Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
29-04-2024, 04:57:19
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 2
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 19 20 21 22 [23] 24 25 26 27 ... 108 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 2  (gelezen 1147417 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #330 Gepost op: 29-05-2013, 08:50:52 »

                                   Drijvende Doodkisten    No.4

Het volgende adres is heden verzonden:
Rotterdam, 6 Juni 1906.

Den HoogEdelGestr, Hoogwelgeboren Heer Mr Jhr Roël.
Voorzitter der Tweede Kamer der Staten Generaal, Den Haag.

HoogEdelGestr. Heer,

Diep verontwaardigd over de toestand waarin verschillende vissersvaartuigen naar zee gaan, heeft een scheepsbouwkundige mijn bemiddeling in geroepen om de waarschijnlijkheid te betuigen van een Rijkstoezicht op de vissersvloot.
Onder het opschrift “Drijvende Doodkisten “ werd daarover een artikel geplaatst in het Rotterdams Nieuwsblad van 1 Juni en ingevolge daarop neem ik de vrijheid,  U als overtuigingsstukken te zenden :
Een foto van een stuk hout genomen uit de sloep “Admiraal de Ruijter “, die voor enkele dagen ter reparatie op de helling gehaald is.
Het ogenschijnlijke minst beschadigde, vormde de buitenwand van het schip, daar de  wurm uit een verklaarbare watervrees zich keert, indien het beest bemerkt het hout geheel door te zullen vreten.
Hierop vestig ik bijzonder Uw aandacht, daar de foto, genomen van de “Maria “ SCH.443 aangeeft hoe men door het inslaan van houten pennen, het kwaad niet bestrijdt, maar het watermaken van het schip door de wurmgaten tracht tegen te gaan.
Het stuk hout, genomen uit de wand van de “Admiraal de Ruijter” SCH.421. geeft slechts enkele gaten buiten te zien, zodat men zich een denkbeeld kan maken over de schepen die door het slaan van duizenden pennen waterdicht gemaakt worden. De pennen in de foto vallen bijzonder op, omdat deze nog niet afgestoken en gelijk met de buitenwand bijgewerkt zijn.
Beleefd verzoek in U deze bewijsstukken te laten circuleren onder de leden der Kamer, die belang in deze aangelegenheid stellen.
Hierbij behoef ik wel niet te verklaren, dat er meer vissersschepen in bedrijf gehouden worden, die onzeewaardig zijn, dan de drie met namen genoemd in het artikel van het Nieuwsblad.
En door mijn bemiddeling is de scheepsbouwkundige bovenvermeld bereid om nog andere aanwijzingen te doen aan hen,die mede willen werken om een Rijkstoezicht op vissersschepen in te stellen.
Hierbij neem ik de vrijheid U een nummer te zenden van het Rotterdams Nieuwsblad van heden, waaruit een verslag van een vergadering van de Vereniging ter Bevordering der Nederlandse Visserij blijkt, dat ook in de kring der reders van vissersvaartuigen voorstanders van het Staatstoezicht op de vissersvaartuigen worden gevonden.

                                                                           Hoogachtend .
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #331 Gepost op: 30-05-2013, 14:16:08 »

                             Franse trawler Jean Gougy.

Het dramatische, maar tragische scheeps ongeval, waarbij 11 leden van de bemanning het leven lieten en de redding van de rest van de bemanning van de Jean Gougy, gebeurde op de 3e November 1962.
Deze Franse trawler uit Dieppe was onderweg naar de visgronden aan de zuid Ierse  kust, toen het aan de grond liep aan de noordzijde van Lands End.
Om 05.30 werd de bootsman van de reddingboot uit Sennen door de kustwacht gewaarschuwd en zij vertelde hem over de situatie van de trawler.

Het afvuren van lichtkogels bij Sennen Point, wekte twee jonge mariniers uit hun diepe slaap, terwijl zij bivakkeerden op een betonnen platvorm wat in de buurt was gelegen, niet ver van het reddingboot station bij Sennen Cove.
De reserve boot die tijdelijk in gebruik was op het reddingstation werd te water gelaten toen de twee mariniers weer langzaam in slaap doezelden.

De reddingboot had ongeveer een uur nodig om de strandingplaats bij Lands End te bereiken. Een parachute lichtsignaal werd afgevuurd en de trawler kon worden gezien, liggend op haar zij op de rotsen, aan de voet van de kliffen.
Er stond nog een zware deining na de voorafgaande storm.
Het was voor de reddingboot onmogelijk om dichter dan 100 yard van het schip te komen.
Een reddingploeg met een lijnwerp toestel op de top van de klif had verscheidene lijnen over de trawler geschoten, maar de bemanning was niet in staat om een lijn vast te zetten, omdat de trawler geheel werd overspoeld door de zware deining.
Verscheidene bemanningsleden waren reeds uit het stuurhuis gespoeld.
Om 08.45 verscheen er een helikopter van de luchtmacht basis Chivener en samen met de reddingboot voerden zij een zoektocht uit in de omgeving/
De reddingboot vond twee lichamen en de helikopter een. Allen waren reeds gestorven.
Om 09.00 vertrok de helikopter naar Penzance om het gevonden lichaam aan wal te brengen en op nieuw brandstof in te nemen bij de Cultrose Marine Luchtmacht basis bij Helston.

Ik werd wakker van de explosies rond om me heen en veronderstelde in mijn stomme gedachten, dat het reeds Guy Fawkes feest was ( wordt op 5 November gevierd ) wat natuurlijk twee dagen te vroeg was.
Ik viel opnieuw in slaap en maakte enige tijd later mijn klim maat wakker en wij pakten ons klim materiaal en vervolgden onze wandeltocht van Sennen Cove, waar wij de vorige dag hadden geklommen, naar Lands End ,voor nog een dag klim oefeningen.
Toen wij Lands End naderden, zagen wij mensen staan op het noordelijk voorgebergte, Toen wij ongeveer rond de middag op die plaats aankwamen, zagen wij een politie agent naar beneden staan turen. Daar op haar zij liggend lag een trawler en veel opgesloten mannen in het stuurhuis keken omhoog en zwaaiden naar ons.
Ik sprak de aanwezige politie agent aan en stelde hem voor.....
Als ik en mijn maat ons van de kliffen laten zakken, naar een platform onderaan de klif, wat bij hoogwater onder water staat en vanaf deze richel kunnen wij daar een hulpstation opstellen en onze touwen door de gebroken ramen van het stuurhuis gooien en één voor één deze mannen naar de richel beneden ons trekken. ( Het tij was afgaand )
Hoepel op, was zijn korte antwoord. En zo vervolgden we onze weg.
In de volgende vier uur verloren nog eens acht visserlui het leven.
De afloop het zo anders kunnen zijn !

