Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
26-04-2024, 14:23:28
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 1
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 37 38 39 40 [41] 42 43 44 45 ... 72 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 1  (gelezen 914120 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #600 Gepost op: 06-04-2011, 09:09:08 »

De volgende dag moeten wij de Albatros, waarvan de motor nog steeds niet was gerepareerd, naar haar losplaats slepen.
Zonder hier op te rekenen komen ook wij eens in de problemen.
Onbekend met de plaatselijke ondiepten, raakt ons schip een blinde klip en het blijkt al snel dat we er goed vast op zijn gevaren.
De aan de sleeptros bungelende Albatros moeten we nood gedwongen los gooien en tot onze grote verwondering kan zij op eigen vermogen haar reis naar de losplaats vervolgen.
De schijnbaar steeds weerkerende hapering van haar motor schijnt het gevolg te zijn van het gebruik van gas, wat door de generator wordt  geproduceerd en waardoor de motor wordt aangedreven.
Gelukkig is er nog een kleine hoeveelheid gasolie bij haar aan boord en dat is  haar redding. De motor reageert prompt op deze brandstof en zij kan voorlopig haar reis vervolgen naar de losplaats.
Wij echter zitten met de "gebakken peren ". Wat nu ?
Onbekend met de plaatselijke getijden, zit er voor ons niets anders op, om aan de wal te gaan informeren omtrent de tijden van hoog en laag water. Hiervoor wordt de sloep over boord gezet en roeien we naar de wal en gaan op informatie uit..
De gevraagde informatie heeft wel tot gevolg dat een sleepboot ons zal proberen vlot te trekken. Na dat deze is gearriveerd  worden wij eens aan een slepend vaartuig vast gemaakt .
Ondanks verwoede pogingen blijft het schip muurvast op de klip zitten.
Ook de volgende dag zitten we nog steeds muur vast.
Het is ondertussen zondag en er worden ook geen verdere sleep pogingen aangewend om ons vaartuig vlot te trekken.
Maar wel komt er een Duitse vertegenwoordiger van dit scheepvaart project informeren wat er is gebeurd en hoe de zaken er nu voor staan.
Ook na zijn vertrek gebeurt er vandaag verder niets meer.
Wel krijgen we nog bezoek van een Scheveninger die met een sloep naar ons schip kwam roeien.
Wat zal de volgende dag ons brengen?

Om negen uur in de morgen komt walkapitein Schut van de Nord scheepvaart maatschappij bij ons aan boord en vertelt wat de verdere plannen zijn.
Er zal een tjalk langzij komen waarin onze lading zal worden overgeladen. Met de hoop dat het schip wat minder zwaar zal worden en iets minder diep zal steken en hier door dan gemakkelijker kan worden vlot getrokken.
Een losploeg meevarend met de tjalk, bestaande uit Hollanders,  komt kort hierna aan boord en in korte tijd is het karwei geklaard en is onze lading in de tjalk overgeladen.
De sleepboot onderneemt een nieuwe poging om het schip vlot te trekken en het gelukt zowaar. Wij zijn voorlopig uit de problemen en kunnen op eigen kracht terug varen naar onze oorspronkelijke ligplaats.
Vervolgens wordt de in de tjalk geladen lading weer in ons schip geladen.
Door alle verwikkelingen rondom onze stranding is de voorraad kolen voor de gasgenerator drastisch verminderd en moet hoognodig worden aangevuld.
Kolen schijnen ook hier schaars te zijn .
Aangezien de Albatros haar bunkerkolen toch voorlopig niet nodig heeft, moeten wij haar voorraad maar gaan overnemen.
Bij dit smerige karwei worden wij geholpen door de bemanning van de Albatros. In tegenstelling van die van de Albatros, functioneert onze motor en ballastpomp wel. En als dank voor hun hulp, spuiten wij haar dek schoon  met onze dekslang.

Onze stranding zal ook zeker schade aan ons schip hebben veroorzaakt en nadere inspectie zal dit moeten uitwijzen.
De inspecteur is optimistisch en meent dat dit snel verholpen zal zijn.
De tijd zal het leren en ondertussen maar afwachten wat er verder gaat gebeuren.
Het optimisme van de inspecteur blijkt niet waar te zijn en van varen komt voorlopig niets.
Tot dinsdag 26 oktober ligt het schip in reparatie .
De enige afwisseling in ons troosteloze bestaan is de verdwijning van onze licht- matroos. Na een avondje stappen komt hij 's-nachts niet aan boord.
Ook de volgende dag blijft hij spoorloos en er zit niets anders op, om hiervan aangifte te doen.
Ook de verjaardag van de machinist wordt gevierd met een warme maaltijd waaraan de kok wat extra aandacht heeft besteed.
En in onze vrije tijd gaan we maar op bezoek bij andere landgenoten hier ter plaatse. Helaas loopt een bezoek aan het scheepvaart museum op een fiasco uit omdat het museum op die dag was gesloten.

Nu het nog goed weer is plegen wij wat onderhoud aan het schip door hier en daar wat te roest te bikken en te schilderen.
Maar aangezien het steeds kouder wordt hebben wij, buiten het gebruik voor het koken van de maaltijden, ook kolen nodig voor verwarming.van onze logies.
Ook voor de gasgenerator hebben we kolen nodig want binnenkort moeten wij proefvaren voor controle van de uitgevoerde reparaties.
Gelukkig wordt hierin voorzien, maar in plaats van kolen wordt er cokes geleverd. Op nieuw blijkt hieruit dat  kolen hier schaars zijn.
Wat ook niet verwonderlijk is, omdat Noorwegen geen eigen kolenmijnen heeft en dit van elders moet worden geïmporteerd.
Uiteindelijk gaan we, na de uitgevoerde reparaties, in de Oslofjord proef varen.
Maar wel onder toezicht van officieren van Scheepvaartinspectie en van de Kriegsmarine. We varen wat heen en weer en ondertussen kunnen wij genieten van de schitterende natuur.
De proefvaart is geen succes want er rijzen problemen.
Door het gebruik van de geleverde cokes voor de gasgenerator, kan hieruit onvoldoende energie worden geleverd voor de motor.
Dit was wel te voorzien want cokes is een der eindproducten van gaswinning uit kolen. We hebben vroeger nog wel iets op school geleerd en onthouden !
Weer moeten we, om dit euvel  te verhelpen, in reparatie gaan en liggen hierdoor voorlopig weer bij de reparatie werf en later zou blijken tot het nog tot  2 november zou duren.
Gelukkig eens wat afwisseling in ons bestaan,door de komst van een nieuwe matroos ter vervanging van de gedroste lichtmatroos.
Dit maal is het geen Scheveninger maar een Katwijker. Hij zou meer thuis horen op de Albatros !

Ook nu zoeken wij in de avonduren ons vertier in het Zeemanshuis waar wij genieten van vertoon van acrobatie, muziek en dans en waar we na afloop van de voorstelling een borrel en een paar glazen bier kunnen nuttigen.
Ook brengen we een bezoekje aan een andere Scheveningse logger die onder het marinenummer MW 72 is geregistreerd, met als schipper en machinist de dorpsgenoten D. Bron en J. Kleijn.
Dit is dezelfde J.Kleijn die mij in Kiel een rokertje heeft gegeven en nu ook met zijn schip in Oslo is gearriveerd.
Gelukkig krijgen we nog regelmatig brieven van het thuisfront zodat we op de hoogte worden gehouden van de situatie thuis, zodat we ons geen grote zorgen behoeven te maken.
Ook de onderhoudswerkzaamheden aan het schip gaan gestaag door. Voor de verandering schilderen wij nu eens buitenboord.
De verschansing schilderen we zwart met een witte bies en laten de romp in haar grauw grijze oorlogskleur.
En uiteindelijk is de reparaties op 2 november gereed en is het weer afwachten wat de volgende orders zullen zijn.
Ondertussen liggen we nu al  20 dagen in Oslo en er zijn reeds 42 dagen verstreken sinds ons vertrek uit Rotterdam.
Als het zo door gaat zal het een lange reis worden !
Maar dat wisten we van te voren.
Wij zijn zo gek geweest om een dienst verband van zes maanden aan te gaan..


