Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
28-03-2024, 13:50:05
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: http://jolybit.nl De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringen deel 3
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 50 51 52 53 [54] 55 56 57 58 ... 105 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringen deel 3  (gelezen 681169 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #795 Gepost op: 31-08-2018, 07:37:05 »

Het bekijken van schepen rond het haven gebied van Scarborough.

De visserij is altijd al een gevaarlijk beroep geweest.
De zeilschepen waren altijd al kwetsbaar bij stormen en slecht weer, wat zomaar uit het niets kon ontstaan.
Deze hoge zeeën en de verraderlijke stormen konden  elk schip bij de kust in gevaar brengen.
Als de stormen echt heel slecht werden,  hielden de bewoners van de "Oude Stad ", de wacht bij de haven..

Zij trokken dan hun oliegoed aan en zetten hun zuidwesters op en stonden dan op uitkijk bij de voet van het kasteel.
Er was toen nog geen Zeeweg en gebruikelijk stonden zij dan  aan het einde van de Gespreide Adelaarsvleugelenlaan, waar nu een rotonde is.
Zij telden dan de trawlers, die één voor één terug keerden  in de haven.
En plotseling spotte wel één of ander een trawler aan de horizon en schreeuwde dan.... Daar is er weer één !. Zij zouden dan gezamenlijk kijken om een herkenningsteken van dat schip te ontwaren,in de vorm en kleur van de zeilen of de kleuren van de schoorsteen, ingeval van één van de plaatselijke  stoomtrawlers..

Er bestond echt gevaar op zee en de familie stond er niet voor niets.
Zij vroegen zich er wel bij af, of zij weduwe zou worden of een weeskind.
Er zou echt een gevoel van bevrijding zijn, wanneer er een schip binnen liep,.waarop  een familie lid aan boord was. Kinderen renden dan naar de Salmon Steps of naar de Hond en Eendenlaan , om het goede nieuws over de binnenkomst van het schip. aan de familie leden te gaan vertellen.
Deze kinderen werden dan beloond met een paar pennies of een twee pennies munt stuk..

Eens was er nog wel een  wachttoren, die op de kasteel dijk stond.
Deze was van hout gemaakt en was geteerd..
In deze toren keken verschillende mensen uit naar schepen aan de horizon.
Het was daar enigszins warmer  en meer comfortabeler, dan het staan  aan de voet van het kasteel..

Soms kon het wachten weleens vrij lang duren.
In November 1893  was de gehele Scarborough vissersvloot op zee, toen een  stormachtige wind veranderde in een storm met orkaan kracht.. De langzame trawlers  kwamen een voor een weer de haven binnen lopen.
De aandacht werd gevestigd op de trawler "Evelyn and Maud ", die niet was terug gekeerd.
Gelukkig kwam er een bericht, dat zij  opperte had gezocht  in de Bridlington Baai., maar dat bleek later een vals bericht te zijn..

Een zaak  wat niets met een storm te maken had, was bijzonder slecht.
In September 1920 hoorde het schip de  Strathsprey, harde explosies op zee.  Angst groeide , dat het het schip de "Jack Johnson "zou zijn, die in dit gebied was gezien..
Het wachten in deze zaak was schrikbarend.
De trawler had voor slechts enkele dagen provisie aan boord en werd niet direct binnen enkele dagen , in de haven terug verwacht.. Uiteindelijk  werd angst vervangen door somberheid, daar het schip niet terug keerde.
De Jack Johnson was op een mijn gelopen, die was overgebleven  uit de Grote Wereld Oorlog.
Nog moesten de families  nog dagen lang wachten , voor de realiteit bekend werd.

Soms was de hoop reeds verloren gegaan, als goed nieuws Scarborough  bereikte.
De bemanning van het schip de Lord Collingwood, hadden dagen lang rond gedreven nadat  hun schip tot zinken was gebracht  door een Duitse U boot in Februari 1917.
Uiteindelijk werden zij gered en het nieuws werd aan Scarborough doorgegeven.
Maar het lange wachten was traumatisch voor de bemanning in de reddingsboot, met het beschikbare water en voedsel in de koudste maand van het jaar.

Zelfs als er een schip wel terug keerde,  kon er slecht nieuws zijn.
Als de vlag op het schip half stok was gehesen, duidde dit aan, dat er een lid van de bemanning was gestorven..
Vaak werden mannen over boord geslagen tijdens een storm..
Er was vaak geen kans van een redding, daar de visserlui zware waterdichte laarzen droegen.. Dat was ook de reden dat zij zich nooit zorgen maakten, om te leren zwemmen..

Af en toe kon zo'n drama vanaf de wal worden waargenomen.
Als er een schip naar de kust werd gedreven, zou zij vaak in de omgeven van het Spa hotel stranden, nadat het schip de haveningang had gemist..
Reddingen werden door honderden toeschouwers vanaf de kust en de kliffen gade geslagen..
In Oktober 1880 strandden er verschillende schepen op dezelfde dag. Dit bracht de bevolking van de stad naar buiten, om het spektakel te kunnen zien.. Toen de reddingboot  verloren ging bij het Spa hotel in 1861. aanschouwden honderden toeschouwers  de heldhaftige redding pogingen.
De visserlui bemanden vaak de reddingsboot, zodat de families angstig  hun veiligheid bekeken.
De menigte keek naar de reddingsboot, die in actie zou komen en vaak voelden zij de druk , dat een lijnwerper meer nuttig werk zou kunnen doen.

Het volgende juiste verslag verscheen  in de krant , de Scarborough Post in 1851.
Het toonde een puur verslag en hulpbetoon met wat de Oude Stad voelde, toen er schepen terug keerden, waarvan gevreesd was, dat zij verloren waren gegaan.

Tijdens de storm van de 25e September 1851
Talrijk waren de angstige voorgevoelens van de buurt bewoners, voor de veiligheid van de arme visserlui in hun kwetsbare en door de storm overvallen  vaartuig en de spanning was pijnlijk die zij moesten verduren tot  er berichten werden gehoord of hun  beminden thuis gezegend zouden worden met het aanschouwen van de terugkerende echtgenoot, vader, broer of zoon..
Op een Zondag middag, een week of meer  dagen  hierna, liep één van de laatsten, van de vermiste schepen, de haven binnen..
Wij herinneren het nog goed. hoe, toen het kleine scheepje het havenhoofd rondde en veilig de haven binnen liep, de harten van allen die deze aankomst meemaakten, scheen  te doen aanzwellen  met een verrukkelijke emotie van  uiting van een hartelijke toestand van welkom, aan de verstoorde onderlinge contacten.
Maar de klokken van de vereerde Heilige Maagd Maria,  herinnerden hen er allemaal aan, net op tijd, van de passende aangeboden gelegenheid, om  hun dankbaarheid toe te schrijven en te tonen, aan Zijn genade voor Hem, die inderdaad waardig is meer te ontvangen, dan dat wij terug kunnen  geven.

Hechte woongemeenschappen.
De vissers families waren erg hecht aaneengesloten..
Iedere man die het leven liet,was waarschijnlijk verwant met verschillende andere families.
De vissers gezinnen klitte aan elkaar.. Vijf van de zes van de  overlevenden kinderen,. huwden binnen de gemeenschap..Op deze wijze, waren de families hecht met elkaar verbonden,.
De Oude Stad in Scarborough, leek en voelde aan als een dorp.
Het was heel anders , dan de rest van Scarborough.. De vissersgezinnen keken uit op de zee.
Zij negeerden de leefgemeenschappen in de stad..
Er bestaat een verhaal van een  jong meisje uit de vissers gemeenschap, die verkering had  met een man , uit de middel klasse van de bevolking.
De moeder van het meisje, ontmoette eens de lieveling van haar dochter en sloeg hem om de oren met een grote kabeljauw..
De man in kwestie, heeft nooit meer dat kostuum kunnen dragen, wat hij bij de ontmoeting droeg.
Zelfs de stomerij kon de vislucht niet uit het kostuum verwijderen.
De verkering bleek wel hecht en hij trouwde met het meisje, maar de familie accepteerde de man niet..

Af en toe, trouwde er wel eens een meisje buiten de vissers gemeenschap..
Maar bij een huwelijk, verloor zij haar familie naam.
Vaak werd de familie naam gevolgd door een midden naam..
Veel mensen uit het plaatsje Filey, hadden midden namen., zoals Cammish of Jenkinson..
Vaak wilden jongens niet herkend worden door hun vaders naam..
Zij bleven wel in de vissers gemeenschap,.maar verloren hun familie naam..

Op de 2e December 1921 publiceerde het nieuwsblad Mercurie een verhaal, wat gevoeld werd als een merkwaardige toevalligheid.
Twee echtparen ( Dhr en Mevr. Gray en Dhr. en Mevr. Thomson ) vierden hun 50 jarig  huwelijk , maar beiden echtparen, hadden een ouder op zee verloren en beiden hadden 9 kinderen.
De vader van mevr. Thomson, dhr. C. Harwood, was een scheepstimmerman, die met een roeiboot zijn leven verloor toen hij met een roeiboot de zee op ging, om een schip de baai in wilde  beloodsen.
Dhr. Gray keek uit naar zijn vader, een loods uit de plaats Whitby, die het leven verloor, toen zijn roeiboot zich met water vulde en hij trachtte om naar de wal te zwemmen, maar te pletter werd geslagen tegen het havenhoofd.
Verdrietig was, dat zulke verliezen niet opmerkelijk waren.
Het waren dit soort verliezen, die de vissers gemeenschap tezamen bracht..

Visserlui zijn anders.
Zij denken ook anders..
Zij aanschouwden de grootste gevaren en er werd gedacht dat zulk soort verliezen, de gemeenschap zelfs sterker maakte..
De andere mensen binnen de stad Scarborough begrepen dat gewoon niet.
Dat gevoel van  gemeenschapszin bestaat nog steeds, tot vandaag aan toe en het staat in grote tegenstelling met het gemis aan  gemeenschapszin, binnen de andere gebieden in de stad ,die er van beroofd en gereduceerd zijn..

Einde.
 
 
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #796 Gepost op: 03-09-2018, 07:49:05 »

De Filey tragedie-   deel no.1

Verliezen op zee.

Het risico ten gevolge van de zeevaart, is schrikbarend.
Nu, met wat rechtvaardiging , claimen de bewoners van de plaats Filey, dat er geen enkele maritieme gemeenschap, proportioneel zoveel mannen heeft verloren , als zij hebben verloren..
Ons onderzoek van de Jenkinson familie alleen al, heeft een overdonderende catalogus van doden op zee, opgespoord.
Een bezoeker van het kerkhof St.Oswald in Filey kan niet anders dan te worden verplaatst,  door de vele opschriften op de grafstenen die zulke familie verliezen vermelden..
Wandelend van West naar Oost, zult u de volgende bewijzen vinden van de prijs die de Jenkinsons hebben betaald voor hun kostwinning..

Ted en George Jenkinson. Verdronken op zee  op de 25e November 1925.

William R. Jenkinson. Verdronken bij Primrose Valley op 29 Juni 1948.

Ross Jenkinson, verdronken op zee, op 29 Oktober 1880. in de ouderdom van 38 jaar..

William Jenkinson in de ouderdom van 43 jaar.

Richard Cammish Jenkinson, in de ouderdom van 26 jaar.

Thomas Castle Jenkinson, in de ouderdom  van 15 jaar. Gedood door een explosie op zee op 15 April 1919.Op de grafsteen stond verder vermeld........
.....Ofschoon de dood ons scheidt, klemmen zich de zoete herinneringen vast !

George Jenkinson. Verdronken  bij Filey Brigg. 16 Januari 1874 in de ouderdom van 27 jaar.

Thomas William Jenkinson. Gedood op zee op 25 Juli 1914 in de ouderdom van 50 jaar.
Ook zijn zoon George verdronk op 5 December 1907, in de ouderdom van 20 jaar.

Edmond Ross Jenkinson. Verdronken op zee  op 28 April 1892 in de ouderdom van 30 jaar.

William Jenkinson verdronken op zee op 2 November  1861 in de ouderdom van 32 jaar.

George Jenkinson. Verdronken op zee in de Filey Baai met de sloep "Mary "op 14 December 1896  in de ouderdom van 20 jaar.

Matthew Jenkinson. Verdronken in het Boston Deep op 3 Juli 1849 in de ouderdom van 32 jaar

Matthew Jenkinson. Verdronken in Filey Baai. op 1 December 1863 in de ouderdom van 31 jaar.

John R Jenkinson, geboren in 1862, Robert Jenkinson, geboren 1890, George F.B. Jenkinson, geboren 1897. Alle drie verdronken bij het "Research "ongeval op 25 November 1925.  *

James H.N. Jenkinson , geboren 1882 . Verdronken op zee..

Dit toont slechts een klein deel van de verliezen van de Jenkinson familie.
Ontelbare Jenkinson dochters,  trouwden in bij de Cammish, Cappleman ,Colling,  Johnson,  Mainprize, Ross en Scales families.
Om er slechts een paar te noemen en al deze namen verwijzen naar gelijkwaardige tragische grafstenen..
Er kan geen enkele  persoon bestaan hebben in de Filey visserij gemeenschap. die niet in veel gevallen op zijn minst een dichtstbijzijnd familie lid, op zee heeft verloren , zoals wij zullen zien.
Eén enkele familie kon diverse mannen verliezen, bij een enkel ongeval.

Het register van de St. Oswalt begraafplaats registreerde alleen de doden op zee,  als er een lichaam gevonden was.
Wij hebben dit kunnen vaststellen, door vergelijking tussen de registers en de grafstenen op de begraafplaats St.Oswald.,wat alleen verwijst naar een dood door verdrinking.
De meeste lichamen werden nooit gevonden.
Bijvoorbeeld., wij betwijfelen of 20 of meer Jenkinson's  dan wij weten, die de dood op zee  gevonden hebben , het juiste aantal is..
Aantekeningen op grafstenen en in de lokale kranten artikelen, zijn de enige klare bronnen voor de vaststelling van een dood door verdrinking. maar niet iedereen werd  vermeld op een grafsteen en in de kranten,  die wij  bekeken hebben , wordt dit maar gedeeltelijk aangegeven..
Dit kan waarschijnlijk het antwoord geven op het mysterie van een zekere vrouw Jenkinson op onze levensboom, welke alleen maar geboorten aan gaf en in de volkstelling terugkeerden als kinderen..waarvan het latere leven niet kon worden bepaald.