Daar er schijnbaar geen overlevenden meer aan boord waren van de Jean Gougy, zette de reddingboot koers naar Newlyn om de twee lichamen aan wal te brengen, daar het onmogelijk was om naar Sennen Cove terug te keren, door het getij.

Die middag zag echter een vrouwelijke toeschouwer vanaf de klif een mannen hand zwaaien in het stuurhuis en hoorden hem roepen.
De kustwacht schoot een lijn over de trawler en een man hangend aan een richel van het stuurhuis, slaagde er in de lijn te grijpen,
Hij werd zwaar gehinderd door hoge golven, maar uiteindelijk slaagde hij er in de lijn vast te zetten en werd per broekboei in veiligheid gebracht. En later op de dag werden nog eens drie opvarenden op dezelfde wijze in veiligheid gebracht.

De helikopter die ook terug geroepen was, bleef boven het schip hangen en liet een bemanningslid omlaag zakken en redde op deze wijze nog eens twee zeelui.
Deze zes hadden het overleefd door samen geperste lucht in te ademen uit de hoeken   van het stuurhuis en in het voorin.
Door deze ontwikkeling werd om 12.45 de reddingboot Soloman Browne uit Penlee te water gelaten en kwam ongeveer drie kwartier later ter plaatse.
De reddingboot uit Sennen keerden om 15.45 ook terug naar de plaats des onheils.
Gezamenlijk met de helikopter zochten zij weer het gebied af, maar zonder succes.
Later werd bekend dat de trawler een bemanning had van 18 koppen, waarvan 11 mannen het leven lieten, met inbegrip van de schipper.

Sergeant E.C. Smith van de Royal Airforce die boven de trawler was neergelaten om de twee gewonden mannen te redden, ontving de George medaille en ook de zilveren medaille van de Franse Societé National des Hospitaliers Sauveteurs Breton.
Deze bewogen gebeurtenis met betrekking tot deze schipbreuk, kreeg een uitgebreid verslag in de kranten en bij de televisie verslagen, die een prachtig overzicht gaven van deze redding principes, zoals deze in Engeland gebruikelijk waren en van de hechte samenwerking onderling.

En over de twee experts bergbeklimmers van de Royal Marine, die vrijwillig een perfect mogelijke redding wilden uitvoeren toen het zo hard nodig was, toen nog helikopter of reddingboot ter plaatse was...... werd nooit meer gesproken.
De Royal Marine soldaat Dennis Morrod uit Saltash Cornwall is nooit zijn fatale beslissing vergeten, om gehoor te geven aan een opdracht van een politie agent.

Op de middag van de 3e November 2000 werden twee kransen gelegd op precies dezelfde plaats waar de reddings poging vanaf het land werd uitgevoerd.
Zo werden dus deze zeelui nog herinnerd voor dat de eeuw eindigde.

Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #332 Gepost op: 31-05-2013, 09:33:14 »

Mooi stukje weer cor

Maart
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #333 Gepost op: 01-06-2013, 15:21:21 »

                                           Bijna thuis
 
De trawler Algoma.

Aan de grond gelopen op de rotsen bij Spurn Point was de trawler Algoma het toneelstuk van de vreemdste verjaardag viering ooit gegeven.
Door de hoge golven die het schip beukten, klemden de 9 mannen aan boord zich vast waar zij maar konden en dronken met thee op de schippers gezondheid.
Ofschoon zij in groot gevaar waren, slaagden de bemanning er ook in om van de verjaardags cake te eten, die speciaal voor hem was gebakken.
Uiteindelijk werden de mannen omhoog gehaald naar de veiligheid van de 120 voet hoge kliffen.

Het was op de 23e Februari 1936 dat de Algoma in de mist aan de grond liep op de kliffen van Dimlington, enkele mijlen benoorden Spurn Point.
Het was ook schipper Jack's verjaardag en vandaar ook deze feestviering.
Het schip helde over naar stuurboord en dat bracht de bemanning in echt gevaar.
Het schip lag hulpeloos onder de kliffen, met de zee over haar heen spoelend en met de bemanning samen gepakt op het voorschip, wachtend op hulp.
De Hompton raket brigade, die met veel moeite door regen en wind naar de plaats van het ongeval was gebracht, slaagden er in een lijn over het schip te schieten en de mannen werden door middel van een broekboei in veiligheid gebracht.

Geen wijn.
Toen had de bemanning echter al de verjaardag gevierd.
Daar er geen wijn was om op de schipper te toasten, bood een van de matrozen zich aan om te trachten over het overspoelde dek naar de kombuis te komen, om een pot thee te zetten.
Toen hij met de thee en de verjaardags cake, die reeds voor het schip aan de grond liep was gebakken, verenigde de vissers zich in een verjaardags viering en brachten een toast uit op... “de Schipper “.

De Algoma, die in 1899 was gebouwd en toebehoorde aan de vloot van Alfred Bannister Trawlers Ltd., was op de thuisreis vanaf de visgronden, op deze vroege uren van de Zondag morgen.
Zij liep aan de grond op de modder en zand bij de kliffen, aan de kant van Yorkshire,
tijdens mist en regen .
Vuurpijlen werden afgeschoten en fakkels werden aangestoken, maar het was pas 3 uur later dat er een lichtsignaal vanaf de wal werd gezien.
Bij het aanbreken van de dag arriveerde de Holmpton reddings brigade met hun broekboeien en ook de reddings boot van de Humber verscheen ter plaatse.
De mannen op de trawler besloten dat de broekboei de beste oplossing was om het schip te verlaten en één voor één werden zij in veiligheid gebracht
Bij laag water keerde de bemanning terug naar de trawler, lopend door de modder en zand. Een werptros met drijvers werd uitgelegd.
Toen de bergings sleepboot  uit Grimsby ter plekke kwam, werden de drijvers opgepikt en kon een verbinding met de Algoma worden gemaakt, die hiermee succesvol werd vlot getrokken.
De trawler keerde in Grimsby terug met gebruik making van de eigen stoom voorziening en kwam nog juist op tijd om haar lading te lossen voor de markt van de volgende dag.

