak gevonden.
Grootouders Taal en een tante in Den Haag
Twee zwagers Taal met hun gezin in Wassenaar
Deze personen bleven betrekkelijk dicht in de buurt, daar zij voor hun werk bij resp. Brandweer, GEB en GGB in  Den Haag moesten zijn.
Twee zwagers Taal met gezin verhuisden respectiefelijk naar Hardenberg en Zutphen.
Deze personen konden niet meer hun beroep als visserman uitoefenen en zijn dan ook uit Scheveningen verbannen.

Van de familie Spaans werd gelukkig slechts één persoon gedwongen te werkgesteld in Duitsland, van de familie niemand.

Het Rusthuis uit de Duinstraat op Scheveningen werd ook noodgedwongen verplaatst en een gedeelte van deze oude mensen werden in het plaatsje Vorden in een klooster geplaatst .
Hierbij was ook de grootvader van mijn moeder en aangezien Vorden ook in de Achterhoek was gelegen, hadden wij de gelegenheid deze oude man te bezoeken.
Veel bezoek kregen deze oude mensen niet meer. Door de vele verplaatsingen van families door het gehele land,waren velen niet in staat om zoals gewoonte was, de oude lui op zaterdag of zondag te bezoeken.
Mijn overgroot vader heeft Scheveningen niet weer terug gezien en is  in Vorden gestorven en de begrafenis ter plaatse is ook maar door een handje vol  familieleden bezocht.

Een schoolkameraad van mijn oudste broer werd ook met zijn ouders en enige kinderen in een buurtschap in de omgeving van Doetinchem ingekwartierd. Zij werden gehuisvest op een boerderij.
Mijn broer had zo een van zijn schoolvrienden terug en gezamelijk bezochten zij de ambachtschool.

Dit gezin werd ook na deze inkwartiering niet gespaard, want al vrij spoedig zou blijken dat de oudste dochters zwanger was en dat de vader de boerenzoon bleek te zijn. Een  huwelijk werd zo noodzakelijk..
Wij hebben deze boerenbruiloft meegemaakt, echter minder uitbundig als normaal een boerenbruiloft zou zijn, vanwege de gedwongen noodsituatie en de heersende oorlogs omstandigheden.
Mijn broer heeft tijdens ons verblijf in Doetinchem tot aan zijn dood in 1944 steeds vriendschap gehad met deze jongen.
Met nog enkele vrienden en vriendinnen hadden zij een soort Hawayan gitaar groep opgericht.
Na de oorlog heb ik vernomen dat de vriend van mijn broer de oorlog wel heeft overleefd , maar kort na de oorlog ook is overleden.

Daar er meerdere Scheveningers in Doetinchem verbleven, was dat ook kerkelijk merkbaar.  In de kerk kon je dan ook de witte mutsen tellen. Gedeeltelijk mensen in gekleurde dracht en de ouderen en weduwen in het zwart.
Hervormd kerkelijk verschilde Doetinchem wel wat met Scheveningen.
De kerkzang werd vlugger en ritmisch gedaan en niet het ons bekende "gedragen "gezang op hele noten.
Ook werden er veel gezangen in de eredienst gezongen uit een dikkere gezangen bundel als bij ons bekend.
Voorganger was ds. Lelyveld.
Er was ook nog een Gereformeerde, een Chr. Gereformeerde en een Apostalische kerk.
Er was trouwens nog een Hervormde Kerk. In de volksmond de kapel genaamd. Deze kapel was in gebruik bij de Ds. van Dijk stichting , een stichting waar toekomstige predikanten werden opgeleid.
Doetinchem bestond gedeeltelijk uit een katholieke en een protestante bevolking.
Heel in het begin werden de scheveningse vrouwen in dracht door kinderen aangesproken als zuster, denkende dat zij met een nonnetje van doen hadden.

Ook had de oorlog een verandering ondergaan.
Steeds meer werden wij overdag en 's-nachts gestoord door overvliegende Engelse en Amerikaanse vliegtuigen richting Duitsland en na enkele uren door dezelfde toestellen op de terug weg.
Overdag werden de vliegtuigen beschoten met afweergeschut of door Duitse jachtvliegtuigen.
Er waren natuurlijk ook onfortuinlijke vliegtuigen, welke werden getroffen en waarvan de bemanning per paracute het vliegtuig moesten verlaten.
Soms gelukte het, dat deze onfortuinlijke bemanningsleden uit de handen van de Duitsers bleven en ergens konden onder  duiken. Maar het gebeurde ook vaak dat het toestel brandend neerstortte met bemanning en al.
Zo stortte ook een enkel vliegtuig in de naaste omgeving neer en voor ons jongens was het toen nog een bezienswaardigheid.
Meestal viel deze bezienswaardigheid tegen en lag er alleen maar op afstand een verwrongen hoop uitgebrand metaal.
Schokkend om te zien was als er bemanningsleden verbrand en verminkt uit het wrak waren gehaald en langs de kant van de weg waren neergelegd, wachtend op transport..
Het vliegtuigwrak werd zo vlug mogelijk geruimd en het overblijvende metaal werd vanaf het station per open wagons naar Duisland getransporteerd. Eenmaal op het station werd dit transport niet meer bewaakt en met enkele buurjongens hebben wij vanaf de gereedstaande wagon. een boordwapen gestolen en ergens bij een der buurjongens in een schuur verborgen.
Wij hebben open en bloot in de avondschemering dit wapen op een fiets vervoerd.
Hoe zou dit zijn afgelopen als wij door politie of soldaten waren aangehouden. Wat ons toen heeft bezield, zal altijd een raadsel blijven. Het boordwapen was niet meer bruikbaar en had een verbogen vuurloop.
Zouden wij met deze actie de oorlog hebben kunnen beinvloeden ? Waren wij zo dom ? Wij hadden onze ouders in een moeilijk situatie  kunnen brengen.!

De voedselschaarste was ook in zekere mate bij ons merkbaar. Je kon "de boer" op gaan en hier en daar wat bedelen, maar dat leverden in het algemeen weinig op.
Mijn moederhad haar oude beroep als huisnaaister weer opgepakt en voor haar werkzaamheden liet zij zich in natura betalen.
Meestal met tegoed bonnen voor graan.
Na dorsing brachten de boeren een deel van het graan naar de molenaar om te malen. Hiervoor in de plaats kreeg de boer tegoed bonnen voor een overeenkomstige hoeveelheid brood.
Met deze tegoed bonnen kon je altijd brood gaan halen. Was ook handig voor familieleden welke op bezoek kwamen en wij hun iets extra's konden meegeven.. Ook verkregen wij op deze manier wel wat spek.
Om eerlijhk te zijn, wij hebben in de oorlog geen honger geleden.
De meeste buren hadden een moestuin en de opbrengst van de tuin was meestal groter dan de eigen behoeften. Restant werd weggegeven aan buren.
In de zomerdag was er volop gelegenheid om braam te plukken en hiervan braamsap te maken. Ook zelfs om de ons onbekende bosbessen te plukken in de bossen in de omgeving.
De appelbomen op de boerdeijen in de omgeving gaven ook voldoende fruit om door anderen er in mee te laten delen.
Gedeeltelijk om uit de hand te eten en gedeeltelijk om te worden geschild en in partjes te worden gesneden, waarna deze bij de bakker werden gedroogd en als winter voorraad op de zolder werd opgeslagen.
Aangezien wij als kinderen op de zolder sliepen, werd voor het slapen nog weleens een grabbel uit deze voorraad gedaan. 

Door de grote afstanden naar de winkels was het nodig dat mijn moeder leerde fietsen.
Met veel pijn en moeite, ondanks haar scheveningse dracht, heeft zij het geleerd en vaak heeft ze van Doetinchem naar Dinxperlo gefietst om daar op bezoek te gaan bij kenissen. Was altijd nog zo'n 25 km en dat ook nog op een fiets met massieve banden.
Deze kennissen hadden ook een boerenbedrijf. Mijn oudste broer is hier in de vacantie nog werkzaam geweest.
In deze omgeving zijn wij ook in aanraking gekomen met onderduikers en zelfs met ondergedoken Engelse piloten.
Niet altijd is dit goed afgelopen. Vaak was verraad de oorzaak. Soms waren de mensen zelf erg onvoorzichtig.
Ik heb eens een lijn met wasgoed zien hangen met kledingstukken ge,erkt met Engelde etiketten.
Ik heb deze mensen niet gevraagd of zij Engelse piloten onderdak verschaften, maar wel gewaarschuwd voor het gevaar van dit tentoongestelde wasgoed.
Na verloop van tijd ben ik te weten gekomen dat zij op dat moment 7 Engelse piloten onderdak verschaften.

Regelmatig werden bij de boeren razzia's gehouden  i.v.m. onderduikers.
Eveneens vonden sabotage aanslagen plaats. Vaak gevolgd door wraakoefeningen en gijseling en gevangenname van vooraanstaande burgers.
Mijn vader wordt met maagklachten opgenomen in het ziekenhuis voor onderzoek. Na enige weken bedrust wordt hij weer ontslagen en kan zijn werkzaamheden hervatten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-08-2010, 10:53:52



vervolg 6

En zo verlopen de twee laatste jaren van de Duitse bezetting.
De inwoning geeft wel eens spanning.
Het gezin van de hoofdbewoner is uitgebreid. We proberen elkaar te ontzien, wat niet altijd lukt.
De hoofdbewoner blijkt zich ook met wat "ongure" zaakjes bezig te houden ( zwarte handel ).
Als storings monteur bij de PNEM heeft hij telefoon en permissie om tijdens "spertijd " storingen te verhelpen.
Mooie dekmantel voor andere zaken.
Mijn oudste broer kan niet veel meer leren op de ambachtschool en gaat voor een langere periode werkenop de boerderij van onze kenissen in Dinxperlo.Voor ons gezin iets verlichting ook wat eten betreft.
In Dinxperlo was hij ook bij de jongere generatie ( ook de onderduikers ) een geziene figuur.

Vaker is er luchtalarm. Wij mogen de kelder in ons huis niet gebruiken om  te zoeken schuilen tijdends het luchtalarm. Waarschijnlijk ook om ons niet te laten zien wat er zoal voor handel in de kelder is opgeslagen.
Mijn vader draait ploegendienst op de gasfabriek, zodat moeder ook wel 's-nachts alleen is en bij luchtalarm alleen beslissingen moet nemen. Voor ieder kind heeft zij een grote rugzak gemaakt waarin  benodigde reserve kleren zitten.
Op de akker naast het huis zijn door de bezetters loopgraven gegraven.en bij luchtalarm in de nacht vluchten wij vaak hier heen, ieder lid van het gezin bepakt met rugzak.
Het is wel riskant omdat er spertijd is. Gelukkig is het steeds goed afgelopen.

Juni 1944 ..... De invasie in Normandie.
Het oprukken van de geallieerden in Frankrijk en Belgie.
Mijn oudste broer Jan wilde altijd al gaan varen.
In 1939 had hij al op 12 jarige leeftijd een reis met de logger Sch.169 meegemaakt en zat op zee toen de oorlog tussen Duitsland en Engeland uitbrak.
Voor broer Jan is een plaats beschikbaar op de machinisten school in Nijmegen.
Waarschijnlijk was het een opleiding voor de KPM.
Deze maatschappij liet jongeren opleiden op hun kosten voor machinisten en stuurlui, waarna zij voor een bepaalkde tijd voor deze maatschappij in het verre Oosten moesten gaan varen. Maar dit zal op dat moment wel toekomst muziek zijn geweest omdat en Nederland en het verre Oosten door de vijand waren bezet.

Voor hem was ook in Nijmegen een kosthuis gevonden.
Mijn vader brengt hem begin september naar Nijmegen.voor de aanvang van de cursus.
Enkele dagen later is Jan weer thuis.
De geallieerden zijn snel opgerukt en een hevige strijd zal ontbranden om Nijmegen.
Veel mensen ontvluchten de stad en broer Jan heeft ook van de kostbaas het advies gekregen om naar huis te gaan.
Het was net op tijd ,anders had hij de stad niet meer kunnen verlaten met het openbaar vervoer.

Thuis gekomen klaagt hij over oorpijn.
De huisarts geeft hem wat oordruppels.
Pijn verhevigd en op advies van andere huisarts wordt hij naar het ziekenhuis in Doetimchem gebracht.
Middenoor ontsteking wordt geconstateerd en operatie is noodzakelijk.
Onder hevige pijnen wordt hij geopereerd. Maar dit mocht niet meer baten en Jan overlijdt.
Grote teleurstelling voor vader en moeder.
De enige troost is,  mocht de operatie geslaagd zou zijn, hij als invalide in een rolstoel, zijn leven had moeten slijten.
Volkomen afhankelijk van iedereen.
Veel verdriet.
Jan wordt in de achterkamer van de hoofdbewoners opgebaard.
Ondertussen is de strijd om Arnhem ontbrand.
Luchtlandingen rond Arnhem.
Een legerafdeling van de Duitse S.S. trekt zich terug uit het krijgsgewoel van Brabant en wil in Doetinchem kwartier maken om op krachten te komen.
Duitse SS soldaten bezoeken alle huizen in de omgeving om slaapplaatsen te vinden..Ook wij ontlomen hier niet aan. De achterkamer wordt uitgekozen.
Het stoffelijk overschot in de achterkamer moest op bevel van deze soldaten worden verwijderd om ruimte te geven voor een SS officier.
Zelfs voor deze officier was dit te veel gevraagd en van hem mocht het lijk daar blijven staan, mits er in het huis een andere kamer voor hem werd beschikbaar werd gesteld.
Wat ook is gebeurd en wij van deze officier geen enkele last hebben gehad.

Enige buurtbewoners hebben meer last gehad van deze ingekwartierded soldaten en een van de buren is zelfs flink afgetuigd door een van hen, welke de buurtbewoner beschuldigde van diefstal van wat cigaretten.

Na enkele dagen zijn deze SS troepen weer doorgetrokken, maar de spanning rond de slag om Arnhem bleef hangen.
Af en toe zag je wat Engelse krijgsgevangene welke richting Duitsland werden afgevoerd..

Onder grote belangstelling van buren en kenissen uit Dinxperlo is mijn broer begraven. Door de oorlogshandelingen rond Arnhem was het niet mogelijk dat  familieleden  van buiten Doetinchem bij de begrafenis aanwezig waren .
Wel waren mijn grootmoeder en tante welke in Doetinchem woonden en veel van de Scheveningse evacuees,  aanwezig.

Mijn grootmoeder had in de eerste wereld oorlog haar man en twee zoons verloren.
Haar man heette Jan en de twee zoons heette Jan en Jacob.
De eerder geciteerde kleinzoon welke gedurende de oorlog bij de torpedering van zijn schip was omgekomen, was naar deze Jacob vernoemd en mijn broer Jan, welke enige jaren jonger was,  naar deze Jan .
Deze twee namen hebben niet veel geluk gehad in de familie.
Later is gebleken dat de dokter die mijn broer als eerste onderzoekt en oordruppels voorschrijft, verwikkeld was in een ondergrondse affaire, wat ook weer betrekking had met de gevechten rond Nijmegen.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-09-2010, 07:37:37
vervolg 7

Na deze periode zou er nog een moeilijke winter en voorjaar volgen.
De ULO  school werd gevorderd door de Duitsers voor huisvesting van de militairen.
De lessen werden voortgezet op plaatsen waar ruimte gecreeerd kon worden op diverse plaatsen in de stad. zoals de concistorie kamer van de Apostolosche kerk, een zolderruimte boven een groente winkel, het CJMV gebouw en in meerdere gebouwen.
Voor leerling en leerkrachten was het een moeilijke opgave. . Later werd bij een bombardement een groot gedeelte van de stad verwoest en ook de chr.ULO school.

Ik heb nog steeds heel goede herinneringen aan deze school  Deze Ulo was vooruitstrevend.
Wij hadden toen al schoolzwemmen.
In de zomer maanden werd gezwommen in het openlucht bad Groenendaal.
Voor de kinderen van boeren afkomst was dit iets nieuw en hadden vaak niet eens zwemkleding.
Ook hadden wij lesuren lichamelijke opvoeding, waar het echt pittig aan toe ging.
Was toen niet gebruikelijk in ht voortgezet onderwijs.

Rond Doetinchem waren veel klompen fabrieken. Schoeisel was schaars en gerantioneerd.
Voor, na en tijdens schooltijd werden door veel kinderen klompen gedragen., wat wel veel rumoer gaf in de leslokalen.

Voortzetting van de lessen werd bemoeilijkt daar jongens van 15 jaar en ouder moesten gaan werken voor de Duitsers.
Zij moesten o.a.schuttersputten graven en werden ook te werkgesteld om verdedigingswerken te graven en te helpen bouwen aan de IJssel linie.
Hele stukken bos werden gerooid voor het hout voor deze fortificaties.
Als wij er lucht van kregen dat er in de buurt een stuk bos werd gerooid, dan waren wij er als de kippen bij om ook wat voor ons zelf te rooien voor brandstof t.b.v. de kachels.
Maar dit was meer als reserve daar dit pas gerooide hout slecht zou branden en eerst enige tijd zou moeten drogen.
Ik ben voor deze graaf werkzaamheden wel gekeurd, maar werd afgekeurd, omdat ik te klein was voor mijn leeftijd.
Onder deze jonge werkkrachten zijn ook nog doden gevallen, daar regelmatig deze werkzaamheden werden beschoten door Engelse jachtvliegtuigen.

Daar het les geven weinig meer inhield ben ik gaan helpen op de boerderij in Dinxperlo.
Het scheelde thuis weer een kostganger en als ik na een bepaalde periode thuis kwam, had ik meestal nog wel wat voedsel opgescharreld bij de diverse boeren in deze omgeving. Een stukje spek, een worst of wat eieren.

In het najaar was er bij de meeste boeren het traditionele slachten van een varken .Altijd veel belangstelling van de jeugd.
Worsten maken. Spek zouten en roken. Vlees en worsten wecken.
Ook werd er voor de wintervoorraad veel groente en fruit geweckt.
Bij het slachten werd door de jeugd de varkens blaas geclaimd. Opgeblazen of gepompt was dit een goede vervanger van een voetbal en werd veel gebruikt bij de boeren jeugd.

Op de boerdeij werd het ook moeilijker.
Ook hier kregen wij inkwartiering van Duitse militairen. Meestal oudere mannen, welke op late leeftijd nog waren opgeroepen voor militaire dienst en meestasl werden gebruikt als bezettings troepen en de jongere generatie voor de gevechten werden gebruikt.
Voor de onderduikers werd deze situatie moeilijker ofschoon op sommige plaatsen inkwartiering van militairen en onderduikers gezamelijk op een plaats mogelijk was en zij niet van elkaars bestaan afwisten.

Tot het voorjaar 1945 ben ik in Dinxperlo gebleven.
Regelmatig wisselden de Duitse soldaten ,welke waren ingekwartierd.
De oorlogsberichten werden voor ons steeds gunstiger. Geallieerde troepen naderden met forse schreden en medio maand Maart werd zelfs al kanongebulder op verre afstand gehoord.
Eind Maart werden wij opgeschrikt bij het bericht dat Doetinchem zwaar was gebombardeerd. Gelukkig kregen wij goede berichten dat bij ons thuis geen schade en slachtoffers waren.
Gunstige berichten bereikten ons al dat de geallieerde troepen niet ver meer van ons verwijderd waren.
Mij werd geadviseerd om maar naar huis te gaan en daar het verloop van de oorlog af te wachten.
Ik wilde trouwens ook de Paasdagen thuis doorbrengen.
De paasdagen zouden op 1 en 2 April vallen en ik had hiervoor in de omliggende boerderijen wat eieren gekocht.
Op Goede Vrijdag ben ik per fiets terug gekeerd naar huis. Ik had dit maal niet de normale wegen genomen maar zoveel mogelijk over binnenwegen en zandpaden en ben via Varseveld naar huis gereden.
Op de hoofdwegen werd regelmatig het verkeer door jachtvliegtuigen beschoten.
Normaal zou ik over Terborg hebben gereden.
Ik moest nog wel voorzichtig fietsen, want ik had aan mijn stuur een mand met 60 kippeneieren. Ik heb trouwens ook de binnenwegen genomen om controle te ontlopen, want regelmatig werd er gecontroleerd of mensen geen voedsel buiten de normale wijze ( dus voedselbonnen ) hadden verkregen.
Na Varseveld heb ik nog een paar maal langs de kant van de weg in de sloot moeten duiken als vliegtuigen laag over kwamen vliegen. Na een vermoeiende rit veilig thuis aangekomen.
Mijn moeder reuze blij dat ik veilig thuis was en erg blij met de eieren welke ik had meegebracht en waarvan tot grote verwondering er geen een was gebroken.



De spanning van een aanstaande bevrijding was voelbaar, maar nog steeds waren er Duitsers in de omgeving.
Berichten door buren en kennissen overgebracht waren dan weer hoopvol en wat later weer tegengesproken, maar aan het gedrag van de Duitsers was wel op te merken dat er iets stond te bebeuren.
Ik kan me niet herinneren of wij  de Paaszondag nog naar de kerk zijn gegaan. Ik denk het haast niet, want vanwege het bombardement was de Hervormde kerk ook zwaar beschadigd.
De kelders van de huizen waren ook in gereedheid gebracht om in geval van nood hierin te schuilen.
Het was geen prettig gevoel dat wij in de kelder van ons huis niet welkom waren en toen de buren dit hoorden kregen wij spontaan plaatsen aangeboden in hun kelder.
Op 2e Paasdag was de spanning te snijden. Geweervuur werd hier en daar gehoord. De duitse soldaten in de buurt van onze woning erg gespannen.
In de loop van de morgen een explosie, waarna bleek dat een brug over een smal riviertje zo'n kilometer van ons huis verwijderd, door de Duitsers was opgeblazen.
Duitse militairen rond ons huis gereed om op de vijand te vuren.
Wij hadden schuilplaats gezocht in de kelders in afwachting van wat komen zou.
Af en toe ging een der ouderen eens kijken of er wat te zien was.
Al spoedig bleek dat de Duitsers zich terug hadden getrokken en niet veel later zagen wij de eerste bevrijders per "brencarrier "door de landerijen onze richting uitkomen en niet veel later konden wij ons verheugen bevrijd te zijn.
De eerste militairen die wij zagen waren canadezen.
Zij waarschuwden ons om voorlopig binnenshuis te blijven, maar in de loop van de dag konden wij ons weer vrij bewegen en gingen op onderzoek uit naar de explosie welke we hadden gehoord.
Niet ver van ons huis vonden wij een verlaten Duitse bestelwagen vol met broden. Wij en ook anderen na ons hebben voldoende broden voor de eerste dagen hieruit meegenomen ter aanvulling van onze eigen rantsoenen.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-09-2010, 13:32:45
vervolg  8

Op 1 April 1945 werden wij bevrijd.
Nog enige tijd duurde het eer de rest van Nederland ook was bevrijd.
Zo spoedig mogelijk werd het oude patroon weer gevolgd en werd hier en daar weer geprobeerd de scholen opgang te brengen.
Ook zagen wij de eerste signalen, hoe landgenoten, die in Duitsland te werk waren gesteld, daar waren behandeld.
Een groot deel van het Ruhrgebied was reeds door de gealieerde troepen bevrijd en de dwangarbeiders hadden nu de mogelijkheid Duitsland te ontvluchten.
Vervoer was er niet.
Hooguit hier en daar kon een lift verkregen worden met een militair voertuig en de rest moest te voet worden afgelegd.
En vaak nog zonder voedsel,  zodat op hun tocht naar de vrijheid nog moest worden gebedeld om een stuk brood of ander eten.
In Doetinchem werd een kamp ingericht waar deze mensen op doorreis werden opgevangen.
Sommige konden niet verder, daar het westen van Nederland nog niet was bevrijd.
De meeste van deze mensen waren ondervoed , vuil en onverzorgd ,schamel gekleed en vaak onder de luizen.
In deze toestand konden zij niet verder trekken en werden de nodige maatregels getroffen om deze mensen te helpen.
Mijn vader ging hier af en toe eens kijken of er ook nog Scheveningers onder deze mensen waren.
Daar wij lange tijd met ons schaarse voedsel pakket hadden leren leven. werd er na de bevrijding wat nieuw voedsel aan toe gevoegd. Meestal verkregen uit vriendschap met de afwisselde bezettings troepen van Canadese of Engelse nationaliteit.
Allereerst de eierpoeder, oploskoffie, limonade poeder en diverse soorten biscuits uit de noodrantsoenen.
En niet te vergeten het zweedse wittebrood.

De meeste eieren, welke ik uit Dinxperlo voor de Paasdagen had meegebracht,waren de eerste bevrijdingsdagen reeds verruild voor cigaretten, chocolade en zeep.
Life-buoy was een zeer bekend merk en was een ontsmettende teerzeep en werd veelvuldig door de militairen gebruikt.
En het favoriete cigaretten merk was Woodbine, meestal pakjes van 10 stuks.

In de stad Doetinchem werd volop het puin geruimd afkomstig van  het bombardement.
De bevrijding heeft nagenoeg geen schade aan de stad berokkend, daar er nauwelijks gevechten plaats vonden.

Elke woensdag werd weer veemarkt gehouden. Boeren uit de omgeving kwamen al 's-morgens vroeg meestal lopend met hun beesten naar de markt.
Wij werden dan al vaak 's-morgens vroeg gewekt door klossende klompen en loeiende koeien op weg naar de veemarkt.

Benzine en gas/ dieselolie was nog steeds schaars en gerantioneerd.
De weinige auto's welke nog bij particulieren in gebruik waren, waren uitgerust met een gasgenerators.
Hierin werd houtskool omgezet in gas en met dit gevormde gas werd de motor aangedreven.
Werd hoofdzakelijk in het burgerljik verkeer gebruikt.
Militair verkeer gebruikte benzine en dieselolie.

Behalve dat er in de tuinen groenten en fruit voor eigen gebruik werden geteeld, was dit ook het geval met tabakplanten.
Als de planten volgroeid waren, werden de bladeren gepukt en te drogen gehangen.
Na droging soms nog gefermenteerd en hierna fijn gesneden voor gebruik in de pijp of voor het rollen van cigaretten.
Deze eigenteelt tabak was niet altijd even lekker maar in iedergeval een goede vervanger.
Hierin werd zelfs handel gedreven.
Tabak was nog schaars en gerantioneerden en ook niet altijd van goede samenstelling.
Maar nu wij bevrijdt waren zou wel spoedig goede tabak en cigaretten worden verstrekt, maar dan altijd nog gerantioneerd.

Rond Doetinchem waren door de Duitsers nog al wat verdedigingswerken gebouwd en na de capitulatie met munitie en al achtergelaten.
Voor vele jongens was de verleiding te groot om dit ongemoeid te laten.
Granaat hulsen werden opengebroken en de kruitstaafjes uit deze hulzen geschud.
Het kruitstaafje aansteken, voet ( met schoen of klomp )  er op en de kruitstaaf vloog met veel gesis de lucht in of in het rond.
Niet verwonderlijk dat hier ongelukken door zijn veroorzaakt en door onachtzaamheid ook ongelukken zijn gebeurd.
Gelukkig werden deze munitie overschotten dan ook zo snel mogelijk verwijderd

In mei was uiteindelijk geheel Nederland bevrijd en niet lang er na kwam mijn oom na 5 jaar ballingschap met verlof uit Engeland.
Na al die landmacht soldaten nu eens een marine man. In Doetinchem wel een bekijks.
De verlofgangers hadden al gehoord welke artikelen zij uit Engeland moesten meebrengen, waar in Nederland groot tekort aan was.
Door sommigen is hier misbruik van gemaakt.  Bij de verkoop van deze goederen , zoals nylonkousen en fietsbanden, hebben zij hier goed  geld aan verdiend.

De familie van mijn oom's vrouw woonden noodgedwongen in Markelo.
Deze familie verzorgde ook het mutsenplooien van de Scheveningers.
Regelmatig fietsen wij op zondag daar heen om mutsen, voor de scheveningse dracht,  te halen en te brengen.
Mijn oom wilde ook graag ook eens mee naar Markelo om zijn schoomoeder en schoonzuster te ontmoeten.
Wij hadden echter alleen maar fietsen met massieve houten banden of met massieve banden gemaakt van auto banden.
Ander openbaar vervoer was er niet of zeer gebrekkig met veel overstap haltes.
Voor ons was het al een hele rit, maar voor mijn oom is het een verschrikking geweest, zeker als je bijna 5 jaar niet hebt gefietst.
En dat dan nog op een fiets met massieve banden en een groot gedeelte van de route over zandpaden en binnenwegen.

Ik hoorde thuis in klas 4 van de Ulo.
Dit jaar zou  het examen  jaar zijn.
Daar veel scholen lange tijd stil hadden gelegen of niet voldoende lessen hadden kunnen geven, werd van hogerhand besloten dit jaar geen examens af te nemen.
Er zou naar per leerling naar voorgaande rapporten worden gekeken en de laatst bekende school resultaten.
Aan de hand hiervan werd besloten of iemand als nog zijn diploma kreeg zonder examen af te leggen.
Ik behoorde niet bij de gelukkigen ( ook de meeste jongens uit de klas  niet ) en wij zouden nog een jaar langer de school moeten bezoeken..
In dat schooljaar werd ik ingedeeld in de klas van leerlingen welke van buiten Doetinchem kwamen.

De lessen werden nog steeds op verschillende locaties gegeven.
Nu echter konden leerlingen op de locatie blijven en verplaatste zich de lerearen naar de locatie van een andere groep..
Hierdoor ging veel lestijd verloren.
De school lag nog steeds in puin en het zou nog wel even duren voor deze herbouwd zou zijn. De herbouw van de door het bombardement getroffen huizen was veel belangrijker.

De laatste jaren werd aan het einde van het schooljaar een feest middag en avond georganiseerd voor de leerlingen en de ouders, waarbij de leerlingen van de hoogste klassen hun artistieke kunde tentoonstelden met zang, toneelstukjes en turnen.
Aan veel scetches heb ik meegedaan.
Ik had een mooie stem en zong vaak mee met de meisjes sopranen.
Daar ik de kleinste jongen van de klas was, moest ik bij turnen altijd de top van de piramide vormen.
Ik heb hier heel goede herinneringen aan over gehouden.

Ook was het de gewoonte om op Hemelsvaartdag te gaan dauwtrappen.
Meestal werd dit gedaan in onderlinge afspraak op school. Samenstelling van de groepen waren gemengd en het reisdoel onderling bepaald.
Je kon gaan lopen of fietsen.
's-Morgens al voor dag en dauw werd er vertrokken en in de middag pas weer terug gekeerd.
Vaak het begin van amoreuze betrekkingen tussen diverse klasgenoten.
Tijdens de duitse bezetting werd deze gewoonte niet gehandhaafd, ook al omdat men risico liep, dat de eventuele fietsen door de bezetters zouden worden geconfisceerd.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-09-2010, 15:53:53




vervolg 9

Zoals gebruikelijk bij een grote verzameling jonge mannen ( en dit geval jonge soldaten )  waren veel meisje en jonge vrouwen verliefd geworden op deze interessante buitenlandse mannen en menig paartje maakte hun avondwandeling op de stille buiten wegen.
Veel meisjes zijn bij vertrek van de soldaten teleurgesteld achtergebleven en menig meisje heeft slechte ervaringen opgedaan i.v.m.onverwachte zwangerschappen.

Alles schijnt nu van een leiendakje te lopen, maar schijn bedriegd.
In augustus 1945 worden mijn 2 broer en ik ziek.
De dokter over de vloer en uiteindelijk blijkt dat wij alle drie typhus hebben opgelopen.
Wij moeten geisoleerd in huis blijven.
De ouderlijke slaapkamer wordt ontruimd en zal dienen voor ons verblijf tijdens de dag en de nacht.
Alleen mijn moeder mag op de kamer komen.
Beslist geen bezoek, behalve de dokter.

Wij mogen geen ander voedsel nuttigen als yoghurt . 's-Morgens, 's -middags en 's -avonds.
Gelukkig kon dit in ruime mate worden verkregen bij de zuivelfabriek.
Het was een grote opgave om hartje zomer 3 weken lang, met 3 personen, op een bovenkamer te moeten doorbrengen en in deze periode alleen maar yoghurt te nuttigen.
Yoghurt was in die tijd bij ons soort mensen een product wat nauwelijks werd gebruikt.
En het was nog een warme zomer ook en dan gedwongen moeten binnenshuis te blijven.
Een lange tijd hierna heb ik geen yoghurt meer willen zien of eten.

Al spoedig zouden we in het geheel geen geallieerde troepen meer zien en werd het plaatselijk bestuur door de gemeente overgenomen.
Familieleden vanuit het westen kunnen ons weer bezoeken.
De door ons opgespaarde noodvoorraden t.b.v de van honger geplaagde familieleden kan nu worden aangesproken en worden uitgedeeld.
Padvinderij, tijdens de oorlog verboden als zijnde een Engelse organisatie , werd weer opgericht.
Ik werd lid van deze Graaf Otto groep.
Mijn moeder heeft zich erg ingespannen om voor deze padvindersgroep vlaggen en andere attributen te vervaardigen uit oude materialen, daar er van veel artikelen nog grote schaarste was..

Na de bevrijding is veel gebruik gemaakt van militaire kleding voor persoonlijk gebruik.
Deze kleding was vrij gemakkelijk verkrijgbaar van de naar huis kerende of doortrekkemde soldaten.
Kleding was aan het einde van de  oorlog schaars en gerantioneerd.
Voor kinderen werd de betreffende kleding vermaakt. Soms werd de kakie kleur verandertd door een verf bad..

In het najaar van 1945 wordt verse haring via de rantionering toegewezen.
Met smaak hebben wij na 5 jaar weer eens gebakken haring gegeten. Bij navraag blijkt dat in Breskens op dat moment veel verse haring werd aangevoerd.
Na ons vertrek uit Scheveningen hadden wij gedurend de bezetting maar sporadisch verse zeevis genuttigd.
Een of twee maal hebben we een zootje schol gekregen van een familie lid, die de schrobnetvisserij uitoefende vanuit Delfzijl.

In Juli 1946 heb in Winterswijk eindexamen gedaan en voor het Ulo geslaagd.
De feestjes na de examens waren niet zo uitbundig als tegenwoordig. Maar er was ook nog niet al te veel.

Ik wordt ingeschreven op de zeevaartschool in Scheveningen om voor stuurman te gaan leren.
Van mijn ouders mocht ik gaan varen , maar dan wel eerst leren.
Mijn vader heeft mij altijd voorgehouden om te gaan studeren en dan naar de koopvaardij te gaan i.p.v. voor de visserij te kiezen.
Daar mijn ouders nog in Doetinchem woonden, ging ik voorlopig in de kost bij mijn grootmoeder Taal, die ondertussen weer van Den Haag naar Scheveningen was verhuisd.
Vol verbazing kijk ik na terugkeer op Scheveningen naar de verbouwde loggers, zoals de Sch.23 die net op de Maassluisse  werf was verbouwd en de verdere bedrijvigheid rond de haring visserij.

Mijn vader krijgt in Doetinchem een goede baan met woning aangeboden en wil deze baan graag accepteren.
Moeder vindt het ook goed om in Doetinchem te blijven wonen.
Moeder heeft zelfs overwogen, bij vast verblijf in Doetinchem, haar Scheveningse dracht te verwisselen met een burger dracht.
Zij heeft het tijdens de oorlogsjaren ook eens geprobeerd en de verwisseling is toen door ons als kinderen afgewezen.
De gemeente gooit echter roet in het eten en wil aan mijn ouders geen vestigings vergunning verlenen.
De reden hiervoor is dat wij oorspronkelijke evacuees zijn en uiteindelijk moeten terugkeren naar de plaats van herkomst.
Dus geen vestigings vergunning en dus ook geen andere betrekking voor mijn vader.
Wel goed begrijpbaar, daar er door het bombardement van Doetinchem er grote woningnood was..

Vader gaat zijn licht opsteken in Scheveningen om te zien wat daar de mogelijkheden zijn voor werk.
Bij zijn vroegere werkgever rederij Roeleveld, wordt hem werk aangeboden als schipper op een haringlogger,  n.l. de Sch .77 Albatros, hetzelfde schip waarop hij voor de oorlog motordrijver was.
Hij ziet geen brood in deze aanbieding.
Hij komt in contact met zijn vroegere schipper van de Sch. 77,  C.de Jong , welke vanaf  het begin van de oorlog werkzaam is bij ministerie van Verkeer en Waterstaat .
Hij wijst hem op een betrekking als stoker van de verwarmings installatie bij dit ministerie op het Binnenhof.
Vader solliciteert naar deze baan en wordt aangenomen en in het najaar van 1946 verhuist de familie Spaans van Doetinchem naar Scheveningen.
Niet terug naar onze oorspronkelijke woning, want deze was door sanering reeds afgebroken, maar naar een boven huis aan de andere zijde van het dorp.
En na deze verhuizing kom ik weer bij mijn ouders te wonen en van af dat moment is de periode van mijn jeugd ten einde en zal er gestudeert moeten worden.

Vijf jaar Doetinchem.
Deze vijf jaren zijn snel voorbij gegaan.
Wij hebben als gezin veel gezien en veel meegemaakt.
Wij hebben al deze herinneringen achter ons gelaten en ons wachtte een nieuwe periode met hopelijk een betere toekomst.
Met 6 personen zijn wij gekomen. Met 5 personen keren we terug.
De 7e September 1944 zal als een zwarte bladzijde altijd in mijn herinnering blijven.
Doetinchem heeft,  ondanks de vele goede herinneringen,  ons toch wel erg veel gekost !

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 16:35:54
Op 28 jullie j.l. schreef ik o.a.:
Komende week ben ik weer in NW-Frankrijk. In de grote winkels zie je ook van die mooie vistafels zoals op de foto van Metser uit Zweden. Je kijkt je ogen uit. Hier in Den Helder heb je zoiets niet.

Ik heb even gewacht met het plaatsen van foto's omdat Vreemdeling ondertussen zijn Doetinchemse ervaringen plaatste en ik daar niet doorheen willen fietsen.


Ik was al een tijdje niet meer op het Place de Minck bij de haven van Duinkerken geweest. Ze hebben er in 2005 een nieuw gebouwtje voor de verse visverkoop geplaatst.
Het heet blijbaar 'Les aubettes' (de cabines) maar daar heb ik een andere associatie bij. Ik ken het als  'Vismarkt'.

De toren links op de 1e foto is de Tour de Leughenaer. Ik neem aandat jullie het verhaal kennen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 16:40:59
zoals je op de foto hierboven en hieronder kunt zien, staan de namen van de schepen met krijt aangegeven.

Ik vond niet alle vis even vers. Er waren er zelfs 2 verkopers die ze niet eens op ijs hadden liggen. Maar daar stonden nu juist wel de meeste klanten. Het goedkoopste?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 16:50:50
Waar vroeger de scheepswerf was staan nu flats


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 16:51:27
De onderste foto laat zien dat er behoorlijk gevochten is in Duinkerken. Wrang dat deze kogelgaten in de muur van de kerk precies op hoofdhoogte zijn.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 16:55:25
Toen ik ca. 1970 veel in Duinkerken was, waren er bij een aantal cafes enz. op het Place de Minck leuke dames die graag een drankje met je wilden drinken.
Helaas al deze cafes zijn opgedoekt en veranderd in reisburo's en andere winkels (of staan leeg).
Ik vond nog wel een cafe met deze naam (als herinnering):


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:00:24
Achter de cafees was het vroeger al wat loucher/spannender, maar toen ik er nu ging kijken en alleen het onderstaande aantrof ben ik snel verwenen. Hoe triest.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:07:20
Voor het havenmuseum (http://www.museeportuaire.com/) (in een oude tabaksloods) liggen een aantal museumschepen:
De driemaster Duchesse Anne, het lichtschip Sandettié, het binnenschip de Guilde en de sleepboot Entreprenant .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:13:38
Ik heb weer eens een rondvaart door de oude haven gemaakt. Nu met een nieuw schip, de 'Texel'


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:15:45
De oude haven is vooral leeg.
Hier een paar opgelegde ferries.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:17:56
Dit is het algemene beeld:


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:22:03
De scheepsbouw is weg. volgens de rondleider wordt er wel nog veel onderhoud gedaan. Een drijvend dok en een gegraven dok waren inderdaad gevuld.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:22:40
.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:27:30
Bij de hoogovens lag een schip voor de kade.
Maar niet alle kranen hadden werk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:31:38
Nog even de grote bitumen dijk aan de zeekant beklommen en daarover naar het zuidelijk deel van de haven gereden (Mag niet, idereeen doet het). Deels zijn er duinen ontstaan op de dijk.

Hier de havenmond met links de Phare de St.Pol (St. Pol is een dorp dat vlak tegen de haven aan ligt)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:48:57
Een bezoek aan een grote winkel (in dit geval Auchan) hoort er altijd bij. Ik heb weer voor een halfjaar van allerlei lekkers en nuttigs ingelagen.

Deze keer wat foto's gemaakt. Ik kreeg al snel iemand van de winkel achter me aan: Waarom stond ik zoveel te fotograferen? Toen ik dat uitlegde, werd dat maar minzaam geloofd.

Eeen overzicht van de verse-visafdelding:

(nb: de afdeling bevroren vis en viskonserven heb ik maar niet gefotografeerd. Ook best groot)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:50:03
De kreeftenbak:


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 17:59:27
De andere onderdelen:


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:00:24
.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:01:14
.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:02:12
.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:03:12
De afdeling garnalen enz.:


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:04:13
En als laatste de afdeling mosselen, gerookte waar, oesters e.d.:


(Ik heb ondertussen trek in een haring gekregen. De laatsten van vorig jaar helaas.)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:20:10
Ik ga niet alle kazen laten zien. In het noorden van Frankrijk worden uitstekende (stinkende) kazen gemaakt. De maroilles, de pave, de paterskaas van de Katsberg. Het sterkst ruikt de 'Vieux Lille'. Ook wel de 'Puant de Lille genoemd (de stinkerd van Lille)
Toen ik die voor het eerst meenam voor mijn ouders en in de koelkast gelegd, haalde mijn vader die er later uit. Het stonk in de bijkeuken zo naar een koe met ontstoken uiers! En dat is een foute zaak, want als je er een zo'n koe bij hebt kun je de hele melkopbrensgt van die dag weggooien. Hij gaf het aan de hond, die alles at. Maar dus geen Vieux Lille!

(http://hennart-fr.com/Document/Image/Produit/05205vieuxlille.jpg)



Hieronder echte Goudse kaas. Ook al is de kleur anders dan we gewend zijn.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:24:08
Dit lijken (grote) Edammers.
In Nederland heet dit 'Kommissiekaas'. Vroeger werd dat in NL verkocht, een paar jaar geleden is geprobeerd ze in NL weer te verkopen. Ik zie ze nooit meer.

De kaas werd/wordt in Nederland gemaakt, maar ook in Nrd-Frankrijk.
Ze noemen het 'Mimolette'.

Vlnr van jong naar oud.

De lekkerste en oudste heeft kleine gaatjes erin die mijten erin gevreten hebben. Die hebben daarom een notensmaakje.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:30:43
Natuurlijk hebben dit soort winkels ook grote afdeling wijnen en gedistilleerd. Ik kon daar vroeger uren doorbrengen, terwijl de voruwen de boodschappen deden.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:38:03
Wij denken altijd de beste jenevers ter wereld te hebben.

Dat klopt niet. De beste komen uit Belgie en NW-Frankrijk.
Alle goede nederlandse jenevers halen hun moutwijn uit Belgie.

Hier een aantal echte jenevers, 42 - 49 % alcohol en een prima smaak!!


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:53:02
Voor de bierliefhebbers.
In NW-Frankrijk drinken ze van oudsher bier, terwijl de rest van Frankrijk (m.u.v. de Elzas) alleen wijn dronk.
Ik zal ook niet alle biermerken laten zien.
Dit zijn echter 'Bieres de garde' (bewaarbieren). Sterke bieren in een champagnefles. Gebrouwen in de winter/voorjaar om te drinken als het zomers te warm was om te brouwen.

Deze mevrouw schrok, omdat ze dacht dat ik speciaal haar op de foto wilde hebben.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 09-09-2010, 18:59:35
Dit was mijn welgevulde winkelkarretje. Helaas kon ik alleen konserven meenemen. Ik was nog een paar dagen onderweg. Volgend jaar neem ik koelboxen mee en dan gelijk in eeen keer naar huis en de koelkast/vriezer in.

Voorlopig kan ik weer vooruit.
Ik heb de dame van de kassa alvast tot ziens in het nieuwe jaar gewenst. Ze hoopte me weer te zien zei ze en wenste me alvast een goede jaarwisseling.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-09-2010, 07:20:01
Wijbe,
Genoten van je foto reportage.
Je was zeker in de Auchan zaak bij Calais.
Niet iedere Auchan zaak heeft zo'n uitgebreid jenever aanbod. Meestal vindt je er maar één Hollands merk. Meestal Bols.
Vis afdelingen zijn altijd een smul om naar te lijken, vooral rond de feestdagen.
Op mijn laatste bezoek aan Boulogne ook verse vis mee naar huis genomen in de koelbox en meteen in de diepvries gedeponeerd.
Sympatiek dat je de Doetinchem reeks niet hebt onderbroken.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 10-09-2010, 14:58:17
Dit was in de Auchan te Grande Synthe (http://www.auchan.fr/vad/sdv/soushomeUnivers.jsp?rayon=4026117) (NL: Grote Sinten).

De regionale jenevers Loos (http://www.lillemetropole.fr/index.php?p=1399&art_id=18609), Wambrechis (http://www.wambrechies.com/) en Houlle (http://www.genievredehoulle.com) vindt je alleen in NW-Frankrijk. De destilleerderijen kunnen bezocht worden.
Alle belgische jenevers vindt je in het Nationaal Belgische Jenevermuseum te Hasselt (http://www.jenevermuseum.be/). zo richting Maastricht. Aanbevolen!

Boulogne is natuurlijk de europese hoofdstad van de vis.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 18-09-2010, 23:44:10
Goh, ik dacht veel reakties te krijgen van vis-, kaas-, jenever- en bier-liefhebbers.
Zijn die er niet meer op Scheveningen??  Ben ik eeen van de laatsten (en niet eens van Scheveningen) ???  ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-09-2010, 15:47:18
Wijbe,
Het verwondert mij steeds dat er in de super marché 's in Frankrijk en Lixemburg nog zoveel zoute vis en stokvis te koop wordt aangeboden.
Jij als "halve fransoos "moet daar de reden van weten !
Heb jij dit ook in de huiselijke kring te eten gekregen ?

Wat reacties betreft m.b.t. je foto reportage heb je gelijk.
Ik bezoek graag de uitgebreide vitrines met kaas en zuivel producten in de vestigingen van Auchan, Cactus, Champion en Match.
Het verwondert mij steeds weer dat zo'n uitgebreid aanbod nog steeds wordt verkocht.
gr.
cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 22-09-2010, 01:55:30
Nee ik heb dit in FR nooit gegeten. Wel heel vroeger bij mijn moeder thuis in Fryslan. Maar die wist ook niet echt hoe het moest. De stokvis moest eerst mals geslagen worden o.i.d.
Speelt wellicht mee dat mijn schoonfamilie hun roots niet aan de kust (het Blootland (http://nl.wikipedia.org/wiki/Blootland)) hadden, maar in het Houtland (http://nl.wikipedia.org/wiki/Houtland_%28Frans-Vlaanderen%29). Zo at men er bijv. ook geen zeevruchten (behalve mosselen). Terwijl 'Fruits de Mer' aan de kust zeer populair is, vooral met de feestdagen.

Wellicht dat er veel portugezen in die regio's wonen? Daar is stokvis vrij populair dacht ik. Langs de hele Middellandse Zee, ook in Zd-Frankijk wordt vrij veel stokvis gegeten. Wellicht is dit ook van invloed?. Verder was het vroeger natuurlijk een goedkoop volksvoedsel. Ik kan me voorstellen dat in de oude industriegebieden in Nrd-Frankrijk/Wallonie-e men het eten hiervan voortzet.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 22-09-2010, 07:15:23
Vreemdeling en Wybe, mijn vorige werkgever in Zoetermeer, is een echte zeeuw.
Hij en zijn zonen zijn gek op stokvis, wat hier in de randstad moeilijk is te krijgen.
(Toen ik de jaren 60 bij Hector Janssen werkte, werd boven op zolder, de kabeljouw gedroogd en mechanisch plat geslagen)
In Zeeland daar in tegen, is het wel volop te koop, ik heb eens bij een bezoek aan vrienden in Vlissingen, stokvis voor hun gekocht.
Was het vroeger volksvoedsel, tegenwoordig is het aardig aan de prijs, ik betaalde 5 jaar geleden, 5 euro per ons.
Zij lieten het 36 uur weken in water dat om de 9 uur werd ververst, om het zout er uit te krijgen.
Daarna wordt het in circa 20 minuten gaar gekookt en het ze eten het met rijst en wortelen.

Schub


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Doggersbank op 22-09-2010, 21:11:18
http://www.smitstokvis.nl/index.html

Kijk eens op deze site voor stokvis.
Het is volop te verkrijgen.
Vraag bij uw haring en vis leverancier.

Gr, Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-09-2010, 08:12:46
Doggersbank,

Een verhelderende reactie.
Voor iedereen begrijpbaar.
Met dank.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-09-2010, 07:40:58
Klipvis.

In de periode rond 1950- 1960 kwam ik regelmatig met de schepen van de rotterdamse firma Wm. H.Müller en Co. NV.in de haven van Bordeaux.
Kwam je met een schip varende op de lijndienst Rotterdam - Bordeaux dan was de losplaatst aan de Quai des Chartrons, dus aan de kade van de rivier.
Kwam je met een schip varende op de lijndienst Casablanca - Bordeaux dan was de losplaats in het Bassin á Flot.
Stroom opwaarts varend aan de rechterzijde van de rivier de Garonne, net voor de bebouwing van de stad Bordeaux.
Om vanaf de rivier de Garonne in dit Bassin te komen moest, afhankelijk in welk Bassin ( 1 of 2 ) er gelost en geladen moest worden,
één of twee sluizen worden gepasseerd.
In dit bassin was ook de thuishaven en losplaats van de grote New Foundland trawlers uit Bordeaux.
In die tijd prachtige grote schepen met een dubbele opbouw.
Meestal voortbewogen door motoren.
Het waren toen allemaal nog zijtrawlers.
Deze schepen losten in dit bassin hun ladingen vis.
Echter geen verse vis, wat ook niet mogelijk was vanwege de lange reisduur van deze schepen en wel zo'n 3 maanden kon duren.
Maar de te lossen lading bestond uit klipvis.
Aan boord gefileerd, gezouten en in de ruimen opgeslagen.
Bij de lossing werd de klipvis in de ruimen van de trawler vanuit de keeën los op paletten geladen en per hijskraan vanaf het schip op de kade gezet en per vorkheftruck naar de opslagplaats gebracht.
Meer als een dag waren te dokwerkers hier mee bezig.
De geloste lading verspreidde geen aangename geur, vooral op zomerse dagen.

Jaren later ( +/- 1990 ) heb ik een foto reportage gezien in het visserij museum van Fécamp.
Deze reportage ging over het leven aan boord van een Fécampse New Foundland trawlers.
Ook hier werd aan boord klipvis gemaakt.
In grote lijnen kwan het neer op........

Meerdere mensen verrichtten deze handelingen en de werkzaamheden bestonden uit...!
De gevangen vis verwerken.
Op het potdeksel van de scheepsverschansing waren meerdere scherpe pinnen aangebracht.
De kabeljauw werd met de bovenkant van de kop in deze pin geslagen.
Buikzijde van de vis was dus naar de verwerker gekeerd.
Buik werd opengesneden en ingewande verwijderd.
Hierna werden de graten verwijderd en als laatste de kop.
Vis spoelen na deze handelingen ?
Waarschijnlijk werd de "gevlekte " vis beneden deks in het visruim gezouten en plat in de keeën opgeslagen.
 

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-10-2010, 16:07:39
Schub,
Nog een reactie op uw reactie d.d. 22/9 m.b.t. stokvis.
Jij hebt voor deze genoemde stokvis wel erg veel betaald.!
Vrijdag 15 oktober was ik in de franse supermarkt Auchan in de stad Luxemburg.
Op de vis afdeling stonden 2 paletten met stokvis.
Een palet met stokvis van kabeljouw .
Prijs € 11.99 per kg.
De ander palet met stokvis van zwarte koolvis.
Prijs  € 9.99
Beide afkomstig uit Portugal.

Wel een groot verschil met wat jij betaalde.

gr.
vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 18-10-2010, 16:37:18
Dat is niet duur Vreemdeling.
Ik heb even op de site van Schmidt Zeevis uit Rotterdam gekeken en daar staat de volgende prijs.

Opmerking: Stokvis is gedroogde, gezouten en daardoor lang houdbare gemaakte vis, meestal kabeljauw. Stokvis is te koop in goedgesorteerde viswinkels, soms onder de naam bacalao. Echter, stokvis is duur geworden, u moet rekenen op € 27,50 tot € 34,00 p/kg.

Dat is een behoorlijk verschil.
Grt.

Schub


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 21-10-2010, 02:56:45
Komt wrs omdat er in NL weinig handel in stokvis is.
Ik was een week op Madeira en daar lag volop stokvis in de supermarkt. Had helaas mijn camera niet bij me. IK heb ook geen idee van de prijs daar.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 21-10-2010, 07:34:49
Dat zou best wel eens de oorzaak kunnen zijn Wybe, in landen waar het veel wordt gegeten, ligt de prijs een stuk lager.
Ik heb wel eens naar Canvas gekeken naar het progamma, Gentse Waterzooi.
 In Gentse waterzooi trekt Gène Bervoets kriskras door de wereld op zoek naar ingrediënten voor een regionale versie van Gentse waterzooi. Hij snuffelt op lokale markten, maakt kennis met boeiende mensen en exotische locaties.
Hij was eens in Portugal en daar stonden de prijzen op een schoolbord, ik dacht 11 euro de kilo.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 21-10-2010, 21:49:27
Bacalao word veel door Surinamers gegeten . je hebt twee soorten . Engelse en Noorse . Maar Bacalao is geen stokvis . Alhoewel het is van kabeljou gemaakt . Bacalao week je terug . Stokvis word eerst gebeukt ( daar weet Schub alles van . ) en daarna geweekt in ongebluste kalk . Op een gegeven moment mocht dat niet meer . ( gek he ) daar na werd er een ander middel gebruikt maar dat was nog rotter . Hector kreeg de stokvis niet meer blank en is er mee gestopt .



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 21-10-2010, 21:50:05
 :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 31-10-2010, 03:45:13
Het drogen van vis in een haventje op Madeira:


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-11-2010, 16:04:12
In het kookboek.... Recepten   Huishoudschool
                                                    L.van Meerdevoort
                                                    Den Haag
26e druk  juli 1953
staat het volgende.
                                      Stokvis koken

De ongeweekte stokvis wassen, 2 a 3 dagen weken. ( vel en) graten verwijderen. enz.

Hieruit blijkt dus dat er in stokvis nog een graat aanwezig is.
Als ik afbeeldingen van drogerijen van stokvis bekijk, dan blijkt dat de kabeljauw "rond "wordt gedroogd. ( zonder kop en ingewanden ).in tegenstelling met de kabeljauw welke tot klipvis wordt verwerkt, waarvan de graat wel wordt verwijderd en plat (" gevlekt ") wordt opgeslagen of gedroogd.
en is dus bacalao.
De door mij gesignaleerde paletten met stokvis in de franse en luxemburgse super marcheës  is dan in feite bacalao.
Uitdrukkelijk wordt er bij de uitgestalde paletten met vis vermeld. dat het gedroogd en gezouten is.

Het volgende hoofdstuk in dit kookboek gaat over "zoute vis "

Bij deze categorie staat ook vermeldt.... "Lippen en kelen "
Persoonlijk heb ik dit nog nooit als handelsartikel gezien, zowel in binnen- als buitenland.
Mijn grootvader wist hier wel over mee te praten, maar alleen als er vroeger aan boord "zoute" vis werd gemaakt.
Normaal bij de verse visvaart zijn geen viskoppen disponibel..
Ik denk dat dit onderwerp meer in Vlaardingen thuis hoort.
De franse New Foundland vissers kenden dit ook en maakten dit aan boord graag voor zich zelf klaar als delicatesse.
Ook hier zijn dan weer voldoende viskoppen aanwezig bij de verwerking van de vangst  als klipvis..

En misschien kan Wijbe M mij helpen. Een half leven heeft hij in Frankrijk gewoond.
In het artikel "klipvis " had ik het over de haven van Bordeaux waar de franse New Foundland vissers hun ligplaats hadden.
De zone waar deze haven ligt heet Bacalan.
Kan deze naam de maken hebben met het woord "bacalao " of gaat mijn fantasie dan te ver ?
Ik heb geen overeenkomst tussen beide woorden kunnen vinden.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: JaapvD op 04-11-2010, 18:39:41
"Lippen en kelen " ;D ;D van kabeljauw :P
Die gebruikten ze bij de Firma Prins in IJmuiden voor kibbeling ;D  ..at je je vingers bij op

                           grts Jaap


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 04-11-2010, 19:02:06
jaap maar dat is tog de orzieneele kimberling,nu snijden ze een stuk file in stukjes en zegge hier heb je kimberling.
zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 04-11-2010, 19:02:57
Kan deze naam de maken hebben met het woord "bacalao " of gaat mijn fantasie dan te ver ?
Ik heb geen overeenkomst tussen beide woorden kunnen vinden.


Ik neem de vrijheid om een antwoord te geven, ik kon alleen iets vinden op de engelstalige Wiki.

http://en.wikipedia.org/wiki/Bacalao

Groet,

Schub


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: leen/spaans/ op 04-11-2010, 22:20:00
Hier hangen er ook nog een paar. Leen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-11-2010, 18:16:58
Foutje !

Bij een bezoek,  kortgeleden aan het Brabants Museum in 's-Hertogenbosch, heb ik genoten van de tentoonstelling van de schilderwerken van Jan Sluijters en Jeroen Bosch en van de expositie van werken van Bruegel en van Gogh.

Tevens was er de expositie . " A la carte "   de kunst van het eten    eten is een kunst..
Een verzameling schilderwerken en foto"s met als onderwerp eten.
Een van deze schilderwerken was van de schilder Gerard Roling uit 1951 met als titel "Haringen op een blauw bord "
Olieverf op board, 35 x 39,5 cm.".

Het schilderij toont 3 schoongemaakte haringen op een open gevouwen velletje papier en het geheel gelegen op een blauw bord.

De naast het schilderij toegevoegde omschrijving vermeldt........... Een omschrijving van het getoonde en met de woorden "Gekaakte haringen "

Schijnbaar weten ze in dit museum niet het verschil tussen schoongemaakte en gekaakte haringen.
Toen ik bij het verlaten van het museum dit aan de receptie mededeelde, werd mij verteld dat ik de eerste was die dit had opgemerkt en nooit eerder hierover een opmerking hadden gehad.

De betreffende schilder schijnt een voorliefde voor haring te hebben gehad , want van deze schilder is ook een werkje met als titel ... "Rolmopsen op een rood bord " .

Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: JaapvD op 20-11-2010, 18:49:54

 Ja zier dat zijn de echte  ;D nou gebruiken ze alle soorten vis   ::)

                     grts Jaap


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-01-2011, 14:40:02
Vraag voor Nutbey, Demario of Gerard Knoester.

In 1950 werden 2 houten kotters toegevoegd aan de vloot van J.J.of onder het beheer van deze reder,
Deze schepen waren de Sch. 2 en Sch.55.
Hun namen waren Meeuw 2 en Meeuw.

Naar mijn weten was er toen ook een schokker onder het beheer of eigendom van J.J.
Ik meen dat zij als visserij nummer  Sch.68 had.
Dit schip oefende de snurrevaad visserij uit.
Wie weet hier nog iets van ?

Vreemdeling
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-01-2011, 17:34:35
In deze periode waren er volgens mij niet veel schokkers meer met een Schevenings visserrij nummer.
Sch.67
Sch.71
Misschien ook de Sch. 10   ( ex. Urker schokker )
en dan ook de door mij genoemde Sch. 68.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Verheij op 07-02-2011, 12:10:42
ik ben wout verheij en heb de aanvaring met de wickenburgh zelf mee gemaakt want ik was olieman op dat schip dus ik zou wel eens willen weten wie er dan stuurman was  met vriendelijke groeten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 07-02-2011, 12:41:53
volgens mij de verteller van deverhalen er over en wel Vreemdeling

Cor....


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 07-02-2011, 14:39:40
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-76ajpg.jpg)
Jaarboekje visserij Dorsman & Ode 1947
Sch-76,,Dolfijn'' eig.J.J.v.d.Toorn of dat de rederij J.J is weet ik niet
zie De Erfenis
Niet verwarren met de Sch-76,,Alida Maria'' Bj.1930 ex Uk-76,,Broede-
trouw''
7-1949 Sch-76,,Alida Maria'' eig.W.F.Rog & J.Pronk
1957 Sch-38,,Alida Maria'' eig.W.F.Rog
1963 KG-4, 1967 VLI-4, 1971 O-23,,Geoffrey William''
2000 O-720. 2005 ,,Timor I'' pleziervaart






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 07-02-2011, 14:41:50
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-76bjpg.jpg)
gr.Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-02-2011, 15:58:40
Demario.

Prachtig stuk speurwerk.
Is dus Sch.76 i.p.v. 68.
Bedankt.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 07-02-2011, 16:00:57
Wout Verhey,

Cor Spaans was stuurman op de Wickenburgh.
Ik kan mij U niet herinneren.
gr.
Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Verheij op 08-02-2011, 10:00:38
ik was olieman op de wickenburgh en tijdes de aanvaring sliep ik in de bak de twee andere olielui sliepen achter tijdes de aanvaring werd aan bakboordzij de wasplaats en toilletten geraakt er werd nog gevraagd aan een matroos die net gebruikt maakte van het toilet of hij wej doorgetrokken had   de kapitein was naar lk meen maarten ros ik heb zelf ongeveer tien jaar met muller gevaren op bijna alle schepen eerst als olieman daarna tweede machnist  en zelfs als eerste  ook heb ik de laatste reis meegemaakt van de wickenburgh als derde machinist  cor verbaan was toen eerste zo nou weetje misschien wel iets meer onze bijnaam op scheveningen was de crocus wij wonen nu alweer 35 jaar in zoetermeer de hartelijke groeten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-02-2011, 18:10:16
Wout,
Tijdens de aanvaring stond ik in het stuurhuis. Ik zie nog hoe de man uit het toilet kwanm stormen.
Kaptein en loods ook aanwezig in het stuurhuis.
Cor Verbaan heeft later ook bij mij gevaren op de Iberia. Woonde in de Datheenstraat. Zijn vader was meen ik schipper van Vrolijk in Ymuiden.
SCh. 135 ?
Kapitein Ros heeft ook als matroos op de haring logger gevaren.
Meerdere Scheveningse jongens van de visserij hebben op kosten van de KPM voor stuurman of machinist mogen leren. Hier tegenover stond een kontrakt voor een bepaalde periode in Ned. Indie.
Wout Knoester , kapitein bij Hudig en Veder was ook ex Visserman.
Eveneens de leraars Blok en Vrolijk van de Zeevaartschool in Scheveningen.
Blok is met de Sch. 177 naar Curacau gegaan.
Vrolijk was leraar werktuigkunde en was ex machinist.
Weet jij nog wie de eerste machinist was op de Wickenburg.
Ik weet ook nog dat we in de buurt van Tilbury de schade hebben gerepareerd.
Een gedeelte van de bemanning in met de Batavier 2 naar huis gegaan en zijn later terug gekomen.
Bij Muller Transport het kontakt met de Muller schepen verloren.
Deze schepen hadden telegrafie en de Muller schepen telefonie.
Dus tijdens de wacht kon je niet even een babbel maken met oud collega's
Tot horens
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Verheij op 09-02-2011, 17:40:00
l.s. ik kan mij nier meer herrineren wie er eerste was wel de tweede dat kees kooy die heeft later bij de gemeente rotterdams havenbedrijf gewerkt  zelf heb ik de reparatie in engeland meegemaakt  later ben ik naar de kustvaart gegaan heb een jaarlang op de nyenburgh gevaren rotterdam  _ londen  maandag weg vrijdag terug daarna vierkeer met de batavier vijf in het voorjaar canarische eilanden naar pyreus met vis en bananen  en voor de rest heb ik byna alle schepen we gehad  zo weer wat wijzer over ons bestaan de groeten wout of vroeger noemde ze arie  want voluit heet ik arie wouter en dat altijd zo gebleven gegroet


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 09-02-2011, 22:45:15
Wat ik nu zo jammer vind is het feit dat de lezer op deze topic geen bezwui heeft in welke periode (tijdspan) de besproken geschiedenis zich heeft voltrokken.
Simpel zou de schrijver een jaartal en daarnaast mogelijk ook de maand kunnen aangeven waarin dit alles is gebeurd.
B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 10-02-2011, 11:20:42
even terug lezen bart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-02-2011, 11:41:57
BartW,

Gedeeltelijk heeft u gelijk.
Echter in de laatste reacties geef ik antwoord op vragen.

In de voorgaande geschiedenis betreffende deze topic staan wel degelijk jaartallen.
Echter voor mij waren het herinneringen, waarvan ik geen dagboek heb bij gehouden.

Wat personen betreft, aangaande opleiding bij KPM, zou wat meer duidelijkheid kunnen worden gegeven.

Deze personen zijn van mijn vaders generatie.
Vaders geboorte jaar was 1903
Mijn geboorte jaar is 1929
Deze KPM opleiding was in de crisistijd, dus rond 1930.
Personen werden in dienst gesteld bij KPM ( Koningk,Pakketvaart Mij ) en KJCPL ( Koningk. Java China Japan Lijn. )
Veel van deze personen waren bekenden van mijn vader.
Na de oorlog in 1945 kwamen deze personen terug in Nederland,
Hun verplichte dienstperiode was reeds lang afgelopen en zij konden vrij bij andere rederijen solliciteren.
De beide genoemde leraren van de Zeevaartschool was rond de periode 1948 -1953

Ik meen dat de Shell ook een soortgelijke opleiding had in deze crisistijd rond 1930. ( zie leraar Blok , hij was bekend op Curacau waar de Shell kantoren had.)
Mochten er meer onduidelijkheden zijn dan hoor ik dat graag en zal deze dan trachten te beantwoorden

Gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-02-2011, 13:28:16
Ter verduidelijking van voorgaande reactie.

Maatschappijen KPM en KJCJL waren werkzaam in Nederlans Indie.
Personen verplichte zich om een bepaalde periode aldaar werkzaam te zijn.
Na gewerkte periode verlof in Nederland.

Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Verheij op 12-02-2011, 12:22:44
ik ben de berichten kwijt van cor spaans hoe krijg ik die terug ?a.w.verheij    b.v.b dank                           


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-02-2011, 14:40:38
welke berichten ???


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-03-2011, 18:12:05
Demarico.

Sch. 130 Clara  ex IJm 330.
In 1940 op 20 maart om. 3.30 uur v.m. nog vissende gezien bij Terschellinger Bank vuurschip
( verklaring  d.d. 3 april 1940 R.v.d. S  scheepsramp SCH.15 Bep. )

Gevorderd door de bezetter. Wanneer ?
In 1941 in dienst van de Kriegsmarine onder Duitse bemanning bij de Minensuch-Flottillen als M.3811.
Op 8 september 1943 nabij Fecamp door Britse MTB's tot zinken gebracht.

De vordering van deze logger zal waarschijnlijk als in 1940 zijn geschied.
want in 1940 komt een  "nieuwe " SCH.130 met ook de naam Clara
( ex VL.49 ) in dienst van J.J v.d. Toorn.

Dit schip schijnt toen ook gevist te hebben, want de schipper van dit schip was van 1940 t.m 1941 L. Rog.

Wat deed dit schip in de periode 1941 - 1943 ?
In 1943 werd dit schip gevorderd door de duitsers en gebruikt als
vrachtlogger tot mei 1945

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 02-03-2011, 13:07:11
Hallo Cor de Sch-130,,The Warrior'' Bj.1914 is in Juni 1933 als GDY-130
,,Mewa 9'' in de vaart gekomen en is altijd onder dat nummer gebleven
tot het werd gevorderd in 1941 Vs.1250
12-6-1944 gezonken na luchtaanval

Sch-130,,Clara'' Bj.1916 als IJm-330,,Maria Anne Klein''
4-9-1936 Sch-130,,Clara''  17-7-1940 gevorderd M-3811
8-9-1943 tot zinken gebracht

Sch-130,,Clara'' Bj.1916 als VL-49,,Maria''
5-8-1940 Sch-130,,Clara'' Red.J.J.v.d.Toorn Az.
29-5-1943 gevorderd vrachtvaren in Noorwegen
1945 vrijgegeven weer als Sch-130,,Clara in de vaart
gr.Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 02-03-2011, 13:17:50
Cor schippers op de Sch-130,,Clara'' ex VL-49 waren
1940 L.Rog
1941 L.Rog
1942 J.den Dulk
1943 gevorderd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 02-03-2011, 13:30:26
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-130ajpg.jpg)
Het word er niet makkelijker op Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-03-2011, 15:14:16
Op 18 januari 2010 stelde ik in Herinnering no, 363 de vraag  of de Sch, 77 ooit in een andere kleur als oranje/ rood heeft bestaan, n.a.v een schilderij in het Schevenings museum, waar de Sch. 77 met een zwart geverfde romp is te zien.

Aat Taal heeft in Herinnering no.365 en 367 u en mij verteld dat dit juist was , toen deze logger was toegevoegd aan de vloot van de rederij Jac.den Dulk.

Tot mijn grote verwondering heb ik op vrijdag 11 maart j.l. in het Scheveningse Zeemanshuis,  het verzamelpunt waar veel van de deelnemers aan de "Scheveningen Haven site " bijeen komen,  een andere Sch. 77 ontdekt.

In het Zeemanshuis staat een model van een Amerikaanse of Engelse zijtrawler met een zwarte romp en met als visserij nummer Sch. 77.
Betreffend model staat vlak bij de bar, maar ik neem aan , dat het visserij nummer ...wat heel netjes en precies op de romp staat...., daar ter plekke er niet is op geschilderd.

Zou het niet juister zijn als deze getoonde trawler zijn oorspronkelijke visserij nummer zou krijgen, want een Sch. 77 heeft bij mijn weten nooit in deze uitvoering bestaan en zou zo, in de toekomst,  een eigen leven kunnen gaat leiden.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 14-03-2011, 17:54:28
ik heb op de albatros gevaren en naar mijn weten is hij altijd van roelevelletjes geweest en rood en met een laag bruggetje


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 14-03-2011, 18:18:54
ik heb op de albatros gevaren


Ik heb ook op de Albatros gevaren maar niet op de albatros waar jij op gevaren hebt. En die was v/d ouwe v. Leeuwen. ;D :D ;) ::) :P  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 14-03-2011, 18:47:05
ik heb op de albatros gevaren


Ik heb ook op de Albatros gevaren maar niet op de albatros waar jij op gevaren hebt. En die was v/d ouwe v. Leeuwen. ;D :D ;) ::) :P  
Ik heb er ook een teelt op gevaren Aad,Sch.264-Gebr.v.Leeuwen.
Schipper:Kees Dijkhuizen.

Gerard


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 14-03-2011, 19:31:38
idd ook een albatros heren


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 14-03-2011, 20:16:22
ik heb op de albatros gevaren


Ik heb ook op de Albatros gevaren maar niet op de albatros waar jij op gevaren hebt. En die was v/d ouwe v. Leeuwen. ;D :D ;) ::) :P  
Ik heb er ook een teelt op gevaren Aad,Sch.264-Gebr.v.Leeuwen.
Schipper:Kees Dijkhuizen.

Gerard

Ik met Jan de Niet.  Gerard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 14-03-2011, 20:23:47
Hier de Albatros met Jan de Niet op de Brug.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 15-03-2011, 08:16:58
hallo dan heb jij met onze mink gevaren aad


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 15-03-2011, 19:29:21
Henk,
Ik kan me nog een paar namen voor de geest halen:
Ai Crouwel, Piet Lagas, Jan Taal ( me Oom ), Kees Korving, Dick Jol en zijn vader, Ouwe Ment de vreugd,  De rest v/d namen ben ik vergeten.  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-04-2011, 15:33:18
Vrachtlogger Sch. 130 Clara

In de vooroorlogse periode van 1936 tot 1940 was het voor mij en mijn jeugdige vrienden best wel een interessante tijd, waarin nogal wat te zien en te beleven viel.
Zoals bijvoorbeeld …de stranding van de kotter Sch.177 op het noorder havenhoofd.
En weer wat later de stranding van de Sch. 102 op hetzelfde havenhoofd.
De herdenking in 1938 van de landing van de Prins van Oranje in Scheveningen 125 jaar geleden.
En het huwelijk van Prinses Juliana en de hierbij behorende festiviteiten en parades.

Maar ook de periode waarin rond de Scheveningse haven wel het een en ander te beleven viel.
Rond 1938  een grote brand in de noordoost hoek van de nieuwe haven, waar de rederij  AZ meestal zijn schepen een winterslaap liet houden.
Bij het “afsnijden “ van de diverse loggers werden de inhoud van de stro zakken overboord in de haven geleegd,  in plaats van ze te ledigen in de hiervoor bestemde betonnen vuil opslagplaatsen op de kaden.
We waren toen nog niet zo milieu bewust en de bilges van de loggers werden gewoon in de haven gepompt. Rederijen loosden ook hun afval van de pakkerijen direct in de haven.
Olie en vettigheid gemengd met stro is een licht ontvlambare massa en toen ook nog de asla van de kachel uit het vooronder overboord werd geleegd en op het stro terecht kwam, waren de poppen aan ‘t dansen.
Ontzettende rook ontwikkeling en vlammen, maar gelukkig weinig of geen schade aan de daar liggende schepen.
Alleen maar wat geblakerde huidplaten.

En ook nieuwe loggers die aan de Scheveningse vissersvloot werden toegevoegd, zoals de Sch.118 en de Sch. 121, waren echt interessante dingen voor ons..
Net als de periode, waarin trawlers en loggers van niet -Scheveningse rederijen,  door Scheveningse rederijen werden overgenomen.
En onder Scheveningse visserijnummers werden geregistreerd en vervolgens in de vaart werden gebracht.
Dit betrof zowel motor-  als stoomschepen, zoals de motorschepen Sch.15 en 130 en de stoomschepen Sch.61, 65 en 160.
Schijnbaar werd er in de visserij weer wat meer perspectief gezien na de matige jaren na 1930.

De motorlogger Sch. 130 Clara heeft op mij toen wel wat indruk gemaakt.
Een elegante en robuuste logger en prachtig geschilderd in ongebruikelijke niet-Scheveningse kleuren.
Zilvergrijs, iets mysterieus.., maar wat.! , in tegenstelling tot het zwart met witte bies, behorend bij de oorspronkelijke kleuren van deze rederij.
Er waren toen ook wel loggers met een gehele of gedeeltelijke grijze romp, maar niet met dat opvallende zilverkleurige zoals de Clara had.

De oorlog heeft echter voor veel van deze schepen een grote verandering gebracht.
Enkele van deze loggers waren onder Scheveningse vlag geen lang leven beschoren en twee schepen zijn al verloren gegaan voordat ons land in 1940 in de oorlog werd verwikkeld.
Allereerst de Sch. 15 Bep welke tijdens het vissen met de trawl door een Duits patrouillevaartuig tot zinken werd gebracht nadat eerst de bemanning door dit vaartuig aan boord was genomen.
Reden hier voor was dat het schip en bemanning werd beschuldigd van spionage.
Een reis eerder was dit schip op zee ook al eens aangehouden en “opgebracht” naar het Duitse eiland Borkum.
Ook toen werd het schip verdacht van  spionage met behulp van postduiven.
En rond dezelfde tijd speelt ook de zoektocht naar de Sch.61 Willy.
Tijdens een visreis met de trawl werd zij als vermist opgegeven. Aangenomen werd dat dit schip op een mijn was gelopen.
Van vaartuig en bemanning is nooit een spoor gevonden.

En nu iets over deze, voor mij mysterieuze  Sch.130 Clara:
Reeds vrij snel na de Duitse bezetting van ons land werden er schepen  gevorderd waaronder ook loggers, voor diverse taken in de Duitse Kriegsmarine.
De zo voorspoedig verlopen oorlog voor Duitsland had tot gevolg dat een groot gedeelte van Europa was bezet.
Vanaf het hoge noorden van Noorwegen tot aan de Spaanse grens en langs de bezette landen rond het Oostzee gebied moesten een enorme lengte van kusten worden bewaakt en controle van het betreffende zeegebied worden uitgeoefend.
De west-Europesche en Baltische kusten waren eenvoudig te bewaken, maar voor de kusten van Noorwegen met haar vele fjorden en inhammen  was dit nog niet zo eenvoudig.
Voor dit doel waren schepen nodig en zelfs heel veel.
Wat de Duitse bezetter zelf niet had, werd door haar in de bezette gebieden gevorderd. En een van deze schepen was de Sch.130 Clara.

Na de beëindiging van de oorlog in 1945 was er echter nog steeds een Sch. 130 Clara, die de visserij beoefende, maar hierin herkende ik niet het elegante schip uit mijn vooroorlogse jeugdjaren.
Hoe kwam dat ? Wat was er aan de hand ?

Na de ontdekking enkele jaren geleden van de site "Scheveningen Haven" heb ik vanuit de rubriek "Visserij schepen van Scheveningen” kennis kunnen nemen van hetgeen er tijdens deze oorlogsperiode met diverse visserij schepen is gebeurd. En zodoende kon ook het "raadsel" rond de Sch.130 Clara worden ontrafeld.

De Duitse bezetter had natuurlijk ook al gezien dat dit schip een handzaam en bruikbaar schip was voor diverse oorlogstaken en het werd al spoedig,  reeds in 1940, door de Duitsers gevorderd.
Zij heeft tot 1943 onder Duits commando gevaren en is jammer genoeg in 1943 verloren gegaan.

Al heel spoedig na de vordering van het schip heeft de rederij een ander schip gekocht ( ex Vl. 49 ) en heeft dit schip wederom het visserijnummer Sch. 130 gegeven en met dezelfde naam: Clara.
Enkele jaren heeft dit schip nog de trawlvisserij in onze kust wateren beoefend en in 1943 is ook dit schip door de Duitsers gevorderd.

De naam Clara was schijnbaar een geliefde naam voor deze reder .
Want voor voorafgaande aan de zilverkleurige Clara, was er ook nog een Sch.130 Clara geweest.
Dit schip werd in 1933 van visserij nummer veranderd , in verband met een samenwerkingsverband tussen deze reder v.d. Toorn en de Poolse visserij maatschappij Mewa, gevestigt  in de plaats Gdynia.
Het visserij nummer werd nu GDY 130 en haar naam werd Mewa lX  *
Ook dit schip werd gevorderd door de Duitsers en is tijdens de oorlog in 1944 eveneens verloren gegaan.

De bedoeling was dat het schip de Clara no.3, dus de ex Vl.49 , de vrachtvaart in Noorwegen zou gaan uitoefenen,  tussen de aldaar over het gehele noorden van dit land verspreide militaire garnizoenen.

Na hierover verdere informatie te hebben ingewonnen met betrekking tot deze vrachtvaart, werd ik welwillend in de gelegenheid gesteld om inzage te krijgen van een reisverslag van deze logger als vrachtvaarder.
Mij werd gevraagd of ik van dit verslag een leesbaar verhaal wilde maken als herinnering voor eventuele Scheveningers en anderen, welke in deze periode hier ook noodgedwongen bij waren betrokken.
Het betreffende verslag is een reisbeschrijving in korte notities van de eerste zes maanden van deze vrachtvaarder en is gedurende deze zes maanden dagelijks bij gehouden door een der bemanningsleden (matroos), vanaf het vertrek van dit schip uit Rotterdam tot aan haar uiteindelijke aankomst op haar standplaats in Noord Noorwegen.

*
Na het uitbreken van de oorlog op 3 september 1939 keerden alle loggers terug naar de Scheveningse haven en praktisch alle schepen hebben de rest van het jaar niet meer deel genomen aan de haringvisserij.
Ook de Mewa vloot werd opgelegd en was dus in 1940 een gemakkelijke prooi voor de Duitse bezetters.

Wordt vervolgd




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 04-04-2011, 15:37:37
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130-sch-130k.jpg)
Sch-130 Bj-1916 ex IJm-330


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-04-2011, 15:48:06
Om deze vrachtvaart uit te oefenen moet er wel het een en ander aan het schip veranderd worden.
Het dek van een logger is nou eenmaal geconstrueerd voor de visserij. Hier bevinden zich veel openingen met een laag luikhoofd, afgesloten met lage luiken, voor het opbergen van tonnen met of zonder haring.
En aan beide zijden van deze openingen moet voldoende ruimte om de gevangen haring of vis te kunnen verwerken.
Deze constructie is niet bruikbaar en erg onhandig voor de vrachtvaart, waar lading van verschillende afmetingen moeten worden vervoerd.

De vele openingen van het dek moest worden vervangen door één grote opening.
Hierom heen wordt een hoge stalen rand gebouwd, het zgn. luikhoofd.
In dit luikhoofd zitten uitneembare stalen spanten, waarin de houten afsluitluiken passen.
Het gehele luikoppervlak wordt met 3 zeildoekse kleden afgedekt, zodat de lading beschermd zal worden voor overkomend buiswater of bij slecht weer voor de over het schip komende golven.
Aan het onderdeks gedeelte van het scheepsruim zal weinig veranderd  hoeven te worden, daar dit schip alvorens vrachtvaarder te worden. de trawlvisserij heeft uitgeoefend,
Hiervoor is er onderdeks een ruimte voorzien van een houten vloer en aan beide zijden voorzien van afsluitbare ruimten waarin vis, gekoeld door ijs,  kan worden bewaard.
Er zal dan ook wel het een en ander aan dek zijn veranderd met het oog op het lossen en laden met eigen hulpmiddelen. Niet iedere losplaats in de havens zal daar in het hoge noorden de beschikking hebben gehad over laad- en los faciliteiten.
En waarschijnlijk zal het schip ook zijn uitgerust met een anker met ketting en een installatie om het anker op te hieuwen. .
Ook wordt haar romp voorzien van een grijze oorlogskleur, maar deze kleur is in geen vergelijking met het mooie zilvergrijs van haar voorganger.
Uiteindelijk zal het vissersschip naar wens van de opdrachtgever zijn veranderd en is zij gereed om de voor haar toebedachte taak uit te oefenen.

Een schip kan echter niet zonder bemanning.
De opdrachtgever welke het schip bij de reder heeft gevorderd is waarschijnlijk met de reder overeen gekomen om een groot gedeelte van het benodigde personeel te leveren, voor zover zij beschikbaar zijn en zij hier voor geen bezwaren hebben.
Zodoende kan de reder er misschien nog op vertrouwen, dat zijn schip goed zal worden behandeld en eventueel onbeschadigd zal terug keren na bewezen diensten.

De sterkte van de bemanning wordt gesteld op zes personen, zo lees ik in het reisverslag..
Dit moest voldoende zijn voor het schip en de haar toebedachte werkzaamheden en de monsterrol ziet er als volgt uit.

Schipper.            Bram Rog
Stuurman           Cor v.d. Toorn
Machinist            Maarten Buijs
Matroos              Piet de Jong
Matroos / Kok     Leen Rog
Licht matroos.    Gerrit de Ruiter

Betreffende de leiding aan boord is het beslist  geen slechte keus.
Dit zijn stuk voor stuk mensen, die hun sporen hebben verdiend bij de rederij.
Voor iedere zeewacht van 4 of 6 uur is dus beschikbaar......
Een schipper met matroos voor een zeewacht.
De stuurman met een matroos voor een zeewacht, welke elkaar iedere zeewacht aflossen.
Als de machinist niet op wacht is wordt de motor gecontroleerd door de matroos van de wacht.
Kokkerellen wordt onder de zeewachten verzorgd door een matroos.
En de lichtmatroos is beschikbaar voor de voorkomende werkzaamheden.
In de havens en op de diverse losplaatsen, zullen de bemanningsleden bij andere werkzaamheden worden betrokken. Dat zal in de loop van de tijd waar nodig, wel worden bemerkt.
Niemand heeft ervaring in de vrachtvaart en hoe zal het zijn daar in het hoge noorden.
.
Volgens de notities uit het dagboekje is het al ruim half september 1943 als het schip en haar bemanning gereed is voor de haar bedachte taak. Binnen kort zal voor ons het vertrek sein wel worden gegeven

Ook zullen wij deze lange onbekende reis gelukkig niet alleen aanvangen en zullen we gezelschap hebben van een andere logger n.l. de KW. 68 Albatros.
Ook de Albatros is er klaar voor.
Beide schepen zijn ook al beladen met voorlopige bestemming Oslo en vandaar uit zullen de schepen hun reis vervolgen naar het hoge noorden

Op zaterdag 18 september zal de reis dan eindelijk aanvangen .
Om 8 uur moeten wij in Rotterdam aan boord zijn.
Allereerst om te monsteren en daarna naar zee te vertrekken.
Wij maken het schip klaar voor vertrek en worden aangemonsterd.
Het benodigde proviand wordt aan boord gebracht en opgeborgen.
En nu maar wachten op orders om te vertrekken, we zijn er klaar voor !

Er is schijnbaar ergens een kink in de kabel gekomen en het vertrek wordt uitgesteld.
Gelukkig mogen wij weer naar huis, want om de zaterdagavond aan boord rond te hangen is ook niet erg aantrekkelijk.
De reis  begint zo al goed.
Thuis zijn ze natuurlijk verwonderd dat wij ‘s avonds weer op de stoep staan.
De schrijver van het dagboek woont in Leiden en moest op zondag noodgedwongen naar Scheveningen gaan om te horen wanneer hij nu eindelijk wel weer zal vertrekken.
Waarschijnlijk is het gezin waarin hij thuis hoort reeds geévacueerd van Scheveningen naar Leiden.
Telefoon heeft hij thuis niet en bij de schipper en andere bemanningsleden in Scheveningen of in andere plaatsen zal dat wel hetzelfde zijn geweest.
Op zondag verneemt hij van de schipper dat bemanning nu maandagmorgen om acht uur aan boord wordt verwacht.

Maandagmorgen zijn wij dan ook op tijd aan boord en verwachten ieder ogenblik het sein van vertrek.
Maar ook nu is er weer trammelant.
De machinist Joop Keizer van de Albatros raakt geblesseerd aan zijn knie tijdens zijn werkzaamheden in de machinekamer en kan zo  zijn werkzaamheden niet uitvoeren en na beraad wordt het varen weer uitgesteld.
De ons verstrekte 'ausweiszen " om op het haven terrein te kunnen komen om het schip te kunnen betreden,worden ons afgenomen en we mogen niet meer van boord en dat geldt ook voor de bemanning van de Albatros.

De geblesseerde machinist moet worden vervangen en een nieuwe machinist vervoegt zich in de loop van de dinsdag aan boord.
Het is deze keer een Scheveninger met de naam Dirk Toet.
Het groepje Scheveningers wordt steeds groter.
De nieuwe machinist heeft wat tijd nodig om zich te oriënteren in de voor hem vreemde machine kamer en met de motoren,  zodat er ook vandaag  niet kan worden uit gevaren.

Uiteindelijk vertrekken wij op woensdag om 12 uur uit Rotterdam richting Noordzee. Na enkele uren,  meren wij in de Berghaven van Hoek van Holland afwachtend voor verdere instructie m.b.t. de tocht naar zee.
Deze instructies zijn er niet en dus maar weer afwachten en tot onze grote spijt mogen wij ook hier niet aan de wal.

De volgende instructie luidt.
     In verband met oefeningen van de Duitse Wehrmacht kunnen en mogen wij niet eerder vertrekken als op vrijdag 24 september om 18.00 uur.
Afwachten dan maar weer.
Maar wij kunnen voorlopig al de havenhoofden van de Waterweg zien en ruiken reeds de zilte  frisse zeelucht.


Wordt vervolgd.





Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 04-04-2011, 15:53:37
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130a.jpg)
Gdy-130 Bj-1914 ex Sch-130



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-04-2011, 13:28:57
Vrijdag 24 september 1943
Uiteindelijk is het zover, wij zullen gaan vertrekken. De hele dag hebben wij hier op gewacht.
Voor alle zekerheid hebben wij alles aan dek en in de verblijven nog eens aan een inspectie onderworpen om te kijken of alles wel goed zeevast staat.
Het schip is na de veranderingen uitwendig wel hetzelfde gebleven, maar inwendig zijn er nog al wat veranderingen aangebracht.
Wij zijn nu vrachtlogger en de verdeling van het gewicht van de huidige lading en eventuele toekomstige ladingen zullen zeker anders zijn als bij een lading van haring in tonnen of van verse vis in de vis keeën aan weerszijden van het visruim.
Hoe zal de reactie van het schip op zee zijn? Tot op heden hebben we alleen nog maar op de binnen wateren gevaren. Nu zullen we af moeten wachten hoe het schip zich houdt op zee bij golfslag en wind.
Op het achterdek is ook nog een gasgenerator opgesteld en hierbij zijn kolen opgeslagen, om hieruit gas te produceren voor de scheepsmotor.
Deze installatie zal zeker de stabiliteit van het schip beïnvloeden.
Zeker nu de brandstof tank onder het schip leeg is en de nieuwe brandstof, bestaande uit kolen, aan dek ligt.
Brandstof zoals benzine en olie zijn nu eenmaal schaars en beiden zijn hard nodig voor de oorlogsvoering.
Maar de voortstuwing van het schip door een gas gestookte motor is een bruikbaar alternatief en zoals ik weet zijn meerdere schepen voor visserij doeleinden  reeds hiermee uitgerust.
En aan de wal rijden er zelfs diverse auto’s die van deze methode gebruik maken.

In de namiddag meldt zich een Duitse matroos van de Kriegsmarine bij ons aan boord. Deze matroos zal ons begeleiden gedurende de zeereis tot ons volgende punt van aankomst .
De voorlopige bestemming van ons schip zal IJmuiden zijn, dus we hebben geen al te grote zeereis voor de boeg..
Rond zes uur in de namiddag krijgen we de toestemming om te vertrekken en  we verlaten samen met de Albatros de Berghaven.

Het is goed weer met een kalme zee en aan het schip voelen we dat zij zich goed gedraagt en lekker op het zeetje ligt.
Eenmaal buitengaats moeten wij ons voegen bij een sleepboot die enkele lichters op sleeptouw heeft en zo varen we gezamenlijk in konvooi richting IJmuiden. We worden tevens begeleid door twee patrouille vaartuigen, ook wel "voorposten boten " genoemd, een Hollandse vertaling van het Duitse woord hiervan.
Wij mochten soms eens de intentie hebben om uit te willen wijken naar Engeland !
Stel je voor !
Ze zouden ons snel hebben ingehaald en deze poging hebben verijdeld.

Daarom dan ook de begeleiding door deze voorposten boten en de aanwezigheid van de reeds aan boord geplaatste Duitse marine man.

De zeereis verloopt voorspoedig maar wij missen in de avond en nacht wel de ons vertrouwde lichten van de vuurtorens van Scheveningen en IJmuiden. In de vooroorlogse periode wezen deze lichten ons altijd zo trouw de weg. Het was altijd zo’n vertrouwd gezicht.
Het binnenlopen in de haven IJmuiden geeft voor de schipper geen problemen. Hier is hij al menig keer met een vissersschip binnen gelopen en vaak ook  bij veel slechter weer als dat het nu is.
En zo meren wij op zaterdagmorgen om twee uur af in de vissershaven.
Nadat onze Duitse begeleider is vertrokken, zijn wij zijn weer met ons eigen vertrouwde groepje.

De twee loggers Clara en Albatros liggen weer broederlijk bij elkaar. We zijn dus het eerste traject zonder problemen doorgekomen.
Als wij geen verdere instructies krijgen, zou het best eens mogelijk kunnen zijn dat we weer naar huis kunnen gaan.
Dat was te vroeg gejuicht, want al spoedig  krijgen wij de instructies om door de sluizen naar het Noordzeekanaal te varen en daar opnieuw af te meren in afwachting van nieuwe instructies.
Ook dit karweitje wordt geklaard en hier krijgen wij de instructies dat wij de volgende morgen om negen uur weer verder zullen varen onder begeleiding van een kanaal loods, richting Amsterdam.
Na het schutten door de sluizen is er nog voldoende tijd over, zodat de schipper, de monteur en de kok van boord kunnen gaan om thuis nog wat problemen op te lossen in verband met uitgevoerde evacuaties van hun gezinnen vanuit Scheveningen naar andere plaatsen.
De rest van de bemanning blijft rustig aan boord en hoopt maar dat de verlofgangers de volgende morgen op tijd terug zullen zijn.
Want anders ontstaan er flinke problemen. 
Wij zijn nu al een week bezig met onze reis naar het hoge noorden.
We zijn iets in noordelijke richting opgeschoten, maar veel is het nog niet.
Nog steeds zijn wij in ons eigen vaderland.

Het is zondag 26 september.
Onze verlofgangers zijn gelukkig op tijd weer aan boord en om 9 uur meldt zich de loods, die aan boord gaat van de Albatros.
Men vindt het schijnbaar niet nodig dat er een loods komt op beide schepen en dus zullen wij maar geduldig de Albatros volgen op weg door het Noordzee kanaal.
De vaartocht verloopt voorspoedig en Amsterdam is spoedig bereikt en vandaar vervolgen wij onze vaartocht door het Noord-Hollands kanaal richting Den Helder.
Om zes uur 's-avonds bereiken beide schepen  Alkmaar en we besluiten hier te overnachten. Want zonder verlichting zal het moeilijk en gevaarlijk zijn om,  in een ons onbekend kanaal en waar rondom verplichte verduistering heerst, te varen.

Het leven is zo kwaad nog niet, want de volgende morgen hoeven we pas weer om negen uur te vertrekken..
Wij hebben dus weer een goede nachtrust voor de boeg zonder wachtlopen. En we zijn de volgende morgen dan ook voldoende uitgerust.

Alles lijkt voorspoedig te gaan tot er zich halverwege de tocht problemen voor doen. De Albatros heeft motorpech en reparatie op korte termijn lijkt niet mogelijk.
Er zit niets anders op dan het schip op sleeptouw te nemen.
Weer eens iets anders, dus dan maar slepen.
Eerst was de Clara een vissersschip, dan vrachtlogger en nu ook al sleepboot. Verandering van spijs doet eten.
Onze vaarsnelheid is nu wel wat verminderd en we komen gelukkig nog voor de avond aan in Den Helder, wat ons bij het manoeuvreren met een sleep achter ons, gelukkig niet bemoeilijkt.
Om vier uur in de namiddag meren we met beide schepen af aan de kade en wachten op verdere instructies.

Onze volgende bestemming is Terschelling maar van afvaren de volgende dag komt niet veel.
Ons schip heeft problemen met de scheepsverlichting en dat moet eerst verholpen worden.
Ook zijn we nu al weer een week onderweg en er zal weer eens geproviandeerd moeten worden.
Nu zijn we nog in ons eigen land, maar straks moeten we maar afwachten wat ze ons in het buitenland zullen geven.
Proviand wordt aangevraagd maar wordt jammer genoeg ons niet toegewezen.

Tegelijkertijd is de machinist van de  Albatros in de machinekamer druk bezig met de reparatie van de motor en op ons schip wordt de verlichting gerepareerd.
Vertrek naar onze volgende bestemming zit er vandaag niet meer in en zal moeten worden uitgesteld tot de volgende dag.
Het varen op deze manier is nog niet zo slecht, want opnieuw hebben wij onze normale nachtrust.

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 05-04-2011, 13:35:01
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130-sch-130z-1.jpg)
Sch-130 Bj.1916 ex.Vl-49
8-1940 Sch-130 Red.A.vd.Toorn Az
5-1943 gevorderd
1945 weer als Sch-130,,Clara'' in de vaart
11-62 sloop
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-04-2011, 13:42:28
Het is al weer woensdag als wij om tien uur vanuit Den Helder naar Terschelling vertrekken.
Dit is voor ons onbekend vaarwater en een loods zal ons hierbij terzijde staan.
De Albatros is nog vleugellam door haar kapotte motor en wij nemen haar maar weer eens op sleeptouw.
Ondertussen kan de bemanning van de Albatros tijdens de sleepreis de nodige inspanningen verrichten om haar motor weer aan de praat te krijgen, wat dan ook uiteindelijk gelukt.
Wel vragen wij ons af af....voor hoelang ? 

Het is al vijf uur in de namiddag als we in Terschelling afmeren en weer wachten we de verder instructies af.
Jammer genoeg is ook hier voor ons geen proviand beschikbaar.

De ontvangen instructies luiden de volgende dag met beide schepen om zeven uur te vertrekken met bestemming Borkum.
Door het Stortemelk wordt er naar zee gestoomd al waar we zullen worden opgewacht door enkele voorposten boten.
Echter, deze voorposten boten worden niet waargenomen en aangezien wij de reis niet mogen vervolgen zonder deze "bescherm engelen", blijft er voor ons niet anders over dan terug te keren naar Terschelling ,waar wij om twaalf uur weer afmeren.

Ondertussen is het alweer oktober en de nachten gaan langer duren.
Volgens de ontvangen instructies vertrekken we op vrijdag om zeven uur weer naar zee via het Stortemelk. Het mooie weer van de afgelopen tijd is veranderd en we hebben nu te maken met een dikke regenlucht.
Ditmaal zijn de voorposten boten er wel en om tijd te winnen worden wij door hen op sleeptouw genomen.
Met een vaart van negen mijl vorderen we snel richting Borkum waar we rond twee uur in de middag aankomen.
Onze sleper gooit ons los en wij vervolgen de reis op eigen vermogen en ankeren op de rede van Borkum.
Nu maar weer afwachten wat de volgende instructie zal zijn.
En ook nu wordt weer de vraag gesteld of er nog proviand kan worden geleverd.