Het is mogelijk , dat zij uit de plaats vertrokken zijn , misschien naar Scarborough of Bridlington, waar wij van weten, dat er zich daar  wat Jenkinson personen uit Filey hebben gevestigd..
Het is ook mogelijk dat er sommigen, de dood hebben gevonden op zee. en waarvan de lichamen  nooit zijn gevonden..
Misschien zijn zij mijlen verder aan land gespoeld en zijn begraven  in een verre begraafplaats als "een verdronken man "
De zee kan uiterst onvoorspelbaar zijn met verdronken lichamen.
Kapitein Smith vertelde ons hoe zijn oom, Jack Bell en Tom Cappleman uit Filey, beiden verdronken bij het havenhoofd van Scarborough, toen hun roeiboot door een golf werd omgesmeten, rond 1890.
Tom, geschoeid met zijn zware lederen zeelaarzen, zonk meteen weg en werd direct gevonden.
Jack echter, werd pas negen dagen later gevonden, een mijl zuidelijker dan de plaats van het ongeval , waar nu ongeveer het zwem bassin is.
Hij kon alleen nog maar aan zijn trui worden geïdentificeerd..
Lichamen konden over grote afstanden door de zee worden verplaatst.
Op 28 September 1903 werd het lichaam van Leonard Mainprize uit Flamborough, uit zee geborgen en kon worden geïdentificeerd in Scarborough, wat 20 mijl noordelijker ligt..
Hij was sedert een maand vermist.
Zijn vader verdronk gelijk met hem en werd bij Flamborough gevonden.( volgens de Nellists Almanac uit Filey. ).

De zee claimt levens in de meest ongebruikelijke omstandigheden.

George Matthew Jenkinson ( 1886-1907 ) werd eens afgesneden door het inkomende getij aan de voet van de Gristhorpe Klif bij de Castle Rots., ongeveer drie mijl Noord West van Filey.
Zoals velen anderen Jenkinsons, zelf zij , die regelmatig naar zee gingen, kon niet zwemmen.
Zijn dood op 5 December 1907, werd vermeld in de krant Filey Post, op de 14e December.

Van de rotsen gespoeld bij Filey.

Op een vrijdag,  onderzocht dhr. Luke White, een lid van de regering,.de lijkschouwing naar het lichaam van George Matthew Jenkinson, die door het getij was afgesneden, toen hij bezig was om zee slakken te zoeken op Donderdag, en wiens lichaam op dezelfde avond nog werd gevonden.

Sarah Ann Cappleman, uit de Mitfordstraat no.25 in Filey, een visserman, zei , dat het lichaam wat onderzocht werd door de jury, dat van George Matthew Jenkinson was uit de Reynoldstraat no. 1, een caddy  uit de golf sport, van 21 jaar oud.
Hij was de zoon van Thomas William Jenkinson, een visserman, waar hij op dat adres woonde.

John Coley uit de Queenstraat in Filey ook een visserman  zei, dat hij op Donderdag morgen rond 8 uur in de ochtend, naar de Red klif ging.
De overledene  ging er heen om zee slakken te zoeken en de  getuige ging flitters  zoeken.
Ongeveer  anderhalf uur later, zag hij de overledene op de rotsen lopen, terwijl het tij al opkomend was..
De getuige rende naar het strand om de overledene te waarschuwen en toen hij dicht bij hem kwam, schreeuwde hij hem toe  dat hij overspoeld zou worden en dat hij van de rotsen af moest komen.. De overledene  schreeuwde dat het tij  al te ver was en dat hij niet meer aan de wal kon komen. en hij probeerde het nog wel en kwam in een mui terecht en stond tot borst hoogte in het water.
Getuige was ongeveer 60 tot 70 meter van hem verwijderd..De overledene  keerde terug en klom op een hoge rots..
Getuige schreeuwde hem toe dat hij hulp ging halen. en rende de klif op naar de Allison boerderij en vroeg daar de bewoner om naar Filey te gaan, om er te proberen een boot te krijgen., wat hij ook deed.
Op Donderdag ging getuige weer de rotsen op met anderen, om het lichaam te zoeken van de overledene, die uiteindelijk werd gevonden  door William Wright om ongeveer  kwart over tien in de avond.
William Wright was 18 jaar oud.
William Wright  uit de Mitford Straat in Filey was een bediende in een winkel voor scheep uitrustingen.
De jury beoordeelde de doods oorzaak  met  een "Dood door  ongeval ", veroorzaakt door verdrinking bij het inkomende getij..

wordt vervolgd

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #797 Gepost op: 05-09-2018, 08:13:13 »

De Filey tragedie.    deel no. 2

De Begrafenis.

Ten gevolge van de zielige aard van het noodlottig ongeval en aan het feit dat de overledene  goed bekend stond in de stad, werd de begrafenis op Zondag middag  bijgewoond  door vele honderden rouwklagers..ondanks een storm, gepaard gaande met zware regen buien..
Het koor van de Eenvoudige Methodisten kerkgemeenschap, liep voorop in de processie, op weg  naar de parochie kerk en zij zongen gezangen tijdens deze tocht.
De kerk zelf was overvol.
Hier hield  de voorganger van Filey (ds. Apocoperen, de begrafenis preek en ook later aan het graf sprak  ds. H.Oliver ( toezichthouder van de Eenvoudige Methodisten ) die vanaf een katheder een grafrede hield.
Er waren veel mooie kransen.

Zeven jaar later, op de 25e Juli 1914, een week voor de eerste W.O. begon, werd zijn vader , Thomas "Crow "Jenkinson  ( 1865-1914 ) gedood bij een ongeval  op de stoomdrifter "Pride of Filey " en de krant Filey Post van 1 Augustus 1914 publiceerde een verslag van het ongeval..
De schipper Isaac Ross en de stuurman Thomas William Lewis, beiden inwoners van het plaatsje Filey, vertelde bij het onderzoek van de lijkschouwer, hoe de slachtoffers gedood waren..
De netten werden door middel van een rol scheep gehaald.
Het schip had last van de zware zeegang en maakte een zware slingering over bakboord.
De reep ** kwam  uit de kluis en het plotselinge wegvallen van de spanning, . veroorzaakte , dat de reep zich naar het voorschip verplaatste, waarbij het Thomas William Jenkinson op de hoogte van zijn maag trof en hem tegen het dek sloeg..
Hij stierf een paar uur later aan een hersenbloeding in het Scarborough Hospitaal.. door dat de achterkant van zijn schedel gebroken was door de val.

Zoals de meeste visserlui,  behoorde ook Thomas William Jenkinson  bij de groep geloofsgenoten van de Eenvoudige Methodisten,
De voorganger van Filey, dominee A.N.Cooper werd geassisteerd bij de begrafenis door de toezichthouder van de Eenvoudige Methodisten, zoals ook was gebeurd bij de begrafenis van Thomas zijn zoon, George, zeven jaar eerder.

* Dit ongeval zal afzonderlijk worden behandeld.

** In het verhaal wordt gesproken over een "rope ".Ik ben niet op de hoogte van het binnen halen van de reep op de toenmalige haring sloepen.
Zover ik het uit het verhaal op kan maken werd de reep ongeveer midscheeps aan SB binnen gehaald en lag het schip zelf, dwars op de wind en golven.
Hierdoor ook de zware slingering over BB..

Einde


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #798 Gepost op: 06-09-2018, 07:43:44 »

Stoomdrifter "The Research "
Gezonken met opvarenden uit Filey aan boord.

De meest bekende tragedie in de Filey geschiedenis moet het "Research " ongeval zijn , wat op 25 November 1925 plaats vond.
Het wordt nog steeds herinnerd door de mensen, die wij spraken..
Door stoom aangedreven vissersschepen  waren zelden betrokken bij stormen en noodweer, op dezelfde manier waarin de oude zeil luggers en yawls er bij betrokken waren., maar op deze uitzonderlijke dag werd de kust getroffen door een sneeuwstorm, toen de stoomdrifter"Research " naar de haven van Bridlington stoomde.
Drie hoge golven  troffen het schip en het schip  zonk al heel snel met haar negen koppige bemanning.
Acht van hen, waren inwoners van het vissersplaatsje Filey en vijf personen hiervan, behoorden   bij één familie.

Het hoofd van deze familie was John Robert Jenkinson ( 1862-1925 ) en stond algemeen bekend als "Jack Sled". .Zijn familie  was betrokken bij de tragedie.

Zijn half broer was "Dick Sled " , zijnde Richard Cammish Jenkinson ( 1846- 1918 ), wiens zoon en twee kleinzonen, verongelukten, toen  het schip "Emulator " op een Duitse mijn liep op 15 April 1919.

Richard Cammish Jenkinson's kleinzoon, Thomas Jenkinson ( !896-1915 ) werd gedood bij vijandelijke acties aan het Westelijke Front op 25 April 1915., tijdens de 1e W.O.

Jack Sled's eigen zoon, James Henry Newby Jenkinson ( 1882-1911 )  vond de dood bij Ravenscar op 13 December 1911, op een leeftijd van 19 jaar.
Hij met nog twee mannen waren aan het vissen met de zegen op haring met hun open haring zeilsloep  "Swanland Hall ", bij de kust van Ravenscat, op 13 December 1911., toen het schip kapseisde..
"Jack Sled "die het geluk had om in de sloep te kunnen blijven zitten., dook het water in en trachtte  alle drie bemanningsleden weer op de omgekeerde boot te krijgen..
Hij was een goede zwemmer, maar hij slaagde er in, één van de bemanningsleden op de omgekeerde sloep te krijgen, maar het andere bemanningslid liet de kiel van de sloep los en viel terug in de zee..
Zijn zoon James en een andere man, George Scales verdronken bij dit ongeval..

Droevig, dat James Henry Newby hierbij de dood vond, zijn verloofde Mary Ellen Jenkinson ( geboren 1895 )  achterlatend met een kind en het nieuws over zijn verdrinking veroorzaakten geboorte weeën.
Zijn nagelaten dochtertje werd kort hierna geboren.

"Jack Sled " had vrij regelmatig stoomdrifters gehuurd, maar de "Research " was iets aparts.
Het was een slechte zaak met een afgewerkt schip.
Kapitein Smith vertelde ons.... Jaren later  was het ongeval een veelvuldig terugkerend onderwerp van conversatie binnen de Filey vissers gemeenschap..
Veelvuldig werd er gezegd dat de "Research "nooit naar zee had mogen gaan..
Terence Collins vertelde ons van een hedendaags vonnis van haar onzeewaardigheid...
In de Filey Baai, bij windstilte, kon je je handen wassen, in het schroefwater, achter haar achtersteven.

De laatste mannen uit Filey, die de bemanning van de "Research " nog levend hebben gezien, waren waarschijnlijk "Denk" Major en Mark en Rueben Scotter..
Zij waren aan boord van een stoomdrifter die naar de kust stoomde, met het oog op verslechterde weer condities.
Toen zij de "Research "op zo'n 50 meter passeerden, schreeuwde Rueben,... "het wordt tijd Jack,  dat jij naar binnen stoomt.. Zoek de veiligheid "
De bemanning zwaaide nog gedag naar "Denk "en hij zwaaide terug.
Binnen een uur waren het schip en de bemanning vergaan..

Het is vrijwel zeker,  dat de drifter met haar bodem op de "Smethwick Sands"liep,  een grote  zandbank in de Bridlington Baai..
De zee zou haar heel gemakkelijk  stuk slaan, als zij daar vastgelopen was..
Ironisch genoeg, ....als zij verder uit de kust was gebleven, in dieper water, had zij waarschijnlijk veiliger geweest en zou de ramp hebben overleefd.

"Jack Sled "verdronk bij het "Research "ongeval met zijn zonen Robert "Robin "Jenkinson ( 1890-
1925 ) en George Featherstone Baxter Jenkinson ( 1897-1925 ). Beide mannen waren gehuwd..
"Robin "had zes kinderen.
Ook verdronken zijn beide schoonzoons, n.l. George J Crimlisk en William Cappleman., die gehuwd waren met zijn dochters  Jane Baxter Jenkinson en Lilian Jenkinson ..
Door een ironisch geluk, zou ook de enige andere zoon van "Jack Sled " de dood hebben gevonden, als hij niet ziek was geweest.
Hij stierf pas in 1958 en wij waren nog is staat om met zijn weduwe te spreken,n.l.  Rhoda Margaret Jenkinson, die ons heel prettig heeft ontvangen  , toen wij haar in 1983 in Filey bezochten..

Ergens in St. Oswald Kerk hangt een bord, waarop de namen vermeld staan van de visserlui uit Filey, die op zee gebleven zijn en waarvan de lichamen nooit zijn terug gevonden.

Er staan negen Jenkinsons op. Zeven personen van hen, behoorden tot de familie van "Jack Sled ".

Zijn weduwe,Fanny Elizabeth Jenkinson, wonende in de Mitford Straat 41, werd op 30 Maart 1939 op het St. Oswalds kerkhof begraven..
De details van haar  bewogen leven werden  uitgebreid vertolkt in een eigentijdse verslag over haar begrafenis, in de lokale krant..
Het uitknipsel er van wordt nog steeds bewaard  door haar schoondochter, Rhoda Margaret Jenkinson ( geboren Scotter ), weduwe van John Robert Jenkinson, en werd ons getoond, toen wij  haar in Maart 1983 ontmoette..