 
Wordt vervolgd.
 







Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #601 Gepost op: 06-04-2011, 09:12:49 »


Gasgenerator a/b Sch-196,,Elisabeth''
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #602 Gepost op: 08-04-2011, 09:00:43 »


De reparaties zijn nu wel uitgevoerd maar verdere instructies en orders ontbreken. Wel krijgen we weer proviand aan boord
Zou dat er op kunnen duiden dat we spoedig zullen vertrekken?
Zelfs krijgen we snaps en tabak!
Waar hebben we dat aan te danken?
Ditmaal komt het van een instantie, die wordt aangeduid met de naam Marken Tender **, een onderdeel van de Wehrmacht. ( wat bij het Nederlandse leger Kadi zou worden genoemd ). *
Snaps en tabak is bij ons natuurlijk van harte welkom,  wat resulteert in bezoek van een deel van de bemanning van de Albatros. 
Als goede gastheren presenteren wij hen een glaasje snaps.
Op één been kan je nou eenmaal niet staan en meer snaps wordt te voorschijn getoverd.
Het wordt een heel gezellige boel met dit groepje. Een laatkomer moet natuurlijk z'n schade inhalen, en het feestje is er de oorzaak van dat er enkele van de bezoekers in hun kooi moeten worden gedragen.
Het lijkt wel een feestavond en het mag best nog eens herhaald worden, maar dan nog iets beter wat ons betreft ? 
Zou er dan toch een verbroedering mogelijk zijn tussen Scheveningers en Katwijkers ?
Worden we in het buitenland verdraagzamer ?

Van een instantie die de belangen behartigt van de buitenlandse zeelui, hebben wij een schrijven ontvangen, dat er kleding beschikbaar wordt gesteld voor de zeelui.
Waarschijnlijk afkomstig van de inzamelingen in Duitsland en in de bezette gebieden ten baten van de Winterhulp
Zo kom ik  in het bezit van een pullover, een wollen das en een paar handschoenen. Kleding die zeer welkom zal  zijn tijdens de Noorse winter in het hoge noorden.
Maar deze instantie heeft ook nog nieuwe kleding voor ons in petto en wij kunnen deze kleding de volgende dag in ontvangst komen nemen.
Het geen ons ter beschikking wordt gesteld is heel wat beter als wat de Winterhulp ons te bieden heeft.
Zo krijg ik een jekker, een pet, een paar schoenen met houten zolen en zelfs twee paar wollen sokken.
Bij elkaar een prachtige uitrusting, maar ik vind het nog niet helemaal naar mijn zin.
Mijn jekker is aan de krappe kant. En de volgende morgen ga ik proberen om hem te ruilen, wat gelukkig ook nog lukt, en ik ben voortaan de eigenaar van een ruimere en nog betere jekker. Voorlopig ben ik goed gesteld tegen de kou.
Waarschijnlijk is deze organisatie goed op de hoogte van de winterse toestanden in het hoge noorden gedurende de winter.
Ook zullen zij geweten hebben dat  zeelui uit niet Scandinavische landen onvoldoende gekleed zijn voor deze winterse kou en zij hoognodig aanvulling nodig hebben op hun kleding uitrusting,
En nu met hun hulp, goed beschermd zullen zijn tegen de kou, bij de uitoefening van hun taken.

Maar nog steeds hebben we geen orders.
Alleen hebben we wat afwisseling door de komst van wat bezoekers en door zelf de stad te bezoeken. Gedeeltelijk gebruik makend van het openbaar vervoer en gedeeltelijk lopend.
Blijkbaar is lopen goed tegen de stramheid en naar men zegt ook goed voor de spijsvertering. En dat kan voor ons wel eens goed zijn, want aan boord lopen wij nou eenmaal geen grote afstanden.
Oslo blijkt toch wel een grote stad te zijn, met veel mooie gebouwen en parken. Ik denk dat deze stad wel bijna net zo groot is als Den Haag en er schijnen hier zelfs zo’n 400.000 mensen te wonen.

Uiteindelijk krijgen wij dan toch op maandag morgen nieuwe orders.
Twee tjalken moeten door ons schip slepend naar een andere ligplaats worden gebracht, alwaar een paar nieuwe bolders op deze schepen moeten worden gelast.
We zijn blij met wat afwisseling.
Na dit klusje gaan wij 30 ton kolen laden. Het ziet er nu echt naar uit dat we spoedig gaan vertrekken.
De volgende morgen slepen we de tjalken weer naar hun oorspronkelijke ligplaats en vervolgens gaan wij olie bunkeren en andere scheepsbenodigheden aan boord halen.
De volgende dag komt de Albatros bij ons langszij. Zij heeft ook alle benodigdheden voor de reis aan boord, maar komt wel met het ontstellende bericht dat de knalpot lek is.
Na veel geharrewar met de schade-inspecteur moeten wij de volgende dag de Albatros naar de werf slepen.
Wij hebben geprobeerd om van deze klus verlost te worden door te suggereren dat wij geen sleepboot zijn, maar daar trapte deze inspecteur niet in.
 Als we een paar dagen eerder wel twee tjalken kunnen slepen, waarom dan ook nu niet de Albatros.
En als we eerlijk zijn, moeten we wel bekennen dat we de Albatros al zo vaak hebben gesleept.

Zonder brokken brengen we de Albatros dus maar naar de werf en bij terugkomst op onze ligplaats is deze in beslag genomen door twee Duitse tjalken.  Hier over ontstaat ruzie met het gevolg dat er een vechtpartij ontstaat tussen een van onze matrozen en een der Duitsers, waarin na afloop de Hollander de winnende partij is.
Na veel heibel krijgen wij  weer onze ligplaats terug.
Op nieuw  krijgen we proviand aan boord, waar we uit op kunnen maken dat we echt spoedig zullen vertrekken.
Alvorens de reis te aan te vangen, bezoeken wij voor de laatste maal het Zeemanshuis, waar wij genieten van harmonica-muziek en waar ons na afloop twee borrels worden aangeboden.  En dit is juist iets wat wij niet versmaden.
Alweer moeten we het vertrek uitstellen tot dat de knalpot van de Albatros gerepareerd is.
En de volgende dag tegen de avond komt de Albatros gelukkig weer bij ons langzij. Ook zij is nu gereed voor vertrek.

Het is al zaterdag 13 november als wij  om half acht in de morgen gaan vertrekken. Na natuurlijk eerst hartelijk afscheid genomen te hebben van de plaatselijk aanwezige dorpsgenoten.
Alles bij elkaar geteld hebben wij nu 31 dagen in Oslo gelegen.
Een lange reis ligt nog voor onze boeg.