Dit kan hier echter ook niet en voor proviand zullen wij naar Delfzijl moeten.
Dus de volgende morgen anker op en vol goede moed op weg naar Delfzijl, waar we laat in de middag aankomen.
Ook hier ter plaatse zijn Scheveningers werkzaam en wel op één der daar liggende schepen en prompt krijgen wij  bezoek van hen.
Leuk ! Nu zien we eens wat andere gezichten dan die van onze eigen bemanning en die van de Albatros.
Omtrent de proviand voorziening ook hier geen mededelingen en er zijn ook geen verdere vaarorders.
Wel het vooruitzicht van een rustig weekend.
De zondag wordt dan ook in alle rust doorgebracht, maar we maken ons wel zorgen omtrent de voedsel positie aan boord. Want onze proviand voorraad wordt steeds minder. en slinkt aardig.
Wij hebben nu wel ruim de tijd om het thuisfront iets van ons te laten horen en de meeste van ons zijn ijverig bezig met het schrijven van een brief.
En na weer een goede nachtrust is ook dit weekend weer voorbij  en wachten we maar weer af wat de nieuwe week voor ons in petto heeft.

Allereerst worden de brieven gepost..
Ook zijn wij in de gelegenheid om drie honderd kg. aardappelen te kopen, wat zeer welkom is voor ons voedsel probleem.
En uiteindelijk krijgen we toch ook nog ons proviand aan boord en voor elk bemanningslid twintig sigaretten.
Het is wel niet veel, maar beter iets dan niets !
Maar reeds om twaalf uur roept de plicht ons weer. Een Kriegsmarine man komt aan boord met de orders om naar Borkum te varen en daar voor anker te gaan. Deze marine man zal  met ons mee varen en voorlopig bij ons aan boord blijven.
Ankeren daar 's-middags om zes uur op de rede en wachten maar weer af wat de nieuwe instructies zullen zijn.

Niet eerder als woensdag vervolgen wij onze reis.
Een marine vaartuig met bestemming monding van de Elbe neemt ons en de Albatros op sleeptouw.
Beide gesleepte loggers gebruiken de motor zodat de sleep behoorlijke snelheid heeft.
Maar ook deze keer slaat het noodlot toe en natuurlijk is het weer de Albatros die voor de problemen zorgt.
In overleg gooit het marinevaartuig beide schepen los. Het marine vaartuig vervolgt zijn reis en de Clara sleept de Albatros weer terug naar Borkum.
Beide schepen behoeven niet op de rede te ankeren en mogen de haven binnen varen, en daar zal de motor van de Albatros worden gerepareerd.
Maar om zes uur 's-avonds krijgen wij plotseling de opdracht om buiten de haven voor anker te gaan. Schijnbaar hebben we nu buitengaats eens niet de juiste ankerplaats uitgekozen, want in de loop van de avond raakt ons schip aan de grond.
Gelukkig komen we in de loop van de nacht weer vlot,  zodat we donderdag om zes uur onze reis kunnen voortzetten.
Om verdere problemen te voorkomen en uit voorzorg, slepen wij maar weer eens de Albatros, ondanks dat haar motor weer is gerepareerd.
's-Avonds gaan we voor anker bij de Jade boei.

We blijven de nacht hier liggen en halen 's-morgens om zeven uur het anker op.
En alweer is het de Albatros die voor trammelant zorgt.
Nu is het eens niet de motor maar het ankerspil dat voor problemen zorgt
Tijdens het inhieuwen van het anker raakt het ankerspil onklaar en moet zij met behulp van de winch in de midscheeps de ankerketting binnen takelen, hetgeen veel tijdverlies tot gevolg heeft.
Maar ook dit maal wordt de zaak geklaard en nemen we voor alle zekerheid de Albatros maar weer op sleeptouw.
Met haar 50 pk motor vaart zij niet zo snel als wij met onze 90 pk motor en zo hebben we  samen één constante snelheid en verliezen elkaar dan ook niet uit het oog.

Dit keer ontmoeten wij onderweg veel scheepvaart verkeer. Waarschijnlijk een konvooi dat vanuit het Kieler kanaal en Elbe monding zuidwaarts koerst.
Om vier uur in de middag lopen wij Cuxhaven binnen.
Onze marineman / begeleider verlaat het schip en twee ambtenaren van de haven politie komen hiervoor in de plaats,  aan boord. En zo  vervolgen wij onze reis naar Brunsbuttel, waar wij in de loop van de avond aankomen.
De ambtenaren van de havenpolitie verlaten hier het schip en zij worden vervangen door een kanaalloods, welke ons door de sluizen in het Kielerkanaal brengt.
Gedurende het schutten in de sluizen verwondert het ons dat er hier vol op verlichting is, in tegenstelling met het kanaal en de omgeving waar volstrekte duisternis heerste.
Waarschijnlijk zijn de sluizen te belangrijk, en wil men geen risico lopen, dat bij duisternis schade aan de sluis en sluisdeuren zouden worden toegebracht en misschien hierdoor zelfs de sluizen voor kortere of langere tijd  buiten gebruik zouden kunnen worden gesteld.
Het Kieler kanaal was voor de Duitsers van te groot belang voor de oorlogsvoering i.v.m de oorlogshaven Kiel en haar verbinding met de Noordzee.
Bij schade aan de sluizen zou het scheepvaart verkeer vanuit Kiel naar de zuidelijke Noordzee,  rond Denemarken moeten varen, en wat dan veel onnodige tijd en brandstof zal vergen en waar de schepen aan meer risico's van aanvallen van vijandelijke schepen zijn blootgesteld .

Wordt vervolgd.






Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 05-04-2011, 13:55:46
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130kw-068a.jpg)
Kw-68,,Albatros'' Bj.1916 als VL-183,,Anne en Arie''
3-1926 Kw-68
5-1943 gevorderd
6-1959 Kw-115
12-1966 Kw-100,,Kniertje''
tussen 1951-1959 als vluchtschip gelegen
8-1969 verkocht naar Lagos


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-04-2011, 09:01:15
De tijd vliegt... 

Het is ondertussen toch ook al weer 8 oktober als wij 's-avonds om acht uur, na het schutten door de sluizen van Brunsbuttel , als  wij onze reis vervolgen door het Kielerkanaal.
De Albatros, ook met een loods aan boord, volgt in ons kielzog
Na een paar uren in het kanaal te hebben gevaren  verwisselen beide schepen van loods en vervolgen hun tocht.
Dit maal krijgen wij een onsympatieke man, zeg maar een echte brombeer, als loods aan boord.
Hij had zeker de "pest" in dat hij zo'n oud buitenlands vissersschip met weinig confort moest beloodsen,
Vanuit een nauw en klein stuurhuisje,  met kleine raampjes en weinig uitzicht.   
En het weer werkt ook al niet mee.
Steeds meer vermindert het uitzicht op het  kanaal wat voor ons ligt, door opkomende mist.
En al spoedig is het onverantwoord om nog door te varen zonder brokken te maken.
Ankeren is niet mogelijk in het kanaal. Je zou kunnen ankeren maar dan zou je wel de doorvaart door het kanaal versperren.
Maar op diverse plaatsen zijn in het water langs de oevers van het kanaal, meerpalen aangebracht.
Deze meerpalen waren bij het ontwerp van het kanaal uit voorzorg, reeds voorzìen en geplaatst. Schepen moeten aan deze palen meren, zodat bij het gebruik van het kanaal door de zware en grote slagschepen van de Duitse oorlogsvloot, deze niet gehinderd zullen worden bij hun doorvaart.
Aan deze palen meren wij en de Albatros dan ook af,  in afwachting dat de mist op zal trekken. Maar zoals het er naar uit ziet, zal dat niet spoedig gebeuren.
En deze mist geeft ons weer eens de gelegenheid om van een goede nachtrust te genieten.

Als wij de volgende dag om zeven uur in de morgen onze ochtend maaltijd nuttigen, is het nog steeds goed mistig. Het is nu wel bij daglicht dat wij kunnen varen, maar het is toch onverantwoord om te vertrekken.
Gelukkig trekt in de loop van de morgen  de mist geleidelijk op en om tien uur kunnen we dan toch onze reis vervolgen en rond één uur 's-middags arriveren we dan toch in Kiel.
Eindelijk eens  een traject zonder problemen met de Albatros.
Beide schepen meren af voor de sluizen  en moeten hier wachten om olie te bunkeren en te provianderen, alvorens zij de oversteek naar Noorwegen kunnen aanvangen.
Jammer genoeg krijgen wij geen toestemming om aan wal te gaan.
We hebben dus voldoende tijd om nog wat brieven te schrijven voor wij aan de oversteek gaan beginnen.
En zoals reeds eerder op onze reis is gebeurd, krijgen we weer eens bezoek van enkele dorpsgenoten.
Het is ook niet verwonderlijk als je "met je ziel onder je arm" zonder veel aanspraak in een buitenlandse haven rondloopt en je blij bent als je een Scheveningse logger aan de kade ziet liggen. En met de gedachten dat op dat schip  wat mensen zijn, die jou misschien wat afleiding kunnen geven.

Voor wij het weten is het weer maandag.
Alles wijst er op dat wij vandaag wel eens kunnen gaan vertrekken.
Na het bunkeren komt er ook nog proviand aan boord. In vergelijking met vorige provianderingen is het dit maal goed van hoeveelheid en kwaliteit.
Maar waar wij zo sterk op hoopten is er niet bij.
Geen snaps en geen sigaretten.
Dat viel ons bitter tegen en wij zullen langer op "een houtje " moeten bijten alvorens wij weer in de gelegenheid zijn om te provianderen.
Zeker nu, wanneer wij orders krijgen om te vertrekken van onze ligplaats en om drie uur in de middag weer, nu onder toezicht van een loods, de sluizen passeren en in de Kielerbaai voor anker gaan.
De orders luiden dat we morgen definitief zullen vertrekken en dat we ons aan moeten sluiten bij een konvooi met bestemming Oslo, wat ons zal passeren vanuit Kiel.

De volgende morgen halen wij al vroeg het anker op, zo gauw wij het konvooi  aan zien komen.
Gelukkig staat er een lekker briesje vanuit een gunstige hoek en al heel snel zetten we de zeilen bij. Het heeft zeker effect, want al spoedig maken we meer snelheid en lopen langzaam in op het konvooi.
In de namiddag wakkert de wind wat aan en kunnen met deze snelheid  het konvooi bijhouden. Achter ons zien we de kust verdwijnen en aan bakboordzijde zien we nog enige tijd de kust, maar ook dat verdwijnt spoedig.
Het eerste wat we zullen zien is het Deense eiland Langeland en hierna zullen we tussen de Deense eilanden Fyn, Sjealland en Samsö moeten doorvaren alvorens we weer in wat ruimer vaarwater zullen komen.
Gedurende een groot gedeelte van de dag varen we in de Grote Belt met aan weerszijde de genoemde eilanden.
De gehele nacht wordt er doorgevaren en in de morgen zwakt de wind af. Onze snelheid vermindert hier door en wij verliezen hierdoor al snel het konvooi uit het oog.
Maar ook zonder het konvooi zullen wij onze bestemming wel vinden.

Ondertussen varen we alweer in het Kattegat
In de namiddag voordat het donker wordt, praaien we nog even de Albatros, die nog steeds in onze nabijheid is en vernemen van de bemanning dat er geen problemen zijn. Wij zijn gerust gesteld en gaan met een gerust gevoel de komende nacht in.
Wij proberen om zoveel mogelijk bij elkaar te blijven, maar ’s- nachts  zal dat wel wat moeilijker zijn.
's-Avonds rond acht uur zien we geen teken meer van de Albatros en we zijn hierover verontrust.
Er zit niets anders op dan terug te keren en haar te gaan zoeken.
Ondanks de duisternis vinden wij haar vrij snel en ook nu weer blijkt dat zij voor de zoveelste keer weer eens panne aan haar motor heeft..
Ook nu zit er niets anders op om haar weer op sleeptouw te nemen en onze koers naar de naderende Oslofjord te vervolgen.
In de verdere nacht zijn er gelukkig geen problemen en we naderen zo langzamerhand het einde van de reis.
Rond elf uur 's-morgens meren beide schepen in Oslo aan de kade..
Weer zijn we een stukje dichter bij onze eindbestemming gekomen. Maar als het verdere verloop van de reis ook zoveel tijd kost, dan zijn we voorlopig nog niet in het noorden van  Noorwegen.
Het afgelegde traject over zee buiten om door de Noordzee zou in ongeveer 2 a 3 dagen kunnen worden afgelegd en nu heeft het traject met al haar omwegen door kanalen en Oostzee ongeveer 20 dagen geduurd.

We zijn uiteindelijk dan in Noorwegen. Ook hier zijn er natuurlijk weer Scheveningers en binnen de kortste keren komen er enkelen aan boord.
Een opmerkelijke aantekening over deze bezoekers in het reisverslag is een notitie van de schrijver, dat hij van één der bezoekers wat te roken aangeboden krijgt.
En waarbij hij vermeldt.... wat ik niet kon afslaan.  Zoveel had hij naar dat rookgerei verlangd.
Zelfs zijn naam van de gever wordt erbij vermeld, n.l. Jan Kleijn.
Ondertussen is het vrijdag 15 oktober.
Zolang het nog goed weer is, plegen wij onderhoud aan het het schip waar dat mogelijk is en vandaag schilderen we de verschansing aan de binnenzijde.
Als er eenmaal gelost gaat worden zal dat niet meer mogelijk zijn, want dan liggen de ruimspanten en luiken in het gangboord en zou het te gevaarlijk zijn om onder de uit het ruim gehieuwde lading, te werken.
Aangezien ons proviand aanzienlijk is geslonken, wordt deze gelukkig aangevuld.
Iedereen is blij, want we kregen zelfs tabak en snaps.
En niet te vergeten ook brieven van thuis.
Onze eerste postbezorging in het buitenland, hoeveel zullen er nog volgen ?


Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 06-04-2011, 09:04:12
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130f.jpg)
Voorpostenboot


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-04-2011, 09:09:08
De volgende dag moeten wij de Albatros, waarvan de motor nog steeds niet was gerepareerd, naar haar losplaats slepen.
Zonder hier op te rekenen komen ook wij eens in de problemen.
Onbekend met de plaatselijke ondiepten, raakt ons schip een blinde klip en het blijkt al snel dat we er goed vast op zijn gevaren.
De aan de sleeptros bungelende Albatros moeten we nood gedwongen los gooien en tot onze grote verwondering kan zij op eigen vermogen haar reis naar de losplaats vervolgen.
De schijnbaar steeds weerkerende hapering van haar motor schijnt het gevolg te zijn van het gebruik van gas, wat door de generator wordt  geproduceerd en waardoor de motor wordt aangedreven.
Gelukkig is er nog een kleine hoeveelheid gasolie bij haar aan boord en dat is  haar redding. De motor reageert prompt op deze brandstof en zij kan voorlopig haar reis vervolgen naar de losplaats.
Wij echter zitten met de "gebakken peren ". Wat nu ?
Onbekend met de plaatselijke getijden, zit er voor ons niets anders op, om aan de wal te gaan informeren omtrent de tijden van hoog en laag water. Hiervoor wordt de sloep over boord gezet en roeien we naar de wal en gaan op informatie uit..
De gevraagde informatie heeft wel tot gevolg dat een sleepboot ons zal proberen vlot te trekken. Na dat deze is gearriveerd  worden wij eens aan een slepend vaartuig vast gemaakt .
Ondanks verwoede pogingen blijft het schip muurvast op de klip zitten.
Ook de volgende dag zitten we nog steeds muur vast.
Het is ondertussen zondag en er worden ook geen verdere sleep pogingen aangewend om ons vaartuig vlot te trekken.
Maar wel komt er een Duitse vertegenwoordiger van dit scheepvaart project informeren wat er is gebeurd en hoe de zaken er nu voor staan.
Ook na zijn vertrek gebeurt er vandaag verder niets meer.
Wel krijgen we nog bezoek van een Scheveninger die met een sloep naar ons schip kwam roeien.
Wat zal de volgende dag ons brengen?

Om negen uur in de morgen komt walkapitein Schut van de Nord scheepvaart maatschappij bij ons aan boord en vertelt wat de verdere plannen zijn.
Er zal een tjalk langzij komen waarin onze lading zal worden overgeladen. Met de hoop dat het schip wat minder zwaar zal worden en iets minder diep zal steken en hier door dan gemakkelijker kan worden vlot getrokken.
Een losploeg meevarend met de tjalk, bestaande uit Hollanders,  komt kort hierna aan boord en in korte tijd is het karwei geklaard en is onze lading in de tjalk overgeladen.
De sleepboot onderneemt een nieuwe poging om het schip vlot te trekken en het gelukt zowaar. Wij zijn voorlopig uit de problemen en kunnen op eigen kracht terug varen naar onze oorspronkelijke ligplaats.
Vervolgens wordt de in de tjalk geladen lading weer in ons schip geladen.
Door alle verwikkelingen rondom onze stranding is de voorraad kolen voor de gasgenerator drastisch verminderd en moet hoognodig worden aangevuld.
Kolen schijnen ook hier schaars te zijn .
Aangezien de Albatros haar bunkerkolen toch voorlopig niet nodig heeft, moeten wij haar voorraad maar gaan overnemen.
Bij dit smerige karwei worden wij geholpen door de bemanning van de Albatros. In tegenstelling van die van de Albatros, functioneert onze motor en ballastpomp wel. En als dank voor hun hulp, spuiten wij haar dek schoon  met onze dekslang.

Onze stranding zal ook zeker schade aan ons schip hebben veroorzaakt en nadere inspectie zal dit moeten uitwijzen.
De inspecteur is optimistisch en meent dat dit snel verholpen zal zijn.
De tijd zal het leren en ondertussen maar afwachten wat er verder gaat gebeuren.
Het optimisme van de inspecteur blijkt niet waar te zijn en van varen komt voorlopig niets.
Tot dinsdag 26 oktober ligt het schip in reparatie .
De enige afwisseling in ons troosteloze bestaan is de verdwijning van onze licht- matroos. Na een avondje stappen komt hij 's-nachts niet aan boord.
Ook de volgende dag blijft hij spoorloos en er zit niets anders op, om hiervan aangifte te doen.
Ook de verjaardag van de machinist wordt gevierd met een warme maaltijd waaraan de kok wat extra aandacht heeft besteed.
En in onze vrije tijd gaan we maar op bezoek bij andere landgenoten hier ter plaatse. Helaas loopt een bezoek aan het scheepvaart museum op een fiasco uit omdat het museum op die dag was gesloten.

Nu het nog goed weer is plegen wij wat onderhoud aan het schip door hier en daar wat te roest te bikken en te schilderen.
Maar aangezien het steeds kouder wordt hebben wij, buiten het gebruik voor het koken van de maaltijden, ook kolen nodig voor verwarming.van onze logies.
Ook voor de gasgenerator hebben we kolen nodig want binnenkort moeten wij proefvaren voor controle van de uitgevoerde reparaties.
Gelukkig wordt hierin voorzien, maar in plaats van kolen wordt er cokes geleverd. Op nieuw blijkt hieruit dat  kolen hier schaars zijn.
Wat ook niet verwonderlijk is, omdat Noorwegen geen eigen kolenmijnen heeft en dit van elders moet worden geïmporteerd.
Uiteindelijk gaan we, na de uitgevoerde reparaties, in de Oslofjord proef varen.
Maar wel onder toezicht van officieren van Scheepvaartinspectie en van de Kriegsmarine. We varen wat heen en weer en ondertussen kunnen wij genieten van de schitterende natuur.
De proefvaart is geen succes want er rijzen problemen.
Door het gebruik van de geleverde cokes voor de gasgenerator, kan hieruit onvoldoende energie worden geleverd voor de motor.
Dit was wel te voorzien want cokes is een der eindproducten van gaswinning uit kolen. We hebben vroeger nog wel iets op school geleerd en onthouden !
Weer moeten we, om dit euvel  te verhelpen, in reparatie gaan en liggen hierdoor voorlopig weer bij de reparatie werf en later zou blijken tot het nog tot  2 november zou duren.
Gelukkig eens wat afwisseling in ons bestaan,door de komst van een nieuwe matroos ter vervanging van de gedroste lichtmatroos.
Dit maal is het geen Scheveninger maar een Katwijker. Hij zou meer thuis horen op de Albatros !

Ook nu zoeken wij in de avonduren ons vertier in het Zeemanshuis waar wij genieten van vertoon van acrobatie, muziek en dans en waar we na afloop van de voorstelling een borrel en een paar glazen bier kunnen nuttigen.
Ook brengen we een bezoekje aan een andere Scheveningse logger die onder het marinenummer MW 72 is geregistreerd, met als schipper en machinist de dorpsgenoten D. Bron en J. Kleijn.
Dit is dezelfde J.Kleijn die mij in Kiel een rokertje heeft gegeven en nu ook met zijn schip in Oslo is gearriveerd.
Gelukkig krijgen we nog regelmatig brieven van het thuisfront zodat we op de hoogte worden gehouden van de situatie thuis, zodat we ons geen grote zorgen behoeven te maken.
Ook de onderhoudswerkzaamheden aan het schip gaan gestaag door. Voor de verandering schilderen wij nu eens buitenboord.
De verschansing schilderen we zwart met een witte bies en laten de romp in haar grauw grijze oorlogskleur.
En uiteindelijk is de reparaties op 2 november gereed en is het weer afwachten wat de volgende orders zullen zijn.
Ondertussen liggen we nu al  20 dagen in Oslo en er zijn reeds 42 dagen verstreken sinds ons vertrek uit Rotterdam.
Als het zo door gaat zal het een lange reis worden !
Maar dat wisten we van te voren.
Wij zijn zo gek geweest om een dienst verband van zes maanden aan te gaan..


 
Wordt vervolgd.
 









Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 06-04-2011, 09:12:49
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130-sch-130l.jpg)
Gasgenerator a/b Sch-196,,Elisabeth''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-04-2011, 09:00:43

De reparaties zijn nu wel uitgevoerd maar verdere instructies en orders ontbreken. Wel krijgen we weer proviand aan boord
Zou dat er op kunnen duiden dat we spoedig zullen vertrekken?
Zelfs krijgen we snaps en tabak!
Waar hebben we dat aan te danken?
Ditmaal komt het van een instantie, die wordt aangeduid met de naam Marken Tender **, een onderdeel van de Wehrmacht. ( wat bij het Nederlandse leger Kadi zou worden genoemd ). *
Snaps en tabak is bij ons natuurlijk van harte welkom,  wat resulteert in bezoek van een deel van de bemanning van de Albatros. 
Als goede gastheren presenteren wij hen een glaasje snaps.
Op één been kan je nou eenmaal niet staan en meer snaps wordt te voorschijn getoverd.
Het wordt een heel gezellige boel met dit groepje. Een laatkomer moet natuurlijk z'n schade inhalen, en het feestje is er de oorzaak van dat er enkele van de bezoekers in hun kooi moeten worden gedragen.
Het lijkt wel een feestavond en het mag best nog eens herhaald worden, maar dan nog iets beter wat ons betreft ? 
Zou er dan toch een verbroedering mogelijk zijn tussen Scheveningers en Katwijkers ?
Worden we in het buitenland verdraagzamer ?

Van een instantie die de belangen behartigt van de buitenlandse zeelui, hebben wij een schrijven ontvangen, dat er kleding beschikbaar wordt gesteld voor de zeelui.
Waarschijnlijk afkomstig van de inzamelingen in Duitsland en in de bezette gebieden ten baten van de Winterhulp
Zo kom ik  in het bezit van een pullover, een wollen das en een paar handschoenen. Kleding die zeer welkom zal  zijn tijdens de Noorse winter in het hoge noorden.
Maar deze instantie heeft ook nog nieuwe kleding voor ons in petto en wij kunnen deze kleding de volgende dag in ontvangst komen nemen.
Het geen ons ter beschikking wordt gesteld is heel wat beter als wat de Winterhulp ons te bieden heeft.
Zo krijg ik een jekker, een pet, een paar schoenen met houten zolen en zelfs twee paar wollen sokken.
Bij elkaar een prachtige uitrusting, maar ik vind het nog niet helemaal naar mijn zin.
Mijn jekker is aan de krappe kant. En de volgende morgen ga ik proberen om hem te ruilen, wat gelukkig ook nog lukt, en ik ben voortaan de eigenaar van een ruimere en nog betere jekker. Voorlopig ben ik goed gesteld tegen de kou.
Waarschijnlijk is deze organisatie goed op de hoogte van de winterse toestanden in het hoge noorden gedurende de winter.
Ook zullen zij geweten hebben dat  zeelui uit niet Scandinavische landen onvoldoende gekleed zijn voor deze winterse kou en zij hoognodig aanvulling nodig hebben op hun kleding uitrusting,
En nu met hun hulp, goed beschermd zullen zijn tegen de kou, bij de uitoefening van hun taken.

Maar nog steeds hebben we geen orders.
Alleen hebben we wat afwisseling door de komst van wat bezoekers en door zelf de stad te bezoeken. Gedeeltelijk gebruik makend van het openbaar vervoer en gedeeltelijk lopend.
Blijkbaar is lopen goed tegen de stramheid en naar men zegt ook goed voor de spijsvertering. En dat kan voor ons wel eens goed zijn, want aan boord lopen wij nou eenmaal geen grote afstanden.
Oslo blijkt toch wel een grote stad te zijn, met veel mooie gebouwen en parken. Ik denk dat deze stad wel bijna net zo groot is als Den Haag en er schijnen hier zelfs zo’n 400.000 mensen te wonen.

Uiteindelijk krijgen wij dan toch op maandag morgen nieuwe orders.
Twee tjalken moeten door ons schip slepend naar een andere ligplaats worden gebracht, alwaar een paar nieuwe bolders op deze schepen moeten worden gelast.
We zijn blij met wat afwisseling.
Na dit klusje gaan wij 30 ton kolen laden. Het ziet er nu echt naar uit dat we spoedig gaan vertrekken.
De volgende morgen slepen we de tjalken weer naar hun oorspronkelijke ligplaats en vervolgens gaan wij olie bunkeren en andere scheepsbenodigheden aan boord halen.
De volgende dag komt de Albatros bij ons langszij. Zij heeft ook alle benodigdheden voor de reis aan boord, maar komt wel met het ontstellende bericht dat de knalpot lek is.
Na veel geharrewar met de schade-inspecteur moeten wij de volgende dag de Albatros naar de werf slepen.
Wij hebben geprobeerd om van deze klus verlost te worden door te suggereren dat wij geen sleepboot zijn, maar daar trapte deze inspecteur niet in.
 Als we een paar dagen eerder wel twee tjalken kunnen slepen, waarom dan ook nu niet de Albatros.
En als we eerlijk zijn, moeten we wel bekennen dat we de Albatros al zo vaak hebben gesleept.

Zonder brokken brengen we de Albatros dus maar naar de werf en bij terugkomst op onze ligplaats is deze in beslag genomen door twee Duitse tjalken.  Hier over ontstaat ruzie met het gevolg dat er een vechtpartij ontstaat tussen een van onze matrozen en een der Duitsers, waarin na afloop de Hollander de winnende partij is.
Na veel heibel krijgen wij  weer onze ligplaats terug.
Op nieuw  krijgen we proviand aan boord, waar we uit op kunnen maken dat we echt spoedig zullen vertrekken.
Alvorens de reis te aan te vangen, bezoeken wij voor de laatste maal het Zeemanshuis, waar wij genieten van harmonica-muziek en waar ons na afloop twee borrels worden aangeboden.  En dit is juist iets wat wij niet versmaden.
Alweer moeten we het vertrek uitstellen tot dat de knalpot van de Albatros gerepareerd is.
En de volgende dag tegen de avond komt de Albatros gelukkig weer bij ons langzij. Ook zij is nu gereed voor vertrek.

Het is al zaterdag 13 november als wij  om half acht in de morgen gaan vertrekken. Na natuurlijk eerst hartelijk afscheid genomen te hebben van de plaatselijk aanwezige dorpsgenoten.
Alles bij elkaar geteld hebben wij nu 31 dagen in Oslo gelegen.
Een lange reis ligt nog voor onze boeg.

Het oppervlak van Noorwegen is maar amper negen maal zo groot als Nederland, echter is het land  zeer lang en uitgestrekt.
Van het noordelijkste puntje tot het zuidelijkste puntje van Noorwegen is het hemelsbreed gemeten 1750 kilometers. Dit is een afstand ongeveer van Amsterdam naar Gibraltar.
En de kuststrook is zelfs nog langer,ongeveer 2600 kilometer.
We kunnen voorlopig dus vooruit.


*
Bij het Duitse leger is dit een onderdeel van de organisatie OKW, die voor ontspanning, kunst en wetenschap  zorgt voor het Duitse leger in de bezette gebieden.

**
Uit deze naam Marken Tender vindt de oud-Hollandse naam markentenster zijn oorsprong.

 
Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-04-2011, 09:07:17
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130kw-050a.jpg)
Kw-50,,Jan'' Bj.1918 als vrachtlogger ,,Schiedam''
1920 Sch-128,,Merwede 2''
1925 Kw-50,,Merwede 2''
1928 Kw-50,,Jan''
1942 gevorderd,  1945 vrijgegeven,  1959 sloop


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-04-2011, 09:09:32












Ons eerste aanlooppunt zal het haventje Horten zijn. Een klein plaatsje aan de Oslofjord, waar wij onze zeekaarten moeten afhalen voor de verdere reis.
Genoodzaakt door slecht weer liggen wij tot maandagmorgen in Horten.
Bij vertrek nog steeds een flinke bries en met de zeilen erbij maakt het schip een flinke snelheid. Tegen de tijd dat de duisternis invalt, gaan wij voor anker in de buurt van het plaatsje Risör.
De volgende morgen weer vroeg anker op en zo komen we om twee uur in de middag aan in Kristiansand.
Het blijkt dat wij ons moeten melden bij de haven autoriteiten. Hier zijn we een vreemde eend in de bijt.
En ook hier heeft de Albatros weer panne.
De motor heeft een gescheurde kop !
Er zit niets anders op dan de Albatros naar een reparatie werf te slepen en onze nieuwe orders luiden vervolgens dan ook….

.Clara allein abfahren !

Het is ondertussen al weer ruim half november en het begint aardig koud te worden.
Ofschoon Noorwegen het land van de vis is, krijgen wij nu pas voor de eerste maal vis voorgeschoteld. De kapitein is zo vriendelijk geweest om wat vis te kopen, waar van we heerlijk van hebben gesmuld.
Op vrijdag 19 november om twaalf uur vervolgen we onze reis, wat gepaard gaat met veel moeite en narigheid wegens ondiepten.
En ook voor ons slaat het noodlot weer eens toe.

Twee uur na vertrek loopt het schip vast op één van deze ondiepten.
Wij brengen een tros uit naar de wal en proberen met behulp van de ankerlier en motor om het schip vlot te trekken..
Geen succes.
Na overleg verplaatsen we de kolen voor de gasgenerator die op het achterdek liggen naar de midscheeps. Misschien wil dat helpen, je weet maar nooit. Misschien dat het achterschip dan wat hoger in het water komt te liggen
We zijn hier tot 's-avonds laat mee bezig. En als wij de volgende morgen weer een poging wagen, blijkt al ons werk vergeefs te zijn geweest.
Het schip blijft vastzitten,
Hier moet dus een sleepboot hulp bieden en op zondagochtend tijdens het ontbijt komt er zo waar een.sleepboot.
We verwachten nu wel dat binnen de kortste keren dit karwei geklaard zal zijn.
Maar we hebben mis gerekend. Tijdens de eerste  trekpoging breekt de sleeptros en de sleepboot krijgt de tros in de schroef.
Ook dit wordt snel verholpen en een tweede trekpoging slaagt en wij zijn weer vlot en meren tegen de middag weer in de haven van Kristiansand.

Ofschoon het zondag is, tremmen we de kolen weer van de midscheeps naar het achterdek,
Bij onze eigen pogingen het schip los te krijgen, hebben we teveel kracht van de ankerlier gevraagd en hebben nu hieraan schade opgelopen. Dit zal eerst moeten worden gerepareerd.
Maandagmorgen komt er een duiker aan boord om de schade aan de kiel op te nemen. Hij constateert geen ernstige schade, zodat we onze tocht  kunnen voortzetten, mits de schade aan de ankerlier verholpen is.
Het duurt weer tot dinsdag  voor er twee monteurs komen die de ankerlier slopen en constateren dat de as van de lier krom is.
De as moet mee naar de werkplaats om te worden gericht want dat kunnen zij aan boord niet voor elkaar krijgen.

Als je denkt dat het nu wel genoeg zal zijn geweest, heeft u, lezer, het mis.
 
Het  is woensdagmorgen half zes als een matroos van de Albatros onze hulp komt vragen.
Hun schip ligt in een andere haven en ligt daar zwaar tegen de kade aan te rijden door zware deining..
En een groot gedeelte van de verschansing is al beschadigd en ligt bijna tegen het dek.
Hun vraag is, of wij haar, als het daglicht  is, van die ligplaats weg willen  slepen, om ergere schade te voorkomen. De motor van de Albatros is nog niet gerepareerd en op eigen kracht is dat voor haar niet mogelijk.

Bij daglicht gaan we er op af en al snel ervaren we dat er erg veel wind staat met een flink oplopende zee.
Om bij de Albatros te komen moeten we een stuk buitenom varen en al slingerend komen wij bij haar in de buurt.
Maar door ondiepten kunnen we niet bij langszij komen en moet er met de sloep van de Albatros een tros worden over gebracht naar ons schip.
Ondanks het slechte weer lukte dat vrij spoedig en nu kunnen wij onze zoveelste sleepreis beginnen.
Zolang we tegen de wind in moeten slepen zijn er geen problemen, maar na een grote rotsformatie te hebben gerond en we hierna van  koers moeten veranderen, wordt het minder aangenaam vanwege de zware slingeringen van het schip en overkomend buiswater.
En opnieuw hebben we weer tegenslag.
De sleeptros breekt en de Albatros is aan de elementen van golven en wind overgeleverd.
Gelukkig is haar bemanning er snel bij en laat het anker vallen.
Ondanks het slechte weer kunnen we snel keren en slagen we er al snel  in om weer verbinding te maken met de Albatros.

De Albatros ligt daar wel mooi voor anker, maar alvorens wij de sleepreis kunnen voort  zetten, moet zij eerst het anker op hieuwen.
Maar het anker blijkt te krabben en de Albatros verdaagt langzaam naar de zware branding op de rotsen van de kust.
Het krabbende anker kan bij deze krachtige wind niet door de ankerlier worden opgehieuwd.
De enige mogelijkheid om niet op de naderende rotsen te lopen is het anker met ketting te laten  slippen.
Het is echt een nood beslissing, want om anker en ketting zo maar prijs te geven aan de zee, wordt niet zomaar wordt gedaan.
Het is de hoogste tijd, want de bemanning van de Albatros heeft reeds uit voorzorg hun zwemvesten aangetrokken.
Aan boord van de Albatros bevindt zich ook een Duitse inspecteur en hij geeft de orders om terug te keren naar de plaats waar we de Albatros vandaan hebben gehaald.
Maar de oude ligplaats van de Albatros is voor ons niet bereikbaar vanwege de ondiepten. 

Allengs verbetert het weer en kunnen we de sleeptocht voortzetten,  wat ons zonder verdere problemen gelukt.
"s-Middags om twee uur meren wij weer op onze ligplaats en hebben voor de verandering de Albatros weer eens langszij.
Onze ankerlier is nog steeds niet gerepareerd  en we kunnen dus niet vertrekken.
Het enige vertier wat wij hebben is het bezoek aan de bioscoop en de kantine van het leger. Hier worden wij vermaakt met een voorstelling, door de legerafdeling Kraft durch Freude, en  waarvan we ook genieten.
Wat voor ons ook erg belangrijk is, dat we weer eens wat snaps en rookwaren ontvangen.
Maar de hoeveelheden wordt steeds minder. We zullen zuinig aan
moeten doen.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-04-2011, 09:13:49
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/nw-sch-130x.jpg)
1943 Sch-130,,Clara'' verbouwd als vrachtlogger


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-04-2011, 09:21:28
Het is al weer maandag 29 november als uiteindelijk de reparatie van het ankerlier gereed komt en de nieuwe orders luiden om de volgende morgen te vertrekken.
De kok heeft last van hevige kiespijn en na bezoek aan de tandarts.
En op dokters advies moet onze kok naar Oslo om zijn gebit na te laten kijken.
Op dinsdag bij het gloren van de ochtendschemering hebben we de gas generator en  motor in gereedheid gebracht en na weer eens afscheid van de Albatros te hebben genomen , vertrekken wij.
Echter wel zonder kok, daar hij nog niet uit Oslo is terug gekeerd.
Wat voor avonturen zullen we nu weer beleven.

Het vaarwater is moeilijk bevaarbaar door allerlei nauwe passages en "krikkemikken ",
We maken ons veel zorgen over de goede afloop en kunnen gelukkig zonder schade om vijf uur 's-middags het haventje van Farsum binnenlopen.
Van het plaatsje is weinig te vertellen want bij aankomst is het al donker.
Ondertussen zijn we het zuidelijkste punt van Noorwegen gepasseerd n.l. Lindesness op 58 graden noorderbreedte.
Vanaf nu kunnen we een meer noordelijker koers aanhouden en hopen dan, maar ja... wanneer , de Noordkapp op 71 graden noorderbreedte te bereiken.

We vervolgen de volgende morgen onze tocht en gelukkig hebben we goed weer zodat we grote stukken buiten om kunnen varen en al vroeg in de middag lopen we de haven van Egersund binnen.
Een mooie gelegenheid voor de schipper om er op uit te gaan om wat vis te bemachtigen en 's-avonds genieten we met volle teugen van een heerlijk maal vis.
Het lijkt ons een mooie plaats maar we gaan niet aan wal en voor het eerst op onze reis krijgen we te maken met vorst.
De kaden en straten zijn spiegel glad en om onze benen te breken in die gladheid voelen we niet veel.

De volgende dag met goed weer en gunstige wind wordt onze reis voortgezet. Met de zeilen er bij maken we goed snelheid en komen om drie uur in de middag in Stavanger aan.

Daar we niet erg te spreken zijn over de kolen voor de gasgenerator krijgen wij de volgende dag een bezoek van een inspecteur,.
Het bezoek resulteert in het schoonmaken van diverse kleppen van de gasgenerator.
Vandaag varen we nog niet uit en bezoeken de stad en kijken een film in de bioscoop van het leger. We vinden Stavanger wel een mooie plaats, maar naar ons gevoel wat ouderwets.
En toch wonen er zo'n 100.000 inwoners

Na een goede nachtrust vervolgen we onze reis en komen in de middag aan in  Augesund.
Vandaag is het 5 december.
Thuis zouden we St. Nicolaas vieren,  maar aan boord  doen we er niets aan.
Om dat het zondag is blijven we “voor de kant “ liggen en houden ons gemak. Het weer is nog steeds goed ondanks dat het al laat in het jaar is.
Maar ondertussen zijn we alweer 77 dagen van huis.

Op maandag 6 december willen we vertrekken, maar de motor weigert.
Zullen wij nu ook pech gaan krijgen ?
Gelukkig is de oorzaak snel gevonden. De oliepomp werkt niet en zonder olie werkt ook een motor niet.
We varen dit maal in de fjorden in plaats van buiten om. ***
Het is verbazend mooi om tussen deze, aan weerszijde hoge bergen te varen, maar het is wel uitkijken geblazen.
Wij moeten zelf onze weg trachten te vinden want een loods wordt ons niet toegewezen en we ankeren dan ook voor de duisternis valt, in een kleine baai.
Op nieuw vervolgen we de volgende morgen onze tocht en zijn genoodzaakt een loods aan boord nemen om een duikboot versperring te passeren. alvorens wij de haven van Bergen kunnen binnen varen.
Maar wel moeten we de volgende morgen naar een andere ligplaats om te provianderen

Bergen is een heel mooie stad, maar voor ons met weinig vertier.
Het is de 2e stad van Noorwegen qua grootte, met zo'n 200.000 inwoners.
Als wij op zaterdag 11 december willen vertrekken wordt dat verhindert door dichte mist en het is al weer maandag alvorens we met veel pijn en moeite ons tussen andere schepen door wringen om in open vaarwater te komen.
Ook nu moeten we weer de versperring passeren en komen nu in nauw vaarwater  met verraderlijke klippen en zoeken voor het avond is, een geschikte kleine baai om te ankeren.
We zien een voor anker liggende voorposten boot in de buurt van het plaatsje Dingja en op ons verzoek mogen zowaar bij haar langzij afmeren in plaats van voor anker te gaan.
Wel worden wij de volgende morgen wreed gestoord in onze slaap als de voorposten boot wilt vertrekken, en in de ochtend schemering vertrekken wij wat later dan ook maar.
We zijn toch al klaar wakker en anders zouden we voor korte tijd weer voor anker moeten gaan.
Tijdens het varen blijkt opeens dat de gasgenerator een te hoge temperatuur heeft en we moeten het kolenvuur uit de generator halen om de temperatuur te doen dalen.
Zoeken tegen de avond drie uur lang naar een geschikte ankerplaats onder bar slechte weersomstandigheden veroorzaakt door zware regen en harde wind.
Uiteindelijk ankeren we in de buurt van het plaatje Svelgen
Onze opinie omtrent Noorwegen is nu wel goed gedaald, na zo’n lange zoektocht.



***
De tocht door de fjorden van noord naar zuid of en tegengestelde richting is een veel gebruikte scheepvaart route,
Deze route wordt dikwijls gebruikt door schepen in de houtvaart gaande of komende van havens in de Wittezee en Karazee..
De meeste schepen varen in ballast naar deze havens en bij slecht weer ondervinden zij op zee hier veel hinder van, gepaard gaande met veel tijd verlies.
Vaak is een tocht door de fjorden onder begeleiding van een loods  meer rendabel.
De kosten van een loods zijn vaak minder hoog als het verlies van reistijd in geld uitgedrukt.
Zo’n tocht neemt ongeveer ruim twee dagen in beslag.
Bij het plaatsje Löningen in het zuiden komt de loods aan boord . Halverwege wordt van loods gewisseld en in Hönningsväg in het noorden gaat de loods weer van boord.
Voor beladen schepen op de terug reis geldt hetzelfde en lopen zo minder risico  door verlies van de deklast hout bij stormachtig weer.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 08-04-2011, 09:27:32
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130p-1.jpg)
Een bladzij uit het dagboek van de schrijver aan boord van de Sch-130


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-04-2011, 13:07:26
We varen verder en hebben wel zo ongeveer het zuidelijke gedeelte van Noorwegen verlaten.
De stad Bergen ligt alweer enkele dagen achter ons en  nu beginnen we aan het stuk midden Noorwegen,  wat van Trondheim tot  Bodø loopt.
Het is het gebied wat grotendeels nog beneden de poolcirkel ligt , maar Bodo ligt er weer boven.
Dit gebied is minder dicht bevolkt. Dat is duidelijk merkbaar, * 
Steeds minder kleine dorpjes en nederzettingen en soms maar een enkel huis. De huizen veelal geschilderd in de specifieke kleuren die de Noren vaak gebruiken: rood  of geel.

Dat we zo langzamerhand de poolcirkel naderen is goed merkbaar, De dagen worden erg kort.
Spoedig  zal het overdag bijna niet meer licht worden en zullen het grootste gedeelte van de dag in het donker moeten varen.
Het is een ervaring waaraan je wel moet wennen.
Nog steeds varen we maar met een bemanning van vijf personen.
De kok die voor onderzoek voor zijn gebit naar Oslo moest, hebben wij niet weer terug gezien en zal ons hoogst waarschijnlijk wel na reizen en in een of andere havenplaats weer aan boord komen.
 
Dat de uiteindelijk gevonden ankerplaats niet zo ideaal  was, bemerken we als we willen vertrekken.
Door de relatief grote diepte van  de fjord moesten we veel ankerketting gebruiken. Normaal gebruik je ongeveer drie maal zoveel ketting als de diepte waarop geankerd wordt. 
Het gewicht van de ketting en anker is wel iets te zwaar voor de ankerlier en met veel moeite en tijd krijgen we ketting en anker aan boord.
Iets na de middag zijn we buiten de fjord en moeten we ongeveer 15 mijl buitenom varen om de ingang van de volgende fjord te bereiken.
Het weer lijkt wel aardig, maar de zee en golven zijn knap lastig.
Doordat er een zware deining loopt, veroorzaakt dit veel branding van de zee tegen de rotsen aan de ingang van de fjord. waar we naar binnen willen varen.
Gelukkig loopt het goed af en zijn we weer behouden terug in de luwte van de fjorden.
Maar na de volgende dag het anker te hebben gehieuwd moeten we onze reis vervolgen bij onstuimig weer.
Zelfs in de fjord stuift het water over het schip. Maar gelukkig lopen wij in de namiddag de haven van Aalesund binnen, waar we na veel gezoek geen eigen ligplaats kunnen vinden aan de kade en gaan dan nood gedwongen maar voor anker.
Later op de dag worden we naar een veel betere ligplaats verwezen.
We liggen nu midden in de stad, mooier kan het niet.
Hier hebben we de gelegenheid om verse haring te kopen. De haringen zijn veel groter als wij gewend zijn, te vangen in de Noordzee en het Kanaal en wordt aangeduid als de zgn. sloe haring. Deze scholen haring komen op hun trektocht in de fjorden , waar zij vastlopen en vervolgens worden ze dan met behulp van singelnetten gevangen.
Maar ondanks de grootte van de haringen hebben wij bij het avondeten er toch heerlijk van gesmuld.

Om de reis te kunnen vervolgen hebben we niet de juiste zeekaarten aan boord en moeten we deze hoognodig aanvullen.
Na deze in ontvangst te hebben genomen vervolgen we onze reis.
Ook nu moeten we weer goed uitkijken voor blinde klippen, maar op den duur wennen wij ook hier aan.
Alvorens we 's-middags weer een ankerplaats voor de nacht vinden, hebben we een beug uitgezet.
We zijn toch immers oud visserlui, dus waarom vis kopen als deze in het water rond het schip zwemt…
En met grote verwachtingen halen we de volgende morgen de beug scheep en de vangst is  zeggen en schrijven slechts... één schelvis !
En zoals de vorige dag moeten we ook nu weer een stuk buitengaats afleggen . Ook nu krijgen we onderweg last van veel narigheid, maar we komen ook dit keer weer behouden in de fjorden en meren in de middag aan in Kristiansund.
Hier blijven wij de hele Zondag liggen.
De plaats is niet veel bijzonders, maar de film in de bioscoop van de Wehrmacht geeft ons enig vertier.
Het wordt steeds kouder en de eerder in Oslo ontvangen kleding, komt ons nu goed van pas.

Maandag 20 december vertrekken we weer.
We passeren een 15 meter hoge brug over het water van de fjord.
De wind wakkert flink aan en besluiten de zeilen bij te zetten, waarna we een voortgang  maken van zo'n 10 mijl per uur.
Het geluk is ons nu al een  lange tijd op onze hand geweest . Helaas is dat vandaag niet meer zo.
In de namiddag scheurt het grootzeil  en om erger te voorkomen wordt het met grote spoed neergehaald en wordt er een ankerplaats gezocht.
Het wordt wel wat eentonig. Ieder morgen hetzelfde. Het mooie van de fjorden hebben we nu wel zo'n beetje gezien.
De namen van de fjorden veranderen regelmatig gedurende de reis en nu varen wij in de Trondheimfjord.

Ondertussen is het alweer 21 december geweest.
De herfst is voorbij en het is nu winter.
Maar we hebben nu ook de langste nacht gehad en elke dag zal het iets vroeger licht zijn. Maar of we er hier zoveel van zullen merken is nog maar de vraag.

Omdat het Kerstfeest nadert en om de sfeer aan boord wat te verhogen, zetten we de roeiboot buiten boord. Bemand met drie leden van de bemanning, en gewapend met bijlen, vaart de boot naar de wal om kerstgroen te halen om de verblijven wat in de kerstsfeer te brengen .
En naar Scandinavische gewoonten een kerstboom in de top van de mast te hijsen.
Opgetuigd met boom en al arriveren  wij  in de haven van Trondheim.
Wij verwachten veel post van thuis, daar wij sinds lange tijd geen post hebben ontvangen.
Voor mij persoonlijk loopt het uit op een grote teleurstelling, zeggen en schrijven... één brief !

De volgende morgen krijgen wij bezoek van een Duitse scheepvaart-inspecteur die de eventuele schade aan het schip komt opnemen.
Wij willen de Kerstdagen heel graag in de haven doorbrengen. En zeker niet varend in de fjorden !
Als schade claimen wij het gescheurde grootzeil en wat kleine reparaties.
Mijnheer de inspecteur is schijnbaar geen man die veel met scheepszeilen van doen heeft en wordt ontzettend kwaad.
Wat ging die knaap te keer, zeg!

‘Mensch ,...dasz schiff sollte vor  Weihnachten abfahten!’

In de namiddag moeten we als nog naar een reparatiewerf in een andere haven en het lijkt er op dat we geluk hebben en dus niet alsnog hoeven door te varen..
Ik post wat brieven en bij terugkeer aan boord wacht een van mijn vrienden van vroeger, Leen Kuijt genaamd,  op mij.
Samen gaan we aan wal en belanden 's-avonds in een O.T. lager, waar ik weer andere Scheveningers ontmoet.
Het lijkt er op dat zij over geheel Noorwegen in iedere plaats wel te vinden zijn.



Ik kan 's-nachts van pijn niet slapen door een zwerende ontsteking aan mijn vinger. In de morgen een "ziekte briefje" gehaald en ik vervoeg me in de middag in het Marine hospitaal.
Nadat de dokter mijn ontstoken vinger heeft bewonderd, verzoekt hij mij de volgende dag terug te komen en geeft mij de instructie dat ik dan wel nuchter moest zijn. Dat lijkt me wel moeilijk om zonder eten en drinken naar het hospitaal te moeten gaan.


Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 11-04-2011, 13:09:42
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-z-996ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-04-2011, 13:11:03

Walkapitein Schut vervoegt zich ook weer eens bij ons aan boord om poolshoogte te nemen omtrent onze reis en van hem vernemen wij dat onze in Oslo gedroste lichtmatroos is gearresteerd.
Ook deelt hij ons mee, dat we  voorlopig met vijf man het  "zaakje" moeten zien te runnen.
Onze kok is na de gebitsbehandeling in Oslo, aan de bemanning van de Elisabeth ( Sch. 196 ) toegevoegd en zal voorlopig op dit schip blijven.
Ook hoeven wij gelukkig de gasgenerator niet meer te gebruiken, aangezien er geen goede kolen meer voorradig zijn.
We krijgen proviand aan boord , maar ook de Marken Tender.
Het aantal sigaretten wat wij ontvangen is weer eens verminderd.
Echt een tegenvaller. Zo komen we nog  van het roken af.!
Zonder er op gerekend te hebben,ontvangen wij ook een Kerst pakket.
Per persoon een fles snaps en dertig sigaretten.
Dit gaf ons meer vreugde dan het ontvangen rantsoen van de Marken Tender.

Na weer een slapeloze nacht vervoeg ik mij de volgende morgen nuchter in het hospitaal. Daar word ik naar de operatie zaal gebracht.
Mijn hele hand wordt met benzine ontsmet en verder met jodium bestreken.
Vervolgens moet ik onder een grote lamp op een operatie tafel gaan liggen en word ik verdoofd.
Wakker geworden zijnde, is mijn vinger zorgvuldig verbonden en is erg gevoelig.
De dokter heeft er schijnbaar goed in gesneden. De pijn is weg, maar ik heb nog wel de smerige lucht van de ontsmetting middelen rond om me heen hangen.

Eerste Kerstdag.
Maar ook mijn vaders verjaardag.
Ik ben met mijn gedachten bij de familie thuis.
Ondanks dat het Kerstmis is, moet ik toch voor controle naar het hospitaal. De dokter verwijdert het verband  en ik zie dat de top van mijn vinger zowat uitgehold is en die wordt weer eens grondig schoongemaakt.
Opnieuw wordt de vinger verbonden, maar is nu opnieuw wat gevoelig.
De walkapitein Schut eet voor de verandering eens bij ons aan boord.
Na een poosje aan de wal te zijn geweest, waar ik weer enkele Scheveningers heb ontmoet, wil ik hen meenemen aan boord. om daar nog wat gezellig te kletsen en een borrel te drinken.
Het is toch Kerstmis !
Jammer genoeg worden zij niet toegelaten omdat we met het schip op een afgesloten terrein liggen.
Ik moet me dan zelf maar zien te vermaken of vroeg de kooi induiken.

Met weemoed denk ik terug aan de vooroorlogse periode als we in de bnateelt met de logger in het Kanaal viste.
Had je dan de pech om met de Kerstdagen niet op Scheveningen te zijn, dan had je in Dieppe altijd het “zaaltje “ waar je terecht kon.
Een initiatief van de gezamenlijke kerken van de Hollandse vissersplaatsen om de visserlui tijdens de zon- en feestdagen, als zij in Dieppe binnen lagen,  hen geestelijke bijstand te verlenen en een onderkomen in de huiselijke sfeer te bieden.

Op 2e Kerstdag brengen we onze tijd door met het bezoeken van Hollandse lotgenoten die bivakkeren in het Admiral Pallast gebouw., wat voorheen een hotel was.
Ik ben op tijd weer terug aan boord, waar ik eenzaam de komst van de rest van de bemanning afwacht.
Aan een, door een lichtmatroos van de coaster Tuko * gebrachte uitnodiging van walkapitein Schut, die schipper en machinist uitnodigt om aan boord van deze coaster te komen, kan niet worden voldaan.
Beide personen zijn afwezig en ik heb geen zin om ze beiden te gaan zoeken.

Op maandag nog geen bericht om te vertrekken.
Ik ga voor controleop nieuw naar het hospitaal en post een paar brieven voor thuis. Het weer lokt niet om de wal op te gaan, maar ik moet
Door de nu kletterende regen smelt de sneeuw en de blubber spettert je om de oren, als er een vrachtauto passeert.
Van de koude hebben we nog niet veel last gehad en we zitten er ook echt niet op te wachten, maar naar het huidige weer hoef je ook niet te verlangen. 

De volgende dag heeft de machinist een minder prettige boodschap.
Hij meldt dat een van de cilinderkoppen is gescheurd.
Ogenblikkelijk wordt de Duitse inspecteur gewaarschuwd en na deze melding persoonlijk de cilinderkop te hebben geïnspecteerd, geeft hij opdracht om de cilinderkop aan de wal te laten lassen.
Of het zal helpen is een grote vraag, wij verwachten van deze reparatie niet veel  en wachten wel af hoe het zich verder ontwikkelt..
Het ziet er dus naar uit dat wij voorlopig hier zullen blijven liggen.

De volgende dagen verpozen we ons met wat bezoeken af te leggen. Wat moeten we anders doen.
Ik zelf moet regelmatig voor controle naar het hospitaal.
De overvloedige regen van de laatste dagen is plotseling overgegaan in een flink pak sneeuw. Alles is ineens mooi wit, maar het waarschuwt ons wel dat het nu echt winter is.

Ondertussen is het alweer vrijdag 31 december.
Oudejaarsdag en avond.
Voor het eerst niet thuis, maar ergens in het noorden van Noorwegen.
Na de dagelijkse controle in het hospitaal krijg ik te horen dat ik ook Nieuwjaarsdag op controle moet komen.
Hebben die marine doktoren nooit eens een vrije dag ?
Gelukkig krijg ik drie brieven van thuis, na een lange tijd niets te hebben ontvangen. En tijdens het lezen van de brieven zit ik op Oudejaarsdag met mijn gedachten bij de familie thuis.
Hoe is het thuis met mijn vrouw en hoe zullen mijn ouders deze jaarwisseling beleven.
Mijn broer gestorven en ik ook al lange tijd van huis !
Aan boord worden de traditionele oliebollen niet gebakken, maar de kok ziet wel kans om een groot krentenbrood te bakken.
De helft van de bemanning gaat 's-avonds de wal op.
Wij verwachten hen in de loop van de avond wel terug aan boord, maar dat gebeurt niet.!.
Ik en de anderen die aan boord zijn gebleven,  zijn hier over erg teleur-gesteld.
Wij hadden  meer collegialiteit verwacht, en zeker op een dag als vandaag.

De jaarwisseling wordt ook in Noorwegen met veel lawaai gevierd.
Precies om twaalf uur een geloei van sirenes en het gebler van stoomfluiten, afkomstig van de in de haven liggende schepen.
Zelf maken we met onze scheepsfluit ook nog wat lawaai, waarna wij elkaar Gelukkig Nieuwjaar wensen.
Het nieuwe jaar, 1944,  is begonnen en we drinken een borrel op de goede afloop.
Wat zal het komende jaar ons voor verrassingen brengen ?

*
In 1943 had Noorwegen ongeveer  3.5 miljoen inwoners. Hiervan was zo'n 20 % wonend in de steden van het zuidelijke gedeelte.
De bevolking dichtheid in Noorwegen was toen ongeveer 13 inwoners per vierkante kilometer  en voor Nederland was dat toen al 400 inwoners.

 
*
De coaster Tuko werd in 1935 gebouwd. Eigenaar Germ Tuil  in Delfzijl.
In mei 1943 onder Duits toezicht voor de vaart op Zweden gebruikt.
In februari 1944 onder Duits toezicht voor de vaart op Noorwegen gebruikt.
In 1945 terug naar de eigenaars in Delfzijl.


Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 11-04-2011, 13:31:38
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/nw-sch-130a-1.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-04-2011, 08:59:38
Het werd 13 januari voor wij uiteindelijk uit Trondheim vertrokken.
Die Duitse inspecteur die ons voor de Kerstdagen  nog wilde laten vertrekken, zal wel lelijk op z’n neus kijken als hij dit te weten komt.
Maar de reparatie kan echt  niet zo snel uitgevoerd worden als iedereen denkt en met al die feestdagen wordt er echt niet zoveel gepresteerd
En misschien saboteren de Noren ook wel een beetje het repareren van de schepen die hier voor de Duitsers varen.
Voor ons was dat niet zo erg. Wij vermaakten ons wel in die tijd met wat bezoeken afleggen, brieven schrijven, naar het postkantoor brengen en af en toe komen we ook wel eens een vriend of kennis tegen.
Zo ontmoette  ik Jan Vrolijk, een goede kennis van me, die schipper was geworden op een drijvende bok.
Ook moest ik nog regelmatig terug naar het hospitaal voor controle van mijn vinger en ik hoefde dan uiteindelijk niet meer terug te komen.
Ik ben blij dat ik er door een dokter naar heb laten kijken. Aan boord had het waarschijnlijk van kwaad tot erger geworden en misschien was het wel op een bloedvergiftiging uit gedraaid.

Maar woensdag 5 januari krijgen we wat afwisseling.
Er ligt nu een behoorlijk pak sneeuw en het is echt winter
De gerepareerde cilinderkop wordt door machine fabriek afgeleverd.
Het lijkt wel of er niets aan is gedaan. De cilinder kop wordt door monteurs en machinist geplaatst en ik moet de machinist bij dit karwei assisteren.
Als alle werkzaamheden zijn gebeurd, wat een paar dagen in beslag nam, laten we de motor proef draaien.
Nu blijkt dat de pakking lekt en de cilinderkop moet opnieuw worden gelicht..
Na weer geplaatst te zijn, draaien we proef met de motor en alles schijnt nu in orde te zijn.

We verkassen naar de overzijde van de werf en meren langzij de Nord 21, ook een van de door de Duitsers gevorderd vaartuigen, Verscheidene van deze schepen zijn schepen voor de binnenvaart.
Hier krijgen we bezoek van drie Finnen.
Het is algemeen bekend dat deze lui, na alcohol te hebben geconsumeerd, erg vervelend kunnen zijn en al spoedig draait het dan ook uit op een knokpartij, waarbij de drie Finnen het onderspit delven en te water raken.
Echt geen lolletje bij deze winterse temperatuur en gelukkig worden zij spoedig uit het water gevist. De ruzie hoort dan ook snel tot het verleden.

En zo zijn er meer dit soort akkefietjes. Zo wordt ik ,op een nacht als ik alleen aan boord ben, wakker van geschreeuw.
Bij het aan boord gaan van hun Duitse vaartuig  wat bij ons in de buurt ligt, is één van de matrozen te water geraakt
Zijn maat alleen kan hem vanuit het water niet op het schip krijgen en na hem te hulp te zijn gekomen, gelukt het ons met vereende krachten.
Ik weet niet hoeveel snaps onze vriend had gedronken, maar zal na dit koude bad wel geheel zijn ontnuchterd.

We verhalen het schip ook weer eens  naar een andere haven alwaar een beambte aan boord komt om het kompas te compenseren.
Het is ook hoog nodig om ook weer eens olie te bunkeren. Bij het bunker station aangekomen, blijken de ons verschafte benodigde papieren hier voor niet in orde te zijn en we krijgen dus geen olie en varen dan maar weer terug naar onze ligplaats.

Om zo standbij te moeten zijn bij al deze soort scheepsbewegingen is echt geen lolletje bij vijftien graden vorst. En... dan  hebbende ook weer eens trammelant in de machinekamer.
Opnieuw een lekkende cilinderkop en met man en macht lichten we weer de kop .
Een nieuwe pakking er tussen geplaatst en de cilinderkop kan weer terug worden geplaatst.
De motor vertoont verder geen mankementen en we maken ons weer gereed om bunkers in te nemen.
Bij de bunker steiger aangekomen, is de bunker plaats bezet door een lossende olietanker.
We zullen nu dus zeker olie kunnen bunkeren, want door de lossing uit de tanker is er weer voldoende voorraad .
Het wachten alvorens te kunnen bunkeren, wordt benut om kompas te stellen, want gisteren zijn er grote afwijkingen geconstateerd bij het compenseren.
Nog regelmatig krijgen we bezoek van Scheveningers.
Waarschijnlijk lopen ze allemaal met "hun ziel onder hun arm" en zijn blij om een praatje te kunnen maken met een dorpsgenoot, om de tijd te doden.
En uiteindelijk is ons vertrek daar en we gaan Trondheim verlaten.
We hopen ook dit maal weer op een behouden vaart.

We komen uiteindelijk na ruim drie dagen in onze volgende haven aan.
Wij hebben bij schemering en bijna geen daglicht gevaren en zodra het donker werd, ten anker gegaan. Maar ten anker liggen is ook niet altijd even veilig.
Op een nacht worden we opgeschrikt door hevige rukken aan de ankerketting.
Het anker blijkt te krabben, mede veroorzaakt door de stormachtige wind en de rotsachtige bodem van de fjord, . We zijn al een heel eind afgedreven.
Gelukkig is de situatie nog niet gevaarlijk. Snel wordt de motor gestart zodat we kunnen manoeuvreren, want het is wel noodzaak het anker te hieuwen en op een betere ankerplaats weer voor anker te gaan.
We blijven ook de volgende dag voor anker liggen en in de nacht vermindert de krachtige wind, zodat we 's-morgens anker op kunnen gaan om onze reis te vervolgen.
Maar een succes is het niet. Zware regenbuien met een vermindert zicht en krachtige deining.
Gelukkig zonder averij, komen we op zondag  16 januari in de namiddag aan in Rörvik.

Het is de eerste keer sinds wij in Noorwegen zijn, dat we 's-zondags hebben gevaren. Na aankomst even de benen gestrekt en bezoeken  het plaatsje.  Veel is het niet. De  grotere plaatsen hebben we allang achter ons gelaten in het zuidelijke gedeelte van het land.

De volgende morgen, zodra het wat lichter wordt, vertrekken we weer bijtijds.
Hoe noordelijker we komen, hoe korter er overdag licht genoeg is om te varen, om zo onnodige risico's te vermijden.
Dit  traject duurt tot donderdag 20 januari als wij in Bodø aankomen. We hebben drie dagen afwisselend overdag gevaren en "s-nacht voor anker gelegen en een nacht in het plaatje Sandnessjoën aan de kade gelegen. In dit plaatsje zien voor het eerst Russen.
Maar ze leven niet in vrijheid zoals wij want het zijn krijgsgevangenen en zijn hier te werk gesteld.

We zijn nu al vier maanden onderweg.
Hoe lang zal de reis nog duren en wanneer kunnen we eindelijk eens met verlof naar huis.?
De nauwe behuizing van een logger gaat op de lange duur ook vervelen en we zien iedere dag steeds weer dezelfde gezichten.

Afwisselend varen we in nauw vaarwater en dan weer eens buitenom op zee.
We zijn zowaar de poolcirkel gepasseerd. Het zal nu wel rap kouder gaan worden.
Tot op heden hebben we nog niet zoveel last van de kou gehad.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 12-04-2011, 09:06:16
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-196a-1.jpg)
Sch-196,,Elisabeth''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-04-2011, 09:10:13
Op donderdag 20 januari  meren we in Bodø.
Hier water getankt en kolen geladen en voor de afwisseling zijn er natuurlijk weer de nodige Scheveningers die met ons een praatje willen maken. De geladen kolen zijn voor eigen gebruik en niet voor de gasgenerator. We zullen toch ook ons potje moeten koken en de verblijven moeten verwarmd worden en hiervoor hebben we ook kolen nodig.
Lang blijven we niet in Bodø. De volgende morgen vertrekken we alweer.
Bodø ligt aan het begin van de Vestfjord, het water tussen het Noorse vastenland en de Lofoten eilanden groep.
In het begin hebben we ruim water, maar na enkele uren wordt het vaarwater steeds nauwer en al spoedig is het zo nauw dat we er amper door durven varen.
We stoppen de motor om ons goed te kunnen oriënteren hoe we nu verder moeten, maar stroom en wind drijft ons op een blinde klip.
We zullen van die klip af moeten zien te komen. Maar hoe ?

We beginnen met de boot buiten boord te zetten en hiermee wordt een licht anker en een tros uitgebracht .
Nu maar eens proberen of het lukt en beginnen de tros in te hieuwen, Echter zonder resultaat. Het schip blijft vastzitten en we trekken het anker naar het schip toe, in plaats van dat het schip naar het anker wordt getrokken.
We proberen het nog eens, maar nu met het zware anker en ook deze poging is zonder resultaat.

Een Noor, die onze vergeefse pogingen van af de wal heeft gade geslagen, komt met zijn eigen boot naar ons toe gevaren en vertelt ons dat het 's-avonds om zeven uur hoogwater is en we dan meer kans maken om vlot te komen.
Nu we toch de boot buitenboord hebben, roeien we naar de wal, om te proberen wat vis te kopen.
Het gelukte ons wonder wel en komen terug met achttien kg. heilbot.
We zullen nu eens luxe vis gaan eten. Vroeger op de logger bij de trawl visserij zouden we nooit dit soort vis als “braadje “ hebben klaar gemaakt en ook zeker niet als een “zootje “ voor thuis mee gekregen hebben.

Wat de vriendelijke Noor ons vertelde, komt uit en rond zeven uur komen we vanzelf vlot. Nu nog snel het anker ophieuwen en de roeiboot weer aan  boord hijsen en de reis vervolgen. We varen bij uitzondering nu eens in het donker tot 's-nachts twaalf  uur en gaan ten anker bij de plaats Franoy.
De volgende morgen in de vroege ochtend vertrekken we weer. We moeten in het plaatsje Leudingen ons melden en krijgen toestemming om de reis te vervolgen en meren in de middag in de haven van Harstad. Ook de zondag en de maandag blijven wij in Harstad liggen.
Nog steeds is het goed weer en we hebben weinig last van de kou, maar wat niet is, kan nog komen !
Ook provianderen we en krijgen weer ons rantsoen sigaretten, wat dit maal ruimer uit valt als wat we voorheen hebben gekregen.

Vertrekken weer eens en het is ondertussen al dinsdag 25 januari.
We doen achtereenvolgens de havens Finnsnes en Tromsö aan.
Bij het vertrek uit Finnsnes voor de verandering maar weer eens wat problemen. De motor valt stop. Oorzaak, waarschijnlijk water in de olie. Snel de olie wat doorgepompt en het euvel blijkt gelukkig verholpen.
Om Tromsö te bereiken moeten we door een nauw vaarwater waar we een sterke  stroom van ca. zes mijl per uur tegen kunnen hebben.
Echter kentert gelukkig het getij en hebben dan het voordeel van de sterke stroming en met een sneltrein vaart passeren we het stuk nauwe vaarwater

Op donderdag 27 januari melden we ons af in Tromsø en vertrekken met bestemming Hammerfest, de noordelijkste stad van Europa.
Halverwege het traject praait een Duitse voorposten boot ons en verzoekt ons om een matroos mee naar Hammerfest te nemen. Na een nacht  voor anker te hebben gelegen, vervolgen we de reis en leggen  die dag 95 mijl af, om in de avond in Hammerfest aan te komen. Een afstand record voor het schip op deze Noorse reis.
Hier is voorlopig het eindpunt van onze tocht vanuit Nederland en vanuit Hammerfest moeten wij in het noorden van Noorwegen de verbindingen onderhouden tussen de hier gevestigde Duitse garnizoenen.

De reis van Hoek van Holland tot aan Hammerfest  heeft ons nu, veroorzaakt door allerlei omwegen ,126 dagen gekost .
Als wij overzee rechtstreeks hier naar toe waren gevaren had het is hooguit zes dagen gekost.

De instructies zijn om voorlopig hier in Hammerfest te blijven.
Het blijkt al gauw dat het verblijf in Hammerfest van korte duur is. Net alleen maar de zondag .
De orders zijn om naar Billefjord af te varen en voor vertrek naar Billefjod krijgen we ook twee Duitse matrozen aan boord die ook naar deze bestemming moeten. Het zijn terug kerende verlofgangers en hebben hier de aansluiting met hun eigen schip gemist.
Hun schip is een dag eerder vertrokken, ook met bestemming Billefjord.
Daar aangekomen zijnde krijgen we te horen  dat wij de lading kolen, die wij vanuit Rotterdam aan boord hebben,  hier moeten lossen. Het schip verhalen we naar de losplaats en een hijskraan begint met de lossing en is  om elf uur 's-avonds gereed met lossen.
Meteen na de lossing vertrekken wij met bestemming Alta, waar we de volgende morgen om 9 uur aankomen. We moeten ook hier een lading kolen laden, wat door Russische krijsgevangenen wordt gedaan.
Het is een marzel dag voor ons, want de inspecteur brengt een tas vol brieven voor de bemanning mee.
Ik ontvang er zelfs veertien stuks. Een zelfs met een foto van mijn vrouw, een brief die zij tien weken eerder heeft verstuurd.
Maar ook minder goed nieuws krijg ik te horen, uit een brief, ontvangen door een der bemanningsleden.
In die brief wordt verteld dat mijn oudste broer door een ernstig ongeluk is overleden.
Ik ben erg geschrokken van dat bericht. Ik kan het haast niet geloven en ben in gedachten bij mijn vader en moeder en ook bij de weduwe en haar kinderen.
Wat zal het een verlies zijn voor die twee oudjes en het gezin van mijn broer.

De belading gaat de gehele nacht door en de volgende morgen vertrekken we met bestemming Sopnes, waar we in de middag aankomen.
De volgende morgen wordt de lossing van de lading gedaan door Duitse soldaten. Met behulp van onze scheepslier wordt er gelost en het gaat hierdoor bedroevend langzaam. De vorige lossing was met een hijskraan en dat ging heel wat sneller.
Weer moeten wij een Hollander meenemen die met verlof gaat en die in de volgende haven weer van boord zal gaan.



Wordt vervolgd




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 12-04-2011, 09:20:11
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/Sch-130fClaraBj1916alsIJm-330MariaAnnaKleinRedStDrifterCentrvissMij1925RedStDrdevooruitgangdirLParlevlietzieg.jpg)
IJm-330,,Maria Anna Klein'' gebouwd 1916 als Stoomdrifter
9-1936 Sch-130,,Clara'' verbouwd tot motorlogger voor Red.J.J.v.d Toorn Az
 1940 gevorderd 8-9-1943 nabij Fekamp tot zinken gebracht door Britse
M.T.B.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-04-2011, 09:35:14
Ik geef uit medelijden een Noor uit deze plaats een paar zakken kolen, maar hij wordt jammer genoeg bij een Duitse controle post aangehouden en moet de kolen terug brengen. Het geheel veroorzaakt wel wat heisa bij de haven instanties, maar het loopt uiteindelijk nog met een sisser af.
Ons goede leventje, zoals wij dit gewend waren op onze tocht naar het hoge noorden, is schijnbaar afgelopen.
Het schip moet nu rendabel worden gemaakt en de lossing gaat dag en nacht  door met soldaten in ploegendienst.
We zien voor het eerst een begrafenis per schip. Een kotter met de vlag halfstok, die de lijkkist en familie vervoerd vanaf een plaats zo’n twintig kilometer hier vandaan, om de overledene hier in dit stadje te begraven.
Het is al zaterdagavond als we gereed komen met de lossing. Na afmelding moeten we zondagmorgen vertrekken met bestemming Alta.
We moeten ons er op instellen dat we in deze soort vaart, ook geregeld passagiers mee moeten nemen naar een ander plaats.
Treinen en bussen rijden hier niet en al het vervoer gaat via het water.
Regelmatig zien en vervoeren we Scheveningers die met verlof gaan en met een van hen ruil ik een fles snaps voor twee dekens, want ik heb het 's-nachts behoorlijk koud in mijn kooi onder de enkele dekens die ik bezit.

Deze zondag varen we zonder lading  naar Alta en hebben drie passagiers aan boord. Na vier uur varen zijn weer in Alta en we houden ons rustig zolang er geen opdrachten zijn.
Ook de maandag hebben we rust. De kapitein gaat op proviand uit en ik mag voor de afwisseling brood gaan halen.
Je zou denken dat het een klein klusje is, maar ik moet zelfs twintig kilometer met een auto mee om bij de bakkerij te komen.
Het is zo gemakkelijk gezegd ...Joh , ga jij effe brood halen. 
Uit een der brieven die ik van het thuisfront ontvang, verneem ik nu zelf wat er precies met mijn oudste broer is gebeurd.
Ik kan het nog steeds niet geloven !

Dinsdag morgen in alle vroegte varen we naar het plaatsje Bossekop, waar we na enkele uren arriveren.
De lading ligt al gereed op de kade en het beladen wordt meteen aangevangen.
Dit maal is het een lading rails, Stukken van drie meter lengte en met een gewicht  van zo'n 125 kg.
Het beladen geschiedt vrij simpel, door de rails vanaf het dek zo in het ruim te laten vallen, gepaard gaande met een ontzettend kabaal.
Als we meer van dit soort lading krijgen en hiermee op dezelfde wijze wordt omgesprongen, zal er weldra niet veel meer van de Clara over zijn.
De belading  wordt hier ook nu door Duitse soldaten gedaan, maar met hulp van Russische krijgsgevangenen.
Gelukkig wordt er 's-nachts niet geladen, wat onze nachtrust ten goede komt.
De volgende dag nog enkele uren bezig met het beladen en varen aansluitend direct terug naar Alta om aldaar verder bij te laden.
Ook bunkeren we olie en wachten verder instructies af.

De volgende dag laden we de rest van onze lading. Dit maal ontplofbare stoffen en Noren mogen voor de verandering deze gevaarlijke werkzaamheden uitvoeren,
De bestemming is Billefjord maar we moeten eerst naar Hammerfest om vijf passagiers aan wal te zetten , waar we in de avond  aankomen.
Hier lossen we de volgende dag wat stukgoed en verhalen naar de kolen kraan, waar we ' s-avonds 34 ton kolen laden.
De kolen worden los aan dek gestort en gaan dit keer als deklast mee.
De volgende morgen hebben we de kolen wat beter over het dek verdeeld, want het komt op sommige plaatsen op het dek boven de verschansing.uit.
Na weer olie gebunkerd te hebben vertrekken we met bestemming Billefjord.

De zee is wel wat wild voor een beladen logger , met het gevolg dat we veel water overnemen. en hierdoor heel veel kolen door de spuigaten in  zee zien verdwijnen.  Het is ook niet verwonderlijk dat het schip zo hard slingert.
Met een lading rails onder in het ruim en met aan dek een lading kolen moet het schip wel gaan slingeren. Dit soort beladingen zijn niet echt gunstig voor de stabiliteit van het schip.
Na verandering van koers krijgen we de gelegenheid om de kolen van de deklast te trimmen, om zo de slagzij, die we hebben opgelopen door het wegspoelen van een gedeelte van de deklast, te compenseren.
Na voor anker gelegen te hebben gedurende de nacht, varen we de volgende morgen de Porsangenfjord binnen.
Het is de noordelijkste fjord en ligt met de brede opening van de fjord naar het noorden gekeerd.
Het is ook bijna het eind van de wereld en het is niet verwonderlijk dat het hier zo doods is.
Uiteindelijk komen wij op zondag 13 februari in Billefjord aan, het oorspronkelijke einddoel van de reis. Een reis die wij bijna vijf maanden geleden in Rotterdam zijn begonnen.
Ofschoon het zondag is, gaan zodra we gemeerd liggen, Russische krijgsgevangenen de deklast kolen lossen.
Na enkele uren werken is het voor ons en de Russen genoeg geweest en stoppen we de werkzaamheden.

wordt vervolgd





 










Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 12-04-2011, 10:12:18
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-z-995a.jpg)
Porsangenfjord   123 Km.lang


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-04-2011, 09:00:08
Bij bittere kou vervolgen de Russen op maandag 14 februari om acht uur het lossen van de kolen en komen hiermee om elf uur gereed. Verder zijn er voor deze plaats geen goederen te lossen en wij vervolgen dan ook direct na lossing onze reis naar een plaats Hamnbuk dat zo'n 20 mijl dieper in de fjord ligt.
Met flink wat wind en in de bittere kou vervolgen we onze reis, wat heus geen pretje is..
Het water in de fjord, met haar ingang pal noord, wordt flink door de wind opgejaagd.
Er staat een zware deining, waar we dan ook flink last van hebben door overkomend buiswater, wat meteen aan dek en brughuis bevriest en de leefbaarheid aan dek zwaar bemoeilijkt.
Mede hierdoor hebben we meer dan vier uur nodig om 20 mijl af te leggen.
Aangekomen, wordt de lossing van het schip meteen door Russen ter hand genomen en de lossing gaat de gehele nacht door.
We liggen hier niet alleen als Nederlands schip. Nog drie Nederlandse coasters en een Nederlandse sleepboot liggen hier en op de sleepboot zitten natuurlijk weer Scheveningers, nl. Henk Spaans en Leen Rog.
Is er wel eens een plaats waar je ze niet tegen komt ?
Zodra de lossing is beëindigd moeten we meteen aan het beladen beginnen.
Dit maal is het een lading lege flessen met bestemming Tromsö.  Ook nu wordt er in ploegen, gedurende de nacht en dag doorgewerkt en is men op woensdagavond om zes uur klaar met laden.
Het verschil tussen dag en nacht is toch al bijna niet merkbaar
Ook dit maal krijgen we passagiers mee. Nu eens een Hollander die met verlof gaat en een Duitse soldaat die schijnbaar toezicht moet houden op de lading lege flessen.

De volgende morgen vertrekken we vroeg in de ochtend met bestemming Billefjord waar we nog wat moeten lossen en ook weer wat lading moeten bij laden.
Na een vaartocht van drie uur meren we ook daar weer en na het lossen en beladen zijn we weer gereed voor vertrek, maar we zullen pas de volgende morgen vertrekken met bestemming Honningväg.
We kunnen dus vandaag van een ongestoorde nachtrust genieten. Zonder dat we gestoord worden door lawaai van het laden en lossen of dat we worden gepord om de roerganger af te lossen tijdens het varen.
Voor de verandering krijgen weer eens twee Duitser mee die ook daar heen moeten.

Honningväg is de meest noordelijkste nederzetting van Noorwegen, gelegen op het eiland Mageröy.
Op dit eiland is ook het noordelijkste punt van Noorwegen, de Nordkapp.
Als nederzetting stelt Honningväg niet veel voor. Een paar houten huizen en een enkele aanleg steigers met wat houten vissersscheepjes.

Na aankomst aldaar weer eens 300 kratten lege flessen geladen en meteen wordt de reis vervolgd.
We komen op zaterdagmorgen in alle vroegte in Hammerfest aan en meren langzij een daar liggend vaartuig.
Het blijkt het schip M.W. 72 te zijn, waar we al eerder kennis mee hebben gemaakt in een andere haven. Schipper op dit vaartuig is Jan Kleijn en heeft geen Scheveningers maar drie Noren als bemanning.
Hier lossen en laden we wat, provianderen en  gaan zo snel mogelijk er weer van door..
We zijn van mening dat wij de laatste dagen erg veel hebben gepresteerd. We hebben het schijnbaar voortvarend  aangepakt,
Of dit zo zal blijven is nog maar de vraag.
Weer krijgen we een paar passagiers mee met bestemming Tromsö. De Clara is al een aardig passagierschip geworden, maar wij als bemanning moeten nu wel onze leefruimte delen met deze Duitsers.
Wie had dat ooit gedacht dat dit mogelijk zou zijn. Een schip met zo'n primitieve accommodatie.
Je kan die lui nu eenmaal niet in de vries kou aan dek laten staan.
Hoe zouden wij ons voelen als we hetzelfde zouden meemaken. De meeste van deze jongens en mannen waren nou eenmaal toch gedwongen om dienst te doen in het leger of bij de marine.

Vroeg in de middag vertrekken we weer en varen, ondanks de sneeuw en hagel buien, de gehele nacht door en komen op zondag 20 februari aan in Tromsö.
Het is de eerste keer in onze Noorse periode dat we de gehele nacht hebben gevaren.

Om het verhaal niet eentonig te maken, wil in mij nu beperken tot de hoofdzaken, want anders wordt het een heel lange opsomming van havens.

Van maandag 21 februari tot 1maart liggen we in Tromsö.
Hier liggen we afwisselend aan de kade of voor anker in de baai.
In deze periode veel slecht weer met hagel en sneeuwbuien en vaak veel wind, waar we erg veel hinder van hebben als wij voor anker liggen. Door wind en deining moeten we het anker goed  in de gaten houden, dat het niet gaat krabben en we ergens in de fjord op de rotsen geraken.
Zelfs gemeerd aan de kade in de haven hebben we veel last van de deining en ook hier liggen we geen moment stil en moeten we de meertrossen voortdurend in de gaten houden
Er wordt af en toe wat gelost en na drie dagen begint uiteindelijk, eveneens met grote afwisseling, het laden en op de laatste dag laden we nog eens 3000 kisten bier.
Van hier vertrekken we op woensdag 1 maart. Weer naar het noorden en de eerste losplaats zal Hammerfest zijn, waar we een gedeelte van de lading, wat voor Honingväg bestemd is, zullen lossen.
Hier provianderen we en bunkeren olie en kombuis kolen, en vertrekken we weer eens richting Porsangenfjord, waar Billefjord de eerste loshaven zal zijn. Daarna moeten we naar Hamnbukt doorvaren om daar te gaan laden.
Hier krijgen we wat stukgoed en een  lading kolen als deklast en het zijn weer de Russen die dit smerige karwei mogen uitvoeren.
We hebben medelijden met ze en geven ze stiekem wat te eten, waar ze ons zeer dankbaar voorzijn.

Vervolgens gaan we weer terug naar Billefjord.
Vlak voor het haventje bemerken we dat onze roeiboot verdwenen is. Bij goed weer slepen we in de fjorden altijd de roeiboot achter ons schip.
Er zit niets anders op dan terug te keren en te gaan zoeken naar het "verloren schaap " en na een half uur vinden we haar gelukkig. Nu moeten we er voor zorgen dat zoiets niet weer gebeurd en we zorgen voor een steviger sleeptros.
Na lossing en belading in Billefjord varen we weer door naar Hestness om ook daar te lossen.
Daar aangekomen zetten we met behulp van de roeiboot weer eens de beug uit om ons geluk bij het vissen te beproeven.
Veel geluk is ons niet beschoren want bij  terugkeer met de roeiboot ondervinden we met de veel hinder van drijfijs en het kost ons veel moeite om bij ons schip te komen.
Gaan ook dit maal na lossing voor anker tot de volgende morgen.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 13-04-2011, 09:04:37
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130z-100a.jpg)
,,Tirpitz''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-04-2011, 09:12:04
Voor het vertrek halen we nog snel de beug op en de vangst is zeer pover. een kabeljauw, twee scharren en drie roggen. Maar we hebben weer een maaltje vis waarvan we heerlijk van hopen te smullen.
Van Hestness weer eens naar Hamnbukt en voor aankomst daar, nog weer eens de beug uitgezet.
De volgende dag is de vangst totaal niets.  We gaan echt twijfelen of we ex- visserlui zijn !
Hier moeten weer eens voor de afwisseling lege flessen worden geladen met bestemming  Tromsö.
Via Hammerfest als nachtelijk rustpunt naar Tromsö waar we dan op 12 maart aankomen.
Liggen tot 16 maart in deze plaats. Eerst de lege flessen lossen en daarna laden.
Maar dit maal is het een heel gevaarlijk vrachtje. Vijftig ton bommen en nog wat kisten handgranaten en vervolgens weer een lading kratten bier. Git maal wordt dit gevaarlijke karwei  uiytgevoerd door Noren. De gehele lading voor bestemming Porsangen fjord.
Op weg naar de fjord schuilen we voor het slechte weer in de haven van Hammerfest en meren langzij de Nord 8 en gaan natuurlijk even bij onze buren op bezoek.
Zij weten ons te vertellen dat onze kapitein met verlof zal gaan en dat de stuurman dan zijn plaatsvervanger zal worden.
Deze mededeling valt beslist bij ons niet in goede aarde.
“Gelijke monniken  gelijke kappen” zegt het spreekwoord.
Eerlijker zou het zijn als we tegelijk met verlof gingen, want we zijn even lang aan boord en ook even lang van huis af.
De volgende dag als het weer verbeterd is, vervolgen onze reis naar Billefjord, al waar we te horen krijgen dat we door moeten varen naar Hamnbukt.

Het is maandag 20 maart.
Het is precies een half jaar geleden dat we van huis zijn vertrokken.
Ons contract is nu feitelijk afgelopen en we moeten op aflossing wachten alvorens we naar huis terug kunnen gaan.
Zolang die er niet is moeten we wel doorgaan met onze werkzaamheden waarvoor we zijn aangenomen.

In Hamnbukt gelost en moeten we voor de afwisseling weer terug naar Billefjord om hout te laden.
Daar aan gekomen blijkt het luikhoofd te klein te zijn voor deze lading hout.
Je vraag je wel eens af of er nu niemand is die iets weet van de grootte van het luikhoofd van ons schip.
In plaats van hout wordt er zeggen en schrijven slecht één kist geladen en  we moeten meteen naar Alta vertrekken.
Er schijnt zeker erg veel haast mee gemoeid te zijn?

Vandaag 21 maart, het begint van de lente, maar hier is er weinig van te merken. Sneeuw, niets anders als sneeuw!
Geen krokusjes of sneeuwklokjes. Niets wat de kleur van de sneeuw zou opfleuren.

Onderweg naar Alta lopen we nog eens Hammerfest binnen om te informeren of het verhaal over het verlof van de kapitein op waarheid berust. Ook  hier geen nieuws over het verlof en we vervolgen onze reis en lossen de kist in Alta.
Hier krijgen we de opdracht om naar Bossekop te varen waar we een half uur later arriveren.

De volgende morgen begint met pech.
We moeten een bevroren licht aggregaat ontdooien alvorens we kunnen gaan laden.
Erg stom van ons, want we hadden het moeten aftappen toen het buiten bedrijf werd gesteld. Nu zitten we met de armoe om het aggregaat op gang te krijgen. Bij het laden hebben we nu eenmaal verlichting nodig. Zeker hier in het hoge noorden, waar het in deze tijd van het jaar ook overdag nog lang donker is.
Dit maal worden weer rails geladen en als deklast krijgen we 30 Russische krijsgevangenen mee, die in Alta weer van boord gaan.
Hier laden we twee aanhangers en we vertrekken weer richting Hammerfest.

Op zaterdag 25 maart lopen we Hammerfest binnen. Hier horen we dat er een uur later een kotter richting Tromsö zal vertrekken en dat de kapitein op dat scheepje als verlofganger mee mag gaan. Hij heeft vlug zijn bagage gepakt en is snel op weg naar de kotter, om de lange thuis reis te beginnen.
Nummer één is weg, wanneer zullen wij volgen ?
Voorlopig vergeten we het maar en vervolgen onze reis naar Billefjord waar we op 26 maart aankomen.
De twee aanhangers worden gelost en we moeten meteen door naar Hamnbukt.

Onderweg daar naar toe komen we vast te zitten in pakijs.  Na veel wringen met het schip komen we los van het ijs en het ziet er echt naar uit dat we terug moeten keren.
We vinden toch nog een vaargeul en vervolgen onze reis, maar niet ver voor Hamnbukt lopen we weer vast in het ijs. En nu blijken we echt geen kant meer uit te kunnen.
Het geluk is dit keer aan onze zijde.
De Nord 8 ligt  in de haven en wordt er op uit gestuurd om als ijsbreker te gaan fungeren. Een mooie vaargeul wordt voor ons vrij gemaakt en na enige tijd kunnen we weer de reis vervolgen.

Van de lente is hier echt nog niet veel te merken. Wie weet wat ons nog te wachten staat. Momenteel hebben we nog zo'n 20 graden vorst.

Na te hebben afgemeerd, wordt meteen met de lossing begonnen.
Dit maal wordt onze eigen laadboom hiervoor gebruikt en met gebruikmaking van de winch. Het lossen van de spoorrails gaat met veel lawaai gepaard.
De lossing kost veel tijd en gaat ook 's-nachts door en midden in de nacht worden we opgeschrikt door een hevig lawaai.
Het lijkt erop dat er een hijs uit de stroppen is terug gevallen in het ruim.
Gedeeltelijk is dit waar, maar ook de laadboom is naar beneden getuimeld.
Deze schade is veroorzaakt door het afbreken van een stalen krans in de voormast, waaraan stagen en laadboom zijn bevestigd.
De stukken van de mastkrans en de bevestigings bouten liggen verspreidt aan dek en de laadboom ligt er doelloos naast.

Wij kunnen niet verder lossen.
Gelukkig lig het schip Pax 1 bij ons langzij. Door de Pax 1 te verhalen naar de kade en wij bij haar langszij gaan, kunnen we met haar laadboom de lossing voortzetten.
De beschadigde mastkrans wordt door een Russische smid gerepareerd en weer zo snel mogelijk terug geplaatst in de mast, waarna de stagen en laadboom hier weer aan kunnen worden bevestigd.
Een pracht van een karwei bij 15 graden vorst.
Na de lossing worden wat kisten en machines geladen, maar het is van korte duur dat de kisten in het laadruim staan, want ze moeten weer meteen terug naar de kade. Foutje!
Wij wachten maar weer af.
Door de strenge vorst gedurende de nacht, liggen de volgende morgen  alle schepen vast in het ijs en kunnen geen kant op.
Gelukkig is er al een sleepboot onderweg om ons uit te breken,  maar zij loopt net voor Hamnbukt op een klip en zit hier muurvast op.
Dit geintje duurt  zo'n 5 dagen alvorens de sleepboot vlot komt en ons uit kan breken.
En zodra we uitgebroken zijn krijgen we de order om naar Billefjord te varen. En ook de schepen Pax 1 en Nord 8, die bij ons in de haven lagen, hebben dezelfde order.
Daar aangekomen moeten we alweer op nadere orders wachten.
En ondertussen is het alweer 3 april en zo als het er nu uit ziet, zullen we hier nog lang op het lentegevoel  moeten wachten.

Wordt vervolgd












































Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 13-04-2011, 09:22:05
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-z-701a.jpg)
Wrak van de ,,Tirpitz''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-04-2011, 09:25:14
Tot 16 mei moet ik wachten voor ik als laatste van de oorspronkelijke bemanning eindelijk de toestemming krijg om met verlof te gaan.
.
De periode na 3 april tot 16 mei is een aaneenschakeling van reizen naar de ons bekende havens.
Afwisselend laden of lossen, soms beiden.
Soms langszij een koopvaardij schip, die vanuit het schip hun lading in ons schip moeten laden. Dan weer eens langzij van een binnenvaart schip om haar van vracht te voorzien.
Afwisselend slecht weer. Sneeuw en ijs.
Het dek en de ruimen schoonmaken, vooral als er cement is geladen of gelost. Altijd zijn er wel papieren zakken die scheuren en hun inhoud tijdens het lossen en laden over het dek verspreiden
Een slecht karwei, vooral als het tijdens het lossen heeft gesneeuwd  en het mengsel van sneeuw en cement poeder  moet worden opgeruimd.
Verder moeten we ons vermaak zien te zoeken in de bioscoop of in soldaten kantines. Ook buurten we op andere schepen en ontmoeten we af en toe een vriend of kennis.Wachtend op orders. Voor anker liggend in de fjord of gemeerd liggend aan de kade van de een of andere haven.
 
Op een van deze reizen zien we in de Alta fjord een Duits slagschip voor anker liggen.
Het blijkt de Tirpitz te zijn.  *
Het schip rondom beschermd door duikbootnetten, zodat zij niet beslopen kan worden door een onderzeeër, die met één of meerdere torpedo's haar voor kortere of langere tijd uit kan schakelen of misschien tot zinken kan brengen. Wachtend op een prooi.
Een prooi bestaande uit een schip of meerdere schepen in de noord Atlantische oceaan, IJszee of Barends zee,. Schepen afkomstig uit de geallieerde konvooien  op weg naar Moermansk.
Deze slagkruiser zal haar ligplaats niet eerder verlaten dan wanneer deze konvooien door lange afstand verkennings vliegtuigen, in de wijde omtrek,  zijn gesignaleerd .
Zelf was dit slagschip de vorige dag nog door geallieerde vliegtuigen aangevallen en gebombardeerd.
Of zij veel schade had opgelopen kon ik niet constateren
Ik vond het een mooi schip, maar haar functie vond ik verfoeilijk.
Uiteindelijk is ook dit schip, in nog hetzelfde jaar verloren gegaan bij een luchtaanval.

Enkele dagen nadat we de Tirpitz hebben gezien, liggen wij te laden in een haven niet ver van haar ligplaats.
Tijdens de belading worden we opgeschrikt door luchtalarm en moeten dan ook direct onze ligplaats verlaten en ten anker gaan in de fjord.
In de fjord zijn we minder kwetsbaar als langs de kade om door bommen te worden getroffen, ingeval de haven het doel zou zijn.
Het is voor de eerste maal dat we na ons vertrek uit Oslo een luchtalarm meemaken.
Na enige uren wordt het veilig sein gegeven en mogen we weer terug keren naar onze ligplaats en de werkzaamheden vervolgen.
Gelukkig horen we geen ontploffingen van bommen, maar hieruit blijkt dat de geallieerden op verkenning uit zijn  waar de Tirpitz zich schuil houdt.

Zo zijn we weer een ervaring rijker en worden toch weer eens geconfronteerd met de nog steeds aanwezige oorlogsdreiging.
Ook hier zullen we in de toekomst rekening mee moeten houden.
Het is nog steeds oorlog en ook wij helpen hier aan mee met onze vrachtvaart.

Het leven aan boord in het hoge noorden is echt geen lolletje.
We zijn al veel langer van huis als we gewend zijn op de visserij.
Permanent verblijvend op een (vooroorlogse) logger,
zonder enige voorzieningen zoals een toilet en een wasgelegenheid.
Met een primitieve drinkwater voorziening.
Ook hebben we beslist geen geschikte kleding voor de poolstreek.
Je eigen kleding moeten wassen.  En waar moet je ze dan te drogen hangen? We hebben niet eens een kombuis.
In het voorschip een bemannings verblijf wat tevens de slaapruimte is, staat een kachel waarop het eten moet worden klaargemaakt.
Waar je met je bord in de hand moet eten.
En al helemaal geen messroom waar je dan zou kunnen eten of je vrije .tijd kunt doorbrengen met het schrijven van een brief of lezen van een boek.
De steeds heersende vries kou.
Ook zelfs in de slaapgelegenheden in het voor- en achterschip.
In de zgn. kooien tegen de buitenwand van het schip. Waar aan de buiten zijde van de scheepswand zo’n vijftien graden of meer vorst heerst.
En hierdoor veel condensvocht zich ontwikkelt tegen de ongeïsoleerde scheepswanden van de kooi en vochtige klamme dekens veroorzaakt.
Geen privacy door regelmatig vervoer van soldaten en verlofgangers, die dan ook in de bemannings verblijven moeten worden ondergebracht, want andere verblijven zijn er niet.
Geen verwarmd stuurhuis, nog uitgerust met kleine raampjes, waardoor er weinig uitzicht is bij mist en sneeuwbuien. Het stuurhuis niet uitgerust met een kaarten tafel, waarop we de zeekaarten van de fjorden op kunnen uitspreiden bij de vaart door de fjorden.
In het begin van de reis grote onbekendheid met de vaart in de fjorden.
De vaart en het werken in de permanente duisternis gedurende de winterse periode, die hier wel erg lang duurt.
En al helemaal geen echolood, wat zeker nodig is in onbekend vaarwater.
Het kompas onbetrouwbaar door de grotere ,magnetische afwijkingen in het poolgebied..
De taal barriere van het Noors en Duits
En natuurlijk de steeds weerkerende vraag hoe zal het thuis zijn ?
Dit mede veroorzaakt door de onregelmatige postbezorging.
Een lange tijd niet één brief en dan weer een grote hoeveelheid brieven tegelijk.
Wat ook veroorzaakt wordt door onze verplaatsingen per schip van de ene naar de andere haven en geen permanente ligplaats hebbend.