De zee nam haar familie weg.  Een manhaftige vrouw uit Filey.
Er zullen weinigen van het vissers volk van Filey afwezig zijn geweest bij de begrafenis  van Mevr. F.E. Jenkinson, bij wie de zee haar echtgenoot van haar af nam, drie zonen, een kleinzoon en de echtgenoten van twee van haar dochters.
Precies 75 jaar geleden, werd Mevr. Jenkinson in Filey geboren.. Zo'n twintig jaar later  trouwde zij met een plaatselijke vissers jongen en voedde een gezin op  van 10 kinderen, vier jongens en zes meisjes.
( John Robert Jenkinson , een visserman van 19 jaar oud, zoon van Robert Jenkinson, trouwde Fanny Elizabeth Baxter, 19 jaar oud, dochter van William Baxter, op 9 April 1882 in Filey St.Oswalds.. Daadwerkelijk  had zij vijf zonen en vijf dochters..
Net voor W.O. no. 1 , werd een van de jongens, die met zijn vader in een roeiboot aan het vissen waren , overboord gespoeld en werd nooit terug gevonden.
In  1925 zonk de stoomdrifter "Research " met haar gehele bemanning bij Flamborough Head en nam hierbij Mevr. Jenkinsons man, twee van haar zonen en twee van haar schoonzonen mee in de diepte..
Mevr. Jenkinson wanhoopte nooit..  Zij wendde zich tot haar  twee dochters om ze te troosten, die beiden hun man hadden verloren.
Zij had altijd een opgeruimd karakter zoals een standvastige vrouw dat heeft... Ofschoon de schok van haar verlies verschrikkelijk was, weigerde zij zich er aan toe te geven...... zij was een geweldige vrouw.
Haar grafschrift op de familie grafsteen in St. Oswalds kerkhof spreekt droevig over haar en over anderen  ontelbare nabestaanden vrouwen van de Filey vissers gemeenschap..
............ "Zij moesten veel ondergaan, maar klaagden niet "

Twee Jenkinson broers, Ted en George Jenkinson, verre neven van de "Sled "familie, vonden ook de dood bij de ramp van de "Research." Zij waren kleinzonen van de wel bekende  Filey persoonlijkheid "Jossie Buggins ""
George Burton herinnert zich nog de twee jongens.
"Teddy Fat "was ongeveer 21 jaar oud op de moment van zijn dood.
Hij droeg altijd een grijze sjaal rond zijn kaken en had altijd een grote pruim achter zijn kiezen en rookte op hetzelfde moment een woodbine sigaret..

George, slechts 16 jaar oud, was erg rustig.. Hun dood werd  zwaar gevoeld in de familie. Er wordt zelfs verteld,  dat hun moeder, Liz Chapman, nooit meer de voordeur op slot heeft gedaan van hun huis aan de Spring Road. omdat zij er in geloofde dat hij op een dag nog eens terug zou keren..
Twintig jaar lang, werd het verlies in de familie  nog herinnerd..
Wij vonden deze aanwijzing in de Filey Nieuws krant van 1 December 1945.

" In Herinnering    Jenkinson.   
In liefhebbende herinnering aan onze twee dierbare zonen., Ted en George, gestorven op zee op 25 November 1925.
Altijd in onze gedachten.
Van Moeder, Vader, Broer en Zuster.

Einde.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #799 Gepost op: 07-09-2018, 07:37:31 »

De vroegere trawlers                     Yarmouth en Barking en Brixham.   deel no. 1

Yarmouth was de wieg van de boomkor .
Van deze beroemde oude haven vertrokken de eerste smack's, die met een boomkor waren uitgerust en het werd het hoofdkwartier van de grote zeilvloot, die de Noordzee bewerkte..
In de snelle  en verbazingwekkende ontwikkeling, wat plaats gevonden had in connectie met de diepzee visserij tijdens de laatste kwart eeuw, geen enkele haven had bijgedragen in grotere veranderlijkheid dan de stad wiens haven de rivier de Yare is..

Tegen het einde van de veertiger jaren waren er niet meer dan vier of vijf trawlers, die uitvoeren vanuit Yarmouth.
Minder dan twintig jaar later was het aantal gegroeid tot 150 stuks.
In 1887, toen zaken hun hoogtepunt hadden bereikt, voeren er vier vloten smack's vanuit deze haven en ongeveer 3000 mannen en jongens waren werkzaam op deze schepen.
De belangrijkste figuur  van de bedrijfstak op dat moment, was dhr. Samuel Hewett, die zijn leven was begonnen als jongen op een visserij smack.
In 1863 was hij de bezitter van vijftig tot 60  trawl smack's en transport kotters voor de afvoer van de vis. en  besteedde jaarlijks £ 20.000 aan lonen en scheepsproviand..
Hij was ook de bezitter van  een half dozijn beug schepen, die schelvis, kabeljauw en wijting vingen, maar hij wilde deze  schepen afstoten, omdat de trawlers meer geld opbrachten..
De tijd kwam er aan en was niet ver meer verwijderd, dat de stoomschepen de trawl smack's zouden vervangen, zoals ook de beugschepen waren vervangen..

De plaatsen Barking  en langs de rivier monding van de Thames, waren erg intiem verbonden met de vroege dagen van de trawl visserij, maar weinig was er geleerd van de positie welke de stad had als een vissers plaats , anderhalve eeuw geleden..
Bij het begin van de negentiende eeuw echter, waren Barking, Greenwich en Gravesend geklonken vissersschepen aan het bouwen, om te worden ingezet voor de Noordzee visserij. en in 1852 had de plaats Barking niet minder dan 134 schepen die de trawl visserij uitoefende en 46 smack's die met de beug visten op schelvis en kabeljauw..'
Twintig jaar later was Barking opgehouden te worden gerekend als een vissers haven.   

Barking en Brixham *maakten aanspraak op de vernieuwing van het ontstaan van de trawlvisserij  op dieper water.,
Er was veel onenigheid over het punt, wat nooit naar tevredenheid werd opgelost, nog is het geloofwaardig,  dat trawlers uit  Brixham en Barking er zeker bij waren bij de eerste schepen, die deze vorm van visserij toepasten en hun grootspraak, dat zwaarlijvige kleine vissers smack's aanwezig waren bij de eerste vissers op de Doggersbank...

De vroege trawler was een schip van 30 tot 50 ton., met een bemanning van zeven koppen, bestaande uit mannen en jongens..
Zij werden met een loon betaald. De schipper  kreeg 5 %  van de besomming.
Er bestond een vaste regel, dat de smack niet verder ging dan de Doggersbank, maar viste op de zuid flank van de bank en rond de Botney Trog, 80 mijl  verwijderd van Yarmouth.
De schepen visten op een diepte van 18 tot 23 vadem en de grootste diepte was 40 vadem in de Silver Pit. en een gemiddelde goede dag bij het vissen, leverde een ton vis per smack op..
Ik kalm weer haalden de schepen maar weinig vis op. Een behoorlijke vangst werd scheep gehaald bij een goede wind en bij een storm weer, vingen zij niets.
De trawlers bleven zes weken op zee, ofschoon de smack's uit Barking twee maanden op zee bleven..

Een gemiddelde goede dag vissen leverde een ton vis per smack op.. Een ton vis bevatte ongeveer 3 cwt tong ( 150 kg ) en een halve ton schelvis ( 500 kg.) en de rest bestond uit schol en wijting en een paar tarbotten , en paar grieten en erg weinig kabeljauw..
Een goede visgrond had een zachte  bodem en de smack mensen wisten uit de praktijk, wanneer zij op een rotsachtige bodem kwamen.
Bij goed weer werden korte trekken gedaan van twee of drie uur.
Met zulke trekken was de vis nog levend, maar de meeste vis kwam dood aan dek en hoe langer de trawl over de bodem sleepte, hoe slechter de kwaliteit van de vis was..
De vis veranderde van plaats, afhankelijk van het seizoen. Bij zeer koud weer, zocht de vis dieper water op. en bij mooi weer  gingen zij naar ondieper water en dhr. Hewitt, toen hij bij de Hollandse kust viste, bij hoog zomer, zag daar tarbot zwemmen op een paar inch onder de water oppervlakte.

Als regel viste de trawlers vier  à  vijf uur met het tij mee..
Het tij liep met een snelheid van  twee tot twee en een halve mijl per uur en het schip dreef nog eens een mijl tot anderhalve mijl met de stroom mee, door de zeilen.
Normaal weer, met twee gereefde zeilen, kwam het schip het beste uit..
De totale  bruikbare snelheid was ongeveer drie en een halve mijl per uur, met tij en wind echter wat sneller, was wenselijk was voor de vangst van tong en sneller was nog goed voor schol en schelvis.
Het was onmogelijk om tegen het tij in te vissen, daar de buik van de trawl dan zou worden opgelicht..
De eerdere trawl ervaringen  toonden dat aan, Hoe meer de bodem werd omgeploegd, des te beter was de  opbrengst er van..
Trawlen verstoorde en beroerden de bodem en bracht  insecten omhoog en wat de vissen voedsel leverde. Een trawlerman uit Hull verklaarde, dat de vis de trawl volgde, zoals een vlucht kraaien, om die verstoorden insecten te vangen.

Ik vergelijk bijna  de trawlvisserij met een landbouw bedrijf., zei eens een trawlerman uit Yarmouth.
Je ploeg het veld om en haal alles wat slecht is er uit en je verwacht dat je elk jaar een betere oogst heb
Zo is dat ook met ons.
Wij verstoren de grond en de verontreiniging komt er van onder vandaan en de vis is in staat er bij te komen.
De trawl met een 36 voet boom ( +/- 11 meter )  werd het meest bruikbare bevonden door de visserlui uit Yarmouth, die visten in sterke stromingen, die langere bomen zouden doen breken.
De langere bomen werden door smack visserlui van de Noord-Oost kust van Engeland gebruikt en zij werden door de visserlui uit Yarmouth "zee harkers "genoemd..

In de vroegere jaren, aan het begin van de bloei periode van de trawl visserij,  werden soms verbazingwekkende vangsten gedaan., omdat er nog vergelijkbaar weinig boom vissers aan het werk waren in een bepaald gebied. en de vis  zich nog niet de geslepenheid van de moderne schelvis eigen had gemaakt, waarvan gezegd wordt,dat zij echt in staat zijn, om het trawlnet te zien aankomen en  haar veel ruimte te geven.
In drie weken  ving een schipper 326 pakken vis van 1½ cwt gewicht , totaal ( 22,168 kg ).
Hij viste op de Smith's Knoll met 30 andere trawlers., die gedurende enkele weken op gehoor afstand van elkaar  hadden gevist,  heen en terug werkend met het tij en er was maar weinig verschil tussen de vangsten van het voorste of het achterste schip..

Het moet worden gezien dat voor de drie weekse vangsten, vergelijkend met  de gemiddelde vangst per dag, wat meer dan een ton vis was en daar een trawler minder kostte dan  duizend pond., slechts .£ 800 of  £ 900 en de lonen  van de stuurman slechts  18 shillings en een gewone matroos 16 shilling waren, er ampel kansen waren van eigenaars om zich zelf te verrijken, en er schippers  eigenaars werden..
Veel beheerste mannen, die als een kleine jongen naar zee waren gestuurd door het Bestuur van de Gezinsvoogden,werden nu  rijke smack eigenaars.

wordt vervolgd

*
Barking was toen een voorstad van London en lag ook aan de Thames.
Brixham ligt in de provincie Devon, in Zuid Engeland.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #800 Gepost op: 10-09-2018, 08:02:34 »

De Vroegere trawlers                    Yarmouth, Barking en Brixham         deel no, 2

In de vroege zestiger jaren, werd er bepaald, dat de afvoer van de vis vanaf de vloot naar de vis veilingen met stoomschepen niet economisch was en hier door werden er snel zeilende kotters voor dit doel gebouwd en in gebruik genomen..
Deze snelle kotters brachten de verse vis naar de veiling in Billingsgate * en andere kust havens,
Een van de etsen van de Engelse schilder Whistler toont een dozijn van deze kotters , liggend in de Thames bij Billingsgate in 1859, met de sjouwers, die de vis aan de wal brachten, een merkwaardig en rustig schouwspel met de haast en de  drukte van het stoomboot tijdperk.
De vis was in ijs verpakt en drie of vier dagen, soms een week of meer, was er verlopen,  tussen de datum van de vangst en de aflevering.

De kotters voor de afvoer van de vis naar de veilingen, namen  elk tussen de 400 tot 600 pakketten vis mee naar de veiling in Billingsgate  waar dagelijks meer van deze schepen gemeerd lagen.
Deze pakketten bevatten ongeveer voor de helft dure vis en de andere helft was schol, schelvis of iets anders.
De schelvis werd meestal gekocht door venters, die de vis schoonmaakten, pekelden en in de wind te drogen hingen..
Dit werd later verkocht als Finnan schelvis en verkocht voor een gemiddelde van 12 tot 14  shilling per mand, maar soms ook wel voor slechts 8 shilling en op een ander moment voor een hoge prijs van 20 shilling. Elke mand vis woog 150 tot 160 lbs ( 68 tot 72 kg )
De schol werd meestal gekocht door de zgn. "friers "( visbakkers ), die de vis schoonmaakten en in stukken sneed en de stukken in olie bakten.,waarna zij op een handkar werden uitgevent..
Of de schol werd aan winkels verkocht in de armere buurten in de nabijheid, wat waarschijnlijk de voorlopers van de vele bestaande gebakken vis ( Fish and Chips )winkels in London waren en in de provincies..
Rond die tijd, werd de schol verkocht voor minder dan 6 of 7 shilling per mand van 150 a 160 lbs.
Hierin was een verwisseling, zoals in vele andere verbanden van het respecteren van vis,, daar er op dat moment de schol onveranderlijk duurder was dan de schelvis..

Het sterke gevoel van onbehagen wat er bestond tussen de beugvissers en de trawlerlui was de oorzaak van veel moeilijkheden. In de vroegere dagen hebben de beugers  daar zwaar onder geleden, zowel geestelijk, als in hun portemonnee, ten gevolge van een vindingrijkheid, die de trawlerlui plaatsten aan de voorkant van hun schepen, wat waarschijnlijk  de voorganger van de torpedo net snijders was, om hen het mogelijk te maken, om door een vleet van netten of beuglijnen, zonder onderbreking,te snijden en ongehinderd door konden vissen.