Het oppervlak van Noorwegen is maar amper negen maal zo groot als Nederland, echter is het land  zeer lang en uitgestrekt.
Van het noordelijkste puntje tot het zuidelijkste puntje van Noorwegen is het hemelsbreed gemeten 1750 kilometers. Dit is een afstand ongeveer van Amsterdam naar Gibraltar.
En de kuststrook is zelfs nog langer,ongeveer 2600 kilometer.
We kunnen voorlopig dus vooruit.


*
Bij het Duitse leger is dit een onderdeel van de organisatie OKW, die voor ontspanning, kunst en wetenschap  zorgt voor het Duitse leger in de bezette gebieden.

**
Uit deze naam Marken Tender vindt de oud-Hollandse naam markentenster zijn oorsprong.

 
Wordt vervolgd
Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #603 Gepost op: 08-04-2011, 09:07:17 »


Kw-50,,Jan'' Bj.1918 als vrachtlogger ,,Schiedam''
1920 Sch-128,,Merwede 2''
1925 Kw-50,,Merwede 2''
1928 Kw-50,,Jan''
1942 gevorderd,  1945 vrijgegeven,  1959 sloop
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #604 Gepost op: 08-04-2011, 09:09:32 »













Ons eerste aanlooppunt zal het haventje Horten zijn. Een klein plaatsje aan de Oslofjord, waar wij onze zeekaarten moeten afhalen voor de verdere reis.
Genoodzaakt door slecht weer liggen wij tot maandagmorgen in Horten.
Bij vertrek nog steeds een flinke bries en met de zeilen erbij maakt het schip een flinke snelheid. Tegen de tijd dat de duisternis invalt, gaan wij voor anker in de buurt van het plaatsje Risör.
De volgende morgen weer vroeg anker op en zo komen we om twee uur in de middag aan in Kristiansand.
Het blijkt dat wij ons moeten melden bij de haven autoriteiten. Hier zijn we een vreemde eend in de bijt.
En ook hier heeft de Albatros weer panne.
De motor heeft een gescheurde kop !
Er zit niets anders op dan de Albatros naar een reparatie werf te slepen en onze nieuwe orders luiden vervolgens dan ook….

.Clara allein abfahren !

Het is ondertussen al weer ruim half november en het begint aardig koud te worden.
Ofschoon Noorwegen het land van de vis is, krijgen wij nu pas voor de eerste maal vis voorgeschoteld. De kapitein is zo vriendelijk geweest om wat vis te kopen, waar van we heerlijk van hebben gesmuld.
Op vrijdag 19 november om twaalf uur vervolgen we onze reis, wat gepaard gaat met veel moeite en narigheid wegens ondiepten.
En ook voor ons slaat het noodlot weer eens toe.

Twee uur na vertrek loopt het schip vast op één van deze ondiepten.
Wij brengen een tros uit naar de wal en proberen met behulp van de ankerlier en motor om het schip vlot te trekken..
Geen succes.
Na overleg verplaatsen we de kolen voor de gasgenerator die op het achterdek liggen naar de midscheeps. Misschien wil dat helpen, je weet maar nooit. Misschien dat het achterschip dan wat hoger in het water komt te liggen
We zijn hier tot 's-avonds laat mee bezig. En als wij de volgende morgen weer een poging wagen, blijkt al ons werk vergeefs te zijn geweest.
Het schip blijft vastzitten,
Hier moet dus een sleepboot hulp bieden en op zondagochtend tijdens het ontbijt komt er zo waar een.sleepboot.
We verwachten nu wel dat binnen de kortste keren dit karwei geklaard zal zijn.
Maar we hebben mis gerekend. Tijdens de eerste  trekpoging breekt de sleeptros en de sleepboot krijgt de tros in de schroef.
Ook dit wordt snel verholpen en een tweede trekpoging slaagt en wij zijn weer vlot en meren tegen de middag weer in de haven van Kristiansand.

Ofschoon het zondag is, tremmen we de kolen weer van de midscheeps naar het achterdek,
Bij onze eigen pogingen het schip los te krijgen, hebben we teveel kracht van de ankerlier gevraagd en hebben nu hieraan schade opgelopen. Dit zal eerst moeten worden gerepareerd.
Maandagmorgen komt er een duiker aan boord om de schade aan de kiel op te nemen. Hij constateert geen ernstige schade, zodat we onze tocht  kunnen voortzetten, mits de schade aan de ankerlier verholpen is.
Het duurt weer tot dinsdag  voor er twee monteurs komen die de ankerlier slopen en constateren dat de as van de lier krom is.
De as moet mee naar de werkplaats om te worden gericht want dat kunnen zij aan boord niet voor elkaar krijgen.

Als je denkt dat het nu wel genoeg zal zijn geweest, heeft u, lezer, het mis.
 
Het  is woensdagmorgen half zes als een matroos van de Albatros onze hulp komt vragen.
Hun schip ligt in een andere haven en ligt daar zwaar tegen de kade aan te rijden door zware deining..
En een groot gedeelte van de verschansing is al beschadigd en ligt bijna tegen het dek.
Hun vraag is, of wij haar, als het daglicht  is, van die ligplaats weg willen  slepen, om ergere schade te voorkomen. De motor van de Albatros is nog niet gerepareerd en op eigen kracht is dat voor haar niet mogelijk.

Bij daglicht gaan we er op af en al snel ervaren we dat er erg veel wind staat met een flink oplopende zee.
Om bij de Albatros te komen moeten we een stuk buitenom varen en al slingerend komen wij bij haar in de buurt.
Maar door ondiepten kunnen we niet bij langszij komen en moet er met de sloep van de Albatros een tros worden over gebracht naar ons schip.
Ondanks het slechte weer lukte dat vrij spoedig en nu kunnen wij onze zoveelste sleepreis beginnen.
Zolang we tegen de wind in moeten slepen zijn er geen problemen, maar na een grote rotsformatie te hebben gerond en we hierna van  koers moeten veranderen, wordt het minder aangenaam vanwege de zware slingeringen van het schip en overkomend buiswater.
En opnieuw hebben we weer tegenslag.
De sleeptros breekt en de Albatros is aan de elementen van golven en wind overgeleverd.
Gelukkig is haar bemanning er snel bij en laat het anker vallen.
Ondanks het slechte weer kunnen we snel keren en slagen we er al snel  in om weer verbinding te maken met de Albatros.

De Albatros ligt daar wel mooi voor anker, maar alvorens wij de sleepreis kunnen voort  zetten, moet zij eerst het anker op hieuwen.
Maar het anker blijkt te krabben en de Albatros verdaagt langzaam naar de zware branding op de rotsen van de kust.
Het krabbende anker kan bij deze krachtige wind niet door de ankerlier worden opgehieuwd.
De enige mogelijkheid om niet op de naderende rotsen te lopen is het anker met ketting te laten  slippen.
Het is echt een nood beslissing, want om anker en ketting zo maar prijs te geven aan de zee, wordt niet zomaar wordt gedaan.
Het is de hoogste tijd, want de bemanning van de Albatros heeft reeds uit voorzorg hun zwemvesten aangetrokken.
Aan boord van de Albatros bevindt zich ook een Duitse inspecteur en hij geeft de orders om terug te keren naar de plaats waar we de Albatros vandaan hebben gehaald.
Maar de oude ligplaats van de Albatros is voor ons niet bereikbaar vanwege de ondiepten. 