Bij haar terugkeer in Grimsby werd de bemanning door de Evening Telegraph geïnterviewd.
Schipper Jack vertelde het volgende aan de verslaggevers......
Wij waren op de thuisreis van een visreis in de Noordzee en op Zondagmorgen was het regenachtig weer met slecht zicht.
We voelden dat het schip vast liep en de machine werd in zijn achteruit stand gezet. Maar de deining werkte het schip geleidelijk verder naar de kust.
Wij vuurden lichtkogels af en ontstaken toortsen, maar we kregen geen enkele reactie tot  ongeveer 6 uur in de morgen, toen wij een morse sein zagen, wat van de top van de klif naar ons werd geseind.
Ons werd gevraagd of wij enige vorm van hulp wenste en wij vroegen aan hen of zij stand-by wilden blijven tot het daglicht zou aanbreken.
Na het aanbreken van de dag kwam de Spurn's reddingsboot en wij werden door middel van een broekboei aan land gebracht.
Nadat wij wat hadden gegeten in een nabij gelegen boerderij, keerden wij terug naar het schip en op Zondag middag werden we vlot getrokken door een bergings sleepboot uit Grimsby.

De kok vertelde het volgende.....
Dat moment was de slechtste beproeving die hij had meegemaakt in een lange periode als zeevarende.
Nadat het schip was vastgelopen waren er zware zeeën die over het gehele schip, van achteren naar voren, over het dek spoelden.
Wij kwamen tot de conclusie dat de veiligste plaats op dat moment op het voorschip onder de buiskap was. Wij durfden niet het vooronder in te gaan voor de angst dat als het schip slagzij zou maken, wij daar opgesloten zouden worden.
Wij maakten er het beste van.
Het was de verjaardag van de schipper en ik had een cake gebakken, zonder glazuur of iets van dat spul, alleen maar cake.
Zo besloten wij de cake op te eten en één van de bemannings leden haalde een pot thee uit de kombuis.
Het was jammer dat wij niet de beschikking hadden over een radio, want anders had de boel wat opgevrolijkt kunnen worden.
Wij waren allemaal doornat, ofschoon wij van de volle kracht van de golven werden gevrijwaard, waarvan sommigen over het stuurhuis sloegen en konden voor dit overkomende water ons niet beschutten.

Andere bemannings leden vertelden dat het bitter koud was onder de bak.
De mannen hadden geprobeerd om zich te verwarmen door een vuur te maken van hetgeen maar in de kombuis voorhanden was, wat maar wilde branden.
Eén van de bemannings leden had een blik pepermunt die hij rond liet gaan, om te helpen zijn collega's warm te houden.
Eén van de bemannings leden was nog maar net 17 jaar oud.
Hij vertelde hoe de bemanning na het aan de grond lopen, had geprobeerd de reddingsloep te strijken, maar de sloep werd door de hoge zeeën in stukken geslagen.

De reddings brigade van Holmptop moest zich door een stortvloed van regen worstelen, om ter plaatse te komen.
Toen de noodsignalen van de Algoma werden gezien, werd de reddingsboot gealarmeerd. Onder leiding van bootsman Cross kwam de reddingsboot zo snel als mogelijk was,  naar de plaats van de stranding en bleef stand-by toen de raket brigade een lijn over de trawler schoot.
In feite had de reddingsboot de afstand van 9 mijl vanaf haar basis tot aan de plaats van stranding in iets minder als een uur afgelegd en zij hield stand-by tot de gehele bemanning veilig aan wal was.

De Algoma was  in de morgen aan de grond gelopen, maar nadat haar positie van stranding door de reddings brigade was bepaald, kwam het voertuig die de reddings apparatuur vervoerde, vast te zitten in de modder op de velden die zij moest oversteken. Verwoede pogingen werden aangewend om het voertuig  los te krijgen, wat uiteindelijk gelukte met de hulp van 4 paarden, die nog een mijl moesten trekken tot de plaats waar de trawler was gestrand.

Het hoofd van de kustwacht van Holmpton zei dat ze de trawler niet voor 4 uur hadden gevonden.
Nadat de bemanning veilig aan land was gehaald op de kliffen, werd de bemanning meegenomen naar het dichtst bijzijnde plaatsje Easington en werden daar onderzocht door een vertegenwoordiger van de Marine Reddingsdienst.

Bootsman Coxs van de reddingsboot vertelde de verslaggevers.....
Toen wij de boodschap ontvingen die werd door geseind door het station Mablethorpe, werd de reddingsboot direct te water gelaten.
Er liep een zware zee en toen de wind wat in kracht afnam,  kwam er mist opzetten.
De trawler had een slagzij over stuurboord en wij konden langszij het schip komen.
Zij werd door hoge golven overspoeld toe het tij keerde.
Toen de reddings dienst arriveerde, vuurde zij een raket met lijn af, die direct over de trawler en reddingsboot vloog.
Naderhand werd geconstateerd dat door de invloed van de golven die over het schip spoelden, haar ruim gedeeltelijk onderwater was komen te staan.

Hetzelfde weekend kwam een andere trawler uit Grimsby, de Flandre, ook in moeilijkheden.
Dit schip behoorde toe aan de Earl Steam Fishing Company en was onderweg naar Scalloway  op de Shetland eilanden met een nieuwe schroef voor de trawler Louis Botha uit Grimsby, die haar eigen schroef had verloren.


 
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #334 Gepost op: 04-06-2013, 10:56:23 »

                                       De trawler Deveron.

Het was een sombere winterdag toen één van de dominees uit Yorkshire zijn tocht maakte naar de Grimsby trawler Deveron, die als een lamme zeevogel was gestrand op de kust bij Kilnsea.
Zich zwoegend verplaatsend naar de zijkant van het schip, zag hij een van de bemanningsleden huiverend aan dek staan.
Met zijn handen als een toeter voor zijn mond schreeuwde de dominee met een harde stem......... Ik ben de plaatselijke dominee. Is er iets wat ik voor jullie kan doen ?
Het antwoord wat hij terug kreeg was nog al bot........ Ja, trek dit kreng vlot !
Dit was de frustratie, zoals die door allen werd gevoeld, die met de stranding te maken hadden, net om de hoek bij Spurn Point, op 4 Januari 1949.
Berichten werden vanaf de trawler door gegeven, dat zij aan de grond was gelopen  verblind door natte sneeuw tijdens een storm, in de buurt van Kilnsea.
De reddingsboot van Spurn Point was door de leden van de reddings brigade gewaarschuwd, die de hele nacht in ruig weer stand-by waren gebleven nadat zij onmiddellijk waren toegesneld om hulp te verlenen aan de Deveron.
Hoge zeeën verhinderden echter voor de bemanning van de reddingsboot, het langszij komen van de Deveron
Toen het laag water werd, lag het schip daar hoog en droog en een dokter uit Withersea verplaatste zich via het strand naar het schip en ging daar aan boord.
Hij vond daar één van de matrozen die ernstig was gewond.
Tragisch genoeg maakte deze matroos de reis mee als een dienst aan de rederij.
Hij stierf later in het ziekenhuis in Hull aan zijn verwondingen.
Dertig jaar had hij vanuit Grimsby gevaren en dit was zijn eerste Noordzee reis na 2 jaar.
Tijdens de oorlog had hij vanuit Grimsby gevist en in 1944 was hij beloond met de MBE onderscheiding voor zijn bekwaamheid bij de navigatie in een open boot naar een haven op de Faroer eilanden, nadat zijn schip op een mijn was gelopen.
In zwaar weer had hij de leiding gehad over de boot en hij slaagde er in na 36 uur een haven te bereiken.