Het trawlnet veroorzaakte een revolutie in de Noordzee visserij en en dreef  de ouderwetse visserij methoden..uit de bedrijfstak.
Van een half dozijn smacks in vroege zestiger jaren, groeide het aantal smacks in aantal uit tot,twintig jaar later er 300  Britse diepzee trawlers waren, uitgezonderd nog de stoom vis afvoer kotters,
Bij voorbeeld uit deskundige kringen  werd het nodig gevonden en lonend , om stoomschepen te gaan gebruiken, om de vis over te brengen van de vissende vloot naar de markten aan de wal..
Zelfs een autoriteit zoals Holdsworth, die in 1874 schreef,  toen stoom afvoer schepen aan het werk waren en een "stoom kotter afvoer maatschappij" net was begonnen vanuit Yarmouth,..... hij schreef.... "Het is nu een kwestie of het zal lonen om stoom toe te passen bij de huidige trawlers:.
Yarmouth leidde het aantal met 700 smacks, de meeste in eigendom van de heren Hewitt, en Hull en Grimsby volgden er vlak achter en deze drie havens hadden ongeveer 1500 smacks en de rest behoorde toe aan ander haven rond de kust.
.
Er werd toen berekend, dat het totale bedrag van het kapitaal wat geïnvesteerd was in deze bedrijfstak , niet minder dan £ 15.000.000 was en dat niet minder dan 20.000 mannen en jongens een emplooi vonden in de diepzee trawlvisserij, meestal in de Noordzee.
Van de vroegere schepen van  24 en 35 ton, waren de smacks nu gegroeid naar een tonnage van 90 tons, in sommige gevallen, met de corresponderende vergroting van de afmetingen  van de bomen en netten, waar de boom 50 voet lang werd en het net een lengte had van 70 voet..

De kosten van een moderne  grondig uitgeruste  zeil trawler was zo veel als £ 1600 en apart van de betaalde gages, waren de jaarlijkse werkkosten ongeveer £ 400. Gelijktijdig met de groei van de bedrijfstak was er een  kans in de methode van betaling van de smack opvarenden., de bedoeling zijnde om een plan aan te nemen, wat de opvarenden aandelen zouden geven van de vangsten afhankelijk van hun positie  op het schip
De genoemde som, £ 1600, met inbegrip van uitrusting was alles wat nodig was om te vissen, wat   £ 70 of £ 80 kostte.
Deze uitrusting bestond uit bijna een dubbel set van bijna ieder deel van het visgerei., zodat bij een verlies door een ongeval er direct een uitrusting beschikbaar was, zonder dat er naar de haven terug gekeerd moest worden..
Gewoonlijk ging het trawlnet drie of vier maanden mee, maar delen van het net konden vernieuwd worden tijdens die tijd,  de onderste delen tweemaal en de kuil  vijf tot zes maal, voor het net volledig werd  vervangen

Smacks ontlenen  hun naam  aan het smack of kotter tuig, wat in de vroege jaren van de trawlvisserij over het algemeen universeel was.
Toen de schepen groter werden van het dubbele van de oorspronkelijke maten , er een verandering van tuig wenselijk werd, zodat er geen onnodige kosten aan werk noodzakelijk waren, en werden  daarom de afmetingen van het grootzeil  beperkt en werden  er achtermasten aan de schepen  , met groot succes,  toegevoegd.
Deze nieuwe methode werd "Dandy tuig "genoemd en werd in het algemeen gebruikt op de Noordzee trawlers..
Met de grotere schepen, kwam er een ook een groter comfort en meer veiligheid voor de bemanning en gaf ook de mogelijkheid om een belangrijke hoeveelheid ijs mee te nemen.

De mooiste van de Noordzee smacks,  waren ook de prachtigste zee schepen in de wereld en zij werden met zorg, bekwaamheid en moed behandeld, waardig aan hun schoonheid..
De visserman uit de vroegere jaren en eigenaar  zette zijn vertrouwen op dat schip en niets zou hem overhalen om in de de kracht van stoom te gaan geloven..
Slechts een paar jaar geleden werden vijf van dit soort smacks verkocht,welke er aan meegeholpen hebben aan het succes  van de grondvestiging van Grimsby als een vissershaven.
Deze smacks behoorden toe aan dhr. Thomas Campbell, die in de vroegere jaren de grootste zelfstandige eigenaar  was van zeil trawlers en vastberaden weigerde om hout en zeildoek de rug toe te keren,  in het voordeel van staal. en stoom.
De originele totale kosten  van deze vijf schepen zal waarschijnlijk niet minder dan £ 7000 zijn geweest,
Nu brachten zij totaal slechts £ 215 op.. De prijzen die voor de vijf smacks werden betaald waren, £ 60, £ 53, £ 40, £ 32 en £ 30., waarbij de kopers ook  de scheep benodigdheden, de zeilen en het lopende tuig en ook het schip kregen..
Een van deze smacks was recentelijk in 1894 gebouwd en de oudste dateerde van 1884.
Een ander schip van de vijf, met de romantische naam Red Nell, was in 1885 gebouwd.
Klein, door de prijzen die er zijn genoemd, maar nu zijn zij groter dan menig van de sommen geld, waar prachtige  schepen voor worden verkocht..
Ik heb een prachtige smack zien verkopen die slechts £ 25 opbracht en een ander smack werd uit de verkoop terug getrokken, daar er geen bod op werd uitgebracht..
Aantallen van deze beroemde schepen liggen te rotten in kreken en havens aan de oost kust, omdat er geen gebruik van wordt gemaakt. en het levert niets op om ze te slopen voor brandhout.
Zeker, voor het te laat is, conserveer één of twee van deze oude vechtjassen van de Noordzee als een samenhang met het verleden en zorg dan voor dat deze schepen, zoals er wordt verzorgd op het schip H.M.S.Victory uit 1765,  in de plaats Portsmouth.


*
Billingsgate.

Deze vismarkt bestond nog in de periode 1955-1958 toen ik nog regelmatig met het s.s, Batavier 2  van Müller en Co.N.V.. in London kwam en deze vismarkt eens in de vroege ochtend heb bezocht., toen ik er toevallig achter kwam, uit een boek of tijdschrift, dat die vismarkt nog bestond..
Er was echter geen aanvoer meer van vis per schip.

Het s.s. Batavier 2 meerde altijd bij een werf bij de Tower, dus direct voorbij de Tower Bridge en de vismarkt , was er niet ver van verwijderd.

Wat mij toen opviel, was dat het interne transport vaak op het hoofd werd uitgevoerd.
De sjouwers waren allemaal uitgerust met een zware lederen soort pet, waarvan de bovenkant geheel vlak was., Hierop werd dan de kist vis gezet en werd zo al lopende verplaatst..
Meestal werd dan de kist niet met een arm vastgehouden en al balancerend naar de plaats van verder vervoer gebracht.

In 1988 werd deze vismarkt verplaats naar een andere  locatie en was de grootste vismarkt van de wereld.

Einde
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #801 Gepost op: 12-09-2018, 07:51:52 »

Januari 2016.

Gedurende tientallen jaren was de Oost Anglia haring drijfnet visserij  één van de steunpilaren van het jaar, voor de visserlui van het Verenigd Koninkrijk en voor de arbeidskrachten aan de wal..
Ofschoon de weerbarstige dagen van de beroemde "Thuis Visserij ", nu zijn  toevertrouwd aan de geschiedenis, verzamelen  de haringen zich nog steeds elk jaar op de lokale banken in het late
 najaar / vroege winter en geeft een lokale visserij op kleine schaal
Paul Williams ,de schipper van de 9 meter  lange catamaran. Charlie George, vertrok kort geleden van de kust bij Caister om de drijfnet haring visserij weer  te gaan uitoefenen, langs de kust van Norfolk.

Verscholen achter de helmgras duinen bij Caister aan Zee, net benoorden Great Yarmouth, staat een huis, een rokerij, een vries afdeling, een kreeften tank en een twee verdiepingen hoge werkplaats, dit alles binnen een  gebied, groot genoeg om kreeften fuiken, netten en andere benodigdheden voor de visserij op te slaan, evenals de familie auto's en de 9 meter lange Cheetah catamaran Charley George , met visserij nummer LT 152, met trailer en tractor, en verschaft nog steeds plaats voor een koppel gaggelende ganzen ,die daar  rond waggelen.

Visserman Paul Williams hoeft niet ver te gaan om zijn beroep te gaan uitoefenen..,
Hij zet de catamaran achteruit over de duinen op het strand , ofschoon hij bij de te waterlating van de catamaran, de hulp nodig heeft van zijn zoon Thomas, die soms met hem mee gaat om te vissen , maar  meestal de familie garage bezigheden  langs de  openbare weg verzorgd..
En zelfs helpt de kust er aan mee.
Er is genoeg glooiïng op het strand, om de boot te water te laten, zonder dat de tractor nat wordt, wat een belangrijke kleine afweging is in de levensduur van de tractor..
Werk op het strand is meestal de laatste carrière voor een tweede  hands Muirhill tractor, maar zij zijn tegenwoordig nog steeds niet goedkoop , wat haar conditie ook mag zijn

Paul beoefend in de winter de kreeften visserij en wat beugvisserij, wat zomer baars visserij en tegenwoordig ook   .... haring.
En in het bijzonder  de haring., omdat dit gebied hier, de traditionele haring gronden zijn, welke, tot de vroege 20e eeuw, de havens van Great Yarmouth en Lowestoft maakten, tot de finale van de jaarlijkse Noordzee visserij..

Het patroon hier achter was de vloot van drifters ... en de vis meisjes en vrouwen , om de haring te kaken, te zouten en in tonnen te pakken, die de  haring zuidwaarts volgden  van de zomer gronden bij Schotland. naar beneden, naar de zuidelijke Noordzee in de herfst..
Voorafgaande aan de eerste W.O., werden er in de najaar piek duizend drifters geteld, die vanuit  Yarmouth visten en zo'n 600 drifters vanuit Lowestoft., allemaal de "zilveren lievelingen "scheep halend, wat in 1913 op liep tot een record van 824.000 cran haring ,wat in Great Yarmouth gelost werd en 536.400 cran haring in Lowestoft.
( een cran haring los gestort is gelijk aan 37,5 Imperial gallons , wat gelijk is aan 170 liter )

Dit kon natuurlijk zo niet blijven.
Een verhit debat was reeds begonnen over de niet selectieve trawlers, die in dit gebied in de ondiepe wateren visten, die de jonge voorraad afranselden en  en de hele visserij arbeidstak bedreigden.
Maar de oorlog brak toen uit en bracht ook al spoedig het tot zinken brengen van vissersschepen met zich mee, door vijandelijke acties.
Het beknotte ook de pekel sector, die het grootste deel van de vangsten voor haar rekening nam,, vaak voor export naar Duitsland en Rusland, via Duitsland.

 De haring kwam nooit weer terug naar iets, wat op dat niveau leek door voorraad vermindering en verandering van smaken ( vooral in het Verenigd Koninkrijk, ofschoon het bleef en populair bleef. in Oost Europa ), wat een schande was, omdat de voedzame waarde van dit milieu vriendelijke product, met al dat aangename Omega 3, onveranderd was.

Een opsomming van soorten haring.
Wij spreken over Atlantische haring,  Clupea harengus, één van de drie haring soorten op deze planeet en één van de meest overvloedige  vissoort  in de wereld, samenkomend in grote scholen,  soms van verscheidene kubieke kilometers groot,welke zij rekenen vergelijkbaar aan verscheiden biljoen vissen.
 ( Maar, bij deze grootte, wie telt ze dan  over de Noord Atlantic ).
Zij zijn een dominante veranderaar  van plankton in vis vlees, door het eten van roeipoot krabbetjes, krill en kleine visjes en worden weer opgegeten door  zeehonden, walvissen, kabeljauw en door de  meeste andere  grotere zee bewoners, die snel genoeg zijn om ze te vangen.
Hun voortbestaan in zo'n  grote opeenhoping, wordt over het algemeen veroorzaakt door hun snelheid, ongeveer vier voet per seconde, met de snelheid waarin zij zich voort bewegen en door hun grotere ontsnapping snelheid.
Deze energie is toegestaan door een precieze inter-vis ruimtelijke overeenkomst, die ook roofdieren  hun eigen wijde ligplaats geven, ofschoon tot een gelimiteerd effect, blijkbaar, of de voedsel keten  zal breken.
Hun reizen in de open zee, neigen het volgende patroon te volgen, daardoor vermijdend, om op dezelfde plaats terug te komen en dan genoodzaakt zijn hun eigen larven op te eten..

Er zijn drie hoofd soorten van deze Atlantische haring in de Noordzee, die op verschillende plaatsen kuit schieten en op verschillende tijdstippen in het jaar.
Sommige bij de Schotse  en Shetlandse kust in  de maanden Augustus en September, andere in de centrale Noordzee vanaf de maand  Augustus tot Oktober en andere weer in het zuidelijk deel van de Noordzee van de maand Oktober tot  ruw gemeten, tot de jaarwisseling.
Een groep, de Thames en Blackwater haring, schiet kuit in de lente.
Gedurende  het gehele jaar vermengen zij zich met verschillende groeperingen, maar zonderen zich af naar hun eigen gebieden, om  te paren..
Haring bereikt haar volwassenheid tussen de twee en vier jaar en de vrouwelijke haringen  leggen tussen de 40.000 en 70.000 eitjes op een grintachtige of rotsachtige zeebedding, waarvan het grootste gedeelte wordt opgegeten door roofdieren,  voor hun volwassenheid..

De eerste resultaten lijken bedroevend..
In het midden van de 20e eeuw, leden de haring voorraden een ineen storting door over bevissing en armzalige aangroei,  en in 1977 werd de visserij op haring gestopt
Ofschoon de visserij op haring weer open gesteld werd in 1983, bleek een krachtiger beheer nodig, in de jaren rond 1990...

Maar nu is er weer haring genoeg, deze "longshore haring ", zoals zij genoemd worden, moet onderscheiden worden van de  grote Pelagische visserij en aan het einde van November nodigde Paul het "Visserij Nieuws "uit, om een te kijken naar deze visserij..
In twee uur zou het aangetoond worden.