Hoe lang zal het nog duren eer we worden afgelost ?



 *
Slagschip Tirpitz.

Misschien is er geen oorlogsschip in de 2e wereld oorlog dat zo weinig roem kent en zo tragisch aan zijn eind komt als de Tirpitz.
Hij voert twee gevechten met aanvallen op konvooien en de vijandelijke vloot. en één aanval , samen met Scharnhorst, op Spitsbergen.
Het reusachtige schip moet van de ene Noorse fjord naar de andere vluchten.
Na een verblijf van 34 maanden in de fjorden, ondergaat het schip hetzelfde lot als haar zusterschip Graf Spee en wordt op 12 november 1944 tot zinken gebracht.
 
Op 22 september 1943  een aanval op het schip door mini onderzeeërs waar door zware interne schade werd veroorzaakt. Hierdoor wordt een groot gedeelte van de bemanning tijdelijk van boord gehaald en krijgen een tijdelijk onderkomen in het hospitaal schip Monte Rosa.

Op 3 april werd de Tirpitz op zijn ligplaats in de Altafjord door Barracuda torpedo bommenwerpers verrast.
Meer dan honderd bemanningsleden worden gedood en het schip loopt enorme schade op door de 800 kg wegende bommen. Inwendig is er weinig schade aan het schip/

Hierna verandert het schip van ligplaats en gaat voor anker nabij Tromsö.
Een gedeelte van het machinekamer personeel wordt aan de wal gestationeerd, aangezien zij niet direct voor de verdediging van het schip noodzakelijk zijn.

Op 15 september weer een aanval door vliegtuigen.
Een bom van 5.500 kg, “Tallboy” genaamd, slaat een gat in het voordek en veroorzaakt veel inwendige schade. Het schip is niet meer in staat met hoge snelheid te varen en verslepen naar Duitsland is te riskant.
De Tirpitz gaat daarna vooranker boven een zandbed bij het eiland Haakoy ,uit voorzorg dat het schip niet in een diepe fjord verloren gaat indien ze tot zinken wordt gebracht.

Op 12 november 1944 wordt uiteindelijk  de Tirpitz  door meerdere  “Tallboys “ tot zinken gebracht, waarbij een gat van 30 meter in haar romp wordt veroorzaakt.
Het schip kapseist en van de 1058 bemanningsleden aan boord worden er slechts 87 gered.

Het schip heeft “de eenzame koningin van het noorden “ als bijnaam gekregen


Wordt vervolgd







Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 13-04-2011, 09:35:11
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-z-700a.jpg)
22-3-1945 Engels vliegtuig laag vliegend onder zwaar vuur voor bevesti-
ging van de definitieve ondergang van het Duitse slagschip ,,Tirpitz''


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-04-2011, 11:32:51
Op 9 april is het Pasen.
Maar schijnbaar niet voor ons. Laden, lossen  en varen.
In plaats van een paasei worden we verrast met een dik pak sneeuw,

Op 14 april zijn er aflossers voor twee van onze matrozen, die dan op 16 april zullen vertrekken.
Ik ben daar weer niet bij, ondanks dat ik verwoede pogingen doe,  bij het agentschap aan de wal.
Nul op rekest.
Maar wanneer mag dan de rest van de bemanning  met verlof ?
Mijn animo voor dit schip en haar werk is tot het ver onder het nul punt gedaald, bijna even diep als de temperatuur rondom ons.

30 April. De dag waarop ik heb gehoopt thuis te zullen zijn.
Nog steeds aan boord van Clara ergens in de Porsangenfjord.
Hoelang nog ?

Onderweg van Billefjord  naar Tromsö lopen we op 15 mei in Hammerfest  binnen om bij te laden.
Hier blijkt een aflosser voor de stuurman te zijn. Hij kan dus met verlof.
Ook meldt zich een Noor aan boord die graag op ons schip machinist zou willen zijn.
Na overleg met de verantwoordelijke instanties aan de wal, wordt dit idee goed gekeurd en ook onze machinist mag met verlof.
Maarten Buijs en Cor v.d. Toorn verlaten opgewekt het schip en wij gaan weer eens op weg naar Tromsö.
En nu ben ik nog de enige van de oorspronkelijke bemanning aan boord, waarmee we de reis in Rotterdam zijn begonnen.
Na de nacht te hebben doorgevaren komen we de volgende morgen om 11 uur in Tromsö aan.
Ook nu klaag ik weer mijn nood bij onze kapitein. Kan hij nu niets hieraan veranderen ?
Ook hij vindt  dat het onredelijk is dat ik nog steeds geen vervanger heb,en met verlof kan gaan.
Hij gaat met mij mee naar de instanties aan de wal die de verloven regelt en na mijn klachten te hebben aangehoord, krijg ik zowaar ook toestemming om met verlof te gaan.

Het toeval wilt, dat ook de Albatros hier in de haven ligt.
Met haar onbetrouwbare motor is zij dan ook eindelijk op haar noordelijke bestemming aangekomen.
En het is ook nog toevallig dat drie van haar bemanningsleden ook met verlof kunnen gaan.
Van hen hoor ik dat  zij dezelfde dag nog om vijf uur in de middag op het troepen transportschip Gotha moeten zijn, waar zij op mee kunnen varen in zuidelijke richting .
Ik moet me haasten om  de nodige papieren in orde te krijgen en dat gelukt zowaar.
Snel mijn bagage, die voor een groot gedeelte al was ingepakt , opgehaald en na afscheid van de bemanning te hebben genomen, ga ik en de verlofgangers van de Albatros, op weg naar de Gotha. *
We zijn op tijd aan boord en twee uur later vertrekt het schip van de kade om vervolgens in de fjord voor anker te gaan.
Ik ben uiteindelijk op weg naar huis !

In het noorden van Noorwegen zijn geen trein verbindingen.
De verbinding tussen de diverse plaatsen aan de vaste wal en op de meeste eilanden voor de kust, wordt onderhouden door een gouvernementele postboot,  die op geregelde tijden volgens een vast schema vaart  en deze plaatsen aan doet.
Het is niet alleen de post die met dit schip wordt aangeleverd, maar ook vracht en passagiers worden op deze wijze tussen de diverse plaatsen vervoerd.
Dit is ook de reden dat we op onze reizen met de Clara steeds passagiers mee moesten nemen, die dan vervoert werden naar een plaats waar de postboot aan zou leggen.
Ook grote hoeveelheden passagiers zou zo'n postboot niet kunnen vervoeren en daarom moeten wij per troepen transport schip mee, die ons vervolgens zal afleveren in de eerst volgende havenplaats met een trein verbinding.

De gehele volgende dag ligt het schip voor anker .
De slaapplaatsen aan boord zijn maar matig, maar de strozak in de kooi aan boord van de Clara was nu ook niet zo super de luxe.
Ik zal dan ook maar niet klagen. Het zal ook erg weinig helpen denk ik. In ieder geval ben ik op weg naar huis,
De Gotha is nu eenmaal een troepen transportschip en geen luxe passagiers schip.
Het lijkt wel een drijvende kazerne waar strikte regels gelden.
Om half acht in de morgen kunnen we koffie halen.
Om tien uur ons dagrantsoen voor deze dag.
Om half twaalf wat soep van matige kwaliteit
En om half vijf in de middag weer koffie.
Onze bagage wordt gelukkig goed verzorgd en wordt constant bewaakt en wij kunnen er zelfs zelf niet aankomen als we iets uit onze bagage nodig zouden hebben.
In de wirwar van mensen aan boord, militairen van leger, luchtmacht, marine en burgerpersoneel,  ontdek ik ook de twee verlofganger van de Clara, de heren Buijs en v.d. Toorn,  die in Hammerfest van boord zijn gegaan.
Ik heb weer mijn vertrouwde scheepsmaten waar ik me bij kan aansluiten op deze terugreis.

In de vroege ochtend van donderdag 18 mei vertrekt de Gotha van haar ankerplaats en arriveren in de zelfde morgen in de havenplaats Harstadt.
Opnieuw komen er verlofgangers aan boord en ik ben verbaasd dat er zoveel mensen op dit schip geplaatst kunnen worden.
In de middag vertrekt het schip en gaat in de fjord weer voor anker.
De volgende morgen heel vroeg vertrekken we weer
Bij het plaatje Lendingen ligt een ander transportschip op ons te wachten en gezamenlijk varen we naar het zuiden en in de namiddag passeren we Bodø.
De volgende morgen in alle vroegte,  komen we in de plaats Mosjoen aan.
Om 8 uur begint de ontscheping van de verlofgangers en vanaf nu moeten we de rest van Noorwegen naar het zuiden per trein overbruggen.

Onze bagage wordt in een wagon geladen en we moeten wachten op de passagiers trein. De trein die vandaag vertrekt is al vol en we moeten op de volgende trein wachten, die pas de volgende dag zal vertrekken.
We moeten de nacht doorbrengen in opvang barakken en de volgende morgen is het om 9 uur aantreden voor de uitreiking van de vervoers biljetten.
En als wij aan de beurt zijn krijgen we te horen dat de biljetten alleen voor militairen zijn en niet voor civiele verlofgangers.
Na veel gemopper en gezeur worden ons als nog vervoers biljetten verstrekt.
Om 12 uur wordt er eten uitgereikt en twee uur later wordt ons proviand verstrekt voor de komende trein reis.
Uit verveling gaan we wat wandelen om de tijd te doden en genieten van de natuur om ons heen. Een heel verschil  na ons verblijf in de Poolstreek,  waar we niets als sneeuw en ijs hebben gezien.

*     
Gotha
Ex. Merwede

Duits Hansa type schip.
Gebouwd in 1940 bij Vuyk en Zn in Capelle aan de Ijssel .
Grt 5355-dwt 9440
Was aan het begin van de 2e wereldoorlog nog in aanbouw, werd gevorderd door de Duitsers en herdoopt in “Gotha “
Werd omgebouwd als troepen transport schip.
Het was in 1943 een doelschip bij de Duitse onderzeedienst en werd op 16 april 1945 bij Rixhoft in de Oostzee beschadigd door een Russische onderzeeboot torpedo.
In mei 1945 teruggevonden in Christiansö.
In oktober 1945 terug naar Vuyk voor herstelwerkzaamheden.
Op 1 mei 1946 weer in de vaart onder Nederlandse vlag als Merwede.  ( PFYW )

Wordt vervolgd.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 14-04-2011, 11:41:21
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-z-500a.jpg)
,,Pax I'' geb.1930 Brt.200  36.60 x 6.60 x 269  120 Pk.Brons
1932-1941 Eig.R.Eggens te Aleldoorn
1941 in Duitse handen,1945 zwaar beschadigd terug gevonden in Ham-
burg,hersteld in de vaart voor de Nederlandse regering
1974 gesloopt in H.I.Amb.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 14-04-2011, 11:43:03
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130b.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 14-04-2011, 11:45:06
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130h.jpg)
,,Gotha'' Mei 1942 in Finland


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-04-2011, 11:46:46
We gaan op tijd naar het station om verzekerd te zijn van een zitplaats en de trein vertrekt uiteindelijk 's-avonds om half acht. We rijden gedurende de nacht door en stoppen onderweg op veel stations waar de trein veelal een kwartier of nog langer blijft staan.
Het traject gaat door veel spoortunnels en  bij daglicht zien we de volgende morgen veel watervallen waar Noorwegen erg rijk aan schijnt te zij.
Na een treinreis van ruim 14 uur, arriveren op maandagmorgen 10 uur in Trondheim.
De aansluiting naar Oslo zal  om één uur 's-middags vertrekken, maar eerst gaan we onze bagage over laden.

Na dit afgelegde traject hebben  vijftien uur in de trein gezeten en zijn hondmoe. We hebben nog gelukkig een paar uur rust voor dat de volgende trein zal vertrekken.
Bij het instappen hebben we weer een probleem.
Ik heb een noorse reis vergunning nodig om mee te kunnen reizen, maar die heb ik niet. Is mij niet verstrekt in Hammerfest.
Cor v.d. Toorn en Maarten Buijs hebben wel zo'n vergunning. Cor gaat voor mij informeren of ik ook zo'n vergunning kan krijgen.
Dit schijnt mogelijk te zijn , maar hiervoor hebben ze bij deze instantie mijn paspoort nodig en ik zorg dat deze zo snel mogelijk op het bureau komt.
De rompslomp rond deze vergunning kost veel tijd en ik zal hierdoor de trein missen.
Aangezien mijn bagage reeds in de bagage wagon is ingeladen, besluit Cor en Maarten met deze trein mee te gaan en ik zal de volgende trein nemen, die drie uur later zal vertrekken.
Van de treinreis naar Oslo genieten ik met volle teugen van de schitterende uitzichten en de natuur.
En speciaal van het mooie uitzicht op een station op 2000 meter boven de zeespiegel,
Ik ben nu in het zuidelijke gedeelte van Noorwegen en hier is het goed merkbaar dat het lente is. Een groot verschil met het noorden waar we niets anders dan water, fjorden is en sneeuw hebben gezien.
Na een treinreis van zestien uur kom ik op dinsdagmorgen om elf uur in Oslo aan.
Ik meld me zoals de instructie luiden bij de Nord rederij en ontvangt hier een proviand bewijs en een vergunning om in het zeemanshuis te kunnen slapen.
Eerst gaan ik er op uit om proviand te bemachtigen en vervolgens ga ik naar het zeemanshuis.
Hier ontmoeten ik weer Cor v.d Toorn  en Maarten Buijs en ik informeer direct naar mijn bagage.
Het is gelukkig nog in goede handen en ligt in bewaring op het station.
Ik zorg er voor dat ik zo snel mogelijk mijn bagage weer in bezit heb en ga weer terug naar het zeemanshuis.
Na een verkwikkend bad en wat schone kleren voel ik me weer fit en met z'n drieen gaan we 's-avonds op bezoek bij een noorse kennis, die wij nog kennen van ons vorige verblijf in Oslo.

In het zeemanshuis ontmoet ik ook weer eens J.Kleijn, die na verlof in Nederland, weer op doorreis is naar het hoge noorden.
Ik geniet van een heerlijke nachtrust.  Het bed is heel wat beter dan de strozak, waar ik de voorgaande acht maanden aan boord,  op heb gelegen.

Het is vandaag woensdag 24 mei.
Wij drieen, als restant van Clara bemanning, zijn nu al weer een week onderweg. Onze terug tocht uit het hoge noorden verloopt heel wat vlugger  en voorspoediger als de heen reis.
Om tien uur vervoegen wij ons weer bij de rederij en de veiligheiddienst voor een "mars befehl " , een toestemming dat we als verlofgangers verder mogen reizen.
De "sicherheits polizei " moet ook nog eens hun toestemming geven en hier krijgen wij te horen " Uhrlaub gespert ", dus voorlopig geen vertrek.
Met onze ziel onder de arm bezoeken we maar één der schepen in de haven waar we van weten dat er Scheveningers op varen.
Om vier uur in de middag haan we nog eens bij de Nord rederij informeren hoe het er nu bij staat en krijgen te horen, dat we toch onze reis kunnen vervolgen.  Maar dan moeten wel weer een andere verlofpas gaan halen.
Weer allerlei instanties aflopen en zijn gelukkig om zeven uur 's-avonds in het bezit van onze verlofpassen.
We krijgen te horen dat we om tien uur 's-avonds  aan boord moeten zijn van het schip Monte Rosa. **en we zorgen er voor dat we ruim bijtijds aan boord zijn.
Nu eens  troepen transport schip wat oorspronkelijk een echt luxe passagiers schip was.
Het wordt steeds beter.

's-Nachts om twee uur is het vertrek 
Slaap gelegenheid is er weinig aan boord. We dutten wat in een stoel of op een bank.
Ook hier weer hetzelfde verzorgings schema als op de Gotha.
Half acht  koffie, half twaalf soep en half vijf in de middag koffie.
Proviand wordt geacht zelf meegebracht te hebben.
Het is regenachtig weer en verblijf aan dek is onaangenaam met als gevolg dat de rooksalon doorlopend mud vol is.
In de avond worden we zowaar nog bezig gehouden met  wat amusement.
Muziek en sketches, gebracht door een militaire kapel en met na afloop een collecte voor het Rode Kruis.
Die lui denken zeker dat wij in een goede bui zijn en flink zullen geven, omdat de meeste toehoorders verlofgangers zijn en waarschijnlijk dan wel goed geefs  zullen zijn.

 
**
Monte Rosa

1931 opgeleverd en ingezet voor de  passagiersvaart tussen Hamburg en Zuid Amerika.
Januari 1940 gevordert voor dienst te doen bij de Kriegsmarine.
In 1942 en 1943 troepen transportschip voor de Kriegsmarine.
In oktober 1943 tot april 1944 hotelschip voor een gedeelte van de bemanning van de Tirpitz,
April 1944  troepen transportschip tussen Denemarken en Noorwegen v.v.

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 14-04-2011, 11:49:31
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/sch-130sch-130d.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-04-2011, 11:56:11
Op vrijdag 26 mei komen we om vier uur in de morgen aan in de Deense plaats Aarhuus en de ontscheping begint om zeven uur. Wij en ook onze bagage worden in vrachtauto's geladen en naar een doorgang tehuis gebracht.
Hier kunnen we ook wat geld wisselen.
In Denemarken schijnt toch nog wel het een en ander te koop te zijn, maar met vijf Deense kronen kom ik niet ver en koop dan maar niets.
Ook in dit doorgangs tehuis weer koffie en soep en proviand voor de verdere reis en in de middag krijgen we onze vervoersbiljetten voor de verdere reis per trein.
Om acht in de avond wordt er appel gehouden en krijgen we instructies betreffende de verdere reis.
Wij met onze bagage worden weer per vrachtauto naar het station gebracht, waar een passagiers trein gereed staat
Er verloopt nog al wat tijd voor dat alle verlofgangers van het doorgangs huis naar het station zijn gebracht en na lang wachten vertrekt de trein toch uiteindelijk.
De trein is prop vol.
En wat we ook proberen om wat te slapen,  het lukt ons niet erg.
Er is weinig ruimte en iedereen schijnt veel bagage bij zich te hebben.
En wij zeker, want buiten onze zwarte zak vol met kleding en uitrustings stukken zoals laarzen en oliegoed, moeten we ook nog onze dekens mee sjouwen.
Aan boord kunnen we niets achter laten , want we weten niet of we ooit nog terug zullen gaan naar Noorwegen.

Het is zaterdag zeven uur als we de grens van Denemarkenen en Duitsland passeren
Het tweede land op onze reis ligt nu achter ons. Nog maar één land te gaan en we zijn in Holland.
Maar voor we verder rijden weer een passen controle en vervolgens na drie uur rijden komen we in Hamburg.
Na informatie horen we dat de extra trein voor de verlofgangers is uitgeschakeld en krijgen het advies nu maar zelf te proberen om met de treinen van de normale dienstregeling, verder te reizen.
Om één uur in de middag vertrekt er een trein naar Hamm en we vinden gelukkig nog een plaats in deze trein.
Door allerlei oponthoud onderweg duurt de reis zeven uren voor we in Hamm aankomen.
Hier moeten we overstappen in de trein die richting Oberhausen gaat en om middernacht komen wij ook daar aan.

Weer wachten op onze volgende treinverbinding richting Arnhem die om zes uur in de morgen zal vertrekken.
Een spoorweg ambtenaar wil onze vervoers biljetten zien en zegt dat we met deze, ons verstrekte  biljetten, niet verder kunnen reizen.
Na overleg met zijn chef blijkt dan, dat het als nog mogelijk is, omdat de biljetten ons zo zijn gegeven en er verder niets aan kan worden veranderd.

Het is al eind mei en hier in Oberhausen is het niet zo koud als we in het noorden gewend zijn en we proberen wat te slapen op de banken in de wachtkamer.
Maar ook dat is ons niet gegund.
We worden in onze slaap gestoord door lucht alarm. Na twee uur in de schuilkelder te hebben gezeten, wordt het sein veilig gegeven en mogen weer naar de wachtkamer.

Voor we in de trein stappen worden nogmaals onze papieren gecontroleerd en het blijkt , dat onze reis biljetten toch niet in orde zijn en we moeten nieuwe kaartjes kopen tot aan Arnhem , anders mogen we niet mee.
We kunnen wel op onze strepen gaan staan, maar dan komen we hier niet vandaan en kopen dus gauw de kaartjes.

Om zes uur vertekken wij en om 9 uur passeren we in Emmerich de Duits / Hollandse grens en hebben ook hier weer eens passen en bagage controle.
De douane vindt bij ons alles in orde en zijn snel met ons klaar.
De derde landgrens wordt gepaseert in we zijn weer in Holland.
In Arnhem moeten we weer overstappen en in Utrecht nog eens.
Voor mijn mede reisgenoten  is het de laatste overstap , maar ik stap in Gouda nog eens over en  ik  stap uiteindelijk 's-middags om twaalf uur in Leiden uit de trein.
Na een zeer vermoeiende reis van twaalf dagen en in het totaal acht maanden en zes dagen van huis te zijn geweest.

Onze vriend eindigt zijn reisverslag met de woorden....Als je verre reizen doet,
                                                                                        dan kan je veel verhalen.
Wat hij dan ook zeker heeft gedaan

en was getekend P.de Jong.




Einde



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-04-2011, 12:25:07
De schrijver van het reis verslag is beslist geen domme jongen geweest,
De stijl van schrijven is eenvoudig maar vrijwel zonder schrijffouten.
Maar wel gebruikmakend van de spelling van die tijd, dus met dubbel oo enz.   Alle genoemde plaatsnamen zijn correct weergegeven.
Soms schrijft hij woorden in zijn verslag, zoals je het in het Scheveningse dialect zou uitspreken. b.v. Harnhem waarbij hij dan Arnhem  bedoelt en wat hij dan zelf verbeteert door de letter H dan weg te strepen.
Het is ook een echt menselijk verhaal zoals bv. de ontvangst van een brief met de foto van zijn vrouw en het tragische ongeluk van zijn oudste broer.
Zover ik uit het reis verslag kan opmaken, was deze broer in Duitsland te werk gesteld.
In het begin van het verslag krijgt hij nog regelmatig brieven van een broer in Duitsland, maar later wordt dit niet meer vermeld. 
Ook is hij en de rest van de bemanning niet gewend om zo lang van huis te zijn.
Een vooroorlogse visreis met een logger duurde hooguit vier weken en de vangst moet al heel slecht zijn wilde het vijf weken duren.
Hier in dit verhaal zijn ze acht maanden van huis.
Dat maakt nogal een groot verschil.

Om het verhaal goed te kunnen volgen wil ik u aanraden een atlas te raadplegen om te bekijken waar deze mensen op hun verre reis terecht zijn gekomen.

Laat een na-oorlogse generatie deze mensen niet veroordelen als collaborateurs.
Het zijn vissers.
In september 1939 werd een groot gedeelte van hen reeds werkloos door het uitbreken van de 2e wereld oorlog en alle schepen noodgedwongen de haring visserij beëindigden.
In de periode 1940-1945 is een klein gedeelte van hen nog werkzaam geweest op de diverse schepen in de kust visserij.
Na de vorderingen door de Duitse bezetter van ook deze schepen, werden zij op nieuw werkloos en werk aan de wal was veelal niet beschikbaar.
Men liep als werkloos arbeider een grote kans om gedwongen te werk gesteld te worden in Duitsland .
Iemand die het vrije leven op zee gewend is, kan men niet zo maar in een fabriek laten werken.
En misschien waren zij wel op zo’n gevorderd schip van de kust visserij werkzaam geweest en zo noodgedwongen een keus hebben moeten maken.
Of in Duitsland werken of blijven varen.

Of de leden van de bemanning van de Clara na hun verlof in Nederland nog naar Noorwegen zijn terug gekeerd is mij onbekend. .
Het schip zelf is in 1945 in het hoge noorden van Noorwegen terug gevonden en naar Nederland terug gebracht.
Na haar verbouwing van vrachtlogger naar haringlogger, werd zij weer toegevoegd aan de vloot van de Scheveningse visserij schepen.

De schipper B. Rog, de kapitein in het dagboek, zien we vrij snel na de oorlog in 1945 alweer terug als schipper op de  Sch. 30 “Ster
De monteur Maarten Buijs, de machinist in het dagboek,  blijkt in de na- oorlogse periode de schipper te zijn van de Sch. 310 “Excelsior“.
Ën  matroos P.de Jong, de schrijver van het dagboek,  vinden we later terug als schipper van  andere loggers van dezelfde maatschappij,.n.l.
Van 1947 t.m 1951 op de Sch.69  “Zeevaart “, in 1953 op de  Sch. 25 “Noordzee “ en in 1962 op Sch. 9 “Prinses Christina “.

De schipper en de monteur worden in het dagboek kapitein en machinist genoemd.
Ik veronderstel dat dit zijn oorzaak vindt in het feit dat de Duitse opdrachtgevers en inspecteurs hen als Herr Kapitän en Herr Machinist hebben aangesproken.

Dit verhaal is in feiten begonnen met het ontvangen van een persoonlijk bericht van een mij onbekend persoon. Ik kende wel zijn naam waar mee hij wel artikelen plaatste op deze  site.
In deze PB werd mij het in het kort het volgende gevraagd……

Cor,
Ik ben al jaren lang in het bezit van een dagboekje waarin per dag gegevens worden  bijgehouden over een reis van een vrachtlogger in Noorwegen tijdens de oorlog.
Ik doe hier verder niets mee, want ik kan niet zo goed schrijven.
Zou jij kans zien hierover een verhaal te schrijven. Het zou misschien wel leuk zijn voor de mensen die hier nog iets van weten.

Over zo’n vraag moet je eerst wel even goed nadenken en na rijp beraad besloot ik om het te doen, mits het dagboekje voldoende gegevens zou bevatten voor een goed verhaal.
Ik heb hierna een PB terug gestuurd met de vraag…

Ik neem aan dat u in Scheveningen woont.
Binnenkort ben ik in Scheveningen voor familie bezoek. Kunnen we ergens afspreken om elkaar te ontmoeten.

Het antwoord op deze PB was positief en wij hebben elkaar in het Zeemanshuis in Scheveningen ontmoet.
En zo ben ik op 14 maart in het bezit gekomen van het dagboekje.. Na bestudering van het verslag, zag ik wel een mogelijkheid om hierover een verhaal te schrijven.
En na de nodige notities te hebben gemaakt, ben ik aan het schrijven geslagen.
Het geschrevene diverse malen opnieuw gelezen en steeds weer zinnen,  woorden en taal fouten verbetert.
Hierna volgde nog eens een extra controle door een andere persoon.
In mijn voordeel was, dat ik enigszins de kennis had over de vaart in de Noorse fjorden.
Door de diverse reizen in de houtvaart, die ik,  in mijn nog jeugdige dagen heb gemaakt naar de Witte- en Karazee, werden altijd de fjorden route genomen.
Zowel op de heen- als de  terugreis en altijd onder begeleiding van een loods.

In het begin had ik acht deel verhalen geschreven, maar bij plaatsing van het eerste verhaal op deze site liep het direct al mis.
Een te plaatsen artikel mag de 10.000 karaktertekens niet overschrijden en heb hier door de acht deel verhalen weer in drie of vier delen moeten splitsen om het verhaal op de site te kunnen plaatsen.
Op 14 april is het laatste stuk van het verhaal geplaatst.
Het schrijven van het verhaal heeft veel van mijn vrije tijd  gekost, maar ondanks alles heb ik het met erg veel plezier gedaan en er veel genoegen  aan beleefd.
Ik hoop dat aan de vraagstelling is voldaan,  om een herinnering te schrijven, voor die personen welke omstreeks die tijd nog in Noorwegen bij de vrachtlogger vaart hebben gewerkt.
Met als basis de gegevens uit de inhoud van het reis verslag.

Ik wil mijn dochter Vivian den Hollander-Spaans , schrijfster van kinderboeken, hartelijk danken voor haar vrijwillig aangeboden medewerking bij het corrigeren van de teksten van het verhaal, als eind controle voor het plaatsen.

En niet te vergeten Cor Harteveld , die ik wil bedanken voor zijn steeds groeiend enthousiasme bij het plaatsen van foto’en tekeningen tijdens de plaatsing van de diverse afleveringen van het verhaal op deze site.

Vreemdeling










Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 14-04-2011, 12:42:24
Cor  bedankt voor de prettige samenwerking het is een mooi stuk
geworden de groeten van deze kant en tot wederhoren en ziens
 gr.Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-04-2011, 12:45:44
het zijn weer hele mooie en interesante verhalen Vreemdeling en ook de foto,s van Demarico ,
 heb de oorlog niet bewust mee gemaakt
 maar wel in het gebiedt waar zich je verhaal afspeelt geweest
 en de tocht binnen door de fjorden meer maals ge maakt
 op weg naar Alta en Bossekop
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Cloggy op 14-04-2011, 12:50:29
Bedankt voor dat verhaal vreemdeling.
Ik heb het met veel plezier gelezen, het was zeer interessant.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-04-2011, 15:19:19
Cor & Cor bedankt, een uniek verhaal , prachtig geschreven en bewerkt.
Vr. gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Jan Canuck op 14-04-2011, 21:41:44
Bedankt voor dit heel boeiende verhaal Vreemdeling
Ik heb het met spanning op de voet gevolgd.
Na 50 jaar in Canada weet ik wat kou is en kan me haast niet voorstellen dat de dagboekschrijver die kou en werk omstandigheden heeft kunnen overleven.
En nergens hoor je hem klagen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 14-04-2011, 22:28:19
Prachtig zoals jullie beiden (Cor & Cor) samenwerkten!


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 15-04-2011, 21:45:17
Beste vreemdeling!!!

Bedankt voor de boeiende verhalen uit het dagboek,des te interessanter voor mij omdat de bewuste monteur een oom van mij was.Maar helaas nooit van deze verhalen gehoord!!!.
Ook Demarico bedankt voor de aanvullingen.

Hier Maarten Buijs ( met kapiteins pet) als schipper op de Sch-310 "Exelsior".


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 16-04-2011, 12:38:46
Dirk bij Visserijschepen Scheveningen,staat deze foto Duidelijker.

Hier dus:
 En dan Sch.310
http://www.scheveningen-haven.nl/info/schepen/index.htm
Gerard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 16-04-2011, 14:04:36
Bedankt Gerard du Pers. :D :D

Had het over het hoofd gezien,heb de foto hier in een lijstje staan en effe gescand.


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: mink op 17-04-2011, 17:24:47
beste mensen,
 Mijn comnplimenten voor het prachtige verhaal over de scheveningers en de vrachtvaart in de oorlog. Mooi bewerkt door jullie. Het geeft een duidelijk en mooi  beeld van wat de mensen in die tijd doormaakte.
een mooi stuk samenwerking ook waarbij de inhoud en het verhaal voorop stond en de mensen die het verhaal bewerkt hebben zich zelf niet belangrijk/op de voorgrond stelden. Zo kan het dus ook

klasse.

gr

Mink


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 20-04-2011, 09:09:45
berichten die niets van doen hebben met het verhaal zijn/worden verwijdert


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 20-04-2011, 09:14:40

cor en cor....
ik heb met plezier jullie verhaal gelezen! :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-04-2011, 18:12:38
Naar aanleiding van het verhaal van de vrachtlogger Sch.130 Clara de volgende vraag.
Zijn de reders na de oorlog schadeloos gesteld voor de vordering van hun schepen tijdens de oorlog en voor het verloren gaan van de diverse schepen.?

De bemanning van de Sch. 15 die net voor de oorlog in de grond werd geschoten, heeft wel vergoeding gekregen voor hun verloren geraakte spullen.
Zij konden deze vergoeding in Den Haag  incasseren op 10 mei 1945, de dag dat de oorlog met Duitsland ontbrandde.
Ik neem aan dat de reder J.J. toen ook schadeloos is gesteld voor het verlies van het schip.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Bert van der Toorn op 22-04-2011, 20:19:24
Hallo Rinus,
Met het door mij geschreven verhaal 'Over (vleet) visserslatijn'  komt men al een heel eind weg.
Het staat in het boek 'Vertel mij wat van Scheveningen'.

vr. gr.
Bert van der Toorn


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 23-04-2011, 10:36:58
Kijk Bert we  gaan natuurlijk niet het wiel nog is uit vinden als er al wat info is
heb het even op gezocht hoeft geen aanvulling is helder verhaal
misschien hier een stukje plaatsen Bert??


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 23-04-2011, 14:23:29
Naar aanleiding van het verhaal van de vrachtlogger Sch.130 Clara de volgende vraag.
Zijn de reders na de oorlog schadeloos gesteld voor de vordering van hun schepen tijdens de oorlog en voor het verloren gaan van de diverse schepen.?

De bemanning van de Sch. 15 die net voor de oorlog in de grond werd geschoten, heeft wel vergoeding gekregen voor hun verloren geraakte spullen.
Zij konden deze vergoeding in Den Haag  incasseren op 10 mei 1945, de dag dat de oorlog met Duitsland ontbrandde.
Ik neem aan dat de reder J.J. toen ook schadeloos is gesteld voor het verlies van het schip.
Vreemdeling

er zit even een doordenkertje of een kronkeltje in, Vreemdeling
de oorlog begon 10 mei 1940 en eindigde 5 mei 1945;
zover ik weet, en dat weet ik héél zeker, is er aan kleinere reders ná de 2e wereldoorlog vergoeding betaald of bijdrage verleend voor de aanschaf van nieuwe schepen.
ik weet niet of die vergoeding door de NL-regering werd opgehoest of dat de overheid slechts als doorgeefluik fungeerde.
wie weet daar meer over?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-04-2011, 19:27:56
Piet 1,
De Sch 15 Bep werd op 12 april 1945 tot zinken gebracht, dus was Nederland nog niet in oorlog.
Mijn schoonvader voer op de Bep en op 10 Mei 1945 toen hij in Den Haag zijn toegekende geld wilde halen, is hij terug gekeerd vanwege schioten wisseling.
Lees ook het verhaal van de Sch. 15 op deze site.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: aat taal op 23-04-2011, 21:18:50
Cor
De oorlg begon voor Nedereland op 10 me1940 en eindigsde op 5 nei 1945.

Groet

aat Taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 24-04-2011, 07:50:28
Sorry Heren,

Heel stomme fout.
Juiste datum is 12 april 1940.
Mijn excuses.
Er blijken toch nog mensen te zijn die beter nadenken
Ik zal voortaan ook beter nadenken en alles nog eens controleren.
Prettige dagen
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-05-2011, 16:10:44
“Diefjes “

In de vooroorlogse jaren waren bij de franse kustvissers, houten scheepjes in gebruik met een platte achter steven.
De meeste scheepjes hadden 2 masten. De voormast was van een “emmertuig “ voorzien en het achtermastje van een “gatzeiltje “.
Niet altijd waren deze scheepjes uitgerust met een motor van klein vermogen, en sommigen waren alleen afhankelijk van de wind.
Na de oorlog werden deze scheepjes nog wel eens waargenomen in Belgische en Noord-Franse vissersplaatsen.
Ik  kan me nog goed herinneren dat voor de oorlog, deze scheepjes, door mijn familieleden die in de nateelt in het Kanaal de haringvisserij uitoefenden. “diefjes “werden genoemd.
Op mijn vraag waarom deze scheepjes “diefjes “werden genoemd kreeg ik als antwoord, dat deze scheepjes zich veelvuldig schuldig maakten aan het stelen van netten van de uitstaande vleten van de haringloggers en “fietsen.”

Is hierover nog iets bekend bij de na-oorlogse haringvleet  vissers ?

Het lijkt mij nou niet zo’n gemakkelijke klus, zeker met de enkele bemanningsleden, welke deze scheepjes bemanden.

Bij het uiterjoon beginnend lijkt mij dit het gemakkelijkst en dan ook nog afhankelijk met wat voor een soort vleet er werd gevist.
Een drijfvleet lijkt mij simpeler als een zinkvleet, want na het blazentouw scheep te hebben gehaald kon men bij het haringnet komen.
Met een zinkvleet moet je eerst het breeltouw binnen halen, dan de stuk reep en vervolgens de seizing, om bij het haring net te komen.

Maar zo ver mijn kennis reikt werd in het Kanaal met de zinkvleet gevist.

Ook is mij verteld dat veelal dit  “lukraak “ in een gedeelte van de uitstaande vleet voor kwam ?

Waar of niet waar ?
Wie weet iets ?



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-05-2011, 13:32:17
Visserij Museum.

Op een van mijn kort geleden gehouden vacantie reizen in Frankrijk heb ik via een folder op de camping, een heel mooi visserij museum ontdenkt in het plaatsje Etaples sur mer.
Dit plaatsje ligt ongeveer 30 km. bezuiden Boulogne sur mer aan de route nationaal D 940.
Het is jammer dat ik het moet zeggen, maar dit museum is in geen vergelijking met het Schevenings Museum.
Het museum genaamd "Maréis " is modern en overzichtelijk ingericht en er worden rondleidingen gegeven.
Deze rondleiding wordt wel in het Frans gegeven.
Er is echter bij de tentoongestelde artikelen en panneaux een uitleg in het Frans, Engels en Nederlands.
Er is  ook een goede en overzichtelijke folder in het Nederlands over de uitleg van de rondleiding.

 De folder begint met...
                                                          MARÉiS
                                      centre de découverte de la pêche en mer

                                                Kom en beleef samen 
                                                     de avonturen
                                                van het vissersleven !         

                                                     étaples sur mer   
                                              cité des pêcheurs   pas de calais


                                              Welkom aan boord !

De vissersstad Etaples telt vandaag 12000 inwoners, onder wie 450 zeevissers die uitvaren met 80 trawlers.
De ambachtelijke visserij van Etaple lever ieder jaar bijna 25000 ton verse vis op.
Dit is de helft van de jaarlijkse productie van Boulogne sur mer, de grootste vissershaven van Frankrijk.
Een twaalf tal boten van minder dan 12 meter vaart langs de kust tussen Boulogne en Berck.
Na een tocht van 12 uur en waner de weersomstandigheden het toelaten, wordt vis iedere ochtend verkocht op de kaai van Etaple.
De andere boten varen de hele week op zee. Aan boord wordt de vis in ijs bewaard, om vervolgens te worden geveild in Boulogne.
De vissers keren alleen tijdens de weekenda terug naar hub huis in Etaples.
De vissers van Etaples varen op het Kanaal, van de Belgische grens tot de volle zee voor Cotentin.

De volgende facetten van de visserij worden ook behandeld in de ronleiding en folder.
De Franse visserij.
Opleiding van vissers.
Scheepsbouw.
Even kijken hoe het leven aan boord is georganiseerd.
De maritieme coöperastie van Etaples.
De Loubet-kaai in Boulogne sur mer.
Het stuurhuis.

Afgewisseld met film voorstellingen.
Ook kunnen in grote bassins vele gevangen vissoorten levend worden bewonderd.
Een compleet stuurhuis is er geplaatst met alle gebruikelijke en benodigde navigatie en visserij apperatuur en een animatie nabootsing van een slingeren en stampend schip.

Wat mij persoonlijk op viel was de opslag van vis aan boord en de aanvoer op de afslag in kunststof kisten met deksel.
Aan boord na strippen werd de vis gespoeld, in de kuststof kisten gedaan, hierna het ijs toegevoegd en met een vel kunststof afgedekt en werd de kist met deksel gesloten en voorzien van etiket met de soort vis.

Ik heb er enkele uren met veel plezier rond gekeken en ik ga zeker nog eens terug om het nogmaals te zien en te beleven.
Zelfs mijn vrouw was erg enthousiast over hetgeen werd tentoongesteld en merkte op dat het Schevenings museum hier echt niet aan kon tippen.

Cor

                                                                           


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 28-05-2011, 13:54:17
Zo te zien en horen is het over en sluiten voor het Schevenings museum, dus als je wil kijken je heb tot eind 2011.

Het Muzee Scheveningen zal de deuren moeten sluiten in 2012 als de gemeente niet het muzee gaat helpen. Dat was de boodschap van Algemeen directeur Paul de Kievit aan de commissie samenleving in een inspraaktekst op 26 mei. Volgens de Kievit zullen versnelde bezuinigingen op alle gesubsidieerde arbeidsplaatsen in 2011 en 2012 het Muzee de nek omdoen. Vooral de achteraf door het college aangepakte WIW banen zullen 58% van het personeelsbestand van het Muzee raken! 

Einde in zicht!
Tijdens de door de SP op de agenda gezette commissievergadering ( gesteund door de PPS en Groen links fractie en tijdens de behandeling bijgevallen door de PVV) reageerde wethouder Marjolein de Jong laconiek op de noodkreet van de algemeen directeur van het Muzee en de fracties van PPS en PVV. Volgens de Jong heeft zij vanuit haar wethouderspost geen geld en wist het Muzee al langer dat er aan gesubsideerde banen een einde zou komen. Het feit dat ook de WIW banen moeten verdwijnen nadat het Muzee een sluitende en accountant waardige begroting had ingediend had het Muzee kunnen zien aankomen aldus de wethouder. Dit ondanks het feit dat de WIW banen niet in het coalitieaccoord stond maar wel via de raad eind 2010 is goedgekeurd. Dit na goedkeuring van de begroting door het Muzee.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-05-2011, 19:07:44
C.Bal

Jammer dat het zo moet lopen.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-05-2011, 18:10:58
Nog een kleine aanvulling op het verhaal van het visserij museum in Etaples sur mer.
Zo wel in de getoonde film tijdens de rondleiding,  als in de Nederlandse taal uitgebrachte beschrijving van het ten toongestelde, is er sprake van verkoop van vis per telefoon of fax. aan groothandelaren tijdens de thuis reis, voordat de vis in de afslag is aangeleverd.
De te betalen prijs wordt pas bepaald na de afslag in de veiling ,van dezelfde soort vis, qua grootte en kwaliteit.
Is deze werkwijze ook van toepassing bij Nederlandse vis veilingen ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-06-2011, 07:39:53
In de folder van het visserij museum in Etapples viind ik het volgende..

Trawler van de industriële visserij vertrekken voor tochten van twee weken.
De 12 tot 17 bemanningsleden vissen met de trawl op grenadiervis,keizersvis en koolvis. op een diepte van 30 tot 500 meter.
De vis wordt gevangen ten noorden van de Noordzee, ten westen van Ierland of ten noorden van Schotland.

Ik had nog nooit van grenadier en keizersvis gehoord.
Google geeft al evenmin niet veel oplossingen.
Praat wel over koraalriffen waar deze vis wordt gevangen.
Ik weet niet of ik in de genoemde gebieden koraalriffen zal aantreffen.

Wel wordt vermeld dat het een baarsachtige vis is.

Is het misschien een roodbaars waar de duitse IJsland trawlers veel op visten.
Welke ook wel werd gevangen door de Nederlandse IjsJand trawlers, maar dan deze vis aan de afslag van Cuxhaven moesten verkopen, daar meestal voor deze vis in Nederland geen afzet was.

Rond 1948 werd door de Sch. 310 met schippper Maarten Buijs ook twee expirementele trawlreizen naar IJsland gemaakt.
Deze reizen waren geen succes. Ook hier was sprake van roodbaars, waar in Nederland geen afzet voor was.

Wie weet de oplossing ?
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-06-2011, 10:00:22
 was toch koolvis waar de duitsers gek op waren  en die ijmuidense schepen vaak in Duitsland aan de wal brachten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vink op 06-06-2011, 10:38:20
Ja rinus dat is waar rv


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-06-2011, 11:26:24
Rinus en Vink,
Koolvis werd ook vaak gelost in Cuxhaven.
Ook door Scheveningse trawlschepen.
Op deze site heb ik wel degelijk foto's gezien van Duitse hektrawlers
met netten vol roodbaars.
Koolvis werd apart genoemd in het uittreksel van de Etaples folder.
gr.
Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 06-06-2011, 11:32:38
Rinus Vink is de eksper hij heeft dit zelf gedaan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-06-2011, 19:21:04
Grenadiersvis

Zoutwater vis
Straalvormige vis uit de orde van de kabeljauw achtigen.
Maxemaal 100 cm lang. gewicht 10 a 20 kg.
Deze vis prefereert een diepwater klimaat en leeft hoofdzakelijk in de Artantische oceaan.
Leeft op een diepte van 180 tot 2200 meter.
De grenadiersvis is voor de visserij van aanzienlijk commercieel belang.

Van de Keizersvis is alleen bekend wat al eerder is verteld.
Deze vissoort komt ook niet voor op de aanzienlijke lijst van vissoorten van de vishandel Smidt in Rotterdam.

Waarschijnlijk zal het een Belgische benaming zijn, want de Nederlandse vertaling van de folder, lijkt mij gemaakt te zijn door een Vlaming, gezien bepaald woord gebruik , zinsbouw en uitdrukkingen.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-06-2011, 18:17:26
Keizersvis,
Ik heb contact gezocht met de firma Schmidtvis.
Van hen de volgende e-mail ontvangen.

Geachte heer Spaans.

Zoals u weet zijn er in elk land wel verschillende namen voor dezelfde soort vis.
De Keizersvis kennen wij als Berix en is rood van kleur.
Met vriendelijke groeten.
Wil van Merkensteijn

Zou hier dan toch roodbaars worden bedoeld ?

Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 20-06-2011, 20:11:12
Ik heb dit voor je gevonden Cor, ik hoop dat je er wat aan hebt.

Grt.

Rode beryx, echte beryx, roodbaars / SLIJMKOPPEN
Splendid alfonsino (En), Sudlicher Kaiserbarsch (D), Alfonsino besugo, besugo Americano (E), Beryx, Beryx long (F), Berice rosso (I), Roodbars (Nl) . Slank beryx (Afr), Pragt-beryx (Da), Slender alfonsino (En), Fagursekur (Is), Kinmedai (J), Alfonsino comprido (Moz-E), Slender beryx (NZ)
De roodbaars is wereldwijd in tropische wateren te vinden, met uitzondering van de noordoostelijke Grote Oceaan en de Middellandse Zee. Hij kan tot 70 cm lang worden. De dieren leven in scholen in de diepere wateren aan de rand van het continentale plat, meestal op een diepte van 180 tot minstens 1300 m. Vaak zwerven ze in de buurt van riffen en rotsen rond en houden zich daarbij bij voorkeur bij de bodem op. ’s Nachts zoeken de roodbaarzen de bovenste waterlagen op. De jonge dieren leven op verschillende waterdiepten. De soort voedt zich met kleinere vissen, kreeftachtigen en koppotigen. Hun schubben dragen stekels en voelen daarom erg ruw aan. Na hun dood wordt het hele lijf roodachtig. Roodbaarzen worden vaak door diepzeevissers gevangen. Het vlees komt bevroren in de handel en wordt gekookt, gestoofd of gebraden genuttigd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-06-2011, 07:53:38
Schub,
In dank aanvaart.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 21-06-2011, 16:05:07
was toch koolvis waar de duitsers gek op waren  en die ijmuidense schepen vaak in Duitsland aan de wal brachten

.... Inderdaad  ook vele scheveninge vissers schepen deden vaak Cuxhaven .... een voorbeeld een van mijn ooms, Piet Visser,  heeft lange tijd, ik denk voor frank vrolijk, Cuxhaven aan gedaan .... resultaat is dat hij met een duitse is getrouwd ... dus met mijn tante Edit.
Was destijds vreemd ... trouwen met een duutse.???? .  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-06-2011, 16:34:15
Schub,
Om de verwarring nog groter te maken het volgende.
Ik heb de dame in kwesie de volgende e-mail gestuurd en waarop ook weer anrwoord heb ontvangen.

Mevr.
Bedankt voor uw informatie.
Betreffende naam komt ook niet voor in uw lijst van vissoorten
Wordt hiermee soms roodbaars bedoeld.
Bvd.
C.Spaans

Het ontvangen antwoord.

Nee. Hij heet officieel Byrix SPP of Alfonsynes.
Wij noemen hem wel Keizersbaars.
Wij verkopen hem zelden.
Roodbaars heet Racasse du Nord om het gemakkelijk te maken.

gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 21-06-2011, 18:11:17
bedankt cor mijn zoon op de go 1 had eens paar van deze visjes liggen en toen vroegen ze de naam van die vissen aangezien ik ze wel eens gezien had in de caraibse zee wist ik dat het kaiserfisch was ze hebben nooit gelooft maar nou dank zij jou heb ik mijn zin groet.henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 21-06-2011, 18:11:40
Dan Zal ik het nog makkelijker maken Cor. ;D
Volgens het online woordenboek is de vertaling voor Racasse du Nord het volgende.

Vertaling van rascasse du Nord, FR>NL
      
In de praktijk:
FR: rascasse du Nord
NL: noorse schelvis

FR: rascasse du Nord, grande sébaste, sébaste, sébaste atlantique, rascasse de Norvège
NL: roodbaar


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 21-06-2011, 18:15:09
bedankt cor mijn zoon op de go 1 had eens paar van deze visjes liggen en toen vroegen ze de naam van die vissen aangezien ik ze wel eens gezien had in de caraibse zee wist ik dat het kaiserfisch was ze hebben nooit gelooft maar nou dank zij jou heb ik mijn zin groet.henk

Gooi het maar in m`n pet Henk, als je op internet gaat zoeken naar Kaiserfisch, krijg je deze afbeelding te zien en die lijkt in de verste verten niet op een roodbaars ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-06-2011, 18:26:05
Schub.
Wat een bezoek aan een visserij museum over hoop kan halen !
Ik ga het nu eens bij onze zuider buren proberen.
Kijken wat zij van de Keizersvis maken.
U hoort het t.z.t.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vink op 21-06-2011, 19:36:57
TEUN WAS MENT VISSER EEN BROER VAN PIET RV


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 22-06-2011, 15:49:23
We hebben ook nog de Red snapper,ook een roodbaars achtige vis.

Deze vis komt vooral voor in tropische/ subtropische zeeen.

Zie ( GOOGLE Red Snapper.)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: reuzekee op 22-06-2011, 15:53:47
TEUN WAS MENT VISSER EEN BROER VAN PIET RV


Citaat
... yes, en ook van mijn vader..tv  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-06-2011, 16:25:46
De verwarring omtrent de roodbaars is groot.

Op de weekmarkt in Hulst ( Zeeuws Vlaanderen )  komen veel Belgische kopers..Ook vis wordt veel door deze lui gekocht.

Op deze markt staan 3 "visboeren " waarvan er 2 uit Breskens komen.
De rode poon staat in de verkoopwagens aangeduidt als Roodbaars.
Deze verkopers zullen best wel beter weten.

Ik denk dat warenwet inspecteiurs dit niet zullen goed keuren, of deze controleurs komen niet zo ver in het zuiden en kunnen deze handelaren dus een beetje "rotzooien".

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-06-2011, 16:43:38
De volgende e-mail heb ik naar het visserij museum in oostende gestuurd/
 
Mevr / Mijnh.
 
Kort geleden bezocht ik het visserij museum in Etaples sur mer. 30 km. bezuiden Boulogne..
Erg interssant museum.
Het museum had ook een folder in de Nederlandse taal met de uitleg wat er in dit museum  te zien was .
Volgens mij, afgaande op woord gebruik, is deze vertaling door een Vlaming gemaakt..
Over een gedeelte van de visserij vanuit Franse havens wordt het volgende geschreven..
 
De 12 tot 17 bemanningsleden vissen met de trawl op grenadiervis, keizersvis en koolvis op een diepte van 30 tot 500 meter.
De vis wordt gevangen ten noorden van de Noordzee, ten westen van Ierland of ten noorden van Schotland en wordt tot aan de
terugkeer in Frankrijk in ijs bewaard..
 
Grenadiervis en koolvis kan ik begrijpen en is bekend.
Keizersvis is mij onbekend en in Nederland wordt hierover een verschillende uitleg gegeven.
 
Ik ben in de veronderstelling dat hiermee Roodbaars wordt bedoeld.
 
Kunt u mij vertellen wat uw (  of Vlaanse  ) uitleg is over de Keizersvis.
 
Bij voorbaat mijn dank.
 
C.Spaans


Het volgende antwoord terug ontvangen.

Keizersvis komt voor in de Rodezee boven  de koraal riffen.

Ik heb maar een bedankje terug gestuurd en hen verteld dat ik dit ook wel te weten was gekomen en dat deze soort vis dan ook mooeilijk in de noordelijke Atlantische oceaan kan rond zwemmen en de vissers hier aan geen broodwinning zullen hebben.

Cor




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: kattukker op 23-06-2011, 06:07:31
Op reactie van vreemdeling inderdaad kom zelf ook regelmatig op de weekmarkten van Axel en Hulst,en is mij ook opgevallen dat de visboeren het daar niet nauw nemen met het geven van namen aan vis.
Kleine kabeljauw filet was gewoon schelvis filet
Atlantische tong filet was pangus filet.
Maakte er eens een opmerking over bij desbetreffende kraam werd mij niet in dank afgenomen ,kotom ik kon poten maken.

gt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: JaapvD op 23-06-2011, 10:21:58

 Met je staart tussen je poten zeker ;D

              grts Jaap


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vink op 23-06-2011, 10:47:39
WELKOM BAS  RINUS V


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-07-2011, 16:18:46
 Het raadsel rond de keizers vis is nog steeds niet opgelost.
Enkele weken geleden heb ik het visserij museum in Frankrijk de volgende e-mail gestiurd/
Tot op heden nog steeds geen antwoord terug ontvangen en zal binnenkort nog eens per brief dezelfde vragen stellen.,misschien dat een brief eerder zal worden beantwoord.

 Chère Madame, cher Monsieur,

Le 19 mai passé j’ai visité votre musée Maréis.
Durant ma visite j’ai reçu une brochure en langue Néerlandaise avec une description des choses á découvrir dans le musée.
J’étais agréablement surpris par tous ce que vous aviez étalés dans votre musée.
Dans cette brochure il y a mention du suivant sur la pêche française :

« Dans la deuxième rangée il y a aussi des chalutiers de la pêche industrielle. Ces bateaux partaient pour des voyages de deux semaines. Sur ces chalutiers 12 à 17 hommes d`équipage faisaient de la pêche sur des grenadiersvis ( Coryphaenoides rupestris ), keizersvis ( Pomacanthus imperator )  et koolvis ( Pollchius virens ) dans une profondeur de 30 à 500 mètres.
Le poisson était capturé au nord de la Mer du Nord, a l’ouest de L’Irlande ou au nord de L’Ecosse et gardé dans la glace jusqu’au retour en France. »

Les poissons mentionnés nous tracasse un peu , moi et d’autres personnes.
Grenadiersvis et Koolvis nous sommes bien connus et sont bien mentionnés dans la liste extensive des poissons.
Mais le Keizersvis, bien que mentionné dans la liste des poissons, nous donne des problèmes. Car cette espèce se trouve normalement dans les récifs madréporique dans la Mer Rouge. et chez les isles de Bermudas.

Il me semble impossible que cette espèce se présent également dans le haut nord. Et en plus il me semble pas possible qu’on puisse être rendable dans la pèche de cette espèce sur ces chalutiers.
Pouvez vous me dire de quel poisson il s’agit dans votre cas ? Peut-être il s’agit d’une dénomination Flamande car je suis d’avis que vu de l’utilisation des mots et la syntaxe que la traduction du français en néerlandais de votre brochure a était faite par un Flamand.
Nous sommes d’avis que l’espèce en rubrique c’est le Roodbaars autrement dit la Rascasse du nord ou la Grande sébaste,Sébaste atlantique ou la Rascasse de Norvège.
Pouvez vous me dire la réponse sur cette question ?

Merci d’avance

C. Spaans
Les Pays Bas


Hierbij de nederlandse vertaling.

Geachte mevrouw / mijnheer,

Op 19 mei j.l.bezocht ik uw museum Maréis.
Bij mijn bezoek heb ik een  folder in de Nederlanse taal ontvangen met een beschrijving
wat er in het museum was te bezichtigen.
Ik was zeer aangenaam verrast over hetgeen u in uw museum hebt tentoongesteld.
In deze foder staat het volgende over de Franse visserij vermeldt.

Op de 2e rij staan eveneens trawlers van de industriele visserij.
Deze schepen vertrekken voor tochten van twee weken.
De 12 tot 17 bemanningsleden vissen met de trawl op grenadiervis,keizersvis en koolvis,
op een diepte van 30 tot 500 meter,
De vis wordt gevangen ten noorden van de Noordzee, ten westen van Ierland of ten
noorden van Schotland en wordt tot aan de terugkeer in Frankrijk in ijs bewaard

De genoemde vissoorten veroorzaken bij mij en ook anderen wat verwarring.
Grenadiersvis en koolvis zijn ons bekend en zijn vermeld in de uitgebreide lijst van
vissoorten.

De keizersvis geeft echter problemen.
In de lijst van vissoorten wordt de keizersvis wel degelijk vermeld.
Echter komt deze vissoort voor boven de koraalriffen in de Rode zee.
Het lijkt mij onmogelijk dat deze vissoort ook in het hoge noorden voor komt.
En het lijkt mij onmogelijk dat met deze vissoort rendabel kan worden gevist door de trawlers.

Kunt u mij vertellen welke vissoort hier wordt bedoeld.
Misschien is het een Vlaamse benaming van een vissoort,  daar ik van mening ben dat de folder
door een Vlaming uit het Frans is vertaald, gezien het woord gebruik en zinsbouw.

Ik en anderen met mij zijn van mening dat de bedoelde vissoort Roodbaars is, of ook wel genaamd...
Rascasse du Nord     of
Grande sébaste          of
Sébaste atlantigue     of
Rascasse du Norvege

Kunt u mij vertellen wat het juiste antwoord is ?

Bij voorbaat mijn dank.




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Pieterman op 18-07-2011, 18:42:16
Heel mooi Frans. Is uw Spaans ook zo goed? :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: C. Bal op 18-07-2011, 20:47:38
Heel mooi Frans. Is uw Spaans ook zo goed? :D
En Schevenings  ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-07-2011, 09:06:54
Enige tijd geleden heb ik al eens wat artikelen op deze site geplaatst, afkomstig uit het boek.
"The Humble Dutch Herring "
door W.Preger
uitgave F.W.Cheshire PTY. LTD.
Melbourne 1944

In dit boekje staat ook een tekening uit 1939 van de graficus Cees Bolding.
De tekening heeft als naam , "The Herring Packers "
Voor de wat ouderen onder ons zal dit een leuke herinnering zijn aan de werkzaanheden in en met de haring,  aan de Scheveningse havens.
Het is een echt vooroorlogs "plaatje " van deze werkzaamheden en gebruikte werkkleding ,zoals ik die uit mijn jeugd mij nog kan herinneren.

Kort geleden ben ik in het bezit gekomen van het boek .....
         "De rand van Den Haag "
32 tekeningen van Willem Minderman
met begeleidende tekst van Dr. A. Schierbeek
uitgave L.J.C. Boucher Den Haag 1952

Van deze 32 tekeningen, gemaakt rond 1947, zijn er 8, gemaakt in de directe omgeving van Scheveningen.
2 hiervan en de eerder genoemde tekening wil ik u tonen met behulp , ook dit maal,  van Cor Harteveld.

De eerste tekening is van de sleephelling.  Deze tekening moet zijn gemaakt vanaf de plaats waar nu, aan de Dr.Lelykade, het appartementen complex "Maritiem 3 "staat.
Uit mijn jeugd kan ik mij nog herinneren dat wij, ofschoon het verboden was, van het bruggetje over de sluis gebruik maakten om op een snellere manier van af de nieuwe haven ons te verplaatsen naar de sleephelling of de Kom. Hierbij ook gebruik makend van de "breggetjes" waarop deze tekening het toenmalige ons zo bekende baggerschip Blanca, gemeerd ligt.

De 2e tekening is van het seintoestel ( ons beter bekend als palmhuisje of semaphore) en de zendmasten van Scheveningen Radio.
Deze tekening is gemaakt ongeveer vanaf het toenmalige terrein van Rijkswaterstaat achter het huis van de familie Bruinink, en is ongeveer nu de plaats waar het gebouw van de KNZRM staat.
Morgen hoop ik nog eens 3 tekeningen van tekst te voorzien en met behulp van C.H. ook deze te tonen.
 1


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 20-07-2011, 09:10:49
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-005ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 20-07-2011, 09:12:51
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-006ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 20-07-2011, 09:14:47
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-007ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 20-07-2011, 09:30:48
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-008a.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2011, 09:01:03
De voorgaande 3 tekeningen waren gemaakt aan de zuidzijde van ons dorp.
De 3 tekeningen van vandaag zijn gemaakt aan de Noordoost zijde er van.

De eerste is een gezicht op de duinen en de watertoren, gezien vanaf de Tapijtweg.

De no. 2 en 3 zijn van het stadspark Klein Zwitserland.
No. 2 toont een bruggetje gezien vanaf de Kwekerijweg.
No. 3 toont de kassen en kweekveldjes.
Zo ver als ik weet was dit een deel van de gemeentelijke groen voorziening.

Vooral voor de bewoners van Scheveningen dorp was dit een rustoord om hier de zondagse wandeling te maken en in mijn jeugd maakte mijn moeder met haar 4 kinderen hier vaak gebruik van .
Achter het toenmalige KLM gebouw was de ingang van het park. Je kon dit park geheel in het rond lopen, maar meestal werd aan de noordzijde de trappen beklommen naar de van Alkemadelaan en lopend langs de gevangenis en Stevinstraat . de weg huiswaards vervolgd.
Het was vanaf het Marcelisplein heen en terug een pittige wandeling.
In dit park maakten wij voor het eerst kennis met een,  voor ons Scheveningers,  een onbekende sport n.l. hockey.
Hier waren de speelvelden van de hockeyclub Klein Zwitserland.
In onze ogen van die tijd was het niet zo gepast om op zondag te sporten !

Vanuit Duindorp was het wel een heel eind verder lopen, maar ook zij hadden op loopafstand hun duinen en de Bosje van Poot om daar te kunnen wandelen.

In Klein Zwitserland was ook nog een woonhuis, waar de familie va.d Stelt woonde. De heer des huizes was de beheerder van de kwekerijen. Het was een groot gezin met veel dochters.
Een van de dochter huwde met een Scheveninger genaamd Taal en woonde in de Willem Beukels zn straat.
Een andere dochter huwde met een bakker en in de naoorlogse jaren hadden zij een brood en banketzaak in de Keizerstraat.
Een der zonen uit dit gezin is lang werkzaam geweest bij de recherche op de politie post in de Duinstraat.

De 3 niet getoonde tekeningen zijn die van het Catshuis, de Waterpartij ( eendenvijver ) en een gezicht op Scheveningen en het Kurhaus vanaf de Pompstationweg.
Deze laatste twee zijn erg onduidelijk en vaag, waarschijnlijk door de kaalslag van bomen en struiken gedurende de bezetting.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 21-07-2011, 09:04:08
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-008ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 21-07-2011, 09:06:06
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-009ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 21-07-2011, 09:10:44
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-p-010ajpg-1.jpg)
Hallo Cor bedankt voor de prettige samenwerking tot wederhoren en
ziens allemaal de groeten en mooi weertje
gr.Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2011, 09:14:55
Cor,
Mooi.
Hartelijk dank.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 21-07-2011, 12:49:08

juweeltjes van tekeningen en verhaaltjes, Vreemdeling en Marico oftewel duo Cor&Cor.

ik ben zelf van 1941, dus die beschrijving rond K.Z. is mij volkomen bekend of komt weer bovendrijven;
kan me nog vaag herinneren (of is het de herinnering van de herinnering?) dat, rond Pasen,
ons gezin met het gezin van Cor van Harten naar het braakliggende stuk grond gingen tussen
de van Alkemadelaan, Pompstationsweg en K.Z. om daar te picknicken....
heel eenvoudig....... gewoon lopes er-heen en met de benenwagen terug. ;)
vooral voor het kroost van Cor van Harten moet het toch wel een hele opgave zijn geweest,
want ze moesten nòg verder teruglopen! :D :D :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2011, 13:23:03
Piet.
Deze twee stukjes duin tussen de gevangenis en Klein Zwitserland mij goed bekend.
Ook diverse keren als kind met mijn oiders daar vertoeft.
Tegenwoordig zou het picknick heten. maar wij moesten het toen wel met wat minder doen.
Heten deze twee stukken duin niet de "Landjes van de Rijer " of iets dergelijks..

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 21-07-2011, 15:40:19

Heten deze twee stukken duin niet de "Landjes van de Rijer " of iets dergelijks..

dat zou ik niet weten, Cor.
ik herinner me dat de landjes regelmatige kuilen hadden;
misschien heeft er iets van afweergeschut, bunkers o.i.d. in gestaan.
ik was er nog te jong voor hoor, maar de reputatie van dat gebied als vrij-plaats was mij wel bekend. ;D



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-07-2011, 16:10:43
Piet.
Ik spreek van voor 1940.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 22-07-2011, 10:19:26
Cor,
ik ben toch even wezen speuren met Google Earth en Wikipedia.
en ja hoor er is nog nix mis met je geheugen, landje van Rijers.
en ook niet met de mijne, want ik kende het gebiedje als Duttendel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie......
Oppervlakte 128 ha   
Inwoners (2008) 1050
Overig
Website http://www.duttendelwittebrug.nl/

Duttendel is het nieuwere deel van de wijk Westbroekpark en Duttendel binnen het stadsdeel Scheveningen (Den Haag); Deze (deel)wijk telt ongeveer 1000 inwoners.

Duttendel werd pas na de Tweede Wereldoorlog aangelegd. De nieuw verschenen (deel)wijk was in die jaren te Den Haag en Scheveningen een der eerste locaties waar uitsluitend luxe woningbouw werd gerealiseerd. Zelfs de flatgebouwen die de wijk begrensden konden destijds worden gerekend tot de duurdere woningbouw. Dit gold in hoge mate ook voor het daar geprojecteerde bejaardentehuis 'Oldeslo'.

De naam Duttendel voert op zijn minst terug tot het begin van de 18de eeuw. Op de Kaart van Delfland van 1712 van de hand van de twee gebroeders en landmeters Nicolaes en Jacob Kruikius - ook wel genoemd Cruquius - treft men de Duttendel al aan. Hij wordt op de kaart omringd door een Waterdel, een Kattendel, een Doorndel, een Violendel en nog een Waterdel. Het begrip 'del' staat voor een duinvallei. De toevoegingen spreken meestal voor zich, bij de toenmalige Duttendel is de oorsprong ervan echter onduidelijk. Duttendel is een relatief groene locatie.

Toen de Duttendel nog een min of meer ongerept duingebied was, dus vóór de Tweede Wereldoorlog, werd dit gebiedje door de autochtone Scheveningers vooral aangeduid als het 'Landje van de Reijer(s?)'. Niet duidelijk is of het hier ging om een koppeling van de familienaam Den Reijer aan het bewuste stukje duingrond of dat het een lichte verbastering betrof van een verwijzing naar de in de omgeving gelegen artilleristen (Gele rijders?).
In de straatnamen van Duttendel zijn de namen verwerkt van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet actief waren. Wellicht zijn meerderen van hen gedetineerd geweest in de - tegenover de wijk gelegen - Scheveningse strafgevangenis, in die jaren het 'Oranjehotel' genaamd.
De naoorlogse (deel)wijk kon indertijd worden beschouwd als een der chiquere woonbuurten van Den Haag en Scheveningen. Dit leidde in de volksmond al weldra tot de benaming 'Duitendel' in plaats van Duttendel.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: aat taal op 22-07-2011, 11:07:09
Piet,

dat van die Gele Rijders zou kunnen kloppen. Ik kan mij herinneren dat wij dat gebied de Paardeduintjes noemden

aat taal


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 22-07-2011, 11:10:34
Aat zo kende ik het ook paardeduin


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2011, 07:22:07

Rinus en Aat,

De aanwezigheid van paarden op de genoemde locatie,  kan mede de oorzaak zijn van een manege, in de directe omgeving van deze plaats.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2011, 07:39:27

Piet,

Zo als jij met je ouders en de famile van Cor van Hulten op deze plaats picknick hielden, kan ik mij nog herinneren dat ik met mijn ouders en broers voor de oorlog daar ook hebben vertoefd in gezelschap van de familie de Bruyn. ( Ai Beertje ), de ouders van panel genoot Zier.
Ik denk niet dat Zier er toen ook al bij aanwezig was.
Ai Beertje was een kameraad van mijn vader.

Het zal toen zeker minder luxe zijn geweest als in de na-oorlogse periode, want toen was het de periode van de grote verdiensten van de visserlui.

Wij moesten het doen met een zal ongepelde pinda's, een fles gazeuze en een zak Verkade toffee's.
En toen was dat geluk ook heel gewoon !

Cor.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2011, 10:23:28
Een andere vooroorlogse geliefde locatie om te wandelen was het gebied  bewesten de Waterpartij ( Eendenvijver ).
Dit gebied is nu begrensd door de Duinweg, Belvedereweg en Prof.P,S,Gerbrandyweg.
Wij noemden het gebied toen de Belvedere, wat was afgeleid van de koepel of uitkijktoren ook wel met een mooi woord Belvefdere genoemd.
Deze uitkijktoren stond midden in dit heuvelachtige stuk terrein en van hieruit had men een mooi uitzicht op de Eendenvijver en omringend gebied.

Het was een houten toren en als kind was het een "sport" om zoveel mogelijk herrie te maken door op de houten vloer te dansen en te springen.
Onder deze toren was een kiosk waar versnaperingen verkrijgbaar waren en alleen was geopend bij mooi weer, waar bij verwacht mocht worden dat er bezoekers zouden komen.

Bij sneeuwval in de winter was het een ideale plaats om te sleeën.
Wel iets verder weg dan de stijle dijk van het Seinpostduin naar de Boulevard, maar veel minder gevaarlijk.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 23-07-2011, 11:10:29
Ik heb er een gevonden, was die toren niet groen ???


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 23-07-2011, 11:32:45
ja hans en als die toren eens spreken kon


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 23-07-2011, 11:55:01
Dat zal best Rinus, ik ben er vaak op geweest, was op zondag altijd een drukte van belang ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2011, 12:16:29
Schub,
De toren was groen.
Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 23-07-2011, 12:50:22
ja bij ons ook


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 23-07-2011, 16:36:00
 
                rinus

 maak ons eens wat wijzer
 wat gebeurden er allemaal in die toren dan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 23-07-2011, 17:13:57
Koos, dat willen wij jonkies niet weten ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 23-07-2011, 17:27:05

                rinus

 maak ons eens wat wijzer
 wat gebeurden er allemaal in die toren dan
Poesjes Aaien,en dag ginge ze Spinnen,lief he ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-07-2011, 17:34:31
Zo was deze koepel ook bij ons bekend.

Op de plattegrond van Scheveningen op deze site staat het bos NO en Oost van het Belgisch park als "Nieuw Scheveningse Bosjes" vermeld..

Sedert wanneer heet dit bos zo ?
Bij mij was dit bos bekend als de "Blauwe Bosjes "
Waarschijnlijk had deze naam te maken met de blauwe tram welke aan ZW zijde langs dit bos liep.

Toen ter tijd hadden we de gele en blauwe tram.
Zelfs tot na de oorlog.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 23-07-2011, 17:54:41
Poesjes Aaien,en dag ginge ze Spinnen,lief he 


Greuzemeuzerig is dat allemaal weer!!!! :o :o :o ;D ;D ;D ;D :P :P


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 23-07-2011, 18:02:07
Maar toen Ane me nog gien hangjongere :o :o


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 23-07-2011, 18:02:46
breek ons de bek niet open nostalgiaaaaaa


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 23-07-2011, 18:05:41
breek ons de bek niet open nostalgiaaaaaa
Deugniet (Sallepatter) ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 23-07-2011, 19:02:48
ik weet niet meer hoe het hete maar het was er fijn vertoeven vooral na zonsondergang


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 24-07-2011, 22:41:33
Ik herinner mij de zondagse wandelingen naar de eendjesvijver heel goed. We hadden het nooit over de eendenvijver, maar eendjesvijver. De westelijke zijde van de waterpartij, in de diepte, waar het terrein hoger lag, noemden wij de zwanenvijver. Mijn vader op zee, mijn moeder vanaf Duidorp met vijf kinderen naar de eendjesvijver in de zondagse kleren (omstreeks 1955). Met oud brood voor de eendjes en ongepelde pinda's, die we de zaterdag ervoor bij Moor op het Tesselseplein kochten, voor de kinderen. Geld voor ijsjes was er niet en Exota was nog niet op de markt. Drinken kregen we pas als we weer thuis waren. Ik kan de route nog dromen. Over de brug, Kranenburgweg, Wilem de Zwijgerlaan (Koeleman Haarden) Eisenhouwerlaan, Promenade.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: B@rtW. op 24-07-2011, 23:33:01
Ja, ik kan mij die route ook nog sterk herinneren, zelfs de stortbui op ons dak op de terug weg en dan ook nog zeiknat thuis komen in je zondagsekleding maar dan waren de rapen wel goed gaar!!!! >:( >:( >:( :( :( :( ;D ;D ;D ;D ;D ;D
B@rtW.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-07-2011, 15:17:50
Metser,
De wandeling heeft dan wel na de oorlog plaats gevonden, daar voor de oorlog er geen Generaal Eisenhowerlaan bestond.
Gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Metser op 25-07-2011, 19:29:36
De wandeling heeft dan wel na de oorlog plaats gevonden,

Ik ben van 1949, een jonkie in uw ogen (die blijkbaar wat slechter worden) ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-07-2011, 08:00:30
Metser,
Jij hebt gelijk.
Ik heb te vlug gereageerd.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-08-2011, 13:34:43
Het raadsel omtrent de keizersvis is opgelost.
Zie antwoorden 662,675 en 679
Ik heb bericht ontvangen van bureau van toerisme in Etaples

Ik plaats achtereen volgens de betreffende folder, de antvangen brief en de Nederlandse vertaling van de betreffende brief


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-08-2011, 13:37:11
1e deel vande folder


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-08-2011, 13:39:40
De ontvangen brief deel 1


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-08-2011, 13:40:26
deel 2


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-08-2011, 13:45:25
De Nederlandse vertaling

Geachte Meneer C. Spaans,

Juli j.l hebben wij van U een schrijven ontvangen met betrekking tot de Nederlandse vertaling van onze brochure. Met een welgemeend ( groot) interesse hebben wij Uw vraag behandeld en zijn vandaag  in staat U enkele antwoorden op Uw vraag te kunnen geven.

Voordat we dit doen, hechten wij eraan U te bedanken voor het door U getoonde interesse m.b.t. onze instelling. Vele  bezoekers uit het buitenland bezoeken jaarlijks Mareis en vertrekken daarna opgetogen.  Om de Nederlandse bezoekers te voorzien van additionele informatie, stellen wij hen , zoals U hebt kunnen constateren , ter ondersteuning bij hun bezoek,een bochure ter beschikking.

Dankzij Uw medewerking, zijn wij vandaag in de gelegenheid in deze brochure een fout te herstellen  met betrekking tot de soort „ Keizervis“

Zoals U vermeldt in Uw brief, komt de hierboven genoemde vissoort niet in de noordelijke zeeën van Europa voor en wordt dus ook niet  door de industriële trawlervissers bevist. De industriële visvangst van Boulogne- sur- mer is verdeeld over drie verschillende zones:

De wateren rond de Faroer Eilanden, ten westen van Schotland en ten westen van Ierland waar men op de vissoorten van die op grote diepte voorkomen vist. Hier betreft het de grenadier, de zwarte zwaardvis, siki,  of ook nog de blauwe lingue. Deze soorten zijn bedoeld voor de vismarkt voor vers gevangen vis, in de vorm van visfilet en dus voorbehouden aan de trawlers voor de verse visvangst.

De Noordzee,  waar de zwarte plaats bevist wordt, l’eglefin, le merlan. Deze soorten worden bevist door zowel de trawlers voor de verse visvangst als de bevroren vis.

De zee rond Noorwegen en de wateren rond Spitsbergen waarbij de rederijen van Boulongne een gedeelte van de franse quota voor kabeljauw controleren.  De grote afstand tot deze  zone schakelt de trawlers voor de verse visvangst uit en het zijn dus de trawlers voor de bevroren vis die deze quota elk jaar vangen.

Met betrekking tot het aan de bezoekers ter beschikking gestelde document  is de echte bedoelde vissoort, zoals U dat reeds vermeld in Uw brief, van de familie van de scorpaeniden, die men terugvindt op het continentale plat van de noordoostelijke Atlantische oceaan ( op een diepte van 100 tot 600 meter, in water van ongeveer 2 tot 6 graden) . Het gaat hier inderdaad onder andere om de rascasse en meer in detail om vertegenwoordigers van het soort Sebaste ( Perca marina, Sebastes norvegicus)

Wij bedanken U zeer hartelijk voor Uw interesse en hopen  een antwoord gegeven te hebben op al Uw vragen.

In de hoop U weer te mogen begroeten in onze mooie Stad van de Vissers en aan de Opale kust,

verblijven wij,  Meneer, met de meeste hoogachting,

                                                                       De Burgemeester van d’Etaples-sur-mer                                                                                Jean –Claude Baheux

Visa OMT

Vincent THEETEN



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 25-08-2011, 07:16:06
Dat is een duidelijk antwoord Vreemdeling, hier heb je meer aan dan het halfslachtige antwoord van het visserij museum van Oostende. ;)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-10-2011, 18:04:41
Geluk nummers.

Heel veel van onze plaatsgenoten hebben vaak geloof gehecht aan een geluks nummer.
En dan wel zeer speciaal het nummer 9.
Ook een samenstelling van diverse cijfers, met een totale waarde van 9 is hierop van toepassing.
Voorbeeld .....171 geeft als de 3 cijfers bij elkaar worden opgeteld een totale waarde van 9
Meerdere combinaties zijn mogelijk zoals 18, 27, 36, 45, 54 enz.

Als goede calvinisten zouden wij hierin niet moeten of mogen geloven, maar er waren meerdere zaken waar soms heel vaak “ geloof ” aan werd geschonken.
Als voorbeeld.....
Een bezem in de krebbes zou een slechte vangst betekenen, ook al was de vleet uitgezet met de woorden...... Geschoten met vlijt, Gods zegen op onze arbeid.

Of bij het vertrek van een logger bij het afscheid nemen van de bemanning een pastoor of nonnetjes langs de haven te zien lopen,
Dit zou een “misse” reis kunnen betekenen.
Maar vaak werd er wel “Zegen en Bewaring “gewenst.

Eveneens een paard te zien bij zo'n vertrek zou “bries “ tot gevolg hebben.
Maar dat scheen alleen van toepassing te zijn op een ruiter te paard, want aan de haven waren meerdere paarden te zien van o.a. de firma Thijssen, die boeren- nettenkarren verplaatsten vanaf de schepen naar het boetsterland en erf of  tegengesteld.

En voor Scheveningen had dan dit cijfer 9 veelal betrekking op de besommingen van schepen die aan dit criteria voldeden
En dit zeker in de naoorlogse jaren.
Hieruit volgt dan automatisch de verdienste voor  de opvarenden van deze schepen.

Ik ben het is gaan bekijken of dit werkelijk zo was zonder gebruik te maken van statistieken of rederij gegevens, en al heel snel kom je ook tot de conclusie dat hierin een zekere waarheid zich verschuilt.

Maar is dit wel zo ?
Reeds voor de oorlog waren er schippers die er bekend om stonden dat zij met hun schepen  goede en grote besommingen maakten.
Bekende namen zoals Baarthout Rog, Gouwe Giel ( Giel Pronk) , Kees de Bok ( Kees de Graaf), Kees de Schar en Bram Rog  waren voorbeelden hiervan.
Willem de Goudzak zal zonder twijfels zijn naam wel van zijn voorgeslacht hebben geërfd.
Maar geen van deze personen waren schippers op schepen waarvan het visserij nummer  9 of een combinatie van deze cijfers was.
In sommige gevallen was het motor vermogen van deze schepen groter dan normaal en waren zij uitgerust met een “zender “ ( Radio telefonie installatie).
Zoals de loggers Sch.15 ( Bep ). Sch.130 ( Clara ) en als nieuw gebouwd schip de Sch.118 ( Oceaan  V ).
Door het grotere motor vermogen kon meer snelheid worden gemaakt, gevolg hebbend in een snellere uit- en thuisvaart en zo mogelijk meer visdagen.
Ook naar zee te vertrekken bij slecht weer, als andere schepen dit niet aandurfden
En ook niet te vergeten dat er veelal langer gevist kon worden bij slecht weer, als de wat oudere  schepen hiertoe niet in staat waren.
En ook de mogelijkheid om op andere visgronden te opereren ( Het Kanaal ) en over te schakelen op andere vismethoden ( Trawlvisserij )
De totale besomming van de doorsnee logger was in 1938/39 was de 27 a 30 duizend gulden. ( dus schepen die niet aan het eind van het seizoen hun geluk beproefden met de Kanaal visserij )

En met de radio telefonie installatie kon men andere schepen beluisteren en als deze beluisterde schepen hogere vangsten wisten te melden, kon men als nog van visserij positie verwisselen of bij hun tocht naar de visgronden meteen naar een gunstige
positie opstomen om ook daar hun geluk te beproeven.
Ook een regelmatig contact met de reder was van toepassing, zodat ook een gunstiger markt in het vooruitzicht tot de mogelijk behoorde.
Was het gezegde niet...... Haring vangen is geen kunst, maar de markt mee varen,  dat is pas kunst !

Bekijken wij de naoorlogse periode dan zien we ook al gauw dat de grotere motoren
hogere besommingen maakten.
Sch. 118 en Sch. 225 waren gelijkwaardige schepen en overeenkomstig ook hun besommingen, maar alleen de Sch.225 valt in de categorie van het cijfer 9.
En misschien mogen we ook de Sch.23 en Sch.104 hierbij betrekken.

Wat later de Sch. 36 en Sch.9, maar hier hier gaat het om ex. trawlvisserij schepen met grotere motorvermogen en  beide schepen voldoen toevallig aan het cijfer 9.
Ook kan men in deze vergelijkingen de Sch. 6 en Sch.333 mee nemen en hierbij is er weer één die aan het cijfer 9 voldoet.
Hierna kwamen de Sch.21 en Sch.24, beide gelijk waardig, evenals de Sch.54 en Sch. 196 , waarvan alleen de Sch.54 aan het criterium voldoet.

Maar niet alleen deze schepen maakten grote besommingen.
Eén der niet moderne loggers had eens een zo grote eind besomming , dat één van de “geluk schippers” van dezelfde rederij door haar werd voorbij gestreefd en de  jaloerse collega de reder verzocht om met de vleet van zijn concurrent het volgende seizoen te mogen vissen.
Hier werd dus het geluk om haring te vangen toegerekend aan de gebruikte netten ofschoon die hetzelfde waren als hij zelf had gebruikt.

Niet allen bij de haring visserij schepen waren er verschillen, maar ook bij de kottervloot.
De Sch, 1, 18, 34 en 65 waren hier de koplopers. Ook hier waren het de modernere schepen met grotere motorvermogen, betere uitrusting en een  beter soort schepen.
Zij benutte dan ook de mogelijkheden om behalve in de kustwateren ook in de Sylt te vissen en in span haring te trekken bij de Sandettybank en in het Kanaal.
De overige kust vissers, zoals de Sch. 10, 11. 12. 62, 67, 71 en 74 , veel al van het schokker type,  hadden niet het vermogen om concurrentie te bieden aan de voorgaande groep.
Alleen de Sch. 18 van deze groep voldoet aan het geluksgetal.

Ook moet in ogenschouw worden genomen dat de “geluk schippers “ weinig of geen problemen hadden met het aanmonsteren van een dek bemanning en hadden dan ook de beste arbeidskrachten voor het uitzoeken.
Hieruit volgt dan ook weer een betere behandeling van de gevangen vis en een hogere opbrengsten van de verkochte haring of vis.

Gezien de hogere besommingen van de grote en modernere loggers werden al heel snel grotere en nog modernere loggers en kotters gebouwd.
En ook hier zien we dat deze schepen betere besommingen maakten als de ouderwetse schepen.
De schepen werden steeds beter uitgerust met moderne navigatie middelen en instrumenten voor de opsporing van vis of haring.
Nieuwe vismethoden werden toegepast en andere visgronden werden bezocht.
Maar slecht enkele schepen voldoen aan het criterium 9 en dat zijn alle schepen van de firma Vrolijk uit IJmuiden. Varend onder het Scheveningse  visserijnummer 27,117, 135., 153, 171 enz.
Maar ook deze schepen waren niet altijd even gelukkig.
Misschien wel in het vangen van vis, maar ook scheepsongevallen bleven deze schepen niet bespaard.

Maar ook hieraan kwam een einde.
De koek was op.
Veel schepen werden opgelegd en verkocht.
Slechts enkele schepen bleven over en hiervoor in de plaats  kwamen nog grotere en modernere schepen en werden als het ware drijvende “fabriek” schepen.

En nog steeds zijn er ook hiervan schepen die voldoen aan het cijfer 9,  maar of er momenteel een verschil in verdiensten is binnen deze categorie van schepen, is mij onbekend.

Is het geluksgetal dan toch een sprookje ?



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Pieterman op 26-10-2011, 21:45:58
Geluk nummers.

En een mooi cijfer van de juffrouw voor Uw opstel. Vooruit, een 9 en bij volgend opstel mag U met kleureninkt schrijven.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-10-2011, 07:48:24
Vera,
Leuke combinatie van het cijfer 9
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 27-10-2011, 18:21:13
Beste Cor . Weer zo`n mooi stuk .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 02-11-2011, 07:42:05
Trouwfoto.

Gezien mijn leeftijd had ik het idee dat ik nu wel alles zo'n beetje had gezien wat er rond trouwerijen te zien zou zijn.
Maar afgelopen September tijdens een vakantie in Wimereux,  maakten mijn vrouw ik ik het volgende mee..

Iedere avond waren wij gewend om een wandeling langs het strand te maken.
Liefs langs de “naad “van het water, zoals we dat op z'n Schevenings plachten te zeggen.
En dat was op deze plaats alleen mogelijk bij afgaand tij of bij laag water, want bij hoogwater stond de zee tot aan de zeedijk met wandel boulevard.
Door het grote getij verschil is er bij laag water een groot stuk strand disponibel en aangezien het tijdstip van de wandeling bijna gelijk met het tijdstip van laagwater viel, moesten we al een heel eind lopen aleer we bij scheiding van zee en land waren.
We hoefden gelukkig niet een afstand door mul zand te sjouwen, want mul en droog
zand was er in deze badplaats niet.
Het was een prachtige dag, windstil, een spiegelgladde zee en een schitterende zonsondergang.
Door het vrij late uur was  het op het strand doodstil en voor de Franse badgasten op de wandel boulevard zo  langzamerhand tijd voor de avond maaltijd.
En de op deze boulevard geplaatste houten strand hokjes werden door de badgasten verlaten of er werd aanstalten gemaakt om verlaten te worden..

Richting zee lopend merkten wij niet dat een ander groepje personen, dat zo'n 300 meter van ons was verwijderd , vanaf een andere afgang naar het strand, parallel met ons ook richting zee liepen.

Eenmaal bij de zee aangekomen vervolgde wij onze wandeling langs en gedeeltelijk in het water  en merkten toen pas dat ook  anderen zich dicht bij de “naad van het water “ bevonden.
Dichter bijkomend bleek het een bruidspaar te zijn en een derde persoon.
Zonder enig oponthoud liep het bruidspaar de zee in en al spoedig stond het bruidspaar gekleed en wel tot ruim kniehoogte in het zeewater.
Wel had de bruid haar sluier op het natte zand achter gelaten en de bruidegom een meegebrachte citybag
De bruid gekleed in een prachtige lange witte strapless bruidsjapon en de bruidegom in een keurig donker kostuum met stropdas.
.
De eerste reactie van mijn vrouw was... zijn die gek geworden,.... zij kan die trouwjurk zo naar de stomerij brengen.
En mijn reactie was dan ook ..... en hij ook zijn donkere pak.
De onderzijde van de jurk was de eerste ogenblikken, als een witte krans drijvend op het water, nog rond de benen van de bruid, maar al heel snel was de stof van de jurk verzadigd van het zeewater en zakte naar beneden.

De derde persoon , een jonge vrouw, zat op het natte zand en was bezig haar schoenen en panty uit te trekken en al snel stond ook zij bij het bruidspaar in het water.
Niet zo diep als het bruidspaar, want anders werd schijnbaar haar rok nat.

Het bleek, dat zij de fotografe was en al direct gaf zij aanwijzingen hoe het bruidspaar moest gaan staan om de leukste foto 's te kunnen maken .
En al heel gauw zaten bruid en bruidegom op hun knieën in het water en werden andere capriolen voorgesteld en uitgevoerd en was er van bruidsjurk en kostuum weinig meer droog.

Na nog een paar honderd meter te hebben doorgelopen verhinderde een rots formatie op het strand onze doorgang en keerden wij terug naar ons uitgangspunt.
Het bruidspaar was ondertussen ook uit het water gekomen en de bruid stond in de kortste keren ontdaan van trouwjurk en andere kleding stukken, in haar “nakie”, te midden van het groepje van drie..
De galante bruidegom schermde wel met een grote badlaken zijn bruid af, zodat nieuwsgierige blikken van af de boulevard haar jeugdige lichaam niet konden begluren.
Eventuele gluurders zouden toch al weinig te zien hebben gekregen, want de afstand van bruidspaar tot aan de boulevard was ruim 200 a 300 meter.
De zeezijde waar wij liepen vond hij schijnbaar geen probleem. Wij waren waarschijnlijk volgens hem te oud om ons hierin te kunnen verlustigen.

Terug gekeerd zijnde op de boulevard zagen wij op afstand ook het bruidspaar aanstalten maken om het strand te verlaten.
De bruid gekleed in pantalon en truitje en de bruidegom nog steeds in zijn natte kostuum.
De bruid met haar sluier in haar handen, de bruidegom met een grote vuilniszak waar waarschijnlijk de kletsnatte bruidsjapon in zal hebben gezeten en de fotografe met de citybag.

Wat heeft dit bruidspaar er toe gebracht om zulke exclusieve foto's te laten maken ?
Is het een symbool verband houdend met het huwelijks bootje ( water ) of is het een nabootsing van een Griekse tragedie ?
Maar voor beide werd het met voorbedachte raden gedaan en het was zeker geen spontane opwelling , want anders had de bruid geen vervangende kleding meegebracht.
Een stunt of een opname voor een film kan het ook niet geweest zijn, anders waren er veel meer toeschouwers en bijbehorend personeel aanwezig geweest.

Dat de zee en de ondergaande zon een geliefde plaats is om bruidsfoto's te maken. bemerkten wij ook weer de volgende da, toen een ander bruidspaar eveneens  foto's liet maken.
Maar zij beperkten zich tot alleen maar tot de boulevard met de zee en ondergaande zon op de achtergrond.

Maar heb ik op deze site ook niet eens iets gelezen van een foto sessie op een der havenhoofden ?
Was het niet een bruidspaar waarvan de bruid in het rood was gekleed ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: koosje 1 op 06-11-2011, 15:58:47
cor
dit is een nieuwe trend
mensen vinden het zonde dat de bruidsjurk maar 1 keer gebruikt wordt en maken later(meestal in het water) een nieuwe reportage
groetjes koosje


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 08-11-2011, 18:09:46
Koosje 1

Is het dan een "in het water gevallen huwelijk of wordt er dan pas bekeken of de huwelijks verbinding "" waterproof " is ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-11-2011, 17:57:19

Op het onderwerp "Geluk Nummers " kreeg ik per e-mail de  volgende leuke reactie  van een familielid .
Dus er zijn  meerdere mogelijkheden.
Dit was mij niet bekend.


Cor,
Met Jacob v d Zwan van Jaczon zat ik in klas 3 van de HBS.
Hij vertelde me ook dat zijn familie de voorkeur gaven aan een door 9, maar tenminste door 3 deelbare nummers (bv. 21, 24, 120) voor de schepen.
Een uitzondering maakten ze voor hergebruik van oude bestaande nummer (bv. 110, 118)

Cor

 

 
 
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: roker op 11-11-2011, 19:44:36
Cor , bedankt .

Henk K .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: peter.rog op 12-11-2011, 08:15:39
 
Watersnoodramp 1953.

goed stuk, Vreemdeling.
mijn vader was een redelijk gesloten type, dus veel van wat jullie daar hebben meegemaakt is mij onbekend gebleven.
van de organisatie door ene Flip was me helemaal niets bekend.
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 13-11-2011, 12:39:30
Cor!

Was het deze man?

In de jaren 50,stuurman/ schipper bij A.T.


gr. Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-11-2011, 14:32:14
Bij het plaatsen van het van het verslag Watersnoodramp is door mij een fout gemaakt zonder het te zien.
Bij het nalezen van het verslag op de site ben ik tot deze ontdekking gekomen.

Door diverse passages te knippen, kopiëren en te plakken is een der antwoorden verloren gegaan.
En juist dit antwoord heeft mij aan het schrijven gezet.


Antw. 200  van Roker
Kan U misschien ook een stuk schrijven over de watersnoodramp . Ik heb wel verhalen gehoord en heb het niet bewust mee gemaakt . Ik was een half jaar oud . De ramp in Zeeland en de hulp van Scheveningen is toch ook een stukje geschiedenis die niet verloren mag gaan . Over een jaar of 20 kunnen wij jongeren het alleen vertellen van verhalen . U hebt het tenslotte mee gemaakt met velen


Vraag aan Rinus Nutbeij   
Zou deze passage als nog kunnen worden toegevoegd aan het verslag onder de andere reeds geplaatste antwoorden.?

Bvd

Cor


Post Boy
Mooie foto
Ik wist dat hij later schipper was geworden




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 13-11-2011, 14:42:52
Hoi Vreemdeling
Weet u ook dat Flip Bal ook meester was op de visserijschool.
Hij heeft me ook gevraagd bij hem te varen .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-11-2011, 15:24:07
Topic Cafe de Arena (geschreven door Vreemdeling)

 antw. 194  van Piet
(vrij naar Johan Bodegraven, geld inzamelingsactie Watersnoodramp 1953, niet bekend bij onze junioren)
 antw. 196 van Vreemdeling
Ook ik was hierbij aanwezig .
Een buslading vol met Scheveningse mannen en vrouwen was in de studio vertegenwoordigd, om een geldbedrag aan te bieden t.b.v.de slachtoffers van de watersnoodramp 
 antw. 198  van Piet .
Ook omdat mijn vader zich verdienstelijk maakte met het redden van mensen met logger sloepen
antw. 199 van Vreemdeling
Ik was ook een van deze mensen die met logger sloepen geprobeerd hebben mensen te redden.
Ik meen dat Flip Bal de animator was..
Antw. 200  van Roker
Kan U misschien ook een stuk schrijven over de watersnoodramp . Ik heb wel verhalen gehoord en heb het niet bewust mee gemaakt . Ik was een half jaar oud . De ramp in Zeeland en de hulp van Scheveningen is toch ook een stukje geschiedenis die niet verloren mag gaan . Over een jaar of 20 kunnen wij jongeren het alleen vertellen van verhalen . U hebt het tenslotte mee gemaakt met velen

Naar aanleiding van deze antwoorden wil ik proberen hier iets over te schrijven.
Veel herinneringen hierover zijn mij ontschoten en van het geen ik nog wel weet, zal ik proberen hiervan een verslag te maken.

De Watersnoodramp vond plaats in de nacht van 31 januari / 1 februari 1953.
De hoofd oorzaak hiervan was een NW storm en een hierbij samenvallend springtij en de hierdoor ontstane hoge waterstand, veel dijken hier niet tegen bestand waren.
De 31ste. januari viel op een zaterdag.
Ik zelf was thuis met studie verlof en gebruikte deze verlof periode niet alleen om te studeren, maar ook om in het huwelijk te treden en wat  3 weken eerder had plaatsgevonden.
Deze zaterdagavond waren wij nog bij mijn ouders in het dorp op bezoek gegaan en op de terug weg naar de Menninkstraat hadden we al erg veel last van de harde wind. En zeker op de  open stukken van de Westduinweg rond het politie bureau en rond de “Hennephof “ kerk.
Mijn vrouw herinnerde mij er aan dat zij blij was,  dat ik in dit stormachtige weer thuis was, maar had wel zorgen over haar vader, die met de Sch.305 in zee was voor de trawlvisserij.
De mensen die zich niet op straat vertoonden, zaten voor de radio te genieten van de kwis “Wie klimt er mee tot boven in de mast “, een toen ter tijd zeer populair programma van NCRV radio-omroep, geleidt door  kwis-master Johan Bodegraven, zich niet realiserend dat het die nacht een ware spook nacht zou worden

Die nacht hoorden we wel het geloei van de wind rond het huis, maar waren ons niet bewust wat er deze nacht in andere delen van ons land zou plaats vinden..
Zelfs de volgende morgen waren wij ons nergens van bewust een gingen om half tien , zoals wij dat toen gewoon waren , naar de kerk.
De wind was er nog wel, maar de sterkte van de wind was wel iets afgenomen.
Ik denk dat heel weinig mensen zich bewust waren van de gevolgen van deze zware storm in diverse gedeelten van ons land en eveneens in onze woonplaats.
Hoeveel mensen luisterden op zondag morgen naar de radio ?
En televisie was er “zo wie zo”  in weinig Scheveningse gezinnen te vinden.
En het was dan nog de vraag of zij dan op zondag morgen naar de televisie keken.
En zelfs de dominee gedacht in zijn gebed niet eens aan slachtoffers en de  rampspoed in andere delen van ons land.
En er waren weinig nieuws meldingen, want verslaggevers waren in het rampgebied niet aanwezig en zullen waarschijnlijk na het vernemen van de eerste meldingen zich met grote spoed verplaatst hebben naar de plaats des onheils.
Waarschijnlijk hoorden we in de loop van de dag nog wel wat nieuws over de vernielingen op de boulevard van onze badplaats en de diverse vernielingen en schade aan schepen in de haven en van materiaal op de kaden.
En ook over de water overlast ij de Keizerstraat
Door de reders zal zeker de benodigde arbeidskrachten zijn opgeroepen om de schade aan schepen en op de kade aanwezige goederen te herstellen of proberen te vrijwaren tegen verlies of schade.