Kort na de stranding van de Deveron verslechterde het weer snel, maar het reddings team was er in geslaagd om een lijn naar de trawler over te brengen.
Ook werden er plannen gemaakt om een sleepboot te charteren, die al stand-by lag, om de trawler veilig vlot te trekken.
Het probleem was echter of de sleepboot wel of niet dicht genoeg bij de trawler kon komen om haar in staat te stellen om de benodigde manoeuvres uit te voeren.
Reddings ploegen waren beschikbaar om de bemanning bij te staan bij elke onvoorziene omstandigheid.
Slechts 50 yards water scheidde de Deveron van de wachtende aan de wal die daar waren samen gepakt.
Maar de golven waren zo hoog dat het onmogelijk was, pogingen te wagen om per sloep het schip te bereiken.
Het gebulder van de hevige storm maakte het onmogelijk dat geschreeuwde boodschappen werden gehoord. Door de mannen aan boord van het vastgelopen schip
werden vlag signalen gebruikt, voor een SOS sein voor hulp van een dokter.
Alle leden van de bemanning, met uitzondering van de gewonde matroos, waren veilig en bleven aan boord.

De hopeloze toestand van de Deveron werd pas waargenomen bij het aanbreken van de dageraad op deze Januari dag.
Een reddings team onder leiding van dhr. Clubley, controleerde de landtong tot ongeveer 4 mijl zuid van de plaats van het ongeval.
Bij zware storm werd de reddingsboot gewaarschuwd door dhr. Clubley en de reddingsboot voer direct uit.
Maar zij vond het te gevaarlijk om te proberen dicht genoeg bij de Deveron te manoeuvreren om de gewonde man aan boord te nemen.

De Deveron was nog maar een paar dagen eerder vertrokken naar de visgronden in de Noordzee. Het schip stond onder leiding van schipper Horner, die zijn eerste reis op dit schip maakte.
Toen de nacht in viel, werden pogingen gedaan om het schip vlot te trekken, maar die waren zonder succes.
Plannen werden gemaakt om een andere sleepboot met minder diepgang in te zetten om een hernieuwde poging te wagen in de komende nacht.
Maar van de zijde van de reder werd gewaarschuwd, wanneer de sleepboot deze nacht geen succes had door de lage waterstand, er een week of langer gewacht moest worden op hoger water, voor dat andere pogingen mogelijk waren.
Dat deze persoon gelijk had, werd bewezen.
Het duurde 12 dagen voor het schip uiteindelijk werd vlot getrokken door de sleepboot Burnham, die vervolgens de trawler naar de visserij haven van Grimsby sleepte.
Het verhaal van de dominee en de trawler werd later bevestigd door een journalist en een vertegenwoordiger van de verzekerings maatschappij. *

Een vertegenwoordiger van de verzekerings maatschappij was na de stranding aan boord gekomen om de Deveron te inspecteren en te assisteren bij de berging.
Toen hij aan boord van de Deveron was, probeerde hij een raket met lijn af te vuren naar de manschappen van de reddingsboot.
Hij probeerde dit 3 maal, maar steeds tevergeefs.
Bij de poging om een 4e maal een raket af te vuren, miste hij ternauwernood het hoofd van de stuurman.

De Deveron was 44 jaar oud toen zij aan de grond liep/
Zij was in 1905 gebouwd bij de Earle's Scheepswerf te Hull.
In 1929 ging het schip over in andere handen en in 1938 nogmaals.
Zij werd in de oorlog gevorderd en na de oorlog werd zij het eigendom van de huidige reders.

Er was ook nog een man aan boord die nog heftige herinneringen had aan de Deveron.
Hij herinnert zich nog dat hij als dekjomgen met het schip een reis maakte naar IJsland, onder leiding van schipper Davis.
Wij vertrokken naar zee met aan bakboord en stuurboord zijde het dek vol met bunker kolen. Eer wij Flamborough hadden bereikt was de kolen aan bakboord reeds geheel weggespoeld.
Wij hielden dit weer tot aan de Faroer eilanden, waar het schip voor anker ging.
Uiteindelijk verlieten wij de Faroer met een noordelijke wind en slingerend gingen we onder weg nar IJsland.
De volgende morgen toen hij op wacht kwam met 2 andere matrozen, bleek dat er ramen van het stuurhuis waren ingeslagen.
We moesten zwaar geschoeid het schip sturen.
Er was ook nog een technisch probleem met het kompas en de schipper wist dit te herstellen door 3 flessen whisky in het kompas te schenken.
Als hij in het visruim kwam, constateerde hij dat het schip zo lek was als een zeef.
Wij konden niets doen door het weer en uiteindelijk kwamen we bij Grimm's eiland aan de noordzijde van IJsland, waar wij dan ook na dagen varen, uiteindelijk de trawl overboord konden zetten.
In mijn herinnering was het de slechtste dag in mijn leven, toen ik op dit schip monsterde.

De Deverons laatste plichtpleging was om een stoomschip te helpen, die bij zware storm slagzij had gekregen in het begin van 1953.
Het schip Hebbie werd met slagzij in de haven van Immingham binnen gebracht, waar zij een ligplaats kreeg in het gegraven Hull dok.
Ook  de Deveron lag in deze haven, maar opgelegd..
Een plan om de Hebbie recht te trekken werd een dag gerepeteerd en de werkelijke operatie werd de volgende dag uitgevoerd.
Twee grote locomotieven trokken zware staal kabels door een stel katrollen, terwijl de Deveron ( geladen met ballast ) als anker dienst deed in een aangrenzende sluis.
De operatie slaagde en de Hebbie kwam recht, toen het dok met water werd gevuld.
Slecht enkele dagen later werd de Deveron naar Grimsby gesleept, waar haar ballast, bestaande uit grint, werd gelost en de Deveron werd gesloopt

*
Bij de stranding in 1948 van de SCH.84 bij Calais,  kreeg het schip via het strand,  ook bezoek van een Hollandse pastoor, die in de omgeving van Calais in een Franse parochie was aangesteld.
 
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #335 Gepost op: 07-06-2013, 10:05:01 »

                                   De trawler Epine.