Allengs verbetert het weer en kunnen we de sleeptocht voortzetten,  wat ons zonder verdere problemen gelukt.
"s-Middags om twee uur meren wij weer op onze ligplaats en hebben voor de verandering de Albatros weer eens langszij.
Onze ankerlier is nog steeds niet gerepareerd  en we kunnen dus niet vertrekken.
Het enige vertier wat wij hebben is het bezoek aan de bioscoop en de kantine van het leger. Hier worden wij vermaakt met een voorstelling, door de legerafdeling Kraft durch Freude, en  waarvan we ook genieten.
Wat voor ons ook erg belangrijk is, dat we weer eens wat snaps en rookwaren ontvangen.
Maar de hoeveelheden wordt steeds minder. We zullen zuinig aan
moeten doen.

Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #605 Gepost op: 08-04-2011, 09:13:49 »


1943 Sch-130,,Clara'' verbouwd als vrachtlogger
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #606 Gepost op: 08-04-2011, 09:21:28 »

Het is al weer maandag 29 november als uiteindelijk de reparatie van het ankerlier gereed komt en de nieuwe orders luiden om de volgende morgen te vertrekken.
De kok heeft last van hevige kiespijn en na bezoek aan de tandarts.
En op dokters advies moet onze kok naar Oslo om zijn gebit na te laten kijken.
Op dinsdag bij het gloren van de ochtendschemering hebben we de gas generator en  motor in gereedheid gebracht en na weer eens afscheid van de Albatros te hebben genomen , vertrekken wij.
Echter wel zonder kok, daar hij nog niet uit Oslo is terug gekeerd.
Wat voor avonturen zullen we nu weer beleven.

Het vaarwater is moeilijk bevaarbaar door allerlei nauwe passages en "krikkemikken ",
We maken ons veel zorgen over de goede afloop en kunnen gelukkig zonder schade om vijf uur 's-middags het haventje van Farsum binnenlopen.
Van het plaatsje is weinig te vertellen want bij aankomst is het al donker.
Ondertussen zijn we het zuidelijkste punt van Noorwegen gepasseerd n.l. Lindesness op 58 graden noorderbreedte.
Vanaf nu kunnen we een meer noordelijker koers aanhouden en hopen dan, maar ja... wanneer , de Noordkapp op 71 graden noorderbreedte te bereiken.

We vervolgen de volgende morgen onze tocht en gelukkig hebben we goed weer zodat we grote stukken buiten om kunnen varen en al vroeg in de middag lopen we de haven van Egersund binnen.
Een mooie gelegenheid voor de schipper om er op uit te gaan om wat vis te bemachtigen en 's-avonds genieten we met volle teugen van een heerlijk maal vis.
Het lijkt ons een mooie plaats maar we gaan niet aan wal en voor het eerst op onze reis krijgen we te maken met vorst.
De kaden en straten zijn spiegel glad en om onze benen te breken in die gladheid voelen we niet veel.

De volgende dag met goed weer en gunstige wind wordt onze reis voortgezet. Met de zeilen er bij maken we goed snelheid en komen om drie uur in de middag in Stavanger aan.

Daar we niet erg te spreken zijn over de kolen voor de gasgenerator krijgen wij de volgende dag een bezoek van een inspecteur,.
Het bezoek resulteert in het schoonmaken van diverse kleppen van de gasgenerator.
Vandaag varen we nog niet uit en bezoeken de stad en kijken een film in de bioscoop van het leger. We vinden Stavanger wel een mooie plaats, maar naar ons gevoel wat ouderwets.
En toch wonen er zo'n 100.000 inwoners

Na een goede nachtrust vervolgen we onze reis en komen in de middag aan in  Augesund.
Vandaag is het 5 december.
Thuis zouden we St. Nicolaas vieren,  maar aan boord  doen we er niets aan.
Om dat het zondag is blijven we “voor de kant “ liggen en houden ons gemak. Het weer is nog steeds goed ondanks dat het al laat in het jaar is.
Maar ondertussen zijn we alweer 77 dagen van huis.

Op maandag 6 december willen we vertrekken, maar de motor weigert.
Zullen wij nu ook pech gaan krijgen ?
Gelukkig is de oorzaak snel gevonden. De oliepomp werkt niet en zonder olie werkt ook een motor niet.
We varen dit maal in de fjorden in plaats van buiten om. ***
Het is verbazend mooi om tussen deze, aan weerszijde hoge bergen te varen, maar het is wel uitkijken geblazen.
Wij moeten zelf onze weg trachten te vinden want een loods wordt ons niet toegewezen en we ankeren dan ook voor de duisternis valt, in een kleine baai.
Op nieuw vervolgen we de volgende morgen onze tocht en zijn genoodzaakt een loods aan boord nemen om een duikboot versperring te passeren. alvorens wij de haven van Bergen kunnen binnen varen.
Maar wel moeten we de volgende morgen naar een andere ligplaats om te provianderen

Bergen is een heel mooie stad, maar voor ons met weinig vertier.
Het is de 2e stad van Noorwegen qua grootte, met zo'n 200.000 inwoners.
Als wij op zaterdag 11 december willen vertrekken wordt dat verhindert door dichte mist en het is al weer maandag alvorens we met veel pijn en moeite ons tussen andere schepen door wringen om in open vaarwater te komen.
Ook nu moeten we weer de versperring passeren en komen nu in nauw vaarwater  met verraderlijke klippen en zoeken voor het avond is, een geschikte kleine baai om te ankeren.
We zien een voor anker liggende voorposten boot in de buurt van het plaatsje Dingja en op ons verzoek mogen zowaar bij haar langzij afmeren in plaats van voor anker te gaan.
Wel worden wij de volgende morgen wreed gestoord in onze slaap als de voorposten boot wilt vertrekken, en in de ochtend schemering vertrekken wij wat later dan ook maar.
We zijn toch al klaar wakker en anders zouden we voor korte tijd weer voor anker moeten gaan.
Tijdens het varen blijkt opeens dat de gasgenerator een te hoge temperatuur heeft en we moeten het kolenvuur uit de generator halen om de temperatuur te doen dalen.
Zoeken tegen de avond drie uur lang naar een geschikte ankerplaats onder bar slechte weersomstandigheden veroorzaakt door zware regen en harde wind.
Uiteindelijk ankeren we in de buurt van het plaatje Svelgen
Onze opinie omtrent Noorwegen is nu wel goed gedaald, na zo’n lange zoektocht.



***
De tocht door de fjorden van noord naar zuid of en tegengestelde richting is een veel gebruikte scheepvaart route,
Deze route wordt dikwijls gebruikt door schepen in de houtvaart gaande of komende van havens in de Wittezee en Karazee..
De meeste schepen varen in ballast naar deze havens en bij slecht weer ondervinden zij op zee hier veel hinder van, gepaard gaande met veel tijd verlies.
Vaak is een tocht door de fjorden onder begeleiding van een loods  meer rendabel.
De kosten van een loods zijn vaak minder hoog als het verlies van reistijd in geld uitgedrukt.
Zo’n tocht neemt ongeveer ruim twee dagen in beslag.
Bij het plaatsje Löningen in het zuiden komt de loods aan boord . Halverwege wordt van loods gewisseld en in Hönningsväg in het noorden gaat de loods weer van boord.
Voor beladen schepen op de terug reis geldt hetzelfde en lopen zo minder risico  door verlies van de deklast hout bij stormachtig weer.

