Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
19-03-2024, 05:17:33
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringen deel 3
« vorige volgende »
Pagina's: [1] 2 3 4 5 ... 105 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringen deel 3  (gelezen 679394 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Gepost op: 11-01-2017, 17:18:22 »

Noordover no.1

Het was een koude en stormachtige nacht ergens in Maart 1938., de maand en het jaar waarin ik werd geboren.
Ergens aan de westkust van Schotland, lag de Hayburm Wyke, een kolen gestookte stoom trawler uit Fleetwood, te steken, met haar boeg ploegend door de tanden van de storm..
De visserij was gestaakt ten gevolge van het slechte weer,
De gehele bemanning lag te slapen, behalve de twee wachtlui ,op wacht in het stuurhuis en de hoofdmachinist en een stoker, die hard werkte om de kolen in de vuurgang van de ketel te scheppen, om de vuren brandend te houden, om de machine van het schip  langzaam vooruit draaiende te houden.
In het stuurhuis hield de wacht een  scherpe uitkijk naar andere schepen, terwijl de bootsman het weer observeerde.
Een ijskoude wind blies door het stuurhuis heen, wat geheel in het donker was gehuld, behalve een klein lichtje, wat het kompas verlichtte.
Het enige andere licht was afkomstig van de diepte meter, die aan flitste  op geregelde tussen pozen..
Het was lawaaiïg, de ramen klepperden in de storm  en het schip werd constant overspoeld door zwaar buiswater.
De wind gierde door het want, huilend als een gemarteld dier, wat de weg was kwijt geraakt in de donkere nacht.
De man aan het stuurwiel had constant moeilijkheden met het roer, in een gevecht met de slingerende en stampende trawler, om de kop van het schip op de wind te houden.
De nacht was helder, het zicht goed en met een heldere maneschijn.
Kort hierna was het eiland St.Kilda trots aan de kim zichtbaar, badend in het licht van de volle maan, om alleen weer te  verdwijnen, als een volgende golf het uitzicht op de kaap verduisterde..
Steeds meer en meer zouden de hoge golven, op een verschrikkelijke manier zich opbouwen, om daarna uit elkaar te vallen tot niets, terwijl de bootsman  de volgende golf al observeerde.
En hij wist dat deze golf een bedreiging zou zijn..
De man aan het stuurwiel had het ook reeds gezien en klemde zich stevig aan het stuurwiel vast.
De golf was nu als een hechte muur van water, wat op het punt stond om open gebroken te worden.
Zij wachtten het in angst af, toen de golf over de steven krulde, waarbij tonnen water op het dek stortte en op hetzelfde moment werd er een  geweldige klap gehoord, afkomstig van ergens op het achterschip .
Het stuurwiel werd uit de handen van de roerganger gerukt en draaide als een gek in het rond, alsof het een ongecontroleerde  kermis rit was..
Hij probeerde nogmaals het stuurwiel te grijpen, trachtend de controle over het stuurwiel weer terug te vinden, maar het was al te laat.
Het stuurwiel lag slap in zijn handen.
Het schip draaide hierna al heel snel over stuurboord, en kwam dwars op de hoge golven te liggen.
Nu het schip compleet hulpeloos was en niet meer controleerbaar, met een kapot roer. was het  de stuurman, die als eerste reageerde.
Hij rende naar de telegraaf en zette de machine op stop..
Bij het horen van de commotie aan dek, veronderstelde de schipper, dat er iets goed fout was en sprong uit zijn kooi.. Zijn Guernsey trui pakkend en zijn pet, haastte hij zich naar het stuurhuis..
Hij nam contact op met een in de buurt zijnde trawler Dinamar en vroeg haar schipper om stand bij te willen blijven tot het weer wat rustiger was geworden en zijzelf aan de reparatie konden beginnen..
Het andere schip stemde daar in toe, voor zover dit mogelijk voor haar was, gezien haar vermogen, om hulp te kunnen bieden.
Veel uren gingen voorbij, het weer verbeterde langzamerhand en de bemanning werkte onafgebroken door, om een tijdelijk stuurgerei aan te brengen,, wat hun zou mogelijk maken om dichter bij St. Kilda en in meer beschut water te komen.
Toen zij naar rustiger water stoomden, werd er door de schipper en de stuurman een plan doorgesproken voor een meer permanente reparatie idee van het roer, door  één van de visborden op te hangen onder de spiegel van de achter steven, door gebruikmaking van kettingen en sluitingen,
Een vislijn aan elke zijde van de  trawl winch moest langs de beide zijden van het schip lopen en moest worden vast gemaakt aan het visbord.
De stoom winch, kon dan gebruikt worden om het noodroer te bedienen..
De eerste benodigde werkzaamheden waren, om tonnen zeewater in de voorpiek te pompen, om de boeg dieper in het water te brengen en hierdoor het achterschip uit het water te lichten, om de bemanning in staat te stellen, om onder de spiegel van het achterschip te kunnen werken.
Dat was echter een moeilijke opgave.
Het schip stampte en slingerde in de zware zeegang en als de golven over de bemanning braken, dreef het schip steeds verder van de kust weg en de eventuele opperte
De reddingboot van te trawler werd te water gelaten met daarin de schipper, de bootsman en twee matrozen.
Er was nog steeds het gevaar dat de reddingboot  beklemd zou raken onder het achterschip en dan zou kapseizen en de inzittenden in zee zou smijten.
Een dappere dekknecht bood nog wel aan om rond het achterschip te zwemmen, om een sluiting te plaatsen aan het beschadigde roer.
De schipper stond dat niet toe, want het was te gevaarlijk..
Met grote moeite lukte het, het visbord over boord te takelen en het lukte, om het visbord vast te zetten op een ketting die over het achterschip hing..
De deur was van hout gemaakt en was verstevigd met stalen strippen en woog ongeveer 1½ ton..
Verscheidene keren slingerde het visbord te dicht langs de redding boot en veroorzaakte veel consternatie bij de in de boot zittende bemanning.
Toen het visbord eenmaal in positie was geplaatst, werd het stijf tegen het achterschip gehieuwd en verzekerd door kettingen en sluitingen.
De vislijnen vanaf de winch, werden aan het visbord bevestigd, Door vislijnen in te hieuwen of te vieren, slaagden men er in, het schip te besturen.
Rond de lunch tijd op Zondag,, was het werk uiteindelijk gereed..
De reddingboot werd weer aan boord gehieuwd en weer vast gesjord, het dek opgeruimd en de visborden opgeborgen..
Echter, gedurende de uitvoering van de reparatie was de laadboom over het dek gezwaaid en had de schipper geraakt en hem aan zijn schouder verwond..
De bemanning had 36 uur non stop doorgewerkt, bij de gratie van de weersgesteldheden, om het werk klaar te krijgen.
Ofschoon  zeer vermoeid zijnde, ijskoud en met pijnlijke ledematen, ervoeren, zowel de schipper als de bemanning een gevoel van trots, over  wat zij hadden gepresteerd..
Aan de winch staande, op het door de wind gegeselde dek, vierend en binnenhalend van de vislijnen wanneer dit nodig was, waren zij maar net in staat om het schip te besturen.
Tweemaal op de thuisreis naar Fleetwood, braken de vislijnen .
Het schip dreef dan hulpeloos naar de kust toe, terwijl vislijnen werden gesplitst.
Zo'n 300 mijl legden zij met veel moeite af, om weer thuis te komen..
Een sleepboot verleende assistentie. zodat de rawler binnen gesleept kon worden, dwars van Fleetwood.
Zelfs toen waren de zorgen nog niet over, want de sleeptros brak, zelfs tot drie keer toe..
Iedere keer dreef de trawler weer de Morecombe Baai in, voor de sleepboot haar weer terug  kon slepen.
Met uitzondering van de schipper, die toen acht en twintig jaar oud was, was er niet één van de bemanning leden ouder de twee en twintig jaar..
Het werd als een kras staaltje van zeemanschap beschouwd.
Lofprijzingen werden uitgesproken t.a.v. de schipper en zijn bemanning.
Er werd toen gedacht, dat het de eerste trawler was, die het gelukt was om een  reparaties van deze omvang uit te voeren in zo'n storm, zonder naar huis gesleept te worden, door een andere trawler.
De schipper ontving een  gratificatie van 36 pond, 10 shilling en zes penny's, van de verzekering maatschappij.

De schipper van deze trawler, was mijn vader.

Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1 Gepost op: 11-01-2017, 17:21:10 »

Noordover no.2                                                             

De tweede Wereld oorlog brak het volgende jaar,  in September 1939 uit.
Mijn vader meldde zich aan bij de Koninklijke Marine Reserve (RNR) als dienstdoende Schipper Luitenant.
Hij raakte drie keer gewond tijdens acties in het eerste jaar van de oorlog.
Op 28 November 1940, was hij varende in het Engels Kanaal met de trawler Kennymoor, toen het schip op een mijn liep en zonk..
Hij werd met andere overlevenden gered door HMT Conquistator.
Op haar weg naar huis, kwam de Conquistator in botsing mat HMT Capricornus, die hierbij schade aan haar boeg op liep, maar de Conquistater werd hierbij ernstig beschadigd en vervolgens zonk.
En weer werd mijn vader gered en ik veronderstel dat het door de Capricornus werd gedaan.
Hij werd aan land gebracht, waar hij zes in het hospitaal van Sheerness verbleef..
Op 7 December 1940, liep de Capricornus zelf op een mijn en zonk..
Daar mijn vader verschillende jaren schipper was geweest op de trawler  Hayburn Wyke, diende mijn vader een verzoekschrift in, om schipper te worden op dat schip., maar de Koninklijke Marine , wees het verzoekschrift af..
De Hayburn Wyke werd getorpedeerd en zonk bij een U-boot aanval, terwijl zij  voor anker lag bij Oostende, op 2 Januari 1945..
Op de Burgerlijke Eerbewijzen Lijst, werd  mijn vader onderscheiden met het DCS onderscheiding, ( Hoogst Geplaatste Dienst Kruis ), voor betoonde moed in actie met de vijand.

Toen wij nog kinderen waren, woonden wij in een drie slaapkamer huis, het middelste huis van een rij van drie woningen, aan de Broadway, de hoofdstraat tussen de plaatsen Fleetwood en Blackpool., met de toegevoegde luxe van een badkamer met toilet, op de 1e etage.
Bij het uitbreken van de oorlog werden aan ons gasmaskers uitgereikt.
Deze werden in een kartonnen doos geleverd, met een schouder riem en wij werden geïnstrueerd om het gasmasker overal waar wij heen gingen, mee te nemen..
Zij hadden zelfs gasmaskers geconstrueerd voor kleine baby's. Toen ik voor de eerste keer mijn gasmasker uit probeerde, was het geen plezierige gewaarwording en ik zal het je vertellen waarom.
Ik had veel last van ruimtevrees.
Ik begon dan vlug te ademen en het leek er op, dat ik zou gaan stikken...
Ik raakte dan in paniek en trok het gasmasker van mijn hoofd.
Toen ik er eenmaal aan gewend was, ging het wel, maar ik zette nooit mijn gasmasker op, voor het mij werd opgedragen.
De oorlog jaren waren erg zwaar voor mijn moeder. Bij het uitbreken van de oorlog waren wij met vier personen. Betty was de oudste en was zes jaar oud, Odette vier jaar oud, Billy twee en ik was maar net een jaar oud.
In 1940 werd Pat geboren, gevolgd in 1942 door Peter.
Het moet erg moeilijk voor mijn moeder zijn geweest om zes kinderen te voeden en met de schaarste aan kleding en alles was ook schaars of op de bon..
Het werd zelfs zo slecht, dat op een keer Betty, naar mijn grootmoeder werd gestuurd in Preston,                                                                                                                                                                                                                     daar wij geen voldoende voedsel meer hadden.
En op een andere keer werd ontdekt dat Odette difterie had en naar een ziekenhuis werd gestuurd in Moss Side, in de buurt van Manchester..
Het difterie virus bleek zo besmettelijk te zijn, dat alle kamers van ons huis, systematisch bespoten en vervolgens verzegeld werden.
Voor hoe lang dat gold, ben ik vergeten.
Op een andere keer, bleek Pat een bronchiale longontsteking te hebben opgelopen. Zij werd gedurende bijna een jaar in een ziekenhuis verpleegd, ernstig ziek zijnde en ik geloof dat zij de eerste persoon in Fleetwood was, aan wie penicilline werd verstrekt..
De slechtste periode voor ons was wel, toen mijn moeder in het ziekenhuis werd opgenomen. Zij had last van spat aderen en zij was er zo slecht aan toe, dat zij moest worden opgenomen..
De overheid, zo dacht ik, had besloten voor ons te zorgen, maar mijn grootmoeder redde die dag.
Zij kwam naar Fleetwood om ons te verzorgen en wij  konden met elkaar thuis blijven.