Twee uur ? Niet gek zo'n werkdag, als je ze kan vangen..
Maar zo was het., zeker het vanger van de haring..
Het hek op de top van het duin zwaaide open en de tractor met aanhanger en de catamaran combinatie , draaide om en reed achteruit naar de scheiding van het water en het strand.
Thomas  duwde de catamaran achteruit rijdend in het water, die al na een korte afstand in de zee dreef.
Wij gingen niet ver, maar een paar mijl uit de kust., naar de noordpunt van het Scroby Sands
windmolen park, waar de bank  de diepte in loopt en de haring dichter aan de oppervlakte van de zee komt, als het tij er over heen stroomt tijdens de noordwaartse lopende eb.
Deze stroming ontstaat daar, een paar uur na hoogwater.,

Wordt vervolgd.

 

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #802 Gepost op: 14-09-2018, 08:11:23 »

Januari 2016      deel no.2

Het water  had wat kleur gekregen, na een paar dagen van ruw weer en dat maakte het vissen bij daglicht  productiever, waar het heldere water van de voorgaande twee weken , de haring dieper had gehouden tijdens het daglicht, wat dan ook de nacht visserij  productiever maakte,
.
Maar nacht of dag, Paul werkte gebruikelijk alleen in de Cheetah boot, wanneer hij op haring viste, zo´n twee of driemaal per week..
Ik heb deze boot een paar jaar geleden gekocht., meestal met de beug visserij in mijn gedachten, ofschoon ik haar ook gebruikte voor de haringvangst, ofschoon  de haal machine niet ideaal is voor de haring visserij.. Gewoonlijk ging ik op de haring vangst met mijn kleinere boot, maar dan moest ik de netten handmatig binnen halen en zo besloot ik om deze boot  dit jaar weer eens  te gaan gebruiken
Deze boot is veel stabieler met zijn breedte van 3,7 meter. Zij is gemakkelijker om mee te werken en om alle werktuigen aan boord schoon te houden..
En het schip ligt rustiger in het water en je hebt hier meer been ruimte..
Toen ik met de verkoper van deze boot onderhandelde voor de aankoop, vroeg hij mij of ik veel aan gewicht mee nam in de boot en ik zei hem, dat het maar af en toe gebeurde..
Zo adviseerde hij mij een wat grotere boot te kopen en ik ben blij dat ik dat heb gedaan,.
Zij zijn niet goedkoop, maar zij zijn goed. Ik houd er echt van, om met deze boot de zee op te gaan.

In minder dan 15 minuten waren wij over de bank heen gevaren en keken uit naar de Jan van Genten, die de plaatsen van de vis aangaven, terwijl de zeehonden rond dobberden, wachtend tot dat wij hun lunch zouden opvissen.

Na een paar minuten zette Paul Williams de netten uit,  dwars over het tij , met een joon aan elk uiteinde van de vleet en oranje  drijvers op de boven pees van het net, met 2 inch nylon mazen, om de kieuwen van de haring te pakken, maar haar zware nylon netten  stuiterden al het anderen af, terwijl het net minder verward raakte en dus gemakkelijker kon worden schoongemaakt op de binnen plaats van de vestiging..
De boot en het net, werden door het tij meegevoerd, passeerde California, zogenoemd nadat iemand er gouden muntstukken had gevonden in een lage klif, in de tijd van de goud koorts in California USA,
Tot na maar net een paar minuten zei  Paul ...Ik denk dat ons werk gebeurd is !
Hij wees naar het omhoog komen van het net, wat mijn aandacht had verloren, maar toen was het schijnbaar erfelijk, want zijn vader had op de drifters gevaren. Als de haring vast loopt in het net, drukken zij het net omhoog..
Maar toen hij het net voor een deel scheep haalde en veel haring in het eerste gedeelte van het net aantrof,  gooide hij meteen het net weer in het water, er op vertrouwend, dat er nog meer haring  in zou zwemmen..
En dat was ook zo.
Binnen een uur was het gehele net weer scheep op het dek van de boot.. Een met haring gevulde hoop netten, met ongeveer 600 kg. haring..
Een goed gemiddelde dag vangst , volgens hem., vanzelfsprekend niet te nonchalant, maar hij behoefde niet zijn tweede  net aan boord te gebruiken.

Deze haringen zijn nu op hun best.. Vanaf Oktober tot aan op zijn minst het einde van November., zit de haring vol met hom of kuit.
Zij komen hier om te paren, daarom is de Yarmouth haring zo goed en zo rijk gevuld.
Maar wij kunnen er bijna het gehele jaar rond, er op vissen.
De enige maanden dat wij er niet op vissen, zijn de maanden Juli, Augustus en September.. Zij schijnen dan de gehele tijd hier in dit stroomgebied  te liggen..
De plankton, waarmee zij zich voeden, schijnt hier te komen.
Wij zien dan  af en toe ook wat reuzen haaien, die zich met hetzelfde voedsel voeden..

Paul Williams, dreef gedurende vier a vijf jaar een viswinkel in Yarmouth. en hij vervolgt. zijn gesprek...... Waarschijnlijk zal ik daar morgen drie kisten van deze haring  in de winkel verkopen. en vervolgens maakt ik van een gedeelte bloaters, voor een deel maak ik kippers en een deel  voor "rode haring , wat hier traditioneel is,  in deze omgeving..
Drie dagen in het zout en gedurende zes weken gerookt..
Maar ik vries ongeveer de helft van deze vangst in en ik vries steeds een gedeelte van de vangst     in,  tot ongeveer de tweede week in  December en houdt ze daar de gehele tijd, tot de maand Oktober volgend jaar,. om er kippers van te maken.. Zij blijken dan  beter te zijn om er kippers van te maken, nadat zij ingevroren zijn..geweest.

Ik ben drie weken geleden met de kreeften visserij gestopt, maar ik  koop nog steeds kreeften in en sla ze op in de kreeften tank , want de prijs er van zal goed gaan stijgen zo tegen de Kerstdagen.
Ik verkoop ook een hoop bruine krab, maar die koop ik in Cromer in.
Hier zijn geen goede krabben gronden.

Terug varend  met een vaart van  15 knopen tegen het tij in, bijna precies twee uur na de tewaterlating van de catamaran, belde Paul de garage voor een chauffeur voor de tractor.
De schoonmaak van de boot en van het net moest nog wel in de boot plaats vinden, als de boot  op de werf stond, maar het zou geen lange werkdag worden, echter zijn de  dagen zijn, als de winter , naarmate vordert.

Zodra de haring vertrokken is, als zij haar kuit en hom hebben geschoten, zal het waarschijnlijk rond de Kerstdagen zijn.
Ik schakel dan voor een poos over op de beug visserij, , ofschoon ik toch nog wat haring visserij blijf uitoefenen, zelfs al zijn ze niet in een goede conditie in het Nieuwe Jaar, maar er is nog steeds een markt voor en zij zijn goed voor de beug visserij als aas.
Ik vis met de beug meestal 15 mijl uit de kust op kabeljauw en rog, zolang er nog quota's voor zijn.. Zo ver weg te vissen is comfortabel met dit schip, in bijna elke weersgesteldheid en deze twee Suziki motoren op petroleum, zijn erg economisch. Wij hebben vandaag slechts 20 liter verbruikt en zij brengen mij in een uur zover weg..

Het geheel is niet eens een  slechte opstelling.
De werf en het huis achter de duinen, een winkel in Yarmouth om het meeste van de vangst te verkopen en dan ook nog Lowestoft op de vismarkt ,wat een dozijn mijlen van hier verwijdert is , om het restant aan vis te verkopen, en tijdens het haring seizoen, de huidige vangsten van twee uur op zee.
.
In de avond komen de aalscholvers vanaf de Scrobo bank  en vliegen dan over mijn huis, zegt hij op de een of andere manier, om het lage impact van de zelf onderkenning van het geheel. in te dammen.

Vier andere visserlui werken nog steeds vanuit Caister met een veranderlijke graad van werklust, meestal hun boten geparkeerd hebbend op een parkeerplaats dicht bij Paul zijn vestiging, bij een afgang naar het strand, naast het reddingsboot station.
Zij werken met twee personen, maar deze schipper worden ouder en komen op een pensioen leeftijd.. zoals Paul ook en terwijl het moeilijk is om te beslissen  om met pensioen te gaan, met een vestiging zoals deze, kan niemand tot het einde vol houden..
Er is nu slechts nog één persoon met een full- time baan werkzaam in Yarmouth, wat eens de haven was van zo´n duizend drifters..

Er kan misschien genoeg haring quota's  zijn op dit moment en de kreeften visserij lijkt goed, maar de voorspelling over de zomer baars zijn onzeker en er blijft  altijd onzekerheid over de beug visserij.
Neem eens aan of vermindert  twee van deze vier elementen en het leven zal een stuk harder zijn voor hen , die dit nog steeds uitoefenen en wat waarschijnlijk niet levens vatbaar is voor iemand die het wel gaat doen..
Het zal zeker waar zijn dat de lokale burgers nog steeds in staat zullen zijn om vis te kunnen kopen, maar dat zal dan waarschijnlijk worden aangevoerd met veel transport over de weg en zee en de plaatselijke economie heeft dan weer een inkomsten stroom verloren..

Einde.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #803 Gepost op: 17-09-2018, 09:47:58 »

Waarom de bloei periode eindigde.  deel no. 1

De haven oversteken, zonder dat je voeten nat werden............
Door van het  ene vissersschip op het andere schip te stappen,
Zo was het in de hoogtij dagen van de haring visserij. in Yarmouth en Lowestoft.

Bij een bezoek aan Dieppe , vele jaren geleden, hoorde ik hetzelfde in het visserij museum van Dieppe, waar één van de medewerkers zich dit nog kon herinneren uit zijn jeugd jaren, als de Nederlandse haring vloot de haven bezocht in de weekeinden of bij slecht weer..

Er bestond weinig twijfel in Ian Robb's  carrière keus, toen hij de school verliet., ziende dat hij van een  lang gevestigde vissers familie afstamde.
Hij kwam  in 1962, als een 15 jarige tally jongen bij een vishandel in Lowestoft en het zou hem vergeven zijn, door te denken dat hij terecht gekomen was in een job voor het leven........ zo goed leek toen de toekomst te zijn..
Maar zelfs als hij zijn etiketten uitschreef, het tellen betrof het aantal kisten in het pakhuis, had hij een nieuwsgierige geest.
Het seizoen van 1964 in gedachten volgend, vroeg hij zich op jeugdige leeftijd af, wat er zou gebeuren, als de haring het komende jaar verdwenen  zou zijn zijn.
Hij  werd wat excentriek beschouwd door deze gedachte.
Spijtig genoeg echter, zag hij  in 1965 inderdaad de ondergang van de haring, wat eens zo geprezen werd als de "Zilveren Lieveling ".

Het was verkeerd, om de tientallen eind jaren van de 20e eeuw, te herinneren..
Het was....
             "het einde  van een levensweg  en de bijna complete vernietiging van een volledige   
               bedrijfstak van meer dan duizend jaar oud, wat veroorzaakt  was, ten eerste,  door   
               overbevissing en   later door de hoge kosten van de brandstof en de bureaucratie van de
                regering..".

De haring visserij had deze hoek van Engeland succesvol gemaakt en aan het meeste van de kust haar unieke karakter gegeven, maar het was  verwonderlijk hoe vlug de bedrijfstak verminderde, toen eenmaal de "verrotting " inzette.
Sommige gemeenschappen slaagden er in om zich aan te passen en begonnen opnieuw in een andere tak  van de  industrie, zoals olie en gas  en meer recent door de windmolen parken  in zee, maar het is jammer,  dat anderen  nooit geheel hersteld zijn..

Er verscheen een boek, de "Herinneringen van  de Oost Engelse Visserij  Industrie " waarin de problemen van de voormalige industrie werden besproken". 
Het verklaart hoe havens zoals Lowestoft en Great Yarmouth hun reputatie opbouwden en bekeken wat er gebeurde in de kleinere plaatsen zoals Southwold en Aldenburgh en schilderde  een kleurvol schilderij,  hoe gemeenschappen werden geschapen, zoals de naar Suffolk verplaatsende, jaarlijkse  "vriendelijke invasie " brengende de botte  Schotse vrouwen, die  de haring kaakten en vervolgens pekelden en in tonnen verpakten en waarvan het geklets en hun gezang werd toegevoegd aan de plaatselijke atmosfeer.

Verweven in dit boek zijn ook de herinneringen aan het volk wat op de schepen werkzaam was of op de scheepswerven..

De haring visserij  was al een deel van het leven van  Oost Anglia, voor de komst van de  Noormannen en in de tijd van  Domesday werd de vis al gebruikt als betalingsmiddel.
Kessingland, bij voorbeeld, betaalde Hugh de Montford een behoorlijke huur van 22.000 haringen..

In Southwold, waar de stad als een buiten verblijf voor de monniken van St. Edmund werd gehouden, vingen jaarlijks de visserlui 25.000 haringen, om het klooster te voeden.

Het fortuin van de plaats Aldeburgh was gegrondvest op de haring, samen met de koophandel en scheepsbouw..
Sprot werd er gevangen, wat gezouten en gedroogd werd en als " rode sprot "werd geëxporteerd naar Holland.
De visserlui visten ook op  tong en kreeften..

Great Yarmouth  was al gedurende bijna 800 jaar de eerste haven van Oost Anglia, ofschoon dit te danken was aan de haring visserij.

Deze trekkende vis , zwom tot op de hoogte van Schotland en zwom later langs de kust weer naar beneden , op weg naar hun paai gronden  bij Frankrijk. 
Zij bereikten ook de Smiths Knoll, een zandbank voor de kust van Oost Anglia en waren daar dan in hun beste conditie

De plaats Lowestoft  was  eigenlijk  een relatieve .....  "Johny Komt Weer Eens Te Laat "  figuur,  Voor het visserij gebeuren en in de 13e Eeuw , werd zij niet beschouwd als een rivaal..
Later echter, begon zij te profiteren van een probleem van Yarmouth, veroorzaakt door de dichtslibbing van de haven.
En ook wilden de kooplui de hoge  kosten ontduiken, die zij in Yarmouth moesten betalen en begonnen  met het lossen van goederen , met in begrip van de vis, op het strand  van Lowestoft.