Wordt vervolgd
Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #607 Gepost op: 08-04-2011, 09:27:32 »


Een bladzij uit het dagboek van de schrijver aan boord van de Sch-130
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #608 Gepost op: 11-04-2011, 13:07:26 »

We varen verder en hebben wel zo ongeveer het zuidelijke gedeelte van Noorwegen verlaten.
De stad Bergen ligt alweer enkele dagen achter ons en  nu beginnen we aan het stuk midden Noorwegen,  wat van Trondheim tot  Bodø loopt.
Het is het gebied wat grotendeels nog beneden de poolcirkel ligt , maar Bodo ligt er weer boven.
Dit gebied is minder dicht bevolkt. Dat is duidelijk merkbaar, * 
Steeds minder kleine dorpjes en nederzettingen en soms maar een enkel huis. De huizen veelal geschilderd in de specifieke kleuren die de Noren vaak gebruiken: rood  of geel.

Dat we zo langzamerhand de poolcirkel naderen is goed merkbaar, De dagen worden erg kort.
Spoedig  zal het overdag bijna niet meer licht worden en zullen het grootste gedeelte van de dag in het donker moeten varen.
Het is een ervaring waaraan je wel moet wennen.
Nog steeds varen we maar met een bemanning van vijf personen.
De kok die voor onderzoek voor zijn gebit naar Oslo moest, hebben wij niet weer terug gezien en zal ons hoogst waarschijnlijk wel na reizen en in een of andere havenplaats weer aan boord komen.
 
Dat de uiteindelijk gevonden ankerplaats niet zo ideaal  was, bemerken we als we willen vertrekken.
Door de relatief grote diepte van  de fjord moesten we veel ankerketting gebruiken. Normaal gebruik je ongeveer drie maal zoveel ketting als de diepte waarop geankerd wordt. 
Het gewicht van de ketting en anker is wel iets te zwaar voor de ankerlier en met veel moeite en tijd krijgen we ketting en anker aan boord.
Iets na de middag zijn we buiten de fjord en moeten we ongeveer 15 mijl buitenom varen om de ingang van de volgende fjord te bereiken.
Het weer lijkt wel aardig, maar de zee en golven zijn knap lastig.
Doordat er een zware deining loopt, veroorzaakt dit veel branding van de zee tegen de rotsen aan de ingang van de fjord. waar we naar binnen willen varen.
Gelukkig loopt het goed af en zijn we weer behouden terug in de luwte van de fjorden.
Maar na de volgende dag het anker te hebben gehieuwd moeten we onze reis vervolgen bij onstuimig weer.
Zelfs in de fjord stuift het water over het schip. Maar gelukkig lopen wij in de namiddag de haven van Aalesund binnen, waar we na veel gezoek geen eigen ligplaats kunnen vinden aan de kade en gaan dan nood gedwongen maar voor anker.
Later op de dag worden we naar een veel betere ligplaats verwezen.
We liggen nu midden in de stad, mooier kan het niet.
Hier hebben we de gelegenheid om verse haring te kopen. De haringen zijn veel groter als wij gewend zijn, te vangen in de Noordzee en het Kanaal en wordt aangeduid als de zgn. sloe haring. Deze scholen haring komen op hun trektocht in de fjorden , waar zij vastlopen en vervolgens worden ze dan met behulp van singelnetten gevangen.
Maar ondanks de grootte van de haringen hebben wij bij het avondeten er toch heerlijk van gesmuld.

Om de reis te kunnen vervolgen hebben we niet de juiste zeekaarten aan boord en moeten we deze hoognodig aanvullen.
Na deze in ontvangst te hebben genomen vervolgen we onze reis.
Ook nu moeten we weer goed uitkijken voor blinde klippen, maar op den duur wennen wij ook hier aan.
Alvorens we 's-middags weer een ankerplaats voor de nacht vinden, hebben we een beug uitgezet.
We zijn toch immers oud visserlui, dus waarom vis kopen als deze in het water rond het schip zwemt…
En met grote verwachtingen halen we de volgende morgen de beug scheep en de vangst is  zeggen en schrijven slechts... één schelvis !
En zoals de vorige dag moeten we ook nu weer een stuk buitengaats afleggen . Ook nu krijgen we onderweg last van veel narigheid, maar we komen ook dit keer weer behouden in de fjorden en meren in de middag aan in Kristiansund.
Hier blijven wij de hele Zondag liggen.
De plaats is niet veel bijzonders, maar de film in de bioscoop van de Wehrmacht geeft ons enig vertier.
Het wordt steeds kouder en de eerder in Oslo ontvangen kleding, komt ons nu goed van pas.

Maandag 20 december vertrekken we weer.
We passeren een 15 meter hoge brug over het water van de fjord.
De wind wakkert flink aan en besluiten de zeilen bij te zetten, waarna we een voortgang  maken van zo'n 10 mijl per uur.
Het geluk is ons nu al een  lange tijd op onze hand geweest . Helaas is dat vandaag niet meer zo.
In de namiddag scheurt het grootzeil  en om erger te voorkomen wordt het met grote spoed neergehaald en wordt er een ankerplaats gezocht.
Het wordt wel wat eentonig. Ieder morgen hetzelfde. Het mooie van de fjorden hebben we nu wel zo'n beetje gezien.
De namen van de fjorden veranderen regelmatig gedurende de reis en nu varen wij in de Trondheimfjord.

Ondertussen is het alweer 21 december geweest.
De herfst is voorbij en het is nu winter.
Maar we hebben nu ook de langste nacht gehad en elke dag zal het iets vroeger licht zijn. Maar of we er hier zoveel van zullen merken is nog maar de vraag.

Omdat het Kerstfeest nadert en om de sfeer aan boord wat te verhogen, zetten we de roeiboot buiten boord. Bemand met drie leden van de bemanning, en gewapend met bijlen, vaart de boot naar de wal om kerstgroen te halen om de verblijven wat in de kerstsfeer te brengen .
En naar Scandinavische gewoonten een kerstboom in de top van de mast te hijsen.
Opgetuigd met boom en al arriveren  wij  in de haven van Trondheim.
Wij verwachten veel post van thuis, daar wij sinds lange tijd geen post hebben ontvangen.
Voor mij persoonlijk loopt het uit op een grote teleurstelling, zeggen en schrijven... één brief !

De volgende morgen krijgen wij bezoek van een Duitse scheepvaart-inspecteur die de eventuele schade aan het schip komt opnemen.
Wij willen de Kerstdagen heel graag in de haven doorbrengen. En zeker niet varend in de fjorden !
Als schade claimen wij het gescheurde grootzeil en wat kleine reparaties.
Mijnheer de inspecteur is schijnbaar geen man die veel met scheepszeilen van doen heeft en wordt ontzettend kwaad.
Wat ging die knaap te keer, zeg!

‘Mensch ,...dasz schiff sollte vor  Weihnachten abfahten!’

In de namiddag moeten we als nog naar een reparatiewerf in een andere haven en het lijkt er op dat we geluk hebben en dus niet alsnog hoeven door te varen..
Ik post wat brieven en bij terugkeer aan boord wacht een van mijn vrienden van vroeger, Leen Kuijt genaamd,  op mij.
Samen gaan we aan wal en belanden 's-avonds in een O.T. lager, waar ik weer andere Scheveningers ontmoet.
Het lijkt er op dat zij over geheel Noorwegen in iedere plaats wel te vinden zijn.



Ik kan 's-nachts van pijn niet slapen door een zwerende ontsteking aan mijn vinger. In de morgen een "ziekte briefje" gehaald en ik vervoeg me in de middag in het Marine hospitaal.
Nadat de dokter mijn ontstoken vinger heeft bewonderd, verzoekt hij mij de volgende dag terug te komen en geeft mij de instructie dat ik dan wel nuchter moest zijn. Dat lijkt me wel moeilijk om zonder eten en drinken naar het hospitaal te moeten gaan.