En langzamerhand werden ook de feiten bekend over de rampspoed in de andere delen van ons land, maar de bevolking had nog steeds geen benul van de aangerichte schade en het aantal slachtoffers.
En ook hoorden wij gelukkig niet van verliezen en ongevallen op onze buitengaats zijnde vissers vloot.

Ook het gebruikelijk 2e kerkbezoek werd door velen nog normaal gedaan en de avond zal door de meesten mensen in gepaste rust zijn doorgebracht.
De volgende dag moest er weer worden gewerkt of zouden andere bezigheden onze aandacht moeten hebben

Voor mij gold dat ik de volgende morgen weer de lessen moest volgen op de plaatselijk zeevaartschool aan de Vissershaven weg. 
Op deze school werden toen de 2 jarige cursus gegeven tot opleiding van stuurmans leerling en de vervolg cursussen voor 3e, 2e en 1e stuurman Grote Handelsvaart.
En in de wintermaanden werden ook de cursussen gegeven voor stuurman of schipper voor de visserij.

Ik was vroeg van huis gegaan zodat ik nog een blik kon werpen op de vernielingen aan de boulevard en op het vrachtschip Carthago, dat door de storm op het strand was verdaagd ter hoogte van de Seinpost.
In de doorgang van de oude haven naar de boulevard sloot ik mij aan bij een groepje visserslui, welke ook nieuwsgierig waren naar de bezienswaardigheden.
De meeste van hen waren ook leerlingen van de zeevaartschool die in de winter maanden de cursus stuurman of schipper voor de visserij wilden volgen.
Enkele personen van rond de 40 jaar oud en de overigen van rond de 20 jaar oud.
De gevoerde gesprekken waren zoals begrijpelijk over deze zware storm en de aangerichte schade.
En natuurlijk ook het gestrande vrachtschip Carthago, maar het meest belangrijkste was voor hen wel het vergaan van de trawler Catharina Duyvis IJM 60. Thuisstomend vanaf de visgronden werd zij op zondag 1 februari in IJmuiden verwacht.
Nog regelmatig werden berichten van het schip ontvangen via de radiotelefonie maar na lange tijd niets meer van haar gehoord te hebben werd het ergste gevreesd.
Later is dan ook gebleken dat de trawler op zondag 1 februari na 13.00 uur moet zijn vergaan.
En enkele van deze groep mannen hadden bekenden of familie op dit schip varen.

Ook een van deze belangstellenden was dhr.Flip Bal.
Een man van omstreeks 40 jaar oud.
Ik kende hem goed, want hij was bevriend met mijn oom en meerdere malen had ik hem in mijn jeugd ontmoet en toen ik in 1947 als prenter / afhouder in mijn school vacantie van de Zeevaartschool op de Sch,51 Mentor aan monsterde,  was hij stuurman op dit schip, waarvan zijn jeugdvriend schipper was.
Ook was hij in Scheveningen “beroemd “ geworden door de stranding van de SCH.102 Maarten, op de buiten zijde van het noorder haven hoofd.
De meeste bemanningsleden werden na diverse pogingen,veel inspanning en risico voor het verlies eigen leven, door de reddingsboot  “Zeemanshoop” gered,  Flip Bal echter wist als enige, al zwemmend in de ruwe zee en branding,  het strand te bereiken.
Een 2e persoon die zijn voorbeeld volgde, is jammerlijk hierin niet geslaagd en heeft deze poging met de dood moeten bekopen.

Het was deze Flip Bal, kennende de gevaren van de zee, die in de groep vroeg of wij als zeevarenden,  en met de gevaren van de zee goed bekend, niet iets konden doen voor de slachtoffers van de overstromingen op de zeeuwse- en zuidholland-se eilanden.
Dat zou alleen maar mogelijk zijn met vaartuigen met een geringe diepgang.
Zeker als het binnendijkse gebieden betrof.
Het enige vaartuig wat hiervoor in aanmerking kwam, was de sloep.
Hiervan waren er genoeg op Scheveningen voorradig, maar niet in loodsen of werkplaatsen opgeslagen.
Op enkele na bevonden zich de meeste sloepen op de achterdekken van de in de haven liggende loggers, wachtende op het nieuwe haring seizoen.
Om deze sloepen te kunnen gebruiken, was natuurlijk wel een toestemming nodig van de reders van de betreffende loggers.
Maar niet alleen sloepen waren nodig,  maar ook mannen die deze sloepen konden bemannen. Het moesten dan ook wel mannen zijn die de roei kunst machtig waren.
En om het rampgebied te komen was er transport nodig voor de sloepen en haar bemanningen.
Flip Bal was stuurman op een der schepen van de rederij A.T.
Hij stelde voor om bij de reder te vragen of hij voor het “goede doel “enkele sloepen mocht gebruiken en de mogelijkheid van eventueel transport.
In de oorspronkelijke groep waren niet voldoende vrijwilliger zodat er nog wat mensen moesten bij gezocht.
Flip Bal ging de reder benaderen en de rest van de groep ging naar de zeevaartschool voor het volgen van de lessen.
Bij de leerlingen van de cursussen voor schipper en stuurman vonden wij de nog benodigde aanvulling van vrijwilligers, zodat het plan door kon gaan.
In de rookpauze zou verder beraad volgen als Flip Bal met de reder had gesproken.
De reder stemde er in toe en zou 3 sloepen van de loggers laten halen en stelde  twee vrachtauto's beschikbaar, niet direct,  maar in de loop van de middag.
De afspraak werd gemaakt dat wij op een bepaald tijdstip elkaar weer zouden ontmoeten en dan klaar te zijn voor vertrek.
Wat er op neer kwam dat iedereen voldoende warm gekleed zou zijn voor de verwachte werkzaamheden en lieslaarzen als schoeisel zou hebben.








Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-11-2011, 15:28:55
Rinus
Klasse
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-11-2011, 15:29:39
vervolg
ook van Vreemdeling
Er zal ongetwijfeld wel contact zijn geweest tussen de reder en hulporganisaties om te informeren of hulp nodig was en of wij met het ons beloofde materiaal bruikbaar waren.
Het antwoord zal zeker positief zijn geweest want in de namiddag vertrokken wij met 2 vrachtauto's naar het ramp gebied.
Een comfortabel vervoer was het niet, want behalve de sloepen moesten ook wij een plek vinden in de laadbak van de open vrachtauto's.
Gelukkig was het voor de tijd van het jaar na de hevige storm, nu wat rustiger weer en gelukkig geen vorst.
Wij hadden er al op gerekend dat het een minder aangename periode zou worden en waren hierop voorbereid door ons goed te kleden, waar we nu al baat bij hadden,  tijdens dit ongebruikelijke transport.
Het was al donker toen wij op onze onbekende bestemming aan kwamen.
Na  de sloepen afgeladen te hebben konden wij onderdak vinden in het ruim van een binnenvaart schip. Waarschijnlijk was het een schip van de genie of de vaartuigendienst van het Nederlanse leger.
Dit schip naar zo bleek, was een tijdelijk commando centrum voor deze sector van het rampgebied..
De vrachtauto's keerden naar huis terug om de volgende morgen weer dienst te kunnen doen bij hun werkgever.

In de duisternis van de avond en nacht konden we toch niets meer ondernemen en moesten noodgedwongen blijven wachten tot het daglicht van de volgende morgen .
De nacht hebben  wij doorgebracht in het ruim van het binnenvaart schip waar we een slaapplaats vonden in het stro wat op de boden van  het ruim was uitgespreid, zodat niet op de houten vloer  moest worden geslapen.
De meesten van ons waren dat wel gewend .Het enige verschil hier of met het slapen in je “kooi “in het voorin aan boord van een logger, was alleen maar het   jute omhulsel van de strozak.
Ook werden ons wat leger dekens gegeven
Gelukkig hadden we ons warm gekleed, zodat we die nacht geen “armoe” hebben geleden. Maar we wisten het van te voren, het zou geen plezier reisje worden.
Waar we terecht waren gekomen is mij ontgaan zoals meerder zaken van deze gebeurtenis nu zo'n 58 jaar geleden. Gedeeltelijk hadden wij een groot stuk in het donker gereden en zodoende ook geen verkenningspunten hadden kunnen waarnemen.
Het meest voor de hand liggend is de plaatsen Willemstad of  Numansdorp, gezien de plek waar wij de volgende morgen werden ingezet, n.l. het eiland Goeree-Overflakkee.
Het schip waar wij ons onderkomen op hadden,  bracht ons die morgen over het Volkerak of het HollandsDiep, naar het aan de overzijde van het water liggend eiland.
Met onze sloepen op sleeptouw achter het schip.
Aan de overzijde van het water, bij een bres in de dijk, ging het schip voor anker en konden wij de sloepen bemannen en een aanvang nemen met onze “reddings- pogingen”, waarvoor we uiteindelijk waren gekomen.
Of we dit een  reddings poging mogen noemen lijkt mij erg dubieus, want inmiddels was het al ruim 2 dagen geleden dat hier de dijk was bezweken.
De communicatie onder de verschillende posten van waaruit hulp werd geboden was zeer gebrekkig. Een rampen plan bestond niet en een groot deel van de hulp  was geimproviseerd. Veel telefoon verbindingen, zoals eerder al is vermeld, waren uitgevallen en het onderling contact tussen de diverse commando posten werd onderhouden met veld telefoons , walky-talky's  en draagbare radio- telefonie intallaties en werden bediend door leger  personeel..

Al roeiend, na de bres in de dijk achter ons te hebben gelaten, kwamen we in een grote open vlakte van water. Het verschil tussen binnen en buiten de dijk was alleen,  dat op de door ons bevaren waterplas het beeld werd bepaald door boven het wateroppervlak uitstekende daken of gedeelten van huizen.
Het was een heel eind roeien eer we bij de eerste boerderij kwamen.
Op geschreeuw van de boot bemanning bleef het doodstil en geen mens kwam te voorschijn. Het zou al erg vreemd geweest zijn als er wel iemand aanwezig was, gezien de staat waarin de boerderij verkeerde.
Maar er zijn altijd personen die een andere mening hebben en hun huis niet willen verlaten.
Maar de ravage veroorzaakt door de kracht van het water was heel duidelijk merkbaar aan het huis en .de bijgebouwen.
Hadden we op onze roeitocht al veel drijvende kadavers van verdronken vee gezien, nu zagen we rundvee op een punthek gespietst, welke in doodsnood geprobeerd hadden over dit hek te springen en zo op een smartelijke wijze aan hun eind zijn gekomen
Verder roeiend kwamen we bij het dorp Den Bommel. Ook hier hetzelfde trieste beeld wat we al eerder op onze tocht hadden gezien en ook hier geen sterveling.
Doodse stilte, alleen het geklots van het water tijdens het roeien.
Maar ook wij waren niet zo spraakzaam meer na het zien van al deze vernielingen, veroorzaakt door de kracht van het water, en het jammerlijk verdronken vee.
De enige levende wezens die wij hebben gezien tijdens onze tocht, waren een kip en een rat broederlijk naast elkaar op een stuk wrakhout.
In de vrije natuur zouden zij elkaar ontlopen hebben.

Met opkomend getij waren we aan onze tocht begonnen en bij het kenteren van het getij was het tijd om weer aan de terugtocht te beginnen en ook nu weer gebruik makend van de stroming.
Laat in de middag keerden we teleurgesteld terug op ons uitgangspunt, waarna verslag werd uitgebracht van onze bevindingen.
Na overleg met andere hulpposten  werden wij verzocht om naar het dichts-bij zijnde gebied te komen, om daar van dienst te kunnen zijn.
Maar de invallende duisternis verhinderde dit en moesten nood gedwongen tot het daglicht van de volgende morgen wachten,
Wij wilden nu ook wel eens wat eten na de inspanningen van de dag.
Het ligt voor de hand dat er geen kantine aan boord was en moesten ons maar behelpen met noodrantsoenen van het leger en ander soort blikwerk.
Koffie of thee was niet voorhanden en moesten onze dorst maar lessen met pakken gepasteuriseerde melk.
En de eetsalon was ook nu weer het ruim van het schip.
Etend, op het stro zittend, in één hand crackers uit de noodrantsoenen van het leger en in de andere hand een blik cornedbeef, afgewisseld door een slok melk.

Het dichtst bijzijnde gebied was het eiland Schouwen- Duiveland en de volgende morgen verplaatsten we ons met het schip naar dat eiland.
En natuurlijk weer de sloepen slepend achter het schip.
Na enkele uren varen door de Krammer, Zijpe en Mastgat arriveerden we op onze bestemming en ik meen dat het de plaats Ouwerkerk was, want de toen ter tijd nog varende veerpont van St.Philipsland naar Tholen, waren we gepasseerd.
Voor ons waren er op dat moment geen werkzaamheden en moesten we maar rustig afwachten tot de volgende dag .
Afwisselend werd de tijd op het dek of op het stro in het ruim doorgebracht
Nu was het al ruim 3 dagen na de dijk doorbraak en de slachtoffers waren nu wel allen uit het ondergelopen gebied geëvacueerd. En er werd ook niet verwacht dat er nog mensen in het gebied waren.
Wij waren dus eigenlijk overbodig en konden beter huiswaarts keren want ook de volgende dag werden voor ons geen werkzaamheden verwacht.
Op deze hulppost waren ook meerdere gemotoriseerde sloepen aanwezig, waar wij met onze handmatige voortbeweging niet tegen op konden.
Na onderling beraad werd besloten dat we de volgende dag huiswaarts zouden keren.
Maar ook moest er weer transport worden geregeld om de sloepen naar Scheveningen terug te brengen.
De sloepen moesten dan wel eerst naar de vaste wal in Brabant worden gebracht van waar ze op transport gesteld konden worden naar de plaats van herkomst.
Een gedeelte van de groep zou hier voor zorgen en de overige konden proberen om transport naar huis te organiseren.
Na lang wachten konden we transport krijgen naar de vaste wal en van hier werden met een legervoertuig naar Rotterdam gebracht.
Van daar weer met een ander voertuig naar Den Haag, waar we werden afgezet in de oude dierentuin.
Ondanks onze ongeschoren gezichten en lieslaarzen als schoeisel konden we vanaf de Dierentuin met het openbaar vervoer huiswaarts keren.

Onze goede bedoelingen hebben weinig vruchten afgeworpen.
Vaak hebben wij ons zelf als slachtoffers gezien i.p.v. redders !
Door de grote chaos direct na de ramp en het ontbreken van een rampenplan om op terug te vallen, hebben goedwillenden en leger officieren zich opgeworpen als ramp bestrijders.
Aangeboden hulp werd niet geweigerd, maar of de hulp wel bruikbaar was kon men niet overzien of hadden er geen verstand  hoe te gebruiken.
Het motto was misschien... Beter mee verlegen als.om verlegen !
Mensen redden was een zaak van de eerste uren na de stormvloed, maar geen dagen er na.
Ik weet niet of er nog andere groepen vanuit Scheveningen behulpzaam zijn geweest bij deze fatale gebeurtenis, maar ik heb nooit gehoord dat hierdoor mensen zijn gered.

Wij hadden ons best gedaan en waarschijnlijk als waardering voor onze hulp pogingen, werden wij uitgenodigd om aanwezig te zijn in NCRV televisie studio  te  Hilversum, toen het plaatselijk ingezamelde geld voor de actie “Beurzen Open....Dijken Dicht “ enkele weken later werd aangeboden.




 
 
 Meld dit bericht aan de moderator    Gelogd 
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 14-11-2011, 15:33:31
Rinus
Klasse
Cor


 heb alles even moeten herplaatsen cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-11-2011, 15:49:02
Post Boy.

De foto die jij hebt getoond is de door mij genoemde Flip Bal.

Zeepaard.
Ik weet niet of Flip Bal leerkracht van de Visserij school is geweest.
Misschien is dat geweest in de periode dat M.Taal schipper was van het opleidings schip voor de visserij  ( Sch.14 )

Toen ik mijn opleiding volgde voor leerling stuurman, waren er ook 2 scheveningse leerkrachtebn op de zeevaartschool.
Dhr, Blok    ex stuurman Shell. Is later met de Sch, 177 naar Curacau vertrokken.  Gaf les in schiemannen

Dhr, Vrolijk ex. machinist KPM. Gaf les in Werktuigkunde

Beiden waren ex. visserlui en hebben hun opleiding gevolgd voor stuurman en machinist op kosten van Shell en KPM.


Cor



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 14-11-2011, 17:14:47
Hoi Cor
Hr Bal was in 1958/1959/1960 leraar op de visserijschool.
ook HR Rog  Ex Marine
      Hr den Dulk
      Hr Oosterbaan Vsseriij
De School was in de vijzelstraat.
Als er bouweteelt was mog je daar leren .
Anders moest je werken.
Samshuizen vond  het prima zo.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: garrent op 15-11-2011, 13:34:01
Er zijn ook nog een paar maanden 4 bussen met vissers vertrokken van 's maandagsmorgens 7.00 uur t/m vrijdags 17.00 uur om daar te helpen met opruimen in Zeeland. Zij vertrokken vanaf de Statenlaan hoek van boetzelaerlaan.   Karel


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 14:37:56
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-074.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 14:39:34
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-074bjpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 15:03:53
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-302ajpg-1.jpg)
Foto PR


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: poon op 15-11-2011, 15:19:32
Hoi damarico
weet jij hoeveel loggers er naartoe zijn gegaan iki dacht van ftank vrolijk een paar,m,n vader met de Antoni
van leeuwenhoek ook
Gr A.Pronk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 15:37:14
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-011ajpg.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 15:39:06
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-011bjpg-1.jpg)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: demarico op 15-11-2011, 16:08:14
(http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/lp-sch-011cjpg.jpg)
Hallo Poon zover als ik weet zijn op 3 en 5 Febr.vertrokken de loggers
Sch-57 , Sch-79 en Sch-132 met, kleding ,dekens ,meubels en aan boord
waren tevens artsen en verslaggevers
Heb nog een stuk van Gijsbert van der Toorn hierover de ramp 1953
maar is misschien wel algemeen bekend
Het konvooi werd begeleid door het visserij-onderzoeksvaartuig ,,Anthonie
van Leeuwenhoek'' die op 2 Febr. vertrok met aantal kotters
gr.Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-11-2011, 10:21:01
Cor.
Mooie aanvullingen van jou, Garrent en Poon op artikel watersnoodramp 1953.
Hiervan was mij niets meer bekend ondanks dat ik toen nog in Scheveningen woonachtig was.


Heel toevallig , toen ik kort geleden bij een kennis op visite was, kwam ook de watersnoodramp van 1953 weer eens ter sprake.
Ook in Zeeuws Vlaanderen heeft deze storm zijn sporen nagelaten.
De persoon waar ik mee sprak is ongeveer even oud als ik.
Hij werd in die rampnacht, met vele anderen van een Zeeuws- Vlaams dorp, uit bed gebeld om zandzakken te vullen ter versteviging van de dijk, zodat het water niet over de dijk kon spoelen. Het dorp zelf was ongeveer 6 km. van de dijk verwijderd.
Een dijkdoorbraak kon gelukkig op deze plaats door de grote inzet van deze personen worden voorkomen.

Veel erger was het aan de andere zijde van de Wester Schelde, wat hier in Zeeuws Vlaanderen de “overkant “ wordt genoemd.
En omgekeerd gebruiken de bewoners van de “overkant” ook dezelfde benaming als zij Zeeuws Vlaanderen bedoelen.
Tussen deze twee “overkanten “ was sinds 1834 een veerpont verbinding tussen Walsoorden en  Hansweert
In 1940 werd het veerverbinding Perkpolder – Hansweert, nadat een nieuwe veerhaven in Perkpolder was gereed gekomen.
Ook deze veerdienst werd in 1943 opgeheven en hiervoor in de plaats werd de veerdienst Perkpolder -Kruiningen geopend, toen ook de veerhaven van Kruiningen was gereed gekomen.
Walsoorden en Perkpolder liggen in Zeeuws Vlaanderen, zo'n 3 km. van waar ik nu woon.
Hansweert en Kruiningen liggen op Zuid Beveland.
De vaartijd tussen deze 2 “overkanten”  was zo'n 25 minuten.

De veerhaven van Kruinigen werd in deze stormnacht volledig verwoest.
En de veerboot Willemsdorp, welke daar in de veerhaven lag, spoelde door het gat in de dijk 3 km. ver de polder in.
Op 19 februari 1953 is zij weer vlot gesleept en naar de werf in Vlissingen gebracht.
De veerdienst naar Kruinigen werd pas weer op 1 mei 1954 hervat, nadat de werkzaamheden van de door de stormvloed aangerichte ravages waren gereed gekomen.

De veerpont Willemsdorp was wel niet zo'n erg groot schip, in vergelijking met de dubbeldeks veerponten welke tot 15 maart 2003 op de Schelde  deze verbinding in stand hielden.
Deze veer verbinding werd echter ook opgeheven op het moment dat de Westerschelde tunnel in gebruik werd genomen.

De veerpont Willemsdorp, welke nog op stoom werd voort bewogen, werd in 1930 gebouwd en in hetzelfde jaar in de vaart genomen op de veerdienst welke de verbinding onderhield tussen Willemsdorp en Moerdijk.
Zij was daar in gebruik tot december 1936, het moment dat de nieuwe 2e Moerdijkbrug voor autoverkeer werd geopend.
De Moerdijkbrug werd door de Duitse troepen in 1944 onklaar gemaakt en nogmaals kwam de veerpont Willemsdorp in dienst op haar oude route, waarna zij in 1945 naar Zeeland vertrok.

De beelden van de tsunami van begin dit jaar in Japan liggen ons nog vers in  het geheugen.
Toen zagen we ook hoe schepen door deze vloedgolf vanuit het water van de zee, verder land inwaarts werden verplaatst.
Nu was er in 1953 wel geen sprake van een tsunami, maar we kunnen ons nu wel voorstellen hoe krachtig deze storm geweest moet zijn, om het water zo hoog op te stuwen en een veerpont zover de polder in te doen belanden.

Nog een herinnering aan deze oude veerdienst ligt in de Scheveningse haven .
Het is sportvisserij schip Estella, voorheen het m.s. Koningin Emma.
Rond 2003/ 04 is dit schip nog ter sprake gekomen om aangekocht te worden voor  de plannen van een  alternatieve veerdienst tussen Kruiningen en Perkpolder, daar de mensen in Oost Zeeuws Vlaanderen zich te ver van de Westerschelde tunnel vonden wonen en hun oude veerdienst node misten.
Het is echter bij plannen gebleven.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 19-12-2011, 16:23:04
Geachte dorpsgenoten,

Onderstaande e-mail heb ik dit weekend ontvangen.

Hallo Vreemdeling,
Ik heb uw herinneringen over Scheveningen met bijzonder veel interesse gelezen.
In uw teksten kom ik tegen dat in 1940 werklozen geworden vissers via de DUW in kampen in het oosten van het land aan het werk werden gezet.

Ik ben de geschiedenis van een van die kampen aan het onderzoeken.

Wij weten nauwelijks iets van de eerste periode van dat kamp, toen er vissers uit Scheveningen en Den Haag hebben gezeten. Slecht 1 naam is ons bekend:
van der Toorn uit Scheveningen, die door een buurman na 70 jaar nog is onthouden.

Kunt u ons verder helpen aan informatie over vissers uit Scheveningen die in Twilhaar in Overijssel terecht zijn gekomen ?

MVG.
Alex Alferink

e-mail adres  alkexalferink@gmail.com


Ik kan deze persoon geen inlichtingen verschaffen, daar mijn vader daar niet werkzaam is geweest.
Wel op andere plaatsen.
Zijn er nog personen rond de 80 jaar oud die nog iets weten van hun vaders of deze soms daar te werk zijn gesteld ?
Het is wel heel lang geleden, maar misschien zijn hier of daar nog gegevens te verkrijgen van vroegere herinneringen.
Bij voorbaat mijn dank.
Allen een Goede Kerst en jaarwisseling toegewenst.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Ben.turfboer op 26-12-2011, 18:09:26
Flip Bal heeft op de wintercursus gewerkt als leraar in breien en boeten aan mij heeft hij wel gevraagd of ik bij hem kwam varen en dat heb ik wel gedaan als jongste.

Groet Ben


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 09-01-2012, 16:24:51
Hoi Ben
Ik heb die Wintercursus ook gedaan ,
En Flip Bal heeft toen ook aan me gevraagd om bij hem te varen :D :D :D
Ik heb jullie toch eens ontmoet in de jutter  ;D ;D ;D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-02-2012, 18:54:35
Van een jeugdvriend uit de Achterhoek, nog van tijdens de evacuatie in Doetinchem,in de periode 1942/ 46, heb ik het volgende kranten artikel ontvangen.

Dagblad “AALTEN VOORUIT “
woensdag 22 februari 2012.                             

                             Scheveningers in de Achterhoek

In 1942/43 werden vrijwel alle Scheveningers en Duindorpers in verband met de bouw van de Atlantikwall door de Duitsers uit hun huizen gezet.
Vele honderden daarvan werden gedwongen te evacueren naar de Achterhoek.
Na de oorlog konden velen van hen niet terug naar Scheveningen en bleven in de Achterhoek wonen.
Frans Nieuwenhuis in Den Haag doet onderzoek naar die huisuitzettingen.
Hij is speciaal geinteresseerd in hoe de Scheveningers en de Achterhoekers toen reageerden op die huisuitzettingen en gedwongen inkwartiering.
Er zal nauwelijks nog iemand leven die dat als volwassene heeft meegemaakt.
Maar hij wil ook graag van u horen als u daar nog als kind van toen herinneringen aan heeft.
Zijn telefoonnummer is 070-3244197, zijn e-mail adres is
Joukje-en Frans@KPNplanet.nl

Zijn er nog  personen ,welke deze periode als kind hebben meegemaakt en hierover nog inlichtingen aan deze personen kunnen verstrekken.?




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Knorhaan op 27-02-2012, 21:13:27
Van een jeugdvriend uit de Achterhoek, nog van tijdens de evacuatie in Doetinchem,in de periode 1942/ 46, heb ik het volgende kranten artikel ontvangen.

Dagblad “AALTEN VOORUIT “
woensdag 22 februari 2012.                             

                             Scheveningers in de Achterhoek

In 1942/43 werden vrijwel alle Scheveningers en Duindorpers in verband met de bouw van de Atlantikwall door de Duitsers uit hun huizen gezet.
Vele honderden daarvan werden gedwongen te evacueren naar de Achterhoek.
Na de oorlog konden velen van hen niet terug naar Scheveningen en bleven in de Achterhoek wonen.
Frans Nieuwenhuis in Den Haag doet onderzoek naar die huisuitzettingen.
Hij is speciaal geinteresseerd in hoe de Scheveningers en de Achterhoekers toen reageerden op die huisuitzettingen en gedwongen inkwartiering.
Er zal nauwelijks nog iemand leven die dat als volwassene heeft meegemaakt.
Maar hij wil ook graag van u horen als u daar nog als kind van toen herinneringen aan heeft.
Zijn telefoonnummer is 070-3244197, zijn e-mail adres is
Joukje-en Frans@KPNplanet.nl

Zijn er nog  personen ,welke deze periode als kind hebben meegemaakt en hierover nog inlichtingen aan deze personen kunnen verstrekken.?




http://www.scheveningen-nu.nl/yabbse/index.php?topic=2449.0


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-04-2012, 13:39:33
Mijn Grootmoeders

Bij het zien van de mooie foto's, door Jacobus geplaatst op de site Praatgroep Scheveningen” in de topic “Vernieuwing van de Boulevard”op 6 april en in deze topid de antwoorden 214 en 215, kwam bij mij weer een stuk herinnering in gedachten, bij het zien van de reeds wat oudere Scheveningse vrouw in haar gekleurde dracht.
Gezien de witte haartooi van haar begeleider zijn zij beide al ouderen 50 plussers.

Als kind heb ik mijn beide grootmoeders, welke beide in de Scheveningse dracht gekleed waren, alleen in " het zwart " gekleed gezien.  En zelfs ook nog mijn overgroot-moeder ( de grootmoeder van mijn moeder )
Maar de naam grootmoeder of over grootmoeder gebruikten wij toen niet.
Voor ons was het toen ter tijd gewoon opoe.

Mijn eigen kinderen hebben mijn moeder, welke ook in dracht was gekleed, ook alleen maar in "het zwart "gezien.
Het woordje opoe was toen al wel veranderd in oma, en niet alleen dat wij als jongeren dat woord wat oubollig vonden, maar ook vaak omdat de personen in kwestie dit iets aangenamer in de oren klonk.

Maar het waren toch nog altijd vrouwen in klederdracht.

Ik kan van mijn moeder nog herinneren dat zij nog in "het gekleurd " gekleed was en van de een op de andere dag was dit afgelopen, door het verlies van haar oudste zoon.
Jaren eerder had ik haar wel eens in "het grijs " gezien, vanwege lichte rouw, in verband met verlies van een familielid ten gevolge van de scheepsramp in 1936 van de logger Sch.179.
Om daarna, na een hiervoor staande bepaalde periode, weer in "het gekleurd ", gekleed te gaan..
Maar dan, op een zeker moment is je eigen moeder ook ineens een in het zwart geklede oude vrouw geworden, terwijl zij op dat moment pas 40 jaar oud was..

De enkele malen dat ik nog weleens op Scheveningen kom, zie ik nog wel  wat oudere vrouwen in "het gekleurd " lopen en wordt er aan lichte of zware rouw niet meer gedaan.
En het lijkt mij erg sterk dat bij deze families geen rouw perioden zijn geweest..
De enkele in dracht geklede vrouwen welke nog in het “zwart “gekleed waren , kwam ik nog  alleen in de bejaarden tehuizen tegen en ik ben bang dat deze categorie ook nu is uitgestorven.
Maar ook hieruit blijkt, dat ook dit met de tijd verandert en ook dit vertaalt zich ook in de huidige modekleuren van de Scheveningse dracht.

En laat ik eerlijk zijn, het Schevenings vrouwen koor, zal er in het “zwart”, echt niet zo aantrekkelijk uit zien .als in het '”gekleurd”, ofschoon er echt wel veel dames-zangkoren zijn, die bij hun optredens in stemmig zwart gekleed gaan.
Maar ik heb wel bewondering voor de dames die normaliter niet in dracht gekleed gaan, zich, .alvorens op te treden,  zich in Scheveningse dracht tooien.

Eén van mijn grootmoeders was getrouwd en had 9 kinderen., maar werd eveneens op  40 jarige leeftijd weduwe.
Geboren in 1874 werd zij in 1914  niet alleen weduwe door het verlies van haar man, maar verloor ook  op hetzelfde moment ook 2 kinderen  uit  haar gezin van 9 kinderen.
Twee jongens van respectiefelijk 15 en 12 jaar oud.
Het resterende gezin bestond dus nu nog uit mijn grootmoeder en haar 7 kinderen.
Vijf jongens en twee meisjes, en waarvan het jongste kind ( een jongen)  nog maar 2 maanden oud was.
De oorzaak van dit verlies was de vermissing van een vissersvaartuig in het einde van het jaar 1914 . Waarschijnlijk door oorlogshandelingen
Het schip, waarop mijn grootvader schipper was en zijn 2 zonen deel uit maakte van de bemanning.

De andere oma had ook 9 kinderen, maar de zwarte kledij had toen betrekking op haar eigen gezin, maar op sterfgevallen in de naaste familie kring.

Vreemdeling


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 09-04-2012, 15:00:05
hier ook evacuees uit schev maar dan in Ruurlo

 deze kwamem van omgeving zeekant


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 09-04-2012, 15:03:17
de man in het midden was de kamp beheerder


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-04-2012, 18:21:16
Rinus,
In welke dracht is de jonge dame gekleed op de 2e foto.?
Het is zeker geen Scheveningse dracht.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 09-04-2012, 18:49:20
zijn er nog mensen die in harderberg gewoont hebben in de oorlog?


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: schubbereet op 09-04-2012, 19:22:10
Rinus,
In welke dracht is de jonge dame gekleed op de 2e foto.?
Het is zeker geen Scheveningse dracht.
Cor

Doet me denken aan de dracht van Walcheren Cor.
Ik heb hier nog een leuke link.

http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/boeken_houden_mijn_mutsje_vast_1_439686


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 10-04-2012, 10:28:25
Rinus,
In welke dracht is de jonge dame gekleed op de 2e foto.?
Het is zeker geen Scheveningse dracht.
Cor

 dat weet ik niet was er niet bij. maar zal eens vragen aan mensen die er wel bij waren


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 10-04-2012, 11:16:21
ook Ruurlo


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vink op 10-04-2012, 11:49:49
dat is een boerin die woonde daar rv

 Antwoord op #763


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-04-2012, 12:09:44
Antwoord 764
Vraag van De Spienet.

De familie Taal.Bal ( ex schipper AZ ) heeft met hun 5 kinderen nog een periode aan het einde van de oorlog in Hardenberg gewoond.
 Vier van hun kinderen wonen nu in Urk en hebben zich op deze site al meerdere malen laten horen.
Misschien kunnen zij U helpen.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 10-04-2012, 12:15:21
dat is een boerin die woonde daar rv

 weet je dat zeker rinus?
ja ik weet dat jij er bij was


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-04-2012, 12:15:28
Antwoord 768.van Vink.

Voor een boerin uit Twente heeft deze vrouw een verkeerd hoofdijzer op.
Zie de grote" boeken"van het hoofdijzer en de opstaande schouderstukken van het "jak ". en haar korte mouwen van het "jak "
Het lijkt meer op een Zeeuwse dracht. Walcheren of Axel.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 16-04-2012, 05:49:30
De foto is gecomprimeerd, ik hoop dat het nu wel lukt.
Het is een foto uit het boek "Hidden letters", dat zich afspeelt in Kamp Molengoot te Collendoorn, in 1941/42 kamp voor o.m. Schev. DUW-arbeiders, later doorgangskamp voor Westerbork.
Vr. groeten,  Kees.


Titel: Re: Herinneringën van Cor Spaans - vraag van Spienet
Bericht door: ctaal op 16-04-2012, 06:21:16
Cor,

Ons gezin is in 1943 verhuisd van de Gruttostraat Duindorp naar Leidschendam, Leidschekade 38. Vandaar ook de foto van de SCH 156 op de Vliet voor ons huis.
In 1945 juni of juli zijn we teruggegaan naar Scheveningen, Koppelstokstraat 212.
Mijn vader is n september 1944 ondergedoken bij kennissen in Collendoorn bij Hardenberg / Heemse. Niet veel later ben ik ook daarheen gebracht, achterop een fiets met massieve banden. In mei 1945 zijn wij met een veewagen terug gekomen in Leidschendam.
Ik heb veel zomervacanties tussen 1946 en 1953 in Hardenberg doorgebracht, dus ik ken de buurt een beetje.
Vr. groeten    Kees.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 16-04-2012, 07:59:17
kamp molengoot is nooit een internerings kamp geweest wij hebben daar tot eind mei 1945 gewoont voordat we terug gingen naar ons dorp wij woonden toen in de van tuijlstraat


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 16-04-2012, 11:01:04
Antwoord 768.van Vink.

Voor een boerin uit Twente heeft deze vrouw een verkeerd hoofdijzer op.
Zie de grote" boeken"van het hoofdijzer en de opstaande schouderstukken van het "jak ". en haar korte mouwen van het "jak "
Het lijkt meer op een Zeeuwse dracht. Walcheren of Axel.
Cor


 klopt hij heeft zich vergist  bij wat doordenken en graven in geheugen zaten er ook mensen uit zeeland


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 16-04-2012, 12:08:59
Zie onder andere:

http://kampmolengoot.noordoosten.nl/terugblik2.html

Vr. groeten,  Kees


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 16-04-2012, 16:08:41
en een van die evacuees was ik en mijn moeder broertje en zusjes bedankt dat je dat heb kunnen vinden heb je nog meer? groet.henk


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 16-04-2012, 22:18:37
Als je op Molengoot googelt vind je vooral veel in verband met het transport van Joden. Ik zal nog wat foto's krimpen en oversturen uit de Heidemij-tijd..
Vr. groeten   Kees.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 17-04-2012, 14:45:19
HEIDEMIJ
Hierbij 3 foto's over het werk van de Heidemij aan de Molengoot te Collendoorn
Vr. groeten, Kees.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 17-04-2012, 14:46:16
HEIDEMIJ


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 17-04-2012, 14:47:09
HEIDEMIJ


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: De spienet op 17-04-2012, 16:00:19
bij die boerderij kregen wij melk alleen de moeders die kleine kinderen hadden


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: ctaal op 18-04-2012, 14:18:37
Spienet,

Die boerderij heet Zwiesenborg, is nu vacantieboerderij
Vr. groeten Kees


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 12-05-2012, 21:50:06
bij die boerderij kregen wij melk alleen de moeders die kleine kinderen hadden.

Wie kreeg er nu uit eindelijk melk  ?   
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: sch-37 op 29-07-2012, 10:16:14
Vreemdeling

Cor heeft ook met mijn broer zijn neef gevaren op de Taormina en de Albert-V tussen 1955 en 1957

Jan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-07-2012, 16:58:11
                                                     In memoriam

               DEMARICO 

    29-07-1940       01-07-2012

Alles Zuever Cor.
Hier alles oké.

Dit was het begin van de laatste e-mail welke ik enige tijd geleden nog van Demarico ontving.
Heel wat ernstiger waren de PB's die ik van zijn broer Jan ontving, met betrekking tot het ziekbed van Cor, en heel kort hierna het bericht dat  hij van ons was heen gegaan.

Vandaag zou het zijn verjaardag zijn geweest, maar jammer genoeg heeft hij dit niet meer mee kunnen maken.
Hij was, met uitzondering van enkele  familieleden, het enige forumlid, dat ik persoonlijk heb ontmoet en waaruit een vriendschap is ontstaan.

De naam Demarico zei mij in eerste instantie niets.
Alleen had ik  meteen al bewondering voor zijn grote kennis van visserij-, kustvaart -. koopvaardij- en zelfs ook van marineschepen, zoals hij dit verwoordde op de site.
De kennismaking met Demarico is ontstaan uit een PB  welke hij mij stuurde en waarin hij vroeg of ik er wat in zag om een artikel te schrijven over een Scheveningse vrachtlogger tijdens de Tweede Wereld oorlog.
Hij had namelijk een afdruk van een reisverslag, dat door een van de opvarenden van deze logger,  dhr. P.de Jong, was bijgehouden.

Ik heb hem laten weten, dat ik hier wel aan mee wilde werken, mits het verslag mij voldoende gegevens zou verstrekken om een verhaal te schrijven.
Maar hier voor had ik wel dit reisverslag  nodig. Daar ik toch kort hierna een bezoek aan Scheveningen wilde brengen, leek het mij eenvoudiger om hem persoonlijk te ontmoeten.
 
Hij vond dit een goed idee en in februari 2010 hebben wij een afspraak gemaakt om  op een zaterdagmiddag elkaar in het Zeemanshuis te treffen.
Op het afgesproken tijdstip had ik mijn auto voor het kantoor van de visafslag geparkeerd en op weg naar het ZMH kwam ik een robuuste persoon tegen. Deze persoon sprak mij aan met de woorden... 'Ben jij Cor Spaans?'
Ik kon deze vraag met ja bevestigen en vroeg hem of hij dan de persoon Demarico was waarmee ik een afspraak had,
En zo hebben wij elkaar voor de eerste maal ontmoet en al spoedig was ik ook op de hoogte dat Demarico in werkelijkheid Cor Harteveld heette.
Na het nuttigen van een kop koffie en het uitwisselen van wat wederwaardigheden,
kwam het onderwerp van onze ontmoeting ter sprake. Hij vertelde mij hoe hij in het bezit was gekomen van het reisverslag waarvan hij  de kopieën toonde en  mijn mening erover vroeg .
Op het eerste gezicht leek het mij wel wat, maar vroeg hem  wat bedenktijd om dit verslag eerst uitvoerig te kunnen lezen.
Na nog wat met elkaar te hebben gepraat, namen wij afscheid van elkaar, niet alvorens wij onze e-mail adressen hadden uitgewisseld voor een beter en vlugger onderling contact.
En opnieuw bleek de naam Demarico hier van toepassing te zijn.
Cor ging vervolgens op zijn fiets huiswaarts en ik begon aan  mijn rit  naar het verre Zeeuws-Vlaanderen.

De eerste dagen thuis, nadat ik het dagboek grondig had doorgelezen, zag ik hierin wel mogelijkheden voor een verhaal. Ik stelde Cor hiervan in kennis en begon met het schrijven.
Iedere keer als ik een gedeelte van het verhaal klaar had werd dit per e-mail aan Cor gestuurd voor controle en eventuele correcties. Nu het verhaal lekker liep, vroeg ik Cor of het niet mogelijk was om het verhaal te illustreren met foto's. Dat was niet voor “dovenmans” oren, want meteen werd ik via e-mail overladen met foto's.
Na goed overleg hebben wij de betreffende foto's geselecteerd en hun plaats in het verhaal gegeven.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-07-2012, 17:01:59
vervolg


Het schrijven verliep wonderbaarlijk snel en op 4 april kon reeds het eerste artikel worden geplaatst. De stukken van het verhaal waren te groot (dwz. het aantal letter tekens) om in één keer te mailen, dus moest het verhaal in gedeelten worden geplaatst
Daar ik niet in het bezit was van een scanner, heb ik met Cor afgesproken dat hij na elk geplaatste gedeelte een foto of tekening zou plaatsen.
Cor was nogal een bezige bij en had veel klusjes omhanden zoals zijn boot en zijn baantje als  hulphavenmeester bij de yachthaven. Maar uiteindelijk vond hij  tijd om stand-by te staan
De afspraak was dat ik op de dag van plaatsing 's-morgens om 9 uur zou beginnen en door zou geven uit hoeveel delen het verhaal die dag zou bestaan.
Het moment dat ik het verhaal ging plaatsen , liet ik de telefoon bij Cor thuis 3 maal rinkelen. Zodra hij het verhaal op de site zag staan, plaatste hij de foto en zodra ik de foto zag, plaatste ik het volgende deel.
En zo ging dit  8 dagen.
Op 11 april stond het verhaal en illustratie in zijn geheel op de site.

Hieruit blijkt weer eens hoe groot en uitgebreid zijn documentatie was. Dit was ook niet verwonderlijk als je zijn zeemansloopbaan bekijkt.
In 1954 monsterde hij op 13 jarige leeftijd als afhouder op de Sch.341. Zelf vond hij het geweldig, maar de ambtenarij was hier minder gelukig mee en moeder Harteveld moest voor de rechter verschijnen, In 1955 werd hij  jongste op de Sch.121. En aan het einde van de teelt monsterde hij als matroos o/g op de coaster Taormina en kort hierna op de coaster Curaçao.
Na enige tijd stapte hij weer over op de Toarmina, maar nu als matroos en dat op 16 jarige leeftijd. De gezagvoerder van dit schip zag schijnbaar wel wat in deze jonge matroos en niet veel later stappen beiden over op de kleinere coaster Kitty.

De bezetting van Hongarije door Rusland gooide echter roet in het eten en daar deze kapitein met een Engelse was getrouwd, was hij liever met zijn schip in of in de buurt van Engeland werkzaam.
Cor, door alle berichten in de war gebracht en geen risico wilde nemen in tijd van oorlog niet thuis te kunnen zijn, besloot een andere weg te volgen. Zodra het schip in de buurt van Engeland arriveerde, monsterde hij in Gravelines af en keerde huiswaarts.
Deze beslissing heeft hij achteraf erg betreurd. Ten eerste door het feit dat deze gezagvoerder, en oud leraar, Cor wilde klaar stomen voor de examens van stuurman KHV. Ten tweede, niemand zat te wachten op een matroos van 16 jaar en er zat niets anders op om weer als matroos o/g aan te monsteren op de coaster Marne van Wm.H.Muller en Co.NV.
Hierna was Cor werkzaam als matroos bij de rederijen Spliethof, Hudig en Veder, KNSM en SSM op schepen zowel in kustvaart als grote vaart.
Waarschijnlijk was Cor ondertussen getrouwd en de periode als bootwerker werkzaam bij de Norfolk lijn, wijst hierop.
Maar de zee bleef trekken en vervolgens was  hij werkzaam bij de Bagger maatschappij en in 1969 bij Bos en Kalis op de schepen Rapid, Volans, Mitra en Gateway.
Hier eindigde zijn zeemansloopbaan en maakte hij gebruik van de VUT regeling.

Hieruit blijkt dus wel dat Cor een enorme kennis had van alle facetten van de zeevaart en deze interesse heeft hij behouden tot aan zijn dood. Een verjaardagcadeau wat hij vandaag zou krijgen, wijst hier ook al op. Het cadeau bestond uit de boeken:
Scotland's  East Coast Fishing Industry van Mark I'Ánson en
Les CHALUTIERS s'e n vont en GUERRE van Gérard Garier.
Beide boekwerken zijn nu in mijn bezit en de gever wil ik nogmaals hier hartelijk voor danken.
Nadat het totale verhaal was geplaatst,  hebben Cor en ik beiden ons verwonderd dat een PB 'tje en een ontmoeting van nog geen uur,  zoveel teweeg kon brengen.
Alleen was Cor teleurgesteld dat hij van de familie van de hoofdrolspeler in het verhaal nooit iets heeft gehoord.

De kopieën van het reisverslag moesten wel  terug naar de eigenaar en de gemakkelijkste weg was om het op te sturen. Cor stelde het op prijs om, als ik weer eens op Scheveningen was, een afspraak te maken en het hem persoonlijk te overhandigen. Deze afspraak heb ik waar kunnen maken in juli 2011.
Toen ik Cor hierover telefonisch benaderde bleek dat hij in deze periode met zijn boot onderweg zou zijn. Toen bleek dat ik in Reeuwijk zou zijn, stelde hij voor  mij en mijn vrouw in Bodegraven te ontmoeten als hij daar tijdens zijn rondvaart zou aanmeren.
In Reeuwijk Cor gebeld, en het bleek dat hij met zijn boot al enkele dagen in Bodegraven lag afgemeerd.. Het schip lag in het centrum van de stad en was volgens opgave het vierde scheepje na de sluis. Tot mijn verwondering was de naam van het schip ook weer Demarico.
Dit was dus de derde maal dat ik met deze  naam te maken kreeg, als het Cor Harteveld betrof. De eerste maal als naam op de site Scheveningenhaven, de tweede maal als zijn e-mail adres en nu ook de naam van het schip.

Ondanks het slechte weer was de ontvangst aller hartelijks. Wat dat betreft deed hij  met het begin van zijn achternaam er alle eer aan!
Tijdens het bezoek bleek al gauw dat wij gezamenlijk nog al wat overeenkomsten hadden, ondanks ons leeftijdsverschil van zo'n ruim 10 jaar.
Beiden hadden wij bij Muller gevaren. Beiden hadden wij in de Menninckstraat gewoond na ons trouwen. En in  zijn periode werkzaam bij Hudig en Veder had hij gevaren op een schip waarop mijn neef gezagvoerder was.

Nu ik Cor toch sprak, wilde ik wel eens weten waar de naam Demarico betrekking op had of wat de oorsprong hiervan was. Ik had zo'n vermoeden dat het een samenstelling was van diverse namen, wat ook later waar bleek te zijn.
Cor moet wel erg veel van zijn 5 kinderen hebben gehouden want van het gedeelte van hun namen was de naam Demarico ontstaan.

DE           eerste 2 letters van Desireé
Mar         de eerste 2 letter van Marloes en de 4 e letter van Gerrit
Ico           de 5 e letter van Gerrit en de eerste 2 letters van Corina en tevens zijnde de
                2 laatste letters van Nico.         

Na enkele uren gezellig samen te zijn geweest hebben wij van Cor en zijn vrouw Gerda afscheid genomen, niet wetende dat dit de laatste maal zou zijn dat wij elkaar in levende lijve hadden gezien.
Meerdere malen hierna hebben wij  nog verbinding met elkaar gehad via e-mail.

Nu rest alleen nog maar de naam Demarico in onze herinnering.
Voor zijn vrouw Gerda, zijn 5 kinderen en broer Jan is het meer dan alleen een herinnering.

Vreemdeling




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-08-2012, 18:37:54

Herring Girls.

Deze meisjes en vrouwen waren bij de Hollandse visserlui beter bekend als kaak meiden en misschien zijn hier en daar er ook wel eens contacten onderling geweest

Op een oude zwart-wit foto uit 1928  in de Schotse havenplaats Wick, laat ons op een druilige zaterdag in September. haring kaaksters zien.
Je had hiervoor niet veel voorstellings-vermogen nodig om te begrijpen dat dit werkzaamheden waren, waardoor  heel veel  rugblessures en klachten werden veroorzaakt.
Het werd toen ook gezien als het meest inspannenste werk in deze bedrijfstak rond het visserij gebeuren.
Lange dagen makend met het kaken van de haring,,  gebogen staande  over een met haring gevulde  houten trog .
Deze trog had een afmeting van zo'n 2 ½  bij 5 meter en was ongeveer 80 cm. hoog. Meestal waren rond de trog zo'n 12 meisjes werkzaam met de kaak werkzaamheden.

Het kaken aan boord,  zoals de Hollenders dit gewoon waren te doen, was nu ook weer niet de aangenaamste bezigheid. Dit werk was eveneens vermoeiend en geestdodend, maar je kon het kaken, al was het dan niet zo confortabel, in iedergeval nog zittend uitvoeren.

De te verwerken haring werd in de vroege morgen door de vissersschepen vers  aangevoerd. Na, door de afslager te zijn verkocht, werd de haring los gestort in de trog van de betreffende  koper en konden de kaaksters  met hun werkzaamheden beginnen.
Deze kaaksters waren hard nodig, om, bij welke weersomstandigheden dan ook, iedere hoeveelheid haring te kaken en in tonnen te “pakken “, voordat de schepen de volgende morgen weer voor een nieuwe verse aanvoer zorgden.
Maar er zullen echt wel eens dagen zijn geweest dat de aanvoer wat minder of zelfs slecht was.
Wat de bewuste foto ons ook niet laat zien, is de reusachtige snelheid, waarin de door de  kaaksters uitgevoerde  werkzaamheden, werden  verricht.
Een geroutineerde werkneemster kaakte ongeveer 60 a 70 haringen per minuut ?
Keel open snijden, kieuwen en ingewanden verwijderen en de vis, gesorteerd op grootte,  in één of meerder achter hen geplaatste manden of kuipen, te werpen.
De “gellen “ werden in een mand gedeponeerd , welke in de trog, op de haring was geplaatst
In een volle dagtaak kon een geroutineerde kaakster zo ongeveer 15.000 tot 20.000 haringen verwerken..
De “gellen “ ( kieuwen en ingewanden ) werden na afloop van de werkzaamheden aan kleine keuter boertjes verkocht en diende als meststof om hun akkers vruchtbaarder te maken.

De meisjes en  vrouwen waren werkzaam in een ploeg van 3 personen.
Eén haringpakster en twee kaaksters.
Gezamenlijk brachten zij de manden of kuipen met de gekaakte haringen naar de plaats waar de haring werd gezouten en vanaf hier begon dan het vakwerk van de pakster.
Onder het wakend oog van kuipers  werd de haring zorgvuldig in de ton gelegd met haar zilveren buik  naar boven en waarna een handvol  zout over iedere laag haring werd gestrooid.
Beweerd werd zelfs, dat van een goed “gepakte” ton haring, de lagen haring op hun plaats bleven als het omhulsel van de ton werd verwijderd..
Zo vol “gepakt”,  werd de ton apart gezet en provisorisch afgesloten. Door de werking van het zout deed de inhoud van de ton slinken.
Daarna werden de tonnen weer geopend en bijgevuld met haring van dezelfde soort, kwaliteit en grootte.
Uiteindelijk was de de ton dan geheel gevuld met pekel en haringen en elke ton bevatte dan  ongeveer  700 tot 1000 stuks haringen.
De tonnen met inhoud werden hierna gecontroleerd en wanneer de inhoud in orde was bevonden, werd de ton  voorzien van het brandmerk van de  keurmeesters en was dan gereed voor de verkoop en export.
Niet verwonderlijk is dat de kopers een hoge kwaliteit verlangden en om deze kwaliteit  te kunnen keuren , werden door de kopers regelmatig tonnen lukraak op inhoud en kwaliteit gecontroleerd.


Of de genoemde  getallen juist zijn betwijfel ik, Bij een gemiddelde snelheid van 65 haringen per minuut, zou er dan in een uur 3900 haringen zijn gekaakt en zou dan ruim 4 kantjes zijn.
Zover als ik weet, was je aan boord van een logger  een topper, als je 2 kantjes per uur kaakte.
Het gemiddelde van een volle dagtaak van deze vrouwen was 17.500 haringen, maar  dan zou deze volle dagtaak slechts 4 ½ uur in beslag nemen .
Ik veronderstel dat dat de ploeg van 3 personen dan 35.000 haringen zullen verwerkt hebben, wat dan dus ongeveer resulteert in ongeveer 40 “gepakte” kantjes.
De werkzaamheden van de ploeg van 3 personen omvatte niet alleen het kaken, maar ook de afvoer van de haring en “gellen”, en  ook het  zouten en het pakken van de haring...


De kuipers hadden toezicht op en controleerden de werkzaamheden van deze vrouwen en waarschijnlijk waren zij er ook om de tonnen dicht te slaan.
Buiten het seizoen vervaardigden deze kuipers nieuwe tonnen en in die tijd waren alleen al in de plaats Wick  400 kuipers werkzaam.
Van machinale vervaardiging van tonnen was toen nog geen sprake.

Vrouwen hebben altijd al een centrale rol gespeeld in- en bij het  Schotse en Engelse  visserij gebeuren.
Zij waren het hart van de samenleving van vissers, welke de benodigde bezigheden aan de wal uitvoerden, om zodoende voor de vissers het werk aan boord, mogelijk te maken..
Met de komst van de haring visserij in plaats van van de voorheen beoefende beugvisserij, veranderde hun rol.

Bij de beugvisserij hadden zij als taak om mosselen te zoeken en deze van de schelp te ontdoen, om als aas dienst te doen voor de beug welke de volgende dag zou worden uitgezet.
En deze werkzaamheden dag in dag uit te moeten verrichten zonder rekening te houden met de weersgesteldheden.
Voor deze beug van 1000 tot 1500 haken waren ongeveer 2000 mosselen nodig en werd aan de wal van aas voorzien om bij de volgende reis te worden uitgezet terwijl de in zee staande beug werd binnen gehaald.
Bij terug keer van de scheepjes werden zij ingeschakeld voor de lossing en transport naar de plaats waar de vis te koop werd aangeboden, waar zij dan de verkoop voor hun rekening namen..
En ook vaak mochten zij met hun koopwaar op pad om in de omgeving de vis te verkopen.

Nu als kaaksters en paksters, werden zij geacht daar te zijn, waar op dat moment de haringvisserij was en waar de vangst werd aangevoerd.
En,  zoals op zee, de vissersschepen de trek van de haring volgden, zo volgden de vrouwen deze schepen naar de plaatsen waar de gevangen haring aan wal zou worden gebracht.

Deze uittocht van de vrouwen begon al vroeg in de maand Mei
Voor sommigen vaak met een verschrikkelijke nachtelijke overtocht per veerboot over de Pentland Firth naar Lerwick op de Shetland eilanden, waar allen, behalve enkele geluksvogels, tijdens de overtocht te maken kregen met zeeziekte.
Voor anderen was de bestemming naar andere kustplaatsen in Schotland zoals Stronsay, Fraserburgh of Wick. Weer anderen gingen in westelijke richting naar de plaats Mallaig en soms vaak  nog verder zuidwaarts naar  het eiland Man en soms zelfs naar Ierland.

In de maand  Augustus was het Schotse zomer haringvisserij seizoen ten einde.
Voor de vissers meestal gevolgd door een kort verblijf in de thuishaven, alvorens aan de reis naar het zuidelijker gelegen zeegebied rond Oost Engeland te beginnen.

Voor dit doel werden t.b.v. deze  kaaksters zelfs speciale treinen naar Yarmouth in gezet. Enkele van de duizenden vrouwen welke in zuidelijke richting  trokken, vonden  op hun tocht zuidwaarts, tijdelijk werk in de kustplaatsen Blyth, North Shields,  Hartlepool, Whitby, Scarborough en Grimsby. In deze kustplaatsen, waar dan een korte opbloei was door de aanvoer van haring door Schotse vissersschepen , werd  hiermee tijdelijk werkgelegenheid gecreëerd voor de meisjes en vrouwen op hun tocht naar de z.g. zuid visserij.


wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-08-2012, 18:39:34


Op een andere zwart-wit foto zien we een aantal glimlachende kaaksters.bezig met hun werkzaamheden.
De herinnering aan deze periode werd dan ook vaak gezien  als.......

                          Ach, het  was toch de mooiste periode in ons leven.........

Ofschoon de leef omstandigheden primitief waren, de betaling miserabel en het werk zwaar en vermoeiend, keken deze vrouwen halsreikend uit naar de  hun zo vertrouwde kaak werkzaamheden .
Zij begonnen met deze werkzaamheden op een leeftijd van ongeveer 15 jaar.
Meestal onder het wakende oog van oudere zusters en vriendinnen en leerden zo in hun eerste seizoen de benodigde werkzaamheden.
De bazen , waar zij in dienst waren, namen niet eens de moeite, deze leerlingen hun taak bij te brengen.
Zij werden betaald op basis van stukwerk, regelmatig 15 uur per dag werkend, ver van het vertrouwde ouderlijk huis en zwaar geestdodend werk verrichtend.
Meisjes en vrouwen van diverse leeftijd en afkomstig uit verschillende woonplaatsen
vonden elkaar in saamhorigheid en zelfvertrouwen en gezamenlijk volgden zij de schepen op hun jaarlijkse verplaatsing naar de visgronden aan de oostkust , in het zeegebied van Yarmouth.
Vriendschappen, afkomstig uit deze periode, waren vaak langdurig.
Het is niet verwonderlijk dat bij het kaken met zo'n snelheid, weleens verwondingen werden opgelopen, ook al hadden zij hun vingers met katoenen lappen omzwachteld.
Deze verwondingen werden er niet beter op door het voortdurende contact met zout en pekel.
In sommige vissersplaatsen waren er kleine eerste hulp posten van de Mission to Seamen, waar de dames hun blessures konden laten behandelen.

Op zondag werd er niet gewerkt, want dan was er geen aanvoer. Over het algemeen vertrokken de overwegend protestante Schotse vissers pas weer op maandag naar de visgronden, terwijl de Engelse schepen veelal al op zondag naar de visgronden vertrokkken.
Waren de vrouwen op zondag niet te moe van de werkzaamheden van de vorige dag , dan konden zij, evenals de vissers, aan hun kerkelijke verplichtingen voldoen.

Soms waren er ook weleens wat problemen, meestal veroorzaakt door de slechte betaling en wat weleens resulterende in een staking .
Zo werden zij in de volksmond weleens “de slavinnen” van de kortzichtige bazen genoemd.
Zo werkten zij bv. in de maanden Oktober en November in de open lucht, bij weersgesteldheden met sneeuw en vorst, geen dak boven hun hoofd hebbend en      dat in regen  of zonneschijn.
En dat voor 10 penny's per ton gevuld met gekaakte haring en dit bedrag moest dan ook nog eens met drie personen worden gedeeld.
Deze betaling kwam bij het basisloon van 15 shilling per week, Hiervan werd de helft al  uitgegeven voor  huisvesting in de diverse kosthuizen.
Hun bleef veelal niets anders over dan in staking te gaan, waarvan er een zelfs een week heeft geduurd.
Wat er met de aangevoerde haring is gebeurd wordt er niet bij verteld, maar ik vrees het ergste en het zal wel hebben genoopt dat de vissersschepen ook niet meer zijn uit gevaren.

De haring visserij is niet altijd een Schotse aangelegenheid geweest.
Voorheen geloofden veel mensen dat de grote scholen haring van “ver weg “kwamen en zich verplaatsten rond Engeland en weer vertrokken naar “ver weg “
In werkelijkheid waren het verschillende en op zich zelf zwemmende, grote scholen ,  die elk jaar richting kust zwommen om kuit te schieten.
Het was op deze visgronden dat de haring visserij tot bloei kwam en de havens hier in de buurt hadden hiervan het meeste profijt.

Gedurende de 19e eeuw en tot 1914 in de volgende eeuw, was de oost kust van Schotland en in het bijzonder de havenplaats Wick bekend om activiteiten rond de haring industrie.
 
Deze gegevens zijn uit het boekje Scotland's East Coast Fishing  Industry.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-09-2012, 18:04:05


Bijna in elke vakantie zie je wel weer eens wat nieuws.
Dit maal op een wandeltocht langs het strand vanaf Bon Air ( een nieuwe woonwijk van Wimereux ) naar het plaatsje Ambleteuze, ongeveer 5 km benoorden Wimereux.
Bij laag water een breed strand en in de weekeinden bij zonnig weer, een gewilde plaats voor de badgasten, omdat ook bij hoogwater een gedeelte van het strand nog toegankelijk is, wat niet overal mogelijk is.
Om op het strand te komen moet men eerst een kleine wandeling door de duinen maken om vervolgens via een trap of via een rotspad het strand te bereiken.
Op dit gedeelte ligt een rots formatie, welke bij laag water droog valt en in de weekeinden voor velen een geliefde plek is om mosselen te zoeken.
Op een zaterdag heb ik deze wandeling gemaakt bij zonnig weer en het strand was druk bezocht. Dit in tegenstelling op de maandag, toen ik deze wandeling nogmaals wilde maken bij een bewolkte lucht en wat kans op motregen.
Op het strand was zo ver ik zien kon tot aan Ambleteuze,  geen sterveling te zien, behalve één persoon die zijn geluk probeerde om iets met de hengel te vangen vanaf de rotsformatie en drie kite surfers die hun kites aan het uit probeerden waren op het strand.
Na enige tijd zag ik toch nog een ander persoon . Hij was met iets bezig wat ik niet thuis kon brengen. In eerste instantie dacht ik dat deze persoon ook bij de kite surfers behoorde.
Dichter bij gekomen zag ik dat de persoon bezig was met een pomp en verwachtte dan ook dat hij zeepieren aan het zoeken was om als aas  te gebruiken voor het vissen met een hengel.
Het aas zoeken was waarschijnlijk al gebeurd, maar ik zag hem nu bezig met andere werkzaamheden.
Naderbij komend zag ik nylon vislijnen van zo'n 3 meter lengte op het strand liggen waarvan  de uiteinden in het zand waren verborgen.
Bij deze persoon komend zag ik eindelijk wat hij aan het doen was.
Op een soort steekwagen had hij twee emmers. Eén met wat zeepieren en één met blokjes hout waar nylon vislijn om was gewikkeld . Eén uiteinde van de lijn verbonden aan het blokje en aan het andere uiteinde een vishaak.
De vislijn werd van het blokje gewikkeld en op het strand uitgelegd.
Met de pomp werd 2 maal zand opgezogen en hierin werd het blokje gelegd. Hierna werd nog eenmaal zand opgezogen en het zand sloot zich rond het blokje en vulde het gat meteen.
Aan het andere uiteinde werden een of twee zeepieren als aas aan de haak bevestigd en met een hoopje zand bedekt, zodat het niet door de meeuwen kon worden  gezien en vroegtijdig zou worden opgepeuzeld.
Nu was alleen nog maar en stuk vislijn te zien.
Op ongeveer 1/3 van de lengte van de lijn was een wartel aangebracht.
Deze lijntjes lagen zo'n 5 meter uit elkaar.
Op mijn vraag of het geheel niet werd weggespoeld bij opkomend en afgaand tij, liet hij mij aan de vislijn trekken.,maar met geen mogelijkheid was het blokje uit het zand te trekken.
Verder doorvragend bleek dat deze vismethoden zonder vergunning mocht worden uitgeoefend en per persoon maximaal 50 lijntjes mochten worden uitgezet.
Hoofdzakelijk werd er zeebaars mee gevangen.

Dezelfde persoon viste ook nog met staand want wat tijdens het laag water geheel droog kwam te liggen. Hiervoor was wel een vergunning nodig en het net mocht maximaal 50 meter lang zijn
Wat mij hier weer opviel was dat het net horizontaal aan de kustlijn was geplaatst. Dit was de eerste maal dat ik in deze omgeving een net horizontaal aan de kustlijn geplaatst zag. Tot nu toe had ik op verschillende kustplaatsen de netten altijd loodrecht op de kustlijn geplaatst zien worden.
Het was natuurlijk niet verwonderlijk dat deze persoon nu bij een buiige lucht zijn vislijnen en net plaatste, want tijdens mooie dagen zou dat gevaar hebben opgeleverd voor de badgasten.

Weet iemand de benaming van deze soort beugvisserij ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Iggypop op 22-09-2012, 09:13:47
Ik kan daar ook uren naar kijken vreemdeling. Die Fransen zijn zo gek nog niet.

Alleen al de manier om garnalen te vangen is heel anders dan bij ons en best wel efficiënt te noemen.
Een paar latjes met scharnieren en onderin een PVC pijp met een netje wat nog geen vierde is van een saaingnet wat hier gebruikt wordt. Ze duwen het voor zich uit alsof ze sneeuw aan het schuiven zijn.
Na een behoorlijke vangst werd het geheel opgevouwen en verdween  het als een klein pakketje in de kofferbak.

Ik moet er nog ergens foto`s van hebben en zal eens zoeken  of ik ze terug kan vinden.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-09-2012, 10:47:13
Iggypop.

Het is in Frankrijk verboden om met een kor op garnalen te vissen langs het strand.
Vroeger werden daar ook deze duw netten gebruikt evenals in Zeeland.
Hetzelfde als de duw netjes voor kinderen maar dan in groter formaat.
Een aantal jaren geleden viste ik in Cadzand ook nog met de kor op garnalen.
Maar daar werd ook met een duw net gevist. Dat was daar heel normaal.
Duwen zou beter zijn want dan liep je achter het net en verjaagde je niet de garnalen, wat wel geval zou zijn met een kor.als je voor het net aan het trekken was.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-09-2012, 17:47:58
Iggypop.

De laatste vissers die ik heb gezien met een duw net vissend op garnalen hadden rond hun middel een band ( riem ), waarop een houder was gemonteerd waar in de duwstok werd gestoken tijdens het vissen.
Beide handen hielden de stok op haar plaats.
De kracht om te duwen komt zo hoofdzakelijk vanuit het lichaam i.p.v. de armen.
Teven was aan deze band een bakje bevestigd waar in de gevangen garnalen werden gedaan.
De vissers kwamen niet uit het water.
Als zij een stuk hadden geduwd werd het net boven water gehaald en de gevangen garnalen vanuit het net in het bakje gedaan en verder niet bruikbare ongerechtigheden in zee gedeponeerd.
Zo bleven zij continu vissen tot dat het bakje vol was en aan de wal werd geledigd.

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2012, 19:20:02
De Schotse visserij.

Ofschoon er van af de jaren 1100 al reeds sprake was van visserij activiteiten aan de Schotse oostkust, was hierover tot ongeveer de jaren 1700, heel weinig bekend.
Het waren de kleine open sloepen en jollen, gelegen in baaien, inhammen en vanaf de stranden aan de kust, die hiermee langs de kust de visserij beoefenden.   
Wegens gemis aan betere oriëntatie middelen, noopten het hen in de nabijheid van de kusten te varen en te vissen.
Vaak werd deze visserij ook uitgeoefend door keuterboertjes omdat de opbrengst van de landbouw niet genoeg opbracht om hieruit een redelijk bestaan te hebben.
Hierbij hadden zij veelal wel de hulp nodig van de gezinsleden om het scheepje aan de wal te trekken of in zee te duwen, waarbij de gezinsleden dan meestal nog gedeeltelijk, zelfs in de winter, in het koude water moesten staan.
En niet alleen voor deze activiteiten waren de huisgenoten nodig. Hun hulp was ook nodig om na de terugkeer vanuit zee, de gevangen vis onder vaak moeilijke omstandigheden op de plaats van verkoop te brengen, dan nog trachten te verkopen en eventueel te verwerken.
Als voorbeeld hiervan zijn de spectaculaire trappen van Whalogoe in Caithness.
Deze werden in 1770 door particulieren gebouwd en bleef tot 1950 in gebruik als haven.
De echtgenoten van de visserlui droegen de de gevangen vis in gevlochten manden van heide planten, de trappen op en vervoerden ze vervolgens voor de verkoop wel zo ver als de plaats Wick,  zo'n 7 mijl hiervan verwijderd.
Voor deze vrouwen was het zeker een top prestatie.
Manspersonen die deze trappen nu wel eens op en aflopen en dit dan ook nog zonder manden met vis,  zijn volkomen uitgeput als zij weer boven aan de trappen terug keren.
Als bijzonderheid wordt er nog bij vermeld dat het buitengewoon gevaarlijk was om bij dit uitzicht te komen.
De gevangen vis, meestal kabeljauw, schelvis en wijting, samengevat als “witvis “, was voor hen niet alleen een product voor de verkoop, maar was tevens een aanvulling van de  toch al krappe voedsel voorraden voor het komende winterseizoen.
De conservering van de vis werd verkregen door de schelvis te roken, de wijting te drogen en de kabeljauw te drogen of als gezouten vis te verwerken.

Eenmaal aan wal werd de vis gesorteerd en in manden gedaan. Hierna werden de manden op de ruggen van de vrouwen geladen en moesten zij deze zware last de steile heuvel op sjouwen en vervolgens naar het dorp brengen.
Hier werd de vis gestript en de schelvis klaargemaakt om te worden gerookt. Eerst  plat gesneden, gezouten en vervolgens met de staarten aan elkaar gebonden en in paren,   twee of drie uur te drogen gehangen. Eenmaal droog werd de vis opgehangen aan  schragen boven een in de grond gegraven bak, gevuld met een een licht brandend en  smeulend houtvuur.
De vis werd afgedekt met een stuk zeildoek en werd zo  45 minuten in de hete rook gehouden.
Daarna werden platte manden  met deze gerookte vis gevuld en een kleinere mand met verse vis werd hier boven op geplaatst en de vrouwen waren gereed voor hun verkoop ronde.
Zij moesten vaak grote afstanden in de omgeving afleggen om hun vis te verkopen.
Een verkoop ronde van 40 mijl was niet ongewoon en het was ook heel normaal dat deze vrouwen ook nog het werk in huis naar behoren  moesten verrichtten.
Op een foto is een vis verkoopster te zien, sukkelend door de straten van Cromarty.
Vrouwen , zoals hier op de foto wordt vertoond, vulden hun manden met haring of vis, zodra de schepen aan de kaden afgemeerd waren om hun vis te lossen.
De mand werd kruiselings op haar rug gebonden.
Deze vrouwen droegen meestal de  rokken opgekort tot op hun middel  zoals een Schotse kilt.
Zij waren in staat zware vrachten en over lange afstanden te dragen.
Werd de vis in een dorp aan land gebracht, dan werd meestal de vis op de kaden of marktplein op de grond  per soort in porties uitgestald en voor de verkoop aangeboden.
De hier gebruikte term “Witvis “ heeft hier een andere betekenis als in Holland, waar dan sprake is van zoetwatervis.
In die periode mogen we ook rustig veronderstellen dat in een bepaalde periode het grootste gedeelte van de Vlaamse haringvissers, als de haring in de nabijheid van de kust werd gevangen, zowel de zeevisserij en de landbouw beoefenden.         

Wanneer precies aan de Schotse Oostkust, de activiteiten van de voorspoed brengende haringvisserij  resultaten opleverden,  is heel weinig bekend.,
Wel wordt vanaf ongeveer rond 700 over een kleine commerciële haringvisserij aan de oost kust van Engeland gesproken en dit dan hoofdzakelijk in de havenplaats GreatYarmouth.

In een  boek over de Vlaamse visserij was hiervan ook al sprake en werden er in het najaar, in GreatYarmouth, door niet Engelse vissers, haring aangeboden voor de verkoop,
Hierbij staat ook de volgende passage van rond 1300.         

De Vlaamse haringvisserij begon jaarlijks in de de maanden Juli / Augustus en tot 
eind  September werd gevist op de haringgronden van “ Noordover “ en rond 1400 in “Noordland “. Hierbij bedoelde men het zeegebied vóór de kusten van Noord-Oost-Engeland en Oost Schotland. Gezien de grote afstanden kwamen de schepen niet naar Vlaanderen maar verkochten hun vangsten zelf in Engeland  en Schotland.
Zij kwamen regelmatig in GreatYarmouth, het grote centrum van de Engelse haring visserij in de middeleeuwen
Rond 1300 was de bloei van de zeevisserij van Great Yarmouth hoofdzakelijk te wijten aan het bezoek van Vlaamse, Zeeuwse en Hollandse vissers.

Maar van Schotse activiteiten m.b.t. de haring visserij is pas sprake na 1200.
Dit bleek dan maar een kleine opbloei van een zomer visserij te zijn ter hoogte van kaap Fife Ness, gelegen aan de noordzijde van de Firth of Forth .
De plaatselijke activiteiten van de haring visserij in de overige delen van oost Schotland ontwikkelden zich echter erg langzaam, mede ook veroorzaakt door het feit dat er geen vraag  was naar haring .
Dit is in de periode dat de haring vers werd aangevoerd en van haring kaken nog geen sprake was en de haring niet kon worden geconserveerd.
Ieder jaar opnieuw kon men  voor de Schotse oost kust wel de grote, compacte scholen haring waarnemen, en tevens een grote vloot van schepen hierop jacht makend. Maar dat waren dan ook  hoofdzakelijk  Hollandse vissersschepen.
De hieruit verkregen voorspoed en weelde voor deze vissers en de haringhandel, ging richting Holland  i.p.v. naar Schotland. En het was dan ook niet zo verwonderlijk  dat het succes van de Hollandse schepen, zo dicht in de nabijheid de Schotse kust vissend, door de Schotten met jaloerse blikken werd gade geslagen en bij hen veel wrevel en jaloezie veroorzaakten.
De zeevisserij en  vooral de haringvangst moet reeds in de periode rond 1100 / 1200 aan de Vlaamse kust een zekere economische betekenis gekregen hebben.
In de geschiedenis van de Vlaamse zeevisserij in de middeleeuwen speelt de haringvangst de hoofdrol.                 

Maar vanaf ongeveer 1400 komt hierin voor de Schotten een verandering.
Het Britse gouvernement toonde nu serieuze interesse in de haringvangst en door middel van wetten  wilde zij het  succes van de Hollandse vloot een halt  toe roepen  en gelijkertijd een Engelse en Schotse vissersvloot trachten te ontwikkelen..
Het was nu niet bepaald een eenvoudige oplossing. Aan de Schotse oostkust waren wel een groot aantal vissersplaatsen maar onderling met grote verschillen.
Gedurende zo'n drie honderd jaar tot aan 1786 waren de genoemde wetten echter een grote mislukking en uiteindelijk werd er een organisatie in het leven geroepen die grote  invloed zou hebben op de Engelse en Schotse visserij belangen,
Deze organisatie had de weidse naam...Engelse Vereniging tot Uitbreiding van de Visserij  en Exploitatie van de Zeekust van het Koninkrijk..
Het koninkrijk omvatte zowel Engeland als Schotland.
Het was een prachtige lange naam maar al snel werd de naam veranderd in ..
Engelse Visserij Maatschappij..
Zij was belast met de verbetering van de Engelse en Schotse infrastructuur aan de wal en het verschaffen van leningen met een lage rente aan de vissersbevolking om hen te stimuleren tot de aankoop van grotere vissersschepen.
Hier moeten we niet uit het oog verliezen dat het een Britse organisatie was en de Schotten in het nadeel waren, omdat er nog altijd een soort vete bestond tussen de beiden bevolkings groepen.

Ofschoon de haringvisserij gedurende een lange periode een belangrijke bron van inkomsten was, waren er grote en hardnekkige problemen in de organisatie met
betrekking tot de beste soort van verwerking voor de haring als de handels artikel.
De kustvisserij op haring was veelal onregelmatig door de veranderlijke
verplaatsing van de scholen haring en de weersomstandigheden,.
Evenals bij een  overvloed aan haring  de vangst capaciteit van de schepen en beschikbare uitrusting  niet voldoende waren om de haring te vangen.
Echter het grootste probleem voor deze voedzame maar vette vis was, dat zij gemakkelijk aan bederf was onderhevig,  nadat zij na de vangst geen goede behandeling had gekregen m.b.t. het transport en het gebruik en verwerking na het haring seizoen .

Blijkbaar hanteerden zij bij de verwerking van de haring twee categorieën.
De traditionele verwerking methode werd toegepast voor zowel de “witte “als de “rode “ haring.
De verwerking van de “witte “haring heeft betrekking op het zouten van de haring zodra zij in lagen in de ton werd gelegd met tussen elke laag haring een laag zout.
En voor de best houdbare kwaliteit was het beter de haring te kaken voorafgaande aan het pakken in de ton, ofschoon het ook vaak gebeurde dat dit achterwege werd gelaten.
Hier zou men kunnen spreken van steuren.

Wordt vervolgd       


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 19:26:50
Wick, Shaltigoe


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 19:29:14
Ongeveer 1100 schepen geregistreerd te  Wick.
In 1860 namen er in een 6 weken visserij-seizoen een 1700 open schepen aan deel.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 19:31:17
Freswick visserlui.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 09-10-2012, 19:32:11
In tegenstelling hiermee is de verwerking van de zgn.”rode “haring.
De haring werd voor een bepaalde tijd in een “brijn” gedompeld. Hierna werd zij ongeveer een maand lang gerookt boven een smeulend houtvuur tot ze goud / bruin van kleur waren. Hierna werden zij in tonnen verpakt.
Dit artikel was niet erg populair in de U.K., maar was hoofdzakelijk een export product naar landen rond de Middellandse zee.
Deze verwerking werd ook wel in Schotland gedaan maar was echter meer een product van de najaar visserij van de Engelse oostkust , wanneer de haring minder vet was.
Ook waren er andere verwerkings methoden, zoals de “Bloater “ een ronde haring, ( niet plat gesneden ) en  lichter gerookt dan de “Kippered Herring “, dus een soort “Hardewijker “
De “Kippered Herring “werd plat gesneden en ongeveer 10 dagen gerookt..

De verschillen in de aanvoer van de visserij was vaak het strijd met de bestrijding van het tekort aan de benodigde aantal vaten en de hoeveelheid zout voor de aangevoerde vangsten.
Bij grote pieken in de aanvoer werd de verwerking vaak met grote haast gedaan.
Dit was een van de oorzaken van een blijkbaar te kort aan kaaksters om de aanvoer te verwerken en zelfs nog in de 19e eeuw was het bekend dat de haring soms gekaakt werd zonder het gebruik van een kaakmesje en werden de buiken van de haring met de hand geopend om de ingewanden te verwijderen.
Verder waren er problemen om voldoende standaard vaten en zout  op voorraad te hebben voor de verwerking van de haring.
Er werd getracht om het gebruik van standaard vaten te bevorderen want er waren
grote verschillen in grootte van de vaten en de kwaliteit van de constructie.
Bovendien moesten de standaard duigen en de hoepels die hiervoor benodigd waren, worden ge-importeerd uit Scandinavie en dit veroorzaakte weer een nieuw probleem om een voldoende voorraad aan vaten en zout te kunnen garanderen.
Het restant aan haring wat niet verkocht of verwerkt kon worden, werd aan fabrieken geleverd voor verwerking tot vismeel.

Rond 1380 werden door de Vlaamse vissers de haring reeds aan boord gekaakt.
Wel werd ook gesteurde haring  in manden aangevoerd.
In 1396 werd dit door de overheid verboden, maar de vissers trokken zich daar weinig van aan en in 1399 werd deze maatregel weer afgeschaft..
Het haring kaken maakte van de Vlaamse zeevisserij een bedrijf  waar men zowel politiek als economisch rekening mee moest houden, want door het aan boord kaken waren zij minder afhankelijk van de Britse havens.
Na diverse strubbelingen van oorlog en zeeroverij kregen de Vlaamse vissers in 1408 de  vrijheid van visvangst in de Britse wateren, wat heeft geleidt tot een nog grotere bloei van de Vlaamse haringvisserij, na wat zij reeds verkregen had door het kaken van de gevangen haring.
Het haring kaken heeft in de bouw van de vissersschepen en het beheer er van,
grondige wijzigingen teweeg gebracht., zodat het middeleeuwse Vlaamse maatschap alleen nog maar in de kleine visserij ( rond de Vlaamse kust en het Kanaal ) bleef voortbestaan.

Na lang en kundig op kabeljauw, schelvis en wijting te hebben gevist,  schakelden de Schotten langzamerhand over op de haring visserij.
Maar  hierin werden zij ook weer belemmerd door strenge wetten, waarin door de Britse overheid werd voorgeschreven, in welke havens de gevangen haring aan wal moest worden gebracht en welk soort zout er moest worden gebruikt bij de verwerking hiervan.
In 1809 werd door de regering een soort visserijschap aangesteld.
Dit resulteerde in de opzetting van visserij kantoren in diverse havens en de aanstelling van controleurs voor het toezicht op de verwerking van de haring.
Nadat deze wetten langzamerhand werden afgeschaft en vervangen werden door een  toeslag van staatswege voor iedere ton ( vat ) verwerkte haring, ontplooide zich in Schotland een snelle uitbreiding van deze bedrijfstak.
De grote vlucht van deze bedrijfstak begon in de vroege jaren van 1800 en duurde onafgebroken  tot het uitbreken van de eerste wereld oorlog in 1914.

In de periode voor de eerste wereldoorlog, was  het grootste probleem van de vissers,  geen vangsten in hun netten te hebben en hierdoor geen verdiensten hadden.
Maar nog grotere zorgen waren er na 1921 toen er een overvloed aan haring werd aangevoerd en er geen kopers voor waren.
Voor de visserklui, die de hele nacht bezig waren geweest hun netten binnen te halen, was  het een grote beproeving en dat ook nog zonder enig geldelijk gewin, om in de
middag weer terug te keren naar zee en bezig te moeten zijn om hun vangst van de voorgaande nacht, overboord te zetten, alvorens opnieuw hun netten te kunnen uitzetten..
Het gevolg hiervan was dan ook dat de schepen in de haven bleven liggen i.p.v, kosten te maken om onverkoopbare haring te gaan vangen.

In Nederland was het in deze periode ook kommer en kwel.
Mijn vader vertelde eens dat hij na een reis van 5 weken met een “schip” haring binnen kwam.
Nadat de lading door de bemanning was gelost, bleek dat de verkoopprijs van een kantje haring inclusief de ton, zelfs onder de prijs lag van een nieuwe ton.
De lading werd dan ook niet verkocht en in opdracht van de reder, door de bemanning weer aan boord gebracht.
Om vervolgens in opdracht van de reder, een nieuwe reis te beginnen en uitstomend, de aan boord genomen kantjes, in zee leeg te storten, de tonnen te spoelen om zodoende weer schoongemaakte tonnen te hebben voor een eventuele nieuwe vangst.
En geen enkele geldelijke vergoeding stond hier tegenover, m.b.t. de extra werkzaamheden voortvloeiend uit het niet verkoopbaar zijn van de haring.
De kosten van levensonderhoud van de vissers werden in het algemeen ook nog beïnvloed door gebeurtenissen ver van de visgronden verwijderd en waar de visserman in het geheel geen invloed op had..
De visserij bedrijfstak leek tot aan 1914 duurzaam en probleemloos. .
Echter de  haring handel en hierbij ook de haring visserij, stortte van de één op de andere dag  in elkaar, veroorzaakt door het verloren gaan van twee  grote afzet gebieden., nl. Rusland en Duitsland.

Rusland, een afnemer van één miljoen vaten haring per jaar, werd na de revolutie in 1917, door de Britse regering gezien als een gevaar.
Met als gevolg dat alle handel met dit land werd afgeraden.
Duitsland als het tweede afzetgebied, vechtend tegen het na oorlogse voedselgebrek, had aanvankelijk weinig te bieden, maar toen in 1922 / 23 de economie in een diepe depressie belandde , zag ook zij de koopkracht compleet uiteen vallen.
Ook hadden zij veel hinder van de concurrentie van de Hollandse en Noorse handelaren.
Ofschoon de Schotse haring bedrijfstak met moeite de volgende 40 jaar overleefde , was mede  het gevolg van om in afgeslankte vorm door te gaan.

Als we over de visserij van de Schotse oostkust spreken, dan zijn er veel havens die aan deze eis voldeden of hieraan voldaan hadden.
Van Noord naar Zuid komen we de volgende havens tegen.
Aan de Pentland Firth de haven Scrabster.
Aan de Morey Firth de havens Wick, Lybster, Nairn, Lossiemouth, Buckie, Whitehills, Macduff, Banff en Rosehearty.
Het kustgedeelte tot aan de Firth of Forth de havens Frasenburgh, Cairnburg,
St.Colyns, Peterhead, Aberdeen, Torry, Stonehaven, Gourdon, Auchmithie, Arbroath en Dundee.
Aan de Firth of Forth de havens Antruther, Pittenweem, St.Monans. Granton, Newhaven, Fisherrow, Cockenzie, Port Setan, Dunbar en Eyemouth.

In Vlaanderen ontstonden de vissersplaatsen ook pas na de jaren 1000 bij de opkomst van handel en nijverheid en het ontstaan van de steden en hierdoor ook de zeevisserij een economische betekenis kreeg..

Haring, gerookt of vers, is een geweldige voedsel bron.
Het verhaal gaat dat de Hollandse mevr. Hendrikje van Andel- Schipper, 115 jaar oud is geworden. Van haar werd altijd beweerd dat haar gezondheid en lange levensduur te maken had met het dagelijks nuttigen van een haring.
Veel van de huidige haring aanvoer werd tot vismeel en dieren voedsel verwerkt.
Dit was in feiten een vreemde situatie en getracht werd om het Britse publiek twee maal per week een haring te laten eten, wat hun gezondheid aanmerkelijk zou verbeteren,
In 1975 verzocht het hoofdbestuur van de Britse haringindustrie, door de regering hier toe het Engelse publiek aan te zetten , om per jaar 25 haringen en 25 kippers te consumeren.
Mede probeerde zij het publiek te overtuigen  dat zij dan veel gezonder en zelfs ook welvarender zouden worden..

Eens was er een tijd dat de Schotten geloofden dat de grote haring scholen van
“Far away” kwamen, rond trokken langs de Britse eilanden en weer terug keerden naar “Far away “
In werkelijkheid waren het verschillende en van elkaar gescheiden groepen, in grote scholen samen gepakt, die ieder jaar naar de kust kwamen om hier kuit te schieten.
Het was op deze visgronden dat de grote haringvisserij tot bloei kwam en de havens die hier het dichtst bij lagen, profijt hadden van deze trektochten.
Zo werd Lerwich op de Shetland eilanden het belangrijkste middelpunt in de periode tussen Mei en Augustus.
De plaatsen Stronsay en Wick  ongeveer in dezelfde periode en Fifi verheugde zich in een winter visserij van Januari tot Maart.                                                                   

wordt vervolgd.








Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 19:33:01
Uitgaande vloot te Fraserburgh


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 20:31:21
Drifters


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 09-10-2012, 20:32:51
Fish carriers, Cod smacks & Trawlers


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-10-2012, 15:17:58



 In de vroege jaren van de 19e eeuw hielden de visserij gemeenschappen zich alleen bezig met de traditionele beugvisserij op kabeljauw en schelvis en schakelden over op de haring visserij, nu de haring zo dicht op de kusten en havens was te vangen.
Echter in de loop van de eeuw werden de schepen groter en begonnen de verder weg gelegen visserij gronden te bezoeken.
Daar zij zich nu meer op de haringvisserij toelegden, kwamen zij alleen nog maar naar hun thuishavens gedurende de overgangs periode tussen de diverse vang plaatsen van de haring door haar migratie.
Latere in het seizoen werd  dit in de herfst de kust van oost Engeland en duizend of meer Schotse vissers van uit  de havens van Great Yarmouth en Lowestof, de haring visserij uitoefenden..                                                                     

Strikt genomen ligt  de plaats Scrabster aan de noord kust.
Maar niettemin wordt zij als een vissershaven  beschouwd behorend bij de oost kust.
De haven dateert van 1850 en het was pas in het begin van 1980 dat deze haven
niet meer werd overschaduwd door de in de nabijheid gelegen havenplaats Wick.
Scrapster, gelegen aan de beschutte Turso baai, was uitermate geschikt om  bij alle weersgesteldheden bereikbaar te zijn vanuit de Pentland Firth.
Om vaartijd en brandstof kosten te besparen, als de vissersschepen van de oostkust aan west kust visten, begonnen zij hun vangsten in deze plaats  te lossen, om daarna van hieruit weer terug te keren naar de visgronden..

Vanaf 1980 maakten  ook grotere en buitenlandse vissersschepen gebruik van deze haven .
In 1985 was het zelfs zo,  dat Scrabster niet meer overschaduwd werd door de vissersplaats Wick, omdat  de  hier geloste hoeveelheid vis, de aanvoer in Wick overtrof.
En vanaf dit moment was er een grote groei en toename van de aanvoer, met een totale waarde van 25 miljoen ponden in 2007.
Maar deze plotseling grote toename van activiteiten bracht  het stadje een nieuw probleem.
De haven was in de steile rots wanden van de kust gebouwd en kon hierdoor niet verder landinwaarts worden uitgebreid.
Rond 1990 werd er een nieuw havenbekken geconstrueerd door middel van land- aanwinning uit de zee.
De haven was nu toegankelijk voor schepen met grotere diepgang. De aanvoer werd groter en hiervoor werd ook een nieuwe visveiling gebouwd.
Deze Crapster investering heeft zich zelf terug verdiend, want nu is deze plaats de derde  in het rij van de meest succesvolle Schotse vissershavens.

Gedurende de 19de eeuw en tot aan 1914 was de Schotse oostkust en in het bijzonder het stadje Wick synoniem met de haring visserij.
Voorafgaande hieraan, tot eind van de 18de eeuw, was het de grote Hollandse vloot
die elke zomer op haring viste in het zeegebied rond Schotland.
In 1780, door een geleidelijke vermindering van de gebod bepalingen en dit tevens gecombineerd met  subsidies van de staat, was dit de aanzet tot vernieuwing van de vloot.
In 1767 had de plaats Wick slechts 2 schepen die de haringvisserij beoefende, maar in 1790 bestond de vloot al uit 32 schepen.
Het gebrek aan goede haven faciliteiten verhinderde de opgaande spiraal van verdere uitbreiding.
Maar de vereniging van Engelse Visserij Belangen vond de beschutte baai een zeer geschikte in het noorden gelegen locatie, met grote mogelijkheden.
En voor dit doel werd dan ook grond aangekocht.
In 1803 werd begonnen met de aanleg van een haven en het hierbij behorende dorp.
De aanvankelijke geplande accommodatie voor zo'n 1000 inwoners was zo'n succes
dat in 1820 er al een vaste groep van 1500 inwoners waren.
Dit aantal vermeerderde gedurende de zomer maanden  tot wel 5000 inwoners, mede veroorzaakt door het feit, dat de haven de gastheer was van zo'n 600 vissersschepen.
En succes volgde op succes.
In de maanden Juli en Augustus bracht de haring Wick een ongelooflijke bedrijvigheid.
Echter niet iedereen was hier van overtuigd.
De plaats Wick straalde geen schoonheid uit.. Een kale, grijze kust, onaantrekkelijke grauwe huizen en gelegen aan een grimmige grijze zee..
Maar het was niet de schoonheid van het dorp wat de bezoekers aansprak, maar de onverwachte voorspoed en bloei, voortkomend uit deze grijze zee.
Zo maakten in 1862 een enorme vloot van 1122 schepen  en haar bemanningen van 3800 visserlui, gebruik van deze haven.
Hier door gebeurde het eens, dat er  in 2 dagen tijd 3500 kaaksters bezig waren om zo'n 50 miljoen haringen te kaken.
Dit zou dan omgerekend in Hollandse maatstaven 59000 kantjes van 850 haringen zijn, of 3470 last of  115 scheepsladingen van 30 last.
Het zou in de vooroorlogse jaren in Scheveningen vergelijkbaar zijn met een maand  aanvoer van gekaakte- en steurharing
Deze productie cijfers van het kaken komen vrijwel overeen met wat reeds is genoemd in het artikel  “ Herring girls “
Als alle eerder genoemde 1122 schepen hier aan meegewerkt hebbe, zouden alle schepen, groot of klein, in 2 dagen ieder 56 kantjes  haring aan wal hebben gebracht.
Ofschoon de grote hoeveelheid schepen  een ongeloofwaardige grote aanvoer aan wal brachten, zorgden meer krachtiger schepen gedurende de volgende 50 jaar voor een vrij constante jaarlijkse aanvoer en wisten dit te handhaven tot aan het uitbreken van
de eerste wereld oorlog in 1914.
Dat zoveel niet plaatselijke vissersschepen deze en andere haven bezochten werd veroorzaakt door het feit dat de Schotten de gevangen haring niet aan boord verwerkten maar vers aan de wal brachten,
Deze schepen visten op haring daar, waar op dat moment de haring te vangen was en brachten dit aan land in de dichtstbijzijnde haven.                                                                                 

De vissershaven Lybster ligt zo'n 20 km. ten zuiden van Wick.
In 1810 werd hier een houten pier gebouwd zodat de vissende keuterboeren hier hun scheepje konden meren, als zij, visserij bedrijvend, hun karige inkomsten probeerden te vergroten.
Deze pier was zo'n succes,  zodat  in 1930 een behoorlijke haven hiervoor in de plaats kwam.
Door de grote bedrijvigheid van de vissersschepen en de werkzaamheden op de kaden bij de verwerking van de aangevoerde haring kon zij al heel snel claimen dat zij de derde haringhaven was na Wick en Frasenburgh.
Gedurende lange tijd was het mogelijk nieuwe en grotere schepen te verwelkomen in een steeds beter functionerende haven.
De eerste havenplaatsen welke hier nadeel van ondervonden waren Clyth en Whaligoe, iets ten noorden van Lybster.

Aanvankelijk kon Lybster het goed bolwerken en in 1881 was zij nog de thuishaven van 129 schepen. Echter reeds 15 jaar later was het aantal schepen reeds geslonken tot 50 en in 1920 waren er nog maar 17 kleine scheepjes.
Tegenwoordig wordt de haven, welke nog in goede staat is, slechts gebruikt door enkele kustvissers.

De in 1820 gebouwde haven van Nairn was geschikt voor de toen in gebruik zijnde
vissersschepen. De visserlui gebruikten 40 voets zeilschepen, maar de haven was volstrekt ongeschikt om een ligplaats te bieden aan de 85 voets stoom drifters..
Gedurende lange tijd moesten deze schepen, als zij gedurende de wintermaanden door gebrek aan visserij activiteiten werden opgelegd, uitwijken naar de haven van Inverness,
Het stadsbestuur van Nairn werd voortdurend door de gefrustreerde visserlui lastig gevallen en  in 1920 behaalden zij eindelijk succes,  zodat het stadsbestuur plannen  ontwikkelde voor de aanleg van een nieuw haven complex.
Eind 1920 werden deze werkzaamheden gestart en waren hiermee in 1932 gereed.
En zo kon het gebeuren dat de  opgelegde schepen buiten het haring seizoen, niet alleen  uit Nairn afkomstig waren, maar dat nu ook hier de schepen van Inverness
een ligplaats vonden.

Schotse drifter bemanningen op hun jaarlijkse tocht zuidwaarts, zagen in 1921 voor het eerst Deense vissersschepen, welke vanuit Hull en Grimsby, met seine netten op haring visten.
De haring visserij verkeerde in die tijd in een diepe depressie.
De vooruitstrevende vissers van de havens rond de Morey Firth stonden open voor 
alle nieuwe ideeën.
Dat jaar visten 75 % van de drifters van de vissersplaats Lossiemouth met verlies en radicale maatregels waren nodig om te kunnen overleven.
Sommige drifters zochten hun heil in de trawlvisserij en anderen schakelde over op seine net visserij..
Beide vangst methoden werden hoofdzakelijk gebruikt voor de visserij op “witvis”, in plaats van haring.

De seine netten waren goedkoper dan de trawl netten en in vergelijking waren de seine  net vissers mobieler. Uitzetten en halen kon binnen een uur worden afgewerkt en was de vangst slecht dan kon meteen andere visgronden worden gezocht.
Toen in het late najaar de haring visserij werd beëindigd, werden door de vissers van Lossiemouth  als eersten, geleidelijk aan deze vangst methode toegepast.
Deze methode was schijnbaar succesvol, want in 1927 was een visser van Lossiemouth de eerste Schot die een een schip bestelde wat special voor de  seine-net visserij was ontworpen.
Kort hierna werd dit scheepsontwerp ook door de andere seine-vissers gebruikt.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 15:46:09
Lybster, een prachtig haventje met een leuk museum, net rechts zichtbaar ,waar je een heerlijk "broodje Krab" kunt eten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 15:48:29
Helmsdale, ook een mooi haventje bezuiden van Lybster


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 15:57:52
Scrabster zijn ze weer aan het verbouwen, de haven wordt om de paar jaar groter, aangezien er ook cruise schepen komen , kleinere kunnen meren, willen ze een
langere pier maken voor de grotere, het kan er druk zijn van de vissersschepen dat ligt er net aan waar ze vissen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: A.Oosterbaan op 10-10-2012, 16:06:45
Hallo Jan
Waren mooie foto,s geweest voor , Welke haven.
Arie


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 10-10-2012, 16:12:32










4
Ofschoon de eerste experimentele stoom drifters rond 1870 in Schotland werden
gebouwd, was het pas  rond de eeuw wisseling dat dit in het algemeen als een levensvatbaar alternatief werd gezien, in plaats van de gebruikmaking van de zeilschepen.
De visserlui van de Moray Firth, alom bekend en gerespecteerd om hun vooruitziende blik en voortvarendheid, aanvaardden deze uitvinding met open armen.
Al spoedig werden langs de kusten van de Moray Firth, de scheepshellingen die gebruikt werden  voor de bouw van 40 voets zeilschepen, omgeschakeld voor de
bouw van de 85 voets stoomschepen.
De aan de Moray Firth gelegen vissersplaats Nairn was de eerste vissersplaats die 30 stoomschepen bestelde en de eerste schepen werden daar reeds in 1906 afgeleverd.