In de oorlog zijn er drie bommen op Fleetwood gevallen..
Een bom, bestemd voor het ICI gebouw, was een misser.
Ik was er verwonderd over, dat er niet meer bommen werden gegooid, omdat het ICI gebouw één van de grootste vestiging was in het land..
Wij verlangden altijd naar de dag dat Papa thuis kwam.
Hij bracht altijd een cadeautje voor ons mee en gaf ons elk wat geld en een sinaasappel, wat iets zeldzaams was in die tijd..
Hij bracht ook Turkish Delight snoepgoed voor ons mee, maar ik was er niet gek op..Hij kwam tijdens de oorlog vaak in Egypte en bracht prachtige sieraden voor mamma mee.
Wij dachten dat wij het slecht hadden tijdens de oorlog, maar wij kwamen er veel beter vanaf dan de grotere plaatsen en steden zoals London, Coventry en in vergelijking hadden zelfs Hull en Grimsby het ook slechter..
De haven van Grimsby startte haar werkzaamheden in 1852,en werd in 1854  officieel geopend  door Koningin Victoria.
In 1931 vond er een grote aardbeving plaats bij de Doggersbank , met een kracht van 6.1 op de schaal van Richter, maar de stad bleek structureel hecht..
Gedurende de oorlog overleefden zij de bombardementen van Grimsby, daar de plaats een zeer bruikbaar landmerk was voor de Duitse Luftwaffe, als zijnde een duidelijk herkenningspunt om naar Liverpool in het westen te vliegen..
Op hun terug reis naar Duitsland werd iedere bom, die niet was gebruikt, op Hull en Grimsby afgeworpen, alvorens de Noordzee over te steken naar Duitsland.
En zeker, als er een vliegtuig beschadigd was, wilden zij niet op hun geliefde vaderland neerstorten, met de bommen aan boord.
Zo hadden wij het gemakkelijker dan anderen.
Mijn toen toekomstige vrouw woonde aan de Thames bij Erith en sommige van de verhalen die zij ons kon vertellen, waren verschrikkelijk.
Zij werden onophoudelijk gebombardeerd, nacht na nacht, daar zij dicht bij Woolwich Arsenal woonden, wat een geweldig doelwit was voor de Luftwaffe.
Nog velen jaren later was zij nog bang voor onweer buien..
Wij waren er erg gelukkig mee, dat mijn vader veilig uit de oorlog terug keerde.
Ik kende veel jongens en meisjes op school, wiens vader  niet terug waren gekeerd en zij waren de genen die het hard hadden na de oorlog.
Ik kan bijna helemaal niet veel meer over de oorlog vertellen, daar ik nog te jong was.


RNR = Royal Navy Reserve.=Koninklijke Marine Reserve
HMT = Her Majesty Trawler = Hare Majesteit trawler
DSC = Destinquished Service Cross


wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #2 Gepost op: 13-01-2017, 07:52:29 »

Noordover no,3

Na de oorlog keerde mijn vader weer terug naar Fleetwood en hij werd weer schipper op de Fleetwood trawler Comitatus, een kolen gestookte stoom trawler, geregistreerd als de GN 39 en die in 1919 gebouwd  was in Beverly.
Zij had een lengte van 120 voet en haar deadweight was 108 ton.
Ik was toen acht jaar oud en ik had er nooit aan gedacht om naar zee te gaan, ofschoon mijn vriend en ik gek waren op trawlers en de visserij..
Het kwam zomaar plotseling ter sprake, toen Pa vertelde dat hij Bill en mij mee naar zee wilde nemen.
Het was het mooiste geschenk, wat ik ooit gewenst had.
Het leek er op, dat het een verjaardag en Kerstmis, tegelijk en door elkaar gemengd was.
Wat mij net verteld werd, was iets geweldigst..
Binnen de kortst mogelijke tijd stond ik buiten, om het mijn vrienden te vertellen..Een ding wat wel wat tegen viel was, dat het niet de aankomende  reis zou zijn, omdat wij dan van school hadden moeten verzuimen, voor het zomer vakantie was.. Wij moesten nu nog twee volle weken wachten..
Moeder nam ons mee naar de stad om warme kleding en een paar rubber laarzen te kopen,
Pa was nog steeds op zee en ik bleef mijn moeder maar steeds lastig vallen, wanneer hij weer thuis zou komen. Mijn moeder zei mij, dat ik op haar zenuwen werkte, maar ik kan mij wel voorstellen waarom !.
Ik ging naar de promenade van Fleetwood, als mijn vader binnen kwam of naar de  Jubelee kade, waar de veerboten naar het eiland Man meerden.
Je kon daar naar de bemanning zwaaien en schreeuwen, omdat het schip ons op korte afstand passeerde..
Pa gaf vaak een blaas met de stoomfluit. Je kon het meteen vertellen, wanneer zo'n blaas er aan kwam,, omdat er een pluim van witte stoom van de fluit aan de schoorsteen verscheen, enkele seconden voor het geluid van de fluit werd gehoord..
Een echt goed diep fluit geluid, voelde je in de bodem van je maag trillen..
De nacht voor wij naar zee zouden vertrekken, moesten wij vroeg naar bed, wat echt een verspilling van tijd was, omdat er niet veel werd geslapen..
Het leek de langste dag van mijn leven..
De taxi, die ons aan boord zou brengen , was 5 uur in de mogen besteld om ons op te halen
Wij waren al lang op en de taxi was te laat en ik begon er al aan te denken, dat hij ons had vergeten,
Maar de taxi kwam om kwart over vijf..
Uiteindelijk waren we dus toch vertrokken . Ik kon bijna mijn verwondering niet meer onderdrukken.
Wij stopte nog een keer onderweg om Bill, mijn vriend op te pikken.
Wij kwamen om kwart voor zes bij het schip.
Er was een heleboel drukte en gedoe rond het schip, komende taxi's en  gesmijt van deuren en bemanning die aankwam om te vertrekken. Er moesten die mogen acht of negen trawlers vertrekken.
Mijn vader vriend George Beech was schipper op een van de trawlers, de Buldly.. Op deze mogen zouden o.a. de trawlers Wyre Mariner en de Bruidsmeid naar zee vertrekken, waar mijn opa bootsman op was.
De scheepsklerk had zijn werk volbracht. Zijn baan was, om er zeker van te zijn dat de gehele bemanning aanwezig was en het schip op tijd zou vertrekken..
Als de bemanning aan boord was, waarschuwde hij de sluis. Het eerste schip wat klaar was, was ook het schip wat als eerste moest vertrekken..
Ons schip was gereed, toen wij aan de kade arriveerden, De walploeg was al vanaf middernacht aan boord, om te zorgen dat de vuren brandden, om er van verzekerd te zijn dat er voldoende stoom was in de ketels om te vertrekken..
De zon was net opkomend en er stond een lichte oostelijke bries met een opmerkelijke koelte, dat huiveringen veroorzaakten op mijn lijf.
De lucht was verzadigd met de reuk van  stoom en rook van verbrande steenkool,  als dit lui door de zwakke wind, over de dokken werd verspreid.
En rond 6 uur werden de sluisdeuren van het dok geopend en klommen wij aan boord.
De scheepsladder werd aan de wal getrokken.
Wij waren het vierde schip, wat deze morgen zou vertrekken.
Wij moesten wachten tot onze scheepsnaam werd afgeroepen  door de luidspreker bij de sluis deuren..
Na,. wat bijna een uur eeuwigheid leek, werd de naam van de Comitatus omgeroepen.
De bemanning stond gereed op de buiskap, mijn vader en de stuurman in het stuurhuis en twee mannen op het achterschip om daar de trossen te bedienen..
Gooi de trossen voor  los, …...schreeuwde mijn vader.
De scheepsklerk gooide de trossen van de bolders op de kade en liet ze in het water glijden.
De mannen op de buiskap haalden de trossen binnenboord en werden direct veilig opgeslagen  en het voorschip was klaar voor de zee.
Je hoorde de scheep telegraaf rinkelen, waarna een sissend geluid van stoom en je kon het gestamp van de stoommachine horen, toen de machine tot leven kwam.
Het hele schip trilde toen het schip langzaam naar achteren kwam, de achter meer tros kwam strak te staan toen zij het volle gewicht van het schip moest weerstaan..
De boeg van het schip verplaatste zich  van de kade vandaan.
Toen de boeg van het schip vrij was van de twee schepen die voor haar gemeerd lagen, schreeuwde de schipper.... Alles los achter..
De tros werd van de bolder op de kade afgegooid en aan boord gehaald.
Wij maakte langzaam vaart in het dok, op weg naar de sluis deuren..
Het was een vlot verlopen gewoonte, toen de trawler zijn weg vervolgde door de sluis en de rivier de Wyre op voer, zijn weg vervolgend langs de bekende Tigers Tail, een zandbank aan onze SB zijde.
In de loop der jaren zijn veel schepen op deze zandbank gelopen en vooral bij mist.
De telegraaf rinkelde weer en nu kwam de machine echt tot leven, toen de machinist de machine op vol vermogen zette..
Het gehele schip schudde, vanaf haar voorsteven tot aan haar achter steven., grote pluimen zwarte rook uit haar schoorsteen blazend, wat verder het kanaal in dreef..
De machine schakelde over naar een constant ritme, toen zij op snelheid was.
Wij stonden vol verwondering te kijken. Het was prachtig om te zien. Vanaf dat moment voelde ik mij goed en was ik er goed aan verslaafd.
Dit was de start van mijn leven op zee en het begin van een grote  reis.

Ik voer bij mijn vader tussen 1946 en 1952.
Gedurende deze tijd , maakte ik veertien reizen op de Comitatus en een reis op de James Lasy.
Iedere reis was ongeveer veertien tot vijftien dagen.
Ik zal u de dingen vertellen  die plaats hebben gevonden  gedurende deze vakantie reizen, die ik mij nog kan herinneren..
De eerste keer hadden wij veel geluk.
Het was warm weer en een kalme zee, alsof je op een vijver voer..
Ik dacht, misschien blijft het altijd wel zo, maar echt jongens, ik wist al vrij snel het verschil..
Op het moment dat ik van school af ging op vijftien jarige leeftijd, had ik al orkanen en stormen meegemaakt, die zo gevaarlijk waren, dat ik mij dat nooit had voor kunnen stellen.
De eerste reis was als een avontuur.
Het was allemaal nieuw voor ons. Het was kalm weer met zonnenschijn. Wij lieten het dok achter ons en kwamen op de Wyre rivier.
 Al varende, passeerden wij de Jubilee Kade, waar alle kleine bootjes voor de kust wateren lagen gemeerd.
Mijn moeder stond  aan de zeekant om ons uit te wuiven. Wij zwaaiden en schreeuwden, tot wij niets meer konden horen wat zij naar ons schreeuwde,
Wij zaten op de opbouw van het schip en keken vol verwondering hoe wij de rivier af voeren, en waar de veerboot naar het eiland Man aan de kade gemeerd lag,.
Wij passeerden ook de Phara vuurtoren, het Luston Hotel en de Fleetwood Pier.
Wij voeren daarna richting lichtschip Wyre.
Mijn vader riep ons bij zich, om in het stuurhuis te komen, om Bill en mij te informeren dat wij in zijn kooi moesten slapen.. De vriend van Bill moest bij zijn oom slapen, die een kooi in het achterschip had.<
De eerste dag hadden wij hard nodig om het schip te verkennen en de bemanning te leren kennen.
Pa had ook nog een paar regels, wat wij wel en niet mochten doen..
De hoofdregel was om niet op het dek te komen als de netten werden gehaald of de netten werden uitgezet.

Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #3 Gepost op: 16-01-2017, 08:03:09 »

Noordover no.4

Wij visten rond de honderd vadem lijn in het Noord Westen van Schotland, het hele stuk langs naar het Noord Oosten tot aan Muckle Flugga, het meest noordelijkste punt van de Britse eilanden..
Wij visten meestal op heek, wat in die tijd de beste soort vis was voor Fleetwood .
De reis vanaf Fleetwood tot aan Kaap Wrath aan de noord kust van Schotland, is een van de mooiste tochten, die je kunt maken.
Het landschap langs de west kust en de doortocht door de Sounds of Mull is adembenemend, en speciaal in de na zomer wanneer de heide in volle bloei staat, maar zelfs in hartje winter, wanneer de sneeuw de heuvels en de dalen bedekt.
De bemanning leden waren allemaal goede kerels. De stuurman, een knaap die Nelson Rogers heette, voer al heel lang bij mijn vader, maar ver weg was mijn favoriet, de man met een toepasselijke naam, Albert Cook, de scheepskok.
Hij was geweldig, hij was gewend om naar ons om te zien en niets was teveel voor hem en bovendien, was hij ook nog een uitstekende kok..
Iedere morgen stuurde Pa ons naar achteren met een emmer.
Albert vulde haar met heet water en wij gingen op het achterdek staan en kleden ons uit, voor een was .beurt. Als dit was gebeurd, zou Albert een stomende mok thee voor ons klaar hebben staan.
En dan de vraag ?  ….. wat wensen de jongelui voor het ontbijt.
Wat denken jullie van een paar gekookte eieren, was zijn eerste vraag  En wij antwoordde dan ook... …....dat is een goed idee. Albert !
Rond de klok van 10 uur in de morgen, was het fornuis bedekt met potten en pannen., allemaal aan de kook, gevuld met , aardappelen, kool en andere artikelen voor de hoofdmaaltijd.
Nooit had Albert hier zorgen over, wat ons ontbijt betrof en het deed meteen vier eieren in een pan met soep..
Terwijl de eieren kookten, smeerde hij een paar sneden vers gebakken brood. Dat waren de beste sneden en hij maakte er een eieren sandwich van,
Ik hielp Albert met zijn werk in de kombuis, waar en wanneer dat mogelijk was, met aardappelen schillen of met het vaatwerk af te wassen.. Tijdens slecht weer, moest ik uit de kombuis blijven, in geval dat iets heets van het fornuis zou worden afgesmeten..
In de namiddag, als Albert zijn dutje deed, verzekerde ik mij er van dat de kolen kist vol was en het vuur in het fornuis nog brandde./
Aan het einde van een reis, bakte Albert een dozijn broodjes voor mij, om mee naar huis te nemen.
Ik nam ook peper mee naar huis..
Net na de oorlog waren er nog een heleboel artikelen op de bon in Engeland en peper was schaars en hiermee hielp ik mijn moeder een beetje. Vaak op de thuisreis liep de trawler een haven binnen in Zuid Ierland
Veel dingen in Ierland waren niet op de bon, zoals het bij ons in Engeland was..
En dat was niet onbekend bij de bemanningsleden, die een nieuw pak nodig hadden, en zo van huis weg te gaan in een oud pak en om zo in een brand nieuw pak thuis te komen.
Albert was al heel lang aan boord van de Comitatus.
Uit de tijd, dat ik bij Pa voer, kan ik mij nog steeds niet een andere kok herinneren dan de ons bekende kok,  Albert..
Een ander  bemanningslid, zover als ik mij kan herinneren, was Bill Barton, afkomstig uit Wharton, net buiten Prestonde, die een leermeester voor de dekjongen was..
Op vijftien jarige leeftijd was deze jongen als leerjongen bij mijn vader aan boord gekomen, ongeveer een jaar geleden, sinds hij de school had verlaten.
Leerjongens werden ook wel Brassys  genoemd .
Dit kwam, omdat leerjongens rond de eeuwwisseling een uniform droegen als zij aan de wal waren, met koperen knopen, gelijkvormig met wat gedragen werd bij de koopvaardij..
In Grimsby waren zij bekend als leerjongen, maar in Hull werden zij snacker genoemd.

Bill en ik konden goed  met de leerjongen opschieten, Wij zaten dan bij elkaar en praatte dan uren over de visserij en al dat soort dingen..
Onze leerjongen was erg verstandig en een goede werkkracht en wilde altijd wel wat leren.
Eens op een reis, liepen wij Londonderry binnen.
Ik geloof dat het in die tijd, een grote marine basis was
Toen wij daar de rivier de Lough op stoomden, lagen daar rij na rij Duitse onderzeeboten, die opgebracht waren of zich hadden overgegeven, na de 2e Wereld Oorlog.. Wij zaten op de ombouw er naar te kijken , toen wij daar voorbij voeren.
Toen wij enkele fregatten van de Koninklijke Marine passeerden, sprong Bill ineens op en trok mij aan mijn arm en was erg verbaasd.
Kijk, Kijk, …...schreeuwde hij, wijzend naar een der fregatten. Mijn vriend vaart op dat schip en ik ga Pa vragen of ik er naar toe kan gaan om hem te ontmoeten..
Pa weigerde, hij wilde met mij en Bill naar de bioscoop gaan als wij aan de wal lagen..
Bill was echt teleur gesteld en na de thee, waste ik voor Bill, mijn mok af en ik ging de wal op.
Vind jij het erg als wij naar de Marine basis gaan om daar te gaan kijken of ik mijn vriend kan ontmoeten, vroeg Bill.
Ik wilde dat ook wel en ik dacht, dat ik op deze manier wel op één van deze marine schepen kon komen.
Op weg er naar toe, vroegen wij het aan een politie agent.
Ik kon mijn ogen niet geloven, toen ik zag dat deze politie agent een revolver droeg..
Toen wij bij de Marine basis kwamen, bleek de wacht aan de poort ook een revolver te dragen..
Ik had nooit eerder een echte revolver gezien, en nu ineens twee revolvers op een dag.
Bill informeerde bij de poort wacht, naar zijn vriend, maar wij kregen geen toestemming om de basis te betreden, uit  veiligheid maatregels..
Ik was wel wat teleur gesteld, dat ik het schip dan helemaal niet zou zien.
De wachtsman vroeg aan Bill naar de naam van het schip waar zijn vriend op voer en hij nam contact op met het schip per telefoon..
Je hebt geluk makker, zei de wachtsman... hij staat klaar om de wal op te gaan, dus als je hier wat rond blijf hangen, zal je hem wel binnenkort zien..
Twintig minuten later vertoonde zich de vriend van Bill en ik werd aan hem voorgesteld en Bill verklaarde, waarom hij mij meegenomen had..
Wel, ik moet om 22 uur weer terug zijn aan boord, dus we kunnen een paar biertjes gaan drinken en ons zien te vermaken, legde Bill's vriend ons uit..
Mijn vader dacht dat wij naar de bioscoop zouden gaan, maar wij gingen nu echter naar de pub en ik moest beloven, dat ik het niet zou vertellen..
Wij gingen op weg en keken uit naar een gepaste pub om daar naar binnen te gaan, maar alle pubs leken ons wat ruig..
Bill besloot dat deze pubs niet geschikt voor ons  waren,.
De derde pub leek wel respectabel en na wat discussie, werd er besloten, dat wij hier naar binnen zouden gaan..
Bill's vriend ging als eerste naar binnen.
Bill begon hem te volgen en halverwege de ingang begon er iemand hard te lachen in de pub.. Het was verdorie mijn vader en in paniek greep ik Bill zijn arm.
Bill, zei ik fluisterend, Pa is daar binnen,.......ga daar niet naar binnen.
Ondertussen was Bill zijn vriend al in de pub verdwenen.
Wij moesten een hele tijd bij de pub rond blijven hangen tot hij weer naar buiten kwam om te kijken, wat wij aan het doen waren en maakten dat wij snel daar vertrokken waren..
Het was een beetje te dichtbij om leuk te zijn.
Als wij naar binnen zouden zijn gegaan, zou mijn vader woedend geworden zijn
Ik had voor geen goud in Bill zijn schoenen willen staan.

Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #4 Gepost op: 18-01-2017, 07:51:39 »

Noordover no.5

De eerste machinist ( Webby ) voer al heel lang bij mijn vader.
Ik maakte wel eens plezier reisjes.
Ik kende hem goed en hij kwam vaak bij ons thuis, als het schip in het dok lag,
Webby moet zeker al zeven jaar bij mijn vader hebben gevaren. De 2e machinist was een knaap die Blije Harry werd genoemd..
Op een reis zat iedereen zonder tabak en sigaretten waren er ook niet,. Sommige leden van de bemanning zaten ook zonder tabak.
Maar Blije Harry had nog steeds tabak, maar zijn aard was, dat hij je lekker naar zijn sigaret liet staren, in plaats van je een sigaret aan te bieden..
Harry bewaarde altijd zijn peuken in een tinnetje naast zijn kooi en het tinnetje was bijna vol..
Enkele matrozen warmde mij op en stelde mij voor om het tinnetje weg te halen.
In het begin wilde ik niet erg, maar de matrozen vertelden mij dat hij nog heel veel tabak over had..
Maar na een ogenblik van overtuiging, stemde ik toe..
Toen hij eenmaal in slaap gevallen was, sloop ik zijn hut binnen, pakte alle peuken in het tinnetje en gaf ze aan de matrozen.
Zij rolden er sigaretten van en deelden ze onder elkaar uit..
En ik moet je eerlijk zeggen dat ik mij er prettig bij voelde..
Om eerlijk te zijn,  had Harry toch nog tabak genoeg, volgens zijn zeggen ?
De bemanning stond in de last vis te strippen. Ik probeerde een kabeljauw te strippen, die bijna net zo groot was als ik zelf, maar de kabeljauw won de poging.,Toen riep  Albert de kok ons, dat het eten klaar stond..
Door een bepaalde reden ging mijn vader om 12 uur niet eten , zoals hij gebruikelijk deed, maar hij bleef in het stuurhuis..
Ik zat in de kombuis met Albert, want ik mocht pas om half een gaan schaften..
Toen de bemanning aan het middagmaal zat, kon ik luidruchtige stemmen horen vanuit  de meesroom Het leek er op, dat er ruzie was..
Trek het je niet aan, was hun motto van Albert, als er weer eens onderling ruzie was.
Om 12.30 was de bemanning weer terug aan dek,
Albert zei mij, dat ik  nu kon gaan eten.. Ik ging naar de messroom. Toen ik aan de onderkant van de ladder kwam, begon Blije Harry naar mij te wijzen en tegen mij te schreeuwen.
Jij...... schreeuwde hij.
Jij...... Jij  hebt mijn peuken gejat voor die bastaard op het dek.
Ik zag je wel mijn hut uit sluipen, toen jij dacht dat ik sliep !
Ik sta verbaasd over jou Jim. Ik dacht niet, dat jij zulk soort dingen zou doen..
Ik voelde dat ik bloosde, ik voelde mij opgelaten en bang.
Niemand had voorheen ooit zo tegen mij geschreeuw, zoals nu.. Ik barste bijna in tranen uit.
Toen dit gaande was, was ondertussen mijn vader de messroom binnen gekomen en potverdorie, nu zat ik pas echt in de problemen..
Wat is hier gaande, vroeg hij. Waarom wordt er hier zo geschreeuwd.
Harry vertelde hem, wat ik gedaan had. Ik verwachtte het aller ergste. Op zijn minst een draai om mijn oren..
Pa keek mij aan, knipoogde naar me, draaide zich om en zei tegen Harry.
Dat is nog niets, in vergelijking wat zijn “oude heer “ooit heeft uitgespookt.
Maak je er maar geen zorgen over Harry, kom straks naar het stuurhuis en dan zal ik je wat tabak geven..
Mijn vader heeft het er nooit meer met mij over gehad.
Ik weet ook niet, of hij het er met de matrozen over gehad heeft
 Als hij het gedaan zou hebben, hebben de matrozen het mij nooit verteld,.

In Fleetwood bezocht ik drie scholen
De Flake Fleet kleuter school, de Chaucer Road  lagere school en de  Bailey Moderne middelbare school (  die als bijnaam had …... de Bailey tuchtschool ).
Toen ik nog op de Chaucer Road school zat, werd de trawler Goth vermist.,|
Er waren geruchten dat er iets niet goed was en een paar jongens waren vandaag ook niet op school verschenen.
Het was pas na schooltijd dat wij in de Fleetwood Gazette lazen, dat de trawler vermist werd..
Met een lengte van 147 voet, was zij in 1925 bij Cook, Welton &  Gemmel in Hull en Beverly gebouwd,  voor Hellyer Bros Ltd in Hull.
Bij het uitbreken van de tweede Wereld Oorlog werd zij overgenomen door de Koninklijke Marine , om dienst te doen als mijnen veger.
Na de oorlog werd zij verkocht aan de Ocean Steam Fishing Company Ltd in Hull.
In 1946 werd zij verkocht aan de Wyre Steam Trawling Company en overgebracht naar Fleetwood.
Haar laatste berichtgeving was van 16 December 1948, waarbij zij meldde, dat zij naar Adalvik aan de Noord West  kust van IJsland  stoomde om opperte te zoeken voor het zeer slechte weer.
Het tragische was, dat zij verloren ging met het verlies van 21 bemanningsleden.
De laatste boodschap die van haar ontvangen werd , was opgepikt door de Grimsby trawler Lincol City, waar in aangegeven werd dat zij opperte zocht.
Niets meer werd ooit van haar gehoord..
Op 15 November 1997 viste de IJslandse trawler Helga ( RE 46 ) een scheep schoorsteen op in haar netten, toen zij vissende was ten Noord Westen van Halo, aan de Noord West kust van IJsland.
De schoorsteen werd naar Reykjavik gebracht en werd later ge
geïdentificeerd, als toebehorend aan de Goth.
De schoorsteen is later terug gekeerd naar Fleetwood, waar de nabestaanden van deze scheepsramp de schoorsteen in stand hebben gehouden als een gedenkzuil voor de bemanning..
Het was altijd wel een trieste gebeurtenis, als er een trawler vermist werd,
Vissers gemeenschappen waren in het algemeen altijd erg hecht. Iedereen kende wel iemand die een kennis of een  vriend had aan boord van een schip en iedereen bezocht de gezinnen van de verdronken bemanningsleden, om hen te helpen en te ondersteunen.