Wordt vervolgd

Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #609 Gepost op: 11-04-2011, 13:09:42 »

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #610 Gepost op: 11-04-2011, 13:11:03 »


Walkapitein Schut vervoegt zich ook weer eens bij ons aan boord om poolshoogte te nemen omtrent onze reis en van hem vernemen wij dat onze in Oslo gedroste lichtmatroos is gearresteerd.
Ook deelt hij ons mee, dat we  voorlopig met vijf man het  "zaakje" moeten zien te runnen.
Onze kok is na de gebitsbehandeling in Oslo, aan de bemanning van de Elisabeth ( Sch. 196 ) toegevoegd en zal voorlopig op dit schip blijven.
Ook hoeven wij gelukkig de gasgenerator niet meer te gebruiken, aangezien er geen goede kolen meer voorradig zijn.
We krijgen proviand aan boord , maar ook de Marken Tender.
Het aantal sigaretten wat wij ontvangen is weer eens verminderd.
Echt een tegenvaller. Zo komen we nog  van het roken af.!
Zonder er op gerekend te hebben,ontvangen wij ook een Kerst pakket.
Per persoon een fles snaps en dertig sigaretten.
Dit gaf ons meer vreugde dan het ontvangen rantsoen van de Marken Tender.

Na weer een slapeloze nacht vervoeg ik mij de volgende morgen nuchter in het hospitaal. Daar word ik naar de operatie zaal gebracht.
Mijn hele hand wordt met benzine ontsmet en verder met jodium bestreken.
Vervolgens moet ik onder een grote lamp op een operatie tafel gaan liggen en word ik verdoofd.
Wakker geworden zijnde, is mijn vinger zorgvuldig verbonden en is erg gevoelig.
De dokter heeft er schijnbaar goed in gesneden. De pijn is weg, maar ik heb nog wel de smerige lucht van de ontsmetting middelen rond om me heen hangen.

Eerste Kerstdag.
Maar ook mijn vaders verjaardag.
Ik ben met mijn gedachten bij de familie thuis.
Ondanks dat het Kerstmis is, moet ik toch voor controle naar het hospitaal. De dokter verwijdert het verband  en ik zie dat de top van mijn vinger zowat uitgehold is en die wordt weer eens grondig schoongemaakt.
Opnieuw wordt de vinger verbonden, maar is nu opnieuw wat gevoelig.
De walkapitein Schut eet voor de verandering eens bij ons aan boord.
Na een poosje aan de wal te zijn geweest, waar ik weer enkele Scheveningers heb ontmoet, wil ik hen meenemen aan boord. om daar nog wat gezellig te kletsen en een borrel te drinken.
Het is toch Kerstmis !
Jammer genoeg worden zij niet toegelaten omdat we met het schip op een afgesloten terrein liggen.
Ik moet me dan zelf maar zien te vermaken of vroeg de kooi induiken.

Met weemoed denk ik terug aan de vooroorlogse periode als we in de bnateelt met de logger in het Kanaal viste.
Had je dan de pech om met de Kerstdagen niet op Scheveningen te zijn, dan had je in Dieppe altijd het “zaaltje “ waar je terecht kon.
Een initiatief van de gezamenlijke kerken van de Hollandse vissersplaatsen om de visserlui tijdens de zon- en feestdagen, als zij in Dieppe binnen lagen,  hen geestelijke bijstand te verlenen en een onderkomen in de huiselijke sfeer te bieden.

Op 2e Kerstdag brengen we onze tijd door met het bezoeken van Hollandse lotgenoten die bivakkeren in het Admiral Pallast gebouw., wat voorheen een hotel was.
Ik ben op tijd weer terug aan boord, waar ik eenzaam de komst van de rest van de bemanning afwacht.
Aan een, door een lichtmatroos van de coaster Tuko * gebrachte uitnodiging van walkapitein Schut, die schipper en machinist uitnodigt om aan boord van deze coaster te komen, kan niet worden voldaan.
Beide personen zijn afwezig en ik heb geen zin om ze beiden te gaan zoeken.

Op maandag nog geen bericht om te vertrekken.
Ik ga voor controleop nieuw naar het hospitaal en post een paar brieven voor thuis. Het weer lokt niet om de wal op te gaan, maar ik moet
Door de nu kletterende regen smelt de sneeuw en de blubber spettert je om de oren, als er een vrachtauto passeert.
Van de koude hebben we nog niet veel last gehad en we zitten er ook echt niet op te wachten, maar naar het huidige weer hoef je ook niet te verlangen. 

De volgende dag heeft de machinist een minder prettige boodschap.
Hij meldt dat een van de cilinderkoppen is gescheurd.
Ogenblikkelijk wordt de Duitse inspecteur gewaarschuwd en na deze melding persoonlijk de cilinderkop te hebben geïnspecteerd, geeft hij opdracht om de cilinderkop aan de wal te laten lassen.
Of het zal helpen is een grote vraag, wij verwachten van deze reparatie niet veel  en wachten wel af hoe het zich verder ontwikkelt..
Het ziet er dus naar uit dat wij voorlopig hier zullen blijven liggen.

De volgende dagen verpozen we ons met wat bezoeken af te leggen. Wat moeten we anders doen.
Ik zelf moet regelmatig voor controle naar het hospitaal.
De overvloedige regen van de laatste dagen is plotseling overgegaan in een flink pak sneeuw. Alles is ineens mooi wit, maar het waarschuwt ons wel dat het nu echt winter is.

Ondertussen is het alweer vrijdag 31 december.
Oudejaarsdag en avond.
Voor het eerst niet thuis, maar ergens in het noorden van Noorwegen.
Na de dagelijkse controle in het hospitaal krijg ik te horen dat ik ook Nieuwjaarsdag op controle moet komen.
Hebben die marine doktoren nooit eens een vrije dag ?
Gelukkig krijg ik drie brieven van thuis, na een lange tijd niets te hebben ontvangen. En tijdens het lezen van de brieven zit ik op Oudejaarsdag met mijn gedachten bij de familie thuis.
Hoe is het thuis met mijn vrouw en hoe zullen mijn ouders deze jaarwisseling beleven.
Mijn broer gestorven en ik ook al lange tijd van huis !
Aan boord worden de traditionele oliebollen niet gebakken, maar de kok ziet wel kans om een groot krentenbrood te bakken.
De helft van de bemanning gaat 's-avonds de wal op.
Wij verwachten hen in de loop van de avond wel terug aan boord, maar dat gebeurt niet.!.
Ik en de anderen die aan boord zijn gebleven,  zijn hier over erg teleur-gesteld.
Wij hadden  meer collegialiteit verwacht, en zeker op een dag als vandaag.

De jaarwisseling wordt ook in Noorwegen met veel lawaai gevierd.
Precies om twaalf uur een geloei van sirenes en het gebler van stoomfluiten, afkomstig van de in de haven liggende schepen.
Zelf maken we met onze scheepsfluit ook nog wat lawaai, waarna wij elkaar Gelukkig Nieuwjaar wensen.
Het nieuwe jaar, 1944,  is begonnen en we drinken een borrel op de goede afloop.
Wat zal het komende jaar ons voor verrassingen brengen ?

*
In 1943 had Noorwegen ongeveer  3.5 miljoen inwoners. Hiervan was zo'n 20 % wonend in de steden van het zuidelijke gedeelte.
De bevolking dichtheid in Noorwegen was toen ongeveer 13 inwoners per vierkante kilometer  en voor Nederland was dat toen al 400 inwoners.