De zeilschepen welke voorheen op deze werven werden gebouwd bestonden uit twee type schepen.
Het type Scaffie was oorspronkelijk een kleine open boot en was overnaads gebouwd wat veel sterkte aan de romp van het het schip gaf,\. En zij was licht genoeg om op het strand getrokken te worden
Deze scheepjes waren eenvoudig en gaven geen beschutting aan de bemanning..
Met deze scheepjes werd op een paar mijl uit de kust de visserij bedreven.
Het latere type Scaffie was een 40 voets schip met een gebogen voorsteven en een  rechte achtersteven en een spits toelopend achterschip. Dit schip had een vrij korte kiel in vergelijking met haar totale lengte en de kiel was ook niet diep.  Ook zij was overnaads gebouwd.
Zij waren uitgerust met een emmertuig. Bij mooi weer waren zij gemakkelijk handelbaar maar bij slecht weer waren zij onstabiel door de slanke vorm van het schip.
Door haar ondiepe kiel was zij geschikt om gebruik te maken van kleinere havens
met een beperkte diepte en kon zij op ondiep water vissen.
Ook door haar ondiepe kiel was zij ook erg drift gevoelig
De Scaffie was geliefd bij de vissers omdat zij goedkoop was in de aanschaf en veel haring konden bergen.
Rond 1880 werden de schepen gedeeltelijk van een dek voorzien. Zij waren toen 42 voet lang en hadden een visruim en een foxhole ( voorin ) met 8 kooien.
Op deze schepen hadden de bemanning voor het eerst beschutting en konden nu met de vleet gaan vissen op dieper water,

Het andere type schip, Fifie genaamd, was ook een 40 voets open schip met een bijna rechte voor- en achtersteven en was in de midscheeps breder dan de Scaffie.
Zij werd door de visserlui ervaren als een snel en stabiel schip. Het was het favoriete schip van de Schotse oostkust en was in gebruik voor de visserij vanaf 1850 tot ver in de 20e eeuw, Onderling waren er verschillen in ontwerp maar alle schepen hadden een verticale voor- en achtersteven. En de breedte van het schip zorgde er voor dat zij stabiel in het water lag.
Dit model kon grote zeilen voeren. Er was echter één probleem, de lange en diepere kiel maakte het onmogelijk om in beperkte ruimten en ondiep water te manoeuvreren,
De Fifie had twee masten met aan de voormast een grootzeil in de uitvoering van  een emmertuig en aan de achtermast een bazaanzeil, veelal ook in emmertuig uitvoering.
De grote masten werden ver naar voren en achteren geplaatst en hierdoor was er een grotere ruimte beschikbaar voor de werkzaamheden.
Vanaf 1870 werden de romp van deze schepen niet meer in de overnaadse uitvoering gebouwd en werden van een dek voorzien. De grotere schepen van deze klasse konden wel een lengte van 70 voet hebben.
Dit type schip was een snelle zeiler en minder drift gevoelig
In 1860 werd er ook nog een kleinere versie van de Fifie, de Balder, ontworpen voor de kust visserij. Dit type schip werd niet meer overnaads gebouwd.
De vissers waren niet erg enthouciast en gaven liever de voorkeur aan de open
schepen met als reden dat er meer ruimte zou zijn om te werken en meer ruimte beschikbaar was voor de berging van de vis.
De schepen werden van een heel of gedeeltelijk gesloten dek en door de vissers algemeen aanvaard.
Na deze aanvaarding kwam er ook meer vraag naar grotere schepen.
In deze periode werden dan ook al schepen gebouwd met een overdekte ruimte voor de bemanning.en resulteerde in 1879 in de bouw en productie van een nieuw type schip, de Zulu.
Deze schepen hadden een lengte van 25 voet en waren uitgerust met een emmertuig aan een ver naar voren geplaatste mast.
Het aantal bemanningsleden was twee of drie afhankelijk van het aantal netten.
Dit type schip was gemakkelijk te roeien ofschoon zij voornamelijk afhankelijk waren van het emmertuig.
Het voordeel van een emmertuig was dat er geen boegspriet buiten het schip uitstak.
Dit gaf in de havens het voordeel dat er meer schepen dichter op elkaar een ligplaats konden vinden bij grote drukte.

In 1879 werd een derde type schip te water gelaten. Dit was het type Zulu.
Het was een eenvoudig schip en was een combinatie van de 2 voorgaande typen en van de beste eigenschappen van de twee typen schepen werd gebruik gemaakt. Zij had de steven van de Fifie en het achterschip en de breedte van de Scaffie.
De eerste Zulu's werden overnaads gebouwd omdat de romp sterker was dan het aaneen gesloten constructie systeem. De rechte voorsteven kliefde goed het water en
zorgde voor een hogere snelheid,
De vorm van het schip veroorloofde ook een langer dek gedeelte en meer werk ruimte.
Dit type schip was erg succesvol en binnen 4 jaar waren er meer dan 3500 van dit type schepen aan de  Schotland kust geregistreerd.
Dit is niet zo verwonderlijk want de eerste gebouwde Zulu kreeg de toepasselijke naam “Nonesuch “, wat vrij vertaald zou zijn ... Zo is er geen!
Dit type schip was erg succesvol en binnen 4 jaar waren er meer dan 3500 van dit type schepen in Schotland geregistreerd.
Deze schepen hadden 2 masten.. De voormast was ongeveer anderhalf maal langer als de lengte van het schip en was vrij dicht bij de voorsteven geplaatst en de kortere achtermast vrij dicht bij de achtersteven. Deze opstelling gaf dan midscheeps veel vrije werkruimte.
Het zeil aan de voormast was een emmertuig . De boven zijde van het zeil was aan  een boom bevestigd en in het midden van deze boom was het takel bevestigd om het zeil te hijsen. Het zeil was niet met een klotenrak aan de mast verbonden.
De voor onderpunt van het zeil was kort nabij de steven vast gezet en de achter onderpunt was met een schoot aan de achterzijde van de midscheeps verbonden.
Hiermede was dit zeil zowel fok als grootzeil.
Het zeiloppervlak van deze schepen was ongeveer anderhalf á twee maal groter dan de oppervlakte van het scheepsdek.

Het zeil aan de achtermast was veel kleiner en was met 2 gaffels aan de mast verbonden. Tijdens de uit- en thuisreis werd dit zeil niet gebruikt..
Deze schepen waren uitstekende zeilschepen en  hadden een voor- en een bazaan mast. Tevens een boegspriet en een gaffel uitstekend aan de achterzijde van het schip De voormast was ongeveer 60 voet hoog  en was vrij dicht bij de voorsteven geplaatst en de kortere achtermast was op 2/3 van de lengte van het schip geplaatst..
De diameter van de voormast kon op dekhoogte zelfs 2 voet bedragen
Deze opstelling gaf dan midscheeps veel vrije werkruimte.
Het zeil aan de voormast was een emmertuig . De boven zijde van het zeil was aan  een boom bevestigd en op 1/3 van deze boom was het takel bevestigd om het zeil te hijsen. Het zeil was niet met een klotenrak aan de mast verbonden.
De voor onderhoek van het zeil was kort nabij de steven vast gezet en de achter onderhoek was met een schoot aan de achterzijde van de midscheeps verbonden.
Hiermede was dit emmertuig zowel fok als grootzeil.
Op de boegspriet kon nog een extra fok worden bijgezet.
Aan de achtermast een bazaanzeil met aan de onderzijde een gaffel en met een klotenrak aan de mast verbonden. Het zeil werd door een giek in vorm gebracht.
De giek liep diagonaal langs het zeil vanaf de onderzijde van de mast tot aan de top van het zeil aan de achterzijde. Boven dit zeil kon nog een topzeil worden bijgezet.
Het grootzeil van de vroeger Zeeuwse hoogaars was ongeveer hetzelfde van uitvoering,
Een andere uitvoering van het bazaanzeil was een emmertuig. De giek werd  op het achterschip buitenboord geschoven en op het uiteinde werd de achter punt van het onderlijk van het emmertuig vast gezet ter vergroting van het zeil oppervlak.
Voor binnenkomst in de haven werd het bazaanzeil met gaffel en giek tegen de mast geplaatst op dezelfde wijze als bij de vroegere loggers het grootzeil tegen de mast werd geplaatst tijdens de haring vangst.
Of de giek werd net als de boegspriet binnenboord gehaald.
Het zeiloppervlak van deze schepen was ongeveer anderhalf á twee maal groter dan de oppervlakte van het scheepsdek.. De zeilen waren erg zwaar en moeilijk te hanteren en te hijsen.
De boegspriet kon zelfs een lengte van 50 voet hebben en de gaffel van de bazaan- mast 30 voet.
Deze schepen waren uitstekende zeilers.
Maar het hijsen van de zeilen vroeg veel krachten van de bemanning.
Het zeil oppervlak werd steeds groter en zwaarder naarmate de lengte van het schip toe nam. Hierdoor werd het aantal bemannings leden ook steeds groter voor de bediening van de zeilen.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 16:28:33
1e stoom drifter van Schotland.
Gebouwd bij Chambers & Colby, Lowestoft.
1897-YH-292-Content.
Eign. J,Pitchers Jr.
Grt-47
71.00 ft x 16.5 ft x 7.5 ft
16 inch compound gebouwd door Elliott & Garrod, Beccles.
1899-WK-54-Content.
Eign.A.Bremner & A.Tain.
1902-1939- div eigenaars.
1939-gesloopt.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 16:35:01
ML-159-halend over de kont.( ML=Methill)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 16:54:02
De SY-486-Muirneag was door haar grote  afmetingen een beroemde Zulu , het was 82 ft ( 61 ft) x 21 ftx 12 ft
Muirneag is Gaelic  = Heuvel. ( SY = Stornoway) .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 17:08:20
Even terug naar Helmsdale, de haventjes van Helmsdale, Brora, Golspie, Avoch, Cromarty en nog vele anderen worden niet veel genoemd maar het waren toch druk bezochte haring haventjes.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 10-10-2012, 17:28:07
Nog even Wick.
Hoewel het op deze foto niet echt slecht weer is is Wick niet zo'n  prettige haven om bij een NE-SE aardige bries naar binnen of uit te lopen, voor de havenhoofden is een ondiepte vandaar dat Wick het heeft verloren van Scrabster wat een wel goede beschutte en diepe  haven is.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 10-10-2012, 18:54:05
Hallo J.H.
Wat een prachtige foto :D :D :D :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 10-10-2012, 20:40:43
Jan ben 3 jaar terug nog in wick geweest ze waren druk bezig met vernieuwingen, maar net als de rest hier weinig vissers vaartuigen ook in scrabster lag weinig binnen van de visserij ,heb wel lekker gegeten daar in de seamans mission

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 00:15:55
Hallo Maart, toen waren ze bezig met een Marina aan het maken, deze is wel mooi geworden maar ja er is weinig visserij, Scrabster is nog wel levendig maar de schepen gaan ook veel naar Kinlochbervie of Lochinver,Peterhead e.a. het  ligt er maar aan en dan is het stilletjes, Engelse / Schotse/ Noorse/ Faoer eilandse/ IJslandse  long liners komer er ook nog wel.
Gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 01:27:08
FR-958-Reaper te Wick


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 01:28:30
WK-499-Isabella Fortune te Wick


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 01:41:26
LK-243-Swan, een Fifie van 1900.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 11-10-2012, 10:05:21
Ben ongeveer 2 maanden geleden nog op de reaper geweest hij lag toen in arbroath waren haven dagen daar, was mooi van binnen maar dacht niet de originele staat had jammer genoeg geen camera bij me voorinnetje was er nog steeds als ik me goed herinner had die 8 kooie

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-10-2012, 18:01:09
5
Het emmertuig was moeilijk te bedienen bij het overstag gaan. Eerst moest het schip 
met de kop in de wind worden gebracht waarna de boom met zeil moest worden neer
gehaald. Boom en zeil moest aan de andere zijde van de mast worden gebracht en opnieuw worden vast gezet en weer worden opgehesen.
Deze werkzaamheden vergden veel inzet en kracht van de totale bemanning.
Maar een grotere bemanning resulteerden wel in het vissen met meer netten.
Zij konden nu ook verder van huis vissen en de nacht op zee blijven.
Ter compensatie van de zware arbeid op deze soort schepen werd een hand bediende kaapstander geplaatst.
Hierdoor kon nu ook van een reep gebruik worden gemaakt en met meer netten
worden gevist, welke nu aan de reep werden bevestigd. Zonder reep waren de netten onderling aan elkaar verbonden en waren bij het halen veel kwetsbaarder.
De grotere klasse Zulu hadden een lengte van 80 voet. Aan het einde van de 19e eeuw werden stoom kaapstanders aan boord gemonteerd wat een grote verlichting gaf om de zeilen te hijsen en de netten scheep te halen.
De Zule werd later vervangen door de stoomdrifter ofschoon er verscheidene Zulu's werden uitgerust met een motor.

In het begin van de 19e eeuw zijn veel open boten op zee verloren gegaan.
Dit heeft mede geleid tot een verbetering van de ontwerpen van de vissersschepen en de normen en mogelijkheden om hun werkzaamheden op een zo veilig mogelijke manier uit te voeren.
Naar aanleiding van een hevige storm werd er op verzoek van de regering een
onderzoek ingesteld naar de oorzaken van het verlies van veel schepen en mensen levens. In Augustus 1848 gingen meer dan 100 schepen verloren en meer dan 100 visserlui lieten hierbij het leven.
Een commissie werd ingesteld onder leiding van kapitein Washington,  met de opdracht,  een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van deze ramp en hierover een rapport uit te brengen.over de benodigde verbeteringen.
Hieruit werden twee belangrijke conclusies getrokken.
1.Een tekort aan goede havens die toegankelijk moesten zijn voor de vissersschepen zonder dat zij rekening moesten houden met de diepten van de havens bij elke stand van het getij.
2.De slechte ontwerpen van de vissersschepen.
Het rapport vermelde eveneens dat de vissersschepen moesten worden geconstrueerd
met een geheel of gedeeltelijk gesloten dek.
De schepen moesten een vlakke bodem hebben en voorzien zijn van een diepe kiel wat de stabiliteit zou bevorderen.
Na dit uitgebrachte verslag werden door de Raad voor de Scheepvaart de vissers
aangemoedigd voor het gebruik van schepen met dek i.p.v. de open boten.
Het eerste schip met dek werd in 1856 in Eyemouth gebouwd, een der plaatsen die zwaar was getroffen tijdens de ramp dag.

Het type schepen werd mede bepaald door de komst van de haring.
De grote scholen haring zochten de ondiepe baaien op om kuit te schieten.
Ik veronderstel dat deze haring werd opgevist met staand want gezien de diepte van het water. Meestal kon de school haring overdag worden waargenomen en op deze
plaats de netten worden uitgezet. De vangst zal dan ook hebben bestaan uit kuitzieke-
of ijle haring. .
Van de Scaffie werd al eerder gezegd dat zij veel haring kon bergen.
Dit type schip had weinig diepgang.
Deze vorm van visserij wordt in een moderne vorm nu nog toegepast aan de Amerikaanse westkust bij de komst van de haring om op bepaalde plaatsen kuit te schieten. De schepen worden , door een verkennings vliegtuigje naar een waargenomen concentratie van haring gedirigeerd en kan op deze plaats het staande want worden uitgezet,
Bij deze visserij methode is het de kunst om de haring te vangen voordat zij de kans heeft gekregen om kuit te schieten. De vangst van ijle haring heeft nagenoeg  geen waarde,

Eerder werd al gesteld dat de Britse regering jaloers was op de Hollandse haringvisserij  met drijfnetten en met hun schepen die langere tijd op zee konden

blijven om te vissen. Het zou kunnen betekenen dat de Schotten toen geen drijfnetten gebruikten voor de haring vangst.
Ook werd er subsidie gegeven aan de vissers om grotere schepen aan de schaffen die zoals de Hollandse “ Haring Buizen” langere tijd op zee konden blijven.
Dit was niet mogelijk met het type open schepen daar deze geen beschutting voor de bemanning kon geven om voor langere tijd op zee te zijn
Nadat de schepen van dekken waren voorzien was er beschutting voor de bemanning
en konden de schepen langere tijd in zee blijven en dieper water opzoeken om de drijfnet visserij uit te oefenen.
De gegeven subsidie voor de grotere overdekte schepen zorgde voor onrust bij de eigenaars en bemanning van de open boten.
Hierna werd deze regeling afgeschaft en vervangen door een subsidie op de hoeveelheid aangevoerde haring voor elke categorie van schepen.

In 1929 was de plaats Buckie de thuishaven van 290 stoom drifters en had hiermede ook de grootste vloot van Schotland.
Voor de visserij waren al gedurende een achttal jaren, seine netten in gebruik genomen en hiermee werd ten westen en langs de kust van de Moray Firth gevist.
En motorschepen, goedkoper in gebruik, waren voor  veel van deze stoomschepen in de plaats gekomen.
Alleen de vissers van Buckie hadden het tijdens de magere periode van de twintiger jaren  vol weten te houden met hun visserij activiteiten,
Sommige hadden omgeschakeld naar de trawlvisserij en anderen naar de seine net visserij. Voor beide doeleinden waren de drifter geen ideale vaartuigen.
Te kostbaar en te groot voor de seine visserij en over niet voldoende vermogen beschikkend om een succesvolle trawler te zijn..
De schepen waren bedompt en ongeschikt om op een normale wijze te kunnen werken.
Dit type schip is alleen nog maar een herinnering en een ex visserman beschreef het ooit als...    Het mooiste schip ooit gebouwd voor haar werk.
In de late jaren van 1920 / 30 werd het duidelijk dat deze schepen te duur waren om er nog rendabel mee te kunnen werken. Zij werden voor de verkoop aangeboden en veroorzaakten hier door een vermeerdering van de hoeveelheid drifters welke reeds voor de verkoop aangeboden werden. En dat  in een markt  die reeds was verstoord  door de toen heersende depressie.
Binnen 10 jaar werden drifters,  geheel gebruiksklaar voor de visserij, welke voor 5000 pond in 1919 waren aangekocht, voor slechts 40 pond verkocht.
Honderden schepen werden voor de schroot verkocht. Veel visserlui emigreerden of keerden de visserij de rug toe en  zo werd ook deze wijze van bestaan een stuk geschiedenis.

Een ander vissersplaatsje aan de Morey Firth was Whitehills.
In 1960 bestond de vloot van deze plaats uit 30 schepen, elk met een bemanning van   
vier personen, allen afkomstig uit dit stadje.

Deze schepen visten in de Morey Firth en kwamen dagelijks aan de visafslag.
Deze getij haven was in 1900 gebouwd en was het eigendom van de gemeente en  door een uit de bevolking gekozen  commissie van negen  personen werd beheerd.
Zo is het gebleven  tot 1999 en met grote spijt moesten de beheerders besluiten, mede veroorzaakt  door de drastische vermindering van de vissersvloot, om van deze haven een jachthaven te maken.
De invloed van visserij in deze haven was van geen enkele betekenis meer en het laatste schip bracht hier in 2004 haar lading aan wal.
Geen vissersplaats meer zijnde is deze plaats nog wel de woonplaats van schipper/eigenaren van grotere schepen  welke nu vanuit de havens van Macduff en Edinburgh het visserijbedrijf uitoefenen..

Aan het begin van de 20ste eeuw werd de olie motor getest als voortstuwing mechanisme voor vissersschepen   
In 1907, na de aanloop problemen te hebben overwonnen, vond een snelle invoering  van de mechnisatie van de Schotse vloot plaats
Zoals stoom de zeilen had vervangen, op het moment dat de grote zeilschepen een bijna perfectie hadden bereikt, zo werden de stoomschepen in het midden van hun  hoogtij dagen door de  motorschepen vervangen.
Gedurende een tiental jaren van paniekerige scheepsbouw, toen  in 1911 de Schotse vloot bijna uit 800 stoomschepen bestond, was binnen vier jaar dit aantal overtroffen door de motorschepen. Aan het einde van twintiger jaren werden in de haven van St.Monans  44 motorschepen aangetroffen. En dit in een verhouding van vier motorschepen op  één stoomschip.
Door proeven was  bewezen dat het heel simpel en ook nog efficiënt was, om motoren in de traditionele zeilschepen  in te bouwen.
Een motor kon worden gekocht voor ongeveer 200 pond, waar een stoommachine 3000 a 4000 pond kostte.
En de besparingen werden niet allen verkregen door de inbouw, want de  motor-schepen waren economisch  in het gebruik, terwijl de lopende kosten drastisch  verminderde. En nu kon de verdiensten met een  bemanning van 5 of 6 personen   worden verdeeld. Dit in tegenstelling van de tien koppige bemanning van een stoomdrifter.
Door het gebruik van  motoren werd een belangrijke inkomsten stijging gerealiseerd.

Het onvoorspelbare karakter van een veranderlijke voorspoed in de visserijbranche is goed te zien in de historie van de plaatsen Banff en Macduff, buurgemeenten, gelegen aan de Moray Firth.
Banff had een lange en trotse maritieme historie, teruggaande tot aan de veertiende  eeuw, toen de continentale handel met de havens aan de Oost- en Middellandse zee welig bloeide.
In 1815, zeven jaar na de komst van de plaatselijke haring activiteiten, had Banff 90 schepen die vanuit deze haven de visvangst bedreven.
In de jaren rond 1830 werden jaarlijks ongeveer 30.000 vaten haring gekaakt, bestemd zijnde voor de export.

Wordt vervolgd








Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 18:10:27
Uitgaande Scaffies.
De Zulu was in het begin niet erg geliefd bij de vissers van Wick , er waren er wel maar het was dan geen nieuwbouw , dat kwam weer later, ze hielden het liever bij de Scaffie.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 18:21:17
Links een grote Scaffie en de Fifie "Owners Delight" uit Keiss, er waren leuke namen voor de schepen bijv. :  ,Wha Wad Trochit ( BK1), Mine & Dine ( LH-868), Try Again ( ME- 445) , Peace & Plenty ( KY-1907), Anchor of Hope KY-419) , Fishers Friend ( KY-294) , Queen of the Fleet ( AH-229),  Pride o' Fife ( KY 1929) , I love May ( KY 569) , We'll  try our Best ( A 7), Prospect Ahead KY-257) , Belle of the Ocean ( INS 1364) , Catch Me If You Can ( CY-63) om er maar een paar te noemen.
 Keiss is een  kleine haven een 8 km noord van Wick


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-10-2012, 18:22:28
6
Halverwege de eeuw veranderde de loop van de rivier Deveron zoals zij toen uitmonde in de baai,  tussen de beide plaatsen.
Hierdoor verzandde de haven van Banff. De grote handelsschepen konden geen gebruik meer maken van deze haven en veel van de grotere vissersschepen begonnen vanuit Macduff hun visserij activiteiten te ontplooien.
De eigenaars bleven in Banff wonen en in de jaren rond 1920 was er een vloot van 17 stoomdrifters die van de Mackduff haven gebruik maakten tijdens de visserij seizoenen.
Geen haring werd meer aangevoerd in Banff en 80 jaar later had de plaats een uitgesproken ouderwetse aanblik met haar verlaten kaden, die niet veranderd waren  gedurende de laatste honderd jaar.
Als groot contrast ligt een mijl verder in de baai , de plaats Macduff,  als een bedrijvige haven. Ongeveer 36 % van de plaatselijke werkzaamheden hebben een 
connectie met de zee.
Achter dit moderne succes ligt 200 jaar van ontwikkeling en verbeteringen.
De haven was in feite gebouwd in 1770 toen twee havenbekken  Oost en West, werden gebouwd.
Grotere verbeteringen vonden plaats in de jaren tussen 1820 en 1870 en weer eens in 1902 en 1903 en vervolgens werd hier in 1921  een nieuwe haven gebouwd.
De visserlui van Macduff hebben zich aangepast en veel veranderingen hebben plaats gevonden.
De haring visserij werd eerst met open armen binnen gehaald, om vervolgens, net als
bij de vissers van Lossiemouth, de visserij met seine netten uit te gaan oefenen  en heden te dagen concentreren ze zich op de trawlvisserij.

Tot aan de 19e eeuw was Frasenburgh een uitzonderlijke succesvolle haringhaven en
was de 2e haringhaven na Wick.
Rond de eeuw wisseling werden de zeilschepen vervangen door stoomschepen.
De plaatselijke visserlui waren sceptisch ten aanzien van de veranderingen, maar een rapport, welk in het voorjaar van 1906 in de lokale krant werd gepubliceerd,  liet hun de opbrengsten van de stoomschepen zien, welke zelfs 3 maal hoger waren dan hun eigen opbrengsten met een zelschip.
Een plotselinge vloed aan bouw orders stelden de drie plaatselijk scheepsbouwers voor een zware opgave, om hier aan te voldoen. Dit werd ook mede veroorzaakt door dat de scheepsbouwers  werven exploiteerden voor de bouw van 40 voet schepen, inplaats van de nu gevraagde 85 voet schepen.
En ook hier werd al gauw door de wat behoudender vissers de slogan gebruikt.
                     Houten schepen met ijzeren mannen   
en bij de komst van de drifters
                     IJzeren schepen met houten mannen.
Alleen al omdat veel van de  werkzaamheden gemechaniseerd konden worden uitgevoerd.

Europa's top vissersplaats in 2007 was de vissersplaats Peterhead, met een omzetwaarde  van 108 miljoen pond, voor de aan land gebrachte vis.
Peterhead had voor haar bloei altijd al op de oogst uit  de zee vertrouwd.
Haar eerste haven, Port Henry genaamd, werd rond 1590 gevestigd.
Aan het einde van de 18e eeuw werd met de walvisvaart begonnen en de stad groeide uit tot de belangrijkste haven voor de Artische walvisvaart. Maar een latere gestaagde
afname had tot gevolg  dat in 1893 de laatste  walvisvaarder vanuit deze haven vertrok.
Maar toen was deze havenplaats al een gevestigde haring haven.
Er wordt zelfs verteld dat in 1881 een record aantal van 849 schepen van uit deze plaats ter haring vangst uitvoeren.
De opkomst van de stoom werd met open armen ontvangen  en bij het uitbreken van
de eerste wereldoorlog in 1914 waren er 196 stoomvaartuigen geregistreerd met het visserijnummer PD..
Echter tijdens het haring seizoen werd dit aantal ver overtroffen door het aantal schepen welke eveneens van deze haven gebruik maakten.
In de naoorlogse jaren zien we dat er grote investeringen werden gedaan t.b.v. de moderne seine net visserij.
En het gevolg hiervan was een enorme groei van de visserij op “witvis “. toen veel schepen in jaren van 1970 / 1980 van uit Aberdeen zich naar het noorden verplaatsten.
Door verandering in de verwerking van de vis gedurende de laatste 15 jaar en een  indrukwekkende opgaande ontwikkeling van de haven faciliteiten, hebben geleid tot een aanvoer van vis door enige van Europa's grootste pegalarische visserschepen.

Schotlands oostkust had veel havens van waaruit visserij werd bedreven. Maar niet elke plaats had dezelfde faciliteiten en hierdoor waren de problemen verschillend per haven.
De verplaatsing van de rivierloop van de rivier de Dee en de bouw van een nieuwe zuidelijke pier, loste voor de stad Aberdeen de problemen op van de gevreesde en gevaarlijke haven ingang en het tekort aan ligplaatsen in de haven.
Dit had tot 1870 voor de stad tot gevolg van een grote toename van visserij activiteiten.
De volgende tientallen jaren was er een constante  groei en meer dan 400 zeilschepen voor de haring visserij, maakten gebruik van deze haven faciliteiten.
Echter niemand was er op voorbereid dat vanaf 1872  de aanvoer van “witvis “ zo'n  grote hausse te weeg zou brengen, doordat vanaf 1870, door het vissen met het trawlnetten, van stoom gebruik werd gemaakt.
In het begin werd deze nieuwigheid door de plaatselijke en andere haringvissers met argus ogen bekeken, bang zijnde voor overbevissing door deze nieuwe techniek en zich hierdoor in hun voortbestaan zouden worden belemmerd.
Zo werd in de havenplaats Wick, de bemanning van een bezoekende trawler, terwijl zij op de kade de trawlnetten repareerden, door de plaatselijke bevolking met stenen bekogeld.

Maar toen in 1882 twee Engelse trawler hun vangsten in Aberdeen aan wal brachten, was de plaatselijke middenstand  zo onder de indruk van deze nieuwe methode van vissen, dat zij ook deze nieuwe methode als proef gingen uit proberen en zij hiervoor gebruik maakte van de stoom sleepboot “Toiler”.
Aangemoedigd  door dit succes werden twee nieuw schepen, de North Star en de Gipsy, besteld. Zijwerden reeds in het volgende jaar te water gelaten.
Reeds rond 1900 waren er in Aberdeen 148 stoomtrawlers geregistreerd.
Grotere en krachtiger schepen, om met nog grotere netten te vissen, werden aan de vloot toegevoegd en een groter vangst gebied kon worden geëxploiteerd en grotere vangsten aan land worden gebracht.
Met als gevolg dat het grote welvaart bracht in Aberdeen.
Gedurende lange tijd was Aberdeen, na de plaatsen Hull en Grimsby, de derde grootste vissershaven van Engeland.. Vanaf 1950 werden geleidelijk de stoom- schepen vervangen door motorschepen.
Goedkoper in gebruik, aangenamer voor de bemanningen om op te werken en met een grotere trekkracht.Hiermee werd dit tot het succesnummer van de haven.
Dit heeft zo, tot aan de instorting van deze bedrijfstak in 1970 geduurd, als gevolg van de kabeljauw oorlog met IJsland. De bemanningen van de schepen hadden dit als een teken aan de wand gezien en schakelden geleidelijk over op betere betaalde banen in de toen steeds verder uitbreidende olie industrie vanuit Aberdeen.

In recente jaren is er in heel Engeland hernieuwde belangstelling getoond voor met de beug gevangen vis als zijnde afkomstig van een duurzame en ecologisch  vriendelijke visserij.

Vanaf het begin van de trawlvisserij met stoomschepen waren de arbeidsvoorwaarden   echter anders, daar de schepen meestal door rederijen werden beheerd.
Vaak groeide zij uit tot grotere maatschappijen welke dan meerdere schepen beheerden.
Voor de vissers was het dan heel vaak een zaak om te trachten te overleven.
De lonen waren minimaal zodat  het profijt voor de reders groter was.
Een regeling, dat de vissers een percentage van de opbrengst  van de verkochte vis,  zou krijgen, voldeed ook niet aan de verwachtingen, daar dit maar een  klein percentage was.
De vissers moesten de rederij betalen voor het proviand en genoten voedsel tijdens de reis en het was niet ongebruikelijk dat de vissernan, terug kerend van een harde en meedogenloze reis van 4 weken, slechts een mager loon had verdiend.
Na diverse meningsverschillen en onrust tussen de vissers en de reders, werd voortaan de proviand door de reders betaald en werd er een garantie loon ingesteld.
En hierboven werd een premie uitbetaald, wanneer er goed was gevangen en de prijs van de verkochte lading gunstig was.
Voor de povere verdienste was en bleef het altijd een zwaar en gevaarlijk beroep..
Lange werkdagen makend, op een open dek werkend en vaak onder onvoorstelbare omstandigheden.

Voorafgaande aan de succesvolle ontwikkeling van de haven van Aberdeen was de plaats Stonehaven de belangrijkste haven tussen Peterhead en Anstruter.
In het begin van de twintigste eeuw had men nog het idee dat het rond de haven nog veel bedrijvigheid was en er zo'n 50 tal scheepjes in de haven lagen.
Echter 40 jaar vroeger,  gedurende het haring seizoen lag de haven propvol met zo'n 200 scheepjes.

In 1871 visten tijdens het haring seizoen ongeveer 230 plaatselijke schepen vanuit deze haven en ook nog veel schepen afkomstig uit  andere havens.
Dit veroorzaakte een chaos en het haven bestuur was genoodzaakt om strenge
voorschriften in te stellen.
Iedere haring handelaar mocht maar 1000 kg zout en 50 lege tonnen op de kade hebben.
Alle volle tonnen moesten direct van de kade worden verwijderd om ruimte te geven op de kaden.
Rond 1900 waren de kaden leeg en de vroeger ingestelde wetten waren niet meer van toepassing. Niet te min waren er nog wel wat bezigheden voor de rond de haven wonende en werkende oudere inwoners.
Het verhaal doet de ronde dat de terugval van Stonehaven ( en ook de haven van Dunbar ) de schuld was dat de vissers van beide plaatsen op zondag visten en hiermee de Sabbath ontheiligden. 
We moeten ook in ogenschouw nemen dat Stonehaven ook te lijden had van de invloed van  het nabijgelegen  Aberdeen.

wordt vervolgd.






















Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 18:51:41
LK-294-Humility.
Een tot motorschip verbouwde Zulu.
Later werden er Zulu's gebouwd met motor.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 19:07:38
H_93-Lycurgus.
Gebouwd bij Cook , Welton & Gemmell.
1890-Lycurgus.
Eign: Hellyer Steam Fishing Co.Ltd, Hull.
22-12-1908 gezonken na een aanvaring met de H-130-Eudocia.
Toen de trawlers verschenen waren de drijfnet vissers niet erg gelukkig, de trawlers maakten , volgens de drijfnetters, hun netten kapot en zo kon het gebeuren dat de trawlers  nog weleens werden bekogeld als ze een haven binnenliepen, er was een soort" anti trawler movement".
In mei 1884 werd in Wick een North Shields trawler bekogeld door jongens terwijl de bemanning aan het netten boeten waren,er werd verklaard dat de aanval werd gedaan omdat de mensen op Zondag stonden te boeten en dat het niet was dat het schip een trawler was.
De zondagrust breken lag dan wel heel erg gevoelig, als dat de waarheid was.
Wick was toen bekend/berucht om de vele kroegen en de van daaruit volgende problemen ,het plaatsje werd dan ook voor een lange tijd drooggelegd, ze zopen als ketellappers en s'zondags lagen ze natuurlijk in coma en die arme trawlerlui mochten hun netten niet boeten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 21:06:29
Whaligoe Steps.
Ik ben dit vergeten , het behoort bij hoofdstuk 1.
330 treden, hier liepen de vrouwen met een mand haring op hun hoofd naar boven en dan nog een kleine 11 km naar Wick lopen.
Ik heb het maar 1 keer gelopen, zonder een mand haring,  en heb toen halverwege de weg naar boven een tijdje gezeten en dan moet je net doen of je van het uitzicht zit te genieten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 21:18:14
Begin van de Whaligoe Steps, hier kwamen de scheepjes naar binnen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 21:33:45
Ook vergeten te plaatsen, we worden oud.
Visverkoopster van Cromarty, let wel, zonder de inzet van de vrouwen had de Britse visserij nooit en ten nimmer zo groot geweest.
Leuke foto, vind ik ook,  maar denkt er om dat het een blinde armoe was.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 21:45:14
Het gaat beter, ook vergeten.
Visverkoopsters van Fisherrow,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 21:47:41
Het gaat steeds beterder.
Visverkoosters van Lossiemouth


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-10-2012, 22:02:15
Herring Lassies


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 12-10-2012, 09:46:16
De arremoe ken je wel van de gezichten afleze Jan
Vreemdeling mooie en intersante stukjes bedankt

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 12-10-2012, 09:55:45
Door een fout van mij is er iets mis gegaan bij het plaatsen van deel 3.
Zou Rinus of een ander dit kunnen verhelpen en ergens tissen de foto'na deel 2 willen plaatsen
B.v.d.
Cor

 kijk in je pb berichten cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-10-2012, 17:52:27
7
In maart 1928 was er een onderzoek naar het verval van de diverse vissersdorpen.
En hieruit bleek dat twee plaatsen , Arbroath en Gourdon, hier niet van te lijden hebben gehad.
Zij alleen schijnen de sombere jaren rond 1920 te hebben overleefd en hun vooroorlogse welvaart te hebben terug gewonnen.
Beide gemeenten waren hecht met elkaar verbonden en waren doorgegaan met de door hen gebruikte methode van de kleine beugvisserij.

Vissend op schelvis, wijting en schol hadden zij weinig hinder van de totale instorting       van de haring visserij.
Op ander plaatsen hadden de mannen, terug kerend uit de oorlog met grote verwachtingen, gemonsterd op de grotere schepen of verkozen werk te zoeken in fabrieken of emigreerden.
De zuigkracht van de stoomschepen hadden zij weerstaan  en zijn door gegaan met hun tot de familie behorende kleine scheepjes en hielde hiermee de jongelui van het dorp in de het visserij bedrijf..
In 1932 had Gourdon nog steeds 39 schepen met een personeel bezetting van 150
man, welke nog steeds vanuit deze plaats de visserij bedreven en de ouders hierdoor instaat stelden hun kinderen groot te brengen in een levendige vissers gemeenschap.

Ofschoon Arbroath een haven heeft gehad sinds de 14e eeuw , laten cijfers zien, dat in de vroege dagen van de 1700 er nog van een kleine visserij uitoefening kon worden gesproken.
In 1705 wilde het stadsbestuur de visserij uitoefening verder ontwikkelen en hadden de vissers van het plaatsje Auchmithie, 3 mijl verder aan de kust gelegen, gevraagd om vanuit Arbroath hun bedrijf uit te oefenen.
Twee vissers gaven hieraan gehoor.
De resident van Auchmithie, Lord Northesk, was hier beslist niet blij mee en daagde de 2 vissers en het stadsbestuur van Arbroath voor het gerecht in Edinburgh.
Hij won dit proces, zodat deze vissers in hun gaan en staan en in de uitoefening van hun werkzaamheden werden belemmerd.
Het duurde nog 94 jaar alvorens deze wettelijke bepalingen werden herroepen.
En het duurde nog eens 27 jaar voordat het stadsbestuur van Arbroath de resident van Auchmithie durfden te weerstaan.
Het succes van deze zwaar bevochten overwinning werd rechtsgeldig verklaard.
Tussen de eerste en de tweede wereld oorlog kwam er voor de Fife kust, in de strook van Elie Ness tot aan Fife Ness, een winter visserij op haring, tot bloei.
Toen dit bekend werd kwamen de schepen uit het noorden en de kopers uit het zuiden  toe gestroomd.
De kaden, welke van oktober tot december er verlaten bij hadden gelegen, en de plaatselijk vissersschepen de zuidvisserij beoefende, blonken nu uit van activiteit.
In 1930 waren het de ring net vissers van de Clyde, die zich het eerst lieten zien. De drijfnetvissers, met in het bijzonder de visser uit de plaats St.Monans waren bang dat de nieuwkomers de Forth leeg zouden vissen.

Met drijfnetvissers en ringnetvissers in zo'n klein zeegebied en het vissen ook gedurende de nacht plaats vond, waren er regelmatig incidenten en liep de spanning hoog op tussen de diverse partijen van vissers.
In het seizoen van 1934 waren er 69 vleten  verloren verklaard en 417 beschadigd en waren er nog eens 98 gebeurtenissen om door het visserijschap te worden onderzocht.. Na enige jaren nam de onderlinge spanning af en de onderlinge samenwerking verbeterde.
De onderlinge verschillen buiten beschouwing gelaten, was dit de belangrijkste periode van het jaar voor deze plaatselijke gemeenschappen en een vitale bron van inkomsten.

Vrouwen hebben altijd een centrale rol gespeeld in het leven van de vissers. Zij waren de kern van de vissers gemeenschap, welke alle werkzaamheden aan de wal voor hun rekening namen om het werk op de schepen mogelijk te maken
De vrouwen  voelden zich verbonden met de schepen en voelden zich ook voor de, door hun aan de wal verrichtte werkzaamheden, verantwoordelijk.
Met de komst van de haring industrie veranderde de rol van de vrouwen.
Als kaaksters en pakkers waren zij nodig op de plaatsen waar de haring was en door de schepen aan wal werd gebracht.
En zoals de schepen de haring op haar trek volgden, zo volgden de vrouwen de schepen, om hun werkzaamheden in de haringindustrie te kunnen uitoefenen.

De Schotse drifters waren vaak eigendom van een familie,
In vroeger tijden waren maatschappen mogelijk door de inbreng van visnetten.
Deze constructie werd ook toegepast in de vroege Vlaamse haringvisserij, waar ook medezeggenschap werd verkregen door inbreng van enkele netten,
Deze inbreng was een kostbare zaak, want de netten moesten met de hand worden vervaardigd.
Deze werkzaamheden werden meestal uitgevoerd door de visser vrouwen en waarschijnlijk ook wel door de vissers zelf, wanneer zij in de winterse periode niet de
haring visserij konden uitoefenen en ook niet met de beugvisserij werkzaam konden zijn.

Rond 1400 bestond de bemanning van de Vlaamse vissersschepen tijdens het haring seizoen uit 8 á 15 koppen, afhankelijk van de vennoten die netten hadden ingebracht.
De schepen konden 16 last of ongeveer 16000 kg haring per vangst aan wal brengen.
De uitdrukking “ last “ is hier een andere aanduiding als wij zijn gewend.
In de 14e eeuw blijkt dat er bij de haringvangst in de Britse wateren de bemanning van het schip soms meer  dan 20 man bedroeg. De gebruikte schepen waren toen al groter.
Dit had te maken met het maatschap. De stuurman was in het algemeen de eigenaar van het schip maar voor de levering van de talrijke haringnetten had hij
de leden van de maatschap nodig. Deze waren niet zijn knechten maar vennoten. Iedere vennoot moest minstens 2 netten meebrengen en  in ruil voor de geleverde prestatie kreeg hij een evenredig deel van de besomming, wat aan het einde van het haring seizoen werd uitgekeerd.
Voor de kleinere boten was een bemanning van 4 á 5 voldoende maar ieder lid bracht 8 tot 10 netten mee.

Ik neem aan dat de gebruikte netten op de 40 voets zeilschepen niet de afmetingen hadden van de ons bekende netten van 30 bij 15 meter.
Deze schepen waren 12 meter lang. De voormast stond ongeveer 4 meter achter de voorsteven en de achtermast 2 meter voor de achtersteven, zodat een werkbare midscheep overbleef van zo'n 6 meter.
Om bv.een net van 20 x 10 meter  te vervaardigen komen we aan de volgende gegevens.
Maaswijdte 4 cm,  Lengte net 500 mazen, diepte net 250 mazen.
Totaal de maken knopen is 125.000. Geschatte snelheid van het breien 40 knopen per minuut. Per uur dus 2400 knopen. Totaal benodigde tijd voor het breien van een net
ongeveer 52 uur,
Hiervoor was dan 10.000 meter breigaren nodig.
Ook niet meegerekend is de tijd welke benodigd is om de breinaalden te vullen.
Het is nog maar de vraag of de lengte van het net in één keer kon worden opgezet of dat het net in stukken moest worden vervaardigd.
Hierna moest het net nog in de pees worden gestoken en ook van drijfvermogen ( vloten) worden voorzien,
En bij gebruik aan boord kwamen hierbij nog eens de kosten van de voorzieningen om met deze netten een vleet samen te stellen.

Een andere zaak die ook heel belangrijk was voor de haring industrie, was een bijdrage vanuit een andere bedrijfstak.
Zonder efficiënte netten zou er weinig haring te vangen zijn geweest.
Ofschoon de Hollanders de drijfnetten als eersten hadden gebruikt, was het een Schot die een weefmachine heeft uitgevonden voor de machinaal vervaardiging van
visnetten.
Hier werd zelf van gezegd ....... dit de belangrijkste uitvinding is geweest voor de drijnetvisserij.!
Deze uitvinding kwam op het juiste moment.
In deze periode kwam de Schotse haringindustrie tot bloei.
In 1820 werd een belangen groep geformeerd voor de machinale vervaardiging van netten.
Deze uitvinding werd nog verbeterd door dat er een systeem aan de fabricage werd toegevoegd om slippende  knopen bij de vervaardiging te verhinderen.
In 1869 had Schotland 14 fabrieken voor de vervaardiging van visnetten en hier waren 2000 personen  werkzaam.
Het breien van netten is in Engeland altijd een bezigheid geweest die door vrouwen
werd uitgeoefend.
Zelfs het breien van trawlnetten in een latere periode,

Het begin van de kust visserij op haring was maar voor een korte periode en veelal plaatselijk en dicht bij de kust. De haring werd gevangen in het zeegebied van de zeearmen van de Moray Firth , de Firth of Forth en de Firth of Tay.
De kust visserij was een belangrijke bron voor de lokale voedselvoorziening maar de  omvang van de productie was echter bescheiden.
De vissers in de directe nabijheid van deze plaatsen hadden hiervan het meeste profijt, zowel de kleine scheepjes met 2 of 3 opvarenden als de wat grotere schepen met 5 of 6 opvarenden.
Hoe groter de schepen hoe groter het aantal netten was wat kon worden benut i.v.m. het aantal bemanningleden aan boord om de uitgezetten netten binnen te halen
Veelal bracht iedere opvarende een eigen aantal netten mee en bepaalde hiermee zijn aandeel in de besomming.
In het algemeen was de waarde van de netten hoger als de waarde van het schip.

Veelal zal dit staande want visserij zijn geweest. De netten aan de boven zijde voorzien van drijfvermogen in de vorm van kurk en de onderzijde verzwaard met stenen, om het net vertikaal uitgespreid in het water te laten staan.
Het aantal netten was onderling met elkaar verbonden..
Het zal dan ook wel hoofdzakelijk dagvisserij zijn geweest.
Schepen uit andere plaatsen konden aan deze visserij niet deel nemen daar op de open vissersschepen voor de bemanning geen beschut onderdak was en zij niet de nachten aan boord van hun schip en in ander havens konden overnachten.
En dit was ook deels het geval met de plaatselijke vissers.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:12:55
AH-96-Fairwind


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:13:33
AH-45-Shalayna


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-10-2012, 18:19:59
8
Op aandringen van de regering moesten er grotere schepen worden gebouwd om hiermee verder uit de kust te kunnen vissen en om ook aan de visserij op andere plaatsen te kunnen deelnemen. Hiermee wilde de regering stimuleren om de haringvisserij te gaan beoefenen zoals door de Hollandse vissers dit al jaren werd gedaan. Voor de bouw van de grotere schepen werd een subsidie gegeven. Het nut hiervan kwam niet alleen ten goede van de vissers. De regering zag hier in een grote  en bekwame hoeveel manschappen die deze vissersschepen zouden bemannen en om in tijd van oorlog hiervan gebruik te maken voor bemanningen voor hun oorlogschepen.
In die periode werd de meeste haring gevangen met drijfnetten. Zeker weten doen wij het niet, maar waarschijnlijk al duizenden jaren geleden.
Tot ongeveer het midden van de 20e eeuw is deze vangst methode t.o.v. de Nederlandse visserij vanaf de 16e eeuw ongewijzigd gebleven en misschien nog wel eerder. Ook heeft de verwerking van de haring d.m.v. kaken in de diverse grote vissersplaatsen hiertoe bijgedragen

In het begin zullen deze schepen wel wat verder uit de kust hebben gevist maar nog steeds werd gebruik gemaakt van de netten die zij voorheen gebruikten.
Alleen werd aan de netten een extra drijfvermogen toegevoegd. Hiervoor werden opgeblazen varkens of runder blazen gebruikt en ook wel schapen en honden huiden.
Zou het woord blazen in ons taal gebruik van de visserij hiermee in verband staan ?
Ik veronderstel dat dit met de open boten van toen nog steeds een dag visserij is geweest.

Met de volgende categorie grotere schepen met een half of heel gesloten dek was dan ook de nacht visserij mogelijk. Voor de bemanning was nu aan boord een primitief, maar een beschut onderkomen, beschikbaar.
Zo kon in de middag de netten worden uitgezet en in de nacht worden scheep gehaald.
Ook konden de schepen vanuit verder  afgelegen kustplaatsen de visserij beoefenen en ter plekke de gevangen haring aan wal brengen.
Het aantal mensen aan boord bepaalde ook hier het aantal netten dat werd gebruikt.
Hieraan was wel een limiet verbonden daar bij het scheephalen van de netten grote spanning op de netten kwam te staan en  dit schade aan de toch al kostbare netten  zou veroorzaken.
Om toch met meer netten te kunnen vissen werd de reep toegevoegd aan het aantal netten op de manier zoals deze ook op de Hollendse schepen werd toegepast.
De reep verminderde voor een groot gedeelte de spanning op de netten bij het scheep halen. De reep werd als het ware de ruggegraat van de vleet.
Wel was het nu ook mogelijk meerdere netten te gebruiken maar wat ook het aantal bemanningsleden verhoogden door hun inbreng van de netten .
Ook de installatie van een handmatig bediende kaapstander voor het binnen halen van de reep en hiermee de spanning op de netten verminderden.
Het gebruik van de reep en  had tot voordeel dat aan onderzijde van de netten minder
gewicht nodig was om het net mooi gespannen in zee te staan,
Hier was dus sprake van een drijfvleet.
Op de latere nog grotere schepen werden voor deze werkzaamheden  een met op stoom aangedreven kaapstanders uitgerust.
De diepte van de netten waren ook mede bepalend naar gelang van het aantal opvarenden en beschikbare ruimte midscheeps, om de netten binnen te halen.

Het toen gebruikte materiaal voor de netten was linnen of hennep. Dit materiaal was erg onderhevig aan rotting en zodra het mogelijk was, werden deze netten na iedere reis op de kaden te drogen gehangen en zonodig gerepareerd..Ook probeerden men het rotting proces te verminderen door gebruik te maken van aftreksels van soorten boomschors en de netten hier in onder te dompelen,

Volgens de gegevens over de Vlaamse visserij werden ook, wanneer de schepen in de buurt van Great Yarmouth visten en ook hier haar haring aan wal brachten, aldaar ruimte gehuurd om de netten te kunnen drogen en eventueel te repareren.

Bij de komst van de katoenen netten werden deze problemen grotendeels te niet gedaan. Wel werden het aantal netten meer en groter in afmetingen.
Het gebruik van katoen als materiaal voor de netten had als voordeel dat ze veel minder in gewicht waren als de eerder gebruikte netten van hennep materiaal.
Het nadeel was wel, dat door het mindere gewicht van de netten, zij  minder goed in de water kolom zich uitspanden  en hierdoor de vangst mogelijkheden konden beperken., Dit werd verholpen door het net aan de onderzijde van lood te voorzien.
Bij een drijfvleet was dat niet noodzakelijk daar het gewicht van de reep de netten deed spannen.

Om te grote spanning op het uitstaande net te verminderen werd veelal de voormast gestreken. Dit verminderde de weerstand van het schip.
Dit werd mogelijk gemaakt om de stoom kaapstander te gebruiken bij het strijken en omhoog takelen van de mast. Bij het gebruik van de zeilen werd hier ook gebruik van gemaakt om deze te hijsen.
Deze kaapstander was geplaatst op het achterschip.
Hierdoor kwam bij het halen van de vleet het schip dwars op de wind te liggen.

De grote hoeveelheden haring welke op sommige plaatsen in dit verhaal werden aangevoerd, is uit een latere periode toen grote hoeveel heden schepen zich konden verplaatsen om op een bepaalde plaats de visserij uit te oefenen en de vangsten daar aan wal konden brengen voor de verwerking.

Het dorpje Pittenweem verdient bijna geen aandacht zoals ze ingeklemd ligt tussen de levendige havens van St.Monans en Anstruther.
Momenteel is het de eerste vissershaven van het Fife schiereiland,
Zoals Port Seton aan de overzijde van de Forth, is het moderne Pittenween bijna
geheel afhankelijk van de opbrengst van schaaldieren.
In 2007 was van de totale opbrengst van de vangsten 3.6 miljoen pond en 3.1 miljoen pond was hiervan afkomstig van de garnalen en langoustines.
Maar dit was mede ook te danken aan de vooafgaande populariteit van de scampi's in de vijftiger jaren,
Dit zou  in 1929 bijna  ongeloofwaardig zijn geweest en niet alleen door de malaise op de geldmarkt.
In 1928 was de  totale vangst van Pittenweem slechts 16.000 pond waard
Maar dit was tevens het gevolg doordat er in het geheel geen afzet was van garnalen. Elke visserman die ze met hun netten had wel gedwongen was, ze terug  te
gooien  in zee.
Inderdaad is het na oorlogse plaatselijke succes niet alleen afkomstig van de schaaldieren maar ook van de “witvis “
Nu is de garnaal de enige belangrijkste en waardevolste vissoort in Schotland.
Zonder de garnaal zou de industrie maar in een mineur stemming verkeren..

Met een gemakkelijke toegang tot de kolen mijnen in Lothian en met Edenburg op de drempel en ook nog met de komst van de eerste trawlers in 1885, werd de haven van  Granton al heel vlug Schotland's tweede trawler haven.
Speciale treinen reden dagelijks van Granton naar Glasgow en rond 1920 ging de helft van de vangsten reeds in westelijke richting.
In het begin van 1950 had de haven nog steeds een vloot van 44 stoomschepen ofschoon de meeste van hen gebouwd waren voor de eerste wereld oorlog.
Met het stijgen van de kosten voor kolen en de vangsten in het geheel minder waren, was de financiële levensvatbaarheid voor deze schepen weg gevallen.
Strengere veiligheids  voorschriften verhoogden de verdere kosten.
Vanaf het midden van de jaren 1950 /  1960 werden deze stoomschepen vervangen door motor trawlers,. Schepen met betere voorzieningen voor de bemanning, voorzien van betere technologie en grotere motorvermogen bij  het vissen.
Dit type schepen  visten  rond de zestiger jaren  en hielden dit vol tot aan het begin
van de zeventiger jaren.
Een plotselinge vermindering  van de “witvis “ vangsten in 1975, kwam er na 130 jaar een eind aan de visserij uitoefening vanuit Granton.
Veel van deze schepen vonden werk in de offshore werkzaamheden.
Een van de trawlers viste nog  tot 1993 vanuit Lowestoft en werd later verkocht aan nieuwe eigenaren in Lissabon.

Ofschoon de boven omschreven diesel trawlers een grote vooruitgang waren, visten zij op een vergelijkbare manier als de stoomtrawlers, door de netten uit te zetten en scheep te halen vanaf de zijden van het schip.
In de late veertiger jaren begon een groep reders te denken over  een betere  manier om  het trawlnet aan boord  te halen. Gedacht werd aan de manier zoals de Antartic walvisvaarders gewend waren te doen, door de vangst via een helling op het achterdek, binnen te halen.
In het begin maakten zij bij hun proeven gebruik van het omgebouwd stoomjacht Oriana, en vervolgens  van de omgebouwde mijnenveger HMS Felicity.
Het schip kreeg de nieuwe naam Fairfree en was de eerste hektrawler met invries mogelijkheden.
De reder Christian Salvesen uit Leith kocht haar en na wat groei problemen werd het een groot succes.
In 1954 werd  in Aberdeen een vervanger voor de Fairfree te water gelaten.
Met haar lengte van ruim 90 meter was zij in die tijd het grootste vissersschip en voorzien van de nieuwste technologie.
                                                         
Dit was in dezelfde periode dat op Scheveningen een nieuw type logger in gebruik werd genomen , de Sch.54 en Sch.196
Voor onze begrippen was dit wel het einde, maar deze illusie werd mij al gauw ontnomen toen de schipper A.de Niet van Sch.196 mij een foto liet zien van een der Fairfree schepen. ( waarschijnlijk een publikatie uit de Visserij wereld.)
Voor de gewone visserman was het qua veiligheid een grote stap vooruit, niet langer
de vis te moeten strippen en verwerken in de open lucht en het nu op een manier te doen, alsof het een drijvende fabriek was .

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:20:38
Arbroath Smokie voor Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:46:06
Oriana, Salvesen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:47:15
Oriana, achterschip


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:48:12
Fairfree, paravanen i.p.v. borden


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:51:45
LH-271-Fairfree,( ex GW-19-Fairfree). ex corvet en verbouwd tot motorschip


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-10-2012, 18:52:59
LH-271-Fairfree, achterschip


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 13-10-2012, 10:18:28
Arbroath Smokie voor Maart
Dat is lekker vrete Jan ik warm ze allien op en dan op me brood of zo van de graat kom vaak in arbroath haal ze zo uit de rokerij ff vacuum late trekken dan heb ik voorlopig weer genog voor een tijdje

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-10-2012, 10:53:46
9
De Fairfree werd in 1959 opgevolgd door de Fairfree 2 en Fairfree 3.
Bijna alle vries / hektrawlers in de wereld zijn gebouwd volgens dit model en het is  hiermee een huldenblijk aan deze vernieuwde soort Schotse schepen.
Voor de gewone visserman was het qua veiligheid een grote stap vooruit, niet langer de vis te moeten strippen en verwerken in de open lucht en het nu op een manier te doen, alsof het een drijvende fabriek was .

Ofschoon minder beroemd dan het gewone publiek van de stad Newhaven,. zal er beslist geen  twijfel bestaan over de vergelijkbaarheid met de vrouwelijke vis verkoopsters van de plaats Fisherrow
In het verleden stonden zij er om bekend, dat zij,  met grote snelheid, met een beladen mand met vis op hun rug. hun tochten van Fisherrow naar het centrum van Edinburg aflegden
De “Visvrouwen route “, welke zij op hun dagelijkse tochten vanaf Portobello aflegden, staat er tot op  heden nog om bekend.
Zij stonden er ook om bekend dat zij “mannen werk” verzette, op een mannelijke manier en met de kracht van een man.
Zij speelden onderling zelfs golf en op Vastenavond hielden zij een onderlinge voetbal wedstrijd. Getrouwde  tegen en ongetrouwde collega's.
En in hun onderlinge taalgebruik waren zij “oprecht en eerlijk”, dus er zullen ongetwijfeld hier en daar harde woorden zijn gevallen tijdens de wedstrijd.
De vrouwen behielden hun meisjes naam nog lang nadat zij getrouwd waren.
Zij beheerden de huiselijke financiën en stonden er om bekend dat zij hun eigen  verdiensten verborgen wisten te houden voor hun echtgenoten.
Eén van deze vrouwen heeft eens gezegd.......
Als je over vrouwen emancipatie wil praten , oké , dat hadden wij  hier al geruime
tijd.
Als een passende trotse erfenis stopte de laatste visverkoopster in 1988 met haar werkzaamheden.

Toen de 18e eeuw te einde liep kon de plaats Dunbar, hoewel minder groot,  met 5 walvisvaarders, zich de 2e walvishaven noemen, terwijl Leith er zes en Dundee er drie hadden.
Met de eerste opwinding met betrekking tot de Schotse haring hausse , leek Dunbar op de juiste plaats te liggen.
In 1798  waren er 5000 van de 7000 geëxporteerde vaten haring afkomstig uit
Dunbar.
Ofschoon, net als andere plaatsen de industrie in huis haalde, leek de Dunbar in belangrijkheid af te nemen.
Ondanks dit, werd er in 1842 begonnen met de bouw van een nieuw havenbekken. En binnen twee jaar was de Victoria haven gereed en werd als prachtig ervaren.
Het was van het begin af aan een grote flop en deed bijna de stad failliet gaan.
Het binnenlopen van de haven ingang was moeilijk en bijna onmogelijk bij slecht weer.
De plaatsjes Port Seton en Eyemouth  ontplooide zich maar Dunbar had het er moeilijk mee.
De haring en de verwerking er van geschiedde op uitgestrekte kaden, maar nooit werden de hoeveelheden aangevoerd  waarop was gehoopt.
Vanaf 1920 van het droevig gesteld met de haven en er waren slechts 20 visserlui nog werkzaam.
Na de wereld oorlog verbeterde de situatie zich enigszins en waren er 30 visserij
schepen die vanuit deze plaats de visserij beoefenden.

Ondanks dat de geschiedenis van de visserij terug te voeren is tot de laatste 700 jaar, blijft de vissersplaats Eyemouth voor altijd verbonden met één van de verschrikkelijkste dagen in haar geschiedenis.
Op 14 oktober 1882 werd de vissersvloot getroffen door een hevige storm.
De vloot was op zo'n negen mijl uit de kust vissende. Veel schepen werden bijna 
direct door het geweld van de storm getroffen en gingen ten onder en tot groot verdriet  nog eens drie scheepjes in het zicht van de haven.
Deze dag werd met recht door de bevolking de “Zwarte Vrijdag” genoemd.
Van de 45 schepen die op deze najaarsdag vanuit de haven van Eyemouth waren uitgevaren, keerden er slechts 26 behouden terug..
De samenleving van deze plaats, afhankelijk zijnde van de visserij, met een inwoners aantal van 2935 personen,  verloor in één dag 129 van de 300 vissers,
Hiermee verloren 262 kinderen  hun vader en waren 73 vrouwen  voortaan weduwen.
Deze ongeluksdag wordt elk jaar door de plaatselijke gemeenschap herdacht en in 1981, op de honderdste verjaardag van deze gebeurtenis, werd een museum geopend met als centraal punt een groot herdenking wandkleed.
Ook in de buurt gelegen vissersplaatsen zoals Newhaven, Fisherrow, St.Abb's, Burnmouth en Cove  hadden verlies van mensenlevens.
Ondanks het Washington rapport van 1848 als gevolg van de stormramp van 19
augustus 1848 en hieruit voortvloeiende in gebruikname van een moderner type schip in 1856, kon ook nu weer de storm meer slachtoffers maken  dan in 1848.

Gelukkig mocht Eyemouth zich  verheugen in een vooruitgang, ondanks het traumatische verleden,
In maart 1928 waren er weer 13 stoom drifters van plaatselijke eigenaars en groter aantal bezoekende schepen beoefenen vanuit deze haven jaarlijks de visserij in de vroege dagen van de  herfst periode.,
Tegenwoordig is Eyemouth de succesvolste vissershaven ten zuiden van Aberdeen gelegen met een jaarlijks zomer visserij op garnalen door een veertigtal bezoekende schepen , die in de lokale wateren vissen.

Vissend op schelvis, wijting en schol hadden zij weinig hinder van de totale instorting       van de haring visserij.
Op ander plaatsen hadden de mannen, met grote verwachtingen terugkerend uit de oorlog, gemonsterd op de grotere schepen of verkozen werk te zoeken in fabrieken of
zelfs emigreerden.
Zij hadden de zuigkracht van de stoomschepen  weerstaan en zijn door gegaan met hun, tot de familie behorende kleine scheepjes en behielden hiermee de jongeren van het dorp in de het visserij bedrijf..
In 1932 had Gourdon nog steeds 39 schepen met een personeel bezetting van 150 man, welke nog steeds vanuit deze plaats de visserij bedreven en hiermee de ouders  instaat stelden hun kinderen groot te brengen in een levendige vissers gemeenschap.

Niet alle havenplaatsen hadden zo'n succesvolle ontwikkeling.
De periode tussen  de twee wereld oorlogen was er een diepe depressie in de haring industrie.
De vissers van de oost kust waren hiervan voor een groot deel afhankelijk, en de gevolgen waren  meer dan vreselijk voor de meeste vissers gemeenschappen.
De haven plaatsen Lothian, Newhaven en Fisherrow, aan de west zijde van de Firth of Forth en Dunbar aan de oost zijde, werden hierdoor zwaar getroffen.
Van maar twee kleinere havenplaatsen, Port Seton en Cockenzie, is bekend dat de vissers niet bij de pakken neer zaten en hier om dan ook werden geprezen.
Van hen werd gezegd dat zij energiek en ondernemend waren en in staat waren om te overleven, hoe slecht ook de situatie in de visserij  was.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 12:33:33
Schipper van de Fairtry's was Leo Romyn een topschipper van de Marr maatschappij te Hull, toen hij als schipper op de nieuwe zijtrawler H-159-Northella kwam toen moest eerst het stuurhuis worden verhoogd anders kon hij er niet rechtop staan.
In de oorlog commandeerde hij  mijnenvegers , toen hij een keer thuis was , in Bridlington, spoelde er een mijn aan op het strand, het stadje in paniek, Leo nam een eind touw en knoopte dat aan de mijn en sleepte het naar een plaats waar het veilig onschadelijk gemaakt kon worden, op de vraag waarom hij dat had gedaan zei hij: mijn huis staat daar op die heuvel waar de mijn aanspoelde.
Hij was zeer vroom en hield elke zondag kerkdienst aan boord, verplicht om te komen, de ene week predikte hij Protestants, de andere week Katholiek enz.. Hij was van de Blauwe Knoop en toen hij een keer ondekte dat er vaatjes drank aan boord waren gooide hij ze ,met onder toeziend oog van de chronisch dorstigen , allemaal over de muur. :o


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 12:57:36
LH-8-Fairtry-1954


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 13:02:00
LH-270-Fairtry II-1959


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 13:04:52
LH-371-Fairtry III-1960


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 14:06:39
H-159-Northella,, 1956 verkocht naar Faoer"Gullberg" en  weer terug naar Hull als H-253- Calydon
Gesloopt in 1973


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 16:13:26
Sourabaya, Salvesen te Leith, thuishaven Stanley, Falkland


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 16:14:26
Southern Empress, Salvesen, Leith.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 16:15:21
Southern Venture, Salvesen, Leith


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 16:16:15
Southern Harvester, Salvesen, Leith


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-10-2012, 16:38:08
Southern Froster, Salvesen, één der walvisjagers.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-10-2012, 17:19:32
10
Voor de komst van de stoomtrawlers werd alle “witvis “ welke door de Schotten werd gevangen aangevoerd door scheepjes die de beugvisserij beoefenden en hierop visten  op ongeveer 20 mijl uit de kust.
De komst van de stoom en de snelle toename van de grootte van de schepen en hun voortstuwing vermogen veranderde dit allemaal. Al spoedig waren er grotere beugvissers die bij Groenland hun geluk probeerden, op zoek naar heilbot.
Op kabeljauw en leng kon worden gevist bij Faroes eilanden en bij IJsland.
De beugen strekte zich nu over een lengte van enkele mijlen uit en waren van
honderden haken voorzien.
Ofschoon trawlers grotere vangsten aan wal brachten, bleek dat de gevangen vis van de beugers zwaarder in gewicht was en minder beschadigd was dan de vis uit de trawlnetten en hierdoor ook betere verkoop prijzen  incasseerden.
De opkomst van de moderne motortrawlers rond 1960, welke in staat waren om in  tien dagen tijd meer vis te vangen en betere besommingen te maken als een beuger op een reis  van vier weken, bestempelden hiermee het lot en einde van de grote beugvisserij.

De Mission to Seamen heeft veel voor de vissers gedaan,
Zij werd in 1881 door Ebenezer Mather opgericht.
Na een reis aan boord van één der vissersschepen had hij de slechte
werkomstandigheden van de vissers en ook in de aanverwante bedrijven gezien.
Hij zamelde geld in en kocht hiervoor een tweede hands vissersschip en ging ter plekke aan het werk om de vissers bijstand te verlenen zowel materieel als geestelijk.
Deze organisatie werd steeds sterker door te ontdekken met welke middelen zij de vissers van dienst konden zijn in een steeds veranderende werksfeer..
In 2006 bestond deze vereniging 125 jaar.
Dit doet ons denken aan de geboden hulp en bijstand van het HKS en het “zaaltje “in Dieppe.

Enige tijd geleden kreeg ik een schilderij van Maarten Taal in handen.
Op dit schilderij was een drifter geschilderd in volle zee.
Aan de achterzijde van dit schilderij was een briefje bevestigd met het volgende
verhaal.
In zijn jonge jaren had hij in Lerwick de bemanning van deze drifter ontmoet. Op deze drifter maakten ook  de 2 zonen van de schipper deel uit van de bemanning.
Op de zondag dat dit schip in Lerwick binnen lag werd door de bemanning van deze drifter en ook van andere drifters, aan de wal een godsdienst oefening gehouden,
Waarschijnlijk zal dit dan in een zaaltje van de Mission zijn geweest,
Als bijkomstigheid werd erbij vermeld dat de schipper en zijn zonen in het bezit waren van een draagbaar orgel en dat zij dit orgel meenamen naar deze bijeenkomst.

Een overgroot deel van de Britse vissersvloot werd in beide Wereldoorlogen gedwongen om deel te nemen aan taken  van de Britse marine.
Met groot succes hebben zij een groot aantal verschillende taken uitgevoerd.
In de eerste wereld oorlog werd door de Britse Admiraliteit een standaard drifter ontworpen en hier zijn er velen van gebouwd om dienst te doen in diverse taken bij de marine

Kabeljauw is sedert de prehistorie  altijd een belangrijke voedselbron geweest,. waarop vanaf 1100 in het noordelijk halfrond commercieel werd gevist.
Door overbevissing en misschien ook door de opwarming van oceanen, werd de
kabeljauw door wetenschappers als een in gevaar zijnde  vissoort gezien.
En voor het vissen op deze vissoort zijn voor de Noordzee strikte regels vastgesteld om deze vissoort voor overbevissing te behoeden.
Onderzoeken vonden regelmatig plaats om de geschatte voorraad in zee van deze vissoort vast te stellen.
Duurzame doelen en vis quota's werden vast gesteld en deze veranderden van jaar tot jaar.
De Britse visserlui hadden de laatste jaren een enorme toename van deze vissoort in hun netten waargenomen en hun waarnemingen uit de praktijk werden door
wetenschappers en politici genegeerd
De vangst quota van deze vissoort voor 2008 was uiteindelijk, na vele jaren van vermindering, met 11% verhoogd. .

In perioden van betrekkelijke weelde na een goed haring seizoen werden er vaak huwelijken gesloten.
De bruidegom was dan gekleed in een nauw sluitend kostuum met hoge hoed.
De bruid en de bruidsmeisjes modieus gekleed en deze modieuze kleding zou na de bruiloft gebruikt worden om zich op de zondagen  zich op hun best te laten zien.
Een bruiloft was in de kleinere gemeenschappen een bron van feestvreugde en ontspanning.
Grote hoeveelheden alcohol werden geconsumeerd en in sommige gemeenschappen werd vooraf een waarborg som gevraagd, om de feestvreugde te vrijwaren van vechtpartijen en opstootjes.
Als er geen problemen zich hadden voorgedaan  werd de waarborg som de volgende
zondag terug gegeven of ten bate van de armen in de gemeente besteed.
In de plaats Auchmithie was het op de morgen van de bruiloft de gewoonte, dat bruidegom aan zijn bruid een cadeau gaf.  Dit cadeau bestond  uit twee portemonnees.
Deze portemonnees waren van een dusdanige kwaliteit, dat ze een mensen leven mee konden gaan.
Zij waren tevens het symbool van de rol van de vrouw in het gezin, met betrekking tot het beheer van het geld.
Huwelijken in dit soort gemeenschappen waren vaak langdurig.

Einde     

                                                                                       
 
Met medewerking van Jan Harteveld die de meeste gegevens voor dit verhaal heeft aangeleverd en tevens het verhaal voorzien heeft van prachtige illustraties.
Jan, hiervoor mijn hartelijke dank.

Gebruikte gegevens afkomstig uit.

Scotland's East Coast Fishery                                               Mark I'Ansen
Vlaanderens Haringbedrijf in de Middeleeuwen                    P.Degrijse
Historyshelf.org: the Silver Darling                                         


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 14-10-2012, 09:46:11
Cor en Jan bedankt hiervoor heb er van genoten

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-10-2012, 14:19:04
Maart,
Ik ben blij dat jij als "bijna " Schot van het verhaal hebt genoten.
Ik hoop nog een vervolg te maken.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: mijntje op 14-10-2012, 17:35:11


                             Hallo Cor

           Nee hoor hij is en blijft een SCHEVENINGER haha
             
                             Groetjes Mijntje


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 15-10-2012, 18:14:48
Antw.796.
Foto: schepen in Wick.
Op de voorgrond de troggen zoals vermeld is bij Herring girls, waaruit de haring werd gekaakt
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 17-10-2012, 16:30:57
 er was eens


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zeepaard op 17-10-2012, 16:33:39
Hoi Koos
Wat een mooie foto's :D :D :D :D


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: GerardKnoester op 17-10-2012, 16:52:44
1938


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 21-10-2012, 11:38:13

 lindo op de achtergrond


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-10-2012, 13:10:57
                      Een korte geschiedenis over de stoom drifters,

De verandering in de voortstuwing  in de drijfnet visserij van zeil- naar stoom ,was in zekere opzicht nog weleens moeilijk.
Het was zeker niet zo gemakkelijk als de omschakeling van zeil naar stoom in de trawl en beugvisserij in deze tak van visserij industrie.
De omschakeling  in de haring visserij van zeil naar stoom  vond plaats in een periode van zo'n 20 jaar,  vanaf 1880 tot 1900 en waarin  de voordelen van stoom  ten opzichten van zeil  volledig werd erkend en ook door de vissers werd geaccepteerd. Voor deze omschakeling van zeil naar stoom  is het wel nodig  om de manier van  vissen, door zeilschepen met drijfnetten,  te bezien.
Door toepassing van de reep en gebruik makend van een krachtbron werd het binnen  halen van de netten een stuk eenvoudiger. Want dan zou de reep over de boeg binnen gehaald worden en met de kop van het schip in de wind.
In tegenstelling tot de zeildrifters met of zonder krachtbron,  bij het binnen halen van de netten. Bij de Fifies en de Zulu's werd in het algemeen over het achterschip de reep binnen gehaald en die hierdoor niet met de voorsteven van het schip in de wind lagen,  maar veelal de wind dwarsscheeps hadden.
Voor het gebruik van de stoom kaapstander rond 1880 , was de enige beschikbare kracht  de handkracht  bediende kaapstander en hier door een groot deel van de vloot van Schotse drijfnet vissers, maar met 20 of 30 netten visten.
De schepen van de Schotse drijfnet vissers waren in deze periode ongeveer 40 of 50 voet lang en de grootte van het schip werd bepaald wat een  bemanning kon presteren met betrekking tot de bediening van het zeiltuig en de visnetten.
En het was ook de oorzaak dat ze in slechtere weersomstandigheden beperkt waren in de uitoefening van hun werkzaamheden.
Het gebruik van de reep werd reeds vanaf het midden van de 19e eeuw toegepast en in de begin fase van het gebruik was de reep aan de bovenpees van de netten  verbonden en het binnenhalen er van werd eventueel door een met handkracht bediende kaapstander gedaan. De met handkracht bediende kaapstander werd al spoedig de “IJzeren Man” genoemd.
Bij de Scheveningers had deze kaapstander de bij naam “Donkey “ = Ezel

De voortstuwing door stoom, wat gedurende de 19e eeuw plaats vond ,werd al snel door de haringvisserij industrie opgemerkt.
In 1878 werd al in een nieuwsblad vermeld dat op een scheepswerf in de Schotse havenplaats Granton,  twee stoomdrifters werden gebouwd,
Een der schepen kreeg de naam “Voorwaards” en was bestemd voor een eigenaar in  de havenplaats Leeds en het andere schip heette “Opwaards “ en was voor een vishandelaar in Cellardyke.
Dit was reeds 4 jaar eerder eer dat de eerste stoomtrawler voor haar eerste vis reis, vanuit Aberdeen uitvoer
Over de twee reeds eerder genoemde drifters is weinig bekend. Alleen van de “Opwaarts “is bekend dat zij in haar thuishaven Cellardyke geen bemanning kon vinden en dan ook hoofdzakelijk vanuit Aberdeen viste en toen al in die tijd één van de vooraanstaande Schotse haring havens was geworden
In deze periode was het wel al heel gebruikelijk dat stoomsleepboten in gebruik waren om zeil drifters bij windstilte naar zee te slepen .

Zoals reeds eerder over de periode rond 1870 is gezegd, waren toen al de drifters die rond Schotland visten, schepen met een doorlopend dek en waren meestal niet langer dan 50 voet.
Maar vanaf 1880 werden al de eerste schepen met een lengte van 60 voet gebouwd..
Er bestaat geen twijfel over dat de stoom drijfnetvisserij is begonnen met de komst  van de beide drifters “Voorwaarts ”en “Opwaarts “ in 1880.
Deze twee drifters werden in 1880 al snel opgevolgd door een vloot van schepen die vanuit  Cunliffe de visserij bedreven..
Deze drifters hadden de romp van een voormalige Fifie en waren uitgerust met een compleet stel zeilen en twee kleine rechtopstaande stoomketeld en een compound stoom machine.
Het enige opvallende aan het schip was de verticale schoorsteen van de stoomketel.
De vloot van Cunliffe drifters, evenals de beide drifters “Voorwaarts“en “Opwaarts “,
werden ook gebruikt voor de grote beugvisserij vanuit Aberdeen en speelde een aanzienlijke rol bij de introductie van  stoom in de visserij.
Gedurende deze periode werden er door diverse belanghebbenden reeds herhaaldelijk langs de Schotse kust proeven genomen met drifters met een Fifie of een Zulu romp. en waarin een stoommachine was geïnstalleerd.

Het is vrijwel zeker dat de drifter Rob Roy met visserij nummer LH 92 gezien wordt als een van de eerste stoomdrifters die in 1882  gebouwd was. Het schip had een Fifie romp en werd  met de helmstok gestuurd.
Deze progressie vond ook plaats in Engeland maar op een veel later tijdstip.
Het wordt voor vast aangenomen dat de  “Consolation “ visserij nummer LT 717, de eerste Engelse stoomdrifter was. Zij was 72 voet lang en werd in 1897 gebouwd in Lowestoft bij de werf Chanbres and Colby.
Waarschijnlijk hadden deze soort schepen al een stalen romp.
De romp van de “Consolation had de vorm van een ander zeil vissersvaartuig uit die periode, nl. de “smack “ en werd ook door een helmstok gestuurd.. Zij had geen stuurhuis of kombuis en zij was uitgerust met een volledig stel zeilen.
Een fok aan het voorstag,, Grootzeil met onder en boven gaffel aan de voormast en bazaanzeil met 2 gaffels aan de achtermast, meestal ver uitstekend over het achterschip. Dus een echt logger tuig.

De introductie van de succesvolle kaapstander en het gebruik van de reep aan de onderzijde van de netten, heeft waarschijnlijk de vraag naar stoom versneld.
Stoom kaapstanders werden al op de zeil trawlers gebruikt, die vanaf ongeveer 1870, vanuit Engelse havens, de visserij beoefenden.
Over deze kaapstanders was men niet erg tevreden.
In 1884 werd een stoom  kaapstander in gebruik werd genomen waarvan de stoom werd geleverd aan een machine met 2 cilinders boven op de kaapstander.
De kaapstander kon nu rond draaien zonder enige onderbreking bij het binnen halen van de kabels en trossen ,zonder enige hinder te hebben van de stoomleidingen.
Deze toepassing was nogal revolutionair en vormde het basis ontwerp van de stoom kaapstanders die tot 1950 werden gebruikt.
Het gebruik en het aantal van deze succesvolle kaapstanders werd al snel bij de haring vissers bekend en in de vroege jaren rond 1890 werden zij ook op de stoomdrifters geplaatst.
Door de erkenning van het nut van de stoom kaapstanders,  waren zij nu in staat om bij veel slechter weer te kunnen werken als voorheen, in de periode dat handkracht heel normaal was,
De verandering in de werksituatie,  leidde de komst in van  het gebruik van grotere en krachtiger schepen. Het was nu veel eenvoudiger door met behulp van stoomkracht de grote zeilen te kunnen hijsen en het bedienen ervan bij koers veranderingen.
En niet te vergeten het nut van stoom bij het binnenhalen van de netten door middel van de reep.

De stoom kaapstander werd rond 1890 in Schotland geïntroduceerd en de eerste installatie, voor zo ver bekend, was in de zeildrifter Reliance  KY 312 uit East Fife van 60 voet lang..
Eveneens is bekend dat een zeil Fifie, die in 1893 in de plaats Pittenweem werd gebouwd en eveneens met een kaapstander werd uitgerust.
Er is niet vermeld of de kaapstander handmatig of met stoom werd bediend.

Het gebruik van stoom kaapstanders op de Schotse zeildrifters werd vanaf 1895 algemeen en resulteerde uiteindelijk in de bouw van grotere Fifie's en Zulu's met een lengte van 60 en 70 voet.
Deze grotere zeilschepen waren nu in staat bij hun werkzaamheden, om bijna gelijkwaardig te zijn aan de eerste gebouwde stoom drifters.
Dit werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de lagere bedrijfskosten t.o.v. de stoomdrifters.

Ook moet worden vermeld dat de zeildrifters door bleven gaan met het halen van de netten over de achtersteven. Op het achterdek stonden  dan ook de kaapstander en de stoomketels.
Deze manier van werken op de zeilschepen duurde tot aan ca. 1908 -1915 , na de algemene toepassing van de verbranding motoren,
Door deze motoren werden de genoemde zeildrifters in staat gesteld om op dezelfde manier te werken als de stoomdrifters, dus halen over de voorsteven met de kop in de wind.
Het is misschien wel noemenswaardig dat met betrekking tot het voorgaande punt, dat een zuivere grote Zulu zeildrifter genaamd “Muirneag “ SY 486 , vanuit Stornoway tot 1945 ter visvangst ging met alleen zeilen en een stoom kaapstander en hiermee waarschijnlijk de laatste grote drifter was die alleen door zeilen werd voort bewogen.

Het blijkt dat de komst van de stoom drifter gewoon werd geaccepteerd echter niet in de vorm waarin zij later zou veranderen.
In de late jaren tussen 1880 en 1890 deden stoom beugers en stoom trawlers hun intrede en de uitrusting aan dek en vormgeving waren vaak gelijk aan de uiteindelijke vorm van de stoomdrifters.
Van mening is men dat de veranderingen aan de stoomdrifters zoals men ze toen kenden, van invloed is geweest t.a.v. de ontwerpen voor de eerste stoom trawlers en beugers.
Men moet hier niet de zeer vroege experimentele trawlers mee vergelijken omdat deze schepen toen een door schoepen aangedreven sleepboten waren, die met de boomkor visten. Hierna kwamen de eerste stoomtrawler met schroef aandrijving en die met een relatief nieuw soort netten visten ( ca.1880-1890 ) die met snijborden waren uitgerust., de zgn. “Granton “trawl.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-10-2012, 18:44:03
LT-354-loopt Lowestoft binnen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-10-2012, 18:51:09
LH-092-Rob Roy .
Romp van een "stoom" Fifie en een helmstok.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-10-2012, 18:55:18
LT-718-Consolation
Geb. bij Chambers & Colby, Lowestoft.
Grt-51
70.50 ft x 17.50 ft x 7.60 ft
1897-LT-718-Consolation-
Eign-G.Catchpole, Lowestoft
1902-Eign-J,C.Cooper, Lowestoft
1906-B...-Andre Emilienne, Boulogne Sur Mer.
1907-LK-486-Consolation.
Eign-John Mair.
23-08-1908 uitgebrand te Lerwick.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-10-2012, 19:00:39
Verbouwde Zulu, van zeil naar stoom.
Built of wood by Wood of Lossiemouth als een zeil Zulu.
Grt 59.9
80.00 ft 20.40 ftx 8.00 ft.
1903-INS-522-Lady Hill.
eign: Henry Garden & George Wood.
1910-Nr-1 Machine was een 10 inch Compound van John Dunn te Lossiemouth.( 14 pk)
Deze machine werd kort daarop er weer uit gehaald en aan de wal geplaats om dienst te doen in John Dunns machinefabriek tot ongeveer 1955
1912-Nr-2 Machine was een 12 inch compound en ook van John Dunn.
30-11-1915-Na een succesvolle visreis is het schip bij het binnenlopen van Lossiemouth vergaan..
1917-Uiteindelijk uit het register geschrapt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-10-2012, 19:08:01
Geb.bij A.McEwen & Sons, Wick.
Grt-81
88.50 ft x 19.50 ft x 8.70 ft,
16 inch compound, fabriek Fisher, Paisley,( 20 pk)
1901-WK-544-Fisher.
Eign: H.Mackay.
28-11-1904-na een aanvaring in dichte mist met de YH-545-Ten is het schip gezonken ongeveer 1.5 mijl  van Great Yarmouth havenhoofden, bem. gered.
19-12-1905-Wick registratie bureau verklaard het schip total loss en wordt uit het register geschrapt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-10-2012, 19:39:50
2
De bouw van een vloot stoombeugers voor reders in Oost Fife, begon in 1891. De eerste werd reeds in hetzelfde jaar te water gelaten bij de scheepswerf Jarvis in Anstruther en kreeg de naam “Maggie Lauder “KY 499.
Het schip was 88 voet lang en haar uiterlijke vormgeving was vergelijkbaar met de vroegere houten beugers.
Van deze houten beugers waren er 3 vanaf 1890 gecharterd en hadden een bemanning uit de plaats Cellardyke en zij hadden heel succesvol gevist met lange beugen.
De schepen van deze vloot waren 88 tot 100 voet lang. De meesten hadden een houten romp, maar 7 stuk van deze vloot waren in Leeds en Dundee gebouwd en hadden een stalen romp.
Deze schepen waren succesvolle beugers maar onhandelbaar voor de drijfnet visserij.
De stoom kaapstanders waren in het algemeen tot 1894 niet in gebruik op de schepen en dit is waarschijnlijk ook de oorzaak dat zij niet tot tevredenheid aan de haring visserij met drijfnetten konden  deel nemen.

De Cellardyke bemanningen van de 3 gecharterde schepen waren tevreden met hun werk aan boord van deze beugschepen en hadden qua verdiensten niet te klagen.
Maar zodra in het zomer seizoen de haring werd gesignaleerd, deserteerden zij van de beugers en vonden de haring visserij belangrijker en voor verandering bemanden
zij de houten zeildrifters.
De eigenaars van de stoom beugers ( meestal rederijen )waren hier niet zo content over, wat in 1890  resulteerde  met het uit de vaart nemen van alle beugers.
Aan de hand van schilderijen uit deze periode is gebleken dat deze schepen niet met een stoom kaapstander waren uitgerust en ofschoon enige ( misschien wel alle schepen ) waren uitgerust met stoom winches i.p.v. Kaapstanders.
De meeste van deze schepen werden na 1900 omgebouwd tot stoom drifters en werden door haar eigenaren en reders uitgerust met stoom kaapstanders.
De techniek en vakkennis waren nu voor hen beschikbaar om succesvol met stoom drifters te kunnen vissen.
Door reders of eigenaars uit Cellerdyke werden enkele van deze schepen terug gekocht en visten met groot succes op  haring met drijfnetten.
De meeste van deze schepen werden tijdens de bouw uitgerust met  een stuurhuis voor de schoorsteen en met een kombuis aan de achterzijde van de opbouw.
Horizontaal geplaatste ketels werden nu al veelvuldig toegepast i.p.v. eerder toegepaste verticale opstelling, Ofschoon er nog steeds staande ketels werden gebruikt op de schepen die alleen stoom nodig hadden voor de aandrijving van de kaapstander of een installatie voor het binnen halen van de beug. Maar in geen geval voor de voortstuwing.
De eerste vermelding van een overdekt stuurhuis op een houten schip, wat in de volksmond “stuur doos'  genoemd , werd in 1882 gebouwd en in de lokale krant van de havennplaats Fife werd dit vermeld bij te waterlating van een tweede houten beuger voor  de havenplaats  Anstruther. Rond 1909 werd dit schip omgebouwd als drifter en uitgerust met een stoom kaapstander en in 1917 verkocht naar Peterhead.

De acceptatie van  de stoom drifters kwam traag van de grond . Het was waarschijnlijk te wijten aan het gebruik van de stoom kaapstander en het algemene gebruik van de reep, waardoor het zeil oppervlak van de Fifie's en Zulu's toe nam.
Deze zeildrifters hadden lage bedrijfs kosten in vergelijking met de vroege stoom drifters en waren natuurlijk veel goedkoper om te bouwen.
De grootste van deze zeildrifters werden tussen 1900 en 1905 gebouwd.
De laatste grote Fifie die in East Fife gebouwd werd was de “True Vine “ ML 20 en het is heel waarschijnlijk dat zij de laatste grote zeildrifter was die in Schotland werd gebouwd en zij was in feite al ouderwets voor dat zij te water werd gelaten.

Zoals al eerder is geconstateerd waren de vroege stoom beugers en drifters van hout waren gebouwd ofschoon toen ijzer en staal populair materiaal was voor de bouw van trawlers.
Echter in 1900 werd bij een scheepswerf in North Shields begonnen met een vloot van stoom drifters te bouwen die Great Yarmouth als thuis haven zouden krijgen maar eigendom bleven van de scheepswerf.
Deze schepen, die in de volksmond de Numerieke Vloot werd genoemd, werden allen in volgorde van 1 t.m. 34 genummerd.
Rond 1902 waren zij allen afgeleverd en het is  heel waarschijnlijk de eerste aanduiding dat de stoom drifter was ingeburgerd en door de visserman was aanvaard als bruikbare haring drifter.
De technologie en kennis was nu volledig aanvaard waardoor de stoom drifters in staat waren succesvol op haring te vissen en de zeil drifters hierin overtroffen, ondanks de hogere bedrijsfkosten.
Dit had tot gevolg dat er vanaf 1900 tot 1905 een grote vraag van de meer progressieve visserlui en reders kwam om  zeildrifters om te bouwen  tot stoomdrifter,
En  tevens hiermee het einde inluidde van de scheep van grote houten zeildrifters en de scheepsbouwers met hun activiteiten moesten stoppen.
We moeten aannemen dat voorafgaande aan 1905  in heel Schotland de meeste scheepsbouwers van houten schepen  heel druk waren geweest met het bouwen van grote zeildrifters en deze scheepsbouwers in een heel korte tijd overstapten naar de bouw van houten stoomdrifters, om aan de nieuwe en geweldige vraag te voldoen.
De eigenlijke scheepsbouw uitbarsting,  welke in principe begon bij de bouw van de Numerieke Vloot. De scheepsbouwers uit Lowestoft en Great Yarmouth hadden toen besloten tot de bouw van 1727 stoomdrifters . Dit vond plaats in de periode tussen 1900 en 1932. Van deze stoomdrifters werden er 12 in Holland gebouwd.
In deze cijfers is niet inbegrepen de door de Admiraliteit gebouwde houten en stalen drifters in de periode 1917-1920. Deze schepen werden in een standaard uitvoering gebouwd.
De periode tussen 1906 en 1911 toont ons dat 48% = 829 schepen van dit totaal werd gebouwd en 15% = 256 schepen alleen al in 1907.
Een totaal van 100 drifter te bouwen  in 1 jaar was een maximum en werd gehaald in de jaren 1907, 08,10,11, en 14. We moeten dit wel beschouwen als een enorme activiteit van de scheepsbouwers.

In 1904 waren \het ontwerp, vormgeving en grootte van de stoomdrifters wel vast staand en erg weinig veranderingen vonden hierna plaats aan  vorm en opbouw tot aan de komst van de echte motor drifters rond 1930.
Het woord echte stoomdrifter heeft betrekking  op het feit dat zij als zodanig is gebouw en in geen geval vergelijkbaar is met de grote zeildrifters die vanaf 1908 en later met verbrandings motoren werden uitgerust,
De inbouw van motoren veranderde de zeildrifter in een motordrifter en werden voortaan in de volksmond “motorschepen “ genoemd.
De kaapstanders werden verplaatst van het achterdek naar het voorschip tijdens de inbouw van de motoren, zodat de manier van het binnen halen van de netten op deze ex. zeildrifters hetzelfde werd als op de stoomdrifters.
Een totaal van 1852 stoomdrifters werd gebouwd  tussen 1890 en 1932 met in begrip van voor 1900 gebouwde 125 stuks beugers en kleine trawler die rond de eeuw wisseling werden omgebouwd tot drifter..
In dit totaal is inbegrepen 12 houten schepen, 587 ijzeren of stalen drifters en eveneens 6 houten schepen die gebouwd waren als zeilschip maar kort na hun oplevering  voorzien  werden van stoom.

Houten drifters waren erg populair zoals blijkt uit de bovenstaande gegevens en waarschijnlijk is dit door de 3 volgende redenen.
1.De visserlui uit deze periode waren gewend aan  en tevreden met de houten schepen.
2.Er was langs de kust een overweldigde capaciteit en kennis aanwezig om houten schepen te bouwen.
3.Het is algemeen bekend dat stalen drifters en trawlers de eigenschap hadden om grote hoeveelheden water in de midscheeps aan dek te krijgen door een verminderd vrij boord .
Houten drifters ( en in het algemeen houten schepen ) hadden niet deze eigenschap en waren in het algemeen aan dek veel droger.

De populariteit van de houten drifters nam bijna even snel af al de toename van het aantal stalen schepen  en het laatste houten schip was de Lizzie West BF 213 en was in 1930 in Buckie  gebouwd.
Zij was een pracht schip om te zien , was nog enige tijd onder beheer van eigenaars in Lowestoft en eindigde haar dagen  als taanschip in de haven van Fraserburgh.
( bij dit schip konden dus netten worden getaand. Zij zal een verbouwing zijn ondergaan en de stoom voor verhitting was reed s aan boord )
Zij werd in 1968 gesloopt. Bijna in dezelfde periode dat de drijfnetvisserij op  zinjn einde liep en  voorkeur werd gegeven voor de haring visserij door span trawlers en seine vissers.

Stalen drifters werden tot 1932 gebouwd,  toen de laatste drifter Wilson Line KY 322 was gereed gekomen. Natuurlijk had in 1920 het afstoten  door de Admiraliteit van de standaard drifters aan visserlui,  hierop een ongunstige invloed heeft gehad bij de bouw van nieuwe drifters na 1920.

De vroege stoomdrifters waren met opstaande ketels uitgerust en met een kleine compound machine ( 2 cilinders ) maar deze werden al spoedig vervangen door liggende ketels en in het algemeen gunstig werden aanvaard.
De compound machine bleef populair en zeker bij de kleinere houten drifters maar rond 1907-08 werden zij vervangen door tripel expansie machines ( 3 cilinders ) welke nu standaard tot de uitrusting van de drifters behoorden.

Wordt vervolgd




Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 01:29:47
LT-368-Pioneer, eerst gebouwde motor drifter
Geb.bij Henry Reynolds,Oulton Broad, Lowestoft.
Grt 43,43 x  Nt 36,70
64.88 ft x 17.40 ft x 7.9 ft.
Het was 15.6 ft korter gebouwd dan een stoom drifter.
Motor ; een Globe Marine Gasoline Engine, 38 pk, 220 rpm.gebouwd bij Pennsylvania Iron Works, Philadelphia, USA en ingebouwd door Frederick Miller, Lowestoft.
1901-LT-368-Pioneer
Eig.Mrs Helen Louisa Miller, echtgenote van Charles Miller een schoolmeester in North Berwick.
Het schip en motor voldeden goed.
1913 verkocht naar Spanje, op eigen kracht vertrokken uit Lowestoft naar Las Palmas.
24-april register gesloten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:43:05
Geb. bij Wm.Jarvis, Anstruther.
Grt-94 x
39.10 ft.
Compound 34 pk.
1883-KY-472-William Tennant.
Eign; Anstruther Steam Fishing Co.Ltd.
Eig.D.Wood
1918 , t.h.v. de Humber vergaan.
Fish Carrier, op de foto geen winch, galgen enz.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:43:53
LH-3-Resolute


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:44:51
LT-495-Lizzie West
Voor gegevens: zie antwoord 876.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:45:43
Geb.bij Herd & McKenzie, Buckie.
Grt 103 x
90.60 ft x 20.00 ft x 10.10 ft.
Triple expansie 34 pk.
1930-BF-213-Lizzie West.
1941-44-Royal Navy , gebruikt als een reserve patrouille vaartuig
Eign: Jas.West e.a.,Gardenstown
1944-M-22-Lizzie West.
Eign: A.C.Mitchell, Milford Haven
1946LT-495-Lizzie West.
Eig: Harold & John G.Mitchell, Lowestoft
1953-Eign: George Mitchell.
1958-Eign: Charles Eastick, Gt.Yarmouth.
1960-Eign: Jakora Ltd.,Lowestoft.
1961 in gebruik als een netten-taanderij te Fraserburgh
1968-gesloopt
Laatste houten drifter gebouwd in UK.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:46:15
3-Lizzie West


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:48:18
Geb.bij J.Meije, Zaltbommel.
Grt 87 x
81.50 ft x 18.10 ft x 8.70 ft.
Compound, 30 pk.
1904-BF-1539-Swallow.
Eign; Wm.Smith e.o.
1915-19-Swallow III-Royal Navy,anti submarine net vessel/minesweeper Pennant nr. 2443
1920-BCK-351-Swallow, dezelfde eign.
1939-Eign: Peter Smith.
1940-45-Royal Navy, lag als "Blockship" in  Buckie haven ingang, 1945 terug naar eign.en verkocht.
1945-FR-65-Swallow.
Eign: Robert Tait e.a.
1948-BF-226-Swallow.
Eign-J.Sater.
1948-Eign-George Murrey e.a.
1952-machine er uit gehaald en als luchtdoel schip voor de RAf gebruikt.
1956-Gezonken in de Morey Firth


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 02:49:10
KY-322-Wilson Line
Geb.bij Alex Hall & Co. Ltd, Aberdeen
1923-KY-322-Wilson Line.
Eign: W.C.Wilson e.a.,Whitley Bay.
1954-YH-105-Wilson Line.
Eign: R.Eastick, Gt.Yarmouth
1959-verbouwd tot motorschip.
1971-75-Eign: Breydon Marine, Gt.Yarmouth
1975 verkocht naar Griekenland.
Laatste stoom drifter in UK gebouwd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 03:25:21
YH-463-One was de eerste van de Numerical Fleet.
Van One naar nummer Thirty Eight.
2 x een Two, Three, Four, Five, Ten,  43 schepen.