Rond die tijd, was ik twaalf jaar oud..
Ik had ondertussen al vijf zeereizen gemaakt met mijn vader, aan boord van de Comitatus.
Op een morgen, net na het ontbijt, haalden wij de trawl scheep.. Vissende aan de west kant van de Shetland eilanden, in diep water, hadden wij 900 vadem vislijn uit staan.
Wij visten op heek en wij moesten nog ongeveer 75 vadem vislijn in hieuwen.
Toen zagen wij, dat een groot deel van de zee veranderde in een blauw-groene kleur met veel luchtbellen, die naar de oppervlakte van de zee omhoog kwamen.,
Moet je dat eens zien,,,,, schreeuwde een van de matrozen.
Zij wisten al wat er vervolgens zou komen..en plotseling barste het net naar de oppervlakte.
Het net schoot omhoog uit de zee, zoals een walvis uit het water springt..... een geweldige haal vis.
Het eind van het net stak uit het water alsof het een een reuze hooiberg was..
Het bleef zo een paar minuten staan en rolde vervolgens langzaam om en verspreide zich over de oppervlakte van de zee als een reusachtige worst..
De winch werd op langzaam gezet, toen wij probeerden het net langzaam langszij van het schip te hieuwen. Te veel snelheid bij het binnen hieuwen zou waarschijnlijk veroorzaakt hebben , dat het net open zou barsten en de vis verloren zou gaan, wat ongeveer 12 tot 15 ton vis zou zijn..
Was het weer slechter geweest, dan hadden wij deze haal zeker verspeeld..
Gelukkig was het prachtig weer, maar met een lange zware Atlantische deining.
Wij konden zien, dat er vis uit het net ontsnapte, er moest ergens een gat in het net zijn.
Na veel moeite hadden wij een groot deel van het net aan boord, zodat wij een strop rond het net konden aanbrengen en na langzaam inhieuwen, werd de vis terug gedrongen in het net..
Ik was erg verwonderd.
Ik had nog nooit zoveel vis in één haal gezien, maar het leek er op dat wij het meeste ervan zouden verliezen. Het gat in het net werd iedere minuut schijnbaar groter en de zee was bedekt met weg drijvende vis.
Plotseling sprong Pa op het dek, bond een stuk touw rond zijn middel en greep een boetnaald. en gaf het einde van het touw aan een matroos.
Zorg er voor dat je dat uiteinde niet loslaat, schreeuwde hij nog en sprong overboord op het net en kroop naar het achter eind van het net., terwijl ik angstig alles van dichtbij kon gade slaan..
Ik kon het niet geloven, wat hij nu aan het doen was..
Er was maar net genoeg drijfvermogen in de vis , om hem drijvende te houden en ik stond verstart toe te kijken, dat hij in zee zou vallen..
Toen hij eenmaal het gat in het net had bereikt , voerde hij een vlugge reparatie uit en kroop terug naar het schip.
Meer dan eens, dat hij bijna in het water terecht kwam.. Mijn hart stond bijna stil en ik was blij, dat hij weer aan boord was..
Toen wij eenmaal de vis aan boord hadden, lag het dek helemaal vol.
Wij hadden toen een vangst van 60 manden heek, wat een prachtige vangst was t.a.v. de gemiddelde vangsten.
De rest was koolvis., die niet veel waard was.

Wordt vervolgd
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #5 Gepost op: 19-01-2017, 18:05:36 »


Rond die tijd, was ik twaalf jaar oud..
Ik had ondertussen al vijf zeereizen gemaakt met mijn vader, aan boord van de Comitatus.
Op een morgen, net na het ontbijt, haalden wij de trawl scheep.. Vissende aan de west kant van de Shetland eilanden, in diep water, hadden wij 900 vadem vislijn uit staan.
Wij visten op heek en wij moesten nog ongeveer 75 vadem vislijn in hieuwen.
Toen zagen wij, dat een groot deel van de zee veranderde in een blauw-groene kleur met veel luchtbellen, die naar de oppervlakte van de zee omhoog kwamen.,
Moet je dat eens zien,,,,, schreeuwde een van de matrozen.
Zij wisten al wat er vervolgens zou komen..en plotseling barste het net naar de oppervlakte.
Het net schoot omhoog uit de zee, zoals een walvis uit het water springt..... een geweldige haal vis.
Het eind van het net stak uit het water alsof het een een reuze hooiberg was..
Het bleef zo een paar minuten staan en rolde vervolgens langzaam om en verspreide zich over de oppervlakte van de zee als een reusachtige worsvv


75 vadem hiewen en dan de belleblazen,maar voor dat dat gebeurd zie je je vislijnen tog omhoog komen??.
900 vadem achter dan zal die op een diepte van zo'n 350 vadem gevist hebben,dan benne het net handgranaten.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #6 Gepost op: 20-01-2017, 09:20:55 »

Noordover no.6

Wij stripten de koolvis voor de levers voor levertraan.
In Fleetwood werd de koolvis ( coalies genoemd ) slecht verkocht en alleen de beste koolvis werd bewaard voor de verkoop.
Ik vond mijn vader een held om zo overboord te stappen op het net, maar toen ik wat meer ervaring had opgedaan, realiseerde ik mij, dat  het hartstikke stom was, om zoiets te doen.
Ik deed waarschijnlijk  dingen, die veel stommer waren. Maar zo is nu eenmaal het vissers leven.
Een paar dagen later haalden wij weer de netten..
Ik zat op de ombouw te kijken naar de bootsman die aan het werk was bij het achter visbord.
Toen hij probeerde de ketting vast te zetten op het bord, draaide het bord naar binnen en klemde zijn arm.
Hij schreeuwde het uit van de pijn en viel op het dek..
Ik was verschrikt van de hoeveelheid bloed wat langs zijn arm op het dek stroomde.
Ik zat te huiveren en voelde me rot., niet wetende , wat ik moest doen..
Pa kwam naar buiten uit het stuurhuis en zei mij om uit de weg te gaan.
Ik wachtte angstig in het stuurhuis, toen zij hem mee naar het achterschip namen om de verwonding in te schatten..
Later kwam Pa en vertelde mij dat de arm van de stuurman er slecht aan toe was en wij hem naar Oban zouden brengen, waar hij in het ziekenhuis kon worden opgenomen..

Eens op een reis, was ik op het dek aan het stoeien met een matroos, als tijd verdrijf, tijdens zijn wacht..
Hij toonde mij hoe je netten moest repareren en hoe je  touw moest splitsen..
Hij ging naar het vooruit, om kolen op de kachel te gooien en ik ging met hem mee.
Wij daalden de trap af, hij stookte het vuur op en wij zaten vervolgens wat te kletsen..
De rest van de bemanning lag in hun kooi en trachtte wat te slapen.
Hij demonstreerde mij, hoe goed hij een mes in het schot kon steken.. Eén van de slapers werd kwaad door de herrie, die wij met het mes veroorzaakten. .
Er volgde wat woorden wisseling en de matroos wilde hem een klap geven..
Een stem vanuit een andere kooi schreeuwde, … Als jullie niet snel wat minder herrie maken, zal ik uit mijn kooi komen en jullie een pak slaag geven en nu, flikker op en ga terug aan dek.
Hierna  kwamen de twee matrozen aan dek en begonnen tegen elkaar te schelden.
Pa stond in het stuurhuis.. Door de herrie , kwam hij naar buiten.
Ik dacht dat hij het gevecht wel zo stoppen. , maar nee,, in plaats er van, liet hij ze de lastplanken opruimen zodat zij niet in de weg lagen en zei hen door te gaan met het gevecht., maar moesten stoppen als hij het zei..
Er was wat duwen en trekken, een paar klappen werden uitgedeeld en een liep een gescheurde lip op en de ander een blauw.
Toen stapte Pa tussen de twee vechters en zei hen te stoppen..
Hij let hen elkaars hand schudden en de hele commotie was over..
De lastplanken werden opgeruimd en het schip was weer in haar normale doen..
Toen Pa terug keerde naar het stuurhuis, draaide hij zich om en vroeg ….. het had toch niets met jou te maken ?.
Nee Pa, antwoordde ik en probeerde onschuldig te kijken..
Als zij met elkaar willen vechten, laat hen gaan  of het zal de volgende reis gebeuren.
Als je ze met elkaar laat vechten, zullen zij de beste vrienden van elkaar worden, …...gaf hij mij als informatie mee.
En hij had gelijk, want zij werden vrienden.

Op die reis, hadden wij een kat aan boord. Ieder vreemd dier die wij thuis vonden , eindigde,  om door Pa te worden meegenomen op zee.
Deze kat was al even geurig als een fruit cake.
Het kon niet schelen, hoe slecht het weer was, was hij op jacht naar meeuwen op het schip en had er geen hoop op, dat hij enige kans maakte er een te vangen..
Hij maakte de bemanning gek door over de verschansing te rennen en omhoog te klimmen langs het want, tot hij  de top had bereikt..
Eenmaal aan de top, bleef hij daar rondhangen en huilde van angst, tot een van de bemanningsleden om hoog klom, om de kat omlaag te brengen.. Hij werd meer dan eens bestraft met een waterige begrafenis.
Op een reis brachten een paar matrozen wat verf mee en behandelde de kat er mee, door haar blauw te schilderen..... Pa zei alleen maar,... probeer het en dat was genoeg om de matrozen hun gang te laten gaan.. In plaats hier van kregen zij manden vol met verschillende gekleurde stormvogels en waren de hele dag bezig om stormvogels te vangen en ze te beschilderen..
Er waren rode, blauwe en groene stormvogels, die de rest van de reis rond het schip vlogen.
Pa had er geen goed woord voor over en gaf een paar van de bemanningsleden hun ontslag aan het einde van de reis.

Thuis hadden wij een winter met strenge vorst en sneeuw, Achter ons huis was een uitbouw met een kolen opslagplaats en een washok.
Op een avond werd mij gevraagd om wat kolen te halen.
Het was donker en het sneeuwde.
Ik opende de deur van de kolen opslag. Er was daar geen verlichting en het was daar pik donker en ik moest de kolen op gevoel in de kolenbak duwen...Ik begon met mijn schep te voelen waar de kolen lagen. Ik voelde iets zwaars en het voelde aan, dat het geen kolen waren.
Ik legde mijn er op en voelde dat het echt geen kolen waren.
Tot mijn grote schrik, voelde het warm aan. En het bewoog.
Ik liet de schep vallen en rende schreeuwend het huis binnen., wit als een laken.
Ik was er van overtuigd, dat ik een menselijk lichaam had gevonden.
Wat het nog erger maakte, was dat ongeveer een jaar eerder, een jong meisje was vermoord en haar lichaam was een mangat in de weg  gegooid,  net om de hoek waar wij woonden.
De dader werd nooit gevonden.
Ik dacht dat hij terug gekomen was. Ik was bang en rende gillend het huis binnen en schreeuwde tegen mijn moeder dat er een lichaam in het kolenhok lag.
Pa zat op zee en moeder belde aan bij de buren.
De buurman kwam met ons mee met een zoeklicht en gingen naar de kolen opslag. Op een grote afstand toekijkend, ging de buurman het kolenhok binnen en hoorde ik hem met iemand praten.
Kom. maar, je hoeft niet bang te zijn, niemand gaat je nu  kwaad doen.
Wij zullen voor je zorgen, hoorden wij hem zeggen.
We dachten dat hij met iemand naar buiten zou komen maar in plaats er van ,droeg hij het lichaam van een grote zwarte hond.
Het arme beest verkeerde in een vreselijke staat, rillend, bang, koud en half dood.
Wij pakten een oude deken en legden hem er op,  bij de kachel.. Wij probeerden hem te voeden, maar hij was te zwak en ziekelijk.. Voor wij naar bed gingen, stookte mijn moeder het vuur op, om de hond gedurende de nacht warm te houden.
Pa zou de volgende dag binnen komen en hij wist wel, hoe hij de hond moest verzorgen..
De volgende morgen was de hond nog steeds in leven en hij leek wat beter. Toen Pa kwam, was het eerste wat hij deed hem een beker warme melk geven, met een slok brandy er in..
Gedurende een week was de hond nog ziek, maar langzamerhand kreeg zij meer kracht en herstelde helemaal.
Pa nam de hond mee aan boord, die door ons  Zwartje was genoemd.