Huizen hoge golven spoelden over de gestrande Grimsby trawler Epine, toen de schipper, zich vast klemmend aan de stuurhut, schreeuwde........
Het kan mij niet schelen wat er gebeurd, zo lang de jongens maar veilig zijn.
Zorg voor de jongens.
De trawler met een bemanning van 19 personen, met inbegrip van de schipper, liep aan de grond aan de West kust van IJsland, kort na middernacht van de 13 Maart 1948.
Slechts 5 leden van de bemanning overleefden de stranding.
De schipper was een van de slachtoffers die het leven er bij lieten.
De overlevenden vertelden hoe de schipper Loftis zijn laatste boodschap had geschreeuwd door de woede van natte sneeuw en regen heen.
Kort hierna werd hij door de golven verzwonden toen de bodem van het ketelruim en machinekamer van het gestrande schip werd open gereten.

Hoofdmachinist Smith die zich aan het want had vastgeklemd en de ramp overleefde, vertelde bij zijn terugkeer aan de Evening Telegraph.....
Schipper Loftis was een geweldig mens.
Hij was een van de beste schippers waar iemand bij kon gaan varen.
Een van de bemanningsleden zwom naar de wal en werd gered en vier bemanningsleden werden uit het want opgepikt, waar zij zich aan vast klemden.

Een van de laatst genoemden, de stuurman Thomson herinnert zich nog steeds hoe een reddings team uiteindelijk de plaats van de tragedie bereikte en zich inzette om te trachten de bemanning te redden.
Het kostte hen 2 uur voor zij er in slaagden een broekboei op te tuigen tussen de wal en het schip.
Zij vuurden een aantal raketten met lijn af eer zij uiteindelijk er in slaagden er een vast te maken.

Een daarop volgend onderzoek naar het verloren gaan van de Epide, kwam vast te staan dat matroos Yeates de man was de met veel moeite de lijn vast zette.
In zijn verklaring over de stranding en de hierop volgende redding zei hij.......
Om 11,50 uur in de avond strandde de Epine met een hevige klap., veerde nog een of twee maal op en helde vervolgens direct over naar stuurboord.
De schipper zette de telegraaf op stop en vroeg mij wat ik had gedaan en ik vertelde hem dat ik zijn instructie stipt had opgevolgd.
Ik vroeg hem of ik de bemanning moest waarschuwen en hij gaf mij orders om dat te doen. Ik ging de bemanning waarschuwen, maar zij waren al uit hun kooien.
Hij vertelde ook aan de onderzoek raad, dat hij zich direct realiseerde dat zij waren gestrand en dat het enige wat gedaan kon worden was, om hulp te krijgen om de bemanning te redden.
Een noodsignaal werd binnen enkele minuten uitgezonden via de trawler Spurs, die in de onmiddellijke nabijheid was.
Vuurpijlen werden afgeschoten en op het stuurhuis en voorschip werden vuurtjes aangestoken om de aandacht te trekken.
Er waren voldoende zwemvesten aan boord voor de gehele bemanning.
De reddingsboot was tijdens de stranding kapot geslagen en in ieder geval zou zij door de zware deining niet kunnen worden gebruikt.
De sneeuw hield een halfuur na de standing op en wij konden het licht van de vuurtoren van Malariff zien aan stuurboord zijde , ter hoogte van het achterschip.
Wij waren ook nog van plan om het reddingsvlot te gebruiken, maar besloten om hier mee te wachten tot het daglicht was geworden, maar toen was het reeds te laat om het als nog te doen.
Het werd laagwater rond 2 uur in de morgen van Zondag 14 Maart 1948.
Wij zagen rond 3 uur een licht aan de wal een wij vuurden 4 Schermely pistool raketten af, met lijnen hieraan verbonden, maar het gelukte ons niet om verbinding te maken.
Achteraf denken we dat er met een licht werd gezwaaid door de vuurtoren wachter van Malariff, die voor inspectie langs de kust heeft gelopen om te zien wat er was gebeurd.
Rond ongeveer 4 uur in de morgen begon het water weer te stijgen en we moesten ons verplaatsen om hiervan geen last te hebben. Sommigen van ons klommen in het want, anderen verplaatsten zich naar de bak op het voorschip of op het dak van het stuurhuis.
Om 7 uur in de morgen, bij het aanbreken van de dag, kwam de reddings brigade.
Tegen die tijd zat ik in het want en het schip stond totaal onder water en alleen het dekhuis, mast en de bak staken nog boven het water uit.
Het sloependek op het achterschip was ook onbruikbaar. Constant zwiepten hoge golven over het dek.

De reddings brigade schoot zes raketten naar het schip. De twee eersten kwamen dwars over het schip terecht, maar wij konden de lijnen niet bereiken vanaf de plaatsen waar de bemanning zich had terug getrokken.
De zesde raket ging rond 10 uur aan bakboord over het bootdek.
Door aanwijzingen te geven met onze handen, slaagden we er in om de mensen aan de wal duidelijk te maken, om het uiteinde van de lijn meer oostwaarts te trekken.
Op deze manier kwam de lijn in het bereik van de stuurman, die vervolgens de lijn weer doorgaf aan de bovenste man in het want, de enige persoon die handschoenen aan had.
Op dat moment waren er al veel van de bemanning door uitputting gestorven.
Een man had zwemmend de wal weten te bereiken en de enige nog levenden waren de zes mannen in het want en de schipper en kok boven op het stuurhuis.

Ik haalde de broekboei naar mij toe en zette haar vast en ik was de eerste die om 12.15 naar de wal werd gehaald. Een matroos, de 1e machinist en de stuurman volgden al spoedig er na.
De schipper en de kok probeerden ons te bereiken vanaf het stuurhuis, maar waren hiertoe niet in staat en verdronken.
De overlevenden van deze tragedie werden in een lokale boerderij verzorgd en na verloop van tijd per schip naar de IJslandse hoofdstad Reykjavik gebracht.
Enkele dagen later waren er in Grimsby enige emotionele thuiskomsten.

De matroos Bradley opende de voordeur van zijn huis en zijn vrouw snelde op hem af, om zijn baby dochtertje te laten zien, die maar een paar dagen voor het ongeval was geboren.
Matroos Horner stapte zijn huis binnen met grote stappen en begroette zijn moeder zo als hij na iedere reis deed..... Wel moeder, hier ben ik dan weer.

Bij een hierop volgend onderzoek naar het verloren gaan van de Epine, werd met tegenzin geconstateerd, dat de schipper alleen verantwoordelijk was voor de stranding.
Maar dat deed niets af van het feit, dat schipper Loftis bij zijn collega's en scheepmakkers hoog werd gerespecteerd.
In het verslag van zijn  oorlogs verleden, waarin hij regelmatig werd genoemd, over  hoe hij zijn manschappen  beschermde tegen aanvallen van vijandige vliegtuigen,  toonde dat aan, dat hij een dapper man was.