De eerste stalen stoom drifter voor Great Yarmouth was de YH-380-Claudian, eign.Horatio Fenner en gebouwd bij Fellows & Co, Southtown Dry Docks.

Geb.bij Smith Dock Co.Ltd. North Shiels.
Grt 83.76 x Nt 27.88
80 ft x 18.6 ft x 8.6 ft
een bij G.T. Grey, South Shields, gebouwde compound machine  24 pk.
1900-LT-463-One.
Eign: Smit's Dock Trust Company
1914-WK-757-Fairy Hill.
Eign: William Waters, Wick.
1916- Royal Navy-1919 terug naar eign.
1929-INS-19-Fairy Hill.
Eign: J.Edwards e.a.
1934/35 gesloopt.
12-aug.1935 Inverness  register gesloten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 25-10-2012, 03:40:17
1901-YH-542-Seven
Eign: Smit's Dock Trust Company-
1914-PD-151-Linum
Eign: Jack & Jim Duthie
1915-Royal Navy-1918 terug naar eign.
1918-J. 7 A. Cow & Northern Steam Fishing Co.Ltd
Gesloopt-1934
12 okt-1934 Peterhead Register gesloten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 25-10-2012, 08:46:06
3
Sommige eigenaars, hoofdzakelijk uit Lowestoft, bouwden drifters met een type expansie machine die in de volksmond de “ Ezel Tripel “werd genoemd, door de toevoeging van een hoge druk ruimte.
De stoomdrifters welke uitgerust waren met een “Ezel Tripel “ waren erg snel. maar deze constructie hield niet stand.
Stoomdrifters hadden gewoonlijk een levensduur van 50 of 60 jaar en de beste van deze schepen werden tot 1950 gebruikt tot dat de ouderdom en het minder economisch zijn van de schepen hen in de wurggreep had.
De “North Briton “A 746 , de latere PD 487 was de oudste stoomdrifter die tot 1948 in gebruik was. Zij was in 1894  in Aberdeen als een trawler  gebouwd.
Zij heeft niet lang de trawlvisserij beoefend en werd  rond 1900 in haar jonge jaren van bestaan, omgebouwd tot drifter.
Het schip werd in 1952 verkocht voor de sloop.

Stoomdrifters waren beslist duurzame en veelzijdige vissersschepen en werden dan ook verschillend gebruikt zowel in de trawlvisserij, in de vroege seine-net visserij en als beuger. De beugers visten voornamelijk op wit vis als het haring seizoen was afgelopen of wanneer de vangsten onrendabel waren.
Bijna ironisch is dat de latere visserlui uit Cellardyke met hun drifters bijna het grootste gedeelte van het jaar met de beug visten en alleen op haring visten in de herfstvisserij bij oost Engeland in gedachten houdend de eerdere bazige en overheersende houding in het Oost Fife gebied  t.a.v. de stoom drifter of beugers rond 1904 of eerder.
Sommige van de stoomdrifters die voor 1910 voor Lowestoft en Great Yarmouth werden gebouwd  waren drift / trawlers en opereerde als trawler gedurende de winter maanden aan het einde van het oost Engeland haringseizoen tot aan het begin van de lente/zomer seizoen, rekening houdend met belangrijke economische factoren,zoals de prijzen van de vis, voldoende vangst van wit vis en de verwachtingen voor het komend haring seizoen.

Engelse drifters begonnen rond 1930  vanaf Maart en later, met hoofdzakelijk Aberdeen als thuishaven met het zgn.”Boxing “visserij project.
Dit hield in om te vissen met drijfnetten op visgronden op zo'n 200 mijl afstand van Aberdeen.
De haring in kisten te ijzen en zo aan land te brengen door een schip waarop de andere schepen hun vangst hadden overgeladen.
Deze verre visgronden, gemeten vanaf de Schotse oostkust waren al lang bekend bij de vissers van Cellardyke en wisten dat op hun favoriete visgronden voor de beugvisserij, in het vroege voor jaar, scholen haring werden gezien.
Een deze haring met drijfnetten gevangen verschaften hun het aas voor de beugvisserij.
Deze gronden waren ook bekend bij de Hollandse beugers en visten ook de haring met zgn, proefnetten, om het als aas te gebruiken.
Ongetwijfeld is aan de Engelse “boxing “vissers informatie verschaft door Schotse vissers, die op de genoemde visgronden regelmatig visten.

Als trawlers waren de drifters succesvol als zij in ondiep water visten van de zuidelijke Noordzee, het Engels Kanaal en de Ierse Zee, waar het vissen op platvis het belangrijkste doel was.
Sommige van deze drifter /trawlers waren langer dan de doorsnee drifter en hadden vaak lengten van 100 tot 120 voet.
De normale drifters en de zgn. standaard drifters hadden de stookplaat in de machine kamer met het vuur aan de achterzijde van de stoomketel, maar de grotere drifter/trawlers hadden een afgescheiden stookplaat aan de voorzijde van de stoomketel. In de volksmond werden zij “for enders “genoemd en waren gemakkelijk te herkennen door de plaatsing van de ventilatie kokers aan de voorzijde van de schoorsteen, waar de normale stoom drifter deze ventilatie kokers dicht achter de schoorsteen hadden staan.

Stoom drifters waren er bij toren de eerste schepen vanuit Schotse havens de seine net visserij uitoefenden meestal in of rond de Moray Firth.
De methode van vissen met seine netten was een Deense uitvinding en werd door een drifter uit Wick '\ontdekt” op haar tocht naar de visgronden.
De Moray visserlui en met name de visserlui uit Lossiemouth gebied realiseerde zich de mogelijkheden van de seine net visserij en veranderden rond 1930 in grote aantallen van stoom naar motordrifter. Dit was deels om economische redenen en een behoefte om in de 3 mijls zone te kunnen vissen.
Deze zone was beschikbaar voor kleine boten en konden hier legaal vissen.

Bij het begin van wereldoorlog no.1 had de marine een uitzonderlijk te kort aan kleine vaartuigen voor kleine oorlogs doeleinden en vond het noodzakelijk om ook eens in de visserij sector te zoeken voor dit soort vaartuigen.
De grote behoefte resulteerde in de overname van 1371 stoomdrifters op huur basis met inbegrip van een groot deel van de bemanningen en ook nog een grote hoeveelheid stoomtrawlers en motordrifters.
De stoomdrifters werden in diverse taken ingezet rondom het gehele Britse eiland  zoals mijnenvegen, patrouille taken en de bediening van de beweegbare afsluitingen van havens.. Er waren teveel taken om op te noemen en waren erg gevarieerd.
Zij beschouwden zich wel eens als .... De dienstmeid voor alle voorkomende werkzaasmheden !
Een aantal van deze drifters hebben dienst gedaan in de Middellandse zee, hoofdzakelijk in de Dardanellen en de Adriatische gebieden.
De eerste drifters werden al vroeg in de oorlog , in de loop van Augustus, gehuurd en waarvan de meeste in dienst bleven tot het einde van de oorlog en later..
Ze bleken zo bruikbaar dat een aantal drifters reeds werd gehuurd terwijl zij zich nog in de fase van afbouw bevonden.
Alle schepen bleven in dienst tot 1919 en een paar zelfs tot 1920.
Het is belangrijk t.a.v. dit punt dat door de Admiraliteit de stoomdrifters als bruikbaar werden gezien en door haar werd besloten om een eigen vloot van stoomdrifters te bouwen, de zgn. standaard drifter.
Van de 1371 drifters welke in de 1e Wereld Oorlog dienst deden er 300 waren die eveneens in de 2e Wereld Oorlog dienst hebben gedaan.
De meeste stoomdrifters waren in de 2e Wereld Oorlog uitgerust met een 3 ponder kanon en zelfs enkele met een 6 ponder als hoofd bewaking en waren op het voorschip opgesteld.
Deze schepen waren niet gebouwd voor oorlogs taken en door de schepen uit te rusten met een kanon moest wel het voorschip worden verstevigd  om de bewapening aan te kunnen.

Ofschoon het maar kleine oorlogs vaartuigen waren hebben sommige van de drifter wel met oorlogs handelingen te maken gekregen zoals actie tegen vijandelijke schepen, vliegtuigen en onderzeeërs.
Al op 2 September 1914 was er de eerste stoomdrifter al slachtoffer in actieve dienst .
Tijdens mijnenvegen in de buurt van het lichtschip Outer Dowsing liep zij zelf op een mijn. De volgende dag werd er een tweede drifter het slachtoffer tijdens het mijnenvegen in dezelfde omgeving.
De laatste drifter die verloren ging tijdens de 1e Wereld Oorlog  liep op 27 Oktober
 1918 op een mijn  dwars van Elbow Light Bay in de Downs
In het geheel zijn er in W.O. 1 130 drifters verloren gegaan, 32 bij acties, 32 door mijnen, 3 door onderzeeërs, 33 door aanvaringen en 8 vermist en de rest door andere oorzaken.
De meest bekende actie, ofschoon niet erg bekend bij de niet visserlui, vond plaats op 15 Mei 1917.
Een groep drifters werden tijdens een patrouille tocht aangevallen door een Oostenrijkse kruiser ter hoogte van de Fano eilanden in de Middellandse zee. Veertien drifters gingen verloren op een namiddag in deze wel eenzijdige actie. Door de heldhaftigheid van schipper en bemanning van drifter Gowan Lea FR 105 werd aan de schipper het Victoria kruis toegekend omdat hij de kruiser wist te weerstaan met slechts een 6 ponds kanon.
Stoomdrifters waren natuurlijk ook onderdeel van de bekende Dover patrouille groep.
Tijdens de nacht van de 27 Oktober werden 6 drifters tot zinken gebracht door Duitse torpedo boten in één aanval en 7 andere werden tot zinken gebracht op 15 Februari 1918 door Duitse destroyers. Deze beide acties vonden plaats bij Dover.
De jaren 1916 eb 1917 waren de ergste jaren waarin respectievelijk 40 en 42 drifters tot zinken werden gebracht.

Tijdens W.O. 2 ( 1939-1945 ) werden 356 stoomdrifters gevorderd, standaard drifters niet meegerekend en werden voor dezelfde doeleinden gebruikt.
Ofschoon er geen verliezen waren door directe acties zoals in W.O.1, gingen er toch 73 stoomdrifters verloren en de eerste drifter die verloren ging was een drifter die op een mijn liep in de Theems monding op 10 December 1939.
Stoomdrifters namen ook deel aan de evacuatie van Duinkerken waar bij deze operatie ook 6 drifters verloren gingen.
De andere verliezen waren als volgt. 12 bij aanvallen door vliegtuigen, 6 bij Duinkerken, 20 door mijnen, 4 door slecht weer, 3 onbekend, 19 door aanvaringen,
8 aan de grond gelopen en 1 in de haven van Dover door Duits kanon vuur.
De laatste drifter die verloren ging was de Broadland YH 718 door slecht weer in de noord Atlantic op 6 juni 1945.
De ergste jaren waren 1940 en 1941 toen er respectievelijk 30 en 24 drifters verloren gingen. De meeste waren in actieve dienst vanaf 1939 tot aan het midden van 1946 toen de overige schepen aan de eigenaars werden terug gegeven.

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 01:34:39
Geb.Bij Chambers & Colby, Lowestoft.
Grt 70 x Nt 41
Compound 20 pk
79.30 ft x
1901-LT-396-United.
Eign: Geo.G.Chadd.
Eign: Noar Ayres
LT-108-United
Eign: J.Jones,R.Ferguson, R.Cammish
SH-148-United.
1923-Gesloopt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 02:01:31
Onbekende drifter in 1914-1918-met Royal Navy  nr.S I.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 02:20:58
Geb.bij Chambers & Co.Ltd, Lowestoft.
Grt 60 x Nt 34
74.5 ft x
Compound 20 hp.
1908-YH-291-Young Archie
Eign.D.J.George.
1919-Eign: J.Pichers Ltd
1925-V.A.Woods.
1930-BK-24-Young Archie.
Eign: A.Dougal.
1935 vergaan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 02:55:05
FR-567-Stalen Admiralty Drifter "Spurt", 1920.
Geb.bij J.Pimblott & Sons, Northwich.
Grt 96 x
86.50 ft x 18.50 ft x 9.30 ft.
Triple Expansie-42 hp.
1919-H.M.D. Spurt, Royal Navy.
1920-afgebouwd als vissersschip voor de verkoop.
1921-LH-261-Craigentinny.
Eig. A.Wares.
1922-GY-89-Craigentinny.
Eign: H.C.Baker,& W.Allen.
1923-B-...-Craigentinny
Eign: S.Fourny, Boulogne Sur Mer.
1928-PD-185-Craigentinny.
Eign R.Strachan e.a.
1935-Eign A.Strachan e.a.
1943-PL-63-Craigentinny. ( Peel,  Eiland Man)
Eign.R.A.C.Cubbin.
1949-FR-567-Craigentinny.
Eig. A. & T. Buchan.
1952-FR-567-Craigentinny, bergingsvaartuig, behield thuishaven en nummer.
1952-Gesloopt
Eign-Scottish Boatowners Mutual Insurance, manager J.Slater


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 03:03:49
Houten Admiralty Drifter "Pack Ice"-1918
Geb Bij Geo.Smith Jr, Buckie.
94 Grt x
86.70 ft x 19.80 ft x 10.00 ft.
Triple Expansie-42 pk.
1918-H.M.D. Pack Ice, Royal Navy,
1920-INS-314-Murray Clan.
Eign: Peter Murray.
1924-PD-17--Utilise.
Eign: A.-J.J.& Wm.Buchan
1939-46-Royal Navy
1946-54-W.P & J.Duthie  e.a.
1954-gesloopt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-10-2012, 03:35:15
Geb.bij Hall Russell, Aberdeen.
1894-A-746-North Briton
Eign: North Line Steam Fishing Co.Ltd.
1911-Eign;R.Irvin Ltd
1912-Eign:D.McKenzie & J.Buchan.
1913-PD-487-North Briton.
Eign: J.G.A.Stephen
1950-gesloopt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-10-2012, 07:06:19
4
Stoomdrifters, de voornaamste steun sedert 1904 van de haring visserij, hervatte in deze rol hun werkzaamheden toen de schepen in 1946 werden vrij gegeven uit actieve dienst. Ofschoon een aantal van deze schepen al vrij oud waren en opnieuw werden opgeknapt na hun oorlogsdienst, toonden zij al spoedig sporen van ouderdom en het slopen van deze schepen begon al vanaf 1947. Deze aantallen namen toe en vanaf 1955 waren er nog maar weinig stoomdrifters die aan de visserij deel namen.
De meesten visten succesvol tot begin 1950, maar een aantal werd vervangen door 75 voets Admiralty Motor Fishing Vessels ( MFV's ) die volgens standaard uitvoering tijden W.O.2 waren gebouwd en door de Admiraliteit werden vrij gegeven voor de verkoop aan de visserij industrie,
De meesten, zo niet allen van de standaard drifters tijdens de W.O.1 gebouwd  en door de Marine werden vastgehouden tussen de beide oorlogen, werden eveneens vrijgegeven van actieve dienst en werden verkocht aan de visserij industrie.
Rond 1951, toen de prijs van de bunker kolen enorm was gestegen en de stoom-drifters het moeilijk hadden om economisch te blijven werken in de competitie met de nieuwe generatie motor drifters die nu bij de meeste Schotse scheepswerven werden gebouwd.
Het resultaat was dat de resterende stoomdrifters geconcentreerd werden in een paar havens zoals Frasenburgh, Peterhead, Lowestoft en Great Yarmouth.

Rond 1952 waren de meeste nog in bedrijf zijnde stoomdrifters de zgn. standaard drifters of schepen die na 1920waren gebouwd .
Rond 1955 waren in het algemeen de stoomdrifters door motordrifters vervangen.
De motordrifters leverden het bewijs meer economisch  te zijn en gemakkelijker voor andere vis methodes te gebruiken waren.
Dit proces was al vanaf 1930 in Schotland aan de gang,  maar vorderde maar weinig totdat na 1947 voor de scheepsbouw,  meer diesel motoren en hout beschikbaar waren nadat de oorlog was geëindigd.
Eerder is al vermeld dat de laatste stoomdrifter in 1932 was gebouwd en in vergelijking met de drifters die gebouwd waren na 1920 zij wel een solide romp hadden maar oneconomisch waren omdat het kolen stokers waren.
Om deze schepen om te bouwen naar olie stokers werd niet als een optie gezien maar werden wel voorzien van diesel vermogen omdat dit acceptabeler was daar de latere gebouwde schepen allen werden uitgerust met diesel motoren en volledig veranderden bij de nieuwe methode van voortstuwing.
Ofschoon deze redeneringen tevreden waren, was de drijfnetvisserij rond 1960 een aflopende zaak en eindigden de drifters hun laatste visserij activiteiten als trawler.
En zo leek het er op dat de cirkel nu gesloten was en de stoomdrifting niet meer bestond.
Gelukkig bleef 1 stoomdrifter Lydia Eva YH 89  bewaard en werd door een maritiem fonds in haar oorspronkelijke staat herbouwd.
Dit schip was in 1930 op een scheepswerf in Kings Lynn gebouwd en was 95 voet lang.

Waarschijnlijk is de bouw van de stoomdrifter begonnen bij werf D.Allan in Granton en dat deze vroege drifter in werkelijkheid een Fifie romp had en met stoomketel en machine was uitgerust.
Het uiteindelijke ontwerp leek op  en was heel sterk beinvloed door het vroege stoomtrawler ontwerp.
Deze drifter had bouwnummer 83
Grt. 83 ton
90.ft.  x 18.10 ft. X 9.00 ft.
18 inch Compound machine 30 pk. Bouwer Walter en Henderson  Glascow.
1884  BF 1358  Green Castle.
Eigenaar J,Wood  Portknockie  Banffshire
1885 LT 101  Green Castle
Eigenaar Lowestoft Steam Carrying Co. Ltd.
1899 Eigenaar Western Marine Salvage  waarschijnlijk berging vaartuig.
1925 nog steeds gerigistreert in Penzance. Verdere gegevens ontbreken.

De Green Castle was de eerste stoomdrifter in Banffshire, maar het schip was geen succes. En is waarschijnlijk de eerste stoomdrifter.
Het Caithness ( De vissersplaats Wick ligt ook in Caithness ) haring seizoen was slecht en het schip had vaak moeilijkheden.
Omdat de netten over de kont werden binnen gehaald had ze door opdrijvende kurken van de bovenpees van het net, vaak een net in de schroef.
Voor ze werd verkocht was zij gedeeltelijk betrokken met de trawlvisserij met de kor en op andere tijden was zij een Fish Carrier en vervoerde vis in kisten vanaf de op zee vissende smack's ( de zgn. Boxing Fleet) , direct naar Billingsgate  vis markt in London
 
Een studie van een lijst van scheepsbouwers laat duidelijk zien dat veel scheepshellingen of boten bouwers gevestigd waren langs de gehele Schotse kust met in begrip van de Clyde. ( Det in haar bloei periode het bekendste scheepsbouw gebied in de wereld was. )
Sommige van de scheepswerven die drifters hebben gebouwd, zijn of waren recent nog in bedrijf en bewijzen hiermee erg veelzijdig te zijn in veranderingen van ontwerpen en bouwprogramma's, om aan de wensen van de visserman en reders te voldoen.
 
De meest op de voorgrond tredende scheepsbouwer was zonder twijfel J.Chambres en Co Ltd. In Lowestoft, die een totaal van 211 houten drifters en 9 stalen drifters bouwde tussen 1904 en 1927.
Dit toont ons een gemiddelde van 9 schepen per jaar over de periode van 24 jaar.
Het piek jaar was 1911 toen deze firma 28 stoomdrifters bouwde in 1 jaar tijd.
In deze cijfers is niet opgenomen de 18 standaard drifters die waren besteld door de Admiraliteit en gebouwd werden tussen 1918 en 1920.
Slechts 2 andere scheepsbouwers tonen totalen van meer dan 100 drifters, nl. de firma
Smith Dock in Nortk Shields en Middlesborough met 102 stuks en Richard Ironwork in Lowestoft met zelfs 118 stuks.

In Schotland hadden voorafgaande  aan 1904 de meeste bouwers van houten schepen hun handen vol met de bouw van de grote Fifie's en Zulu's en toen de vraag naar zeilschepen minder werd, zij zich omschakelden op de bouw van houten stoomdrifters en vervolgens op de bouw van houten motordrifters en seine-net vissers.
Veel van deze werven werden succesvolle motor boot bouwers.
De firma's die zich geconsentreerd hadden in de bouw van stalen schepen,  waren druk bezet met de bouw van stoomtrawlers en vervolgens met de bouw van andere stalen schepen.
Enige van deze bouwers waren beroemd door hun bouw van motor trawlers en drifters,

Twaalf stalen drifters werden in Holland gebouwd, maar slecht 3 waren voor Britse eigenaars en de overige 9 stuks werden voor Hollandse eigenaars gebouwd en vervolgens weer verkocht naar Lowestoft.
Zeven stuks van de negen waren grote drifters met een lemgte van meer dan 100 voet en werden in het algemeen herkend als drifter/trawler.
Zeker één van deze schepen was gebouwd bij de gebr.Boot in Leiderdorp.

De overgang  naar stoomdrifters betekende drastische omschakeling in de werkzaamheden bij het vissen op haring vissen  drijfnetten en de doorsnee visserman komt de eer toe, dat de omschakeling van zeil naar stoom, succesvol werd uitgevoerd.
Dit toont dan ook  het professionisme en de veelzijdigheid van de visserman aan gedurende de jaren en wat nog steeds van kracht is tot op heden.
Een schipper uit Petershead schijnt eens gezegd te hebben.... een visserman kan alles naar zijn hand zetten als hij er zijn wil op zet.!

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-10-2012, 08:27:37
J.H.

Was het plaatsen van het visserij nummer op de voorzijde van de schoorsteen bij de drifters een verplichting ?

Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 26-10-2012, 22:21:47

 sch 74


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 27-10-2012, 01:52:03
J.H.

Was het plaatsen van het visserij nummer op de voorzijde van de schoorsteen bij de drifters een verplichting ?

Cor

Nee Cor , niet verplicht maar wel verplicht zijn de nummers en letters op voor-en achterschip.
De schepen waren vroeger verdeeld in 2 klasse, later ook nog een 3e voor roeiboten.
Klasse 1 had de letters voor de cijfers , deze schepen waren over de 15 Grt. ( bijv SS-120)  )
Klasse 2 waren onder de 15 Grt en hadden de cijfers voor de letters ( 120-SS, soms zie je dit nog weleens in Cornwall )
De registratie letters kwamen voornamelijk in de UK voort uit de naam van een stad , dorp en dat behoefde geen drukke visserijhaven te zijn als er maar een Douane kantoor ( Custom House) aanwezig was,   bijv. aan een drukke visserijhaven als Anstruther waren de letters AR toegewezen maar toen het zover was toen had net toevallig het Douane kantoor opgehouden te bestaan in die plaats en Anstruther kreeg nooit AR,wat zullen ze boos zijn geweest.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-10-2012, 07:20:03
5
Stoomdrifters hadden een bemanning nodig van 10 personen.nl. schipper, stuurman,
5 matozen, 1 machinist ,1 stoker en een kok..
De zeildrifters hadden een bemanning van 8 man en een jongen die in het algemeen als kok fungeerde.
Een minimum van 8 man was nodig om de nretten binnen te halen n.l.4 man in de last, die trekkend en schakend de haring uit de netten schudde.
 Verder 1 man aan dek voor de kurk lijn ( bovenpees ), 1 man aan dek voor de onderpees, 1 man om de seizing los te maken van de reep en 1 man (stoker of jongen )om de reep op te slaan in de ruimte onderdeks in de nabijheid van de kaapstander.
De machinist was in de machine kamer om de machine en ketel te bedienen.
De schipper moest in het stuurhuis zijn tot het halen van de netten klaar was.
De reep trok het schip langzaam naar voren met dezelfde snelheid als de netten werden binnen gehaald.
Bij slecht weer was het nodig om de machine te gebruiken om de drifter langzaam vooruit te laten varen, dus schipper en machinist moesten in het stuurhuis en machine kamer op hun post blijven.
Als het niet nodig was om de machine te gebruik of te sturen bij het halen van de netten, assisteerde de schipper bij de werkzaamheden aan dek.
Iedere man aan boord was volledig bezet. Het halen van de netten was werk in team verband waarbij volledig op elkaar werd vertrouwd.
Iedere vorm van visserij vroeg om een  eerste klas team geest, vaak omdat de bemanning tot een minimum beperkt was en iedere man zijn eigen werk verplichtingen had.
Machinist en stoker ( in de volksmond het zwarte koor genoemd ) verrichtte alle werkzaamheden met betrekking tot machinekamer en ketel, met inbegrip van kolen tremmen in de bunkers,  om een geregelde toevoer te garanderen voor de stookplaat.
Bovendien assisteerden zij bij het halen van de netten en hielden de wacht in de machine kamer tijdens het stomen van en naar de visgronden.
De kok was nodig om de maaltijden te verzorgen, schoon houden van de kombuis en hutten en tevens bij het halen van de netten, meestal bij de onderpees of de reep opschieten. Maar hij liep geen wachten als het schip stomende was van of naar de visgronden.
De stuurman en matrozen zorgden voor het visgerei en liepen dek wachten tijdens het stomen van of naar de visgronden..
Natuurlijk was de schipper verantwoordelijk voor de navigatie en de algemene zorg voor het schip en haar  bemanning. In het algemeen nam hij deel aan het wachtlopen en was natuurlijk verantwoordelijk voor het vangen van haring en te zorgen dat het schip hiervoor op de juiste plaats en  de juiste tijd was.
Hieruit blijkt dat de bemanning voortduren bezig werden gehouden en als er regelmatig veel haring werd gevangen, slapen niet mogelijk was.
De weekeinden waren voor allen hartelijk welkom om de physieke accu op te laden.
Hieruit zou blijken dat de schepen het weekeinde in de haven doorbrachten of op zee zijnde,  niet visten, !

Stoomdrifters, waren eerste klas schepen  voor de hun toebedachte taken. Zij waren door vochtigheid  meestal niet er comfortabel  voor de bemanning .
En in  het bijzonder bij slecht weer, wanneer een aanzienlijke hoeveelheid zeewater over het dek spoelden, maar niet gevaarlijk genoeg was om schade aan te richten.
De bemanning werd dan gehinderd door de vochtigheid ofschoon zij beschermende kleding droegen.
De moderne motordrifters hadden deze problemen niet en inmiddels werd de  stoomdrifter herinnerd  als lieflijk en haar einde werd waarschijnlijk met vreugde begroet.
Zij hadden beslist aan hun doel beantwoord en zoals veel dingen die in onbruik geraakten  en niet meer nodig waren  gebeurde dit ook met de drijfnet visserij op haring en makreel,  rond 1960.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 27-10-2012, 10:28:04
Cor en Jan alweer bedankt

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-10-2012, 10:32:21
Maart
Wij hopen in de toekomst je nog meer van dienst te kunnen zijn.
gr.
Cor


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 27-10-2012, 10:49:43
Gooi maar op Cor leer ik wat van waren een hoop dingen wat ik niet wist

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 28-10-2012, 17:53:32
LT-178-Patria, ex IJM-256-Atlantic een in Holland gebouwde drifter..


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 28-10-2012, 18:04:20
LT-149-Leonard, een in Holland gebouwde drifter als trawler


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 28-10-2012, 18:13:48
LT-1299-Lavina aan het "ruien"


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-10-2012, 14:08:34
                                   Boxing Fleet.
Het woord “boxing “ of in het Hollands vertaalt = kist, zijn we al 2 maal eerder tegen gekomen in de voorgaande afleveringen over De Schotse visserij en De Geschiedenis van de Drifter.
Het heeft niets te maken met Boxing Day, de vroegere traditionele dag na 1e Kerstdag waarop bedienden en handelslui giften ontvingen van hun baas of superieuren.
Dit Boxing is absoluut geen feest maar de harde werkelijkheid van het vissersleven in de periode 1880 tot 1935.

Zo ver ik mij kan herinneren kennen wij uit de vroege jaren van de Hollandse visserij niet de behandeling van gevangen vis zoals het in dit verhaal  wordt verteld..
Wel kennen wij uit latere jaren de periode van de Biesheuvel kistjes en de tegenwoordige opslag in het visruim in kunststof kisten.
Het hier bedoelde systeem lijkt mij vergelijkbaar met de aanvoer van de eerste nieuwe haring door de zgn. jagers in vroegere tijden bij de haringvisserij met drijfnetten.
Meestal waren de vangsten gering tot matig en voor een schip onrendabel  om met deze gevangen hoeveelheid naar huis terug te keren, om de haring voor de verkoop aan te bieden, De oplossing van het probleem was , om per rederij de gevangen haring, die reeds aan boord gekaakt en in tonnen verpakt waren, op één schip over te laden en dit schip zo snel mogelijk naar de haven zou terug keren om de haring te verkopen en zo een hoge verkoopsprijs zou incasseren.
Kleinere rederijen maakten onderling op deze manier een zelfde combinatie voor de aanvoer van de door hun schepen gevangen haring
Er zal ongetwijfeld wel een regeling zijn getroffen over kosten van het transport, daar de zgn. jager veel visdagen verloor bij de  uit en thuis reis en de ligtijd in de haven, terwijl de andere schepen met hun  vis activiteiten konden door gaan. Het was dus een soort van collectief.

De Boxing visserij was iets dergelijks.
Een hoeveelheid schepen op zee vangt de vis en brengt dagelijks de gevangen vis per mand of kist naar een transport schip, die de totale vangt van de vissende vloot aan wal brengt voor de verkoop.
Ik denk dat er bij dit systeem veel denkwerk en becijfering aan voor af is gedaan alvorens hiermee te beginnen.
Maar hiervan is al sprake als in 1884 de stoomdrifter Green Castle als transport schip wordt gebruikt om de vers gevangen vis van de zeil trawlers aan wal te brengen voor de verkoop.
Hier is dus sprake van een vroege vorm van intensief, mechanisch en industrieel vissen,
De naam van deze soort visserij heeft zij te danken aan het feit dat voor de manipulatie van de vis gebruik werd gemaakt van kisten met een afmeting van ongeveer 80x 50 x15  cm.
Dit waren platte kisten zonder deksel met een inhoud van 4  ½  stone, wat een gewicht vertegenwoordigde  van zo'n 28 kg.
Net zulke kisten heb ik voor de oorlog met honderden en zelfs meer opgestapeld gezien bij een rokerij aan de Zeesluisweg,  Deze kisten lagen hoog opgestapeld en met meerdere van mijn vriendjes en een zoon van de eigenaar hebben wij hierin nog hutten gebouwd. Uit de hoogte keek je neer op de pakkerij van AZ, op de hoek van de Zeesluisweg en de Schokkerweg.
De herkomst van deze kisten is met niet bekend,  evenmin als de gewezen inhoud er van,
Misschien kan ROKER hier iets meer van vertellen ?

De vissende schepen waren ver van hun havens verwijderd aan het vissen en bleven weken aaneen op zee.
Op vaste dagen kwamen snelle stoomkotters of stoomtrawlers vanuit London naar de vloot gevaren en de gevangen vis werd in kisten  met behulp van geroeide open boten,  in weer en wind , naar de kotter of trawler over gebracht. Zodra de kotter/ trawler de vangst van de gehele vloot had geladen werd direct de terug reis aanvaard om met grote snelheid de vismarkt in London te halen, in welk soort van weersgesteldheid en zeegang. Meestal werd een collega kotter/trawler gesignaleerd op weg naar de vissende vloot om een volgende lading vis te halen.
Bij grotere concentraties van vissende schepen werden er meerdere kotters ingezet.
Kotters, trawlers en trawler bemanningen hadden allen hun aandeel in de nimmer eindigende strijd om de vismarkt Billingsgate in London te bedienen en te voldoen aan de onverzadigbare vraag naar verse vis,
Deze vismarkt was aan de noordzijde van de Thames gelegen  bij Canary wharf  aan de Lower Thames street..
In mijn Müller en Co periode rond  1954 /55 heb ik deze visafslag nog wel eens bezocht. Toen werd geen vis meer per schip aangevoerd en als ik foto's van de Boxing periode bekijkt, was er weinig veranderd aan de outfit van  het personeel werkzaam in afslag. Toen waren zij ook gekleed in een wijde witte kiel en een leren platte hoed met brede rand.. De aangevoerde vis werd toen ook al in kisten op het hoofd gedragen zoals in de Boxing periode.

De trawler vloot bleef constant op de visgronden voor jaren achtereen. Als een schip de visgronden verliet door gebrek aan brandstof of proviand en op weg was naar Hull werd haar plaats direct door een trawler van de Humber rivier ingenomen.
Een verslag uit het logboek van de trawler Viola laat dit in aantal dagen zien..
                 Reizen                 Op Zee        Thuis           Duur der reis.
1907           8                          317               48                   39
1908           8                          321               45                   40
1909           9                          320               36                   36 ½
Een 46 jarige stuurman van een andere Boxing Fleet trawler maakt in de periode van 1 Augustus 1904 tot 6 Januari 1905  4 reizen, 190 dagen op zee en 21 dagen thuis.
Gemiddelde reisduur 35 dagen.
In eerste opzicht lijken de reisduur van de schepen erg lang, zeker voor een trawler welke normaal het hele jaar door kan vissen en zonder dit Boxing systeem veel meer reizen zou kunnen maken van kortere duur.
Ik heb mijn moeder vaak horen vertellen dat in de periode 1930 -1940 het herhaaldelijk voor kwam dat mijn vader op de haring logger ook herhaaldelijk reizen van 5 weken maakte.

Hull had in die tijd vier Boxing vloten. Zij werden genoemd naar de naam van hun reder, of naar een merkteken op de schoorsteen van het schip of de plaats waar gevist werd,  Zo was er de Gamecock vloot, Great Northern vloot, de Rode Kruis vloot en de Hellyer vloot.
De totale operaties van de betreffende vloot werden door 1 man geleid en hij had de titel van Admiraal van de vloot. Het was altijd een ervaren en succesvolle schipper, een man met een levenslange kennis van de zee en bezeten van de onophoudelijke jacht naar vis, die door de vloot werd gezocht. Een man met een tegenwoordigheid van geest en een persoonlijke gedrevenheid om deze ijzeren vloot en stoom armada te leiden en het hoofd te bieden aan wat de grillige Noordzee ook op hem afstuurde.
Zijn schip was herkenbaar aan  lichten in een kruisvorm aan haar mast  zodat zij gemakkelijk door de vloot,  uit de wirwar van schepen,  was uit te pikken.
Het logboek van een der Admiraal nl. John Glanville laat zien dat een Admiraal ook lange tijd op zee doorbracht.
1923    290 dagen op zee      75 dagen thuis
1924    312     ,,      ,,    ,,       54     ,,      ,,
Eén van de bekendste en meest ervaren Boxing Fleet Admiraal was Admiraal Foot.

Bij de vroegere Belgische en Franse visserij bij New Foundland stonden de vloten ook onder commando van een Admiraal.

De moeilijkste taak in het geheel van de Boxing visserij was het overbrengen van de gevangen vis naar de kotter.
Zeker bij wat slechter weer waren het met deze open roeiboten hachelijke tochten,
waar veel van deze boten het zwaar te verduren hadden. De gemiddelde levensduur ven een boot was maar 18 maanden.
Maar niet alleen de boten hadden het zwaar te verduren. Van de bemanning van de boten werd grote kracht inspanning gevraagd om de kisten vanuit een deinende open boot aan de bemanning van de kotter aan te reiken, wat veelal moest  gebeuren met gevaar voor eigen leven. Het gebeurde vaak genoeg dat man en kist in het water terecht kwamen met noodlottige gevolgen voor de man. De eigenaar van een grote hoeveelheid smack's die deelnamen aan de Boxing Fleet heeft eens verteld dat er gemiddeld 30 tot 35 mannen per jaar  het leven lieten bij het overbrengen van de vis naar de kotter.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 30-10-2012, 21:39:05
Porter of Billingsgate, het hoofddeksel was extra verstevigd om de kisten / manden met vis te kunnen dragen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 30-10-2012, 21:51:12
Jan en Cor,

Hartelijk dank voor de voortreffelijke verslagen van de Schotse en Engelse visserij.


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 30-10-2012, 21:57:38
Billingsgate Porter's hoofddeksel, hoed ??


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 30-10-2012, 23:44:16
Seinen van de "Admiral" naar zijn vloot


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 00:06:03
Verongelukt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 00:32:16
R-262-


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 01:52:05
H-1490-Regalia


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 02:09:16
Smack-
De eerste smacken waren ongeveer 40 ft met 1 mast.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 02:29:14
GY-983-Flower of the Forest
Geb. in 1884 en in 1898 verkocht naar Denemarken
Grimsby had een keer 890 van deze vaartuigen geregistreed staan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 02:42:19
`Admiral` Henry George Foot van de Gamecock Fleet ( Kelsall Bros & Beeching)  aan boord van de trawler Gamecock, genaamd naar het haan symbool in de schoorsteen v/d trawler


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 02:50:28
GY-939-Gannet
Fish Carrier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 31-10-2012, 03:48:57
GY-938-Pelican
Fish Carrier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 31-10-2012, 10:49:11

2
Voor de vloot was een strikt plan uitgewerkt.
Alle schepen maakten 3 trekken per dag en er werd om 6 uur s'morgens, om 6 uur s'avonds en om middernacht gehaald.
De periode overdag werd gebruikt om de gevangen vis naar de kotter over te brengen,
Ook hiervoor was een manoeuvreer plan opgesteld.
Geen enkel schip mocht de boeg van de kotter kruisen van BB naar SB of op een dergelijke manier naderen.
De schepen moesten zich na de lossing van haar vis naar de lij zijde van de kotter verplaatsen om daar hun open sloepen weer op te pikken.
De open sloepen namen na hun lossing weer lege kisten mee retour,
Alle schepen moesten uit de weg gaan voor een schip dat zijn open sloepen bezig was op te pikken.
De kotter lag in het algemeen in het centrum van de vloot concentratie.

Rond het vis gebied lagen meerdere schepen als baken waar men niet buiten mocht komen.
Bij deze vissende vloot was ook een vaartuig van de Mission to Seaman  aanwezig wat als hospitaal schip fungeerde.
Schepen mochten geen signalen geven per stoomfluit of op een andere manier.
Indien noodzakelijk mocht een aanhoudend  signaal op de stoomfluit worden gegeven om aandacht te trekken.

De oorsprong van Fleeting is in 1920 voort gekomen uit de plaats Barking Essex waaruit een gezamenlijke vloot trawlers in combinatie ter visvangst er op uit trokken..
In 1864 reeds opereerde de firma Hewett's met 2 vloten.
Haar Home Fleet visten in het zuidelijke deel van de Noordzee en haar Short Bleu Fleet visten meer naar het Noorden.
De Home Fleet, bestaande uit zo'n 120 tot 200 smack's , visten in de Lente periode in de buurt van de Hollandse kust. In Mei tot Juli visten zij ter hoogte van Terschelling en Ameland en in het najaar concentreerden zij zich op de Doggersbank en de Silver
Pits.
Andere havens gingen ook over op  Fleeting en het systeem werd verfijnd en verder ontwikkeld.
Schepen uit Hull maakten rond het midden van de 19e eeuw een begin met het vissen bij de Hollandse kust en soms gebruikten zij de voordelen van de Hewett vloot door de gebruikmaking van haar kotters, om de door hun gevangen vis naar de markt te brengen.
Uiteindelijk werd er een begin gemaakt met een reorganisatie van de Hull vloot en eigen kotters werden uitgerust om hun eigen vis naar de markt te brengen. De manier van werken waar Hewett mee was begonnen en ook op de anderen vloten werd toegepast, werd  “Bulking “ ( los gestort ) genoemd.
Manden met vis werden van de zeiltrawlers naar de kotters gebracht en de opbrengst van de vis werd verdeeld over de gehele vloot.
Dit systeem werkte in de hand dat hardwerkende en luie mensen gelijk werden geschakeld bij de betaling en om dit te voorkomen werd door de reders uit Hull en Grimsby het gebruik van kisten ingevoerd en een merkteken werd aan  elke aangeleverde kist bevestigd,  zodat in de toekomst iedereen beloond werd met de vruchten van zijn eigen arbeid.

Het eigenlijke Fleeting werd alleen in de zomer maanden uitgevoerd omdat er problemen waren bij de overbrenging van de vis met de open boten vanaf de trawlers naar de kotters  door aanhoudend slechte weersomstandigheden.
De pogingen van de reders een winter Fleeting in te stellen ontmoette in 1880 een breed verspreide weerstand in de Humber regio van haar totale visserij industrie.
Ondanks de grote onrust en het algemene grote verlies aan mensen levens, bleef de winter Fleeting vanuit Hull toch doorgaan.. Zelfs ondanks het verlies aan mensen levens van 180 visserlui uit de Hull regio, tijdens de hevige storm in Maart 1883.

Rond 1880 werden de zeilsmack's al snel vervangen door stoomtrawlers en hierdoor werd al spoedig in de meeste havens de Fleeting beëindigd,
De reder Hewett echter, nu werkend vanuit Great Yarmouth, bleef stug doorgaan met het gebruik van zeilvaartuigen,  maar werd toch rond 1890, door het gebruik van de onrendabele zeilvaartuigen,  gedwongen te stoppen met zijn activiteiten en wat tot resultaat had dat de vloot werd opgelegd in Gorleston.
Een aantal visserlui uit Great Yarmouth die op de Hewett vloot hadden gewerkt stapten over naar de Boxing Fleet van Hull.
De laatste Boxing Fleet vanuit Great Yarmouth, die werd samen gesteld uit het overblijfsel er van en nu door de reder Charles Hellyer werd gerund, ging in Maart naar zee.
Bijna ieder schip van de Hellyer vloot had een naam van een figuur uit de wereld van Shakespear.
Veel van de trawlers van de Boxing Fleet gingen in de W.O.1 verloren in dienst van de Admiraliteit. Zij speelden een belangrijke, maar niet zo'n begeerlijke rol  in de oorlog tegen U boten en mijnen of terwijl vissende,  tot zinken werden gebracht door Duitse oorlogsschepen, ondanks dat zij ongewapend waren . Meestal werd wel de bemanning nog toe gestaan in de open boten te gaan en weg te roeien.
Na de W.O.1 werden de vier Boxing Fleets terug gebracht naar  twee en de laatste activiteiten eindigden in 1936.
In de jaren tussen de W.O. 1 en W.O.2 werd er door de Engelse visserlui minder “wit vis” gevangen in de Noordzee en de reders uit Hull concentreerden zich hoofdzakelijk op de verre visserij bij Ijsland , Barends Zee of elders.
Eén stoomtrawler van de oorspronkelijke Boxing Fleet die deze periode overleefde was de Viola,  in 1906 gebouwd en eerder deel nam aan de Hellyer Boxing Fleet.
Zij werd door de Admiraliteit gevorderd en voer tot na de oorlog met een bemanning uit Hull.
Deze trawler stond erg op de voorgrond in de maritieme oorlogsvoering,  door het  tot zinken brengen van twee Duitse U boten.
Na de oorlog werd de Viola aan Noorwegen verkocht en eindigde haar zeegaande carrière in de zuidelijke Atlantic. Haar naam was nu Dias en de trawler lag in Grytviken in South Georgia .( Falkland eilanden )
Het schip werd herenigd  met haar scheepsbel die recent gelokaliseerd was in Noorwegen.
Deze scheepsbel werd toen gebruikt in een ceremonie bij een herdenking van de  wapenstilstand.

Het idee om ijs te gebruiken in de vis industrie komt oorspronkelijk uit China.
Een reizende Engelsman bezocht in 1786 China en ontdekte dat er langs de kusten veel opslagplaatsen waren, waar ijs in werd bewaard en de Chinese visserlui sneeuw in hun scheepjes hadden en hiermee hen in staat stelden om de vis ver landinwaarts te brengen.
Een Schotse landheer probeerde dit nieuwe idee bij de zalmvisserij, waar de zalm tot nu toe alleen lokaal vers kon worden gegeten en veelal werden “gekipperd “of gerookt, om bewaarbaar te houden.
Vroeg in de 19e eeuw werden ijshuizen gebouwd bij de hoofd centra van de zalm visserij en o.a . ook in Berwick.
Verse zalm werd in ijs verpakt en per zeilende postboot ( en later per stoom vaartuig ) naar de Londense vismarkt Billingsgate gebracht en waar de vraag naar zalm ogenblikkelijk leidde tot grote prijs verhogingen en de zalm een kostbaar gebruiks- artikel maakte.

De reder Hewett uit Barking werd zich gewaar dat zijn woonplaats omgeven was door vennen, die bij strenge vorst dicht vroren. Hij stelden bewakers aan om toezicht te houden op de vennen en dat de ijslaag niet werd vernield op het moment dat de ijslaag zich vormde.
Bij een bepaalde dikte werd het ijs in stukken gezaagd gezaagd en naar een speciaal gebouwde ijskelder  gebracht, waarvan de wanden acht voet dik waren en een capaciteit had van 10 duizend ton.
De dunne ijsplaten in de opslagplaats  vroren aan elkaar vast door het gewicht van lagen ijs die hier boven op elkaar werden gestapeld en vormde zich zo tot blokken.
Deze blokken ijs bleven de gehele zomer houdbaar en zelfs tot aan November.
De lokale boeren ontvingen  voor het transport vroeg in de winter vanaf de vennen naar de ijskelder 10 tot 15 shilling voor een karrenvracht van 30 cwt ( ong. 1500 kg. ) en bij het naderen van het voorjaar kon dit weleens tot 4 shilling terug lopen.
Voor veel van deze boeren was dit transportwerk de meest waardevolle opbrengst van hun bedrijfvoering in een jaar.
Kleine schepen , ijstrekkers genaamd, brachten het ijs stroom afwaarts om de trawlers en de zeilsmack's te bevoorraden en deze hadden zo hun eigen poelen, waaruit zij  hun ijs uit betrokken , niet meer nodig.
Voor de smack's uit Hull die gebruik maakten van het ijs van reder Hewett, moesten hiervoor een bedienings geld betalen van 20 procent.

In 1859 was een eigenaar van smack's uit Hull, Robert Hellyer genaamd, op het idee
Deze persoon was vier jaar eerder van Brixham naar Hull verhuisd en was lid van     een  familie, die de grootste trawler vloot van Engeland beheerde.

Vier reders uit Hull vormde samen een vereniging en lieten kotters bouwen, groter dan de normale trawlers, om er het ijs mee te vervoeren.
De kelders van de grote opslag loodsen bij de havens, werden door hen gehuurd om het ijs, in zaagsel verpakt tijdens het transport, op de slaan en met zaagsel te bedekken.
Het ijs was afkomstig van Noorse meren en werd met grof getande zagen in stukken gezaagd en per paard en slede naar de laadplaats vervoerd.
Ondanks het zaagsel tijdens  transport en opslag, was het Noorse ijs hygiënischer als het Engelse ijs uit de vennen.

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 01-11-2012, 09:18:35

 even die dan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 09:30:55
Een Grimsby fish carrier verlaat de visserij met de door de smacks gevangen vis.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 09:39:40
Boxing Fleet trawler


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 09:42:37
Geb.bij Cook, Welton & Gemmell, Hull.
Grt 290 x Nt 111
146.78 xft x 20.7 ft.
Compound, 50 Pk.
1898-H-413-New Zealand.
Eign: Hull Stream & Ice Co.Ltd.
Gebruikt voor vervoer van vis v/d boxing fleet naar Billingsgate Fish Market London.
1916-Hokianga , Royal Navy .
1937-verkocht naar Holland om te worden gesloopt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 09:44:57
Geb. bij Cook, Welton & Gemmell, Beverley
Grt-1074 x Nt 55.
108.5 ft x 21.5 ft.
Compound 45 pk
1906-H-868-Viola
Eign. Hellyer Steam Fishing Co.Ltd.
1914-Viola III,  mijnenveger, Royal Navy,met nummer FY 614.
1919-terug naar eign.
1919-Kapsduen, Noorwegen.
1926-Dias, Buenos Aires.
Verbouwd tot Walvisjager, later weer verbouwd tot Robbenjager.
1974-schip gezonken te Grytuiken, Falklands Eil.waar het lag gemeerd.
Schip is intussen gelicht en drijvende gemaakt maar verblijft nog in de Falkland Eil.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 09:49:31
H-868-Viola in Falkland


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 01-11-2012, 09:58:35
Hij gaat goed Jan, lekker fris wachje draaie op die brug ;D

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 10:07:56
H-868-Viola als de Robbenjager "Dias"


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 10:09:53
H-413-


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 10:12:27
Geb.bij Cook, Welton & Gemmel.
Grt-174 x Nt 55.
108.5 ft x 21.5 ft.
Tripler Exp.45 pk.
H-876-Octavia.
Eig.Hellyer Steam Fishing Co.Ltd,
1919-Royal Navy als reserve vissersvaartuig.1919-terug naar eign.
1919-GY-102-Octavia.
Eign; C.Dobson,Grimsby
1920-Eign: Home & Colonial Steam Fishing Co.Ltd,Yarmouth
1925-Eig.F.Parkes,Grimsby
1926-H-274-Octavia.
Eign: W.C.Farrow, Hull.
1927-Eign: Ocean Steam Fishing Co.Ltd, Hull.
1929-Holderness Steam Trawling Co.Ltd, Hull.
1936-Eign: R.Hudson, Fleetwood.
13-02-1937 schip gezonken,  t.h.v. Ramsey, Isle of Man,  na een aanvaring met de LO-66-George Cousins, bem. gered.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 10:15:52
Dezelfde afmetingen / machine als de H-877-Octavia
H-892-Gonzalo
Eign: Hellyer Steam F.Co.Ltd.
1915-Mijnenveger, Royal Navy nr FY 2578.
1917-Eign: W.A.Massey & Sons ltd.
1920-GY-1403-Honoria
Eign: Isaac Bunch.
1938-gesloopt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 10:25:58
Geb.bij Goole Shipbuilding & Rep.Co.Ltd.
Gr-168.
125.3 ft x 20.9 ft x 11.1 ft.
45 Pk.
1903-Mino.
Eign- Kellsal Bros. & Beeching, Hull.
1934/5-Mino, verbouwd tot jacht.
Eign- Earl of Kinnoull
??


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: K DAK op 01-11-2012, 10:28:14

yh 614

yh 29


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-11-2012, 10:59:36
3
Dit plan was van begin af aan een succes,
Een stuwadoors maatschappij bouwde in Grimsby een ijs opslagplaats met  een rieten dakbedekking , wat van de vennen en meren rondom de stad afkomstig was en werd vervolgens volgestouwd met ijs.
Aan het einde van 1860 werden duizenden tonnen natuurlijk ijs naar de vissershavens vervoerd in grote houten barken.
Een van de eerste verhuurders uit Hull werd door een ernstig bedrijfs ongeval getroffen. Door het niet sluiten van een klep liep de kelder vol water tijdens hoog water en hierdoor de gehele jaar voorraad verloren ging.
Het vervoer per schip was na verloop van tijd de oorzaak van een grote tarief verhoging door de spoorwegen en ook werd  aan diverse maatschappijen geweigerd lege viskisten retour te sturen tegen het normale tarief.
Hellyer en de andere trawler reders uit Hull formeerden een eigen vloot en bouwden grote snel varende zeilkotters om de Boxing vloot te bevoorraden en de gevangen vis mee retour te nemen naar de Londende vismarkt Billingsgate.
Deze super schepen waren toen de snelste schepen langs de gehele Engelse kust en als zij niet meer nodig waren na de zomer visserij, werden zij ingezet voor de fruit vaart  vanuit het Middenlandse zeegebied.
Hierbij vaak de snelle fruit schoeners uit Salcombe, voor de wind varend, hun hielen te laten zien.
Maar snelheid was ook een kwestie van wind en bij weinig wind of windstilte en ook nog afgaand tij op de Thames, werden er sleepboten er op uitgestuurd om de schepen de rivier op te slepen.
In 1865 werden deze schepen voor het vervoer van vis, uitgerust met een stoom voortstuwing.. Het eerste in gebruik genomen schip was voor de Short Bleu Boxing vloot en later ook voor de andere vloten.
Deze schepen, die nog steeds kotters werden genoemd,  werden de zwervers van de Noordzee genoemd, .in een eeuwig durende verplaatsing tussen de Londense vismarkt en de vloot van smack's zwoegend ver weg op zee.
Zij waren lang en slank gebouwd om door wat voor zeegang ook, met vier duizend kisten, in ijs verpakte vis in de ruimen,  te vervoeren.
Vaak met het dek constant onder water hebbend en de man aan de helmstok van het roer, met alleen maar met een beschutting van een stuk zeildoek.
De stoom kotters hadden trawl netten, aangeslagen aan de visborden, in de zijden waardoor zij er als vissersschip uitzagen en als zodanig werden geklasseerd en hierdoor  minder havengeld moesten betalen.
De zeilkotters werden omgebouwd voor de trawlvisserij en haar enorme tuigage werd veranderd zodat de schepen met minder kracht inspanning konden worden gerund alsof het kleinere vaartuigen, zoals de Ketches, waren.
Ze bleken succesvol te zijn, zodat veel van de conventionele visserij smack's  met 10 voet verlengd werden en als een “heertje “pronkten met hun veranderde tuigage.
Na meer dan 20 jaar late, na de in 1837 ontdekte visserij gebied van de Silver Pits, was de Boxing trawvisserij in de Noordzee efficiënt en een goed georganiseerd tak van visserij, die bijna 2000 smack's beheerden en het gehele industriële Engeland dagelijks kon voorzien van verse vis.
Blijven er altijd nog vragen ?
De kotters konden wel op de Thames bunkeren maar of ze ook ijs konden laden is onbekend. En eenmaal weer terug op de visserij lijkt het mij een onmogelijke zaak om de zeil trawlers van ijs te voorzien. Misschien hadden deze scheepjes een bun waarin zij de vis bewaarden alvorens het aan de kotter te leveren.
Maar het lijkt mij erg moeilijk om de vangst van een dag uit de bun te scheppen en wat gebeurd er met de vis als op een dag de (zeil)trawler door zware zeegang zijn vis niet aan de kotter kan leveren ?
Hoogts waarschijnlijk zal de vangst hoofdzakelijk uit platvis hebben bestaan daar zij met de kor visten.

Een verlengstuk van de Boxing visserij is de visserij op heilbot bij Groenland.
De successen van de firma Hellyer waren niet onopgemerkt gebleven.
Zelfs in het buitenland was zijn naam bekend en zeker in een land als Noorwegen waar de visserij een vooraanstaande bedrijvigheid was.
Zo werd in 1926 een der directeuren van de Hellyer firma in Hull bezocht door een Noor, Engvar Baldersheim geheten, uit de vissersplaats Bergen.
Hij wist dat er bij Groenland veel heilbot was te vangen en hij haalden dhr. Owen van de firma Hellyer Bros over, om op grote schaal de heilbot visserij te gaan uitoefenen.

Een vrachtschip “ Artic Prince “ werd aangekocht. Dit schip werd voorzien van een koel installatie en de laadruimte zal hier ook zijn op aangepast.
Tevens werden er davits geplaatst waarmee dories te water konden worden gelaten.
Hetzelfde gebeurde met het vracht/passagiersschip “Allantic Queen “, wat oorspronkelijk dienst deed als koelschip tussen New York en Buenos Aires, dus hier was geen koel installatie nodig.
Vanuit deze twee schepen zou door middel van lijn visserij en de  gebruikmaking van de dories, de heilbot vangst  geschieden.
Ook werden twee trawlers aan de vloot toegevoegd die tot taak hadden de gevangen vis  te verzamelen bij de dories en naar de koelschepen te brengen.
Tevens hadden zij tot taak om ijsbergen en ijsvelden te verkennen zodat de dories visserij, ongehinderd kon worden uitgeoefend.
Deze trawlers waren ook met enkele dories uitgerust.
In het totaal waren er 70 dories beschikbaar voor de visvangst.
Het visseizoen liep van April tot Oktober.
In deze periode bleven de twee moederschepen en de twee trawlers op de visgronden.
De gevangen vis werd vanaf de moederschepen  door twee schepen van de Wilson lijn naar Hull gebracht. Deze twee schepen, de Borodino en Mourino, voeren continu af en aan tussen Hull en het gebied bij Groenland.
Met vis vanaf Groenland en met voorraden voor de schepen, aflossing van bemanningsleden en bunkerkolen voor de moederschepen en trawlers vanaf Hull.
De trawler konden dus bunkeren bij de carriers.
Hier is wel geen sprake van Boxing Fleet visserij, maar wel de Fleet visserij, daar de vangst schepen op de visgronden bleven en de gevangen vis door carriers werd afgehaald en naar de plaats van verkoop werd gebracht.

Deze lucratieve visserij heilbot visserij bij Groenland werd al spoedig ook bekend bij anderen.
Zo ook door de firma Crampen en deze firma liet in 1929 speciaal voor dit doel  een schip bouwen. Het was de Perihellon, een beugschip, 140 voet lang, 24 voet breed en 13 voet diep, en zij werd getuigd zoals het gebruikelijk was bij de beugschepen en het schip zou de gevangen vis rechtstreeks naar de wal brengen.
Het schip had tijdens de reizen veel hinder van stormen en ijsbergen.
Het grootste gevaar, behalve de harde wind, waren de ijsvelden en ijsbergen en tevens de lage winter temperatuur om in te werken
Hieruit blijkt dat er voor dit schip geen beperkt visseizoen was..
De reis naar de visgronden was vaak een nachtmerrie.
Gewoonlijk moest, om de visgronden bij Kaap Farewell en de Davies Straat te bereiken, een traject van 500 mijl worden afgelegd.
Heen en terug reis vergde dus al ruim 1000 mijl, maar tijden de gehele reis werd er wel 2500 mijl afgelegd, dus 1500 mijl met vissen en beug uitzetten.
Het schip was uitgerust met een beug van 12 mijl lengte. Deze beug was voorzien van 5400 haken en talrijke boeien.
De eerste paar dagen van de vangst werd haring als aas gebruikt en hierna de onbruikbare vis die met de beug was gevangen.
De gevangen heilbotten varieerde in gewicht van 14 lbs( 7 kg.) tot 40 stones.( 1140 kg.)
Op een goede reis kon de vangst 130 t0t 140 ton zijn.
Dit schip bracht zijn vangst zelf aan de wal in tegenstelling van Hellyer die gebruik maakte van koelschepen en carriers.

Een bepaald gedeelte van de haven van Grimsby was bedoeld voor de beugers. Na lossing werden de gevangen heilbotten in de veiling stuk voor stuk in de hal uitgespreid en iedere vis voorzien van een label waarop haar gewicht stond vermeld.
Rond 1930 was een besomming per reis ongeveer 700 pond. Een erg goede reis bracht 1300 pond op. De onkosten per reis waren ongeveer 300 pond.
De schipper kreeg 10 % , de stuurman 7 ½ % van de besomming na aftrek van de onkosten.
Ook deze soort visserij veroorzaakte overbevissing en de visserij was niet meer rendabel en werd dan ook niet meer uitgevoerd.

Einde.
Met dank aan J.H voor de gegevens uit zijn archief .



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:24:52
Geb.Bij Cook,Welton & Gemmell,
Grt 346 x Nt 135.
140 ft x 24 ft.
Triple Exp.87 pk.
1911-H-249-Norman.
Eig. Imperial Fishing Co.Ltd.
1915-Norman II, Royal Navy, mijnenveger Admiralty nr FY-1575.
1919-Terug naar eign.
1919-Eign; Helyer Bros Ltd.
1938-H-249-Dervish.
Zelfde eign.
1940-Royal Navy, Patrouillevaartuig
09-09-1940 t.h.v. de Humber  op een mijn gelopen ( 3)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:26:59
Arctic Prince.
Geb. bij Scheepsb.Mij.Amsterdam.
Brt 3368 x Ntr 2594 x Dw 4750
102,.72 x 13.46 x 8.66
Werkt. & Spoor-1500 pk
1912-Madura
Eign. Stoomv.Mij.Nederland, Amsterdam
1912-Sirius.
Eign. KNSM, A'dam
1916-Helder, Noorwegen.
1928-Arctic Prince.
Eig. Hellyer Bros, Hull, moederschip voor de visserij nabij Groenland
1936-Komsomolets Arktiki.
1958 gesloopt


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:27:43
Borodino,
Geb.bij Earle's Ship Building & Eng.Co.Ltd, Hull.
Brt-1970.
96.9 ft x 12.9 ft.
1911-Borodino.
Eig.T.Wilson & Son Co.Ltd, Hull.
1911-Tsarkoe Selo, Rusland.
1917-Borodino.
Eign.-Ellerman's Wilson Line Ltd, Hull.
27-05-1940- tot zinken gebracht als een blokkade schip te Zeebrugge.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:28:41
Arctic Queen, met de dories in de davits


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 01-11-2012, 11:28:51
jan komt deze foto niet beter tot zijn recht op de topic koopvaardij schepen ??

http://www.scheveningen-nu.nl/yabbse/index.php?topic=2569.0


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:32:54
Arctic Queen.
Geb.bij Sir Raylton Dixon Co.Ltd, Middlesbrough.
Vracht / passagiersschip.
Dw-8400
148.1 ft x 18.1 ft.
1909-Vasari.
Eign. Liverpool-Brazil & Rio Plata SN Co.
1928-Arctic Queen.
Eign-Hellyer Bros.Ltd, Hull, moederschip voor de visserij t.h.v Groenland.
1935-Pishchevaya Indusriya, Wladiwostok.
1979-Gesloopt.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:39:38
Vis van de trawler naar de carrier brengen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:43:23
Schipper Peter Woldemar van een Boxing Fleet trawler moet hebben gedacht:
Arbeid zonder zorgen.
Wat niet gereed komt is voor morgen.
Houdt u rust altijd in ere.
Alleen een gek werkt zich de kolere.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-11-2012, 11:45:59
jan komt deze foto niet beter tot zijn recht op de topic koopvaardij schepen ??

http://www.scheveningen-centrum.nl/yabbse/index.php?topic=2569.0

Rinus deze schepen waren de moederschepen van de trawlers die bij Groenland viste en hadden dories aan boord.
De Borodino en de Mourino waren de suppliers voor deze vloot en runde tussen Hull en Groenland.
Gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 01-11-2012, 11:51:10
nu begrijp ik de samen hang   Jan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-11-2012, 17:43:50

                                                 Trawler Viola

The trawler Viola werd in 1906 in opdracht van de Hellyer Stoomvisserij maatschappij gebouwd en was gevestigd in Hull. De Hellyer familie kwam oorspronkelijk uit Devon en zij waren reders en hadden een kleine vloot van zeilsmack's en  in 1870 raakten zij betrokken bij de constructie van stoomtrawlers.
De meeste van de stoomtrawler die voor Hellyer in jaren rond 1890 tot aan het begin van 1900 werden gebouwd, waren bedoeld voor de visserij bij IJsland en de Faroes.
Maar in 1905 besloot Hellyer om een complete nieuwe vloot van stoomschepen te bouwen voor een  Noordzee Boxing Fleet.
Het plan van Hellyer was verbluffend ambitieus voor de toen eigentijdse visserij normen.
Hij verzekerde zich van de benodigde financiële basis om de bouw van een vloot van 50 schepen van de grond af op te bouwen en 5 nieuwe stoomkotters om de Boxing fleet te bedienen.
Dit was waarschijnlijk de grootste gewaagde onderneming van zijn soort, die ooit in welke vissersplaats in de wereld had plaats gevonden.
Deze onderneming had voor haar investering een bedrag nodig van 320.000 pond.

De Viola was een van de trawlers die in deze totale order werd gebouwd.
Dit vond plaats in Berverley bij de werf van Cook, Welton en Gemmell en haar te waterlating was in 1906.
Zij was uitgerust met een triple expansie machine die was gebouwd door machine fabriek Amos en Smith in Hull.
Het schip was 102 voet land en had een tonnage van 174 grt.
Zij was gebouwd met een open stuurhuis achter de schoorsteen zoals de meeste schepen van de vloot.

Tot aan W.O.1 Was zij werkzaam in de Boxing Fleet van Hellyer. De vloot was nog wel steeds vissende in de Noordzee en de vangsten van de vloot werden met regelmaat, zelfs bijna dagelijks door snelle kotters naar de Londonse vismarkt gebracht.
Na het uitbreken van W.O.1 werd de Vio;a door de Admiraliteit gevorderd en werd met een 3 ponds kanon uitgerust en ingedeeld bij de Hulp Patrouille Groep 2 met als basis de Shetland eilanden. Zij deed hier dienst als patrouille vaartuig en bij het bewaken , openen en sluiten van de de drijvende versperringen voor de havens en afwisselend wat escorte werkzaamheden.
Gestationeerd zijnde op haar basis is zij ook in gevecht geweest met tenminste 1 onderzeeër.
In September 1916 werd zij uitgerust met een 12 ponds kanon en overgeplaatst naar  het gebied rond de  Tyne en deed daar werk als mijnenveger en patrouille werkzaamheden.
Op 13 Asugustus 1918 speelde zij een voorname rol, samen met de bewapende trawlers John Brooker en de John Gilman, bij het tot zinken brengen van de onderzeeër UB 30 in de buurt van Whitby.
 Voor het grootste gedeelte van de oorlog was Charles Allum  uit Hull schipper op het schip.
Gedurende de oorlog zijn er op z'n minst 15 schepen van de Hellyer vloot van 50 schepen verloren gegaan bij acties tijdens het vissen.
De Viola werd in het begin van 1919 vrij gegeven en keerde terug bij Hellyer om te gaan vissen.
Hellyer had echter bersloten zich te concentreren op de visvanst bij Ijsland, Barents Zee of elders en verkocht het overblijfsel van haar Noordzee vloot.
De Viola werd naar Noorwegen verkocht en haar werd veranderd in Kapduen en was een van de eerste Noorse trawlers.
Echter na enkele jaren werd het bedrijf, dat de Viola had gekocht, overgenomen door Nils Torvald Nielson Alonso, een rasechter walvisvaarder.
De trawler werd veranderd in een walvis jager en kreeg een nieuwe brug, nu gesloten en voor de schoorsteen.

Het schip was gedurende twee walvis reizen  in een periode van een paar jaar als walvisjager werkzaam bij de kusten van Africa.
De eerste reis, met het fabrieksschip Bas 2.was bijna historisch omdat zij de eertste expeditie was die de niet toegestane pelagische walvis vangst uitoefende bij de Afrikaanse kust.
Beide reizen waren in commercieel opzicht gezien niet succesvol en in 1927 werd de trawler van voorheen, nu onder naam Dias, opgelegd in de haven van Sandesfjord in Noorwegen.
Nog hetzelfde jaar werd zij verkocht aan de Compania Argentina de Pesca Sociedad Anonima, voortaan Pesca genoemd.
De firma Pesca opereerde vanuit de haven Grijtviken, een plaats in South Georgia op de Falkland eilanden. De firma had schepen nodig voor de jacht op zeehonden.
De arbeidskrachten en het operationele beheer van deze firma waren hoofdzakelijk Noren.
De Viola / Dias ging hetzelfde jaar naar Grijtviken om voortaan vanuit deze plaats haar werkzaamheden te verrichten.
Het schip moest nu jacht maken op Olifant zeehonden. De jacht op deze dieren was in een eerder succesvol gesprek met het Gouvernement van de Falkland eilanden zeer goed geregeld.
Het eiland was in 2 divisies verdeeld. Om het jaar werd er een gebied met rust gelaten. Alleen op volwassen zeehonden stieren mocht worden gejaagd en ook maar alleen in een bepaalde periode.

Door haar laad capaciteit werd de Dias ook regelmatig aangewezen om expedities te ondersteunen en begeleiden naar South Georgia en de Zuidelijke Atlantic.
Dit hield ook in om de bemanning van een Argentijns meteo station op het Laurie eiland af te lossen. De rondreis van South Georgia naar de South Orkneys, waar het meteo station was gevestigd, vergde ongeveer 12 dagen en was mede afhankelijk van de ijs situatie.
Een eerdere poging om het weerstation af te lossen met een Argentijns schip mislukte maar de ex. Trawler slaagde er in om door het ijs te komen en de aflossing tot stand te brengen.
Er waren ook jaren dat de Dias naar Buenos Aries om expeditie personeel aan boord te nemen voor diverse expedities naar South Georgia.
Een van de eerste expedities was die van Kohl-Larsen in 1928/29 waarin de eerste cinematografie van het eiland werd uitgevoerd.
Een andere was de Engelse expeditie naar South Georgia onderleiding van de bergbeklimmer George Sutton om biologische waarnemingen uit te voeren voor het Gouvernement van de Falkland eilanden.
Ook de Bird eiland expeditie van 1958 en topografische onderzoekingen door Duncan Carse.
Het gebruik van het schip in zulk soort werk gedurende tientallen jaren, maakte haar tot een van de langst in dienst zijnde schip welke betrokken was bij de South Atlantic expedities.
Tijdens de Kohl-Larsen expeditie met de Zweeds Johan Johanneson als schipper,werd een vergeten haven baai ontdekt van vroegere zeehonden expedities in dit deel  van  de  onherbergzame ZW kust. Hier werden ook de resten gevonden van oud kamp van zeehonden jagers.
Deze baai werd vervolgens Dias Cove genoemd

In 1950 werd haar stoominstallatie omgebouwd van kolen naar oliestokend.
In 1960 werd de firma Pesca opgekocht door de engelse onderneming Albion Star.
En de ex. Trawler kwam weer onder Engelse vlag.
In 1964/65 werd het walvis station van Grijviken gesloten en de Dias en de andere schepen Petrel en Albatross, werden uit de vaart genomen en opgelegd.
Een zaakwaarnemer hield toezicht op de schepen. Gedurende de jaren rond 1970 kwamen de schepen aan de grong te zitten door het gewicht van opgehoopte winter sneeuw.
De ex.trawler, daar opgelegd zijnde,  had een onvrijwillige rol in het begin van de Falkland oorlog.
De noodtoestand kwam natuurlijk tot een uitbarsting toen een groep Argentijnse schroothandelaren op South Georgia aan land gingen.
Tot hun taak was ook inbegrepen het slopen van de drie opgelegde schepen in Grijtviken. Gezien de acties van de oorlogs handelingen in de Falkland oorlog rond de Cumberland baai, moet de Dias / ex.Viola bijna het enige schip zijn geweest die de twee wereld oorlogen heeft meegemaakt en de Falkland oorlog.

In de jaren na 1970 werd er een plan opgesteld om de ex.Viola toe te voegen aan de verzameling van de stichting Nationale Visserij Erfenis in Hull.
Een onderzoek werd ingesteld om met de staat waar in het schip verkeerde, zo mogelijk naar Engeland terug te brengen en haar te restaureren in haar oorspronkelijke staat.
Ook was er geconstateerd dat er veel reserve onderdelen voorhanden waren in de scheeps opslag plaatsen in Grijviken.

Jammer genoeg kon het terug brengen naar Engeland niet worden uit gevoerd door de volgende mededeling omtrent de Dias.

In recente jaren zijn er moeilijkheden geweest met het lekken van brandstof olie uit de Dias en andere schepen die Grijviken zijn opgelegd.

De oplossing van deze problemen vonden weer plaats in 2002/03 en in de eerste weken van 2004 en in deze periode werden aanzienlijk veel activiteiten op de schepen gezien.
Ook werd door een team werkzaamheden uitgevoerd om de olie uit de schepen Dias en Albatross te halen.
Aan het eind van Januari was de Dias / Viola voor het eerst, na vele jaren. weer vlot.
De Dias en de Albatross werden verplaats naar een veilige plaats in een uitgediept gedeelte voor haar eerdere ligplaats.

De geschiedenis van dit schip is nogal een verhaal op zich. Zij is waarschijnlijk het oudste overgebleven stoomtrawler met haar stoommachine nog bedrijfsklaar, een veteraan van de beide Wereld Oorlogen en de diverse activiteiten in de zuidelijk Atlantic.
Zij is met recht representief voor de Kingston upon Hull's merkwaardige maritieme erfenis en haar pioniers geest.
Zij is ook visueel de laatste trawler van de Noordzee Fleeting .

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 01-11-2012, 21:30:29
Deze vond ik ook nog ergens Jan,wist nooit wat voor type schip het was,maar dankzij jullie weet ik dat nu, bedankt

Heb helaas geen gegevens.

gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 02-11-2012, 02:32:52
Antwoord-918-.
H-868-Viola


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 02-11-2012, 02:33:32
H-868-Viola-


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 02-11-2012, 02:36:37
Antwoord-939, H-97-Swallow


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 02-11-2012, 14:33:45
Bedankt Jan.


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 06-11-2012, 01:44:28
Regels in een trawler boxing fleet voor het over zetten van de vis ( rood) en het halen van lege kisten ( blauw)


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 13-11-2012, 08:43:35
Leerjongens.

Inleiding.

Dit verhaal vertelt iets over het leerlingen stelsel zoals dit vroeger in Engeland bestond  t.b.v. Marine, Koopvaardij en Visserij.
In Engeland was dit een normale zaak.
Er waren instituten en opleidingsschepen waarop jonge aspirant zeelui werden opgeleid, alvorens zij op de schepen van Marine, Koopvaardij en Visserij te werk werden gesteld.
Deze instellingen waren goed, maar in het verhaal komt goed tot uiting dat door gebrek aan jongens, door reders en eigenaars van schepen, op een schandalige wijze hier van werd geprofiteerd, door jongeren te laten monsteren zonder juiste opleiding en zeer waarschijnlijk ook deze jongens op een grove wijze hebben te kort gedaan bij de uitbetaling van hun gages en in de werkomstandigheden.
Uit het verhaal blijkt ook dat de plaatselijke jeugd hiervan weinig hinder  heeft ondervonden, daar zij net al wij het gewend waren, om onder toezicht van hun vader of familie te monsteren op een schip, als zij voor de eerste keer naar zee gingen.
Zij waren dan ook op enigerwijze al bekend met de werkzaamheden en ontberingen op de schepen, terwijl de jongeren in dit verhaal er geen flauw benul van hadden en met mooie praatjes werden verleid.
De opleidingen zoals zij er toen in Engeland waren, vinden wij ook nog in Nederland terug in de toenmalige opleiding op het schip de Pollux voor de koopvaardij en nog later ook voor de visserij op de visserijschool met in combinatie het opleidingsschip Sch.14, onder leiding van schipper M.Taal.
Het Engelse woord voor leerling is .. apprentice.
Waarschijnlijk is het woord “prenter “ zoals het bij ons bekend is als een jongen in de vakantie met zijn vader of familielid voor tijdverdrijf mee naar zee gaat, afkomstig..

Verhaal

De vraag naar jongen werd steeds groter naar mate het aantal visserssmacks die gebruik maakten van de haven Grimsby, groeide. De plaatselijke jongens waren al  op de schepen werkzaam, als zij tenminste belangstelling toonden in de visserij, maar het grootste aantal werd naar Grimsby gestuurd en waren afkomstig uit weeshuizen, opvoedings gestichten, tuchthuizen, tehuizen voor vondelingen en reclasserings instellingen. Deze genoemden tehuizen en instellingen leverden het grootste deel van deze 400 jongens, die jaarlijks nodig waren voor de visserij.
Het werd geacht dat deze jongens als leerjongen 5 tot 6 jaar op de visserij werkzaam zouden zijn als leerjongen.. De lonen waren 10 tot 14 shillings per week.

De plaatselijke jongens die op de schepen werkzaam waren, woonden bij binnenkomst in de haven, bij hun ouders thuis.
De anderen cathegorie jongeren, wanneer aan de wal zijnde, vonden onderdak bij hun schippers. Een aantal reders maakten afspraken met goede en geselecteerde kosthuizen om de jongens daar onder te brengen. Maar aan veel van deze jongens werd alleen maar wat geld gegeven. De jongens die geluk hadden, verheugden zich in de luxe van een veren bed met lakens en warme dekens, maar veel van de jongeren aan wie geld was gegeven om zelf een onderdak te zoeken, sliepen vaak in de meest  erbarmelijke omstandigheden.
Toen het aantal leerjongens groter werd en in het geval dat zij op de vissersschepen  te werk gesteld waren, verschaften diverse reders en eigenaars aan deze jongens een onderdak in tehuizen of op een opleidingsschip, die de reders en eigenaars zelf voor dit doel hadden ingericht.
Soms werd er zelfs een standaard uniform verstrekt voor gebruik bij walverlof, Wat bestond uit een donker  blauwe jekker met fluwelen kraag, een zwart zijden vest en soms een fluwelen gilet en een donker blauwe broek.
Maar dat was alleen het geval als deze leerjongen op een opleidingsschip of instituut een onderricht als leerling hadden gevolgd, alvorens zij op een schip te werk werden gesteld. Het tekenen van het leerlingschap, zo als bij velen van deze jongeren het geval was, gaf hun het gevoel dat zij aan het begin stonden van een beter leven, dan veroordeeld te zijn om binnen de 4 muren van een gesticht of instelling te moeten verblijven.
Jongeren met ambitie voelden dat dit het begin was van een opwindende en nuttige carrière en wat evemtueel zou kunnen leiden naar een hoopvollere toekomst als voorheen.. De meesten namen zich ook voor om in de toekomst zelf schipper te worden en anderen weer om uiteindelijk zelfs eigenaar van een visserssmack te worden.
Teveel van deze hulpeloze jongeren kwamen tot de ontdekking dat zij van de één in de andere ellende waren terecht gekomen en vaak zelfs nog slechter en veelal gevaarlijker af waren. Voor velen van deze jonge knapen was het een hard leven en vaak zeer beangstigend. Bij ruw en stormachtig weer, dagen lang verblijvend op een stampend , slingerend en klein houten schip.
Als zij bijvoorbeeld op schepen te werk waren gesteld die deel uit maakten van een Boxing Fleet. Zij moesten dit bij kalme en ruwe weersomstandigheden voor genoegen nemen, gedurende een periode van 6 tot 8 weken.. Het resultaat hiervan was dat veel van deze leerjongens nadat zij een 5 of 6 jarige overeenkomst hadden ondetekend, reeds na 1 of 2 reizen op zee, de eerst volgende gelegenheid te baat namren om te deserteren. Wanneer zij ongelukkiger wijze werden gearresteerd, ( en dat gebeurde nog al eens ), werden zij voor het gerecht gedaagd en veroordeeld tot 10, 20 of zelfs 40 dagen gevangenschap.

Het volgende is een uittreksel uit het dagblad de Lincoln Gronicle van 1873  en had betrekking op de leerjongens op de visserijschepen van Grimsby.
Met verontwaardiging heeft men kennis genomen over de behandeling van deze jongens, door de plaatselijke autoriteiten.
De jongens worden per trein aangevoerd, die gewoonlijk om 9.30 in de morgen aan komt.
Jongens,  met zware kettingen aan elkaar verbonden in groepjes van 3 of 5.
In deze staat moeten zij door het drukste gedeelte van de hoofdstraat van onze stad lopen, over een afstand van ongeveer een mijl, alvorens zij bij hun bestemming aan  komen.
Wat oudere jongens werden voor veroordeling meestal naar Hull gestuurd en liepen oo,k aan elkaar geketend, vanaf de veerboot naar de gevangenis.  Hier waren de straffen meestal zwaarder.

Iedereen zou wel hebben gedacht dat na een proef periode op zee, elke jongen, onbruikbaar en onwillig voor zo`n soort leven, met graagte zouden worden terug gestuurd naar de plaatselijke tehuizen waar uit zij afkomstig waren.
Jammer genoeg hadden de meeste bestuurders van de tehuizen hierover een heel andere mening en dit vertaalden, dat hun verantwoordelijkheid op hield op het moment en bij het feit dat de jongens in Grimsby hadden gemonsterd. En vaak nog op voorspraak van deze bestuurders.

Op het moment dat het aantal smacks die van de haven gebruik maakten toenam,  was er een groeiende bezorgdheid over de toename van het deserteren van leerjongens van de schepen, wat veelvuldig voor kwam.
En die later weer werden opgepakt, veroordeeld werden en naar de gevangenis werden gestuurd.
De meesten van hen wilden liever naar de gevangenis worden gestuurd ( het college, zo als zij het noemden ),  dan om opnieuw de ontberingen te ondergaan van een periode op zee aan boord van een zeilsmack.

Een comité  die de Koopvaardij wetten bestudeerde, vond in 1978 hierin een bewijs over deze zware werkomstandigheden, van zowel mannen als jongens, werkzaam  op de visserijschepen van Grimby.
Op dat moment waren er ongeveer 600 zeilsmacks die van de haven gebruik maakten en waarop 1680 mannen en 1800 leerjongens aan boord werkzaam waren. Bekend was dat in 1877 ongeveer 461 jongens voor het gerecht waren gebracht wegens het deserteren van hun schepen. Hiervan werden er 261 naar de gevangenis gestuurd en 200 van hen werden “gered “ door interventie van hun schippers en reders. Maar of zij beter afwaren is nog de vraag .
De normale tijd van een veroordeling was 14 dagen tot een maand en met een gemiddelde van 21 dagen. De directeur van de gevangenis in Lincoln vertelde dat er gedurende de vijf jaren voorafgaande aan 1878,  het aantal jongens dat was veroordeeld, 1066 jongens was, dus gemiddeld 213 per jaar. De straffen werden echter verhoogd en gedurende de voorgaande 6 maanden al 213 jongens waren veroordeeld.
De rechtelijke macht van Hull was echter nog strenger met het uitdelen van straffen aan leerjongens, door een straf te eisen van 42 dagen opsluiting.  Rond deze periode was de algemeen opinie, dat gevangenis straffen voor  jongens beneden de leeftijd van 16 jaar, verkeerd was.

Wordt vervolgd.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-11-2012, 08:21:22
In 1881 waren er 17 rechters.
Hiervan waren er 8 financieel betrokken bij de visserij industrie, door hypotheken te hebben verschaft aan eigenaars van visserssmacks of mede eigenaar waren.. Aan de jongens werd de keus gelaten om terug te keren naar zee of hun straf in de gevangenis uit te zitten.
Een van de jongens voerde ter verdediging aan dat, toen hij met een schip vissende was bij Faroer eilanden,  er maar 3 werkkielen en 2 paar sokken ( en dan nog met veel gaten ) beschikbaar waren om door 5 leerjongen te worden gedragen.
Deze jongen werd veroordeeld niet allen tot 28 dagen hechtenis maar ook nog eens met zware arbeid gedurende deze periode van hechtenis.
Dr. Keitley, een chirurg en een vroegere rechter, vond dat het een grote fout was om leerjongens voor de rechtbank te dagen. Teveel jongens werden naar de gevangenis gestuurd. Hij constateerde dikwijls dat er  meer verstand aanwezig was bij de jongens dan  bij de schippers.
James Alward, een pionier smack eigenaar, overtuigd zijnde van de vele overtredingen die jaar na jaar voor de rechtbank werd gebracht, het een schande was voor een geciviliseerd land als Engeland.
Geen van zulk soort veroordelingen vonden plaats in Schotse of Ierse vissershavens, Toen een gevangenis dominee in 1877 een rapport uitbracht aan de landelijke bestuurders, vertelde hij, dat veel jongens liever naar de gevangenis gingen dan te worden geconfronteerd met de behandeling aan boord van smack, met een tekort aan behoorlijke kleding en de mogelijkheid het leven te laten.

Het sterfte risico was uitzonderlijk groot voor een leerjongen, door verontachtzaamheid en geen goed toezicht en hierdoor het leven lieten.
Zoals bijvoorbeeld.....Het dek spoelen was bijzonder gevaarlijk, met een verschansing van nauwelijks 2 voet hoog. en bij een plotselinge slinger van het schip, veroorzaakt door zware zeegang

James Alward schreef voor de krant “ Grimsby News “ op 8 Augustus 1890 een artikel met als titel….. Het Verlies van Mensenlevens op zee.

Er is een kleine hoeveelheid ongevallen die voortdurend plaats vinden aan boord van trawlsmacks, waaraan weinig aandacht werd besteed sedert het verlies van deze mensen levens. En vooral bij jongeren, die bekend staan als “ Groentjes “
Bijvoorbeeld....
Uit de mast of gaffel gevallen tijden het reven van de zeilen of het ontwarren van touwwerk  boven in de mast.
Het innemen en opzetten van de topgaffel zeilen 
Vaatwerk en kookgerei afwassen aan de lijzijde van het schip bij slecht weer. De lijzijde en spuigaten kunnen wel uren lang onder water staan bij een storm.
Uit het want gevallen tijdens het plaatsen van de boordlichten.
Overboord getrokken door een puts water op te slaan uit zee, met het touwwerk van de puts stevig rond de pols geslagen. Als de persoon in kwestie de puts niet uit het water trekt, zal de tegenwerkende kracht van de zee hem overboord trekken.     Vissende met de trawl met slechts man aan dek.
De gevaarlijke taak om  kisten gevuld met vis over te brengen van de smack naar de carrier in kleine roeiboten tijdens zware deining.

Als de jongens hun leer stage hadden voltooid waren zij zich algemeen welbewust van de bestaande gevaren en hierdoor met het verlies aan mensen levens verminderde.
.
Als groepen smacks vissende waren in de Boxing visserij onder leiding van een Admiraal, had de Kamer van Koophandel hiervoor strenge wetten voorgeschreven. Vis mocht niet worden overgebracht naar de carrier bij slecht weer.
De Admiraal van de vloot en de gezagvoerder van de carrier waren hiervoor verantwoordelijk.
Verlies aan mensenlevens was ook mogelijk bij goed weer tijdens het overbrengen van de vis naar de carrier en  het Ministerie van Handel probeerde de verplichting in te voeren dat de betreffende mensen, reddings vesten of andere voorzieningen hadden, tijdens deze werkzaamheden.
De visserlui waren tegen het dragen van zwemvesten, bang zijnde dat zij door anderen zouden worden uitgelachen. De bemanningen waren gewend risico's te nemen en voor de schipper van de carrier kon het schip nooit  snel genoeg beladen worden om weer snel naar de haven terug te keren.
Hierdoor duurde het verlies aan mensenlevens nog steeds voort, doch nu wel in mindere mate.

In 1878 hadden de smack.s eigenaars grote moeilijkheden om voldoende leerjongens te vinden via de opleidings insttuten of andere betrouwbare bronnen, waar jongens van voldoende goede wil te vinden waren.
De toezicht houder, dhr.George Swanson,werd speciaal aangesteld door het Ministerie van Handel om toezicht te houden op de visserij werkzaamheden in Grimsby.
Hij was niet erg gelukkig met de manier waarop de leerjongens werden behandeld zowel door schippers als reders. Hij stelde in 1880 het Ministerie van Handel voor om de privileges waarvan de reders jarenlang profijt van hadden gehad,  om met hun eigen zienswijze de werkzaamheden uit te voeren, af te schaffen.
In 1880 stelde  het Ministerie van Handel nieuwe regels in, wat inhield dat de leerjongens voortaan niet langer hun eigen kosthuizen moesten zoeken. Zij vielen nu onder de Koopvaardij wetgeving. Een overeenkomst m.b.t. deze nieuwe regelgeving, waarbij was besloten dat de reders onderling een eigen instituut zouden inrichten ten behoeve van de vissers jongens, werd op een  lokatie gebouwd die beschikbaar was gesteld door Colonel Tomline.
De kosten voor het bouwen van het instituut waren 3.500 pond en het instituut werd in 1880 geopend door de hertog van Yarborough. 
Hieruit kon men dus constateren dat deze verbeteringen serieus werden genomen.
Het nieuwe instituut voor vissersjongens werd gebruikt voor jongens die weinig of geen onderwijs hadden genoten. Het was te hopen dat dit “ ruwe “ materiaal wat onderricht in de nautische aspecten zou krijgen .
En moest ook aan hen het nodige moraal en sociaal gevoel geven en dat zij in de toekomst de schipper of bemanning zouden kunnen vervangen, bij wie zij nu op het schip in dienst waren.
Veel schippers waren analfabeet. Zij hadden geen juiste kennis van de navigatie principes. Zij baseerden nog steeds hun plaatsbepaling op weg naar de visgronden, door het proeven van de opgehaalde grondmonsters van het dieplood. 
Zelfs niet in staat waren om te schrijven en hierdoor geen logboek konden bijhouden. Het was de hoogste tijd om hen en de smack eigenaars wat nautische kennis bij te brengen, daar zij steeds verder naar het Noorden moesten, om voldoende vis te vangen.
Deze lange reizen in soms onbekend gebied kon wel eens gevaarlijk zijn en vroeg om bekwame mensen
In het besluit van het Ministerie van Handel van 1880 werd gesteld dat zij, die nu schipper of stuurman waren, een bewijs van dienstbaarheid zouden krijgen en van de andere gegadigden werd verwacht dat zij een mondeling examen zouden afleggen, Om aan deze nieuwe conditie tegemoet te komen, werden er opleidingen aangeboden in het instituut voor de leerjongens.
In het Koopvaardij besluit van 1881 werd een regel vast gesteld dat jongens en mannen niet langer gevangenis staf konden krijgen, wegens desertie.
Het aantal jongeren dat een gezegeld contract tekenden voor de werkzaamheden aan boord, werd jaarlijks steeds minder en in 1882  was het aantal al afgenomen tot 800.
In plaats van de leerjongens maakten nu de reders gebruik van zo’n 1000 arbeidskrachten op week basis. Dit aantal is slechts een schatting ,gemaakt door een van de smack eigenaars. Het systeem van leerjongens werd steeds minder gebruikt en als resultaat moesten de reders een beslissing nemen om voortaan gebruik te maken van arbeidskrachten op week basis.
Dit soort werk werd minder gewaardeerd als dat van leerjongen.

 Einde.         

 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 14-11-2012, 10:08:00
Bedankt alweer Jan

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 15-11-2012, 08:57:39
                                       Veroordeeld tot de Doggersbank
 
Duizenden diep ongelukkige jongeren werden de Noordzee vissersvloot opgestuurd om te lijden of om een man te worden. Een op de veertien stierf van uitputting of werd gedood in de pogingen om een man te worden. Zij werden wreed behandeld door de mannen die zelf op deze wijze waren groot gebracht toen zij nog in de ondankbare staat van leerjongen waren. De leerjongens waren aan boord de voetveeg van iedereen. Op een slingerend en glad schip, ver weg op zee, en niet wetend waar te gaan dan alleen op de manier van de visserman.
Drie stappen en dan overboord. Bij schippers die nooit met de leerjongens spraken, behalve op de manier met gebruikmaking van een eind touw.
Er waren er maar enkelen die de moeite op konden brengen om het wel te doen. In het Victoriaanse tijdperk vond een man met wat verantwoordelijkheid het niet nodig om vriendelijk te zijn tegen ondergeschikten en de meest gruwelijke daden werden door bemanningsleden toegebracht die maar net iets ouder waren als het slachtoffer zelf. De leerjongen leerde zijn plichten op een harde manier. Een schipper, die zelf in 1869 leerjongen was geweest, vertelde dat hij toen hij als leerjongen het baantje van kok moest uitoefenen, de schipper alle potten, pannen, vorken, lepels, messen en mokken iedere avond controleerde of alles schoon was en er niets ontbrak. Het gebeurde eens op een avond dat er een lepel zoek was. De schipper wachtte tot dat ik sliep en wekte mij om uit te zoeken wat er niet in orde was. Ik controleerde alles en uiteindelijk kwam ik tot de ontdekking dat er een lepel zoek was. En ik moest de lepel gaan zoeken voor dat ik weer mocht gaan slapen en na 1 ½  uur  vond ik de lepel tussen een stuk touwwerk gestoken in het topje van de mast. Ik heb hierna nooit meer iets niet op de juiste plaats gezet. Ik denk dat ik meer keren een aframmeling heb gekregen dan een goede maaltijd en dat de visserman een soort wreed mens is ten opzichte van een leerjongen.
Het werk van de leerjongen was nooit klaar. Hij kookte de maaltijden, maakte de kajuit schoon, bediende en gehoorzaamde de bemanningsleden. En dek moest hij de boel schoon houden, de gellen en andere rommel uit de trawl overboord zetten en de boordlichten verzorgen. De boordlichten van olie voorzien, de lampen pit trimmen en de lenzen schoon houden. Als de trawl was uitgezet moest hij alleen aan dek zijnde de smack sturen. Als de trawl werd gehaald, moest hij in een donkere ruimte onderdeks de tros opschieten waar aan de trawl werd voortgetrokken en met behulp van een kaapstander werd scheep gehaald. Tijdens vriezend weer was het geen aangename bezigheid, want ik moest met mijn armen omhoog de zware en doorweekte tros met mijn handen omhoog, naar beneden trekken met alle kracht die ik had en waar bij het water langs mijn armen omlaag gutste en mijn kleding doorweekte. Als de tros slipte, wat niet altijd mijn schuld was en wat regelmatig gebeurde bij slecht weer, werd er vanaf het dek een puts met water over mijn hoofd gesmeten en de gevulde puts werd altijd voor dit doel bij het luikhoofd van het ruim l;aar gezet. Zijn slaap werd constant onderbroken door de bemanning waar voor hij iets moest ophalen of mededelingen moest doen aan de lui op wacht aan dek en natuurlijk zoals een Engelsman bij iedere gelegenheid gewend is, thee te zetten. Het systeem van leerjongen was zo, met en door de vloot gegroeid en was nodig bij de uitoefening van de visserij. En in het bijzonder in Grimsby, waar een tekort aan inwoners en werkkrachten was ontstaan, door de groei van de haven. De visserij gaf aan leerjongens een van de kansen die men kon vinden om wat succes in het leven te hebben en zeker de helft van de smack eigenaars waren zelf leerjongen geweest, afkomstig uit diverse soorten van tehuizen, opvoedingsgestichten en weeshuizen. De jongens uit dat soort instellingen waren de beste leerjongens in deze tak van bedrijvigheid en was ongeveer 40 % van het totaal benodigde aantal. Maar het systeem ( volgens moderne maatstaven ) werd op een verschrikkelijke manier misbruikt. Een op de vijf jongens had toestemming van hun ouders en een op de tien was een zoon van iemand die zelf in de visserij werkzaam was en 30 % waren zwerfkinderen. De eigenaars van smacks als groep, namen leerjongens aan de nergens gewild waren. Deze jongens kwamen bij de haven aan zonder schoenen en in lompen gehuld, afkomstig uit de fabriekssteden als Leeds en Sheffield, op zoek naar fortuin. Het was zelfs mogelijk dat een jongen van 11 jaar oud een 10 jarig leercontract ondertekende, zich niet realiserend wat hij had gedaan. Leer contracten werden getekend (tegen een kleine vergoeding ) bij een gepensioneerde douane ambtenaar, die in een achterkamertje van het douane kantoor met een stelletje ronselaars dit werk deed , maar geen enkele connecties had met de officiële instanties. Een ouder of voogd waren niet aanwezig bij de overeenkomst en de condities werden niet duidelijk aan de jongens bekend gemaakt en zij kregen geen afschrift van de overeenkomst. Er was geen betalingssysteem en geen juiste betaling van lonen, tot dat de jongens oud genoeg waren om aan boord bruikbaar te zijn. En dit een zeer rekbaar begrip.
En wanneer hij zijn overeenkomst verbrak kon hij worden veroordeeld. Volgens de Scheepvaartwet van 1854 hadden schipper, stuurman, eigenaar van een visserssmack of de politie het recht om deserteurs zonder waarschuwing te  arresteren en hem weer aan boord te brengen of voor de rechtelijke macht te dagen, waarbij deze macht het recht hadden tot 12 weken gevangenis straf te eisen wegens desertie of dat zij tot 10 weken straf wegens onbehoorlijk gedrag werden veroordeeld.
Honderden jongens werden tot gevangenis straf met zware arbeid veroordeeld omdat zij weigerden uit te varen of met de Noorderzon te vertrekken, dikwijls aan de wal springend en weg te hollen op het moment dat het schip bij vertrek los van de kade was. Ongeveer een derde van de gearresteerde werden niet veroordeeld maar weer naar zee gestuurd door tussenkomst van de schipper of reder. Maar het is erg onduidelijk hoe dit gebeurde.
Was het omdat zij medelijden hadden met de jongens zodat zij niet in de gevangenis belandden  of hadden zij de diensten van deze jongeren zo hard nodig.?

Een gemiddelde straf was 3 weken gevangenis straf bij de eerste maal deserteren en een langere staf bij de 2e maal. Een jongen afkomstig uit een opvoedingsgesticht werd na 3 jaar van zijn arbeidsovereenkomst ontslagen, In die periode had hij 5 maal in de gevangenis doorgebracht met een totaal straf van 5 maanden hechtenis.
Een soort gelijke overeenkomst was er in Hull, maar daar waren de straffen gewoonlijk strenger.
 In 1873 verschenen er 2 berichten in het Franse nieuwsblad Figaro.
Deze vermeldde dat er in Grimsby een soort slavernij was, schandelijk was als nooit eerder getoond was en dat dit in Engeland algemeen bekend was.

De voogden van de opvoedings tehuizen van wezen en armlastige jongens in Lincoln, die veel jongens als leerjongen hadden geleverd, riepen een vergadering bijeen en stuurde een secretaris naar Grimsby om deze aantijgingen te onderzoeken.
Hij rapporteerde dat de kettingen maar licht van gewicht waren , waaraan 4 of 5 handboeien van de gearresteerden aan vast waren gemaakt en dit was gedaan zodat slechts 1 politie agent meerdere gevangenen kon begeleiden en het dan geen verspilling van gemeente gelden tot gevolg had.
De vraag naar leerjongens in Grimsby werd de Leichester Mercurie krant van de maand Februari van 1878 als een legale kidnapping omschreven.
De krant omschreef hoe jonge “lokeenden “ op pad gingen om tieners naar Grimsby te lokken met romantische verhalen over het leven aan boord van een schip op zee. Waarin de leerjongen echter maar al te vaak verwikkeld werd in een leven vol hardheid, ellende en brute slavernij. De ouders werden totaal genegeerd,. Dezelfde minderjarigen, die in de ogen van de wet niet verantwoordelijk werden gehouden voor de minste vergrijpen, werden omschreven als bedriegend, valsheid in geschriften en wets ontduiking haddeb gepleegd. Maar zich echter vrijwillig  hadden overgeven aan een “witte “ slavernij, wreed en afkeurend, terwijl de ongelukkige ouders niets in te brengen hadden.