In 1372 diende Yarmouth  in wezen een verzoek schrift in aan Edward de Derde , wat een protectie zone vaststelde, over een meningsverschil, wat niet voor de 17e eeuw werd opgelost..
De twee plaatsen bleven rivalen, zo geen vijanden,  tot de 20e eeuw, tot aan 1999, toen de beide plaatsen hun vissersvloot waren kwijt geraakt en hun kostwinning en de beide gemeenschappen in een nijpende economische nood terecht waren gekomen..

Maar hieraan voorafgaande  hadden zij ook veel gelukkige dagen.

In 1670 was Great Yarmouth de thuishaven van ongeveer 220 vissersschepen en Lowestoft van 25.stuks
In de vroege jaren rond 1790, had Yarmouth  150 schepen, die alleen op haring visten.
Er was ook nog visserij op makreel en " noord kabeljauw ", samen met een  grote handels markt..
Yarmouth gaf de visserlui de kans om grotere schepen te gebruiken dan in Lowestoft mogelijk was, waar de vissersschepen op het kiezelstrand  moesten meren en lossen
Maar rond 1800 maakte de "huichelaar " een aanval op de troon..

De eerste haven van Lowestoft werd in 1830 gebouwd en verstevigde de reputatie  als vissershaven.. Zelfs in het midden van de Napoleonse oorlogen, hadden de  Lowestoft schepen de reputatie  om het bedrag van £ 10.000  te hebben verdiend in 6 weken tijd...

Haar credit verschaffer en idealist Samuel Morton Peto, die de Lowestoft visserlui  overhaalde  om een levenslange gewoonte op te geven, om de vangsten aan de kust, in de open lucht, te verkopen.
Bij de komst van de spoorwegen , wat in 1847 gebeurde, kon de lokaal gevangen vis de volgende dag de markt van Manchester bereiken, zo beloofde hij.
De industrie pakte vlug die kans,  met de mogelijkheden, om naar het midden van Engeland en London. goederen te kunnen versturen.
Yarmouth was echter trager met haar mogelijkheden te ontplooien.

Het nieuwe Waveney  Haring en Makreel  Marktgebouw opende in  1883 om van nut te zijn  voor het groeiende aantal drifters , die niet alleen kwamen lossen en afkomstig waren uit havens in Oost Anglia, maar ook uit plaatsen zoals Ramsgate uit het zuiden en Lerwick, uit het hoge noorden.
Elk jaar, tussen  September en November, werd iedere hoek of spleet in deze twee havens van Great Yarmouth en Lowestoft benut voor het kaken ,zouten en pakken van de haring.
Beide  havens konden eigenlijk  alleen maar beschreven worden als een grote vis verwerkende fabriek..

De 20e eeuw leverde een hoogtepunt in 1913, toen 1.360.000 cran's  haring aangevoerd werden  tussen September en December.
Een cran haring woog 28 stones , wat overeen komt met 178 kg.
De totale aanvoer was dus 1.360.000 x 178 kg = +/- 242.000 ton.

Echter , er was verandering op komst.
Er waren zorgen in het afgelopen jaar betreffende over bevissing, veroorzaakt door de trawlvisserij op haring..
Het gebruik van drijf netten  ving alleen de  scholen haring, als zij  naar de oppervlakte kwamen om voedsel te zoeken.
Trawlnetten schuurden echter over de zeebodem, alles opvissend , volwassen of niet.

Deze 1913 piek,.... het beste jaar ooit, ....was genoeg om iedereen in slaap te wiegen in een foutieve bedoeling van veiligheid.
Great Yarmouth was de thuishaven van 264 Engelse drifters en 742 Schotse drifters, die meer dan  824.000 cran haring aan wal brachten en Lowestoft 350 Engelse drifters en 420 Schotsen drifter, die bijna 535.000 cran aanvoerden.
87 % van de vangst  was voor de export..

Het uitbreken van de Eerste Wereld Oorlog, betekende, dat er geen 1914 haring seizoen was,
Als het er geweest zou zijn, zou van de haring een groter deel zijn verdwenen, dan in jaren rond 1960..
De vraag naar vis begon te dalen, als gevolg van instabiliteit op het vaste land in Europa en het instorten van de markten zoals Rusland en Duitsland.
Gekoppeld aan deze recessie van  de jaren rond 1930, zag men de vloot van Yarmouth inkrimpen tot 87 drifters en 17 drifter/trawlers..

In 1966 , stopte in Lowestoft de rederij Small en Co met de haring vangst..
Het restant van de drifter vloot deed nog een vergeefse poging in 1970., toen slechts vijf Schotse drifters nog voor de kust van  Oost Anglia visten op haring
Het totaal wat zij aan wal brachten, was zestig cran.

Koning Haring  bestond niet meer.!

Wordt vervolgd.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #804 Gepost op: 02-10-2018, 07:35:46 »

Waarom de bloei periode eindigde        deel no.2

De overblijvende drifters in de havens, werden verkocht of omgebouwd voor de trawl visserij.,
Maar de Noordzee is niet zo diep en de trawl visserij, hielp niet mee aan deze situatie.
In feiten maakten zij de situatie nog slechter.
De lessen van de verdwijning van de haring, waren nog niet geleerd.

De verandering van de fortuinen van Yarmouth, die niet overschakelden op de trawl visserij, op hetzelfde niveau als hun rivalen, werden niet gemakkelijk genegeerd..
Rond 1971 was haar  inwoners aantal gezakt naar 50,000  inwoners van ongeveer 53.000  inwoners, een tiental jaren eerder..

Lowestoft concentreerde zich op verse vis, met schol als hoofd vangst en bleef  uitbreiden..
Haar bevolking aantal werd groter dan haar  buren en Lowestoft werd de belangrijkste vissersplaats van Oost Anglia..
Maar breuklijnen werden al zichtbaar.
Het  volgende tiental jaren van intensieve trawl visserij , rond 1980, werd het duidelijk, dat voor alle vis soorten in de  Noordzee ,het een "geleende tijd ".was.

Vanaf de jaren van 1970, betekende de EEG gemeenschappelijke vijver politiek ook, dat meer schepen vissende waren op een aldoor verminderende voorraad, Ondanks latere Regering dictaten en voorschriften, bleven de vis voorraden afnemen.

Hoewel er uiteindelijk  wat verbetering was,
EU quota's wurgden niet alleen de Noordzee visserman maar zelfs de kostwinning van de kust visser.
De situatie was niet geholpen met de introductie van continentale  schepen, stofzuigend , op  alles van de zeebodem..

De afname  werd wel erg voor de plaatselijke visserman
Rond 1980 , was de firma Rossfish met haar productie afdelingen, vrieshuizen en verkoop bureau, de grootste werkgever op de vismarkt van Lowestoft
Het was de eerste belangrijke "domino steen ", die om tuimelde..

Iedere dag, als ik veiling prijzen  mee terug bracht en  de achteruitgang van de kwaliteit bekeek van de vis die binnen kwam  in de fabriek, was het overduidelijk, dat op een of andere manier , vroeger of later, wij zonder werk zouden komen te zitten.

Het was dan ook niet verwonderlijk, dat op een herfstdag in 1981, besloten werd, dat het inkoop bureau van Rossfish in Oktober zou sluiten.
De fabriek volgde met de resterende 100 mannen en vrouwen, die overbodig waren in Maart 1982.
Een tijdperk kwam aan zijn eind !

In de laatste 20 jaren van de 20e eeuw, gingen de voorraden van de eerste klas vis en witvis , hand in hand met de verandering in de eet gewoonten.
De vishandelaren in de hoofdstraten waren vervangen door super markten.
De populariteit  van de traditionele "fish and chip" zaken  veranderde ook.
Vis heeft nu  concurrentie gekregen met pasteitjes, sausen,, frisdranken, kip, loempia's, schnitzels en meer van dat soort zaken.

Lowestoft vocht tevergeefs.
In April 1995, toen het Europese  schol quota  , wat gereserveerd was  voor de oostkust van Engeland, aan Nederland werd toegewezen, werden er 14 vissersschepen uit Lowestoft opgelegd..
Wij hoorden toen niet langer de klok luiden , die de verkoop van vis aankondigde.
Wij hoorden ook niet meer ... gooi de trossen maar los  of  trossen los achter .... en trossen los voor. !

Lowestoft, het laatste bastion van de Noordzee visserij aan de kust van Oost Anglia, overleefde het nog..... maar het is maar...... net.
De vismarkt die in 1980 werd gebouwd is nu een onderkomen voor een handvol  vishandelaren en is nog maar een schaduw, van wat zij eerder was..

Zullen de hoogtij dagen ooit terug komen ?
Visserman Ernie Dewhurst, die sinds 1975 langs de kust heeft gevist, vertelt...
Je kunt zoveel haring vangen als je wilt, maar je kunt ze nergens verkopen..
De schepen zullen echt niet terugkeren zoals het vroeger was.
Je kunt er de mensen niet voor krijgen om ze te verwerken en de prijs waarborgt niet de arbeid die er aan verricht wordt en de onkosten.... de prijs van de brandstof, de prijs van de verf en de uitrusting.
 
Een vriendelijke Invasie.

Het leven in Oost Anglia werd extra kleur gegeven, door de jaarlijkse komst van de Schotse vissers meisjes, die de haring volgde op haar weg naar het zuiden......... vrouwen met een reputatie  als enige van de hardste werkers in deze bedrijfstak.
Hun vaardige vingers waren ideaal voor het kaken, pekelen en pakken van de haring in de duizenden vaten zoals zij eens opgeslagen gezien werden, tijdens het lopende haring seizoen.

In de vroege jaren van de 20e Eeuw waren deze meisjes niet ouder dan 13 jaar en in een aantal gevallen zelfs niet ouder als twaalf jaar. Verscheidene van de getrouwde  vrouwen brachten hun jonge kinderen mee.

Velen kwamen per trein, jaar na jaar, werkend in de open lucht, in de bitterste weersomstandigheden met hun handen omwikkeld, om ze te beschermen tegen het zout en pekel tijdens de koude winter nachten, om maar niet te spreken over bescherming tegen hun vlijmscherpe messen..

Hospita's zouden zich gaan voorbereiden op het na jaars ritueel , om kamers compleet leeg te halen en de muren te bedekken en plakken  met kranten of bruin pak papier , om de muren te beschermen tegen de visolie en pekel, wat in de kleding van de meisjes,  of op hun huid zat..
Kast ruimten of kleine kamertjes, geschikt voor slecht een persoon in de zomer  te kunnen herbergen, moesten nu dienen voor een onderdak voor drie meisjes in een enkel bed.
Het is niet helemaal zo draconisch als het klinkt, want gebruikelijk  werkten de meisjes in ploegen en konden om de beurt slapen.

Op het hoogtepunt van het haring seizoen, kaakten de meisjes ongeveer  60 haringen per minuut, werkend in een ploeg van drie personen, twee kakend en de derde de haring zoutend en verpakkend in tonnen.
De haring werd staande in manden gekaakt en de volle manden werden door de twee kakende dames afgevoerd naar de plek waar de haring werd gezouten en  verpakt werd in tonnen..

Wat de Oost Anglia  bevolking in hen zo fascineerde, was hun taal.
Meestal was dat Keltisch, wat wel omschreven wordt als een kruising tussen zingen en praten.
En hun handen waren altijd bezig.
Tijdens een rustpauze, om hun handen lenig te houden, bleven de meisjes op hun werk plek.

Einde.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #805 Gepost op: 03-10-2018, 08:46:58 »

De Opkomst en de Ondergang van de Haring Visserij.    deel no,1

Vroegtijdige vermeldingen geven aan, dat de  bewoners  van de Schotse eilanden en de regio's aan de kust rond zo iets als het Noorden van Schotland, beiden,  de landbouw en de kust visserij  beoefenden, het laatste in kleine open boten, vanaf  een zeer vroege datum,.daarom, de uiteindelijke ontdekking van onze huidige dorps levensstijl.
Zoals een Gaelic spreekwoord  aangeeft....."Dh"íarr anm muir a thadhal   en het heel gewoon  was voor de lokale bewoners van de eilanden en regio's aan de kust van Schotland om te gaan vissen., voor  hun eigen behoeften.
Commerciële visserij kwam pas veel later.
Het waren de landen van het continent en in het bijzonder de Hollanders, die de commerciële haring  handel domineerde in de Schotse wateren,  in de 17e en 18e eeuw.
De Hollandse vloot was uitstekend georganiseerd.
Het omvatte  zo'n duizend grote schepen, die bekend stonden onder de naam 'Buizen "
Deze grote vissersschepen bleven een maand of langer op zee en zij  werden bediend door een vloot van snelle bevoorradingsschepen, die op hun beurt snel de haring vangst naar de continentale markten brachten.
De Hollanders kaakten hun haring op zee, gebruikmakend van hun beroemde  geheime  "Hollandse verzorging ", het haring kaken, wat in 1736 uitgevonden was door de Hollander  Piet Breukers .
De voortreffelijkheid van hun pekel methode stelde de Hollanders in staat om de gehele Europese markt van gezouten haring te controleren..
De zelfstandige  Schotse boer / visserman  en ook ondernemer, had niet de hulpmiddelen, om deel te kunnen nemen  aan de  uitstekend  georganiseerde  visserij methode van de Hollanders en in ieder geval waarschijnlijk aanvoelden, dat het voor hen, gunstiger was, om de visserij uit te oefenen in kleine schepen,die aandeel eigendom waren van de bemanningen of van  afzonderlijke burgers.
Zij visten langs de kust en  tussen de eilanden  en in de zeearmen van de Schotse kust en hun vangsten werden iedere morgen onmiddellijk , in verse staat, aan de wal gebracht. .
Verse vis was ver uit de beste manier om de thuis markt te bevoorraden.
Aan het begin van de 19e eeuw, kwamen uiteindelijk de lange jaren van verwaarlozing en wanbeheer van de Britse visserij tot een einde.
Het was op dat moment, dat de haring visserij in Schotland ingreep  met het  volgen van de activiteiten van een aantal  vooruitziende mensen, maar ook van de medewerking van de Britse Visserij  Sociëteit in 1786.
De Britse Visserij Sociëteit  hielp buitengewoon mee met de grondlegging van een zeer  succesvolle  haring visserij.
Zij werkten er ook aan mee, om visserij havens te ontwikkelen aan de westkust van Schotland, beginnend bij de dorpen Tobermory in 1787 en Ullapool im1788.
Echter , kort nadat tot hiertoe, de veelvuldige scholen haring plotseling weg bleven aan de westkust van Schotland , de Visserij Sociëteit besloot om hun aandacht nu te richten op de ontwikkeling van de haven van de plaats Wick, waar vissersschepen  de visserij beoefende  vanaf geschikte rots uitzichten en stranden..
De bouw van de haven van Wick begon in  1803 en rond 1811 was de originele haven gereed en heel vlug was de haven overvol en volstrekt onvoldoende voor het aantal vissersschepen die er regelmatig kwamen, waarvan er zover als Wales, het eiland Man, Shetland en rond de kust van Schotland en de eilanden afkomstig waren.
In de plaats Lewis begon een eigenaar uit Seaforth en zijn knecht, een beug visserij  op rond vis, aan het einde van de 18e eeuw.
Kleine visserij stations en zout huizen werden opgezet en gebouwd in bijna elke  inham en beschutte kreek aan de kust, Daar werd de nieuw gevangen vis, hoofdzakelijk kabeljauw en leng, gezouten  en in de zon en wind gedroogd op de grint stranden en rotsen en werd de gedroogde vis naar Ierland enz. geëxporteerd.