 
*
De coaster Tuko werd in 1935 gebouwd. Eigenaar Germ Tuil  in Delfzijl.
In mei 1943 onder Duits toezicht voor de vaart op Zweden gebruikt.
In februari 1944 onder Duits toezicht voor de vaart op Noorwegen gebruikt.
In 1945 terug naar de eigenaars in Delfzijl.


Wordt vervolgd
Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #611 Gepost op: 11-04-2011, 13:31:38 »


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #612 Gepost op: 12-04-2011, 08:59:38 »

Het werd 13 januari voor wij uiteindelijk uit Trondheim vertrokken.
Die Duitse inspecteur die ons voor de Kerstdagen  nog wilde laten vertrekken, zal wel lelijk op z’n neus kijken als hij dit te weten komt.
Maar de reparatie kan echt  niet zo snel uitgevoerd worden als iedereen denkt en met al die feestdagen wordt er echt niet zoveel gepresteerd
En misschien saboteren de Noren ook wel een beetje het repareren van de schepen die hier voor de Duitsers varen.
Voor ons was dat niet zo erg. Wij vermaakten ons wel in die tijd met wat bezoeken afleggen, brieven schrijven, naar het postkantoor brengen en af en toe komen we ook wel eens een vriend of kennis tegen.
Zo ontmoette  ik Jan Vrolijk, een goede kennis van me, die schipper was geworden op een drijvende bok.
Ook moest ik nog regelmatig terug naar het hospitaal voor controle van mijn vinger en ik hoefde dan uiteindelijk niet meer terug te komen.
Ik ben blij dat ik er door een dokter naar heb laten kijken. Aan boord had het waarschijnlijk van kwaad tot erger geworden en misschien was het wel op een bloedvergiftiging uit gedraaid.

Maar woensdag 5 januari krijgen we wat afwisseling.
Er ligt nu een behoorlijk pak sneeuw en het is echt winter
De gerepareerde cilinderkop wordt door machine fabriek afgeleverd.
Het lijkt wel of er niets aan is gedaan. De cilinder kop wordt door monteurs en machinist geplaatst en ik moet de machinist bij dit karwei assisteren.
Als alle werkzaamheden zijn gebeurd, wat een paar dagen in beslag nam, laten we de motor proef draaien.
Nu blijkt dat de pakking lekt en de cilinderkop moet opnieuw worden gelicht..
Na weer geplaatst te zijn, draaien we proef met de motor en alles schijnt nu in orde te zijn.

We verkassen naar de overzijde van de werf en meren langzij de Nord 21, ook een van de door de Duitsers gevorderd vaartuigen, Verscheidene van deze schepen zijn schepen voor de binnenvaart.
Hier krijgen we bezoek van drie Finnen.
Het is algemeen bekend dat deze lui, na alcohol te hebben geconsumeerd, erg vervelend kunnen zijn en al spoedig draait het dan ook uit op een knokpartij, waarbij de drie Finnen het onderspit delven en te water raken.
Echt geen lolletje bij deze winterse temperatuur en gelukkig worden zij spoedig uit het water gevist. De ruzie hoort dan ook snel tot het verleden.

En zo zijn er meer dit soort akkefietjes. Zo wordt ik ,op een nacht als ik alleen aan boord ben, wakker van geschreeuw.
Bij het aan boord gaan van hun Duitse vaartuig  wat bij ons in de buurt ligt, is één van de matrozen te water geraakt
Zijn maat alleen kan hem vanuit het water niet op het schip krijgen en na hem te hulp te zijn gekomen, gelukt het ons met vereende krachten.
Ik weet niet hoeveel snaps onze vriend had gedronken, maar zal na dit koude bad wel geheel zijn ontnuchterd.

We verhalen het schip ook weer eens  naar een andere haven alwaar een beambte aan boord komt om het kompas te compenseren.
Het is ook hoog nodig om ook weer eens olie te bunkeren. Bij het bunker station aangekomen, blijken de ons verschafte benodigde papieren hier voor niet in orde te zijn en we krijgen dus geen olie en varen dan maar weer terug naar onze ligplaats.

Om zo standbij te moeten zijn bij al deze soort scheepsbewegingen is echt geen lolletje bij vijftien graden vorst. En... dan  hebbende ook weer eens trammelant in de machinekamer.
Opnieuw een lekkende cilinderkop en met man en macht lichten we weer de kop .
Een nieuwe pakking er tussen geplaatst en de cilinderkop kan weer terug worden geplaatst.
De motor vertoont verder geen mankementen en we maken ons weer gereed om bunkers in te nemen.
Bij de bunker steiger aangekomen, is de bunker plaats bezet door een lossende olietanker.
We zullen nu dus zeker olie kunnen bunkeren, want door de lossing uit de tanker is er weer voldoende voorraad .
Het wachten alvorens te kunnen bunkeren, wordt benut om kompas te stellen, want gisteren zijn er grote afwijkingen geconstateerd bij het compenseren.
Nog regelmatig krijgen we bezoek van Scheveningers.
Waarschijnlijk lopen ze allemaal met "hun ziel onder hun arm" en zijn blij om een praatje te kunnen maken met een dorpsgenoot, om de tijd te doden.
En uiteindelijk is ons vertrek daar en we gaan Trondheim verlaten.
We hopen ook dit maal weer op een behouden vaart.

We komen uiteindelijk na ruim drie dagen in onze volgende haven aan.
Wij hebben bij schemering en bijna geen daglicht gevaren en zodra het donker werd, ten anker gegaan. Maar ten anker liggen is ook niet altijd even veilig.
Op een nacht worden we opgeschrikt door hevige rukken aan de ankerketting.
Het anker blijkt te krabben, mede veroorzaakt door de stormachtige wind en de rotsachtige bodem van de fjord, . We zijn al een heel eind afgedreven.
Gelukkig is de situatie nog niet gevaarlijk. Snel wordt de motor gestart zodat we kunnen manoeuvreren, want het is wel noodzaak het anker te hieuwen en op een betere ankerplaats weer voor anker te gaan.
We blijven ook de volgende dag voor anker liggen en in de nacht vermindert de krachtige wind, zodat we 's-morgens anker op kunnen gaan om onze reis te vervolgen.
Maar een succes is het niet. Zware regenbuien met een vermindert zicht en krachtige deining.
Gelukkig zonder averij, komen we op zondag  16 januari in de namiddag aan in Rörvik.

Het is de eerste keer sinds wij in Noorwegen zijn, dat we 's-zondags hebben gevaren. Na aankomst even de benen gestrekt en bezoeken  het plaatsje.  Veel is het niet. De  grotere plaatsen hebben we allang achter ons gelaten in het zuidelijke gedeelte van het land.

De volgende morgen, zodra het wat lichter wordt, vertrekken we weer bijtijds.
Hoe noordelijker we komen, hoe korter er overdag licht genoeg is om te varen, om zo onnodige risico's te vermijden.
Dit  traject duurt tot donderdag 20 januari als wij in Bodø aankomen. We hebben drie dagen afwisselend overdag gevaren en "s-nacht voor anker gelegen en een nacht in het plaatje Sandnessjoën aan de kade gelegen. In dit plaatsje zien voor het eerst Russen.
Maar ze leven niet in vrijheid zoals wij want het zijn krijgsgevangenen en zijn hier te werk gesteld.

We zijn nu al vier maanden onderweg.
Hoe lang zal de reis nog duren en wanneer kunnen we eindelijk eens met verlof naar huis.?
De nauwe behuizing van een logger gaat op de lange duur ook vervelen en we zien iedere dag steeds weer dezelfde gezichten.