De volgende reis met mijn vader was dat zelfde jaar, vroeg in April, tijdens de Paas vakantie.
Het weer was slecht tijdens de eerste vier of vijf dagen.
De wind was noordwest  met een kracht van 6 tot 7 BF, en wij konden nog net vissen..
Ik hield van slecht weer. Ik kon de hele dag wel in het stuurhuis staan, om naar  de golven te staren die langs het schip stroomden....... hoe groter, hoe beter..
Er was iets majestueus en angstwekkend in te vinden.. De bemanning zei mij regelmatig, dat ik knetter gek was. Je praat wel anders, als je erin moet werken, was hun commentaar. Maar ik lachte er wat om.
Een paar dagen later werd het werkelijk erg slecht weer.
Binnen een uur veranderde de wind van kracht 6 tot 7  naar 8 tot 9 BF, met uitschieters tot windkracht 10..
De bemanning werd gepord om de trawl zo snel mogelijk scheep te halen..
Ik stond met Pa in het stuurhuis en hij zei mij, dat ik aan BB moest blijven staan, zodat ik niet in de weg stond..
De stuurman en een matroos plaatsten zich achter winch en begonnen met het inhieuwen van de vislijnen, om het net aan boord te krijgen. De wind stond op BB boeg, Toen er nog ongeveer 25 vadem van de vislijnen gehieuwd moesten worden,, werd de winch gestopt.
Pa gooide het roer over SB,
Het schip kwam langzaam rond. Tegen die tijd stond de rest van de bemanning klaar aan dek.
Toen het schip  in positie was met de wind op haar SB zij, werd de machine gestopt. Order werden nu gegeven om te lijnen verder in te hieuwen..
Het eerste wat boven water kwam was het voorste visbord, het werd met de ketting vast gezet en los gemaakt van het vistuig.. Het net dreef al boven water en de wind huilde.. De bemanning moest zich voorover buigen in de wind, om te voorkomen dat het schip over het net dreef.. Hagelstenen en zwaar buiswater geselde de bemanning en prikten in het gezichten als ijzige naalden..
Met half gesloten ogen, loensend om te kijken, ging de bemanning door met hun werk, zonder te praten.
Niemand sprak een woord, iedereen wist precies wat hij moest doen en dat deden zij ook..
Dat is zo, als teamwerk er voor in de plaats komt..
En er bestaat geen beter team werk dan bij een trawler bemanning bij het binnen halen van de trawl, onder zulk soort omstandigheden.
Toen de beide  visborden veilig in de galgen waren en afgekoppeld van de vislijnen, werd het net naar het schip toe gehieuwd.
Ik hield mij stevig vast, dat ik niet om zou vallen,
Pa liet plotseling het brug raam vallen . Het schreeuwde naar de mannen aan dek... Kijk uit voor het water,  Blijf uit de weg.

Wordt vervolgd

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #7 Gepost op: 23-01-2017, 08:51:47 »

Noordover no.7

Onmiddellijk hierna werden wij door een hoge golf getroffen.
De golf sloeg te pletter tegen de zijwand van het schip en gooide zwaar buiswater hoog de lucht in en door de ramen van de brug.
En vulde het stuurhuis met water.
Ik was drijfnat en het schip maakte nu slagzij over stuurboord.
Het schip was volledig overspoeld, het dek stond vol water.
Ik keek uit het raam naar het voordek en zag, dat het vol water stond ren twee van de bemanningsleden die omver waren gegooid vanaf stuurboord zijde,  naar het voordek..
Zij waggelde door het water , te vergeefs trachtend iets vast te grijpen, naar  iets,  om weer in balans te komen, om recht op te kunnen staan..  En één  bloedde aan zijn voorhoofd.
Plotseling werd ik bang.

Verdorie, ik had wel eens meer slecht weer gezien, maar nooit zo erg als dit keer,.
Ik was als versteend..
Waar was de rest van de bemanning.
Pa schreeuwde mij toe, dat ik in mijn kooi moest kruipen, om niet in de weg te staan.
Het hoefde mij geen tweede keer gezegd te worden.
Blackie was daar ook. Hij lag daar op de mat met zijn kop op zijn poten. Half slapend keek hij naar mij of hij verwonderd was, wat er gebeurde.
Ik trok mijn natte kleren uit, droogde mij zo goed als ik kon af en ging in mijn kooi zitten en probeerde er niet uit te vallen.

Er was veel verwarring gaande.
Mannen waren aan het schreeuwen en de winch ratelde als zij vocht om het net binnen te krijgen..
Pa schreeuwde order vanuit het stuurhuis.
Na een anderhalf uur hoorde ik de scheep telegraaf.
De machine kwam op gang en het schip kwam weer tot leven..
De “oude meid “ slingerde en stampte in haar pogingen om met haar steven in de wind te blijven.
Toen wij weer met de kop op de wind lagen, werd alles wat rustiger, ofschoon wij nog steeds heen en weer geslingerd en gestampt werden..
Ik hoorde de deur van het stuurhuis open gaan en  stemmen uit het stuurhuis..
Ik ging naar de trap naar het stuurhuis en toen ik mijn hoofd naar binnen stak, werd mij verteld om naar beneden te gaan en daar te blijven..
Een ogenblik later kwam Pa met de matroos naar beneden, die zijn voorhoofd  geblesseerd had.
Hoe is het met jou Jim, vroeg mijn vader.
Ik vertelde hem, dat alles in orde was..
Pa haalde de medicijn kist te voorschijn. De matroos zat op een zit kastje, terwijl mijn vader hem onderzocht.
Hij had een grote snee net boven zijn rechter oog, die gesloten was en opgeblazen..
Pa zei, dat het verholpen kon worden met een paar krammetjes , maar met het zicht op het weer, zouden we niet in staat zijn  om ergens binnen te lopen, tot het weer zou verbeteren..
Toen de matroos was vertrokken, vertelde Pa mij, dat ik niet naar het stuurhuis mocht gaan,  daar het weer nu hurricane kracht zou bereiken en het daar te gevaarlijk was..
Ik kon de wind horen huilen en de zee hoorde ik kapot slaan tegen de voorkant van het stuurhuis.
En ik had echt geen behoefte , om ergens heen te gaan..
Een beetje realiseerde ik mij dat ik voorlopig de volgende vier of vijf dagen hier opgesloten zou zitten..
Het voedsel wat wij kregen was wat stamppot en boterhammen en ik zoveel mogelijk thee kon drinken als ik wilde.
Mijn toilet was nu een emmer en de hond was al snel aan de situatie gewend. Het liep door de hut en keek naar de opening van het stuurhuis.. Ik schreeuwde naar mijn vader en hij nam de hond  mee naar de omloop rond het stuurhuis en deed hem een touw om, zodat hij niet van de omloop af kon vallen.
De tijd leek eindeloos , omdat ik niets te doen had.. Ik las alles wat in de hut voorradig was en ik  verveelde mij verschrikkelijk.
Ik luisterde naar de radio, ofschoon het de meeste tijd stond afgesteld op de golf lengte van de trawlers, zodat wij contact konden houden met de andere schepen.
Het weer was meedogenloos.
Wij slingerden en werden  heen en weer geslingerd. Ik had kneuzingen en pijn over mijn hele lichaam, daar ik wel eens ergens tegen aan stootte en probeerde, om niet uit mijn kooi te vallen
Ik besloot maar om wat te gaan slapen. Ik trok een deken over mij heen en plotseling schoot ik wakker, want ik moest weg gesuft zijn..
Er was een luid gekraak, omdat een hoge golf zich op ons stortte.
Het schip werd hevig over stuurboord gesmeten en het leek er op, dat het schip om zou slaan.
Ik werd tegen de zijkant van de kooi geslingerd.
Zelfs de hond schrok wakker en begon te blaffen.,
Nu werd ik er bang van.
In het stuurhuis hoorde ik mensen schreeuwen en het inslaan en breken van glas, de versplintering van hout toen de ramen van het stuurhuis werden ingeslagen..
De zee golfde het stuurhuis binnen, het stond vol met water. Maar er was slechts een weg, waar het water heen kon en dat was naar beneden, de hut in..
Het water stroomde in zo'n grote hoeveelheid binnen. dat het de aanwezige lucht in de hut  samen perste, De druk was zo groot, dat het in mijn oren pijn deed.
Ik legde mijn handen op mijn oren om te trachten de druk te stoppen.
Toen het water minder binnen stroomde,  werd de druk minder en was hetzelfde met de pijn in mijn oren.
De hut stond half vol met water. De arme oude hond was bijna verdronken..
Hij slaagde er in om op de zit kast te kruipen en vandaar uit maakte hij een grote sprong naar de kooi., naast mij.
Ik weet echt niet wie er nu banger was,..... de hond of ik.
Het schip had nog steeds een slagzij over stuurboord en ik dacht werkelijk dat het schip zou zinken.. Ik maakte een sprong vanaf  mijn kooi naar de ladder.
Ik moest uit de hut zien te komen.
Ik miste de ladder en viel achterover in het water.. In paniek greep ik om mij heen, tot ik ergens houvast had, ik klom omhoog en duwde mijn hoofd door het luik.
Ik schreeuwde naar mijn vader....  gaan wij zinken ?
Nee, antwoordde hij.        Ga terug naar je kooi.        Ik kom zo bij je !
Ik slaagde er in om in blik in het stuurhuis te werpen.
Het leek wel een totale verwoesting.
Al de ramen aan de voorzijde waren ingeslagen. Hout en glas lag overal verspreid en in een hoek zat één van de bemanningsleden, met zijn gezicht onder het bloed en ik vertelde mijn vader dat de kooi half onder water stond.
Maak je geen zorgen daar over, Wij zullen het over een ogenblik in orde maken..
Ik zag dat hij zijn hand beschadigd had en het leek een grote puinhoop..
Ik was bang geweest, dat wij zouden zinken , maar het schip lag nu meer of minder zonder slagzij.
De verwondingen van de bemanning waren niet zo ernstig als zij er uit zagen.
Maar de schade aan het stuurhuis was serieus. De ramen lagen er compleet uit en de brug beplating aan de voorkant van het dekhuis, waren ingedeukt.
Er was wat schade aan dek en er waren wat last planken verloren gegaan.. Wij waren echter nog erg gelukkig geweest.
Het eerste werk zou zijn, om het stuurhuis op orde te krijgen, door planken en zeildoek voor de gaten te timmeren, waar de ramen waren geweest.
De bemanning werd aan het werk gezet om de hut  uit te hozen en wat spullen te drogen..

Vier en twintig uur later stoomde wij naar Kaap Wrath, op weg naar huis..
De zon scheen en het was een prachtige dag.
Het weer was afgezwakt tot windkracht 5 of 6, ofschoon er nog steeds een zware deining liep..
Het was moeilijk voor te stellen dat het een dag eerder, wij in weer omstandigheden hadden gezeten, zo vreselijk , dat ik verwonderd was dat wij het nog overleefd hadden.
Op de thuisreis vroeg Pa mij of ik hierna weer naar zee zou gaan.
Ik antwoordde hem....Probeer het maar,om mij te stoppen
Dan ben jij nog gekker als ik al dacht..... was het antwoord van mijn vader.
Maar ik dacht wel, dat hij ingenomen was met mijn antwoord.

Dat was mijn laatste reis op de Comitatus, daar zij dat jaar aan een maatschappij in Grimsby werd verkocht.
Ik voelde mij een beetje rot, want door de jaren heen, was ik van haar gaan houden als een oude vriend..
Ik bracht  vele gelukkige uren door bij haar aan boord en ik was veel over bemanningen te weten gekomen..
Ik maakte nog een plezier reis met mijn vader, in de zomer van 1952 , aan boord van de trawler James Lay, maar het was niet zo als voorheen..
De James Lay werd uit de vaart genomen voor een grote beurt en Pa werd stuurman op de trawler Reptonium voor de IJsland visserij..
Dat schip veranderde ons hele leven..
Mijn vader werd zo in beslag genomen door de IJsland visserij, dat hij bij binnenkomst aan de rederij vroeg, of hij permanent aan de IJsland visserij mocht deelnemen.
De rederij weigerde, want mijn vader was één van de top schippers in de heek visserij..
Hem werd verteld terug te gaan naar de James Lay of zij zouden hem nooit geen ander schip meer geven..
En zodoende verliet hij Fleetwood, monsterde bij de Northern Trawlers in Grimsby en werd stuurman op de trawler Northern Isle.