“Een  Engelsman zijn huis is zijn kasteel “ is een bekend gezegde., maar zijn zoon is echter in de greep van genadeloze en onbetrouwbare ronselaars .
Honderden leerjongens vierden in 1880  feest toen de Wet op Betalingen de mogelijkheid om deserteurs zonder waarschuwing te arresteren, afschafte en dit veroorzaakte  een chaos bij het bemannen van de schepen. En dit was vooral in Hull. In de Koopvaardij wet van hetzelfde jaar was de opzettelijke ongehoorzaamheid van orders nog steeds strafbaar met een veroordeling tot gevangenis straf.
In Hull werd dit uitgelegd als zijnde alleen geldig op zee, maar de eigenaars van smacks in de haven van Grimsby, claimden dat dit van toepassing was zowel op zee en aan de wal. Terwijl er ook een onderzoek werd gedaan naar de spookachtige moorden op leerjongens aan boord van smacks.
De reders van Grimsby veranderden vrijwillig het leerjongen systeem. Een onderzoek door een committee van het Ministerie van Handel, droeg hiertoe bij en met deze verbetering in 1883 werd dit wettelijk van kracht. In de nieuwe wetgeving mocht een jongen, jonger dan 16 jaar, niet naar zee, behalve als hij leerjongen was. En geen leerjongen mocht jonger dan 13 jaar zijn. Jongens konden een proef periode van 6 maanden doorlopen, alvorens zij een leer contract mochten tekenen onder toezicht een officier van het Ministerie van Handel, die hun moest uitleggen wat hun rechten en plichten waren. Maar eenmaal getekend, kon een leerjongen nog steeds worden veroordeeld tot gevangenis straf voor desertie of ongehoorzaamheid bij orders op zee of bij vertrek uit de haven.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 15-11-2012, 21:04:24
Gewonde leerjongen


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 15-11-2012, 21:10:25
William Papper werd vermoord door de schipper aan boord van de smack H-481-Rising Sun


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 15-11-2012, 21:11:04
William Papper was niet de enigste die op zee werd vermoord maar zijn dood leidde er toe dat er een beter toezicht  kwam van de Board of Trade (ministerie van handel) en ook kwamen er meer mission vessels die deden hetzelfde werk als De Hoop , die mission schepen viste zelf ook om de kosten te drukken.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 16-11-2012, 08:39:16
Er waren 2 soorten van leerjongens. De  “ indoor “ leerjongen was gekleed in uniform en vond meestal onderdak bij de smack eigenaar thuis en aan hem werd wat kleingeld gegeven als zakgeld. De “ outdoor “ leerjongen kreeg 6 tot 17 shilling per week betaald, waarvan hij zijn eigen kleding moest betalen en zelf voor onderdak moest zorgen als de smack in de thuishaven lag. Hij had geen toezicht en mengde zich met toevallig ontmoette jongens van dezelfde leeftijd,  maar die meer geld te verteren hadden. Eigenaars die niet in staat waren de  “ indoor “ leerling te huisvesten, moesten voor vervangende huisvesting zorgen. Welgestelde families, die interesse toonden in het bestaan van  toevallige vissers jongens, waren moeilijk te vinden en sommige van deze jongens waren niet gewend om in een huis te wonen waar bepaalde regels van kracht waren met betrekking tot gedrag, kleding en hygiene. Sommige jongens werden in bordelen ondergebracht, maar in het algemeen werd er behoorlijk op toegezien en de secretaris van de Holborn Guardian krant was verbaasd over de manier waarbij leerjongens vriendelijk werden behandeld en bemoederd door de echtgenotes van de smack eigenaars.
Verenigingen werden opgericht om de jongens weg te houden uit de bordelen en bars en hen werd wat bij gebracht wat omschreven werd als moraal, geestelijke en mentale gesteldheid en sociaal welzijn.
Een instituut voor vissersjongens werd in 1879 geopend en door hen werden er 10.000 jongens per jaar geholpen. Dit droeg in grote maten bij met de vermindering van het aantal zaken van onfatsoenlijk gedrag tegen leer- en vissersjongens, wat in 1877 in Grimsby 461 keer gebeurde en in Hull 320 keer.
Jongens die niet erg groot van postuur waren, hadden veel te lijden.
In 1893 moest de schipper van een kabeljauw smack 2.10 pond boete betalen omdat een nieuw ingevoerde wet niet werd nagekomen om een jongen van 14 jaar mee naar zee te nemen zonder dat hem de kans was gegeven om de officier van het monster bureau te bezoeken. Het rapport vermelde dat de arme jongen constant zeeziek was en van uitputting op zee was gestorven en duidelijk ongeschikt was voor dit soort werk. Volgens de wet was deze soort van behandeling een kwestie van routine en een sterfgeval op zee hoefde helemaal niet te worden gemeld, behalve als het schade aan het schip tot gevolg had,
Een visserman van een Noordzee smack, die zelf in 1873 als leerjongen was begonnen toen hij nog maar de  leeftijd van 11 jaar had., vertelde het volgende.   
Terwijl ik op school zat met mijn schrift en boek, riep de meester uit…… Is er hier een jongen die wil gaan varen.!
Met ons vieren staken wij ons hand omhoog en de eigenaar van de smack koos mij uit en ik ging met hem mee naar Ramsgate en ik was daar pas 3 of 4 dagen , toen ik voor het eerst zout water proefde, omdat ik in de haven overboord viel. Van de eerste week op zee weet ik niet veel. Ik was de gehele reis zeeziek, maar op de volgende reis moest ik mijn werkzaamheden zelf verrichten, zoals koken, lampen trimmen en meerdere dingen en moest gehoorzamen op de verzoeken van iedereen aan boord.
Ik kan mij herinneren dat wij eens een kist wijn opvisten en de schipper en stuurman dronken werden. En omdat ik de tros niet goed in het ruim kon opschieten bij het halen van de trawl, gooiden zij vanaf het dek putsen water over mij heen. Een andere keer, toen ik de schipper een leugen had verteld, sloeg hij mij met een stuk hout totdat het brak. En hierna moest ik 3 uur aan dek blijven lopen terwijl ik een zware koevoet moest sjouwen. Iedere keer als ik dan op het achterdek kwam, moest ik … Gaat het goed … schreeuwen.
Ook visten wij in die zomer 12 weken met een vloot vanuit Lowestoft in de Boxing Fleet visserij en onze schipper moest naar de wal met de carrier om proviand te halen. Ik kan mij nog een feit herinneren, toen ik op een keer aan het visbakken was.
Ik lachte toen de schipper mij de opdracht gaf om het schip lens te pompen, daar het schip teveel water maakte. Ik zei tegen de kok ….. Ik denk dat ze weer vol gelopen is. De schipper hoorde mij en sloeg mij het ruim in en smeet een viskaar op mijn hoofd en waarvan het litteken nog steeds is te zien.
We waren ook constant doornat en vroegen de eigenaar om wat kleding en hij stopte met de betaling van ons verdiende geld om aan de vraag te voldoen.
De dek jongen kreeg een sixpence en de kok een three pence per nacht wanneer we in de thuishaven waren .En de eigenaar zei ons… Jullie krijgen kleding wanneer IK denk dat jullie het willen.
Ik was er verscheidene jaren in dienst en was erg blij dat mijn tijd er op zat.

De rechtszittingen over de moorden trok ook de publieke belangstelling met betrekking tot de plichten van een jongen op zee,.Deze kwamen aan het licht bij de lugubere details van behandeling aan boord en hoe aangetoond werd hoe de jongens aan boord van de vissersschepen compleet waren overgeleverd aan de genade van de oudere bemanningsleden.   Zoals.....
In de felle koude met een stuk touw te werd afgeranseld en vervolgens aan de vlaggen lijn werd opgehangen en bewusteloos geslagen. Toen de vlaggen lijn afbrak, viel hij op het dek en moest toen, in de maand December,  dagen lang nacht en dag aan dek blijven, zonder van kleding te kunnen verwisselen.
Emmers ijskoud water over hem heen werden gegooid en vervolgens in de bilges van het ruim moest kruipen, die vol met water stonden en op hem sprongen o om hem weer fit te krijgen.
Sloegen hem met stukken hout en dwongen hem om op de snijtafel te gaan staan, terwijl zij stenen naar hem gooiden, die met de trawl waren opgevist.
Bij de Kerst maaltijd had de bemanning 2 eenden en een plumpudding, maar het slachtoffer werd hiervan niets gegeven, maar alleen werd hem de botjes gegeven, nadat de hond hier van had gegeten.
Toen de jongen uiteindelijk van uitputting stierf, kleedde de schipper hem aan en gooide hem overboord en rapporteerde dat hij overboord was gevallen.
De schipper werd later veroordeeld en in Hull opgehangen.
Een stuurman van een andere smack “ Gleaner “  uit Hull werd veroordeeld voor moord op een jongen uit Grimsby, die herhaaldelijk werd afgeranseld, naakt werd uitgekleed en gedwongen werd met een emmer water op zijn hoofd in de felle koude wind dag en nacht aan dek te blijven. De jongen verdween op een moment dat er maar twee man aan dek waren en de stuurman claimde, dat de jongen overboord was gevallen bij het opslaan uit zee van een puts water. Ook deze persoon werd later veroordeeld voor moord. 
Voor een jonge jongen was de verschrikking van de zee alleen al beangstigend genoeg zonder de bezoekingen van hard- en wreedheid.
De smack  “ Ruby “ uit Brixham werd de haven van Hull binnen gesleept met slechts een kleine jongen van 14 jaar aan boord. Hij had een wazige herinnering aan een aanvaring met een Duitse bark. De bemanning dacht dat het schip zinkende was en sprongen aan boord van het andere schip en toen bleef hij alleen achter. Hij bleef de gehele nacht pompend aan dek. Toen een trawler in de buurt kwam, schreeuwde hij om de aandacht te trekken en de bemanning herinnert zich nog dat de jongen met een hand met zijn muts zwaaide en met zijn andere hand pompte.
Maar hij bracht het er levens af.

Een andere jongen bevond zich in een soortgelijke situatie.
Hij was slechts 14 jaar oud toen hij zijn verhaal in 1891 aan een krant vertelde.

Afgelopen donderdag was ik aan boord van de smack “ Silvery Dart “ vissende terwijl de wind toenam en het harder ging waaien. Om ongeveer  10 uur was ik slapende in de kajuit, toen een schip met ons aan de voorzijde in aanvaring kwam.
Ik rende aan dek en zag dat de gehele bemanning reeds op het andere schip was overgestapt. Ik schreeuwde het uit en een van de bemanningsleden schreeuwde mij toe dat ik een toorts moest aansteken om aandacht te trekken.
Zij lieten mij alleen op het schip, in de veronderstelling dat het schip zinkende was. Er was slechts een toorts aan boord die maarnet een uur brandde en vervolgens doofde. Ik bleef tot de morgen aan dek en ook de gehele volgende dag en nacht.
Ik was te bang om te gaan eten.
Vroeg in de morgen dreef in langs een Hollandse drijfnetvisser die aan de vleet lag en de schipper van het schip schreeuwde me toe om het anker te laten vallen. Maar daar ik alleen was kreeg ik dit niet voor elkaar. Die dag en de volgende gingen voorbij zonder dat ik iets had te eten. In de schemering van de volgende morgen zag ik enkele smacks maar zij kwamen niet genoeg in de buurt om mij op te merken. Op vrijdag morgen zag ik een ander Hollands schip en ik zwaaide met mijn zuidwester toen het schip op mij af kwam. Ik sprong aan boord toen het schip aan bakboord zijde dichtbij langs het schip schuurde en ik aan boord van het andere schip sprong waar de bemanning mij opving. De “ Silver Dart “ werd achter gelaten en de Hollander bleef door vissen tot het einde van die week.
Zij behandelden mij goed, gaven mij schone en drogen kleren en volop te eten.
Een maal aan de wal ging ik met de stuurman mee naar huis om daar te slapen en de volgende dag ging ik bij de schipper thuis eten. Daarna zette hij mij op de trein naar Rotterdam en ik kwam Zondagnacht in Yarmouth aan en vond mijn familie in rouw gedompeld over mij, want zij geloofden dat ik overboord was geslagen en verdronken was.

Einde


.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 19-11-2012, 07:27:23
                                                   De trawler Sargon.
De stoomtrawler Sargon, 130 voet lang en 297 Brt. Groot, was in 1913 in Beverley gebouwd bij de werf Cook, Welton en Gemmil voor de Standard Steam Fishing Compagny in Grimsby.
In de morgen van de 5e januari 1923 vertrok het schip uit Grimsby onder bevel van schipper Mc.Carthy met bestemming de Witte zee, wat bekend stond om haar overvloedige visgronden.

Op 2 maart 1923 ontvangt de SSFC in Grimsby uit Reykjavik in IJsland een erg vreemd telegram.
De tekst van het telegram luidt als volgt.....

Sargon vandaag op 2 maart binnen gesleept door trawler Schleswig Holstein uit Geestemunde.
Sargon zonder kolen. Gehele uitrusting verbrand en bemanning zonder voedsel, behalve de vis, gedurende 16 dagen.
Sargon werd opgepikt in de buurt van Ingoldsfolde.
Ongeveer 200 mijl gesleept.
Sargon wenst nu 70 ton bunker kolen, reddingboot, proviand en machinekamer benodigdheden.
Getekend.  Agent Reykjavik

De Sargon had nog maar net Spurn Point gepasseerd toen zij te maken kreeg met zwaar stormachtig weer en na nog maar een dag op zee zagen zij noodsignalen en wat naderhand bleek van de trawler Ethel Nutten uit Granton afkomstig te zijn. Ondanks het slechte weer slaagde de bemanning van de Sargon een sleeptros over te brengen naar de Ethel Nutten en begonnen aan de sleepreis naar Leith. Gedurende de reis brak de sleeptros en een van de matrozen van de Sargon raakte hierbij gewond door het gebroken einde van de tros. Met veel moeite werd de sleepverbinding weer hersteld en werd de sleepreis vervolgd.
Na 80 mijl te hebben gesleept werd het duidelijk dat de Ethel Nutten niet meer te redden was en spoedig zou zinken en werd de bemanning van het gesleepte schip van boord gehaald, waarna het schip spoedig ten onder ging. De reis naar Leith werd voortgezet om de bemanning van het gezonken schip aan wal te brengen en tevens het eigen bemanningslid die gewond was geraakt tijdens de sleepreis, voor medische hulp.
Een vervangende hulp werd aangemonsterd en was een van de geredde bemanningsleden van de Ethel Nutten.
De Sargon vervolgde haar reis en ook nu kreeg zij te maken met slecht weer met windkracht 9, Na een zwaren overtocht rondde het schip de Noordkaap en al spoedig bleek dat zij erg dicht bij de Russische kust bij Moermansk was gekomen.  Zij werd gesignaleerd  door een Russische kanonneerboot die een  vervolging inzette op de Sargon.
In de twintiger jaren waren er veel incidenten met trawlers. Zij werden bij de Russische kust opgebracht omdat zij uitdagend binnen de territoriale wateren visten.
In diverse gevallen werden de trawler bemanningen voor enkele weken opgesloten tot aan de rechtszitting en naderhand werden vrijgelaten om smerig en ondervoed naar huis terug te keren.  De Sargon was niet vissende en was dus niet strafbaar. En om moeilijkheden te ontlopen ging zij op de vlucht voor de kanonneerboot. Gelukkig ontsnapte de Sargon tijdens het korte winter daglicht aan de Russische kanonneerboot en verdween in de donkere poolnacht en bereikte op 20 januari de visgronden in de Witte Zee,  Vijftien dagen nadat zij uit haar thuishaven was vertrokken,

Na een rustige en voortreffelijke visserij, haalde zij haar netten voor de laatste maal en begon aan haar thuis reis. Zij ronde de Noordkaap en liep op 3 februari de haven Harstad op de Lofoten binnen. Hier werden bunker kolen geladen en vers water ingenomen.
Tevens werd aan de rederij in Grimsby een telegram gestuurd met de waarschijnlijke aankomst in Grimsby op 7 of 8 februari.
Dit was het laatste wat er van haar werd vernomen..
De Sargon was ergens in de Noordzee verdwenen.
Het was dan ook in de periode dat radiotelegrafie nog niet verplicht was gesteld op visserij schepen,

Een paar weken gingen voorbij maar nog steeds was het schip niet in de haven aan.gekomen.
Op 20 februari werd officieel medegedeeld dat alle hoop op terugkeer was opgegeven en het schip waarschijnlijk met man en muis was vergaan.
En dit werd ook aan de verzekering medegedeeld
De gewoonten bij het vergaan van een schip werden in acht genomen. De vlaggen rond de haven en op de schepen in de haven werden halfstok gehesen en weduwen, kinderen en familie  kleedde zich in het zwart als teken van rouw. De plaatselijke geestelijkheid maakte hun ronde langs de getroffen families en gingen voor in een speciale rouwdienst.
Door oud bemanningsleden van de Sargon werd in de plaatselijke krant een postuum huldeblijk geplaatst.
Verzekerings papieren werden gecontroleerd, schade vergoedingen aangevraagd en de betreffende gelden werden uitbetaald en ook weer uitgegeven.
Een fonds voor hulp aan nabestaanden van een schipbreuk, reageerde spontaan door 53,50 pond aan de nabestaanden van de bemanning te betalen ofschoon er maar 2 leden van de bemanning lid waren van dit fonds.

Elf dagen later werd het telegrafische nieuws uit Reykjavik ontvangen dat schip en bemanning veilig in een IJslandse haven waren aangekomen.
De rederij had dit verheugende nieuws ontvangen en konden het bijna zelf niet geloven.
Binnen een half uur werd een klerk per huur taxi er op uitgestuurd om op de adressen van de schipper en zijn bemanning dit verwonderlijke bericht te vertellen.
Behalve van wat in het telegram stond dat het schip en haar bemanning veilig in Reykjavik waren, was er verder niets bekend voordat het schip weer terug was in Grimsby.

De bewoners van Grimsby, familie en vrienden hadden het verlies geaccepteerd en begonnen de Sargon en haar bemanning te vergeten. Het was toch uiteindelijk maar een trawler en zo'n verlies was niet ongewoon.
Velen hadden in het verleden reeds het leven gelaten en nog velen zouden volgen.
Als je geen familie of bekenden aan boord van het schip had of geen financiële interesse had bij de verzekering van het schip, had het verlies verder weinig consequenties.
Maar alleen in dit geval was het definitieve gordijn nog niet gevallen.

Mevr. McCarthy, de vrouw van de schipper en mevr. Challis, de vrouw van een der matrozen woonden samen op hetzelfde adres en zij waren de eersten die het heuglijke nieuws te horen kregen. De zwager van mevr.Challis had het nieuws op het kantoor van de rederij gehoord en was weggerend om het goede nieuws aan deze twee vrouwen te vertellen. Verwonderlijk was het wel dat mevr. Challis de zuster was van de matroos die in het begin van de reis gewond in Leith aan wal was gebracht.
Beide vrouwen hadden bijna niet geloofd dat het schip was vergaan en hadden juist wat kleren weg gebracht om zwart te laten verven en om ook in de rouw te gaan.
Bij het horen van het goede nieuws waarbij zij samen waren betrokken, konden zij de opdracht voor het verven van de kleding intrekken.
Ook de vrouw van een matroos was een van de eersten die de goede tijding te heren kreeg en zij rende meteen naar de dicht bijzijnde telefoon om het bericht van de reder zelf bevestigd te krijgen.
Ook zij vertelde dat ze niet had geloofd dat haar man was verdronken,
Ofschoon veel vrouwen reeds in de rouw waren, was zij één van de weinigen die het niet had gedaan, steeds gelovend dat het schip nog steeds drijvende was en haar bemanning veilig.

Na Harstad op Lofoten te hebben verlaten, liep de Sargon in zeer slecht weer en zware storm, die toenam tot orkaan kracht,
Het schip was genoodzaakt halve kracht te gaan varen en 3 dagen lang voerde zij strijd tegen het slechte weer, zonder maar enige vordering te maken.
Het werd al spoedig duidelijk dat de kolen die nog in de bunker waren en in Harstad waren gebunkerd, van slechte kwaliteit was, ( zachte Belgische steenkool ) en verbrandde met grote snelheid. De resterende bunkers waren onvoldoende om hiermee Grimsby te halen. De schipper was genoodzaakt orders te geven , dat al het reserve hout wat aan boord was naar de stookplaats moest worden gebracht om te worden gebruikt als brandstof.
De visborden, drijvers, reserve netten en zelfs de netten waarmee was gevist werden, na in handbare bundels te zijn gebonden,  in de vuren onder de ketels gegooid.
Zelfs hiermee was de voorraad kolen spoedig verbruikt en waren de visborden en ander materiaal in vlammen opgegaan.
En zo was zij overgelaten aan de genade van stroom en wind. De storm nam op de 9e februari af en de Sargon dreef hulpeloos rond, drijvend waar heen de stroom en wind  haar zou voeren.
Ze dreef in NW richting de Noord Atlantische oceaan op

Word vervolgt



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 19-11-2012, 09:42:22
GY-858-Sargon
Geb.bij Cook,Welton & Gemmel ( 146).
Grt-296 x Ntr-121
130 ft x 23 ft.
63 Nhp.
1913-GY-858-Sargon.
Eign Standard Steam Fishing Co.Ltd.Grimsby
1914-Royal Navy, mijnenveger Fy-702.
1919-Terug naar eigenaars.
1939-Royal Navy, mijnenveger FY-572.
1942-verkocht aan St Andrews Steam Fishing Co.Ltd, Grimsby.
1945-Terug naar eigenaars,
1945-Verkocht naar Adam Steam Fishing Co.Ltd, Grimsby.
01-12-1948- In een blizzard gestrand in Pattreksfjördur, IJsland
11-slachtoffers, 6 gered,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 20-11-2012, 07:36:50
Een ander probleem was het tekort aan proviand en op 11 februari was al het beschikbare voedsel verbruikt. Gelukkig was er nog wel ruim vers water en voldoende vis in de visruimen. De bemanning leefde hierna bijna hoofdzakelijk van haar eigen vangst.
Gekookt in allerlei variaties, gebakken tot er geen olie meer was, gerookte vis en in de wind gedroogde vis. Aan het einde van haar drijvende reis moest de houten betimmering van de hutten er aan geloven om de vis te kunnen koken en de in de wind gedroogde vis te roken.
Maar vis kan men nu eenmaal niet lang goed houden en toen de vis eenmaal bedorven was, werden er pogingen aangewend om zeemeeuwen te vangen.
Dit toonde aan hoe wanhopig de bemanning was, want het waren maar halfslachtige pogingen omdat een deel van de bemanning bijgelovig was, omdat zeemeeuwen een reïncarnatie zouden zijn van op zee verdronken zeelui.
Ook werden er nog pogingen aangewend om ratten te vangen , maar ook dat was een fiasco.
Het gedurige en monotone gebruik van vis veroorzaakte een uitbraak van dysenterie, maar dit werd goed en succesvol door de schipper bestreden met behulp van de scheeps medicijnkast.
En zo dreef het schip voort richting IJsland en op 26 februari werden de eerste ijsschotsen gesignaleerd. De volgende dag werd er trawler gezien en op de noodseinen van de Sargon veranderde zij van koersen kwam haar te hulp.
Het was de Duitse trawler Schleswig Holstein.
De Sargon liet de reddingboot te water en een paar van de uitgehongerde bemannings leden roeide naar het Duitse schip om proviand te halen.
Twee tochten werden gemaakt maar op de tweede tocht werd de boot door een golf gegrepen en de zwakke en uitgeputte bemanning van de sloep kon niet voorkomen dat de sloep tegen de Sargon werd geslagen. Het proviand werd zo snel mogelijk aan dek van de Sargon gesmeten en de sloep bemanning klauterde haastig aan boord. De reddingboot zonk spoedig hierna en werd als verloren beschouwd,
Na een dieet van vis gedurende 16 dagen was het proviand meer dan welkom.
De Duitse trawler nam de Sargon op sleeptouw en na een sleepreis van ruim 200 mijl werd de Sargon in Reykjavik gebracht,  waar zij op de 2e maart aan kwam.
En waar onmiddellijk een telegram naar de rederij werd gestuurd over de veilige redding van de Sargon.

Na kolen gebunkerd te hebben en proviand aan boord te hebben genomen vervolgde de Sargon haar reis richting Grimsby, maar eerst werd Aberdeen nog aangelopen om kolen te bunkeren.
Op de 10e maart arriveerde de Sargon op de Humber en met het avond tij kon zij de sluizen passeren van het havenbekken van Grimsby, na een reis die 65 dagen had geduurd.
Het nieuws over de redding van de Sargon en haar behouden terugkeer in de haven was haar reeds vooruit gesneld. En de vissers gemeenschap gaf haar een helden welkom.
Ieder schip in de haven die stoom in de ketel had, gaf haar een welkomst groet met de stoomfluit. Een grote menigte verdrongen zich bij de ingang van de kade, maar alleen familieleden werden toegelaten tot het haven gebied.
Veel schokkende taferelen vonden op de kade plaats toen gezinnen weer werden herenigd.
Ofschoon er toch een van de ex weduwen opmerkte.....
En ook nu zal ik nog niet instaat zijn om de reeds uitgekeerde kleine som geld van de verzekering terug te betalen.
Toen de bemanning de haven verliet werd hun een geweldige ontvangst gegeven door de wachtende menigte en schipper McCarthy werd op de schouders van de menigte rond gedragen. Zijn enige commentaar was......

Een grotere “SCHIPPER” als ik voerde het commando van de Sargon.

In de dagen na de 1e wereld oorlog bestonden er in Engeland nog steeds haatgevoelens over zaken die de Duitsers in deze oorlog hadden bedreven. Het was om deze reden verboden dat Duitse trawler vis aan wal mochten brengen voor de verkoop in de havens aan  de Humber en er werden zelfs al pogingen aangewend om dit ook te laten gelden voor Aberdeen en andere Schotse havens.
Dat de bemanning van de Sargos dank verschuldigd was voor de reddingspoging en de “good will “van hun Duitse tegenspelers, laat  weer eens de band van normale menselijkheid zien, die er bestaat tussen mannen die op zee leven of er van afhankelijk zijn. De fatsoens code die hen verenigt is sterker dan politieken zeker als er mensenlevens op het spel staan.

De heldhaftige reis van de Sargos had een grote invloed op de toekomstige trawler visserij en stil zwijgend werden er op de trawler communicatie middelen geplaatst.
Maar het duurde nog wel tot de dertiger jaren dat alle schepen die in de Arctische wateren visten, werden uitgerust met een radiotelegrafie installatie en een richting zoeker. Nu zijn alle diepzee trawler bij de wet verplicht om uitgerust te zijn met een radio ontvangst installatie met een wereldwijde rangevan ontvangst en de verplichting om een opgeleide marconist aan boord te hebben.

De Sargon bleef vanuit Grimsby de trawlvisserij uitoefenen.
Zij overleefde de slachting van de 2e wereld oorlog en kwam aan haar eind op 1 December 1948 bij een stranding aan de westkust van IJsland bij Patrekfjordor.
Bij deze stranding in een zware sneeuwstorm, verloren 11 van de 17 opvarende het leven, met inbegrip van haar schipper Allen Edward Jenner.
Deze stranding is een ander verhaal.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 20-11-2012, 09:52:15
GY-858-Sargon,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 20-11-2012, 09:52:39
GY-858-Sargon.
Painted by Steve Farrow, Grimsby.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-11-2012, 08:31:32

     Verslag van de ramp van de “Sargon” door een van de opvarenden.

Het was in 1946 toen ik voor het eerst met een trawler naar zee ging en op 1 December 1948, op het moment dat de Sargon ten onder ging, was het pas mijn tweede reis aan boord van dit schip.
We hadden al driemaal de mist rond het eiland proberen te ontlopen en hadden ook nog eens slecht gevangen. Wij hadden maar 300 vaten vis aan boord. Erg slecht voor de tijd van het jaar. We visten in het NW van IJsland en stoomde voor shelter naar de Patricks fjord. Het weer was afschuwelijk, het slechtste weer sinds 30 jaar, toen wij aan de grond liepen.
Op dat moment liep ik wacht met de schipper en het ongeveer kwart voor tien in de avond toen de schipper mij vroeg om wat drinken voor ons te maken. De trap van de brug afkomend stootte het schip ergens op en maakte slagzij.
Hier voor hadden we steeds de diepten gepeild.. We hadden ook geen radar om te zien waar we ons bevonden. Het enige wat we wisten dat we ons ergens in de fjord bevonden..
De schipper gaf orders om iedereen te roepen, maar toen ik in de hutten kwam, stroomde het water al naar binnen en binnen de kortste tijd waren ze vol gelopen.
Op dat moment voelden we een 2e stoot alvorens we tegen de rotsen opliepen.
Het vroor dat het kraakte en zware hagelbuien en je kon geen hand voor ogen zien..
We slaagde er in een vuurpijl af te schieten, echter slecht een, wat de andere viel in zee en dat waren alle vuurpijlen aan boord en hadden zo ook geen andere mogelijkheid om anderen te waarschuwen waar we ons bevonden.
Op dat moment liepen de golven al over het achterdek en overspoelde de brug.
De toestand was eg penibel omdat we ons allen daar hadden verzameld en waren daar samen gepakt. We zagen wat vonken uit de schoorsteen van het voorin komen.
Dus daar brandde dus nog een kachel en was deze ruimte niet onder water gelopen,.
Ik en een paar anderen wisten al kruipend over dek het voorschip te bereiken. Zo ver mogelijk trokken we droge kleren aan en dit heeft ons waarschijnlijk gered. Ik probeerde klauterend langs het trawlnet aan de verschansing, naar het achterschip te komen maar deze poging mislukte. De zee was te ruw. Ik stond op de trap van het voorin de kijken hoe de golven over het schip spoelden en zag op mijn horloge dat het tien over tien was dus pas maar een half uur na de eerste stoot en we zouden pas de volgende morgen om elf uur worden gered. Ik zag ook nog een matroos de brug ladder afkomen om een poging te wagen om ook op het voorschip te komen en ik rende naar hem toe om hem te helpen. Ik dacht dat hij tegen  mij had gezegd... de 2e machinist is dood, maar in werkelijkheid had hij gezegd ... ze zijn allemaal dood..
 Ik weet er de reden niet van, maar ik heb de gehele tijd iemand in de brug door het raam zien kijken. Hij stond er zelfs nog op het moment dat wij werden gered en er was geen mogelijkheid om hem uit de brug te redden.
In ieder geval werden wij van het schip afgehaald en de volgende morgen werd zijn lichaam op de kust gevonden. Hij heeft waarschijnlijk zelf een poging gewaagd om van boord te komen. Wij weten niet waarom hij niet naar ons toe is gekomen maar is jammerlijk verdronken.
De schipper werd daarna gevonden, dood gevroren in zijn hut..
 Wij waren met 17 personen aan boord en allen die op de brug verzameld waren , vonden de dood. Wij echter niet, omdat wij naar het voorschip waren gegaan en droge kleren hadden aan aangetrokken en wij werden gered. Als zij ook met ons mee waren gegaan zouden de meeste van hen zijn gered want het was maar en kwestie van 13 uur waarin we ons beschut hadden tegen de vorst.
Ik weet niet zo veel meer over de redding, we hadden nooit gedacht dat wij gered zouden worden. Op het moment dat de redders bij ons kwamen was het weer een stuk verbeterd, maar er voor, kon je de brug niet zien door de hoge golven, zodat ze ook onmogelijk een kans hebben gekregen
Zes van ons werden aan de wal getrokken en de helft hiervan kwam dezelfde dag nog boven op de klif. Ik herinner me dat de redders ons insmeerden van top tot teen met soort spiritus of iets dergelijks omdat wij het erg koud hadden en zij probeerden  bevriezing van ons tegen te gaan.. We werden met riemen vast gebonden om ons omhoog te krijgen tegen de klif.
Ik was halverwege onder weg toen een rotsblok naar beneden viel. Een van de IJslanders werd aan zijn arm geraakt en ik werd aan mijn hoofd getroffen en liep een beschadigde schedel op..
Hierover weet ik niet veel meer. Wel werd er steeds tegen mij geroepen ... trek je benen op... Trek je benen op... en daarna voelde ik weer de kou.. Hierna weet ik niet veel meer. Boven op de rots werden wij op paarden gezet. Geen van ons kon nog behoorlijk lopen. We waren toen al gedeeltelijk gewond door bevriezing. Ik had bevroren tenen. Toen ik weer bij bewust zijn kwam werd ik met mijn voeten in ijs gezet om mijn voeten te kunnen verzorgen..
Daarna herinner ik mij dat we op een boerderij waren. Ik en de stuurman en de andere vier op een andere plaats. Ik lag toen in een bed en de stuurman in een bed naast mij..
Wij werden goed verzorgd. Ik zie nog steeds het jonge meisje, de dochter van de boer, die steeds bij ons kwam kijken of we nog iets nodig hadden.. Eenmaal wat bekomen van schrik en uitputting, hielpen wat op de boerderij. We waren daar ongeveer een week, alleen wij tweeën, maar de anderen zagen we niet.
We moesten wel een keer meekomen om de gevonden lichamen te indentificeren.
De dode lichamen lagen naast elkaar op een wagen. Hierna werden we naar Reykjavik gebracht. Het heeft ongeveer 3 weken geduurd eer we thuis waren.
In het begin dacht ik er aan om de zee vaarwel te zeggen. Maar het duurde niet zo lang voor ik weer ging varen. Ik kwam op een van de schepen van de Arnold Benneth rederij en de schipper waar ik mij meldde, vroeg mij waar ik eerder had gevaren. Na mijn relaas te hebben verteld en hij te weten kwam wie ik was, stuurde hij van het schip. Ga aan de wal ! En dat was het.

Zijn zeelui nu echt zo bijgelovig dat zij iemand van boord sturen omdat ze denken dat de persoon in kwestie een soort Jona is en het schip in gevaar zal brengen ?
Wij hebben het ook al gezien in het vorige verhaal bij het vangen van zeemeeuwen..

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 21-11-2012, 08:34:12
Het officiële verslag is wel iets anders dan het verslag van een der opvarenden.
Wij waren de 24 November vertrokken met bestemming de IJslandse visgronden. Daar aangekomen bleek het echolood  niet goed te functioneren en Reykjavik binnen gelopen voor reparatie. Nadat het echolood naar tevredenheid was gerepareerd vertrokken we de 30 November weer naar de visgronden.
Op 1 December rond 10 uur werd het weer slechter, zelfs zo slecht dat de schipper besloot opper te gaan zoeken. Ondertussen was er een zware storm vanuit het Oosten.
Om half zes in de namiddag komen we voor de ingang van de fjord. Nog steeds ruwe zee maar wel normaal zicht. Bij de fjord binnen lopend was het weer nog slechter geworden en om  zes in de middag was de wind ONO met kracht 10 en slecht zicht door zware sneeuwstorm. Om 7 uur werd ten anker gegaan en 4 ½  sheckel ketting werd gestoken. Het anker krabde en het anker werd weer opgehaald. Nu bemerkte de schipper dat het echolood niet goed functioneerde. Regelmatig werden diverse koersen gevaren en de stuurman loodde om de 30 minuten met het handlood. Steeds werd er 37 vadem gepeild tot 10 uur toen het schip vast loep op de rotsen aan de zuidzijde van de fjord bij Hafnarmuk, zo'n 8 mijl van de ingang van de fjord verwijderd.
Verscheidene vuurpijlen werden om de 10 minuten afgevuurd en op de bak van het voorschip werden matrassen verbrand. Het weer was nog steeds zeer slecht en twijfel heerste of de pijlen wel waren gezien.
Maar de vuurpijlen waren wel gezien en de IJslanders kwamen in actie om een reddingspoging te beginnen.
Om 2 uur in de morgen van de 2e December werd er een lijn overgeschoten en kwam tussen het stuurhuis en de voormast terecht. Door het slechte weer en de pool nacht werd deze lijn niet gezien en zou bij dit slechte weer niet te gebruiken zijn geweest. En na verloop van tijd brak deze verbinding. Opnieuw werden er vuurpijlen afgeschoten, de laatste rond 5 uur in de morgen. Tussen 10 en 12 uur werd een nieuwe verbinding tot stand gebracht. Hieraan werd de boeibroek bevestigd en konden de slachtoffer aan wal worden getrokken.
Vier man hadden de nacht beschutting gezocht in het voorin en kregen later nog gezelschap van de stuurman en nog een persoon.
De toestand in het stuurhuis was hopeloos. Elf mannen zaten daar opgesloten en 10 van hen waren reeds dood door uitputting en kou. De elfde persoon was in zo'n slechte conditie dat de stuurman hem onmogelijk kon los krijgen van de sponning waaraan hij zich had vastgeklemd. Waarschijnlijk heeft deze man op het punt gestaan te sterven.

Een later onderzoek door een commissie, naar de oorzaak van de ramp. Constateerde dat de schipper geen enkele blaam treft om de fjord binnen te lopen bij sneeuw en harde wind om shelter te zoeken aan de bovenzijde van de fjord en het niet te wijten was aan het varen op diverse koersen na het krabben van het anker..
De oorzaak van de ramp was te wijten aan zeer slecht weer, zicht minimaal.
Ook grote bewondering voor de redders die een lange weg moesten afleggen over onbegaanbaar terrein en ook nog een lijnwerp toestel met zich mee voerde.

Hulde voor de redders voor hun houding en gedrag zowel voor als na de stranding, . wat door de onderzoek commissie ten zeerste werd gewaardeerd.
En ook zij die waren gered voor hun moedig gedrag tijdens de ergste ontberingen waaraan zij waren bloot gesteld.




De “Sargon “ vertrok uit Hull met een bemanning van 17 personen onder bevel van schipper Alfred Jenner op 24 November 1948 en had als bestemming de visgronden bij IJsland.
Dit was het einde van een schip met een geschiedenis.
          Gegevens Sargon op 24 november 1948

Eigenaar:  Adam Steam Fishing Compagny Ltd.   Fleetwood
In Beheer: Saint Andrew Steam Fishing Compagny  Hull
Gebouw:  In Beverley door Cook, Walten en Gemmel in 1913.
Stalen schip, Enkel schroefs aandrijving, enkeldeks stoomtrawler
                      296.35 Brt      120.64 Nrt.
                      130,2 voet lang, 23 voet breed en 12,2 voet diep.
                      Stoom triple expansie machine.
                      Kolen stoker.
                      Machine en ketel gebouwd bij Amos en Smith in Hull.
Stuurmachine:  Stuurrad en kettingen, hand of stoombediening vanuit het stuurhuis.
                      Stokloos anker, 105 vadem 1 1/16 inch ketting
Marconie T 727 radio telefonie zender
T 950 radio telefonie ontvanger
Type 552/537 A  richtingzoeker
Marconi type 421A/B S4 TER  echolood
Alle deze bovengenoemde instumenten waren in onderhoud bij de makers en in orde bevonden op 20 November 1948.
Drie stuks compassen: een in stuurhuis, een op dak stuurhuis en 1 in hut schipper
In Hull gecompenseerd op 24 Juni 1948.
Klasse 1A houten reddingboot voor 17 personen op klampen op het achterdek onder een laadboom om de sloep te water te laten.
18 zwemvesten, 3 reddingboeien, 2 vlotten voor totaal 40 personen.
Lijnwerper type H maat 3.
Deze reddings middelen waren door de Inspectie van het Ministerie van Transport gecontroleerd op 17 Mei 1948.

Zij was een goed en solide schip.
In alle opzichten zeewaardig bij vertrek uit Hull op haar laatste reis.
Het officiële verslag is wel iets anders dan het verslag van een der opvarenden.

Wij waren de 24 November vertrokken met bestemming de IJslandse visgronden. Daar aangekomen bleek het echolood  niet goed te functioneren en Reykjavik binnen gelopen voor reparatie. Nadat het echolood naar tevredenheid was gerepareerd vertrokken we de 30 November weer naar de visgronden.
Op 1 December rond 10 uur werd het weer slechter, zelfs zo slecht dat de schipper besloot opper te gaan zoeken. Ondertussen was er een zware storm vanuit het Oosten.
Om half zes in de namiddag komen we voor de ingang van de fjord. Nog steeds ruwe zee maar wel normaal zicht. Bij de fjord binnen lopend was het weer nog slechter geworden en om  zes in de middag was de wind ONO met kracht 10 en slecht zicht door zware sneeuwstorm. Om 7 uur werd ten anker gegaan en 4 ½  sheckel ketting werd gestoken. Het anker krabde en het anker werd weer opgehaald. Nu bemerkte de schipper dat het echolood niet goed functioneerde. Regelmatig werden diverse koersen gevaren en de stuurman loodde om de 30 minuten met het handlood. Steeds werd er 37 vadem gepeild tot 10 uur toen het schip vast loep op de rotsen aan de zuidzijde van de fjord bij Hafnarmuk, zo'n 8 mijl van de ingang van de fjord verwijderd.
Verscheidene vuurpijlen werden om de 10 minuten afgevuurd en op de bak van het voorschip werden matrassen verbrand. Het weer was nog steeds zeer slecht en twijfel heerste of de pijlen wel waren gezien.
Maar de vuurpijlen waren wel gezien en de IJslanders kwamen in actie om een reddingspoging te beginnen.
Om 2 uur in de morgen van de 2e December werd er een lijn overgeschoten en kwam tussen het stuurhuis en de voormast terecht. Door het slechte weer en de pool nacht werd deze lijn niet gezien en zou bij dit slechte weer niet te gebruiken zijn geweest. En na verloop van tijd brak deze verbinding. Opnieuw werden er vuurpijlen afgeschoten, de laatste rond 5 uur in de morgen. Tussen 10 en 12 uur werd een nieuwe verbinding tot stand gebracht. Hieraan werd de boeibroek bevestigd en konden de slachtoffer aan wal worden getrokken.
Vier man hadden de nacht beschutting gezocht in het voorin en kregen later nog gezelschap van de stuurman en nog een persoon.
De toestand in het stuurhuis was hopeloos. Elf mannen zaten daar opgesloten en 10 van hen waren reeds dood door uitputting en kou. De elfde persoon was in zo'n slechte conditie dat de stuurman hem onmogelijk kon los krijgen van de sponning waaraan hij zich had vastgeklemd. Waarschijnlijk heeft deze man op het punt gestaan te sterven.

Een later onderzoek door een commissie, naar de oorzaak van de ramp. Constateerde dat de schipper geen enkele blaam treft om de fjord binnen te lopen bij sneeuw en harde wind om shelter te zoeken aan de bovenzijde van de fjord en het niet te wijten was aan het varen op diverse koersen na het krabben van het anker..
De oorzaak van de ramp was te wijten aan zeer slecht weer, zicht minimaal.
Ook grote bewondering voor de redders die een lange weg moesten afleggen over onbegaanbaar terrein en ook nog een lijnwerp toestel met zich mee voerde.

Hulde voor de redders voor hun houding en gedrag zowel voor als na de stranding, . wat door de onderzoek commissie ten zeerste werd gewaardeerd.
En ook zij die waren gered voor hun moedig gedrag tijdens de ergste ontberingen waaraan zij waren bloot gesteld.




Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 22-11-2012, 07:22:51

                                         De trawler Howe.

Neem uw atlas en trek een denkbeeldige lijn vanaf de Noordkaap in Noorwegen naar de Zuidkaap, het zuidelijkste puntje van Svalbard, bij ons beter bekend onder de naam Spitsbergen.
Precies in het noorden van het midden van deze lijn, ruim boven de Poolcirkel, op  74.25 NB en 19.5 OL, klimt een klein eiland uit de zee omhoog, Bjornuya geheten..
Wij noemen het Bereneiland met een oppervlakte van 45 vierkante mijlen en wat nooit een touristische attractie zal worden. Ver verwijderd van  en afwezigheid van menselijke bewoning, behalve een paar operators die het radiostation bemannen in het noorden van het eiland. Omgeven door door water door stormen en ijsgang geteisterd en meer dan 200 mijl verwijderd van het noordelijkste punt van menselijke civilisatie.
Het landschap van het eiland is al net zo onvriendelijk en onuitnodigend als de zee die haar omgeeft.
Rotsachtig, met grote stenen bezaaide paden tussen stukken moeras en drijfzand.
Behalve aan de lage zijde van de Misery baai aan de oost zijde van het eiland, wat een van de weinige plaatsen is waar men aan land zou kunnen gaan.
Stijle en grillige klippen staan er in zee en vormen een barrière tegen door de storm opgezweepte rollers die op de kust beuken.
Kaap Bull, de zuidelijke punt van het eiland is ook erg stijl en de rotsen en riffen die er in de directe omgeving liggen, zijn altijd gereed om de bodem uit een schip te scheuren bij degene die dwaas genoeg is om daar dicht bij de wal te komen.
Voor het grootste gedeelte van de korte zomer liggen nevel en mist als een doodskleed over het eiland. De zon gaat niet onder. Trekvogels komen en de poolvos en sneeuwkonijn  voeden hun jongen op. Zij hebben hiervoor maar weinig tijd.
Bij het begin van de pool duisternis graven zij zich in en de temperatuur daalt.
Achter gebleven flora verwelkt en sterft af.
De fauna houdt een winterslaap of krijgen hun wintervacht. Ganzen, zeearenden en sneeuwvogels beginnen aan hun lange tocht naar het zuiden, opzoek naar een warmer klimaat en mijnheer Vorst keert terug en tovert het gebied in een brvroren en braakliggend landschap.
DE constante duisternis van de poolnacht brengt het leven op het land tot zwijgen.
Op zee bevolken de zeehonden, walrussen en ijsberen de ijsvlakte en de scholen. De Arctische kabeljauw die hier in de wateren van deze onvriendelijke wildernis  leven, trekt de trawlerman als een magneet. Zij verzamelen zich hier zoals een mot rond een kaarsvlam en sommige trawlerlui betalen er dezelfde prijs voor als de motten.

Het was op Bereneiland, in deze winterse omstandigheid, wat later in de annalen van de maritieme geschiedenis werd bijgeschreven, als een van de grootste reddingen die ooit plaats vond.

De trawler Howe GY 177 uit Grimsby, maar net een jaar oud, 140 voet lang, uitgerust met de nieuwste snufjes voor de trawlvisserij, de trots van de vloot uit Grimsby, vertrok op vrijdag 13 November, uit de haven van Grimsby. Zij had een bemanning van 15 man aan boord en was onder commando van schipper “Russische “ George Mc. Gregor.
Een NNO koers varend passeerde zij naijl Stadland en van hier af nog eens 330 mijl NO varend,  werd de vuurtoren van Skonvar op het zuidelijke punt van Lofoten verkend aan SB zijde en de Howe veranderde van koers om een paar streken noordelijker te sturen en legde het laatste stuk van 400 mijl af naar Bereneiland.
De nacht van de 18e November dat de Howe daar aan kwam was het heel slecht weer.
Geranseld door zware stortzeeën bij stormachtige wind en voortdurende sneeuwbuien, bereikte deze noodlottige trawler de visgronden.
Een navigatie fout, harde wind, ruwe zee en slecht zicht en dit bij elkaar gecombineerd, gaf als resultaat hiervan, een ongeluk.
Op de morgen van 19e November om 03.45 uur raakte zij vast aan de grond.
In enkele minuten dreven hoge rollers haar verder naar de kust en kwam muurvast op de rotsen te zitten.
De verlichting viel uit omdat de machine kamer onder water kwam te staan en hoge
golven beukten het schip om haar onttakeling proces te beginnen.
De meesten van de bemanningsleden waren op het moment van stranding in het vooronder en in het pikken donker, half gekleed, slaagden zij er in een weg naar het achterschip te klauteren en het stuurhuis te bereiken.
Eenmaal daar met de rest van de bemanning brachten zij uren door in de duisternis, de schemering afwachtend, wat op noordelijk breedte als daglicht moet worden gerekend.. Zij waren genoodzaakt om samen gepakt in deze kleine ruimte, nog eens 60 uur te moeten doorbrengen. Voortdurend besproeid te worden door ijskoud zeewater, bij een temperatuur onder het vriespunt en alleen met een paar blikjes corned beef en wat brood om te eten.
Zij slaagden er zelfs in om wat gedestileerd water uit de machine kamer te halen, zodat zij ook nog iets te drinken hadden.
Bijna direct na de stranding zond de telegrafist een SOS sein uit, maar hierop werd geen antwoord ontvangen.
In de winter maanden bevinden er zich weinig of geen koopvaardij schepen in dit zeegebied en op het tijdstip van de uitzending van het nood signaal was het Noorse kuststation gesloten voor de nacht.
In die tijd waren nog niet alle trawlers met een radio telegrafie installatie uitgerust en op de schepen die het wel hadden werd het voor de radio telegrafist een verplichting om overdag met de bemanning aan dek te werken. En op het vroege moment van de uitzending van het noodsignaal genoten zij van een paar uur bedrust en met de radio installatie uitgeschakeld.
Om 7 uur in dezelfde morgen probeerde de telegrafist het nog eens om een SOS bericht uit te zenden en hierop werd onmiddellijk antwoord ontvangen van het kuststation op de noordpunt van het eiland. Het kuststation stuurden dit noodsein meteen weer uit hopende dat de vissersschepen in de nabijheid het bericht zouden ontvangen.
De Howe had haar positie van stranding opgegeven als zijnde aan de west kust van Kaap Bull, maar wat later fout bleek te zijn.
Deze fout was zeer begrijpelijk daar de elektronische plaatsbepaling nog niet werd gebruikt.
In werkelijkheid was zij op de rotsen van Bogevika aan de grond gelopen, ongeveer 4 mijl verder langs de kust.
Echolood was nog maar pas in gebruik en waren nog primitief en onbetrouwbaar. En in een gebied waar het zicht dagen aan een  slecht is, is het gebruik van de sextant overbodig en zijn alleen het gegist bestek en een goed stel ogen waarop men kan terug vallen.
Op het kust station werd voortdurend op de noodgolf uitgeluisterd en toen 2 trawlers het nood bericht hadden beantwoord en onderweg waren naar de plek des onheils, konden 2 Noorse operators van het weerstation zich vrij maken om over land op weg te gaan naar de plaats van de stranding. Gehinderd door de duisternis, gevaarlijke spleten en onbegaanbare bevroren grond bereikten zij Kaap Bull, maar waren niet in staat het gestrande schip te lokaliseren. Met tegenzin keerden zij terug naar het weerstation, om laat in de nacht daar hongerig, uitgeput en half bevroren aan te komen.
Ondertussen werd de situatie aan boord van de Howe onhoudbaar. De reddingsboot was door de golven kapot geslagen en door de golven die over het dek rolden, weggespoeld. De mast was al gebroken en het stond wel vast dat het schip reeds in tweeën was gebroken.
In de donkere nacht speelde de schipper op zijn viool om de bemanning wat op te beuren terwijl zelf bezig waren een stel broeken te maken voor een eventuele redding met een wipper toestel. Deze broeken zouden later blijken van onschatbare waarde te zijn, want hiermee werden zij later gered. Had deze schipper er een voor gevoel van dat hij  twee stuks liet maken ?
In de korte schemering dat zover in het noorden als dag door gaat, waren de mannen weer in staat hun plichten te doen voor een eventuele reddings poging.
Een strook van 40 yards kokende branding was er tussen het schip en de kliffen. Een van de matrozen werd aan een lijn in de razende branding neergelaten om te trachten zwemmend met de lijn, een verbinding te maken tussen wal en schip.
Bij zijn eerste poging werd de matroos door de branding weer terug aan boord van het schip gesmeten toen hij pas een paar meters van het wrak was verwijderd. En verloor hierbij ook nog zijn beide lieslaarzen. Ook een 2e poging mislukte. Overweldigd door de hevige branding moest hij aan boord worden terug ge trokken.
Het verlies van zijn lieslaarzen zou deze matroos later nog in grote problemen brengen. Als de bemanning gered moesten worden zou de hulp toch van buiten af moeten komen.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 22-11-2012, 08:34:10
H-1012-Elf King van schipper E.Drinkall


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 23-11-2012, 07:41:26

Buitengaats hadden hadden een twintigtal of meer trawler het noodsein gehoord dat was uitgezonden door het radio station op Bereneiland en waren in een zwaar gevecht gewikkeld met het slechte weer, op weg naar de positie die door de Howe was opgegeven. Bij aankomst voor de kust naderden zij met veel gevaar de rotsige kust op zoek naar het gestrande schip., waar zij op het laatst werd gelokaliseerd enkele mijlen noordelijk van Kaap Bull op de ZW punt van het eiland. De reddings vloot groepeerde zich op de scheiding van de branding en het diepere water, bij harde  wind richting kust, torenhoge golven en dichte duisternis. En voor hen was er op dit moment weinig meer te doen dan hun aanwezigheid te seinen aan de schipbreukelingen, De volgende morgen was er lichte verbetering in de weersgesteldheid een schipper Worthington van de Hullse trawler “Imperialist “
trachtte zo dicht mogelijk bij het wrak te komen om een lijn over te brengen, maar was gedwongen terug te keren naar dieper water toen het schip in haar poging ook de bodem raakte. Een andere trawler uit Hull, de “Thomas Hardy “ deed opnieuw een reddings poging. Om zo dicht mogelijk bij het wrak te komen liet zij de reddingsloep  te water. De reddingsloep nam een Charby vlot op sleeptouw en ankerde op de scheiding van de branding. Een matroos van de “Thomas Hardy”en een van de : Imperialist “ klommen op het vlot en probeerden het vlot door de branding naar verdoemde schip te sturen. Zij slaagden er in om op 20 yard afstand van het wrak te komen, toen de turbulentie tussen de rotsen hen te pakken kreeg. Beide mannen werden overboord geslagen. Een gelukte het om weer terug op het vlot te klauteren,  maar de andere had zijn hand geblesseerd en kon alleen maar aan het vlot blijven hangen en werden met het vlot weer terug getrokken naar de reddings sloep.
Een poging werd ondernomen om een lijn , vast gemaakt aan een vat, naar het wrak te laten drijven, maar het vat werd in splinters geslagen op de rotsen.
Het voor de redders nu wel duidelijk dat de heersende weersgesteldheid het onmogelijk maakte om de reddings poging van uit zee uit te voeren .
Terwijl deze doelloze pogingen werden uitgevoerd, stoomde een andere groep trawlers rond naar de oostzijde van het eiland. En zette daar tussen Kaap Bergesen en Tunheim, niet ver van het radiostation verwijderd, een groep mensen aan wal, met als doel een reddings poging vanaf de wal te doen.
De problemen die deze groep mannen te verduren kreeg waren angstwekkend. Negen mijl door een bevroren terrein vol met grote rotsblokken moest worden doorkruist.
Verdubbel deze afstand als er omwegen moesten worden gemaakt. Diepe spleten, drijfzand en poelen moesten zij ronden en hadden maar twee uur schemering om dit te doen. Door het gevolg van aard magnetisme was het gebruik van het kompas onbruikbaar en er was altijd nog wel om een hongerige ijsbeer tegen te komen.
En of dit nog niet genoeg was hadden zij ook nog te maken met temperaturen onder nul en een razende sneeuwstorm. En uiteindelijk moesten na deze ontberingen nog 15 man 200 voet omhoog de kliffen op worden getrokken bij de reddinspoging. En ze daarna dan  nog eens dwars over het eiland terug te brengen.
Een aantal tochten werden uitgezet om de plaats van stranding te vinden.
In hun enthousiasme om te gaan , waren de eerste groepen slecht uitgerust voor haar taak. Sommigen raakte de weg kwijt en liepen in een cirkel en moesten dan weer opnieuw beginnen. Voor anderen was de tocht te zwaar en door vermoeidheid en bevriezing waren zij gedwongen op te geven.
De derde of vierde poging werd met 8 man uitgevoerd onder leiding van schipper E.Drinkall van de trawler “Elf King “uit Hull . Een van de Noorse telegrafisten van het radio station ging met deze groep mee als gids.
Om 7 uur begonnen zij aan hun tocht, uitgerust met lampen, touwen en voedsel. Het duurde niet lang of het gure klimaat en de onvriendelijke terrein gesteldheid eisten hun tol. Sommige van de groep konden het tempo van de leiders niet volgen en vielen terug. De voorhoede met schipper Drinkall, 2 matrozen en de gids bleven doorgaan. Zij wisten dat snelheid vitaal zou zijn. Het zou niet lang meer duren of de zee zou de Howe in stukken breken. Als dat eenmaal zou gebeuren zou het wel zeker zijn dat het gordijn zou vallen voor de mannen die zij trachtten te redden..
Bij de kust komend boven de positie van het schip gingen zij zuidwaarts langs de toppen van de kliffen. En dit zal waarschijnlijk wel zijn gebeurd door de schijnwerpers van de trawlers voor de kust.
Kort voor twee uur in de namiddag op zaterdag de 21e November lokaliseerden zij het wrak aan de voet van de klif. De tocht dwars over het eiland had de groep zeven uren gekost.
Aan boord van de Howe was de bemanning ellendig, koud, door nat, vermoeid en hongerig.
Na de stranding hadden zij 58 uur in het stuurhuis opgesloten gezeten. In het donker, de licht generator onder water en de accu's voor de stroom voorziening van radio zend apparatuur zonder spanning. Hier door geen enkele verbinding meer met de buitenwereld, behalve de branding aan de enen zijde en aan de andere zijde de kliffen. Zij waren onwetend van de voortgang van de reddings pogingen, zo iemand hen kon redden, terwijl het schip uit elkaar begon te vallen door het constante stoten op de rotsen. Zij wisten dat hun levensduur eerder in uren kon worden gemeten dan in dagen.. Als er hulp onderweg was, moest het wel snel komen. Er was niet veel tijd meer over. Hoe groot zal hun blijdschap zijn geweest bij het zien van lichten op de top van de steile rotsen.

Een van de matrozen werd aan een touw neer gelaten langs op een plateau van de 200 voet hoge klif en hij slaagde er in een lijn naar het schip te laten drijven.
De lijn werd aan boord genomen en maakten de reddingsbroek hieraan vast  zo vlug als hun bevroren vingers het toe lieten.
De eerste persoon die het ramp schip kon verlaten was de 16 jarige leerling. In het begin verliepen de werkzaamheden om de mannen naar boven op de klif te hijsen met grote moeite, maar de ploeg redders die waren achter gelaten verenigden zich weer met de groep en met hun gewicht en kracht aan de touwen ging het heel wat vlugger.
De eerste zelfgemaakte reddings broek begaf het en werd snel vervangen door een ander.
De laatste man die naar boven werd getrokken was de schipper “Russische “George, een reus van een kerel. Zodra de voeten van George de vaste grond raakte, seinde de Noor Johanson een morse sein ... Alle mensen veilig aan wal...naar de voor de kust liggende trawlers. De schepen lieten van vreugde hun stoomfluiten loeien en verspreidden per radio het goede nieuws.
Louter moed en vastberadenheid  had een van de grootste reddingen ooit op zee tot stand gebracht. Vrouwe “Dankbaarheid “ zou voor deze mannen hebben geapplaudiseerd.  *
Maar de beproeving  van de geredden was nog niet over. Zij waren niet gekleed tegen de kou van de Arctische nacht. De meeste hadden geen goed schoeisel. De matroos die bij de poging om een naar de wal te zwemmen zijn laarzen had verloren, had zijn voeten in vellen kranten papier gewikkeld die door stroken jute bij elkaar werden gehouden. Redders en geredden voelden de effecten van bevriezing en zij hadden nog 20 mijl voor de boeg door hobbelig en bevroren terrein. Zij gingen op weg maar de voortgang was maar weinig. De matroos met het kranten papier om zijn voeten  moest half worden gedragen.
Toen ontmoette zij de andere groep die op weg was naar de plaats van het wrak.
Deze groep was uitstekend uitgerust en een vuur werd gemaakt aan de lij zijde van een groot rotsblok en een blik werd heet gemaakt en sadwiches met kaads en corned beef werden uitgedeeld, Een van de nieuwkomer gaf zijn schoenen aan de matroos met de kranten om zijn voeten en wikkelde zijn eigen voeten in repen gescheurde zakken. Na gegeten en gedronken te hebben ging de groep weer op weg, De bewuste matroos moest zelfs worden gedragen op een zelf gemaakte draagbaar aan het einde van de tocht. De groep bereikte uiteindelijk om 09.30 uur de volgende, de andere zijde van het eiland. Het had schipper Drinkaall en zijn mannen 26 uur gekost om deze tocht te maken.
De geredde bemanning werd eerst meegenomen naar het radio station waar de vrouwen van de operators een warme maaltijd hadden klaargemaakt. En hierna werden zij naar de trawler “Elf King “gebracht voor hun reis naar Tromsö in Noorwegen.
Een maal in Noorwegen werd de helft van de geredden overgebracht naar de “Danesman “een trawler uit Hull en beide schepen vervolgden hun reis naar Grimsby en naar huis.

*
Lady Grace had samen met haar vader in een vlet in storm weer, de bemanning gered van een schoener die bij Farne eiland aan de grond was gelopen.
In Barnburgh is ter ere van  haar een museum ( gedenk plaats )op gericht, tegenover de plaats waar zij begraven ligt.


Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 24-11-2012, 07:17:19

Ofschoon de redding boven verwachting was geslaagd, moest achteraf hiervoor toch de tol worden betaald.. De meeste van de geredde en ook sommige van de redders hadden zwaar te lijden van bevriezingen en de bewuste matroos kreeg een zware zenuw inzinking en hield de zee voor gezien.
Weer terug in Engeland werd het nieuws over de redding met gejuig ontvangen en de details van het drama werden uitvoerig in de nationale kranten vermeld.
De volgende verklaring van het Ministerie van Handel werd gepubliceerd.....
Het heeft de Koning behaagd om de bronze medaille van moed betoond bij redding van mensenlevens op zee aan....
Matroos Harmer van de trawler “Howe “uit Grimsby
Matroos Hunter van de trawler “Thomas Hardy “uit Hull
Matroos Smith  van de trawler “Imperialist “uit Hull
 
In een bijvoegsel  van het Ministerie van Handel werden beloond met een zilveren schaal....
Telegrafist Johanson  uit Bereneiland
Schipper Drinkall van de trawler “Elf King “ uit Grimsby
en aan schipper Worthinton van de trawler “Imperialist “ uit Hull een verrekijker.
Een souvenier met inscriptie ( een zilveren cigaretten koker ) werd uitgereikt aan 18 leden van de diverse trawlers die betrokken waren geweest bij de redding.

Al deze onderscheidingen werden toegewezen als dank voor verleende diensten met risico voor eigen leven bij de redding van de stoomtrawler “Howe “uit Grimsby,

Het verhaal van de eerder genoemde “Sargon “ heeft het nut van de installatie van een  radio uitrusting aangetoond.
In het geval van de “Howe “ is het goed wel mogelijk dat zij zonder de 4 Kilowatt Marconi zend installatie, dat zij en de andere schepen in de buurt waar zo'n installatie ook was geplaatst, haar toestand niet was opgevallen en haar naam zo zou worden toegevoegd aan de lange list van trawlers en bemanningen die zonder enig spoor waren verdwenen.
In dit specifieke geval  hielden de telegrafisten van de trawlers “Elf Kind”, 'Imperrialist “, “Cape Spartivento “en de “Pennine “ een constante wacht gedurende de 72 uur van de reddings operaties en een vitale verbinding hadden met betrokken schepen .
Hun toewijding werd ook enige maanden later beloond met een eervolle vermelding door de verzekerings maatschappij van de Hull en Grimsby trawler eigenaars,
Bij deze vermelding werden ook de schippers Turner en Dahlgreen van de trawlers “Cape Spartivento “en “Pennine” betrokken.

Een onbevestigd rapport laat zien de de “Howe “compleet in 3 stukken is gebroken 3 uur nadat de bemanning het schip had verlaten en twee onafhankelijke bronnen vermelden dat er na 2 dagen geen spoor meer van het schip was te vinden..
Vijftig jaar later vermeldt een artikel van de Evening Telegaph uit Grinsby het volgende.......

Een goede zaak wat geleerd is uit het ongeval met de “Howe “ dat er bakens zijn geplaatst op Bereneiland om de trawlers te waarschuwen doe in deze visrijke, maar dodelijke visgronden, hun geluk beproeven.
Een trawlerman zegt echter het volgende.....
Als dit echt het geval was, had ik ze moeten zien en ik heb verscheidene reizen naar de wateren rond Bereneiland gemaakt in de jaren tussen 1947 en 1968.

Volgens een onderzoek van het Ministerie van Handel naar het verlies van de “Howe “, werd schipper Mc.Gregor vrijgesproken van enige nalatigheid die de stranding veroorzaakte.
Deze schipper bleef in de Arctische wateren vissen tot aan zijn plotselinge dood in 1945.
Charly Major, de leerling aan boord van de “Howe “ en die de eerste persoon was die gered  werd van het schip, vervolgde zijn vissers loopbaan en werd later schipper bij de Butt rederij.
Een ander lid van de “Howe “bemanning werd eveneens een wel bekende schipper en bleef vissen tot aan zijn pensionering in 1970 ,
Ook George Burrel, die een belangrijke rol heeft gespeeld in een deel van de redding , was ook een van de personen die schipper is geworden. Na commandant te zijn geweest op een mijnenveger tijdens de 2e wereldoorlog, keerde schipper/ luitenant Burrel terug om te gaan vissen bij de rederij Lord Line.
Hij keerde in 1952 de zee de rug toe om een kruideniers winkel te runnen die hij had gekocht. De weduwe van deze schipper heeft veel details verteld over het vergaan van de “Howe “.

De “Howe “was niet het enige verlies in die maand uit de vissersvloot van Grimsby welke in de Arctische wateren visten. Op de 2e ging de Öffa “ten onder bij de Noorse kust en op de 18e “strandde de “Frida Sofia” op het eiland Vestmanaejar bij IJsland en was total loss.

Zeven jaar na het “Howe “verhaal, werden de trawlerlui weer opgeroepen voor een trektocht van barmhartigheid, dwars door Bereneiland.
Op vrijdag 30 September 1938 haalde de trawler “St. Sebastian “ voor de laatste maal zijn netten scheep bij slecht weer in het gebied NO van Bereneiland, en zette koers naar huis. Kort hierna liep zij op de rotsen aan de NO kant van het eiland. Vier trawlers uit Hull, de “Davy “,”Cape Duner “,”Mildenhall “ en “Loch Oskaig “ en het noorse bergingsvaartuig “Jason “, vingen het noodsignaal op en waren spoedig ter plaatse van de stranding. Maar net als bij de “Howe “ was het weer te slecht om contact te maken met het wrak.
De “Loch Oskaig “ rapporteerde dat ze alleen de mast en de schoorsteen van het schip nog boven water uit zag steken, maar dat ook gezien werd dat een man omhoog klom tegen de rotsen. De “Davy “en de “Cape Duner “stoomden onmiddellijk rond het eiland naar Tunheim en zette een ploeg van 10 man aan wal. Geassisteerd door de operators van het kust station, kamden zij van uit het noorden, de kliffen uit. De zoektocht was vergeefs.  Er waren geen overlevenden. Op Zondag 2 Oktober was het weer voldoende verbeterd om bij laagwater aan boord te gaan van het wrak. Twee lichamen werden in het stuurhuis gevonden.
Weer was een schip en bemanning toegevoegd aan de lange lijst van hen die een “enkele reis “ naar de Arctische wateren maakten.

Einde.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 08:40:04
H-257-Thomas Hardy,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 08:40:42
H-286-Cape Spartivento als Faoër Eilander FD 86-Trondur I Guto


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 08:41:28
Hij hield zich aan zijn woord !!!


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 10:17:08
H-470-St Sebastian


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 10:22:58
H-322-Davy


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 10:38:08
GY-280-Middenhall ( boven) en als GY-126-Drangey


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 24-11-2012, 10:47:25
Weer een pracht

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 11:46:56
Die gasten scharrelde wat af Maart, ze zaten meer onder dan boven water.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 11:47:47
H-431-Loch Oskaig


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Post Boy op 24-11-2012, 14:40:48
Indruk wekkend verslag,die trolderlui hebben wat meegemaakt zeg allemagies!

Heb een aantal jaren terug is een film gezien van een stranding van een Engelse trawler zoals boven omschreven.
Ga er toch is achteraan van wie die film was.


gr.Dirk.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 24-11-2012, 15:01:51
Dirk,dat was de Sargon, die film heb ik wel, een beetje slechte kwaliteit maar ik denk dat er in IJsland wel op een of andere manier aan te komen is, even vriendschap sluiten met een IJslander of zo. ;D
Gr.
Jan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 26-11-2012, 07:43:40
                                  De “Sando's “IJsland sage.

Het stoom kabeljauw beugschip”Sando “, eigendom van de nieuw opgerichte White Star Fishing Compagny, vertrok uit Grimsby naar de visgronden bij de noord kust van IJsland op 12 November 1889. De bemanning telde 12 personen.
Twaalf dagen later werd in de thuishaven verteld dat het weer op de visgronden uitzonderlijk slecht was voor de tijd van het jaar en dat de “Sando “ het laatst gezien was toen zij shelter zocht in een van de fjorden.
Verder werd er geen nieuws meer van het schip gehoord dan 3 maanden later.
De eigenaars hadden reeds aangenomen dat het schip en bemanning als verloren beschouwd moest worden.
Toen werd op 13 Februari 1890 een pak brieven van de schipper en bemanning van het schip ontvangen. De brieven waren geschreven vanuit de Seydisfjorder aan de oost kust van IJsland en gedateerd 15 December 1889.
De schipper schrijft in zijn brief wat de “Sando “ te verduren had bij het slechte weer tijdens de reis. Grote schade en een bemanningslid overboord geslagen.
De reddingsboot en het kompas waren verloren gegaan en een groot deel van het stuurhuis en de opbouw van de machine kamer waren weg geslagen. De eigenaars kwamen zo te weten fat het schip nog steeds voor anker lag voor shelter in een IJslandse fjord.
En zo werden er maatregels getroffen door de maatschappij om een schip van dezelfde maatschappij naar IJsland te sturen met voedsel en hulpgoederen voor nood reparaties, zodra een van de schepen van de maatschappij binnen zou komen van de visserij.
Twee weken later kwam het schip “Sudero “ binnen in de haven van Grimsby en na haar gevangen vis van de reis te hebben gelost, werden voorbereidingen getroffen voor de hulp aan de “Sando “.
Extra proviand, een reserve kompas en andere benodigdheden werden aan boord van de “Sudero “ en zij vertrok op 26 Februari 1890 weer naar IJsland. Na de ontmoeting met haar zusterschip en het overbrengen van proviand en hulpgoederen vertrok de “Sudero “weer naar de visgronden zoals was afgesproken met de reder.
De bemanning van de “Sando “moesten hun eigen reparaties maar uitvoeren.
Naderhand is gebleken dat een deel van het reparatie programma, door een of andere oorzaak, niet werd uitgevoerd.
Grote opwinding was er aan de haven van Grimsby toen de twee stoom beugers op 26 Maart 1890 op de Humber werden waargenomen.
De “Sando “was nu 5 maanden weggeweest.
Na er zo'n lange tijd was voorbij gegaan zonder enig bericht, werd in het begin van het nieuwe jaar aangenomen dat het schip als verloren moest worden beschouwd tijdens een hevige winter storm.
Zoals gewoonlijk werden de uitbetalingen van de gages van de bemanning gestopt, wat gebruikelijk was bij het vergaan van een schip.
Aan de vrouwen en nabestaanden werden giften uitgekeerd door het Weduwen en Wezen Fonds en dit was verstrekt in de foutieve veronderstelling dat de scheepsbemanning was gestorven, tot het eerste nieuws van hun redding bekend werden in het begin van Februari 1890.
Toen op de zaterdag middag van 26 maart de “Sando “en “Sudero “samen  op de tijd dat de sluizen van het dock de schepen kon schutten, waren de pieren en kaden vol gelopen met luidruchtige en verbaasde  toeschouwers, waarvan velen reeds uren lang hadden gewacht vanaf de vroege morgen, De twee stoom beugers voerden vlaggen en wimpels. Het eerste schip wat werd geschut was de “Sudero “en kort hierna de “Sando ', waarvan de vlag halfstok was gehesen ter nagedachtenis aan de onfortuinlijke William Brown, die tijdens de winterstorm overboord was geslagen.
Zodra beide schepen gemeerd waren, sprongen honderden wachtende aan boord.
Juichend, schreeuwend en met hoed , das of zakdoek zwaaiende.
De menigte zwermde over het dek, handen schuddend net de terug gekeerde bemanning en de klokken van de kerken in de omgeving werden geluid als een welkom.
Een gedetailleerd verslag van alles wat op de “Sando “ was geschied kwam van de hand van een verslaggever die de bemanning ondervraagde.
De “Sando “ verliet Grimsby op Dinsdag 12 November en zonder enig slecht weer  bereikte het schip de IJslandse visgronden laat op de volgende zaterdag nacht.
Kort hierna stak er een zware storm op waardoor de “Sando “ beschutting moest  zoeken in een van de IJslandse fjorden en hier 6 dagen moest blijven.
Toen het weer verbeterde verliet het schip de fjord om te gaan vissen. De “Sando” was een beuger en het vissen was slechts 2 dagen mogelijk, tot er een NO storm opstak met slecht zicht door ijzel en sneeuwbuien. Het was erg riskant en bijna onmogelijk om naar de wal te stomen om shelter te zoeken in een fjord vanwege de storm en de gevaarlijke kust. Hierdoor werd van koers veranderd en stoomde het schip verder de zee op, om ruimte te hebben om de storm uit te rijden. Op 24 November begon rond 10.30 uur in de morgen het weer nog meer te verslechteren en weer werd er van koers veranderd, maar nu richting Faroes. Op het moment dat het schip van koers veranderde en bijna dwars op de golven kwam te liggen, werd zij door een enorme hoge golf belopen. De bemanning zag deze hoge golf aan de zijde van het schip en die bijna net zo hoog was als het topje van de mast., verschijnen , om kort hierna met donderend geraas en kracht op het dek te storten.
Matroos William Brown stond te sturen , met een hand zich vast houdend tegen het slingeren, maar werd door de kracht van het water overboord geslagen. Een gedeelte van de open stuurhuis was verdwenen, met het stuurwiel en al,. De laadboom aan de voormast, de spier aan de achter mast om de redding boot te water te laten, de overkapping van het bemanningverblijf en de boven zijde van de overkapping van de machine kamer waren eveneens verdwenen.
Een stalen ventilatie koker was op dekhoogte afgescheurd, de deur van een hut ingeslagen en de klok,barometer en 3 kompassen waren overboord gespoeld. De reddingsboot, reserve zeil en stukken hout aan dek waren in de witte branding verdwenen en had het dek volledig schoon gespoeld.
In de machine kamer en hutten stond een paar voer water en de vuren op de stookplaat waren gedoofd.
De bemanningsleden waren volkomen de kluts kwijt maar waren wel verwonderd dat zij nog steeds het dek onder hun voeten hadden. Met het  lenspompen werd zo vlug mogelijk gestart, maar na een paar slagen hielden zij er mee op en werden onbruikbaar. Er bleef niets anders over voor de koude en verkleumde bemanning dan het alternatief van het gebruik van emmers en zo het water zien te lozen. En dit werd 23 uur aan een stuk door gedaan.
De hoofdmachinist daalde af in de machine kamer en tapte 8 gallon olie af, zodat als het lens water overboord werd gegooid, er reeds een olie laag zich op de golven had verspreid, met het effect dat de golven zich lichtelijk kalmeerden.
Het betekende natuurlijk ook, dat de bemanning ook de machine kamer lens moest maken en die door het binnen gekomen zeewater in een smerige toestand was van  vervuild water gemengd met olie .Bij het doorgeven op de trap van de emmers, werd er uit de emmers gemorst en de bemanning onder aan de trap kregen het vuile mengsel over zich heen.
De volgende dag was het water onderdeks voldoende verminderd om de machinist de mogelijk heid te geven om weer vuur onder de ketel te maken om weer stoom te verkrijgen. Toen de stoomdruk weer voldoende hoog was om de machine in gang te zetten, werd koers gezet naar IJsland, maar ook nu weer maakten zware, aanhoudende sneeuwstormen het bijna onmogelijk.
Uiteindelijk ging het schip om 6 uur 's avonds de 26e November voor anker in de Faskrudsfjord. Het weer was nog steeds heel slecht met sneeuw en ijzel buien.
De ijzel bevroor op het dek, tuigage en opbouw en het schip was al spoedig bedekt met een ijslaag.
Op het gladde dek was het moeilijk om te lopen en de bemanning had veel hinder van hun doorweekte kleding die eveneens bevroor en het bijna onmogelijk maakte om de werken en te buigen in dit stijve harnas. De schipper ging van boord en op weg naar de dicht bij zijnde bewoning en slaagde er in een reserve kompas te bemachtigen, maar war later slecht en onbruikbaar bleek te zijn en waarschijnlijk lange tijd niet was gebruikt. Het schip ging anker op en stoomde noord waarts om in de Seydisfjorder opnieuw voor anker te gaan omdat hier meer shelter was dan in de fjord waar zij eerder hadden gelegen.
De bemanning slaagde er in om met behulp van een aantal IJslandse vissers kleine reparaties uit te voeren en kregen van deze vissers ook een ander kompas en hiermee werd getracht om koers te zetten naar huis. Maar weer eens waren zij niet succesvol, ook dit kompas bleek onbruikbaar te zijn, daar dit kompas waarschijnlijk niet was gecompenseerd en het schip gedwongen was weer terug te keten naar de Seydisfjorder.

Op 15 December schreef de gehele bemanning, behalve één, een brief huis. De schipper was er in geslaagd een IJslandse visser te vinden die deze brieven mee wilde nemen naar Reykjavik. Dat betekende een reis van 330 mijl over onbegaanbaar en woest terrein, maar het was de enige manier om een boodschap  naar de hoofdstad te brengen, om de postboot naar Engeland te halen. De bemanning had uit verschillende buitenlandse valuta ter waarde van 65 IJslandse kronen geld verzameld om aan deze visser te geven om de post weg te brengen. Het bedrag was omgerekend ongeveer 3.50 Engelse ponden.De bemanning was er eerst niet voor te porren om het op deze manier te doen, dat in hun ogen onzeker was om te slagen. Maar er was geen andere mogelijkheid om het pakket brieven naar Reykjavik te brengen. Veel van de ruige sporen en slecht onderhouden bergpaden zouden geblokkeerd zijn door sneeuw en de boodschapper zou zeker een alternatieve route moeten vinden langs nauwe richels en paden waar geen pony steun zou vinden onder zijn poten.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-11-2012, 09:22:45
GY-219-Sudero


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 26-11-2012, 09:27:55
GY-220-Sando.
Geb.bij Earle's Shiobuildin Co,, Hull.
grt-187 x Ntr-92 x
116 ft x 20.5 ft x 11.4 ft
1898-GY-220-Sando.
Eign: White Star Steam Fishing Co., Grimsby.
1904-verkocht naar Noorwegen.
1908-GY-377-Sando.
Eign: White Star Steam Fishing Co.Grimsby.
1909-Eign: H.C.Smethorst.
1911- gezonken na aanvaring nabij de Faoer Islands.
Juli 1911-register gesloten.


Sudero , het  zusje van de Sando.

Geb.bij Earle's Shipbuilding & Eng.Co. Hull.
Grt-187 x Ntr-103
116 ft x 20,3 ft x 11.4 ft.
1889-GY-219-Sudero.
Eign: White Star Fishing Co.Ltd, Grimsby.
1903 Gestrand nabij Sarclet Head, Caithness, NE.Schotland.
Total Loss,
April 1903 register gesloten


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 27-11-2012, 06:51:20
Op 17 December 1889 zweepten  zware sneeuwbuien en een verschrikkelijke wind het gebied en negen van de houten huizen in het nabij gelegen dorp stortte in onder het gewicht van de sneeuw en de druk van de wind. De “Sando “ging weer eens op drift en werd de haven in gesmeten voordat er voldoende stoom kon worden geproduceerd om haar weer veilig naar haar ankerplaats te varen.
De bemanning leefde aan boord met af en toe een uitstapje naar de wal om te water en andere benodigheden te halen. Zij werden over het algemeen goed behandeld door de omstreeks 600 inwoners van Seydisfjotdur.
Ook werd wat voedsel verkregen van een Noorse scheepsagent in Seydisfjordur.
Een aantal dorp bewoners waren nog in het bezit van oude musketten, die veel weg hadden van de Engelse donderbus, waarmee zij een soort witte patrijzen schoten, om de bemanning van wat eten te voorzien.
De tijd drukte zwaar op de bemanning met het wachten op een schip wat hen ter hulp kon komen.. Allemaal realiseerden zich, dat zelfs, als hun bericht Reykjavik veilig had bereikt, het nog weken kon duren voor er hulp zou komen in antwoord op hun naar huis geschreven brieven. De brieven werden in Reykjavik afgeleverd en naar Engeland door gestuurd.
Het hulp schip vertrok uit Grimsby en kwam in IJsland aan en reparaties werden uitgevoerd, lang voor dat de boodschapper terug keerde in Seydisfjorder na een lange wandeltocht van 660 mijl.

Op een heldere morgen met strenge vorst werd om 8 uur het geluid van een stoomfluit van een schip gehoord, weerkaatst door de rotsformatie..
In de verte werd een stoomschip gezien die de fjord binnen voer en wat later bleek dat het de “Sudero “was, het zusterschip van de zo lang al absente “Sando “.
De “Sudero “leek bijna op een drijvende ijsberg. Ieder stuk touwwerk, laadboom en railimg waren bedekt met een ijslaag wat op sommige plaatsen op het voordek zelfs 18 inch dik was.
Het kostte 2 dagen om al het ijs te verwijderen met bijlen en koevoeten, eer de goederen voor de reparaties konden worden over geladen. Toen de werkzaamheden waren beëindigd en de “Sando “weer zeewaardig was, werd op de beide schepen de druk in de ketel verhoogd en beide beugschepen zette koers naar Grimsby. Tot 2 maal toe moesten beide schepen terug keren vanwege zeer slecht weer en op de tweede gedwongen terug keer was de boodschapper vanuit Reykjavik terug gekeerd en deelde de bemanning mee dat hij de brieven had afgeleverd. Ook vertelde hij dat op de beide tochten, heen en terug, slecht weer had ontmoet en het twee ruige tochten waren geweest.
Rond 15 Maart1890 werd weer eens aan de thuisreis begonnen en beide schepen slaagden er in, nog 4 dagen op kabeljauw te vissen bij de Faroes eilanden en hierbij maar slecht 5 heilbotten werden gevangen.
Gedurende hun gedwongen verblijf in IJsland, hadden zij maar weinig zon gezien. Slecht 5 uren van de dag was er daglicht. Wanneer het 's nachts helder was, werd het noorderlicht in alle pracht en praal gezien en gaf de bemanning dan de gelegenheid om met de lijn te vissen om de voedsel voorraad aan te vullen Na hun terugkeer in Grimsby op 26 Maart 1890 werd er een officieel diner gearrangeerd als huldeblijk voor de bemanning. Familie en vrienden werden uitgenodigd om hun behouden terugkeer te vieren na een afwezigheid van bijna 5 maanden. De burgemeester van Grimsby was ook aanwezig met een grote groep notabelen en de voorgangers van de plaatselijke kerken.
Enige tijd later werd de lokale kunstschilder Burwood gevraagd een zee gezicht te maken met de “Sando “op de rotsen vastgelopen en overspoeld door hoge golven.
Het schilderij liet de stoombeuger zien omgeven door golven, met de reddingboot aan stukken en diverse stukken van de scheepinventaris weggeslagen en overboord gespoeld.
Het schilderij werd gedurende enkele weken tentoon gesteld in de etalage van Jenkins en Reny's, graveurs en vergulders, in de Victoria Street West in Grimsby.
De schrijver van deze historie is benieuwd of dit schilderij nog ergens bestaat in privé bezit of bij een plaatselijke kunst toonzaal.


De “Sando “ is op 19 Juli 1911 gezonken door een aanvaring met de stoomtrawler “Oceanic “ uit Grimsby op ongeveer 25 mijl Zo van de vuurtoren Munken op het Varne eiland.
De “Sudero “ op 30 April 1903 gestrand bij Sarclet Head, Caithness  en verloren verklaard.

Einde.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 28-11-2012, 06:24:42
Dit verhaal is een toevoeging op het verhaal van de “Sargon “  in de antwoorden No. 953,  954. 958 en 959 en waarschijnlijk ook een antwoord op de vraag van Postboy                     


                                Redding van de trawler Dhoon.

Latrabjarg in IJsland is een van de grote attractie in de meest westelijke deel van Europa, maar het voor de trawler Dhoon was het in ieder geval niet.

In een stormachtige en koude nacht op 12 December 1947 strandde de Britse trawler Dhoon bij Latrabjarg ongeveer 70 meter uit de kust bij de steile kliffen van Geldingaskoradalur.  Bij de stranding waren reeds 3 bemanningsleden overboord gespoeld en in de hevige branding verdwenen en de overige bemanningsleden voelde zich met recht gevangen op het schip onder de 200 meters hoge en steile klif en 70 meter uit de wal.. Reddings pogingen leken voor iedereen onmogelijk te zijn. Het nieuws van de stranding verspreide zin snel van boerderij naar boerderij. Twaalf  dappere plaatselijke boeren overlegden met elkaar en wilden toch een poging wagen, ondanks de harde wind en het dikke pak sneeuw. Een traject van 15 km moest worden afgelegd per paard en soms lopend en besloten naar beneden te gaan met touwen van de met ijs bedekte klif..  Vier dappere mannen werden neer gelaten naar een lager gelegen plateau Flauganef dat wat in zee uitsteekt en vanaf dat punt vervolgden zij hun weg naar beneden en slaagden er in om een zwaar stuk reddings gereedschap mee te voeren over een lengte van 1 km. Over bevroren rotsen in ijskoud en stormachtig weer.
Vanaf dit punt slaagden zij er in om een reddings lijn naar het schip te schieten en brachten met een broekboei de overige 12 opvarenden aan de wal. De gehele bemanning, waarvan enkelen zich bijna niet meer konden bewegen als gevolg van de daling van hun lichaams temperatuur, werden verder in veiligheid gebracht en met touwen 200 meter omhoog de klif op getrokken. Op beter weer wachtend moesten zij nog een nacht in de vriezende kou ter plekke blijven, waarna zij naar de bewoonde wereld konden worden vervoerd. De totale reddings poging duurde 4 dagen alvorens de 12 dappere kerels naar hun boerderijen konden terug keren.
Het reddings team werd later geeërd door de Koningin van Engeland voor hun buitengewone en succesvolle redding op de voor hen zeer risico volle poging.

Ongeveer een jaar later opperde een van de redders het idee om een film documentatie van deze redding te maken in samenwerking met de IJslandse redding maatschappij. Na lang debatteren werd het voorstel aangenomen en de cineast Gislason kreeg de opdracht om deze film te maken.
Het eerste gedeelte van de film werd nog dezelfde zomer opgenomen, waarvan de meeste van de redders de figuranten waren.
Gedurende de 2e helft van de film bij de kliffen van Latrabjarg werd een bericht ontvangen dat bij Halfnamul een andere trawler was gestrand en wat later bleek de “Sargon “ uit Grimsby te zijn.
De filmers verplaatsten zich met spoed naar de opgegeven locatie en verenigden zich met de redders en filmden te redding van de 6 overlevenden van de “Sargon “.
De opnamen van de redding van de “Sargon “ werden in de documentatie van de Dhoon verwerkt als of het een en dezelfde redding was.

De film ( Redding bij Latrabjarg ) had zijn première op 8 April 1949 en was een sensatie, ook buiten IJsland.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 28-11-2012, 09:19:50
FD-054-Dhoon.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 28-11-2012, 23:01:13
Ik heb de film gezien ijzend wekkend en petje af voor redders en cineasten in alle opzichten. De film is het bekijken dubbel en dwars waard.  


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 29-11-2012, 06:06:15
                                         Plimsoll merk.

In de krant Grimsby News van 22 Maart 1890 werd de volgende oproep geplaatst.

                                         Samuel Plimsoll

          Wenst enige van de visserslui uit Grimsby te ontmoeten.
             Zij die daadwerkelijk op de visserij hebben gezeten.
                                                 In het
                                      Royal Hotel
                                                morgen
                              Zondag middag 23 Maart 1890
                                    om 4 uur 's-middags

Deze zelfde oproep werd op Zaterdag 22 Maart ook door middel van honderden folders uitgedeeld in en rond het haven gebied  van Grimsby.
Het was een idee van Samuel Plimsoll,  Lagerhuis lid (  1824 – 1898 ), de verdediger voor de rechten van de vissers, om te spreken overeen betwist  wetsontwerp van  het uitwaterings merk in de Koopvaardij wet van 1876.
Het twistpunt kwam van de zijde van andere Lagerhuis leden, die zelf scheeps eigenaars waren of betrokken waren met scheepvaart maatschapijen, waar van de meeste van hen aandelen hadden van die maatschappijen of zelf hierbij betrokken waren op financiële gronden.
Samuel Plimsoll had het bezoek aan Grimsby gekozen, na een bericht in de krant te hebben gelezen, over het vermeende verlies van de stoomtrawler “Sando “, en de vondst van het schip door het te hulp gekomen schip “Sudero “.
Plimsoll wilde nu wel eens weten waarom zoveel schepen op zee waren verloren gegaan en waarvan meestal de bemanning was verdronken.
Een grote menigte van  toehoorders verzamelden zich in het Royal Hotel, om de bekende spreker en verdediger van de zeelui, nu zelf eens te horen. Hij had het geluk aan zijn zijde, omdat hij op de juiste ogenblik in Grimsby kwam. De dag er voor was in een kranten bericht, de ophanden zijnde terug keer van de “Sando “ gemeld.  Het schip wat als verloren was beschouwd en door het te hulp gekomen schip “Sudero “ was terug gevonden. Het schip was al op de thuisreis op het moment dat hij zijn betoog hield en inderdaad keerde de “Sando “ 3 dagen later, op 26 Maart 1890, terug in de thuishaven. Iedereen zou kunnen begrijpen dat dit grote opwinding te weeg bracht toen het nieuw over de terugkeer zich verspreidde en ook verwondering over de lange reis van het schip. Wat zonder twijfel meer was als een kleine vreugde.
En die vreugde was er zeker toen aan het einde van deze lezing dit onderwerp ter sprake kwam. De spreker vervolgde zijn betoog. Hij had met wat hulp van anderen,  uitgerekend, hoe groot de verliezen aan zeelui en visserlui uit Grimsby waren in de maanden Januari, Februari en een gedeelte van de maand Maart 1890.
Volgens dhr. Plimsoll bestond er in sommige kringen de opinie, dat het verlies aan schepen en bemanning te wijten was aan onkunde van de bemanning en zelfs ook van de schipper.
Als nu door de schippers zelf een bemanning mocht worden gezocht., zou dit al een goed alternatief zijn tegen deze situatie.
Op dat moment echter had geen enkele kapitein of schipper de keus om zelf  mensen aan te werven, die onder hun gezag wilden varen.
Een ander punt wat de toehoorders interesseerde, was het feit, dat na afloop van iedere reis, het logboek moest worden ingeleverd en en bij de reder in bewaring bleef..
Plimsoll was van mening dat dit niet zo behoorde te zijn.
In een bepaalde tijd van het jaar, onafhankelijk van goed of slecht weer, werd er door de reders verwacht dat de schipper zijn vangst na een reis van 14 dagen aan de wal zou brengen. Als dit niet zo was, waren de reders van mening dat zij dan een slechte schipper in hun dienst hadden.
Het grootste verlies aan mensenlevens kwam voor bij de Boxing Fleet, bij het overbrengen van vis in kisten, vanaf het vissersschip naar de stoomkotter, die de kisten met vis aan de wal zou brengen. Dit was een gevaarlijke praktijk en een erg riskant soort werk, wat moest worden gedaan met kleine boten en vaak ook nog bij een woelige en ruwe zee.
Mijnheer Plimsoll gaf toe dat hij erg weinig wist van de visserij. Hij stelde de vraag of het aan te raden was om een olietank op de kotter te plaatsen. De olie moest dan de mogelijkheid hebben om bij slecht weer overboord te spoelen, En dat op het moment dat de kleine boten hun vis afleverden en de zee door de olie. wat werd gestild..
Hij vertelde ook dat veel Amerikaanse schepen voor dit doel oliezakken gebruikten  en dat deze methode succesvol was bevonden. Hij herhaalde nogmaals dat hij maar een amateur was, maar hij zich goed kon voorstellen dat het overbrengen van vis in de kleine boten, hier wel baat bij zouden hebben.
Zou een stevig net niet voldoende zijn om op de kleine boten de 4 kisten bij elkaar te houden ?
Of zou een net een vervanger kunnen zijn en van af de kotter met hulp van de winch, de vis over te nemen van de smack ?
Hij had echter uit het oog verloren dat ieder nu, wat voor dit doel gebruikt zou worden, eerst van de kotter naar de smack zou moeten worden overgebracht en dat zou dan weer moeten gebeuren met behulp van de kleine boten.
En zo had ook deze voorstellen geen kans op slagen.
Dhr. Plimsoll was er ook zeker van overtuigd dat veel schepen door de eigenaars naar zee werden gestuurd in een onzeewaardig conditie en met de grootste minachting voor de veiligheid en bemanning. Op dit moment, zij hij, was er geen test of onderzoek van de schepen of zij nu oud of nieuw waren. Het zou een enorme verbetering zijn als dit zou verboden worden, als dit zo door bleef gaan.
In zijn slot opmerking vertelde hij aan zijn toehoorders dat hij van harte wenste dat allen die in het Lagerhuis tegen het wetsontwerp van het uitwaterings merk waren, met hem hier in Grimsby waren geweest om getuige te zijn van de vreugde en verbazing over het bericht dat de trawler “Sando “ behouden op de terug reis was, ofschoon zij  al als verloren werd beschouwd,
De conclusie van de vergadering was de dhr, Plimsoll zich hiervoor zou inspannen en  dat het niet langer nodig zou zijn dat de vissers bij wijze van spreken op de Doggersbank een vergadering zouden moeten beleggen en hiermee de minachting voor de reders te uiten. Wel zou hij graag zien dat enige betrouwbare mannen aan de wal er op toe zouden zien, dat de wet Veiligheid op  Zee vooruitgang zou boeken. Mannen die evenveel op de hoogte waren over dit soort zaken als de visserman zelf.

Dhr. James Alward, afgevaardigde van de reders vroeg nu het woord.
Hij beweerde dat 75% van de schippers niet in staat waren hun bemanning te leiden en te instrueren als zij eenmaal op zee waren. De schippers hadden nu wel het zeggenschap aan boord, maar waren in veel gevallen niet capabel, om aan boord leiding te geven.
Vanaf dat moment waren er een groot aantal interrupties vanuit de toehoorden en werden de gemoederen verhit. Een spreker uit de toeschouwers kreeg het woord en verzocht dhr. Alward , om eens met een schip mee naar zee te gaan met een stel mannen die soms door de reder zelfs hier toe werden gedwongen. Niet lang hierna werd de vergadering gesloten. Maar de insinuatie van de zijde van dhr. Alward werd beantwoord met een lange brief , die aan het einde van de maand werd geplaatst in de Grimsby News.

wordt vervolgd.



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 30-11-2012, 06:17:55
De brief luidde als volgt.....

Ik wil graag de lezers vertellen dat ik het met dhr. J en G Alward eens ben, dat er heleboel verschillende mensen een Schipper of Stuurman diploma hebben .
Maar wie zijn hier ook schuldig aan ?
Dhr. G. Alward was een van de examinatoren toen die door hem genoemde 75 % van deze onbekwame mensen. het examen aflegden voor de commissie van het Ministerie van Handel, en als ik het me het juist herinner, heeft dhr. J.Alward een zetel in het bestuur van de Smack's Eigenaar Navigatie Commissie.
Ik ben van mening dat beide heren voor een deel schuldig zijn, aan  de door hen genoemde 75 % van de mensen waar zij zo graag over spraken.
Ik snap het niet dat dhr.Alward zo maar kan zeggen dat wij 30 %  meer mensen verliezen als de bemanningen van de beugschepen.
Als wij de 700 trawlers vergelijken met de 200 beugschepen, dan denk ik dat hij meer verliezen bij de beugers zal vinden.
Ik ben niet in staat om te zeggen of wij nu meer mensen nodig hebben dan in de tijd dat dhr,Alward zelf visserman was.
Het blijkt dat wij nu 2 diploma's nodig hebben, maar in hun ogen niet zulke goede vissers zijn als in hun tijd.
Ik ben er niet bang voor om te zeggen dat dit beslist niet waar is.   Heeft er niet eens iemand ergens gezegd toen hij zelf nog maar een klerk was.....
Het op zee zijn in de huidige tijd is geheel verschillend met 20 of 30 jaar geleden.
In die tijd kwamen zij maar 50 of 60 mijl uit de kust om te vissen, als zij soms 100 mijl in zee waren, hadden ze zich vergist.
Nu gaan wij 300 of 400 mijl de zee op en op plaatsen waar zij nog nooit van hun leven zijn geweest. Het is wel zeker dat wij een voorsprong hebben met betrekking  op de voorgaande generatie.
Ook de opmerking over tijd verlies bij roken van een pijp tabak en een kop thee drinken, is klare nonsens.
Ik wil u wel vertellen dat er tijden zijn dat we 36 uur lang niet in onze hutten zijn geweest en ons probeerden staande te houden en de dekjongen de helft van de tijd moesten ondersteunen door zijn oververmoeidheid.
Ons wordt toegestaan om een klein tukje te doen. Maar dat is alleen tussen zonsondergang en opkomst. En het publiek zal beamen dat we het voortreffelijk hebben gedaan.
Misschien willen de beide heren Alwards hun commentaar geven over de visserman van heden in vergelijking met die van hun tijd.