Een jaar na het ongeval werd een herinnerings raam over de ramp met de Epine, in de Bethel Mission kerk in Cleethorpes, onthuld.
Dit raam was betaald met de donaties van bekenden van de bemannings leden, die bij de ramp om kwamen.

De trawler was in 1929 in Beverley gebouwd.
Van de 19 koppige bemanning werden 5 man gered.
1e Machinist
Stuurman
3 matrozen.

En 14 man verdronken.
Schipper
2e Machinist
Marconist
Kok
6 Matrozen
2 Stokers
2 Tremmers.

Gelogd
GerardKnoester
Gast
« Antwoord #336 Gepost op: 07-06-2013, 15:44:23 »

Dit vond ik nogvan de Epine
http://www.microsofttranslator.com/bv.aspx?ref=SERP&br=ro&mkt=nl-NL&dl=nl&lp=EN_NL&a=http%3a%2f%2fwww.plimsoll.org%2fresources%2fSCCLibraries%2fWreckReports%2f14174.asp
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #337 Gepost op: 10-06-2013, 08:58:37 »

                                      De Northern Queen.

De Northern Queen GY 124 onderging een uitgebreide onderhouds beurt in 1971 om haar weer in staat te stellen om door te gaan en om een begin te maken met de winstgevende visserij die bij IJsland nog aan de gang was.
Maar precies 4 jaar later, waren de mogelijkheden om te vissen snel verdwenen en de trawler werd opgelegd aan de bekende Grimsby Noord Muur.
En zij had nog maar een reis te maken...... de reis naar de sloperij.

Het was een droef einde voor een trawler die het hart had gewonnen van veel visserlui uit de haven, zoals het ook het geval was met de andere schepen uit haar klasse.
De schepen van de Northern maatschappij  waren in het algemeen goede visvangende schepen. Zij zagen er verzorgd uit en er werd met trots over deze schepen gesproken door allen die er op hadden gevaren.
Gebouwd in 1949 door Cook, Welton en Gamble in Beverkey, was zij een van de zes schepen in haar klasse.
De Northern Prince en de Northern Princess werden op dezelfde werf gebouwd, terwijl de Northern Isles, Northern Sea en de Northern Chief bij Cochranes in Selby werden gebouwd.
Zij onderging op 12 Januari 1950 vaarproeven op de Humber onder commando van schipper Self en bereikte snelheden van 12.7 mijl, op de gemeten afstand.
Het schip vertrok hierna naar de visgronden van de Witte Zee.
Een vroegere directeur John Butt van de Northern Trawling maatschappij herinnert zich over de schipper Self, als zijnde een legendarische figuur.
En waarom.!  Hij was een van de top schippers van de 3 varende en top vangende schepen van na de oorlog.

Terug kijkend naar de resultaten, verklaart dhr. Butt, dat de trawler op haar 2e reis een buitengewoon grote vangst aan wal bracht van 3000 kits vis, waarvan er 2400 met schelvis waren.
Stuurman in die tijd was Ted Brown en hij stopte uiteindelijk met varen, om wal schipper te worden bij de Northern Trawling Ltd.
Op een van haar voorgaande reizen naar de visgronden bij Beren eiland, kwam de Northern Queen terug met een vangst van 2987 kits vis, waarvan er 2000 kits werden doorgedraaid.
Dhr. Butt weet ook nog goed dat het jaar 1950 een absoluut rampjaar was voor de visserij.
Na lossing werd de vis voor een tweede maal gecontroleerd en de uitslagen hiervan,  waren verschrikkelijk voor de visserij.
De verkoop was compleet weggezakt.
De bodem uit de markt was de voorgaande November al weggezakt.

Andere verslagen laten zien dat vroeg in haar carrière, de 677 ton metende trawler stormschade opliep aan haar stuurhuis bij Beren eiland en bij een ander ongeval op 12 Augustus 1950, waar zij in aanvaring kwam met de trawler Andanes.
Geen van de ongevallen waren ernstig.

Maar op 1 Oktober 1952 had het schip wat meer hopeloze problemen.
Berichten werden  uit Noorwegen ontvangen, dat zij aan de grond was gelopen bij de haven van Tromsø in het noorden van Noorwegen.
Sleepboten werden direct ter assistentie opgeroepen om het schip vlot te trekken.
Het schip was afgeladen met vis en was op haar thuisreis.
Het schip had op dat moment een bemanning van 20 koppen en was onder commando van schipper Ebeneserson.
Het schip werd zonder schade vlot getrokken en vervolgde haar thuisreis.

In Januari 1954 nam schipper Blyth het gezag over tot Juni 1959.
De Northern Queen haalde in Juli van dat jaar, weer de koppen in de kranten, toen een 16 jarige koksmaat overboord viel en weer werd gered.
De koksmaat Alan Wakefield viel 60 mijl NW van de Orkneys overboord,  toen het schip onderweg was naar de visgronden bij IJsland.
Het gebied stond bekend om zijn sterk getij en ofschoon de wind zwak was. was er een matige tot zware deining en het zicht was slecht door mistvlagen.
Twee reddingsboten werden te water gelaten en een reddingsvlot werd overboord gegooid.
De trawler stoomde “full speed “ met een snelheid van 12 mijl en schipper Petteson veranderde direct van koers en voer in de tegengestelde richting terug.
De stuurman Favell en de tremmer Williams sprongen overboord en zwommen naar de jongen en bleven bij hem in het water.
Daarna zwommen zij met hem zo'n 600 voet naar het reddingsvlot.
Voor deze redding werden de stuurman en de tremmer geëerd met de Royal Human Society medaille met oorkonde. Deze werden hen later overhandigd door de burgemeester Haylett van Grimsby, bij een herdenking bijeenkomst in de kantoren van de vereniging van Eigenaars van Vissersschepen uit Grimsby.

Gedurende een reis in Oktober 1960 onder het commando van schipper Nutten, sleepte de Northern Queen een aantal dagen de Northern Pride, een ander schip van de maatschappij.
Al deze schepen waren 1e klas vaartuigen. Het waren uitstekende schepen voor de visserij, maar waren soms niet helemaal te vertrouwen bij het stomen.