Wordt vervolgd








Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #8 Gepost op: 25-01-2017, 07:58:27 »

Noordover No.8

Januari 1953 was de maand van de grote storm.
Het begon als een storm 400 mijl in de Atlantische Oceaan, maar werd al heel snel een grotere storm,  die koers zette naar de west kust van Schotland.
Op 30 Januari verliet de Fleetwood trawler Michael Griffith, na reparaties aan haar ketels, de haven..
In de vroege uren van de volgende morgen was zij 6 mijl ten zuiden van Barra Head aan de westkust van Schotland en kwam zij in de volle kracht van de storm terecht, met een NW wind die opliep tot100 mijl per uur en golven veroorzaakten van 30 tot 40 voet hoog.
Een noodbericht werd verstuurd waarin vermeld werd.... Wij hebben geen stoom. Wij maken water.
Wij zijn hulpeloos  Kom en help ons.
Niets meer werd van dit schip gehoord.
Dit was echt een hopeloze situatie.
Zonder stoom kan je ook geen kracht aan de machine geven, om de kop van het schip in de wind te houden.
Dit is belangrijk om te kunnen overleven in zulk afgrijselijk weer.
Zonder stoom zou het schip hulpeloos rond dobberen, dwars op de hoge golven..
Zij zonk met het verlies van alle dertien bemanningsleden.
De eerste slachtoffers van deze grote storm.

De trawler Sheldon uit Grimsby vertrok op 30 Januari uit Kirkwall op de Orkeys eilanden met bestemming de Faroer Eilanden.
De volgende dag werd aangenomen, dat zij was gezonken in een krachtige stormwind, 60 mijl NW van Dennis Head, met het verlies van dertien mannen.

Op dezelfde dag verstuurde de mail boot Princess Victoria aan Radio Port Patrick  een boodschap . waarin vermeld werd dat zij de haven van Stranraer had verlaten voor haar  reis van 35 mijl over het Noord Kanaal, op weg naar Larne..
De mail boot voer altijd, ongeacht de weersgesteldheid.
Binnen een half uur , zat zij midden in de storm..
Een hoge golf overspoelde het auto dek en veroorzaakte een slagzij.
Eerst was dat geen probleem, maar later op de dag werd de slagzij steeds groter.
Port Patrick Radio ontving een noodbericht, wat een graad minder was dan een SOS bericht, waarin vermeld werd dat de slagzij verergerde en zij assistentie verlangde van een sleepboot..
Toen  zij op 4 mijl dwars van Corsewall Point waren, zond de marconist David Broadfoot een SOS bericht uit, waarin onmiddellijke assistentie werd gevraagd.
Met een windkracht van 120 mijl per uur en golven van 50 tot 60 voet hoog, werd de reddingsboot van Port Patrick, te water gelaten.
Zij voeren naar de positie van het in nood verkerende schip. maar konden geen spoor van haar vinden.
Port Patrick Radio verzocht marconist David om de morse seinen te blijven uitzenden, zodat een peiling kon worden verkregen, over de positie van het schip..
De Princess Victoria lag nu met slagzij en orders werden gegeven , dat aan  passagiers en de bemanning, zwemvesten werden uitgereikt..
De sirene van het schip klonk en orders om het schip te verlaten, volgde.
David zond nog steeds noodseinen uit.
Binnen enkele minuten na de orders om het schip te verlaten, kapseisde de Princess Victoria.
Geen signalen werden meer van haar gehoord.

Geen van de overlevenden waren vrouwen en kinderen..
Een van de overlevenden vertelde dat hij een reddingsboot vol met vrouwen en kinderen zag, die geheel vrij van de mail boot waren, maar het volgende gebeurde.
Een volgende golf  bracht de reddingsboot weer langszij van de mail boot.
De reddingboot kapseisde en smeet alle vrouwen en kinderen in het water..
Van de 176 opvarenden, bemanning en passagiers, overleefden slechts 43 mensen, door de heldhaftige pogingen van de    Donaghadee reddingsboot.
Marconist David Broadfoot  werd beloond met het George Kruis, voor zijn dapperheid en toewijding in dienst tijd..
Twee honderd en drie mensen verloren hun leven op zee, tijdens de storm en negen schepen gingen verloren..

De storm trok verder Zuid Waarst, langs de oostkust van Engeland.
Het had verscheidene dagen al hard geregend en de rivieren waren al gezwollen..
De wind bereikte een snelheid van 125 mijl per uur.
Gecombineerd met het hoge springtij, veroorzaakte het een muur van water over de Noordzee..
In de vroege uren van zaterdag morgen, stortte de wind zich op de kust van Lincolnshire en verwoeste zee verdediging werken en huizen.
De storm vernielde plaatsen zoals Mablethorpe, Kings Lynn, Dersingham en Heacham. en later sloeg de storm toe in Great Yarmouth en Southwould..
Totaal vonden 300 mensen de dood en 24.000 huizen werden vernield of beschadigd en zette 400.000 acres land onder water en beschadigde 50.000 gebouwen, waarvan er 9.000 totaal vernield werden..
Ik zat nog steeds op school en ik volgde alle rapporten van deze tragedie zoals het werd onthuld in de plaatselijke kranten en op de televisie..
Het was macaber om te lezen en het liet veel mensen geruïneerd achter.
Ofschoon het een grote tragedie was, heeft het mij nooit belet, om naar zee te gaan.

wordt vervolgd





Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #9 Gepost op: 27-01-2017, 08:21:26 »

Noordover no.9

Ik ging in April, na de grote storm, van school af.
Ik was er klaar voor om naar de haven te gaan, om op een schip aan te monsteren, maar mijn moeder zei mij, dat ik nergens heen mocht gaan, tot dat mijn vader thuis zou komen.
Hij zat op zee op de Northern Isles en het zou nog wel twee weken duren, voor hij terug kwam..
Toen hij thuis kwam, zei hij mij, dat ik niet te veel haast moest hebben
Maar dat ik nog een paar weken thuis moest blijven, tot het slechte weer was afgelopen, met het oog  op het vergaan van de trawler Michael Griffith.
Een van haar bemanningsleden was een jonge knul van zestien oud en mijn moeder had het daar erg te kwaad mee..
Ik gebruikte de volgende zes weken met wachten, tot ik wel kon beginnen..
Uiteindelijk nam mijn vader mij mee naar het kantoor van de Boston Deep Sea Fishing Company's , wat mij wat verwonderde, daar ik dacht, dat het de Dinas Steam Fishing Company wel zou zijn, met het oog er op, dat hij zolang bij deze maatschappij had gevaren, ofschoon de Boston Deep Sea  Fishing, op dat moment, één van de beste rederijen in Fleetwood was.
Toen wij bij de Boston firma kwamen, werd ik mee naar boven genomen naar het kantoor van de wal schipper.
De wal schipper , Arthur Lewis genaamd , was zelf eens een succesvolle schipper.
Hij vertelde mij, dat ik als leerjongen op de trawler St.Philip kon monsteren, onder schipper Tom Hadgkinson, die ook wel bekend stond als een voetballer..
Ongeveer vijf minuten later kwam hij op het kantoor en werd ik aan hem voorgesteld.
Hij was een korte, stevige  vent en hij zag er uit, of hij pas 30 jaar oud was.
Arthur, de wal schipper verzocht hem, om op mij te willen letten en een goede leerknecht van mij te maken..
Dat wil ik wel doen, maar als hij onwillig is, ,,,,,krijg hij een schop voor zijn kont, was zijn korte  antwoord..
Ik kwam  later tot de ontdekking, dat hij meende wat hij zei.
Aan het schip moesten nog enkele reparaties worden uitgevoerd en het duurde nog twee dagen, voor wij  zouden vertrekken..
Mijn vader en de walschipper gaven elkaar een hand, toen wij vertrokken.. Wij gingen naar beneden, naar het kantoor van de scheeps agent,
De scheepsagent was Rupert Robins en hij nam de bemanningen aan voor de Boston schepen..
Pa vroeg hem of hij wat zee spullen voor mij bij elkaar wilde zoeken, voor hij zou vertrekken...
Rupert was al lang bij de Boston maatschappij in dienst en was geliefd en gerespecteerd door de diverse bemanningen.
Hij vertelde mij ook ,dat de Boston firma  goed was om bij te varen.
Hij gaf mij een briefje en stuurde mij naar de overkant van de straat waar het monster kantoor, was om aan te monsteren op de trawler St.Philip.
Het monster kantoor was dicht bij de dok poort.
Toen ik het kantoor binnen stapte, hing het vol met sigaretten rook en rond hangende mannen , die op zoek waren naar een baan, die  in de loop van de dag misschien beschikbaar zouden komen..
Het was er erg rumoerig en allemaal kletsten zij tegen elkaar.
Het monster kantoor werd door alle trawler maatschappijen in Fleetwood gebruikt.
 Als er een trawler binnen liep, werd het logboek naar het monster kantoor gebracht.
Als de maatschappij ons een schip gaf, gaven wij een briefje aan de betrokken personen, zodat zij wisten op welk schip zij moesten monsteren..
Ik ging het kantoor verder binnen en wist niet waar ik me moest melden en aan wie ik mijn briefje moest overhandigen..
Toen vroeg een van de mannen mij ….. moet jij soms monsteren ?   Ja , antwoordde ik.
Dan moet jij daar zijn en hij wees naar de overkant van de ruimte.
Ik liep naar de aangewezen hoek, waar alle logboeken lagen en overhandigde mijn briefje.
Een man nam mijn briefje aan en zei.... Ben jij Billy Green's zoon ?
Ja, antwoordde ik.
Wil jij net zo'n schipper worden als je vader ?
Ja,..... antwoordde ik weer.
Wel, jij lijkt op hem en jij lijkt mij wel een goede zoon..
Ik heb bij je vader op de Hayburn Wyke gevaren..... hij was een verdomd goede schipper..
Daar ga je knul, teken hier maar. Hij duwde het logboek naar mij toe en ik monsterde aan op de St.Philip.
Ik wandelde verdwaasd het kantoor uit. Ik was zo verwonderd, dat ik het bijna zelf niet meer geloofde..
Ik was nu officieel een Fleetwoodse visserman.......... en ik was daar trots op.
Ik ging weer terug naar het Boston kantoor.
De walschipper vertelde mij, dat het schip op donderdag zou vertrekken.
Hij nam mij mee naar de stores, waar ik een nieuwe uitrusting kreeg. Een olie jas, een paar lies laarzen, een zuidwester, een paar dassen, wat wollen laarzen kousen, een nieuwe trui en een paar broeken, maar geen handschoenen..
Toen gebruikten de vissers van Fleetwood nog geen handschoenen..
Al mijn nieuw gekochte uitrusting werd in een zeezak gedaan, behalve de zwaardere stukken. De zak met kleding kon ik mee naar huis nemen en al de zwaardere uitrusting stukken, zouden voor het vertrek aan boord worden gebracht
.De walschipper nam mij mee naar het kassiers loket en vertelde de kassier, dat ik zojuist gemonsterd had op de St.Philip.. De kassier gaf mij een halve kroon voorschot en geloof het of niet, dat is 25 penny's..
Ik ging naar huis en de walschipper waarschuwde mij, dat ik niet te laat moest komen voor het vertrek..
En ik wist, dat het echt niet het geval zou zijn..
Ik was nu trots. Ik liep de hele weg naar huis, met mijn zeezak op mijn rug, die bijna net zo groot was als ik zelf en ik had ook nog met een halve kroon in mijn broekzak..
Ik stapte ons huis binnen, met de grootste glimlach die je maar  kunt voorstellen..