Deze industriële revolutie, verhoogde de graad van verzorging in de 18e en de 19e eeuw en creëerde
een vraag naar vis.
Rond 1800  was de bevolking van Schotland gegroeid naar  1.600.000 inwoners en de beide steden Glascow en Edinburgh hadden elk 80.000 inwoners.
Het inwoners aantal  van de plaats Lewis was in 1755 slechts 6.386 inwoners, maar rond 1821 was dit al verdubbeld naar 12.231 inwoners en bleef groeien tot het aantal van van 30.000 personen werd gepiekt, aan het begin van de 20e eeuw..
Er wordt beweerd, dat de Hebriden zelf-supporting waren in de 16e eeuw en zelfs veel later toen de Napier Commissie in 1883,.het bewijs hier van namen van de keuterboertjes .
John Smith, een keuterboer uit Balallan, getuigde dat toen zijn vader werd verjaagd uit  Southern Pairc, om ruimte te maken voor de commerciële Park schapen farm in het begin van de 19e eeuw en hij kreeg gelijk.
Hij beantwoordde vraag 17327,,,, Niemand behoeft te vertrekken uit de plaats aan het einde van het jaar voor een ander , voor iets wat de familie verlangd..
Geen wonder  dat Koning  James de zesde en zijn avonturiers uit de plaats Fife, dachten over de exploitatie de natuurlijke brommen van de plaats Lewis, met al eerder hoofdkwartieren in Stornoway, maar zij ondervonden de gerechtvaardigde vijandigheid van de eiland bewoners, en barmhartig, smadelijk werden zij terug verwezen.

De tweede helft van de 18e en de eerste helft van de 19e eeuw waren welvarende tijden op de Hebriden, toen vee, haring, gedroogde zoute vis, hondshaai olie, bleekmiddel en zeewier enz. en zelfs whisky, werden geëxporteerd  naar het Europese vasteland..
Echter was dit ook de periode  dat  privé landeigendom onder dwang werd opgelegd op de clan leden en zij verschrikkelijk te lijden hadden onder dit systeem
Verschillende zaken werden samengevoegd. om de haring visserij in Schotland te verbeteren.
Het bouwen van de Pultney haven in Wick, in 1811, gaf een geweldige stimulans aan de gehele Schotse haring visserij.,
Toen was er ook nog de ontdekking van de nieuwe " Schotse bewerking " van de haring in 1819..
Dit werd verkregen als het resultaat van een wedstrijd die gesponsd werd door de Kunst Sociëteit van London, toen zij een beloning toezegden voor de beste methode, om de kwaliteit van de haring tot een standaard niveau te brengen of nog hoger dan de geheime "Hollandse Verzorging "
Dhr. J.F. Donovan uit Leith claimde de prijs en hem werd een bedrag van vijftig guineas uitbetaald.
( Een guineas heeft de waarde van 21 Shilling , dus 5 % meer als een Brits pond sterling. )
Deze "Schotse behandeling " leverde een doorbraak op,  tot een succesvolle  haring visserij in Schotland, op grote schaal..
De staat  erkende de waarde van de Britse  visserij bedrijfstak, niet alleen voor de grote rijkdom , die zij mogelijk kon opleveren, maar meer in het bijzonder als opleiding grond voor grote aantallen rekruten voor de Marine , zowel als voor de koopvaardij.

Toen was er de uitvinding van het weefgetouw door  James Patterson uit de plaats Musselburgh,, welke  in 1850  in  staat was om katoenen  kieuw netten te weven.
Deze nieuwe soort netten  waren minder volumineus en de schepen konden er meer van meenemen, wat ook hun vangst capaciteit verhoogde..
Eerder werden de netten handmatig thuis vervaardigd van hennep garen.
Ds. Hugh Munco uit de plaats Uig in de provincie Lewis, verklaarde dat er bij de eerste staats telling rond 1795, er in de parochie Uig 275 netten maker waren, op dat moment.
Onze gastheer uit de plaats Calbost, Angus Morrison, vertelde ons hoe zijn eigentijdse  vriend Kennerth Nicolson ( onze grootvader )  zijn vader thuis hielp bij de vervaardiging van nieuwe hennep netten., toen hem gevraagd werd om de burgerlijke ingenieurs te helpen bij het opmeten  van het land oppervlak van de boeren, bij de tweede verkaveling rond 1850  / 1852.

Een fundamenteel  verschil tussen de "Hollandse behandeling "en de "Schotse Behandeling " was, dat de Hollanders de haring kaakten op zee,  na dat de haring eerst met zout was bestrooid,
De Britten stonden er op  dat de haring die gekaakt moet worden, pas gevangen was en absoluut vers was.
Zout was niet veroorloofd bij de vis, voor zij aan de wal werd gebracht, want zout maakte het visvlees zacht.

Zo werden er ook  visserij officieren aangesteld door de Britten ,om de kwaliteit  van het product te bewaken..
Een systeem van toevoeging van een ingebrande kroon op de  tonnen met gekaakte haring, werd door de visserij controleurs geaccepteerd..  Alle vaten moesten van dezelfde grootte en inhoud zijn en ieder vat moest gemerkt zijn met de datum dat de haring was gekaakt en de naam en het adres van de verzorger. en de naam van de visserij controleur, die het kroon merk had ingebrand op het vat..
Dit kroon merk selecteerde ook de Britse haring  in verschillende kwaliteiten, die als volgt werden geregistreerd.
Groot Vol,
Vol, 
Maatjes Vol,
Yl en
Gemengd.

Groot Vol  waren haringen  met hom of kuit niet groter dan 11,¼ inches ( +/- 28 cm.)
Vol waren haringen met hom of kuit  niet groter dan 10 ¼ inches ( +/- 26 cm.)
Maatjes Vol  waren haringen met hom of kuit, wat goed te zien was aan de strot en niet groter waren dan 9 ¼ inch lang.( +/- 23 cm. )
Gemengd  waren haringen niet groter dan 10¼ inches.( +/- 26 cm. )

Het Schotse kaken en de gebrandmerkte kroon op de vaten,  gaven een kwaliteit standaard aan van haring die gekaakt was in Schotland en wat vertrouwen en tevredenheid opwekte bij de kopers..

wordt vervolgd


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #806 Gepost op: 04-10-2018, 08:31:04 »

De Opkomst en de Ondergang van de Haring Visserij     deel no.2

Al heel vlug kreeg de Britse gekaakte haring de reputatie als zijnde  de beste haring  in de wereld, De vissersschepen werden in de loop van de 19e eeuw verbeterd, maar in 1840 bestond de vloot nog steeds uit open deks schepen van het Fifie en Scaffie ontwerp.
Rond 1848 waren er wat vissersschepen met een half dek, maar er waren maar heel weinig schepen met een volledig dek,  in gebruik bij de visserij..
Toen gebeurde het  grote scheepsongeval  bij Wick , het "Bàthadh mor Wick ", toen 41 schepen verloren gingen en 37 opvarenden het leven lieten, toen zij probeerden de haven binnen te lopen tijdens een zware storm, die de vissersschepen op zee in haar macht had.
Als gevolg van het Wick verdrinking ongeval, stelde de Regering een Raad van Onderzoek in en één van de  meest belangrijke aanbevelingen was, dat er meer  schepen met een volledig dek gebouwd moesten worden..
Echter, zoals met de  meeste  andere vernieuwingen,  het ideë van schepen met een volledig dek werd sceptisch ontvangen.
Het eerst bij veel visserlui, die aanvoelden dat zulk soort schepen onhandig zouden zijn en onwerkbaar..
Proefnemingen werden uitgevoerd om een meer bruikbaar vissersschip te vinden,voor de weer condities die er  rond het  noorden van Schotland bestonden..
Het was in 1879 dat de Asher scheepswerf in Burghead een doorbraak tot stand bracht met een  nieuw ontwerp van een schip  , wat de "Zulu"genoemd werd, omdat de "Zulu Oorlog "in Zuid Afrika op dat moment toen woedde.
Het nieuw ontworpen schip kreeg ook  de beste eigenschappen van de oude en uitgeprobeerde  Scaffie en Fifie  schepen.
Het behield de rechte voor steven van de Fifie en de schuine achter steven van de  Scaffie.
Het allerbeste was, dat deze krachtige Zulu schepen  een gemiddelde lengte hadden van  75 tot 80 voet en een diepgang van 7 tot 9  voet en uitgerust waren met een krachtige kaapstander, die in werking kon worden gesteld door een rechtop staande stoomketel, die geïnstalleerd was in het bemanningsverblijf,  recht onder de kaapstander.
Deze schepen voerden een hoop zeil en het minste zuchtje wind gaf  het schip al stuurvermogen.
Het  Zulu ontwerp van het vissersschip, was het antwoord op hun gebeden.
De laatste  van de Zulu  klasse vissersschepen was de "Muineag " met visserij nummer SY 486 die in het midden van 1940  in Lewis werd gesloopt.

De overgang van de  eeuw van de zeilvaart naar de mechanische voortstuwing in vissersschepen in Lewis, kwam geleidelijk opgang in de eerste 30 jaren van de 20e eeuw,
Her eerste wat kwam was de stoomdrifter, ongeveer aan het einde van de 19e eeuw, zo'n 20 jaar na het Zulu zeilschip.
Bijna alle stoomdrifters werden gebouwd tussen 1900 en 1914.
Zij waren duur in het gebruik, door hun voortstuwing op kolen, waar de zeilschepen geen kosten maakten, terwijl zij op zee waren.
Ook de bouw van een stoomdrifter kostte £ 2.500, waar een 80 voets Zulu zeilschip slechts £ 700 kostte om een nieuwe Zulu te kopen.
De stoomdrifter was echter een meer comfortabeler schip en uiteindelijk waren er een aantal van in Lewis.
Twee stoom drifter waren er in het plaatsje Cromore.

Tijdens de W.O no.1  hield de Regering  controle over de vissers vloot en dikwijls werden de grotere schepen gebruikt als Marine hulp vaartuigen..
De stoomdrifter "Herring Fisher ", eigendom van de vis handelaars Duncan  Macler Ltd.in Stoneway, was gevorderd voor de Pairc Service  Section van de R.N.R.T., met inbegrip van haar schipper Dhomhnuil Ruadh Smith,  uit het plaatsje  Marvig, die dienst deed als stuurman, ofschoon  hij toen al bijna 60 jaar oud was.
Het schip  had haar basis  in Scapa Flow op de Orkney Eilanden, maar haar vaargebied reikte tot aan de Middellandse zee.

In de jaren , rond1920 werd de zeil vissers vloot in Lewis op de Hebriden Eilanden , omgezet  in motor voortstuwing, door de inbouw  van kleine scheepsmotoren..
De piek van de Schotse haring visserij was in 1907, toen er 2½ miljoen  vaten met gekaakte haring werden verwerkt.
In 1913 waren er 3500 kaakmeisjes van de Westerse eilanden van Schotland aan de Oost Anglia kust aan het werk, tijdens het haring winter seizoen,  wat duurde van September tot December.
Het was  in de vroege jaren van 1900 dat de verplaatsing van haring kakers en gehuurde  bemanningsleden hun hoogte punt bereikte..
Echter tot 1936 waren er nog steeds 1000 kaakmeisjes van de Westelijke eilanden werkzaam bij de Oost Anglia haring visserij  en ook nog veel gehuurde bemanningsleden voor de vissersschepen..
Gedurende meer dan 100 jaar verplaatste zich deze gehuurde  meisjes van de Hebriden eilanden naar de Schotse en Engelse haring visserij, tot aan de tweede Wereld Oorlog, wat  er een voor altijd  een  eind  aan maakte, want de smaak en markten veranderden.