                                                                     Uw toegenegen
                                                                          R.Wright
                                                                  smack  Kate Mudd   *

Geen antwoord bleek te zijn gegeven door dhr. G.Alward met betrekking tot de gestelde vragen.
James Alward schreef en publiceerden een serie lange verhalen over de vloot van Grimsby in de periode van begin Juli tot eind Augustus 1890.
*
De genoemde cijfers in de brief van dhr. Wright blijkt een vergelijking te zijn van het aantal zeil trawlers en beugers in 188, geregistreerd in Grimsby en geteld bij het zesde jaarlijkse rapport van de inspecteurs van de zeevisserij. Het rapport vermeldt een totaal van 730 zeilschepen.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: jacobus op 30-11-2012, 20:31:36
Ik heb de film gezien ijzend wekkend en petje af voor redders en cineasten in alle opzichten. De film is het bekijken dubbel en dwars waard.  
BESTE WITKWAST, IS DEZE FILM NOG ERGENS TE ZIEN , WACHTEND OP ANTWOORD JACOBUS.
                                                      ;)                     


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: witkwast op 30-11-2012, 20:52:12
Beste Jaco,  Ik heb een DVD en ben best bereid  om deze te kopieren. Let wel de film is oud en gemaakt in bizarre omstandig heden dus de kwaliteit is niet altijd het beste zoals wij gewent zijn maar om de film tezien is deze dubbel en dwars waard.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 01-12-2012, 09:30:33
                                          Ondiep Water
                                    Trawler Edgar Wallace

Hull heeft in de loop der tijden wel zijn portie gehad wat scheeps ongelukken met trawlers betreft.
Iedere keer als het weer winter werd, was er altijd wel de angst dat de zee het volgende slachtoffer in de Arctische wateren op zou eisen.
Ieder verlies van een schip is een grote tragedie, maar misschien is het wel het treurigste van alles, dat  het een verlies van de Hull'se trawler Edgar Wallace was. 
Wat plaats vond op 9 januari 1935, waar 15 van de 18 bemanningsleden het leven lieten in het koude water van de Humber rivier en dat bijna in het zicht van de thuishaven.
Door mist was de Edgar Wallace drie dagen over tijd op een 21 dagen durende reis naar Beren eiland. De mist was 48 uur eerder opgetrokken, maar de maanloze Januari nachten waren pik donker..
Er was druk scheepvaart verkeer op de Humber en de navigatie lichten van andere schepen konden worden gezien als bewegende lichtpuntjes in de duisternis.
De reis was bijna ten einde en de meeste bemanningsleden van de Edgar Wallace, zo ver ze geen wacht hadden , waren beneden deks of in het vooronder, om de laatste stukken van hun uitrusting bij elkaar te rapen, om over nog geen uur van boord te kunnen stappen.
De trawler bevond zich iets beoosten het Andrew's Dock in de buurt van de Hessle Sands en had een sterke stroom mee. Op een zeker ogenblik ging het schip slechts met halve snelheid vooruit en nog geen minuut later liep zij met het voorschip op een zandbank en bleef hierop vast zitten. Later is gebleken dat de schipper de machine nog steeds vooruit heeft laten draaien, in de hoop dat het schip met het opkomende tij los zou komen.
Ongelukkigerwijze lukte dit niet. Met de vooruit draaiende machine werd het schip nog verder op de zandplaat geduwd en door het sterke opgaande tij, werd het achterschip met een boog dwars langs de plaat geduwd en kwam in deze positie dwars op het getij te liggen. Eerst voelde men een kleine beweging maar kort hierna kapseisde het schip door de sterke stroming.
De stookplaat kwam onder water te staan en doofde de vuren onder de ketel en de verlichting viel uit en het schip hulde zich in een complete duisternis.
Slechts 3 leden van de bemanning overleefden het ongeval. De kok en twee matrozen.
Een van de matrozen was het gelukt om door een patrijspoort naar buiten te klimmen toen het schip kapseisde en klemde zich vast aan de voormast van het schip. en werd later door de bemanning van het schip Willian Cass gered.
Een tweede man die zich ook aan de mast vastklampte, raakte uitgeput en moest los laten en verdronk. De geredde matroos vertelde later dat hij in het wazige licht van de nacht  heeft gezien dat 7 of 8 mensen  werden meegesleurd door de sterke stroming en verloor ze daana in de duisternis uit het oog.
Ofschoon zij om hulp schreeuwden kon hieraan niets worden gedaan om hen te redden.
Een der eerste schepen die ter plekke ter hulp kwamen was de Ernrix met kapitein H. Cowling. Er werd een boot gestreken om bij de reddingspoging te helpen, terwijl zij het hulp geroep hoorden van de mannen die in het donkere water verdronken.
Ongelukkiger wijze liep de kleine boot vol water en de 3 man in de boot moesten naar hun eigen schip terug keren om hier vlug aan boord te klimmen om zich zelf te redden.
Een andere geredde, de kok, slaagde er in met nog twee andere bemanningsleden langs het want van de achtermast te klimmen wat toen al  bijna horizontaal lag. De 2 matrozen werden van het want afgespoeld en werden nooit weer gezien. De kok vond een reddingsboei wat aan de railing was vastgeknoopt en dat redde zijn leven, Hij had bijna 1 ½ uur in het koude water gelegen voor hij werd opgepikt door het stoomschip Goole en werd later in Goole aan wal gebracht.
De derde geredde werd door de bemanning van het schip Angulariby gered. Bijna bewusteloos van de kou en uitputting en had zijn beide handen geklemd aan het want maar met zijn lichaam in het koude water. Hij werd zo koud dat hij geen gevoel meer had en moest hierdoor zijn houvast loslaten. Toen hij van het schip werd meegetrokken door de stroom, stootte hij met zijn hals tegen een krebbenplank en greep het beet en kon het blijven vasthouden.
Toen de schemering aan brak waren er nog steeds 6 schepen standby, maar er was weinig meer te zien van de trawler. Bij het keren van het tij zou zij eventueel worden opgeblazen omdat zij een serieus gevaar was voor de scheepvaart.
Met behulp van de sleepboot Boatman en het afgaande getij werd getracht het schip weer op zijn kiel op de rivier bodem te trekken, maar het  gelukte niet. Slecht alleen de schoorsteen en de 2 masten staken nog boven het modderige water van de Humber uit.
Op de kade in de haven van aankomst stond een opeengepakte menigte van arbeiders en familie leden rond het kantoor van de Newington Steam Trawling Co.
Te wachten  tot dat een lijst van de vermisten bemanningsleden op het publicatie bord werd opgehangen. De rust van deze grijze Januari morgen werd verstoord door het geweeklaag van de meisjes en vrouwen van de bemanning.

Wat later was een sleepboot op de rivier te zien met op sleeptouw een boei, die bij het wrak zou worden verankerd als waarschuwing voor de scheepvaart.
Een trawler op de uitreis naar de visgronden passeerde het wrak. Haar bemanning stond in stilte aan dek als eerbewijs aan vrienden en bekenden die verdronken waren met de Edgar Wallace.

Onder de omgekomen bemanningsleden van de Edgar Wallace was ook de schipper, stuurman en hoofdmachinist.
De schipper was pas 32 jaar oud en liet een vrouw met een kind achter.
De stuurman was 27 jaar oud en was vrijgezel.
De hoofd machinist liet een vrouw met 5 kinderen achter.
Onder de slachtoffers was ook een 21 jarige jongen  die zijn eerste reis op zee maakte en eveneens een 21 jarige jongen die pas heel kort naar zee ging.

Aan de berging van het gezonken schip werd binnen een dag begonnen. Bij laag water zag je alleen de schoorsteen, de masten en het boven gedeelte van het stuurhuis. Het schip begon al weg te zinken in de greep van de  modder bank in de Humber. De berging kostte nog een mensenleven. Gedurende de bergings poging sloeg een matroos van de sleepboot Boatman overboord en verdronk.
De Boatman assisteerde bij de bergings werkzaamheden, toen de sleepboot in moeilijkheden kwam bij het slepen van een lichter en hierdoor de sleper kapseisde. Drie bemanningsleden wisten zwemmend de lichter te bereiken en aan boord klimmen. Het eerder genoemde bemanningslid werd door de stroom meegesleurd en verdronk.
De berging was erg moeilijk en gevaarlijk en na ongeveer een week werd alle hoop opgegeven om de EdgarWallace re bergen
Het ongelukkige schip zou later worden opgeblazen om de vaarroute vrij te maken,  daar zij  nu een gevaar was voor de scheepvaart.

Edgar Wallace.
Gebouwd 1925 door Cochrane en Zn.  in Selby.
Bouwnummer No.987
Eigenaar  Newington Steam Trawling Co.
Datum oplevering  18 December 1925
Visserij nummer H. 262
140.3 voet lang en 24 voet breed
138 Nrt   336 Brt.

Sleepboot Boatman 
Gebouwd  1926 door Cochrane en Zn,  in Selby
57 voet lang  14.2 voet breed
31 Brt.
Datum oplevering 24 April 1927
De vermeende bouwkosten 1.750 pond.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-12-2012, 11:26:45
H-262-Edgar Wallace


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 01-12-2012, 11:28:44
H-262-Edgar Wallace.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Wybe-M2 op 01-12-2012, 22:38:56
Ik heb de film gezien ijzend wekkend en petje af voor redders en cineasten in alle opzichten. De film is het bekijken dubbel en dwars waard.  
BESTE WITKWAST, IS DEZE FILM NOG ERGENS TE ZIEN , WACHTEND OP ANTWOORD JACOBUS.                                                     ;)

O.a. op https://beeldbank.rws.nl/MediaObject/Details/334448

Even googlen ........


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 02-12-2012, 10:38:52
Hallo Wybe, zeer goed gedaan , bedankt.
gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: jacobus op 02-12-2012, 11:31:04
Ik heb de film gezien ijzend wekkend en petje af voor redders en cineasten in alle opzichten. De film is het bekijken dubbel en dwars waard.  
BESTE WITKWAST, IS DEZE FILM NOG ERGENS TE ZIEN , WACHTEND OP ANTWOORD JACOBUS.                                                     ;)

O.a. op https://beeldbank.rws.nl/MediaObject/Details/334448

Even googlen ........
Zeer bedankt wybe voor deze  dramatisch film.
                     gr jacobus


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 03-12-2012, 05:55:08
                                         Bijna thuis
                                      Edgar Wallace

Je moet niet met dat schip, de Edgar Wallace, mee naar zee gaan..... Ik smeek het je, bedelde Caral Wilcochson. die het voorgevoel had dat haar man de komende visreis een groot risico zou lopen.
Maar Clarrie negeerde haar waarschuwing. Hij had zich al een keer eerder bekocht gevoeld door de zee en vertrouwde er nu stellig op dat zijn bijnaam“Lucky”was.
Bovendien wilde hij graag kok zijn op de schepen van de Newington Steam Trawling Compagny. Het was algemeen bekend dat zij een van de beste rederijen was, die proviand van behoorlijke kwaliteit aan de bemanningen van hun schepen verstrekten.

De Edgar Wallace was slechts 9 jaar oud en de rederij voornoemde haar schepen naar beroemde schrijvers. De schipper was Jim “Stevey “Steverson. Het was zij eerste reis als schipper op dit schip en de meeste van de 18 koppige bemanning waren ook voor de eerste maal aan boord. En dat was omdat het schip in de week van de Kerstdagen naar zee zou vertrekken en het bureau voor de werving van bemannings-leden, moeilijk een goede bemanning kon vinden.
Aan boord kende niemand elkaar bij het begin van de reis herinnerde zich Clarrie. Hij als kok zijnde, speelde een centrale rol om de hardwerkende bemanningleden tevreden te houden.
Zijn principe was... Als je voor 18 hongerige mensen moet koken, dan moet ook werkelijk koken.
En dat was ook zo bij de voorbereiding van de Kerst maaltijd. Volgens Clarrie  was hij de hele nacht voorafgaande aan Kerstmis, bezig met het bakken van pasteitjes.
De bemanning kreeg bij de Kerst maaltijd ook de gebruikelijke kalkoen voorgeschoteld, gevolgd door een plumpudding. Apart van de maaltijd zwoegden zij alsof het een normale werkdag was zoals dat op de visgronden gebruikelijk is.
Om bepaalde redenen had Clarrie alle Kerstdagen buitenshuis doorgebracht , sinds hij na de eerste Wereld Oorlog., de Marine had verlaten
De drie weekse Kerst reis, vissende bij Beren eiland, leverden goede vangsten op. Het visruim was mud vol en “Stevey “besloot om huiswaarts te keren..
De Edgar Wallace had een vlotte thuisreis vanaf het hachelijke gebied rond de Poolcirkel. Maar werd gedwongen 3 dagen te wachten voor de monding van de Humber. Door de dikke mist moest er worden geankerd ter hoogte van Spurn Point eer zij veilig de zeearm van de Humber kon binnen varen..
De mist trok  in de late namiddag van de 9e Januari 1935 op bij het vallen van de avond. En het anker werd gelicht. Het schip spoedde zich stroom opwaarts met een sterke springtij als hulp en bewesten St.Andrew's Fish docks werd van koers veranderd. Het was niet gemakkelijk omdat er veel scheepvaart verkeer op de rivier was. Clarrie had op z'n minst al zeker 13 schepen geteld.
Toen de trawler van koers veranderde ,liep zij op een zandbank. Dit was rede genoeg om alarm te slaan.
De machine stond nog steeds op “vooruit”, in de hoop dat zij vrij snel los zou komen van de zandbank door het wassende water. De schipper deed alles volgens “het boekje “. Toen zij los kwam, was het schip dwars op de stroom komen te liggen in een precaire situatie met de sterke stroming dwars op het schip en het schip kapseisde hierdoor  Een hectisch SOS sein werd op de stoomfluit gegeven en die onmiddellijk de in de buurt zijnde schepen waarschuwde en de mensen aan de wal hadden het noodsein gehoord. Veel van de arbeiders die in de visserij haven aan het werk waren, herinneren zich nog steeds deze onzalige namiddag en vertellen hoe zij naar de oevers van de Humber snelden om te zien wat er was gebeurd. Niets kon door hen worden gedaan bij deze extreme winterse weersgesteldheid.
Het schip was op de Hessle bank gelopen en helde direct over naar BB zijde.
Op het moment van de aanvaring was Clarrie beneden deks om zijn spullen bij elkaar te zoeken en te pakken in z'n zeezak.. Met verlangen keek hij uit naar de uitgestelde Kerstviering met zijn familie in de pub “Olive Grove “ in de Harrow straat..
Clarrie liet meteen zijn spullen vallen en klom  zo goed als kon. Naar buiten. Toen hij aan dek kwam boven op de kombuis had hij het benul om een reddingboei te grijpen die bij de verschansing hing. Toen hij de reddingboei om zijn middel had ,deed hij iets wat op den duur zijn leven zou redden..De kok sloeg het touw wat aan de boei vast zat  stevig om zijn linker pols.
De meesten bemannings leden waren op de buiskap op het voordek geklommen om zo snel mogelijk boven het stijgende water te komen. Clarrie was niet in staat zich bij hen te voegen en klom daarom met 2 anderen in het want van de achtermast.
Overal schreeuwde mensen om hulp. Te vergeefs echter, want de meesten van hen  werden door het woedende tij meegesleurd. Schipper Stevenson, stuurman Gibbons en 1e machinist Maloney werden te gelijk door het opstuwende water, van de opbouw gespoeld en verdwenen in de duisternis.
Op de vraag aan Clarrie of sprake was van enige vorm van paniek, antwoordde hij.....
Trawlers lui zijn niet het type mensen die  bij gevaar zich hierover opwinden......
Ze zijn altijd in gevaar.
Ze nemen het zoals het valt. Hierbij citeerde hij een oud gezegde... Dag komt   Dag gaat., waar mee hij bedoelde dat zij zich geen zorgen maakten voor de volgende dag, maar wel over de dag van heden..
Hierbij moet ook worden verteld dat zij een bijgeloof hadden, dat zij het zwemmen nooit nodig zouden hebben. Als er gezwommen zou moeten worden, zou Onze Lieve Heer ons wel vinnen hebben gegeven.
Als de zee goden je wilde hebben ..... dan kregen ze je toch wel... Waarom dan vechten en de huidige ellende verlengen. Verhalen werden verteld over het leven aan boord van de trawlers, dat een lid van de bemanning door de ene golf overboord werd gespoeld en met de volgende golf weer aan boord.. Zulk soort gevallen toonden hen aan, dat de tijd voor de betreffende persoon nog niet was aangebroken. De zee wilde hem niet en daarom werd zijn leven gespaard. Dit soort gedachten leerde ons,  niet de macht van  de natuur te weerstaan, maar gewoon de feiten te accepteren zoals ze komen.
Clarrie was niet in staat het want van de achtermast erg lang vast te houden. Zijn handen waren stijf van de kou en hij werd hierdoor gedwongen de mast  los te laten en werd meteen door het geweld van het tij meegesleurd. In het bitter koude water werd hij zo koud, dat hij geen gevoel meer had en het leek of zijn hele lichaam was verdoofd.
Het was wel erg ongewoon dat een trawler man kon zwemmen. Clarrie kon echter wel zwemmen., maar stelde wel vast  dat er een hel van een tij liep. Hij realiseerde zich dat hij  zich in het midden van de rivier bevond en energie moest sparen en niet  moest proberen naar de wal te zwemmen. Met zijn steenkoude lichaam en met de gedachten aan de vele  eerdere gebeurtenissen, kwam weer de herinnering in hem op, over de laatste keer dat hij  gedwongen was om een schip te verlaten. Hij was toen 18 jaar oud en tijdens de 1e Wereld Oorlog in 1918. tijdens zijn dienst bij de Marine.
Aan het einde van de oorlog diende hij aan boord van het slagschip HMS Canada.
Zij was bewapend met 30 kanonnen, met inbegrip van 10 stuks 14 inch vuurmonden.
Het schip had een waterverplaatsing 28000 ton en had een bemanning van 1176 man.\Clarrie was toen aan boord van deze “grote schutter “, een van de enthousiaste  zeelui die zich vrijwillig aanmeldde voor een landings poging op de Belgische kust bij Zeebrugge, Toen de 50 ste landingsboot naar de wak voer, liep deze op een mijn. De schipper van de landingsboot gaf onmiddellijk orders om alle zware bepakking overboord te gooien..... handgranaten, geweer en munitie. Dode lichamen dreven overal rond, maar Carrie was weer een van de gelukkigen die werd gered.
Hij voelde zich best tevreden dat hij in militaire dienst was geweest tijdens de Grote Oorlog.
Eenmaal afgezwaaid keek Clarrie uit naar een baan aan boord van een schip. Hij vond ook nu weer dat hij geluk had, want tijdens de zoektocht werd hij op de kade van het St.Andrew dok aangesproken door een ronselaar, die hem vroeg of hij op zoek was naar een schip. In deze periode na de Wereld Oorlog was er een groot tekort aan arbeidskrachten en zo werd Clarrie een trawlerman en nog wat later,  een kok. Door problemen tussen trawler eigenaars en de Kamer van Koophandel werd er niet vanuit Hull gevaren en moest hij voor een tijd vanuit Grimsby varen, maar uiteindelijk weer vanuit zijn thuishaven. Hij voelde zich gelukkig toen hij in 1933 besloot om te monsteren op de James Long H.141.
Na 12 maanden van slechte vangsten zei de stuurman tegen Clarrie......Ik heb er genoeg van om na iedere reis aan wal te komen en nog schulden te hebben ook.
Ik stop er mee op dit schip en kok Clarrie deed hetzelfde.
Het is wel erg treurig dat de 13 mannen, die de reis er na op het schip monsterden,  in Januari van dat jaar als vermist werden opgegeven tijdens een mysterieuze thuis  reis vanaf IJsland. Dit voorval verstevigde weer Clarrie's geloof, dat hij de man met het meeste geluk was, aan de haven .

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 03-12-2012, 07:35:40
Clarrie Wilcockson
Photo in Good Old Hessle Road by Alec Gill


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 03-12-2012, 09:11:50
In Clarrie's achtermast worden waarschuwingslichten opgehangen, met hoog-water was de pijp onder water.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 04-12-2012, 06:42:12
Maar zou “geluk “ hem redden uit de greep van de ondankbare Humber, die 15 van de 18 scheeps makkers van de Edgar Wallace had opgeslokt ?
Het gebeurde.
Blauw van de kou, na bijna anderhalf uur in het water te hebben gelegen zag Clarrie de lichten van een schip. Met alle kracht nog in hem, was hij er toe in staat. Hij schreeuwde zo hard hij kon.
Het bleek de coaster Goole te zijn. Het schip lag in de haven van Goole,  maar na de noodoproep te hebben ontvangen, voegde zij zich bij de reddings schepen..
De bemanning stond op de uitkijk en hoorde Clarrie's hulp geroep. De nacht was inkt zwart en de mannen konden Clarrie niet ontdekken. Zij schreeuwden.... Blijf roepen....We kunnen je niet zien... Blijf roepen.
De coaster maakte driemaal een rondje, terwijl Clarrie schreeuwden voor wat hij waard was en hoorde toen een stem van over het water....Oke schipper, we hebben hem gevonden.
De bemanning van de Goole lieten en sloep te water en vonden Clarrie. In elkaar gebogen met zijn kin bijna tegen de reddingsboei, die bijna kopje onder ging.  Als hij het eind touw niet stevig om de pols had geslagen, zou hij zijn verdronken.
Met Clarrie veilig aan boord, stoomde de coaster met volle kracht naar Goole, waar reeds een ambulance op de kade gereed stond.
Toen de redders hem uit het water haalde was het enige wat van hem werd gehoord    God dank ... God dank.
De volgende dag, in het Bartholomew Ziekenhuis, kwam Carol Wilcochson bij haar man op bezoek. Ze stond aan het voeteneinde van het bed, zette haar handen in haar zij, keek Clarrie aan  en zei alleen maar ... En ?.
Clarrie bood zijn excuses aan omdat hij niet naar had geluisterd naar haar zesde zintuig over de Edgar Wallace. Tijdens deze blijde hereniging  hield zij het pijnlijke nieuws voor zich, dat 15 van zijn vrienden van de bemanning het leven hadden gelaten.
Het was pas een week later, toen hij in hun bovenwoning terug keerde, dat hij uit kranten te weten kwam, hoeveel mensen er waren omgekomen.
Ik voelde me rot... want ik leefde nog.
Clarrie woonde wel de herdenkings dienst voor de bemanning van de Edgar Wallace bij in het Zeemanshuis.. Hij was zo ontdaan, dat hij zich hiervan niets wist te herinneren. Wat diep is zijn geheugen is gegrifd en hem erg pijn deed, was de opmerking die gemaakt werd door een moeder die haar jonge zoon had verloren , ......
Ik zie dat je je eigen leven wel hebt gered.
Maanden lang kon hij niet slapen omdat hij in gedachten had wat er was gebeurd met alle goede mensen die het leven hadden gelaten en speciaal de nieuwe schipper, die zijn eerste reis niet ten uitvoer had gebracht.
Clarrie's volgende marteling en kwelling kwam bij het onderzoek naar de Humber tragedie, door het Ministerie van Handel. Hij maakte zich kwaad over de opmerking dat de schipper dronken was op het moment van de ramp.
Clarrie was erg gesteld op Jim Stivey. Hij had hem op zien klimmen van dekjongen naar schipper. De hoofd reden dat Clarrie op die reis was mee gegaan en zijn familie alleen te laten tijdens de Kerst dagen en niet te hebben geluisterd naar de voorspelling van zijn vrouw, was de band van saamhorigheid tussen deze twee mannen. De Edgar Wallace was Stivey's eerste reis als schipper en toen hij zijn bemanning uit koos, wilde hij Clarrie als kok.
Toen Clarrie bij het officiële onderzoek werd gevraagd of de schipper had gedronken, irriteerde dit hem en antwoordde hij met luide stem.... Ja ! Een mok thee, die ik hem zelf heb gebracht in het stuurhuis.
Clarrie deed verschillende pogingen om terug te keren op de trawl visserij., maar lang hield hij het er niet uit. Het werk was geen probleem, maar hij had te lijden van verschrikkelijke nachtmerries die hem wakker hielden.
Hij hoorde de stemmen van de mensen die om hulp smeekten en had hun gezichten steeds voor ogen. Ook hier aan toegevoegd de gemene en blijvende insinuatie, dat hij was gered ten koste van anderen. Onder deze druk werden zijn zenuwen gebroken.  Het gebeuren met de Edgar Wallace werd hem te veel. Hij was hier altijd mee bezig !  Dat was ook de reden dat hij voor goed de visserij vaarwel zei..
Met een compensatie wat niet veel voorstelde en Clarrie hierdoor genoodzaakt was een baan aan de wal te zoeken om zijn gezin te kunnen onderhouden. Een tijd lang werkte hij in een  losploeg.. Het duurde niet lang of zijn collega's gaven hem spontaan de bijnaam  van. “De Dansende Vislosser. Clarrie en zijn vrouw hadden veel prijzen gewonnen bij het klassiek dansen. Maar het dansen was voor Clarrie belangrijker dan het vis lossen.
Zijn laat op de avond genoten ontspanning kon niet samen gaan met de inspanning van de volgende vroege morgen, als je om 2 uur in de morgen moet beginnen met lossen.
Hij was vaak absent of kwam te laat op zijn werk en soms moest hij door ziekte het werk verlaten. Hierbij kwam ook nog het advies van de dokter dat de koude en natte werkomstandigheden slecht waren voor zijn gezondheid.
En hierdoor werd hij werkeloos.
Clarrie vond dat hij weer geluk had toen hij weer werk kreeg bij de Vereningde Schoonmaak Departementen. En werd te werk gesteld als straatveger. Hij was tevreden met dit werk en ging in 1965 met pensioen.
Iemand moet hebben geweten dat hij met pensioen was gegaan, door hem te vragen om nachtportier te worden in het Chapman Depot. Hij deed dit werk met veel plezier tot hij 80 jaar oud was. Clarrie was een geziene werknemer en kreeg hier opnieuw een goed pensioen.
In zijn latere gelukkige jaren had Clarrie een kort verblijf in het ziekenhuis. Hier vond iets merkwaardigs plaats. Voor het eerst in 50 jaar, kruiste een van de twee overige overlevenden van de Edgar Wallace, zijn gangen.
Een jonge verpleegster kwam aan zijn bed en vroeg of hij  iets ernstig in 1935 had overleefd. Zij vertelde hem, dat aan de andere zijde van de gang een patiënt lag, met de naam Charles Hendricks, voorheen een matroos op de Edgar Wallace. Bij de ontmoeting hadden de twee oude mannen een lang verhaal over wat was gebeurd in hun leven en ook de gelukkige ontsnapping van het drama van de Edgar Wallace,
En zonder twijfel heeft Clarrie lachend aan Charles verteld.......
Ik heb een gelukkig leven gehad en ik ben altijd gelukkig geweest.

Einde
 


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 05-12-2012, 10:00:54
                     Het Verlies van de Trawler Lady Jeanette

In de grijze en winderige late namiddag in Maart 1939, stoomde de Hullse trawler Lady Jeanette de Humber op na een 15 daagse visreis bij de Noorse kust, met 1300 kisten vis in het visruim.
Buiswater woei over het schip en de meeste bemanningsleden hadden zich reeds verkleed om aan de wal te stappen en zaten nu beneden deks re kaarten.
De jonge 18 jarige kok was in de kombuis, de door thee smerige mokken, aan het schoonmaken en de grote thee ketel na het laatste brouwsel van de reis.
Op de brug de schipper G.Parkinson en aan het roer de stuurman E.Fell.
Op een zeker moment werd aan de bootsman orders gegeven om te ankeren op een positie iets ten oosten van de ingang van het St.Andrew Dock.
Op het moment dat het anker houvast kreeg op de bodem van de rivier, brak een slechte schakel in de ankerketting. Meteen werd het schip door de sterke wind en stroom op een zandbank gedreven en al heel snel begon het schip slagzij te maken.
De stuurman opende een raam van de stuurhut en schreeuwde naar de bemanning om aan boord te blijven, want zodra het schip slagzij maakte, kwamen de bemannings-leden uit het voorin geklauterd. De schipper trok aan het trekkoord van de scheepsfluit en gaf 5 korte stoten. Dit was zijn laatste actie alvorens het hellende dek van het stuurhuis, hem omver gooide.
De bootsman en drie matrozen hadden hun plaats bij het ankerspil op de bak verlaten, zodra het schip slagzij maakte en verplaatste zich haastig langs het hellende dek naar de trap van het sloependek. Hier, in de enkele minuten die nog over waren, probeerden zij een reddigsloep te strijken. Maar de boot zat nog vast in de davits, toen het schip met een ruk zich naar dezelfde kant overhelde en smeet de 3 matrozen van het sloependek in het snel stromende en modderige water van de Humber.
De 3 mannen waren overboord geslagen er werden nooit meer gezien.
Nogmaals schreeuwde de schipper en stuurman uit het raam van het stuurhuis tegen de bemanning om aan boord te blijven, ofschoon zich vastklampten aan trappen en de stagen van de mast.
De schipper en stuurman deden een poging om uit het stuurhuis te komen door langs het steile hellende dek om kruipend naar de deur aan de bovenzijde te komen. Toen de stuurman de deur bereikte, sloeg de deur met een klap dicht en klemde de vingers van de stuurman. Ondanks zijn gewonde hand kon hij zich met kracht naar buiten werken en op de zijkant van het stuurhuis te klimmen. Hij was er net op tijd om de schipper te helpen die met veel moeite in staat was om via een raam naar buiten te klimmen.
Een aantal leden van de bemanning, met in begrip van de kok, hadden de orders van de schipper, om aan boord te blijven, niet gehoord of begrepen, en sprongen overboord. Maar eenmaal in het water waren zij verloren. Het tij stroomde daar buitengewoon sterk en zij werden hierin mee gesleurd.
De schipper van de Humber veerboot Wingfield Castle zag het ongeluk gebeuren, toen de veerboot de rivier overstak naar New Holland en veranderde direct van koers om te trachten het vastgelopen schip te helpen. Echter maakte het tijdstip van het tij het visueel onmogelijk om het schip te naderen en hiermee de levens van de aan boord zijnde passagiers in gevaar te brengen. Toen de veerboot zag dat andere schepen zich naar de plaats des onheils spoedde, vervolgde de veerboot zijn tocht.
Het eerste schip wat ter plaatse kwam was een sleepboot uit Goole en de motor barge
Cité de Paris, die onderweg was vanaf de Lincolnshire zijde van de rivier. Zo vonden zij de opvarenden zich vastklampend aan de zijkant van de trawler en met groot risico kwam de sleepboot dichter bij om te trachten de mensen op te pikken.
De sterke wind joeg het buiswater hoog over het wrak en toen de veerboot bij het gezonken schip was gesignaleerd, werd er gedacht dat een aantal mannen van de Lady Jeanette door de veerboot waren gered en naar New Holland werden gebracht.
Bij aankomst van de sleepboot lang de trawler al geheel op haar SB zijde en voor de sleepboot was het moeilijk om dichter bij te komen. Schipper, stuurman en 7 bemanningsleden slaagden er in om aan boord van de sleepboot te komen, terwijl de bemanning van de sleepboot de bootsman van het sloependek af te halen, waar hij zich nog steeds aan het hekwerk vastklampte. De sleepboot Truine en de barge Cité de Paris gingen hierna op weg naar de ingang van het St.Andrew dock, om de overlevenden aan de wal te zetten. Zonder pet, veel zonder jekker en de stuurman met zijn provisorisch verbonden hand gingen als verdoofd op weg naar de Insurance Building, voor medische hulp.
Een grote menigte had zich verzameld  buiten het Mutual Insuranve and Protecting Building, waar een lijst met namen van de geredde mannen, haastig werd geplaatst op het publicatie bord. Negen leden van de bemanning werden vermist en als verdronken beschouwd, ofschoon er  lange tijd nog hoop was, dat sommige misschien waren opgepikt door de veerboot. Maar jammer genoeg werd het tegendeel bekend gemaakt.
Familie leden van de bemanning, met inbegrip van veel vrouwen, verdrongen zich voor de deuren van het Insurance gebouw, wachtend op nieuws.Een van de vrouwen weigerde om buiten te blijven en duwde en werkte met haar ellebogen een weg naar boven, naar de kamer waar de informatie over het ongeval werd ingewonnen en waar de mannen van droge kleren werden voorzien.
Waar is mijn Stan..... vroeg zij aan de ambtenaren. Jammer genoeg konden zij hierop geen antwoord geven over haar zoon, de 19 jarige Stanley Harvest, die een van de vermisten was.
In de vroege morgen van de 8 ste Maart, de dag na het ongeval, had de Lady Jeanette zich bijna zelf weer opgericht door de werking van het tij.. Maar alleen de schoorsteen, de boven zijde van het stuurhuis en een deel van de buiskap op het voordek waren te zien bij laagwater.
De sleepboten Waterman en Motorman  gingen met deskundigen naar de plaats des onheils om te bekijken wat de mogelijkheden waren om het schip te bergen.
De kans op berging was hoopvol en 4 dagen later werd bekend dat de Duitse bergings maatschappij werd betrokken bij de berging van het schip.

Binnen 26 uur na het verlies van de Lady Jeanette kwamen 2 trawlers, de St. Delphine en de Aquamarine met elkaar in aanvaring op de Humber en de St.Delphine zonk met het verlies van 3 mensenlevens. Dezelfde bergingsmaatschappij werd gecontracteerd om de St.Delphine te lichten na lichting van de Lady Jeanette.
De eerste maanden van 1939 waren rumoerige en belangrijke tijden, en de poging tot berging van de Lady Jeanette werd uitvoerig met grote koppen in de plaatselijke kranten vermeld., zoals
         Duitse troepen worden samen getrokken.
         Praag ingenomen
         Hitler annexeerd Slowakije.
Zo was het best te begrijpen dat de plaatselijke gevoelens er tegen waren dat een Duitse firma gevraagd was om het bergingswerk uit te voeren.
Zelfs een lokaal lid van het Parlement stelde vragen tijdens de vergadering. Hij wilde dat de President van  het Ministerie van Handel kwam vertellen, waarom het Duitse bergings bedrijf was gevraagd om de Lady Jeanette te lichten met uitsluiting van Engelse maatschappijen.
Mijnheer Bugsier uit Hamburg echter, stuurde de sleepboot Mowe en twee super Wordt  vervolgd.

lichters, de Willy en de Kraft met speciale heftakels en stalen kabels.
Een menigte keek vanaf de St.Adrew's kade toe  hoe de voorbereidende onderzoeken over het gebied werden gemaakt met assistentie van lokale sleepboten.
Na een wachttijd van enkele dagen tot een gunstig moment van het tij tijdens de laatste dagen van Maart, werd waargenomen dat de Lady Jeanette 100 yards van plaats was veranderd naar een diepte die was gevormd rond haar romp door het dagelijkse getij.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 10:37:07
H-466-Lady Jeanette.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 10:41:33
H-466-Lady Jeanette.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 10:49:34
H-466-Lady Jeanette


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 10:57:13
Wingfield Castle, Kingston Upon Hull - New Holland Ferry


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 11:17:55
Het gewezen Mutual Insurance & Protection Building waar de geredde bemanning werd heen gebracht.
Op het pleintje voor het gebouw wordt jaarlijks een herdenking gehouden en kransen gelegd, ook in de rivier,  voor alle omgekomen zeelui,
 De sluisdeur is de ingang van het St.Andrews Dock, de bedoeling was om hier in de sluis de trawler H-320-Arctic Corsair te plaatsen maar dat idee is ook al weer jaren oud.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 11:27:03
Duitse sleepboot Möwe, van Bugsier,  sleepte het bergingsmateriaal naar Hull


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 11:28:12
Duitse bergingsvaartuigen Kraft en de Wille, van Bugsier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 11:30:21
Bijna er uit maar het lot besliste anders.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 05-12-2012, 13:07:15
Jan weet jij waarom veel trawlers die ring voor de steven hadden hangen.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 05-12-2012, 13:27:00
Zier dat is een autoband of een fender gemaakt van touw, autobanden soms 2 aan elkaar gezet,voor met kop in de wal meren
Gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 06-12-2012, 06:42:14
De Lady Jeanette verder te verplaatsen was onmogelijk en zo na een maand werken zonder resultaat werden de hefkabels los gemaakt van een de lichter en opgehieuwd door de tweede lichter.
De Duitse sleepboot en de beide lichters verplaatsten zich stroom opwaarts om de St,Delphine te bergen.
Aan het eind van April vermeldde de krantenkoppen van de plaatselijke pers dat Hitler nog steeds hoopte op .........
een overeenkomst met Engeland en dat er geen reden was voor een oorlog.
Maar in Hull werden op 1 Mei de luchtalarm sirene voor de eerste maal getest.
Twee dagen later werd er een gruwelijke vonds gedaan op de Humberbank bij Immingham. Een menselijk hoofd was gevonden op een der modderbanken langs de rivier oevers. Het hoofd was zo misvormd als of het door een scheepsschroef was veroorzaakt, en er werd gedacht dat het waarschijnlijk een van de slachtoffers was van de beide trawler ongevallen in Maart.
Op 12 Mei staakten de Duitse bergers ook de pogingen om de St.Delphine te lichten. Ze pakten hun boeltje bij elkaar en met de lichters op sleeptouw vertrok de sleepboot naar Hamburg. Later bleek dat de gedachten aan een oorlog de bergings poging overschaduwde, ofschoon het bergings werk maar voor de helft was uitgevoerd. En de maatschappij de angst had dat de bergers niet op tijd konden terug keren. in geval van oorlog..
Op 11, 12 en 13ei werd er een onderzoek ingesteld door het Ministerie van Handel, naar het vergaan van de Lady Jeanette,
Schipper Parkinson was van mening dat het vergaan  van de trawler te wijten was aan het breken van de ankerketting.
De stuurman en diverse matrozen werden eveneens ondervraagd. De schipper was 30 jaar oud op het ogenblik van de ramp en kwam uit een familie van vissers, waarin niet minder dan 5 trawler schippers in voor kwamen.
De eis van het Hof was dat de schipper zijn diploma als schipper voor 4 jaar lang moest inleveren. Na onderzoek van de bemanning constateerde het Hof dat de schipper verder de rivier op had moeten ankeren waar het vrij was van mogelijke modderbanken. De straf hiervoor luidde , dat de schipper werd ontheven van zijn bevoegdheid als schipper voor een periode van 12 maanden. en stelde hem voor dat hij na 6 maanden, als hij het wenste, een bevoegdheid kon krijgen om als stuurman te fungeren., Deze uitspraak maakte de schipper zo kwaad, dat hij zijn diploma op tafel smeet, de kamer uit ging en het gebouw verliet,
Nu alle bergings pogingen van de Lady Jeanette waren gestopt, was de enige manier om het scheepvaart kanaal te ontdoen van de obstructie,  het schip met explosieven op te blazen. Deze werkzaamheid om het wrak op te blazen, werd toegewezen aan de Lincoln en Hull Water Co.. Aan het einde van September 1939 werd aan dit werk begonnen en in de eerste week van Oktober was men hiermee gereed.
Eerdere pogingen om explosieven te gebruiken werden uitgesteld door de oorlog situatie, maar het verwijderen was hard nodig voor de navigatie op de rivier. Het publiek aan de wal werd gewaarschuwd door mededelingen in plaatselijke dagbladen, om niet gealarmeerd te raken als zij de explosie zouden horen, wat zou worden gehoord als een hevig geraas.
De Lady Jeanette was maar 2 jaar oud en de St.Delphine was reeds 12 jaar oud.

Lady Jeanette
Gebouwd in 1937 door Cook, Waltom en Gemmell Ltd. in Beverley.
Werf no. 616
Eigenaar Jutland Amalgamated Trawler Ltd.
Te waterlating 20 maart 1937      Overdracht    1 Mei 1937.
Visserij no.  H.466          Off, No, 165658
162 voet lang   27 voet breed
471 Brt,

St. Delphine.
Gebouwd 1927 door Cook,Walton en Gemmell Ltd in Beverly
Werf No, 491
Eigenaar Thomas Hamling en Co.Ltd.
Te waterlating  31 December 1927    Overdracht 12 Januari 1928
Visserij no.  H.380         Off.no. 160096
140 voet lang     24 voet breed
358 Brt.

1 September 1939 verklaard Engeland de oorlog aan Duitsland.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 06-12-2012, 11:15:50
H-380-St Delphine


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 06-12-2012, 11:16:46
H-388-Aquamarine in St Andrews Dock sluis.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 06-12-2012, 11:31:13
H-380-St Delphine, hé hé  eff ruste.
Dit heeft niets te maken met de aanvaring met  Aquamarine.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 11-12-2012, 08:36:36
                         Het vergaan van trawler Arctic Viking

Veertien overlevenden.......
In Oktober 1961 was de trawler Arctic Viking van de Boyd Line op de thuisreis  met  een vangst van  1400 kits,  toen zij werd belopen door 2 reusachtige golven tijdens een storm, 16 mijl van Flamborough Head.
Zij had een bemanning van 19.......

Dat er nog mensen van het wrak van de Arctic Viking werden gered mag een wonder heten. Dat 14 bemanningsleden in het door de storm opgezweepte golven in zee sprongen en dit verhaal nog levend na kunnen, lijkt wel een sprookje.
De schipper van de Arctic Viking, Phil Garner, heeft op een later tijdstip een uitvoering verslag van deze ramp en redding, gemaakt.

We waren op de thuisreis en op zo'n 20 mijl beoosten Flamborough Head.
Het was stormachtig weer maar voeren voor de wind, die een paar streken over de BB  achtersteven in kwam. Om half negen in de morgen beliepen ons twee hoge golven, die op het achterdek bij het stuurhuis aan dek stortte, de een na de ander, en de trawler deed overhellen.
De stuurman en een bemannings lid maakten een opblaasbaar vlot los,het enige reddings middel wat mogelijk was, en gooide die overboord. Een paar bemanningsleden sprongen er in, maar de andere bemanningsleden hadden geen kans. De stuurman en ik sprongen ook in het water vanaf de zijkant van het stuurhuis.
toen de trawler kapseisde.. Wij hadden geen zwemvesten omgedaan.
Ik zwom direct naar het vlot en ik was blij dat ik maar 20 yard van het vlot boven water kwam en de stuurman en ik klommen op het vlot. Volgens de schipper waren er nog drie man aan boord, een in de kombuis en een in het vooronder. Zij verdronken met nog een lid van de bemanning, die we voor onze ogen hebben zien verdrinken, toen hij probeerde om van de trawler af te komen. Matroos David Cressey stond aan het stuurwiel toen de eerste golf op het achterschip stortte. Het schip liep langzaam uit haar koers, toen de tweede torenhoge golf op het achterschip, net achter het stuurhuis,  aan dek stortte . Het schip liep langzaam uit haar roer en kort hierna luisterde ze niet meer naar haar roer. Het duurde maar net twee minuten nadat de eerste golf op het schip stortte en de kapseising van het schip veroorzaakte. De drenkelingen op het vlot konden de gekapseisde trawler nog drijvende zien in de buurt van het op de hoge golven dobberende reddingsvlot .
Na een uur te hebben rond gedreven werd hun noodsein met een afgeschoten vuurpijl gezien door de Poolse trawler Derkacz, die in de buurt lag te steken. Het duurde vier uur voordat de redding was voltooid en gedurende die tijd zagen zij het einde van de Artic Viking.
Om rond 12 uur stak ze haar boeg in de lucht en langzaam zakte ze weg in de golven.
Maar de kwelling van de overlevenden was nog niet over.
De bemanning van het Poolse schip deelde broederlijk alles wat ze hadden met de bemanning van de Viking. Ze mochten gebruik maken van hun kooien, hun kleding waar ze mee aan wal gingen, mocht worden gebruikt en werden van voedsel voorzien.
Maar door het zeer slechte weer, het slechtste wat sinds jaren in de Noordzee was voorgekomen, duurde het nog twee dagen, voor de Derkacx naar de Humber kon stomen. Haar nationale vlag hing half stok van af vlaggenstok op het achterdek.
Eerst ankerde de Derkacx op de Humber dwars van de Minerva Pier en daarna stoomde zij langzaam naar een positie dwars van de Riverside kade. Hier kwam de loods kotter naar buiten en bracht de drenkelingen naar de wal. in twee tochten met zeven man.
Op de kade van de Boyd Line was het een hartstochtelijk weerzien. De directeur van de firma ging voor in een stille gebedsdienst voor de vermisten bemanningsleden.
De geredden hield hij voor..... Deze Poolse visserlui hebben aan jullie beproeving,  de onderlinge broederschap tussen alle zeevarenden  betoond. Het is jammer dat politici in deze wereld geen gebruik van zo'n broederschap willen maken.

De verongelukten waren ...
2e Machinist  38 jaar.
De machinist was enkele dagen voor het ongeval zes jaar getrouwd en had zijn vrouw een grote bos bloemen laten sturen vergezeld van een kaart met het opschrift.........
Trek je er niets van aan, wij zullen het glas heffen ik ik thuis ben.
Bootsman 47 jaar
Hij had 26 jaar gevaren en in deze periode had hij tijdens de oorlog drie torpedo aanvallen overleefd en bij een van deze aanvallen had hij tien dagen in een open boot op zee gedobberd, eer hij werd gered. Hij liet vijf kinderen na.
Matroos 29 jaar
Ook hij had de verjaardag van zijn moeder herinnerd en haar en haar vier jarige dochtertje een telegram met geluk wensen gestuurd.
Matroos 22 jaar
Stoker.
De vrouw van de stoker had het nieuws tijdens de middag uitzending van de BBC gehoord en vijf uur later hoorde zij dat haar man een van de vermisten was. Zijn  drie  kinderen hadden geen vader meer.

De herdenking van de vijf verongelukten werd op 30 Oktober gehouden, in een dienst die in de kapel van het Zeemanshuis werd gehouden en voorgegaan werd door Ds.Chappell. De dominee  betoonde hulde aan de bemanning van de Poolse trawler .
Deze mensen hebben hun eigen comfort opgeofferd, zodat hun “broeders “op zee, met wie ze niet konden praten en door hen, na de redding, werden verzorgd .
Hij voegde er aan toe, dat de ingezetenen van Hull dank verschuldigd waren aan de Poolse mannen die hun leven hadden gewaagd bij deze redding op zee.
Veel dank betuigingen werden verstuurd en een grote menigte liet blijken dat zij een groot respect hadden voor de gemeenschap van de vissers.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 11-12-2012, 10:51:41
Nou doe ik een gok,is in die zelvde storm de elie niet gezonken.??


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-12-2012, 11:23:32
Goeie gok Zier, hij is 18 okt.1961 gezonken en de IJm 32 op 19 okt.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-12-2012, 11:43:23
H-452-Arctic Viking, 1937-ex Arctic Pioneer, in WO 2 gezonken en gelicht en verbouwd met o.a een ander stuurhuis.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-12-2012, 11:47:50
H-452-Arctic Viking


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 11-12-2012, 11:52:00
Roerganger en de schipper


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 11-12-2012, 12:42:24
Is dan foto 1014 van na de verbouwing ,want daar zie ik een radar scanner op en op 1015 niet.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-12-2012, 08:43:25

                                 De Trawler Brandur

Er is maar een voorval voor nodig om voor eeuwig de bekendste trawler schipper te worden van Grimsby. En dat gold  voor Benny Newton, de schipper van de trawler Brandur.
En dat voorval was, om te worden opgebracht door de IJslandse Marine voor het illegaal vissen in verboden gebied en daarna wist te ontsnappen en hierbij nog twee IJslandse politie agenten wist mee te nemen. Van zo iets kijkt iedereen op en neemt er kennis van.
En dat is precies wat er gebeurde in April 1967 en het verhaal is  nu ook nog even wonderbaarlijk als toen. Het betekend ook een nieuw hoofdstuk in de historie van  de meest geliefde trawler uit Grimsby.
Het schip had onder de naam Boston Fury ook al vanuit Grimsby gevist. Hierna werd zij verkocht aan een eigenaar op de Faroer eilanden en kreeg de naam Fiskanes en keerde later toch weer terug naar Engeland. Zij beoefende de visserij vanuit Hull en in 1966 keerde zij terug naar Grimsby om bij haar eerdere eigenaar weer te gaan vissen.  Maar nu onder de naam Brandur en onder beheer van de Boston Deep Sea Fishery,
Het eerste nieuws dat er iets ongewoons gebeurd was op deze fatale reis naar de IJslandse wateren, kwam op 25 April 1967, toen het bericht Grimsby bereikte, dat de Brandur was opgebracht wegens illegaal vissen. Het ontvangen rapport vermeldde dat de Brandur waargenomen was door een vliegtuig van de IJslandse kustwacht op 3 ½
mijl dwars van Eldey aan de ZW kust van IJsland, Er werd ook bij vermeld dat het schip op het moment van waarneming door het vliegtuig en haar per radio had opgeroepen, zij al naar open zee stoomde.
De bekende IJslandse kanonneerboot, de Thor, werd naar de plaats van waarneming gedirigeerd, hield de trawler aan en bracht haar vervolgens op.
Twee dagen later rapporteerde een vertegenwoordiger van de eigenaar van het schip, dat schipper Newton de voorgaande avond tot 11 uur s'avonds was vast gehouden en dat hij hier over een rel over had geschopt.
En of dat nog niet genoeg was, maakte zijn sprong naar de vrijheid, met 2 IJslandse politie agenten aan boord, het er al niet beter op.
Maar 11 uur later was schipper Newton weer onder arrest nadat het schip 43 mijl buiten IJsland werd aangehouden en nogmaals opgebracht.
Het schip had een nieuw visserij nummer op haar boeg toen zij de haven uit vluchtte. Het originele nummer GY. 111was verwisseld met het nummer H.52.
Op nieuw werd het vliegtuig van de kustwacht op onderzoek ingeschakeld en een marine vaartuig werd op uit gestuurd voor de aanhouding en arrestatie.
Het schip had orders om zo nodig geweld te gebruiken en haar op te brengen van binnen of buiten de IJslandse wateren.
De verdwijning van de Brandur werd vroeg in de mogen ontdekt toen 2 politie agenten naar de haven gingen om hun 2 collega's af te lossen die de hele nacht aan boord waren geweest. De Brandur lag afgemeerd aan de buitenste pier en was  met de twee wachten aan boord vertrokken.. Zij was om  1 uur in de nacht de haven uit geglipt.
Eerder was in het gerechts gebouw verklaard dat de Brandur was opgebracht om dat zij was waargenomen als vissende in het 12 mijls IJslandse visserij zone.
De schipper werd niet schuldig verklaard. Wel gaf hij toe dat het schip zich in verboden gebied bevond maar ontkende dat het schip vissende was.
Hij verklaarde dat met de trawl een groot rotsblok was opgevist. De 23 koppige bemanning dachten eerst dat het een mijn uit de oorlog was en haalde heel voorzichtig de trawl scheep, terwijl het schip het verboden gebied binnen dreef.
Schipper Newton probeerde naar Grimsby te ontsnappen omdat hij zich ergerde aan het slepende legale proces.
Terug in Reykjavik werd de schipper door de rechter Armann Kristinsson veroordeeld
tot hechtenis gedurende de tijd van het proces of 30 dagen. En op nieuw was er onderbreking van het proces van wege May Day, een nationale feestdag in IJsland.
Inmiddels had in Grimsby dhr.F.B.Parker, directeur van de Boston Line rederij een formeel protest gestuurd naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken, over de manier waarop het proces werd gevoerd.
Hij verklaarde dat het proces erg onredelijk was, vooral nu de maatschappij een borgtocht van 5000 of 6000 pond had gestort, om de veroordeling van de misdaad te kunnen betalen. Ook was er wrevel dat de IJslanders geen aandacht schonken aan de verklaring van  schipper Newton dat een rotsblok was opgevist met de trawl en nu aan dek lag.
Op de avond van de 1e Mei telefoneerde schipper Newton met zijn vrouw en liet haar weten dat hij tijdens de tweede arrestatie onder schot werd gehouden.
Meer problemen diende zich 24 uur later aan, toen gemeerd liggend in de haven van Reykjavik brand uitbrak op de Brandur,. Verscheidene bemanningsleden werden door de politie van boord gehaald, terwijl de brandweer 40 minuten lang het vuur bestreed.
De brand was, zo werd aangenomen , in het ketelhuis of de verf locker ontstaan en maakte een twee persoons hut onbruikbaar en de andere hutten waren overstroomd door het bluswater. De bemanning bracht de nacht door in het Zeemanshuis en kregen de volgende morgen weer toestemming om aan boord te gaan.
De schipper had opnieuw met oponthoud te maken in het proces door de Hemelvaart dag, wat ook een vrije dag was in IJsland.
Omstreeks dit tijdstip had Boston Line rederij alle hoop opgegeven op spoedige terug keer en dat er rond de duizend kisten vis in de ruimen van het schip lagen te bederven. En waren eveneens kwaad en gefrustreerd dat de IJslanders  nog steeds het schip niet hadden vrij gegeven..
Schipper Newton gaf een interview aan Matthias Johannesson, de uitgever van het IJslandse dagblad “Morgenbladed”
Hij benadrukte dat er geen letsel was toegebracht aan de twee aan boord zijnde IJslandse politie agenten en een van hem had verteld dat hij het vertrek uit de haven niet had getracht te voorkomen, omdat hij van mening was dat schipper Newton geen crimineel was. En hij vertelde ook dat een van de politie agenten een mes van zijn riem losmaakte, die door zijn uniform was bedekt, en aan de schipper gaf met de woorden...... Houdt het als een souvenir.
Beiden lachten. De schipper nam het mes aan en gaf het terug aan de politie agent.
Het was een vriendelijk gebaar, wat ik nog steeds niet ben vergeten.
In de rechtszaal ontkende hij met klem dat hij enige dwang had uitgeoefend op de twee politie agenten, maar bevestigde wel dat zij wel in een hut waren opgesloten.
Maar toch werd de schipper schuldig bevonden omdat hij trachtte te vluchten met zijn opgebrachte schip en voor beletsel met bedreiging ten aanzien van de twee politie agenten.
Hiervoor werd hij veroordeeld tot 3 maanden hechtenis. Hij werd ook nog veroordeeld tot betaling van een boete van 300.000 IJslandse kronen ( ongeveer 2400 pond ) voor het vissen binnen de 12 mijl zone van IJsland.
De schipper werd onmiddellijk vrijgelaten toen de eigenaar van het schip 100.000 pond als borgstelling stortte.
Maar nu kwam het volgende probleem om het schip en zijn lading thuis te krijgen. Aanvankelijk kreeg de schippervan de rederij de opdracht om naar huis te stomen, omdat er geen losploegen beschikbaar waren om de vis in IJsland aan wal te brengen. ( Waarschijnlijk een boycot tegen de buitenlandse vissers )
Op 6 Mei om 10 uur in de morgen verliet de Brandur Reykjavik. Eerst was er nog twijfel om de vis in een andere IJslandse haven te lossen maar de rederij herriep dit besluit en de schipper kreeg orders om naar Grimsby te komen.
Maar op 9 Mei liep het schip Aberdeen binnen en loste daar haar vis met een besomming van 2500 pond. Alleen 3 keeën met schelvis werden door de gezondheid dienst afgekeurd omdat de vis van slechte kwaliteit was voor menselijk gebruik.
Maar de reis met zoveel gebeurtenissen was nog niet ten einde. Negen bemanningsleden weigerden om met het schip uit Aberdeen te vertrekken omdat zij vonden dat er niet genoeg voedsel aan boord was.
Uiteindelijk werden ze door de schipper overgehaald en de Brandur vertrok voor het laatste stuk van de reis.

Wordt vervolgd



Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 12-12-2012, 08:44:33
Op 10 Mei liep het schip zonder verdere problemen de visserij haven van Grimsby binnen en schipper Newton's enige commentaar was...... Ik wil zo spoedig mogelijk weer naar zee.
Aan zijn wens werd spoedig voldaan. Enkele dagen later, na een grondige schoonmaak beurt, ging de Brandur weer op weg naar de visgronden en ook nu weer onder commando van schipper Newton, De meeste leden van de bemanning die betrokken waren geweest bij  het voorval van de vorige reis, hadden ook weer aan gemonsterd.
Enige maanden later kwam het Hof van Beroep bijeen om uitspraak te doen in de zaak van de Brandur en haar schipper Newton. De uitspraak was verrassende beslissing.
De gevangenis straf voor de schipper werd verdubbeld en de boete werd verhoogd tot meer dan 2500 pond,
Schipper Newton,nu aan boord van de trawler Oratava, werd via de radio gewaarschuwd de IJslandse wateren te mijden en stoomde naar de visgronden bij de Faroer eilanden.
Maar het geruzie ging door en op 19 December 1968 werd het laatste hoofdstuk geschreven van deze lang lopende zaak.
Schipper Newton kreeg te horen dat hij was vrijgesproken door de IJslandse autoriteiten. Deze vrijspraak was een van de vele vrijspraken die werden toegekend op 1 December, de onafhankelijkheids dag van IJsland,
De Brandur was echter minder gelukkig.
Op 25 April  verliet zij Grimsby met bestemming de Clydeside om te worden gesloopt. Het schip was onrendabel geworden en had al een paar maanden opgelegd gelegen.
Het gehele verhaal heeft toch nog een gelukkig einde. Schipper Newton vermeed 15 jaar lang de IJslandse havens maar in Maart 1982 kwam hij weer in Reykjavik, om daar begroet te worden door een van de politie agenten die hij eens had opgesloten.
Mijnheer Hilmar Porbjovensson was bevorderd tot hoofd commissaris van Reykjavik.
Schipper Newton werd uitgenodigd voor een lunch in het nieuwe hoofdgebouw van de politie, Het was een ontvangst veel beter als hij vele jaren eerder had ontvangen.

Einde


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 12-12-2012, 16:43:03
als ze dit willen bewaren.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 12-12-2012, 16:44:02
zullen ze dit tog uit moeten baggeren.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-12-2012, 19:01:53
GY-111-Brandur


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-12-2012, 19:54:33
TN-050-Fiskanes


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-12-2012, 19:55:23
H-252-Boston Fury


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 12-12-2012, 19:55:55
GY-153-Boston Fury


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-12-2012, 02:52:58
H_669-Oratava


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 13-12-2012, 02:54:50
H-88-St.Christopher,later GY 669-Oratava


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 13-12-2012, 09:45:30
Bedankt Jan het is een lust voor het oog

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 14-12-2012, 07:05:10
                                     Schipper Bunny Newton.
Bunny Newton was in Hull al om bekend als een berucht persoon, want een groep van deze mensen hadden door toedoen van hem, hun trawl verspeeld.
Als hij vissende was en je kruiste zijn koers om op die plek ook vis te willen vangen, bestonden er voor hem geen regels om voor hen uit te wijken. Hij ging niet op zij voor iets wat zijn koers kruiste. Hij bleef rechtdoor varen over je trawl heen en kapte je trawl als je niet op tijd uit de weg ging. Het was een beest volgens andere schippers uit Hull.                                                                                   ( volgens stuurman Ken Robertson  uit Hull )

Hij was de meest verdienende schipper , maar zeker niet de prettigste man om bij te varen. In werkelijkheid was hij een beetje idioot, maar wat betreft het geld was hij haantje de voorste Hij voer toen bij de Northern Trawlers maatschappij en was de gelukkigste schipper. Hij kon als het ware de vis ruiken. Meestal deed hij dit uit ervaring maar vaak ook uit puur geluk. Je moest geluk hebben om bij hem te mogen varen. Het geeft echt niet hoe ervaren je bent, je kunt maar op een zekere dag naar een bepaalde plaats gaan om te vissen er er niets vangen. Maar een andere schipper kwam er en ving tonnen vis. Geluk ligt in een klein hoekje, 
                                               ( volgens stuurman George Massell uit Grimsby)

Ik voer op het schip Northern Dawn en Bunny Newton was schipper op de Lifequard.
Zijn visruim man had aan het eind van de voorgaande reis afgemonsterd van Bunny's
schip en op ons schip aangemonsterd,
We lagen op een keer bij IJsland te drijven terwijl wij onze trawl aan het repareren waren en Bunny kwam bij ons langszij en hij sprong bij ons aan boord en begon te vechten met de betrokken persoon. We waren allemaal verbaasd wat er op eens gebeurde. Het was in de periode dat de TV net was uitgekomen en deze knaap had een TV gekocht op kosten van Bunny en zou per reis 2 of 3 pond afbetalen.
De knaap dacht slim te zijn om verder niets meer te betalen en zo kwam hij bij ons aan boord. Bunny was dit te weten gekomen via een gesprek met onze schipper en kwam langszij , sprong aan boord en deelde de klappen uit. De knaap had een blauw oog en een bloed neus. Bunny stapte terug op zijn eigen schip alsof er niets was gebeurd. Toen dachten de schippers nog dat zij op zee de wet waren.
                                                 ( volgens stuurman Tom Jacombe uit Grimsby)

Het gebeurde eens bij deze schipper dat hij een “dame “ bij zich aan boord en in zijn kooi had. Het was een Noorse vrouw, die wel een door de Noorse scheepsagent op verzoek van de schipper werd “bezorgd “. Ik ga u niet vertellen wat voor soort vrouw zij was maar voor ons was het zo maar een vrouw..
Laten we er geen doekjes om winden, want hij was het gewend dat dit zo door de scheepsagent werd geregeld.
Hij gaf zijn bemanning ieder een fles rum en zij gingen met z'n allen de wal op om in het café iets te drinken.
Maat toen kwamen de loodsen aan boord wat verplicht was om 2 loodsen aan boord te hebben als je door de fjorden voer om tijd te winnen ingeval van slecht weer en
je niet buiten om wilde varen.
De loodsen wilde natuurlijk vertrekken maar dan zal je wel een bemanning aan boord moeten hebben. Als de bemanning niet binnen het uur aan boord is gaan wij naar huis terug. Ik heb de agent gezegd dat hij maar naar het café moest gaan en om ze vervolgens aan boord te brengen. Hij kon ze meekrijgen, maar veel waren er al flink dronken. Ze liepen versuft te kijken.
De schipper had ook aardig wat gedronken en de “dame “ging van boord.
Met behulp van de loodsen hebben we ontmeerd en ik heb alleen 6 uur achtereen staan sturen. Ik was bijna totaal van de kaart en een Deen, die de enige was die niet had gedronken loste me af om te sturen. ( volgens Roby Webb uit Grimsby. )

Bunny was een aparte figuur. Hij was ruw. Hij kon ook echt een gezellig persoon zijn maar zijn karakter was grof.
Maar Bunny kan zich niet alles veroorloven bij de trawler eigenaars. Ze hielden hem flink onder de duim en ook wat hij zijn mensen wijs maakte. Het werd steeds door de trawler eigenaars gecontroleerd. Hij kon vriendelijk zijn , maar soms kon hij erg grof zijn. Het was een rotzak voor zijn bemanning.
Een 1e machinist heeft mij eens verteld dat Bunny hem op de brug liet komen en hij veronderstelde dat hij wel nieuwe orders zou krijgen en Bunny maakte aanstalten om van de brug af te gaan. Het enige wat hij de machinist te vertellen had was... Het toerental van de machine is niet in orde. Het antwoord van de machinist was dat het toerental wel in orde was. Ze zijn wel goed schipper. En het antwoord van Bunny was.... Je gaat toch geen ruzie met me maken en gaf hem klap midden in het gezicht..
De machinist verliet de brug met een bloedneus. Natuurlijk had de machinist een klacht kunnen indienen bij de Raad voor de Scheepvaart, die de schipper eventueel zijn bevoegdheid om als schipper te varen. Bunny was echter een top schipper qua besommingen en de machinist zou noot meer een ander schip hebben verkregen. Iedereen die door Bunny slecht werd behandeld had het recht om bij de Raad voor de Scheepvaart een protest in te dienen . Wat de discipline aan boord betrof was de Raad erg streng. Als je echter deze weg zou bewandelen dan zou je nooit weer een ander schip kunnen krijgen. Eens was er een man bij Bunny aan boord die door hem slecht werd behandeld. Hij klaagde Bunny aan bij de Raad voor de Scheepvaart.
Bunny werd gestraft en de volgende dag werd deze man toen hij langs de haven liep door Bunny in elkaar geslagen. Toevallig reed Bunny hier ook met zin auto en de man ziende, stapte uit en sloeg de man in elkaar.
Deze man heeft nooit meer op een ander schip kunnen aanmonsteren.                                                             
                                                     
     ( volgens stuurman Bill Hardy uit Grimsby )


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-12-2012, 10:50:21
Bernard "Bunny" Newton schipper van de GY-111-Brandur.
Hij stopte met varen en werd  eigenaar van een wasserij (en) , toen kocht hij een grote dancing in Grimsby, genaamd Bunny's Place een zeer goed lopende zaak maar deze verdaagde in een slechtere tijd in brand en werd herbouwd als een Bingo Hall,  helaas is hij later door zijn zoon doogeschoten.
Gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-12-2012, 11:21:52
GY-94-Lifeguard


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-12-2012, 11:32:11
zullen ze dit tog uit moeten baggeren.
Hallo Zier.
Om dat schip daar weg te halen stelt niet veel voor want het riviertje is met hoog water bevaarbaar maar ik denk haast dat er meer gedaan moet worden om het in de sluis met evt. nog een paar oude schepen in het dock, te krijgen, de bedoeling was  om de schepen droog te laten liggen, ook in de sluis.
Rood kruis is de St Andrew's sluis, Groen kruis het St.Andrew's Dock en Blauw kruis het gebouw van de Lord Line Trawlers dat men ook wil bewaren, het is het enigste gebouw wat is overgebleven van al de gebouwen om en rond St. Andrew's Dock.
Gr.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-12-2012, 12:17:24
Lord Line gebouw,met rechts een stukje sluis.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 14-12-2012, 14:06:51
nou ik kon niet verder der stond een paaltje in de weg,maar links is wat er over is van het St.andrews dock,je ziet de kade muur nog net boven de grond uitkomen.
volgens mijn heeft schubenreet ze'n eigen hier uitgeleeft en het helemaal vol gereden.

achter in het alberd dock leg nog een hoppertje droog ik denk de vlevo,dus die kan zo beginnen,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 14-12-2012, 16:25:28
Ja Zier laat jij nou je gezag eens even gelden hier en zet die Flevo eens even onmiddelijk aan het werk, uitbaggeren van alleen de sluis en een stuk langs van wat die trawlerlui noemde de " droge kant"   dus de zuidkant v/h dock, nou dat is een peuleschilletje voor die Flevo of moeten we de Belg Jan de Nul erbij halen ? ;D
gr,
jan


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 14-12-2012, 17:02:04
Jan ik ben op men gemak zo de rivier af gegaan waar moenlijk met street view,maar alemachtig daar word je stil van wat een grandioze keleerezooi ,dat grimsby helemaal ik denk het er in 45 beter uitzag.
Ze kunnen beter een hele groote cutter nemen en de helft weg cutteren.
Als je na gaat wat een natie het geweest is .


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 15-12-2012, 11:23:14
Jan gisteravond op de bbc was er een stukje over devon,onderhande harberton dat dat vroeger ook visserij was.
In beeld kwam er een scheepje wat volgens mijn een smack is en wat ik me herinner ha d die het nummer lt 092.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 15-12-2012, 13:46:23
Jammer Zier dat heb ik dan gemist kan je het progama nog herinneren kik ik ff op iplayer vind het een raar nummer


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 15-12-2012, 14:13:13
Er zal nog een 1 voor die 0 hebben gestaan maar was misschien bedekt of weggesleten Maart
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 15-12-2012, 14:26:41
jan om 20.30 prog. coast op bbc 2


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 15-12-2012, 18:23:03
bedankt Zier ga kijken of het op bbc iplayer is, is altijd wel intersant om te zien dat coast

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 16-12-2012, 02:12:02
GY-939


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 10:54:30
Heb je het nog kunnen vinden maart.??


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 13:28:09
Ja Zier heb net op de bbc iplayer gekeken het is de LT 1192 de Keewaydin het staat nog an mooie stukjes benne dat

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 14:12:38
Maart je moet eens kijken of dat achtermastje der bij hoord,want ik vond het zo erg klein ,volgens mijn is het een 1 master geweest en het achtermastje voor plezier vaart er later bij gezet,want het scheepje is niet zo erg groot.
Misschien kan je der achter komen of het wel een smack was.

Ik zit op het ogenblik op de rivier de dart,op zoek naar de staverton bridge nursery,men dochter zit der koffie te drinken.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 15:27:12
Zier het staat geregistreed als een smack ik denk toch dat die mast origineel is als het goed is was het een sailing trawler
Mooi omgeving daar Zier ben er een paar jaar geleden nog geweest hadden we een huisje gehuurt in brixham en hebben die hele kust getourd

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 15:41:39
Zier net ff naar een paar smacken gekeken denk toch je je gelik heb zie ze allemaal met ien mast


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 16:13:25
maart als je foto's der van heb zet ze der op.
kik of je een foto van de lt 1192 te paken ken krijgen ,kenne we het ff bekikke.
dat prog. coast komt dat iedere vrijdag avond,want ik heb me'n vrouw der wel eens meer over gehoord,


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 16:18:13
Ja Zier bekik het vaak zie net datte er smacken bij zitte met 2 maste

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 16:22:09
hier 1 Zier


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 16:27:38
het kan natuurlijk gezichts bedrog zijn maar die van het filmpje leek me een stuk kleiner en zag er ook beter uit.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 16:34:08
Het is de zelfde Zier ook het nummer was heel duidelijk zag hem close up een paar keer

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 16:53:15
nou dan zal die het wel wezen ,dus is het een 2 master jammer dat we dat stukje film niet hebben.
zal voortaan de bbc op vrijdag avond in de gaten houden,kan gemakkelijk want hier is het toch alemaal robies.
nou ga ff de kombuis in ff een hab inmekaar draaien.
dus over van de pc naar de i pad.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: J.H. op 16-12-2012, 17:24:48
Verscheidenen jaren geleden heeft het vaartuig in Scheveningen gelegen.
Jan.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 16-12-2012, 17:37:13
Kan je bbc iplayer niet op de pc krijgen via het internet daar staat het in Zier druk op search en dan type in coast

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 20:36:41
Ben der mee bezig maart maar iplayer engels is aleen voor engeland wonend ,maar iplayer ned. Heeft weer een mogenlijk om met een omweg er tog in te komen.
De kombuis is klaar dus ken weer rotzooien.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 16-12-2012, 21:29:10
Nou maart ik was tot voor de deur maar iplayer liet me der niet in,geen ingezetene.
En om het via iplayer ned. Te doen hangen me kloten te laag voor ,dat is alemaal zon ingewikkeld gedoe het moet wel leuk blijven.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 17-12-2012, 09:31:46
                                           Schipper Christy

In een beroep waar geharde mensen evenveel voorkomen als zwaluwen in een goede zomer, was er één wiens onmenselijke en meedogenloze manier waarop hij zijn bemanning behandelde, die met kop en schouders boven de anderen reuzen uit stak.
In Fleetwood, net voor en net na de oorlog was schipper Ernest ( Ernie ) Christy een legende tijdens zijn leven.
Ik hoorde eens een oude visserman, genietend van een pint bier,  mompelen.....
Vaar een reis met Christy dan behoor je tot één van de jongens.
Maak 2 reizen dan ben je een held.
Doe er 3 dan ben je een verrekte dwaas,
Ik heb 4 reizen bij hem gevaren op de Drusilla, een van de schepen van de rederij  mevrouw J.Marr.
Ik weet niet wat dit mij heeft gedaan ? Wat ik later wel wist, dat iedere andere schipper, waar ik bij heb gevaren, in vergelijking een vaderlijk type was.
In deze 4 reizen had hij 3 verschillende stuurlui, 4 bootsmannen en 4 compleet nieuwe ploegen dek personeel. Don Rail, een goede stuurman, die je niet snel ergens anders vindt, was een man, hardnekkig genoeg om 2 reizen bij hem te blijven.
Of Ernie hem heeft ontslagen of niet, dat weet ik niet, maar ik hoorde Don wel aan het einde van de reis tegen de schippersvrouw zeggen.......
Een reis met kapitein Blyth op de Bounty zou een vacantie reis zijn in vergelijking met de laatste 2 reizen. Op dat ogenblik werd er een gerucht aan de haven verteld, dat Arty Marr, de reder, tegen Christy had gezegd...... Doe nu eens een keer kalm aan. Door de oorlog is er een tekort aan dek personeel en het is gemakkelijker om een schipper te vinden als dekpersoneel.
Wat wel waar was dat het tekort aan dek personeel ook een kwestie was van de conjunctuur.
Maar als de huidige schipper Christy waar ik bij voer, een verwaterde versie  was van wat hij nu was, dan zou God de arme drommels wel moeten bij staan, toen er in de vooroorlogse jaren voldoende vervangend personeel beschikbaar was.
Een verhaal wat ik eens hoorde, en ik vertel het spottend, betreft de oude Leggit en zijn paard. Als Leggit een voornaam had, had ik die voornaam nooit gehoord., maar hij was wel een bekend figuur rond de visserijhaven.
Aan het begin van de oorlog werden alle lege viskisten uit de opslagplaats naast de visafslag verplaatst en naar een terrein gebracht, dicht bij het Rossel pompstation. Veilig buiten de stad, als beveiliging tegen brand,  in geval van luchtaanvallen.
Leggit en zijn oude grijze merrie verdiende een grijpstuiver, met het iedere morgen verplaatsen van de in de afslag benodigde kisten. Op een winterse morgen, toen hij de spoorlijn bij de ingang van havencomplex overstak, gleed het paard uit door ijsvorming op de rails en het paard viel dwars over de rails, waardoor de spoorbomen niet konden worden gesloten en ook de trein uit Liverpool van 8 uur in de morgen, tot stilstand kwam.. Sergeant Langsdale van de havenpolitie en wat omstanders hebben een half uur getracht het paart weer op zijn poten te zetten, maar  hadden hierin geen succes. Fred Dollin, de echtgenoot van mevrouw Marr, had de hele voorstelling van uit het raam van de rederij gaande geslagen en ging ook eens een kijkje nemen.
Hij zei tegen de politie agent.... Zal ik hem voor je op laten staan ! Ik wou dat je het kon, was het antwoord van de man in zijn blauwe uniform, maar ik zie het niet, hoe jij dat voor elkaar wilt krijgen.
De heer Dollin knielde naast het paard en fluisterde het paard wat in zijn oren. Ogenblikkelijk stond het paard op zijn poten en vervolgde zijn weg naar de visafslag, en de oude Leggit die eerst verbaasd had staan kijken, moest achter het paard aan rennen om haar op te vangen.Toen Leggit met zijn paard en wagen in een tel uit het zicht was, keek de politieman met verbazing Dollin aan en mompelde... Hoe heb je dat nou in vredesnaam voor elkaar gekregen!
Oh, zei Dollin met een grijns, ik zei tegen hem, dat schipper Christy bij hoogwater zou binnen komen en dat er weer een nieuw stel bemanningsleden nodig was.
Hoe dan ook, je kunt dit verhaal geloven of niet, maar de volgende morgen monsterde ik op de Drusilla. Het haven kantoor, de lunchroom bij de haven en het hele haven gebied lag er verlaten bij en deze toestand herhaalde zich iedere reis toen ik aan boord was, als de Drusilla weer binnen kwam.
Iedere visserman met een beetje verstand hield zich afzijdig van het haven gebied en het rederij kantoor, tot dat het schip weer veilig op zee was.
Je kon niet zeggen dat schipper Chrisby nu zo'n luidruchtig persoon was die altijd maar vanuit het stuurhuis raasde en tierde. In werkelijkheid was hij het tegenover gestelde, de meest zwijgende en rustig sprekende man die ik ooit heb meegemaakt, maar zijn zwijgzaamheid scheen hij als een bedreiging met zich mee te dragen.
Ik geloof dat hij niet meer als een tiental woorden sprak als hij op zee was. Als hij sprak, was het tegen een of twee personen en dat waren de stuurman en ik als leerling en dan nog maar alleen om orders te geven.
Op weg naar de visgronden kwam hij gewoonlijk ook in het stuurhuis kijken, iedereen negerend. De stuurman wenste hem goede morgen en hij nam een mok uit het mokkenrek en wuifde er mee naar de stuurman.
De stuurman gaf dan vervolgens de matroos van de wacht de opdracht om een pot thee voor de schipper te halen en geloof maar niet dat hij ooit een mok zou nemen waar ooit in lid van de bemanning uit gedronken had.
De schipper staarde dan een tijdje naar buiten tot de thee werd gebracht en dronk het op zonder een woord te zeggen en verdween dan naar zijn hut. Bij uitzondering zij hij tegen de man aan het roer...... Stuur NW, of  Let op je roer en soms... Roep me over een uur. En dat was dan de gehele conversatie van die dag. Geen woord werd teveel gezegd.
Tijdens het vissen was het al niet anders. Bij het uitzetten en halen van de trawl hoorde je in het geheel niets. Hij verwachtte dat de stuurman alles wist wat hij wilde en liet hem zijn gang gaan, ofschoon zijn ogen geen moment van het dek waren afgewend, terwijl de mensen daar aan het werk waren.
Bij het halen van de trawl en als deze zwaar beschadigd was, werd er snel gewisseld en de trawl aan de andere zijde werd uitgezet.
Hij stak alleen maar zijn hoofd buiten het raam en maakte alleen maar een beweging met zijn hoofd. Stomend naar een nieuwe visstek en hij wenste een roerganger op de brug, moest ik altijd aan het roer komen. Hij stak alleen maar zijn hand uit het raam en wenkte.
Een vreemdeling zou vast denken dat hij stom was.
Als ik dan op de brug kwam, zonder mijn oliegoed en met twee mokken thee, nam hij een van de mokken, gaf me de te sturen koers en vervolgde het staren uit het raam naar de werkende bemanning aan dek, en nooit een woord sprekend.

wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 17-12-2012, 10:59:29
Morge allemaal ,Zier probeer deze eens  op google BBC TWO-COAST zie dat je woensdag weer een programma heb hoor het wel van je

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 17-12-2012, 11:03:11
Ja bedankt maart,ik ga het probeeren,ken altijd nog aan men dochter vragen of ze probeert het op een stick te zetten.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Maart op 17-12-2012, 11:06:34
Het blijf d'r ongeveer een week opstaan en dan gaat het er af

Maart


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 18-12-2012, 09:19:24
Ofschoon hij niet veel sprak, slapen deed hij ook niet veel.
De 4 reizen die ik bij hem aan boord was, in de periode van half Oktober tot December, visten we rond de Hebriden eilanden ten westen van Schotland. Het weer in deze tijd van het jaar staat nu niet bepaald als rustig bekend.
Drie van deze reizen waren naar St. Kilda het meest westelijke eiland. De uitgestrektheid van de oceaan strekt zich uit naar het westen, zo'n 3000 mijl zonder onderbreking van enig land, tot aan de Amerikaanse oostkust. Meestal verplaatsten zich de uitschietende depressies naar het oosten., over dit grote stuk water met wit gekopte rollers. Vaak zo hoog als een gebouw van 3 verdiepingen, brullend als een trein en beukend op de ruwe kliffen tegen de rotspunten van de eilanden. Tussen de frequente stormen was de windkracht nooit minder dan 5 of 6 en op deze zeldzame dagen, als die er waren, is de volgende storm al weer bij je in de buurt en ook voor dat de deining van de voorgaande storm was verdwenen.
De zeebodem rond het eiland is net zo rotsachtig als de zichtbare kustlijn. Dat betekend vaak een gescheurde trawl. Ik verzeker je uit persoonlijke ervaring, dat gedurende een bepaalde periode, dat de leerling en de dekjongen zere handen hadden van het boetnaalden vullen en door het grote gebruik van breigaren, zeker als we bij St.Kilda visten dan bij het vissen op een andere plek, waar de Fleetwood vloot meestal visten.
De Fleetwood vloot werkt nooit met mensen in een vrije torn. Vissend in de thuis wateren, bestaat de dekbemanning uit stuurman, bootsman, 5 matrozen en een leerling dus 7½ man, net voldoende om efficiënt met het visserij tuig om te gaan.
Ik kan me geen enkele keer herinneren dat we de trawl niet uitzette vanwege het weer.
Soms , de trawl scheep halend, lag het schip dwars op de zee en de golven waren beangstigend. Golven met witte koppen, hoger dan het toplicht van de mast, komen als het ware op je af, om met je af te rekenen. De man aan de winch, als hij zo'n golf zag komen, gaf dan een schreeuw.... Water , en de mensen aan de reling zochten dan zo snel  mogelijk houvast aan de rail die 4 voet boven het dek aan de zijkant van de opbouw was gelast en bleven die stevig vasthouden. En vaak als de golf zich op het dek stortte, werd het schip door de deining van de voorgaande storm, opgetild en kreeg je het zelfde gevoel als of je in een lift omhoog gaat. En op het hoogte punt van de deining en het schip dwars op de wind, kan de wit gekrulde golf over de verschansing slaan. Het enige wat je kunt doen, tot je middel in het ijskoude water staande, je aan de handgrepen vasthouden en proberen staande te blijven. Als het schip naar de andere zijde overheld, spoelde het water over het dek en gulpten uit de lenspoorten in de verschansing, Drie of vier zeemeeuwen achter latend die met de golf aan boord waren gespoeld en fanatiek probeerden omhoog te vliegen en een half dozijn vloekende zeelui, half blind van het opvliegende buiswater en ook nog door en door nat.
Een veel geuite vloek die je in de winterdag vaak hoorde was.... Hij zal dit rot schip nog eens naar de knoppen jagen !
Er is een grens hoeveel verschoningen je op een reis mee kunt nemen om bij slecht weer van kleding  te kunnen wisselen. Ik was gewend om 4 stel mee te nemen en het is meerdere malen voor gekomen dat het stel wat ik aan had doornat was en de andere drie stellen te drogen hingen.
Op de visgronden bij St.Kilda is het dagelijkse werk patroon iedere dag hetzelfde. De trawl werd voor de eerste maal van de dag s'morgens om 6 uur uitgezet en de gehele dag werd er door gevist en de trawl werd voor de laatste maal s'nachts om 12 uur scheep gehaald en dan bleef de trawl aan dek tot de volgende morgen 6 uur.
De pauze van 5 of 6 uur tussen het vissen , was niet een concessie voor de vermoeide ogen en pijnlijke spieren van de bemanning. Het was puur noodzakelijk. De meeste vis op diep water werd bij daglicht gevangen en als de trawl dan beschadigd was, en dat was meestal het geval bij iedere trek, werd hij provisorisch en zo vlug als mogelijk was aan elkaar geropt, om zo weinig mogelijk visuren te verliezen tijdens het daglicht.. Het resultaat hiervan was dat er meestal na de laatste trek twee trawlnetten aan dek lagen om te worden gerepareerd of hier voor een nieuw net moest worden aangeslagen.
Bij de meeste schippers concentreerde zich de krachten van de bemanning op de SB trawl en zodra het werk aan deze trawl klaar was , mocht de helft van de mensen voor 2 of 3 uur de kooi in duiken tot dat zij weer werden gepord om de trawl uit te zetten.
De rest van de bemanning ging door met het herstel van de BB trawl. Na het uitzetten van de trawl , mochten de mensen die de hele nacht aan dek waren geweest in de kooi duiken tot dat de trawl weer werd gehaald en terwijl hun maten het werk aan de BB trawl afmaakten. Met dit systeem had iedereen enkele uren per dag om te kunnen slapen.
Maar dat was niet het geval bij schipper Christy. Aan boord van de Drusilla moest de gehele ploeg aan dek blijven tot het werk aan de beide trawlnetten was voltooid. En meestal was het dan meteen weer tijd om uit te zetten, met het resultaat dat zij al erg   gelukkig waren met enkele uren slaap per dag.
Als leerling was ik van deze beproeving vrijgesteld. Nadat de vis van de laatste trek was gestript en zodra alle boetnaalden van garen waren voorzien, moest ik van de stuurman naar mijn kooi, tot dat de trawl weer werd uitgezet, zodat ik ongeveer 5 uur slaap per dag had.
Het waren niet de reizen naar visgronden bij St.Kilda, zo hard als zij waren, wat mij Christy deed plaatsen aan de top van mijn lijstje van meedogenloze schippers.
En ik ben er zeker van dat meerdere trawlerlui dezelfde ervaringen hadden als ik. De laatste tijd had ik de dubieuze eer om bij hem te mogen varen. En wat plaatst vond in de eerste 14 dagen van December.
We visten aan de bovenzijde van de Minch aan de westzijde van de Hebriden, tussen de eilanden Ru Stoer en Ru Rea.
De gehele periode dat wij daar waren was het slecht weer geweest met een westelijke stormachtige wind, wat de kleinere schepen deed vluchten naar de opper van de ankerplaats Broadbay bij Loch Eribol en de grotere schepen een schamele vangst bij elkaar scharrelden in de beschutting aan de lij zijde van Tiumpan Head.
Wij echter bleven al die tijd op onze stek, door elkaar gespoeld en geen moment van het dek. Aan het einde van acht werkdagen hadden wij ongeveer 1000 kisten hondshaai in het visruim. Het lijkt geen grote hoeveelheid vis voor ons als diepzee vissers van de Oost kust, maar vergeet niet dat wij maar met 7 man aan dek waren en genoodzaakt waren om met 2 trawlnetten te visten door de rotsachtige bodem. Op de Fleetwood vloot moest alles op dezelfde manier gebeuren en alle hondshaai moest worden gestript.
En toen viel de dynamo uit. En zonder verlichting, maar wel met olie lampen, stoomde we door de Minch naar Stornaway voor reparatie.
Voor degene die niet bekend zijn met de commerciële visserij, is de hondshaai afschuwelijk om te verwerken voor de opslag in bulk. De huid van de vis is net schuurpapier en na een paar trekken de vis te hebben gestript, zijn hand en vingers ontveld en dit wordt steeds erger bij de langere duur van de reis. De enige remedie tegen dit euvel is het niet meer strippen van hondshaai.
Om de zaak nog erger te maken heeft de hondshaai een scherpe stekel aan de achterzijde van de rugvin, die pijnlijke verwondingen maken aan handen en polsen en die ook snel gaan zweren. En na zo'n 1000 kisten hondshaai te hebben gestript, de vislijnen 3 of 4 maal te hebben gespitst en twee trawlnetten te hebben verwisseld in 8 dagen tijd, waren onze handen in zo'n slechte staat en pijn veroorzaakten, dat het een kwelling was om de knopen van je gulp los te maken als je moest urineren.
Apart van dit ongemak veroorzaakt door de pijnlijke handen, was er ook nog de vermoeidheid. Gedurende acht dagen had de bemanning niet meer als 3 uur per dag geslapen, Niet 3 uur aan een stuk, maar steeds verdeeld in kleine tukjes. Van vermoeidheid konden zijn bijna niet meer op hun benen staan.
Ik persoonlijk kwam er beter van af omdat ik als leerling mocht slapen van 11 uur
s' ávonds tot 6 uur s' morgens, behalve als ik werd geroepen om de trawl uit te zetten of te halen. Zo kon ik mij verheugen dat ik de meeste nachten de luxe had om 5 of 6 uur van het dek te zijn, ofschoon het vaak in twee gedeelten was.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: zier op 18-12-2012, 15:07:50
Apart van dit ongemak veroorzaakt door de pijnlijke handen, was er ook nog de vermoeidheid. Gedurende acht dagen had de bemanning niet meer als 3 uur per dag geslapen, Niet 3 uur aan een stuk, maar steeds verdeeld in kleine tukjes. Van vermoeidheid konden zijn bijna niet meer op hun benen staan.
======================================================================

ik vind het een pracht verhaal cor,en wat hier boven staat kon je ook zo op een logger plakken in de voortijd en de kuitziekers tijd als je een dag had dat alles tegen zat.
en dat de man niet veel zee,nou dan vloekte die je in ieder geval niet verrot,maar niks zeggen en enkeld je maar aankijken dat zij veel meer,en daar liepen er in ijmuiden ook een paar van rond die keken je enkeld maar aan en dat zij al genoeg.
die noemde ze herenschippers en sprak ze maar niet aan met der naam want dan lag je monsterboekje klaar.


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: vreemdeling op 19-12-2012, 06:47:42
Gedurende de gehele laatste visdag was de wind steeds meer toegenomen en tegen de tijd dat we de trawl scheep hadden,en hem in de zij te hebben gesjord  en de visborden binnen boord hadden, was de wind toegenomen tot windkracht 10. Stampend tegen de wind en golven, op weg naar Stornaway, kostte het ons 8 uur om de afstand van 30 mijl te af te leggen. Het was onmogelijk om aan dek te werken, zonder dek verlichting en in deze uitzonderlijke weersgesteldheid. Vaar wachten voor 2 ploegen werden ingesteld en iedereen kreeg een gegarandeerde wacht te kooi van 4 uur.
We liepen Stornaway om ongeveer 4 uur in de morgen binnen en meerden aan de oostzijde van pier no.2.
Zodra de trossen waren belegd en ondanks dat we geen dek verlichting hadden, wilde Christy dat we verder gingen met de trawlnetten te repareren, Bij een provisorische verlichting van olie anker lichten, was het boetwerk rond 7 uur gereed.
Net na de ochtend maaltijd, toen de wal monteurs de dynamo hadden gecontroleerd, verspreide zich een gerucht over het schip, dat de reparatie ongeveer 24 uur in beslag zou nemen. Door de patrijspoort zagen we dat de “Ouwe “ zich had geschoren, wat een zeker teken was, dat als we Stornaway hadden verlaten, wij naar huis zouden stomen.
Er was een behoorlijke hoeveelheid vis in het visruim en ondanks het feit dat we nog 3 dagen moesten vol maken voor een reis, waren we in de veronderstelling dat op deze resterende 3 dagen niet meer gevist zou worden en waren  hierdoor allemaal in een goede bui.
De visserij was beëindigd, we waren zeer tevreden en zouden spoedig weer terug zijn in Fleetwood.
Toen de openings tijd van de pubs naderde, gingen de mannen langs de haven op weg richting pubs, die in de buurt van de haven gevestigd waren.
Niemand verscheen voor de middag maaltijd. En nog onaangenamer was het dat de kok ook in de pub zat.
Voor dat de stuurman de wal op ging gaf hij mij nog wat instructies.......
Geef het stuurhuis een goede beurt Johnny. Ik wil in staat zijn om mijn gezicht te zien in het gepoetste koper, als ik straks terug kom.
Ik was net klaar met het koper poetsen toen de schipper de stuurhut binnen kwam. Hij gaf mij een biljet van 1 pond.
Ga de wal op en haal 3 of 4 flesjes bier voor me , zei hij'.
Na mijn duffelcoat te hebben aangetrokken ging ik op weg naar de stad. Na een rustige wandeling langs de haven kocht ik in het Caladonian hotel 6 flesjes bier.
In de snackbar onderweg, halverwege de South Beach, dronk ik een sapje en maakte een praatje met het meisje van de bediening en keerde terug naar het schip, Toen ik terug kwam, waren of de pubs gesloten of het geld van de bemanning was op, en  stond de hele ploeg lachend en lolschoppend , zoals gewoonlijk na wat glaasjes, op de kade. Bij het schip.
Wat zit er in de zak, jongen, vroeg de stuurman, de tas ziende die ik in handen had.
Ik antwoordde ... enkele flesjes bier voor de “Ouwe “
Het is niet het bier wat deze “Bastaard “ wilt hebben zei hij en pakte de tas van mij af en zei tegen mij....We hebben nog een drink van hem tegoed !
Toen, met veel lef van een branie onder invloed van drank, deelde hij het bier uit. Er zijn maar 6 flesjes bier. Jij en Harry moeten samen doen met een flesje, zei hij tegen de twee tremmers.
Er zal een hoop heibel van komen als hij zij bier niet krijgt. Hij wordt woedend, protesteerde ik. Geef niets, jongen , zei de bootsman. Als hij kwaad wordt,  moeten we hem kapot schieten. En hierna ging het hele stel gezamenlijk op de rand van de kade zitten en dronken het gestolen bier van de schipper op.
Ik zelf was was hartstikke nuchter. Ik wist wel dat hier herrie van zou komen. Hoe grote vorm deze onrust aan zou nemen, kon ik mij niet voorstellen, maar komen zou het zo zeker als de nacht op de dag volgt.
Ik sloop aan boord en sloot mezelf op in het vooronder. Met het krankzinnige idee dat ik uit het gezicht van de schipper moest blijven, zodat hij zijn bier vergeten mocht hebben. Door honger werd ik om 4 uur van mijn plaats verjaagd. De andere bewoners van het voorin waren hun roes aan het uitslapen van hun tocht naar de wal,en het begon net donker te worden. Ik ging naar de kombuis op het achterschip en maakte voor mijzelf een sandwich en een mok thee en in één hand een broodje met kaas en in de andere hand een mok thee, stapte ik aan dek en botste bijna tegen de schipper op.
Waar is mijn bier...... was het eerste wat hij vroeg! Overrompeld door de verrassing kon ik alleen maar stamelen..... De stuurman heeft het.!
Ik dacht dat hij van kwaadheid uit elkaar zou springen, maar er gebeurde niets. In feite zag ik geen enkele emotie bij hem, alleen........ Zeg tegen de 1e machinist dat ik hem op de brug wil zien.
Ik vond de machinist die in de machine kamer bezig was. Ik zei hem dat de schipper  wilde dat hij bij hem op de brug kwam. Hij vroeg mij.... Jongen, weet jij waarom ? Nee, meester , maar ik denk dat er moeilijkheden zijn. Hij heeft geen goede bui,  antwoordde ik.
Oh, maar dat heeft hij altijd zei de machinist zijn handen schoonmakend aan een dot poetskatoen en liep naar de trap van de machine kamer.
Ik volgde hem de trap op en toen herinnerde ik me dat ik nog enkele shilling wisselgeld in mijn zak had , wat nog over was van het ponds bankbiljet wat de schipper mij had gegeven. En nieuwsgierig om te weten te komen wat er aan de hand was, ging ik ook op weg naar de brug. De schipper stond al bij de deur van het stuurhuis op de machinist te wachten.
Ik wacht niet op de dynamo. Zorg dat je klaar bent om om 6 uur vanavond te vertrekken, was de korte mededeling van Christy.
Tuig  vier carbid lampen op. Eén boven de sliphaak, één aan weerszijde van de brugvleugels  en één bij de voorplecht.
Hier is niet voldoende tijd voor schipper,om om 6 uur te vertrekken was het antwoord van de machinist. Nee, beaamde Christy, je kunt beter maar aan het werk gaan of je moet straks deze werkzaamheden doen in het slechte weer. En na dat hij dit had gezegd smeet hij de deur van de stuurhut dicht en de machinist achter latend die onhoorbare vloeken mompelde. En ook de leerling, met in één hand het half opgegeten broodje en in de andere hand wat kleingeld.

De Dag des Oordeels naderde snel.
Wij vertrokken om 18.00 uur met een onbruikbare dynamo en drie uur later stopten we op de Scobie bank om uit te zetten. Het weer was al heel slecht toen we de haven van Stornaway binnen liepen, maar het was al niet veel beter toen wij vertrokken. We hadden geen verlichting en ik was bewapend met een toorts van een yard lengte van stijf stuk ijzerdraad, omwikkeld met een stuk doek wat in de paraffine olie was gedrenkt en met een stuk touw erop vast was gemaakt.
Mijn werk tijdens de donkere uren was de carbid lampen te controleren en zonodig weer aan te steken, iedere keer als er gehaald moest worden.
Ik stak een lamp aan boven de sliphaak en ging dan naar het voordek.
Op het moment dat het licht op het voordek brandde, waren de andere lampen weer  door de wind gedoofd. Dus weer naar het achterdek en begon maar weer opnieuw.
Na een uur gevist te hebben werd er gehaald en ik speelde weer voor lantaarn aansteker.
Er zat geen vis in de trawl, maar het net was aan barrels, Zodra de kapotte trawl aan dek lag, wenkte de schipper mij om in het stuurhuis te komen, gaf me de te sturen koers en ging zelf aan SB vleugel staan, van waar hij de werkende mannen aan dek in de gaten kon houden.
Hij stoomde langzaam zuid over. De wind en zee kwamen precies dwars in en regelmatig hoorde ik het water aan dek spoelen en over de mannen die de trawl aan het boeten waren aan de kant van de wind. De kapotte trawl was rond middernacht gereed en Christy stopte meteen om weer uit te zetten. En ik mocht weer mijn taak opnemen om de lampen aan te steken.
Maar deze trek duurde maar 20 minuten, toen de trawl vast liep op een obstakel en toen wij de trawl opnieuw aan dek hadden was de trawl opnieuw aan barrels.
Ik moest de kooi in duiken gedurende de rest van de nacht en werd alleen geroepen als ik weer mijn werk als lantaarn aansteker moest uitvoeren bij het halen en uitzetten.
Maar voor de rest van de bemanning was er geen respijt. De gehele nacht stonden zij in weer en wind aan dek.
Toen ik werd geroepen voor de ochtend maaltijd was het weer iets verbeterd, zee en wind waren behoorlijk afgenomen en zorgde voor een wat confortabele werk  omstandigheid.
Maar nu ging de schipper er toe over om aan weerszijde de trawl te gebruiken. Eerst de ene en dan de andere en stomend of vissend was er altijd wel een trawl aan dek om te repareren.

Wordt vervolgd


Titel: Re: Herinneringën
Bericht door: Rinus.N op 05-08-2013, 15:28:07
hier de andere cijfers cor