Op donderdag werd ik met de taxi naar de haven gebracht.
De taxi werd door de firma betaald.
De firma stuurde altijd een taxi voor de bemanning, als zij naar zee moesten, maar als je binnen kwam, moest je de weg naar huis zelf maar weten te vinden.,
Wij zaten met vier personen in de taxi en niemand sprak over de komende reis.
De St.Philip lag langscheeps langs de kade,
Mijn eerste indruk van het schip was, dat het een roest bak was..
Zij had hoog nodig een likje verf nodig, De schoorsteen was zo zwaar gestreept door het zouten water en uitwerpselen van de zeemeeuwen, dat de kleuren van de schoorsteen bijna niet te onderscheiden waren.
De bemanning was al aan boord, in afwachting van het vertrek..
Ik keek om mij heen of ik ergens een bekend gezicht zag, Maar ik had geen geluk..
Rupert, de walschipper kwam naar mij toe.
De bemanning is al aan boord zei hij en het is beter als je ook aan boord gaat,,,,,,,, geef mij je zeezak maar en ik zal het je dadelijk aangeven..
Ik klom het voordek op en Rupert overhandigde mij de zeezak en ik ging het onvriendelijke en vreemde dek op.. Ik stond er rond te kijken, in afwachting wat ik vervolgens moest doen.. Iemand zei tegen mij... Ga naar het achterschip en help ze daar..
Plotseling voelde ik me kwetsbaar en alleen..
Geen vader die naar mij om keek.  Ik stond er nu alleen voor. Was dit nu werkelijk een goed idee of was het een grote vergissing ? Deed ik het juiste ding ?. Twijfels overspoelde mijn gemoed.

De voor trossen werden losgegooid,
Daar de achter tros het hele gewicht van het schip te verduren had, sprak de schipper de eerste woorden tot mij., of moet ik zeggen dat hij die woorden schreeuwde..
Jij,,.... galmde het in het rond.
Ga als de bliksem uit de weg.
 Als die achter tros breekt, slaat die tros verdomme de kop van je romp..
Ik was in mijn leven nog nooit zo vlug weggesprongen, maar nog nooit eerder  had iemand zo tegen mij geschreeuwd.
Plotseling, leek het wel of in in tranen uitbarstte. I
Ik hoopte wanhopig dat ik van boord kon stappen.. Ik keek naar de kade, maar die was al te ver weg om een sprong te maken..
Er was nu geen weg terug, om het schip te verlaten. Ik was nu op mij zelf aangewezen..
Ik stond rustig aan dek toen het schip de sluis passeerde.
En plotseling voelde ik mij terneer geslagen., het was geen goede start van mijn vissers carrière.
Ik was amper 10 minuten aan boord, had al een grote bek van de schipper gehad en niemand sprak tegen mij..
Gelukkig duurde dat niet erg lang.. Toen wij eenmaal door de sluis waren en op de rivier de Wyre voeren, veranderde alles..
De bemanning begon te praten en zij werden  vriendelijker, toen zij het dek gingen opruimen.
Er lagen netten aan dek en houten bobines en staaldraden van allerlei afmetingen.
Ook stond daar de proviand voorziening voor de kok, wat moest worden weggezet en het verse vlees moest in het visruim worden opgeslagen, onder het ijs..
De ketting koker van de ankerketting moet worden dicht gemaakt en worden gecementeerd, zodat er geen zeewater in de kettingbak kon komen.. Het dek was bedekt met kolen gruis, wat weg gespoeld moest worden.
Alles wat los stond, moest worden vast gesjord, zodat het niet weg kon spoelen.. Het weer was die dag wat armoedig en tegen de tijd dat wij bij het Wyre lichtschip waren, liepen we in een volle noordwester storm.
De matrozen sliepen meestal in het voorin, wat zich in het voorschip bevond en het was echt niet de beste plek aan boord, tijdens een storm..
De ingang was door een houten kap en vervolgens langs trappen naar beneden..
Het voorin had een V vorm en aan de voorzijde stond een schrikbeeld van een kachel.
Er waren kooien voor zes man , aan iedere zijkant . Er  waren drie kooien , twee boven elkaar.
Mij werd verteld dat mijn kooi, de onder kooi aan bakboord was.
De kachel werd aangestoken, waarna het voorin zich vulde met de rook van de kolen en verbrand hout..
Het voorin stonk naar teer, vermengd met de reuk van vuil oliegoed. Het was er muf en vochtig.
Vast gespijkerd aan de bodem van de kooien aan iedere kant, was er een plank , wat dienst deed als zitbank,

Wordt vervolgd













Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #10 Gepost op: 30-01-2017, 09:23:35 »

Noordover no.10

De boeg van het schip rees omhoog uit het water en viel er weer in terug, toen het schip de zee in stoomde,
Ik hing maar wat rond, niet wetend wat ik moest  doen. Als ik mij wilde bewegen,, was het een zaak om iets los te laten en een sprong te nemen om wat anders te grijpen, wat het dichtste bij was en waar je je aan vast kon houden..
Omdat het weer slechter werd, werden de bewegingen van het schip onregelmatig en heviger, als het schip in een zee dook..
Mijn maag speelde op bij iedere  beweging die het schip maakte, Ik voelde mij niet goed en ging in mijn kooi liggen.
Wij stoomden recht in de wind..
De boeg van het schip klom tegen de zee omhoog, het leek er op dat zij heel langzaam omhoog klom, wankelend en slingerend naar de top van de golf, kort in de lucht hangend, voor met grote kracht naar beneden te storten, in de trog van de volgende golf.
 Als zij de bodem van de trog raakte, stortte de boeg zich in een muur van water en het leek er veel op, als of je een stenen muur raakte, Je kon de zee horen krassen over de buiskap en neer storten op het dek. Zwaar buiswater vloog over het schip heen  en zij schokte en schudde,  als het water zich naar het achterschip verplaatste..
En opnieuw voelde je het schip tegen de volgende golf omhoog kruipen en alles begon weer opnieuw.
Omhoog en omlaag ging de boeg van het schip en mijn maag volgde hetzelfde ritme.
Ik lag tegen de zijwand van mijn kooi, wachtend op een grimmige dood..
Ik zweette en ik voelde me klam, de kachel brandde fel en het voorin was zo heet als de hel.
En met de hitte ging het steeds erger stinken, wat ook al  niet hielp.
Een minuut werd ik omhoog getild en dan als het schip naar beneden bewoog, viel de  kooi onder mij weg.
Ik werd in de lucht gegooid en mijn hoofd kwam in botsing met de kooi boven mij, die slechts een paar voet  er vandaan was..
En als het schip dan de bodem van de trog raakte, werd ik zonder veel ceremonie terug geslingerd in de hoop op de vloer van mijn kooi..
Het gevoel in mijn maag was vreselijk,
Een minuut voelde het aan als een knoop in de onderkant van mijn darmen en een ogenblik later voelde het aan of het in mijn mond was..
Ik voelde me iedere seconde rotter en misselijker..
En toen kwam het plotseling alles omhoog, mijn darmen krompen ineen, het begon diep in mijn lichaam en het maakte een vlucht naar mijn keel.
Ik viel vrijwel uit mijn kooi en vloog de trap op. Ik slaagde er in om boven aan de trap te komen en stak mijn hoofd buiten de kap.. Ik voelde mij verschrikkelijk ziek. Ik kon het bijna zelf niet geloven. Ik was werkelijk zeeziek..
Ik had vijftien reizen bij mijn vader aan boord gemaakt, in allerlei soorten storm en slecht weer en ik was nooit zeeziek geweest.
En hier werd ik zeeziek op mijn eerste reis en bij het begin van mijn zeemans loopbaan., nog maar net twee uur buiten het dok en ik was al zo ziek als een hond..
Het duurde twee dagen, voor ik er over heen was..
Ik dacht werkelijk dat ik dood zou gaan..
Wij waren ondertussen met de visserij begonnen, voor ik echt over de zeeziekte heen was..
Ik lachte gewoonlijk mijn vrienden uit en stak te gek met hen als zij zeeziek waren. Als ik geweten had, hoe zij zich op dat moment voelden, zou ik echt niet zo hard gelachen hebben.. Je kunt niet geloven hoe rot je je voelt en het is de enige keer in je leven dat je wenste, dat je dood was..
Ik voelde mij even zo rot, op iedere reis in de volgende zes maanden..
De volgende dag, was het weer veel beter, de wind was afgenomen en de zee was kalm. De hele bemanning werd om 6 uur gepord, met inbegrip van mijzelf.. Daar ik nu een deel van de bemanning was, kon ik niet meer verlangen om rond 10 uur opstaan en dat kok Albert in eitje voor mij kookte in een pan soep.

Onze stuurman heette Albert Head.
Hij was afkomstig uit Lowenstoft en was een echte oude zee rob... Hij was  geweldig, hij moest op mij letten en moest zeker weten, dat ik geen dingen deed, die ik niet mocht doen..
Hij was één van de hardste mannen, die ik ooit ben tegen gekomen.. Soms verontschuldigde hij zich tegenover de schipper, dat hij te hard voor mij was, maar de schipper vertelde hem er zich niets van aan te trekken en zich moest bezig houden met zijn eigen zaken.

De trawler bemanningen uit Fleetwood hadden nooit handschoenen aan tijdens hun werkzaamheden  en hun handen waren hier door gehard..
Het garen wat wij gebruikten voor de netten te boeten, was gemaakt van manilla en sisal. Het was erg stug garen met uitsteeksels. Als ik de boet naalden vulde, staken de uitsteeksels in mijn handen als uitstekende pinnen..Ze reten je hand open, tot je handen er aangewend waren..
Alle netten waren in een teerachtige oplossing gedoopt, om ze tegen zeewater te beschermen..
Als ik de naalden vulde, had ik kluiten talkvet tot mijn beschikking, waar ik de naalden mee insmeerden, waar door de naalden gemakkelijker door de mazen van de netten gleden, bij het boeten..
De huid van stuurman Albert was als leer.. Ik kan mij herinneren, dat hij eens een ontsteking aan zijn hand had, waar door hij besloot dit te behandelen door er een smeerseltje op te smeren.. Het smeerseltje zat in een bus en moest voor gebruik verwarmd worden..
Albert zette het busje in een pan met water op de kachel en kwam weer aan dek..
Twintig minuten later kwam hij terug van het dek. De pan met water had twintig minuten lang staan koken. Hij tilde het busje met zijn blote handen uit het kokende water en smeerde het meteen op zijn hand.
Brrr. ….Was dat effen heet, mompelde hij.
Ieder normaal mens zou het uitgeschreeuwd hebben van de pijn met zo'n verbrande hand.
Albert was ook één van de overlevenden van de Fleetwood trawler Dhoon, toen zij schipbreuk leed op de IJslandse kust in 1947.
Hij vertelde er heel weinig over, maar drie van de bemanning leden van de trawler verloren hierbij het leven. En de rest van de bemanning werden vanaf de wal gered met een broek boei..
Ik kan mij niet veel meer herinneren over onze bemanning..
Het is wel vreemd. Van sommige schepen kan je de meeste leden wel herinneren en van andere  herinner je bijna niemand..
In mijn leven als visserman, moet ik er veel gekend hebben. Zij kwamen en zij gingen.. Sommigen bleven een of twee reizen en zag je ze nooit weer terug. De geregelde bemanningen waren meestal plaatselijke personen die je meestal wel wist te herinneren en die je nog beter ging leren kennen..
Zij bleven meestal gedurende hun hele leven op hetzelfde schip varen en bij de zelfde .rederij.

Die morgen had ik nog niet  gegeten, omdat ik nog steeds wat zeeziek was.. Om 6.30 uur gingen wij allemaal aan dek..
De rest van de dag werd gebruikt om de netten klaar te maken.. Wij hadden twee stel netten., een aan SB en een aan BB zij. Deze netten moesten worden klaargemaakt om er mee te gaan vissen.
Mijn taak was om de boet naalden te vullen waar de netten mee gerepareerd moesten worden.
Ik kon dat soort werk wel, maar niet zo vlug. Ik had het ook wel gedaan voor de bemanning op de Comitatus, maar apart van dit, wist ik er verder niet veel van en ik voelde mij nutteloos.,
Rond twaalf uur, voelde ik mij iets beter..
Ik ging naar de messroom om iets te eten, De messroom lag onder de kombuis op het achterschip, Als je daar naar beneden ging, was er een kleine kooi, wat de kooi van de 1e machinist was,
Aan de SB zijde was de kooi van de stuurman en tussen deze twee kooien stond een kolen kachel te branden.. Aan de achterzijde van de hut was een tafel met zit kasten er rond om heen.. Aan iedere zijkant , boven de zit kasten, waren drie kooien, bestemd voor de 2e machinist, twee stokers, bootsman en de kok..
Alle matrozen en de leerjongen sliepen in het voorin.. Zo was de situatie op de meeste schepen, het was een standaard uitvoering,
De schipper had zijn eigen hut onder het stuurhuis.
De messroom was heet, het stonk er en het was stoffig.
Ik nam wat soep en wat brood,. Tegen de tijd dat ik het op wilde eten, voelde ik mij niet erg goed en wilde het niet zeggen.
Ik verliet de messroom, erg terneer geslagen en vervolgens spuugde ik mijn eten uit, over de achterzijde van het schip.
Wij werkten allemaal op het voordek , tot de schipper naar mij schreeuwde vanuit het raam van het stuurhuis, dat ik hem een pot thee moest brengen.. Toen ik naar het achterschip liep, zei een van de matrozen tegen mij..... Als je tegen de schipper spreekt, moet je hem Tom noemen, want hij heeft er een hekel aan dat hij door de bemanning schipper wordt genoemd..
Ik verliet de kombuis met een volle pot thee en tegen de tijd dat ik in het stuurhuis kwam, was de pot half leeg..
Ik zie dat jij wat oefeningen nodig hebt om potten thee naar het stuurhuis te brengen, zei de schipper. Een halve mok thee vindt ik niet voldoende.
OK Tom, antwoordde ik prompt, Hij sprong op en stootte zijn hoofd aan het plafond
Tom..... schreeuwde hij.
Het is verdomme schipper voor jou.. Niemand aan boord van dit schip noemt mij Tom., behalve een kleine gekke snotneus zoals jij.
Maakt dat je weg komt van de brug en kom niet eerder terug tot ik het zeg..
Als een haas vluchtte ik het stuurhuis uit. Toen ik weer aan dek was, stond ik nog van de schrik te beven.
Albert, de stuurman vroeg mij... Wat was er gaande in het stuurhuis ?.
Toen ik het hem verteld had, keerde hij zich tot de matroos.
Als jij nog eens zo'n geintje uit haalt, dan krijg je met mij te maken..
De matroos zij verder geen woord., want je ging niet bekvechten met de stuurman..
Hij had de bouw van een grizzly beer en duchtte geen tegenspraak, maar was wel een eerlijk mens en een zeer goede stuurman.

Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #11 Gepost op: 01-02-2017, 09:20:58 »

Noordover no.11

 Later op de middag riep te schipper mij weer in het stuurhuis. Hij sprak nergens meer over en hij was vrij vriendelijk.
Hij zei,... Ik zal je helpen zoveel als ik kan, Maar je moet wel je best doen, en als je wilt, zullen wij een goede dekjongen van je maken..
Hij vertelde mij ook nog, dat hij deze reis niets van mij verwachtte. Gebruik deze reis om de bemanning te leren kennen en neem van niemand iets aan, als zij je iets willen vertellen, behalve van de stuurman.. De volgende reis zullen we echt beginnen.
De rest van de reis was het rustig. Ik vulde de naalden om te boeten, hielp de kok en in het algemeen, deed ik mijn best..
Toen ik thuis kwam na die eerste reis, maakte iedereen zich druk om mij en wilden weten hoe het was gegaan.. Maar ik ging wel door.
De volgende dag ging ik naar het kantoor om mijn loon in ontvangst te nemen., wat ongeveer 3 pond was en ik kreeg ook een zooi vis, wat bekend stond als een “braadje “ en ik kon wel raden, wat wij 's-avonds zouden eten..
Hierna gingen wij naar Blackpool en hadden een goede uitgaan avond... Toen de avond zich verder voortzette, kreeg ik last van slaap en ik was moe.
Wij vertrokken de volgende dag weer naar zee,na 36 uur in het dok te hebben gelegen. Het  leek er op, of ik helemaal niet thuis was geweest.
De volgende dag kwam ik bij het schip, wat al klaar lag om te vertrekken en vond haar langs de kade liggend,  netjes geschilderd, haar romp glinsterend zwart, met een witte band rondom het hele schip. Al het hekwerk was wit geschilderd en ook de schoorsteen was zwart geschilderd, met twee smalle rode banden op drie kwart van haar hoogte.
Ik keek met trots naar het schip..
Die reis stoomden wij naar de hoogte van St. Kilda en visten daar in diep water. Toen ik over mijn zeeziekte heen was, was ik er klaar voor om te gaan en staan waar ik wilde.
De St,Philip was een goed zeeschip en dat was zij ook, als wij in veel slecht weer visten.
Eens toen wij ook bij slecht weer visten, maakte de schipper twee drijfankers  van zeildoek en vulde ze met olie.. Toen wij dwars op de zee lagen, maakte het de twee zakken vast op de verschansing en gooide ze overboord.. Het idee was, dat de olie langzaam uit de ankers stroomde en zich over de zee zou uitspreiden en de zee wat rustiger zou worden.. Zo als het spreekwoord luidt... olie op de golven gooien.
Ik moet toegeven , dat het werkte en het kalmeerde de zee, maar het maakte de zee er niet kleiner mee.. Wel een probleem was, dat de olie terug aan dek spoelde en wij hierdoor bijna niet konden staan, gedurende de twee of drie volgende dagen, omdat het dek spiegel glad was..
Het was wel de laatste keer, dat wij het probeerden..
Wij visten rond St Kilda, tot aan de Butt of Lewis. Het weer was prachtig , met een kalme zee. Wij haalden onze trawl scheep en de schipper zei tegen de stuurman dat hij de trawl in de zij moest sjorren.
Toen de vis verwerkt was en opgeslagen was in het visruim, timmerden wij de luiken van de andere ruimen dicht..
De schipper zei dat er een weersvoorspelling van storm was, met een dreigende windkracht 10 en daarom stoomde wij er vandaan om opperte te gaan zoeken achter de Butt of Lewis..
Toen wij daar aan kwamen, scheen nog steeds de zon en de zee was prachtig en kalm.. Wij doken allemaal de kooi in om wat slaap te krijgen.. De volgende morgen gebruikte wij ons ontbijt en brachten de rest van de morgen zoek, met het visgerei op orde te brengen., zodat het gereed was voor gebruik.
Het weer was nog steeds zonnig en kalm en de rest van de dag werd doorgebracht met zonnebaden en algemene ontspanning,.
Rond thee tijd, was er nog steeds geen sprake van storm..
De schipper  vloekte.
Verdorie, wij zullen naar dieper water stomen en proberen om een nacht trek te doen, voor de storm zich ontwikkeld.. Wij hadden zes en dertig uur doelloos liggen drijven in prachtige zonneschijn, een storm afwachtend, die nooit kwam.
De volgende keer, als eer weer een storm waarschuwing is, blijven wij vissen, tot de storm er werkelijk is, voegde hij er aan toe.
Het systeem van werken aan boord van de Fleetwood trawlers voor jongeren, die in deze bedrijfstak
aan het werk wilden, was vrij goed..
Je begon als dekjongen en het loon was een kwart van wat een matroos verdiende, Hierna lag het aan de schipper..
Als ik hard werkte en leerde hoe ik een net moest boeten en je het over het algemeen goed deed, kon hij dat aan het kantoor vertellen, om je te promoveren tot matroos onder de gage en kreeg je het halve loon van een matroos. Verbeterde je de kennis nog meer, dan was er de mogelijkheid, dat je drie kwart van het loon van een matroos zou krijgen. En hierna werd je vol matroos.
Als je een dekjongen was en je geen enkele interesse toonde in je werk, dan werd je na drie maanden ontslagen. Ik wilde graag leren en wilde alles goed doen en ik deed ook mijn best.
Op een morgen zei de schipper dat het tijd voor mij was om te leren boeten. Wij werkten met twee netten. Een aan BB en de ander aan SB..
Het SB net was in gebruik, maar de BB trawl lag op het dek.. Het was op de stuurman zijn wacht, en zo kon de schipper mij mee aan dek nemen, om mij te leren boeten.
Het eerste wat hij mij  leerde was een “halfje “, Dat is de gemakkelijkste steek, die je in een net  kunt boeten  en het is, als er een enkele draad van een maas gebroken is.
Hij liet mij het een keer zien, en daarna nog eens.. Daarna zei hij, denk je dat je het voor elkaar krijgt ?.
Ja, zei ik . Het lijkt zo gemakkelijk.
Hij overhandigde mij de boet naald en hij zei,.... het is nu jouw beurt.
En ik probeerde het. Als je begint voor de eerste keer met boeten, is het erg moeilijk, want je hebt alle vinger en duimen nodig.. Je kunt het,.... is het niet, vroeg  hij.
Nee ,......Antwoordde ik..
Geef mij de naald en dan laat ik het je nog een keer zien, zei hij..
Ik gaf de naald aan hem terug, hij nam hem aan, en plotseling vanuit het niets sloeg hij  mij een klap,  met de naald in zijn hand, op de achterkant van mijn hand.
Ik had dit niet verwacht en ik kreeg er tranen van in mijn ogen.
Wat ik toen op dat moment over de schipper dacht, is niet voor herhaling vatbaar..
In de toekomst... zei hij, zeg je niet dat je het kunt, wanneer je het niet kunt.
Na dit, gaf ik de naald aan hem terug en ik stond goed uit de weg, in  zijn nabijheid.
Ik kreeg nog vaak een klap met de naald op mijn hand .
Op een dag, liet hij mij zien hoe je een gat in een net uit moest snijden, voor je ging boeten.. Hij hield het net op en ik sneed het gat uit met mijn mes.. Ik deed wat hij zei, maar een of twee keer kwam ik te dicht bij zijn handen met het mes.. Kijk uit, dat je mij niet snijdt met dat rot mes, bulderde hij.
Dat was het slechtste wat hij kon zeggen, want het volgende wat er gebeurde was, dat ik per ongeluk in zijn hand sneed.
Jij kleine rotzak, schreeuwde hij !
Hij greep naar mij, maar miste. Ik vloog het stuurhuis binnen. Ik wist,  dat als ik eerder bij de stuurman was voor de schipper mij te pakken had, de stuurman hem dan wel kalm wist te krijgen
Toen de schipper tot rust was gekomen, was hij weer normaal. En bovendien, was het maar een schram op zijn hand..
Op de manier waarop hij te keer ging, dacht ik, dat in minstens een vinger van hem had afgesneden..
Ofschoon hij hard tegen mij was, was hij oké en ik was nooit erg bang voor hem.
Hij was voor mij een zeer goede leermeester. En ik ben hem een hoop dank verschuldigd .
Ik ging de volgende zomer bij hem vandaan en ik kon tamelijk goed boeten en al de andere werkzaamheden die een dekjongen hoort te doen.

De St Philip was een kolen stook trawler en zij voer met 2 machinisten en twee stokers. De kolen lagen opgeslagen in de bunkers, in de midscheeps.. Wij hadden ook twee zij bunkers. Door de hoofdbunker liep een tunnel,  naar de achterkant van het visruim l.. Als wij uit de dokken vertrokken, was de achterkant van het visruim geheel gevuld met kolen en was afgesloten van het voorste gedeelte van het visruim.. De stokers moesten als eerste de kolen uit het visruim gebruiken.. Als er genoeg kolen  was overgebleven in het visruim om er de tunnel mee te vullen, werd de deur naar de machine kamer gesloten. de stoker moest dan alle kolen verplaatsen,wat achter gelaten was in het visruimen en naar de tunnel verplaatsen,, klaar voor de volgende reis.
De stoker had een rot baan.
Hij bracht zijn wacht door op de stookplaat,  met kolen in de ketels te scheppen om de vuren op peil te houden,om het as en sintels uit de ketels aan dek brengen, om het overboord te gooien..
De stookplaat was een nauw stuk, tussen de ketels en kolen bunkers. Het was er zo heet als in de hel en ik haatte die plek..
Ik ging er nooit zonder noodzaak heen of het moest.
Het was een gevaarlijke plaats, vooral bij slecht weer als het schip slingerde.
Er loerde altijd het gevaar, dat er kolen op je kon vallen.. .
Ik haatte het echt. Ik ging er nooit heen, als ik er niet moest wezen.. Het was een gevaarlijke plaats om er te zijn.
Zeker bij slecht weer, als het schip hevig slingerde..
Je liep altijd de kans  dat je onder de los liggende kolen werd bedolven.. Ik werd er een paar keer heen gestuurd om de stoker te helpen..
Ik produceerde daar emmers met zweet, bij het klimmen over de kolen en de kluiten kolen naar beneden te smijten.
Ik haatte dit soort werkzaamheden.

wordt vervolgd

Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #12 Gepost op: 02-02-2017, 23:03:08 »

FD-149-Michael Griffith


* FD-149-Michael_Griffith-a.jpg (53.07 KB, 801x534 - bekeken 2555 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #13 Gepost op: 02-02-2017, 23:04:22 »

FD-052-Goth


* Fd-052-Goth-a.jpg (75.56 KB, 801x534 - bekeken 2638 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #14 Gepost op: 02-02-2017, 23:05:25 »

Fd-099-Hayburn Wyke-


* FD-099-Hayburn_Wyke.jpg (29.22 KB, 603x375 - bekeken 2604 keer.)
Gelogd
Pagina's: [1] 2 3 4 5 ... 105 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!