Op 20 Juni 1962 werd de trawler bij IJsland opgebracht en beschuldigd van illegale visserij.
De trawler werd veroordeeld tot een boete van 1600 pond en in beslag name van het vistuig en de gevangen vis, ter waarde van 975 pond.
Als we de geschiedenis van de Northern Queen bekijken, zien we dat enkele van de top schippers het commando over haar voerden.
Jimmy Gordon, Len Stanley, Johny Meadows en Bill Fraser zijn enkele van deze namen.
In de vroege jaren van 1970 waren de trawlers van Grimsby nog steeds in staat goede vangsten aan te voeren vanaf de visgronden bij IJsland, maar er waren al wel wat tekenen aan de wand, van een dramatische instorting van de diepzee visserij- industrie, die enkele jaren later volgde.
En zo werd in 1971 de beslissing genomen om de Northern Queen te verbouwen.
Het werk werd uitgevoerd door de Humber Graving Dock in Immingham ter waarde van 60.000 pond.
Deze werkzaamheden omvatte ondermeer het plaatsen van een nieuwe schoorsteen en een sloependek.
Na haar opknapbeurt was het schip in de beste conditie,  in vergelijking met enig ander schip van haar afmetingen,  in Engeland.
Het uitgevoerde werk gaf haar een nieuwe kans van leven, maar het teken was reeds te zien aan de wand voor de schepen van haar afmeting.
Haar laatste dagen op zee was in 1975 onder commando van schipper Ferrands.

Ondanks financiële hulp van de regering, legde de Britisch United Trawlers maatschappij, die de vloot van de Norihern had overgenomen, negen van haar trawlers op, waarvan de Northern Queen er een was.
En het voorgevoel was er reeds dat het schip nooit meer zou vissen.
En dit gevoel werd werkelijkheid.
Op 24 April van dat jaar maakte de Britisch United Trawlers bekend dat er vijf van haar opgelegde schepen zouden worden gesloopt.
En al spoedig hierna volgde de Northern Queen.
Gelogd
Post Boy
Schipper
*****
Berichten: 1317



Bekijk profiel
« Antwoord #338 Gepost op: 10-06-2013, 11:19:22 »

GY-124 Northern Queen.


* Northern_Queen_bv.jpg (150.85 KB, 938x440 - bekeken 1289 keer.)
Gelogd
zeearend
Gast
« Antwoord #339 Gepost op: 10-06-2013, 21:24:00 »

jee dirk hier ken je wel wat kantjes op weg steuren wat een schuit jo  Smiley
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #340 Gepost op: 14-06-2013, 18:10:08 »

                                           De Goldstreamer.

Het algemene oordeel over de Goldstreamer was dat zij een prachtig schip was,
Zij was gemakkelijk te handelen, zelfs bij het zwaarste weer.

In April 1970 was er een zorgwekkend bericht van het schip, dat er  op zee waarschijnlijk een man overboord was geraakt.
De kust scheepvaart werd gewaarschuwd om naar de drenkeling uit te kijken en de bemanning van de Humber reddingsboot was stand-by, toen de trawler melding had gemaakt dat waarschijnlijk de marconist werd vermist.
Echter de angst werd te niet gedaan, toen de marconist slapende werd gevonden op een warm plekje in de machine kamer. Het bleek dat hij een verkoudheid had opgelopen en een warm plekje had gezocht om het uit te zweten.
Later liep het schip Grimsby binnen met 1600 kits vis, gevangen bij de Noorse kust.
En het was precies 3 jaar later dat de trawler en wereld nieuws werd.
Onder gezag van schipper Sate, was de 700 tons Goldstreamer op 1 Oktober 1973 binnen gelopen en verbrijzelde met de opbrengst van haar vangst het besomming wereld record.
Het schip dat sinds enige jaren eigendom was van de Britisch United Trawlers, loste meer dan 2300 kisten kabeljauw en maakte hiermee een besomming van 44.678 pond.
De Goldstreamer verbeterde hiermee het record van de Hull trawler Kingston Onyx met meer dan 6000 pond.
Het schip verdiende gemiddeld 2030 pond per dag en de vis bracht 19 pond per kit op.
Het was erg plezierig voor schipper Sate, die een tijd niet zo gelukkig was geweest in de visserij.

Minder dan 3 jaar later kreeg de nieuw opgerichte firma Grimsby Shipbrokers en Marine supply de opdracht  het schip te slopen,  slechts een paar honderd yards verwijderd van de beroemde Grimsby Noord Muur.

Een andere marconist had ook goede herinneringen aan het schip.
Het was een super vaartuig en zij was mijn grootste favoriet.
Hij had als marconist in de vroege vijftiger jaren op het schip gevaren. Hij was bij haar aan boord gekomen, kort nadat zij van een nieuwe stoomketel was voorzien.
Hij had zelfs nog een schilderij van het schip, wat hem steeds herinnerde aan de goede jaren bij haar aan boord.
Hij had zelfs nog meer. Hij had ook bewegende beelden van haar.
Deze beelden waren ingevoegd in een lange film van oude trawlers, die hij in een periode van 17 jaar had gefilmd.
Hij was in 1960 met de eerste opnamen van de film begonnen en de duur van de film is 75 minuten.
Met als resultaat dat hij op verschillende plaatsen in de stad werd gevraagd de film te vertonen.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #341 Gepost op: 17-06-2013, 09:01:16 »

                                           De Golden Deeps.

Het verlies van de Grimsby trawler Golden Deeps in November 1932, was één der grootste en tragische verliezen uit de visserij geschiedenis van Grimsby.
Het schip had voor een storm opperte gezocht dicht bij een Noorse haven, waarna zij op de rotsen werd gedreven en binnen enkele minuten zonk.
Er waren 13 man aan boord die allen verdronken. De schipper en twee leden van de bemanning waren aan wal en overleefden de ramp.
Zeven vrouwen werden weduwe en 9 kinderen werden wees door dit ongeval.
De Golden Deeps was één van de beste schepen, die in die tijd vanuit Grimsby naar zee gingen.
Zij was onder commando van schipper Rogers en had een voor de vuist gekozen bemanning aan boord.
Op deze reis had zij 3 man meer aanboord dan haar normale bezetting.
Twee van hen behoorden bij de overlevenden, zoals ook de schipper.

Het eerste nieuws van het ongeval werd door de krant Evening Telegraph bekend gemaakt en vervolgens een bericht uit Oslo waarin werd vermeld.....
Dertien leden van de bemanning van de Grimsby trawler Golden Deeps lieten het leven toen het schip de afgelopen nacht zonk bij de kleine haven van Breivikbotn in de provisie Finmarken in het uiterste noorden van Noorwegen.

Overvallen door een hevige storm, zocht de trawler beschutting van een haven en presenteerden beide ankers om de storm af te rijden, wat ook gelukte.
Daarna ging de schipper de wal op met de twee passagiers.
Onder tussen werd de storm heviger en de beide ankers krabden en van af de wal  werd gezien dat zij naar de rotsen dreef.