Afwisselend varen we in nauw vaarwater en dan weer eens buitenom op zee.
We zijn zowaar de poolcirkel gepasseerd. Het zal nu wel rap kouder gaan worden.
Tot op heden hebben we nog niet zoveel last van de kou gehad.
Gelogd
demarico
Gast
« Antwoord #613 Gepost op: 12-04-2011, 09:06:16 »


Sch-196,,Elisabeth''
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #614 Gepost op: 12-04-2011, 09:10:13 »

Op donderdag 20 januari  meren we in Bodø.
Hier water getankt en kolen geladen en voor de afwisseling zijn er natuurlijk weer de nodige Scheveningers die met ons een praatje willen maken. De geladen kolen zijn voor eigen gebruik en niet voor de gasgenerator. We zullen toch ook ons potje moeten koken en de verblijven moeten verwarmd worden en hiervoor hebben we ook kolen nodig.
Lang blijven we niet in Bodø. De volgende morgen vertrekken we alweer.
Bodø ligt aan het begin van de Vestfjord, het water tussen het Noorse vastenland en de Lofoten eilanden groep.
In het begin hebben we ruim water, maar na enkele uren wordt het vaarwater steeds nauwer en al spoedig is het zo nauw dat we er amper door durven varen.
We stoppen de motor om ons goed te kunnen oriënteren hoe we nu verder moeten, maar stroom en wind drijft ons op een blinde klip.
We zullen van die klip af moeten zien te komen. Maar hoe ?

We beginnen met de boot buiten boord te zetten en hiermee wordt een licht anker en een tros uitgebracht .
Nu maar eens proberen of het lukt en beginnen de tros in te hieuwen, Echter zonder resultaat. Het schip blijft vastzitten en we trekken het anker naar het schip toe, in plaats van dat het schip naar het anker wordt getrokken.
We proberen het nog eens, maar nu met het zware anker en ook deze poging is zonder resultaat.

Een Noor, die onze vergeefse pogingen van af de wal heeft gade geslagen, komt met zijn eigen boot naar ons toe gevaren en vertelt ons dat het 's-avonds om zeven uur hoogwater is en we dan meer kans maken om vlot te komen.
Nu we toch de boot buitenboord hebben, roeien we naar de wal, om te proberen wat vis te kopen.
Het gelukte ons wonder wel en komen terug met achttien kg. heilbot.
We zullen nu eens luxe vis gaan eten. Vroeger op de logger bij de trawl visserij zouden we nooit dit soort vis als “braadje “ hebben klaar gemaakt en ook zeker niet als een “zootje “ voor thuis mee gekregen hebben.

Wat de vriendelijke Noor ons vertelde, komt uit en rond zeven uur komen we vanzelf vlot. Nu nog snel het anker ophieuwen en de roeiboot weer aan  boord hijsen en de reis vervolgen. We varen bij uitzondering nu eens in het donker tot 's-nachts twaalf  uur en gaan ten anker bij de plaats Franoy.
De volgende morgen in de vroege ochtend vertrekken we weer. We moeten in het plaatsje Leudingen ons melden en krijgen toestemming om de reis te vervolgen en meren in de middag in de haven van Harstad. Ook de zondag en de maandag blijven wij in Harstad liggen.
Nog steeds is het goed weer en we hebben weinig last van de kou, maar wat niet is, kan nog komen !
Ook provianderen we en krijgen weer ons rantsoen sigaretten, wat dit maal ruimer uit valt als wat we voorheen hebben gekregen.

Vertrekken weer eens en het is ondertussen al dinsdag 25 januari.
We doen achtereenvolgens de havens Finnsnes en Tromsö aan.
Bij het vertrek uit Finnsnes voor de verandering maar weer eens wat problemen. De motor valt stop. Oorzaak, waarschijnlijk water in de olie. Snel de olie wat doorgepompt en het euvel blijkt gelukkig verholpen.
Om Tromsö te bereiken moeten we door een nauw vaarwater waar we een sterke  stroom van ca. zes mijl per uur tegen kunnen hebben.
Echter kentert gelukkig het getij en hebben dan het voordeel van de sterke stroming en met een sneltrein vaart passeren we het stuk nauwe vaarwater

Op donderdag 27 januari melden we ons af in Tromsø en vertrekken met bestemming Hammerfest, de noordelijkste stad van Europa.
Halverwege het traject praait een Duitse voorposten boot ons en verzoekt ons om een matroos mee naar Hammerfest te nemen. Na een nacht  voor anker te hebben gelegen, vervolgen we de reis en leggen  die dag 95 mijl af, om in de avond in Hammerfest aan te komen. Een afstand record voor het schip op deze Noorse reis.
Hier is voorlopig het eindpunt van onze tocht vanuit Nederland en vanuit Hammerfest moeten wij in het noorden van Noorwegen de verbindingen onderhouden tussen de hier gevestigde Duitse garnizoenen.

De reis van Hoek van Holland tot aan Hammerfest  heeft ons nu, veroorzaakt door allerlei omwegen ,126 dagen gekost .
Als wij overzee rechtstreeks hier naar toe waren gevaren had het is hooguit zes dagen gekost.

De instructies zijn om voorlopig hier in Hammerfest te blijven.
Het blijkt al gauw dat het verblijf in Hammerfest van korte duur is. Net alleen maar de zondag .
De orders zijn om naar Billefjord af te varen en voor vertrek naar Billefjod krijgen we ook twee Duitse matrozen aan boord die ook naar deze bestemming moeten. Het zijn terug kerende verlofgangers en hebben hier de aansluiting met hun eigen schip gemist.
Hun schip is een dag eerder vertrokken, ook met bestemming Billefjord.
Daar aangekomen zijnde krijgen we te horen  dat wij de lading kolen, die wij vanuit Rotterdam aan boord hebben,  hier moeten lossen. Het schip verhalen we naar de losplaats en een hijskraan begint met de lossing en is  om elf uur 's-avonds gereed met lossen.
Meteen na de lossing vertrekken wij met bestemming Alta, waar we de volgende morgen om 9 uur aankomen. We moeten ook hier een lading kolen laden, wat door Russische krijsgevangenen wordt gedaan.
Het is een marzel dag voor ons, want de inspecteur brengt een tas vol brieven voor de bemanning mee.
Ik ontvang er zelfs veertien stuks. Een zelfs met een foto van mijn vrouw, een brief die zij tien weken eerder heeft verstuurd.
Maar ook minder goed nieuws krijg ik te horen, uit een brief, ontvangen door een der bemanningsleden.
In die brief wordt verteld dat mijn oudste broer door een ernstig ongeluk is overleden.
Ik ben erg geschrokken van dat bericht. Ik kan het haast niet geloven en ben in gedachten bij mijn vader en moeder en ook bij de weduwe en haar kinderen.
Wat zal het een verlies zijn voor die twee oudjes en het gezin van mijn broer.

De belading gaat de gehele nacht door en de volgende morgen vertrekken we met bestemming Sopnes, waar we in de middag aankomen.
De volgende morgen wordt de lossing van de lading gedaan door Duitse soldaten. Met behulp van onze scheepslier wordt er gelost en het gaat hierdoor bedroevend langzaam. De vorige lossing was met een hijskraan en dat ging heel wat sneller.
Weer moeten wij een Hollander meenemen die met verlof gaat en die in de volgende haven weer van boord zal gaan.



Wordt vervolgd


Gelogd
Pagina's: 1 ... 37 38 39 40 [41] 42 43 44 45 ... 72 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!