De schepen van de westelijke Hebriden Eilanden gingen ook  naar haring visserij van Oost Anglia en schipper Alexander Macleod uit Knock Point vestigde een record, door de tijd van de thuisvaart te breken, vanaf  Oost Anglia in 1899 met een Zulu zeil vissersschip de "Morven "met visserij nummer  SY 1217, het schip wat hij had voor het vissersschip" Muirneag".
Hij legde de afstand van ongeveer 500 mijl vanaf Lowestoft naar Stornoway  non stop af in 48 uur.
( een gemiddelde snelheid van meer dan 10 mijl per uur )

Toen Martin Martin Stornoway bezocht in 1786 gaf hij kritiek dat zij  het droevig vonden om te zien dat deze edele haven zonder kaden was. De schepen moesten geladen en gelost worden op het strand of in de baai met kleine bootjes..
De lokale mondelinge traditie in ons dorp huis Ceilidh - House, spraken nog steeds over de tijd toen er nog weinig kaden waren in Stornoway en de vis aan wal werd gebracht op het strand of in manden over een rij naast elkaar liggende schepen werd gedragen..
Een oude kaart uit 1785  laat een aantal kleine losse stenen piertjes zien in de binnen haven, die nog steeds te zien zijn in vele dorpen in Lewis..De enige pier op deze kaart, die bruikbaar was voor wat grotere schepen was gevestigd op de hoek van het Noord strand en de Esplanadaweg en stond bekend als de grote kade..
Seaforth Mackenzie , de land eigenaar uit  Lewis spoorde  de inwoners van Stornoway om kleine  privé kaden van steen te maken, maar voegde er een conditie aan toe in hun nadeel, dat zij dit moesten doen op hun eigen grondgebied..

Eerder in de jaren rond 1860 voelden de inwoners van Stornoway dat de haven en de gehele  Lewis gemeenschap niet in staat waren om het volle profijt  te halen uit de uitstekende mogelijkheden die toen bestonden  in de haring visserij in Schotland , door de afwezigheid van goede haven faciliteiten  in Stornoway, de grootste markt plaats op het eiland .
Stornoway was laat in de race van haven en haring visserij ontplooiing, maar vanaf 1865 en verder, was de ontwikkeling van de Stornoway haven  dramatisch. en er werd geen  tijd verloren laten gaan door de nieuwe gevormde  haven commissie,.om een haven order samen te stellen en begonnen  aan de ontwikkeling van de voorbereidselen.
Een 150  voet lange houten werf, wat later bekend zou staan als de werf No.1 en een 350 voet lange gemetselde werk kade muur naar het westen werd aangelegd, wat het wrak van het zeilschip Amity, verving, die in het westen van de haven aan de grond was gezet en dienst deed als losplaats..
Dit gedeelte werd later gebruikt voor het kaken en verdere verzorging van de haring aanvoer.

Vanuit het visserman´s oogpunt was de visserij winstgevend tijdens de vroege jaren van de 20e eeuw van 1900 tot 1914..
De eerste Wereld Oorlog verwoeste  onze continentale markten voor gekaakte haring in Duitsland, de Baltische Staten en Rusland. en met de uitzondering  van 1927-28 , toen er een ongebruikelijke overvloed van haring was, zodanig dat men  haring kon vangen met een mand langs de kuststrook  rond de zee arm.

De jaren tussen de twee Wereld Oorlogen waren een mislukking, wat de visserij betrof..
De meeste van de visserlui van de Hebriden Eilanden waren Marine reservisten en zij moesten hun schepen verlaten, tijdens de 1e en 2e W.O. en tegen de tijd dat zij terug keerden, waren hun schepen  in een vervallen staat en in de late jaren tussen 1940  en 1950 werd de gehele vissersvloot vervangen door doelgerichte schepen en kwam er een nieuwe methode van visserij.
De kieuwnetten werden vervangen en ring netten en trawl netten etc werden ingevoerd en gebruikt, wat resulteerde in een uiteindelijke over bevissing van haring en resulteerde in een totaal verbod op iedere vorm van de haring visserij in 1977..
 
Na bijna twee jaar gewacht te hebben voor een opleving van het  haring vis verbod, gingen de Maclennan broers uit Marvig aan het werk, die het aanzien hadden van de laatste bemanning te zijn die visten met de milieu vriendelijke kieuw netten,  met hun voor dit doel gebouwde schip de `Seafarer ` met visserij nummer SY 210,.tot zij het op moesten geven en uitgekocht werden..
 Dat betekende het einde van de kieuwnet visserij.
Het verbod  op de haring visserij werd niet  ontbonden  tot 1983 en van dat moment af was het de trawl methode wat gebruikt werd voor het vangen van de haring..
Van af dat moment was het voor  de jongere generatie niet langer gebruikelijk, dat er haring op het menu stond. en de vraag op  de markten, zakte volledig in.

Einde
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #807 Gepost op: 05-10-2018, 07:49:47 »

Een visserman's overdenkingen op deze prachtige maar bekommerde wereld     deel 1

I must go down to the sea again, to the lonely sea and the sky
And all I ask is a tall ship, and a star to stear her by
And the wheel's kick and the wind's song, and the white sails shaking
And a gray mist on the seas face, and a gray dawn breaking.

I must go down to the sea again, for the call of running tide
Is a wide call and a clear call that may not be denied.
And all I ack is a windy day with the white clouds flying.
And the flung spray and the blown spume, and the sea-gulls crying.

I must go down to the sea again, to the vagrant gypsy life,
To the gull's way and the whale's way, where the wind's like a whetted knife;
And all I ask is a merry yarn from a laughing felloe rover;
And quiet sleep and sweet dream when the long trip's over.
                                                                                                John Masefield.

Ik moet weer naar zee, naar de verlaten zee en de luchten
En  ik vraag alleen maar een grote windjammer en een ster om op te sturen.
en een terug slaand stuurwiel en de zingende wind, terwijl te zeilen klapperen
En de brekende grauwe mist op het zee oppervlak en het aanbrekende grijze ochtend gloren.

Ik moet weer naar zee, naar de roep van het opkomende tij,
Het is een wilde en heldere roep, welke niet ontkend mag worden.
En al wat ik vraag, is  een winderige dag, met voort vliegende witte wolken,
En het vliegende buiswater en het wegwaaiende schuim en de krijsende zeemeeuwen.

Ik moet weer naar zee, naar het zwervende zigeuner leven,
En de weg van de meeuwen en de walvissen, waar de wind op een geslepen mes lijkt
En al wat ik vraag is een fleurige rijgdraad , van een lachende omzwervende kameraad
En een rustige slaap en zoete dromen , als de reis beëindigd is.

Ik weet echt niet waarom het is, dat wij allemaal zo verbonden zijn  met de zee, behalve dat ik denk dat het is,omdat in aanvulling met het feit dat de zee veranderd en het licht veranderd en de schepen veranderen, is,omdat wij allemaal afkomstig zijn  uit de zee.
En het is een interessant biologisch feit, dat wij allemaal in onze aderen, precies dezelfde samenstelling van zout in ons bloed hebben, wat bestaat in de oceaan en daardoor, wij zout in ons bloed, in ons  zweet en in onze tranen hebben.
Wij zijn gebonden aan de oceaan.
En als wij terug gaan naar zee, of het nu om te varen is of om er naar te kijken, gaan wij terug van waar wij vandaan gekomen zijn.

                                           Deel van een toespraak van President John F. Kennedy
                                              Newport, Rhode Island, 14 September 1962.

Het plaatje van de oude zeeman, met die grote hoed op en met die leren laarzen aan, bezig met zijn beug lijnen aan het sorteren, is mijn overgroot vader Alexander ( Sanny Caccy ) . Thomson: ( Caccy of Caulie, daar hij één van de weinige Katholieken in de gemeenschap was )
Mijn voorouders van beide kanten waren visserlui, zo ver, als wij terug kunnen kijken.. Zij van mijn overgroot vaders tijd, waren beug visserlui, die visten met zeilschepen van de Scaffies, Fifies en de Zulu's klasse. ( De Scaffie had de lijnen van een Viking zeilschip, de Fifie had een rechte voorsteven en was gebouwd om beter grip op het water te hebben , wanneer zij  dicht bij de wind voer..
De Zulu belichaamde de eigenschappen van de beide eerder genoemde schepen en bewees ideaal te zijn, voor de drijfnet visserij. Sommige boeken vertellen dat het ontwerp een compromis is tussen een visserman met een sterke geest en zijn even gelijke vrouw met een sterke geest.
Ik ontmoette eens Dad'Campbell, de toen bejaarde zoon van de Zulu ontwerper William Campbell in Portland Oregon in 1968 en vroeg hem of er enige waarheid bestond  in dat verhaal.,maar hij keurde het af als een grappige roddel. ) en schakelden over op de drijfnet visserij op haring in het lonende seizoen..
Mijn grootvaders beoefende de visserij met drifters, door  stoom of motor aangedreven en deze grotere schepen beoefende het gehele jaar de haring visserij..

De plaats Lossie was hoofdzakelijk gebouwd op de haring visserij..
Vanaf ongeveer 1900  leenden  arbeidslieden en boeren de visserlui geld om drifters te bouwen en de gemeenschap kwam tot bloei.
De vloot  viste vanaf Norfolk en Suffolk in het najaar, Dunmore East, Ireland in de winter en daarna de Morey Firth, Shetland en de Minches in het voorjaar en zomer..

Het grootste deel van de haring werd gekaakt, droog gezouten en in vaten verpakt.
Dit duurde tot na de W.O. van 1914-1918 toen de veranderingen het bracht tot de economieën van Rusland en Oost Europa, wat een ineenstorting betekende van de grote export markten voor gezouten haring. Zo werden de drifters geleidelijk de rug toegekeerd, en de vissers keerden weer terug naar de witvis visserij op schelvis, kabeljauw, heek en platvis..
Dit keer keken zij naar een meer productieve methode dan de beug visserij en zij vonden dat in het gebruik van het  Deense seine net..

Het Deense seine net of snurrevod, was een lichtgewicht  lange zak net, wat over de zeebodem werd getrokken door aangedreven schepen met zwakke motoren of stoom machines..
Het net werd horizontaal open gehouden door een mijl lange manilla lijn, wat in een halve cirkel aan weerszijde van het net werd uitgezet.. Deze lijnen werden langzaam met de winch in gehieuwd, tot de vlerken van het net tegen elkaar aan kwamen., wat tegen die tijd iedere vis omsingeld had, door de manilla lijnen in het net waren gedreven, die daarna vlug naar de oppervlakte werd gebracht..
De Denen haalden de de lijnen en het net in, terwijl het schip verankerd lag aan een groot anker..
Deze Deense methode was goed voor de platvis, wat hun hoofddoel was..
De Schotse "fly dragging "methode veroorloofde het net om de vluggeren en  hoger  zwemmende vis, zoals schelvis en kabeljauw, te vangen.
Samen met de meesten van de Oost kust vloot, haalden ook de lokale vissersschepen deze visserij methode binnen, wat al heel spoedig bewees dat het een geld verdiener was, in plaats van de  verlaten haring netten..
Tegen de tijd, dat ik de school verliet, had de plaats Lossiemouth de grootste seine net vloot van Schotland. \
De plaatselijke haven kon maar net de vloot herbergen en veel schepen visten vanuit de plaatsen  Oban, Lochinver en Kinlochbervie
De grotere seine-net vissersschepen moesten later de haven van  Peterhead als hun basis gaan gebruiken.

Ik herinner mij nog goed in 1953, dat  in onze woonplaats, de eerste  onderwater opnamen van de film van een seine  net in werking.,werden getoond
Deze film was opgenomen in  het ondiepe wateren van de Burghead Baai , door een bekende  Marine kikvorsman Commandant  "Buster " Loinel Crabb, RNVR, GM. OBE , wiens verdwijning zo'n drie jaar later,  een onderwerp van  veel speculatie werd..
Zijn leven eindigde mysterieus, toen hij ging zwemmen rond een Russisch Marine schip in de haven van Portsmouth,  in 1956.
Dat Russische schip was de  Ordkhonikidze.
Het jaar daarvoor, had Crabb de zware kruiser Sverdlosk geïnspecteerd, die de Russische leiders Bulganin en Kruschev vervoerden voor een ontmoeting met de Britse Labour Regering ( waar zich Kruschev op een typische manier misdroeg. ). Weinig informatie of verklaring van het Ordkhonikidze ongeval werd vrijgegeven op dat moment door het Britse en  de Sovjet regeringen, ofschoon er veel speculatie was en de Eerste Minister Eden later de M16  Directeur  John Sinclair  opdroeg om af te treden  voor deze zaak. ( Ik heb zelf met twee eerdere duikers van de Marine gesproken, die aanspraak maakten dat Crabb meegenomen was naar de Sovjet Unie , waar hij is gestorven of gedood was voor zijn niet medewerking. )
Hij had een aantal gevaarlijke opdrachten voor de Britse Marine  uitgevoerd tijdens de 2e W.O.. waar hij buiten gewoon voor gedecoreerd werd..
In ieder geval, die film die hij opgenomen had in de Moray Firth werd getoond in het lokale  gemeente huis,  aan een geïnteresseerd gehoor van visserlui en aankomende visserlui..
Het was een van de eerste films om te laten zien hoe vis daadwerkelijk gevangen werd in een type trawlnet..
De technologie stond echter nog op een lage pitje  van onderzoek..
De netten waren klein en nog gemaakt van katoen.
Binnen tien jaar  werden zij vervangen door hoog openende trawlnetten en de  vislijnen van touwwerk werden ook dikker gemaakt en van synthetisch materiaal..

Wordt vervolgd.
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #808 Gepost op: 05-10-2018, 14:14:28 »

Opa,
veel foto's zijn er van Engelse visserlui aan de wal met laarzen aan en/of Zuid-wester op, staan / zitten ze in de pub helemaal geschoeid, klaar voor onder water.


* Opaatje.jpg (47.32 KB, 566x411 - bekeken 498 keer.)
« Laatste verandering: 05-10-2018, 14:18:52 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #809 Gepost op: 05-10-2018, 14:26:26 »

Mr.Crabb.
je moet ook geen tijdbommen plakken tegen schepen waar "Knoeichef "aan boord vertoeft, dat vinden ze vriendjes niet goed.


* Lionel_Crabb.jpg (23.99 KB, 300x341 - bekeken 498 keer.)
« Laatste verandering: 05-10-2018, 22:38:58 door J.H. » Gelogd
Pagina's: 1 ... 50 51 52 53 [54] 55 56 57 58 ... 105 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!