Visserlui aan de wal deden wanhopige pogingen om een boot te water te laten om naar het schip te gaan om hulp te verlenen aan de bemanning, maar alles was tevergeefs.
Het schip sloeg te pletter op de wal en bijna onmiddellijk begon het schip te zinken.
Van sommige bemanningleden werd nog gezien hoe zij zich vastklampten aan de mast, maar werden al gauw door de brekers weggespoeld.
Later werd bekend dat alle 13 bemanningleden waren verdronken. Enkele lichamen van hen spoelden aan de wal.

Het nieuws verspreidde zich razend snel langs de visserij haven van Grimsby en veel informatie en vragen werden gericht aan het kantoor van de reder, de Strand Steam Fishing Company.
De Evening Telegraph had in feiten een pijnlijke boodschap om op deze wijze het nieuws van het ongeval aan de eigenaars te vertellen.
Maar kort hierna werd een telegram ontvangen van schipper Rogers waarin hij mededeelde......
Schip verloren gegaan. Passagiers Beates en Baker in veiligheid. De overige bemanningsleden vermist.

De ontvangst van dit bericht nam het laatste sprankje hoop weg en de haven dominee werd gevraagd on de nabestaanden van de slachtoffers, te bezoeken.

Een Zweed, die ook behoorde tot de slachtoffers en pas kort voor het vertrek van de Golden Deeps in Grimsby was gekomen, monsterde op het schip als dekhulp, om met eigen ervaring vertrouwd te raken met de diepzee trawl visserij .
De twee andere passagiers, Beates en Baker, die met de schipper de wal op waren gegaan, waren vishandelaren uit Grimsby.
Schipper Roger was nu bijna twee jaar verantwoordelijk geweest voor de Golden Deeps. En hij maakte een aantal succesvolle reizen, de meeste vanaf de visgronden bij de Noorse kust.
Voor dat schipper Rogers het commando over de Golden Deeps kreeg, was schipper McGregon de verantwoordelijke man en hij was beter bekend onder de naam ... “Russische George.”

De Golden Deeps was op 25 Oktober 1932 uit Grimsby vertrokken en na Blyth te hebben aangelopen, vertrok zij nog dezelfde avond, met bestemming Noorse kust.
Zij was de Noorse haven binnen gelopen om van het slechte te ontlopen

Gebouwd in Selby in 1930, was de Golden Deeps een van de meest uitgeruste trawlers in de haven. Zij was uitgerust met elk modern middel voor de diepzee trawl visserij, zoals Richting zoeker en de laatste typen Echo loden.
Zij was een van de grootste schepen uit de haven.
Van de 12 visserlui uit Grimsby die bij het ongeval het leven lieten, waren er zeven gehuwd en verschillenden van hen hadden een gezin.
Het waren de matrozen Rogers, Smith, James en Marchall, tremmer Blake, de kok Royal en 2e machinst Stone.
Een er van was de broer van de schipper en had 12 maanden bij hem gevaren.
Hij liet een vrouw met 2 kinderen achter.

Bij mevr. Rogers was het in haar gezin het tweede sterfgeval binnen een jaar. Aan het eind van Oktober 1931 verloor zij bij IJsland haar broer met de trawler Oswaldian.

De stuurman was een vrijgezel die nog bij zijn moeder en stiefvader woonde.
Zijn vader was ook op zee verdronken

Matroos Marchall was nog maar net twee jaar getrouwd en liet een jonge vrouw en een 10 maanden oude baby na.
Voor zijn ouders was het een uitzonderlijk zwaar verlies, omdat zij nog maar kort geleden een zoon hadden verloren met de trawler Cameo.

De kok Royal, was eerder kok op de trawler Marz, toen het schip in Juni van dat jaar bij de Pentland Firth, schipbreuk leed.
Onder de van de nabestaande die van de Golden Deeps tragedie hoorde, was dhr. Grant, de vader van de 1e machinist.
Dhr. Grant was in dienst bij de reder als wal machinist en was op het kantoor toen het tragische nieuws van schipper Rogers werd ontvangen.
Zij zoon was 28 jaar oud en woonde nog bij zijn ouders en zou binnen kort trouwen.

De meesten van de bemanning waren jonge mannen. De oudste, dhr Bernatson was 43 jaar oud. Twee anderen slechts 25 jaar oud.

Het verlies van de Golden Deeps was het ernstigste ongeval wat was voorgevallen bij de vloot van Grimsby, sinds de trawler North Cape ongeveer 3 jaar geleden met man en muis was vergaan in de IJslandse wateren.
Dit schip behoorde ook toe aan de Strand Steaming Fishing Company.
Maar hier eindigt nog niet het verhaal van de Golden Deeps.

De 13 slachtoffers van de Golden Deeps, die bij het Noorse eiland Soro was vergaan, werden in Tromso begraven.
Echter niet eerder nadat krachtig was geprobeerd de slachtoffers over te brengen naar hun thuis haven.
Enige uren na het ongeval werd bevestigd dat het schip niet kon manoeuvreren omdat de schroef een onderwater object had geraakt, toen zij probeerde van de wal weg te varen voor de storm.
Aangenomen werd dat dit het schip onmanoeuvreerbaar had gemaakt en zij hulpeloos naar de kust werd gedreven.
Toen het schip de wal begon te naderen door het krabben van de ankers, slaagde de bemanning er in nog een anker uit te brengen.
Tweemaal werd geprobeerd om het schip met de kop in de wind te krijgen in een poging om meer ruimte te krijgen om naar zee uit te wijken.
Maar de kracht van de wind en getij waren te sterk en het schip werd naar de rotsachtige kust gedreven.
De brekers begonnen onbarmhartig op het schip te storten, zij werd lek geslagen en begon te zinken.
Al heel snel was zij geheel overspoel, terwijl de golven zich op haar stortten.
Mannen werden van het dek gespoeld en sommigen zochten een toevlucht in het want, maar werden uiteindelijk van hun houvast losgerukt.
Anderen, die met een zwemvest naar de wal probeerden te zwemmen, verdronken in de golven.
Aan de wal zagen de eiland bewoners de tragedie zich voltrekken, maar waren niet in staat een boot te water te laten of wat andere mogelijkheden te proberen om de bemanning hulp te verschaffen.
Wat later werden de lichamen door het getij aan de wal gespoeld.

Wordt vervolgd
Gelogd
A.Oosterbaan
Gast
« Antwoord #342 Gepost op: 17-06-2013, 14:06:40 »

Goldstreamer


* igoldstream.jpg (19.67 KB, 800x533 - bekeken 1037 keer.)
« Laatste verandering: 17-06-2013, 14:33:53 door Rinus.N » Gelogd
Rinus.N
Global Moderator
Schipper
*****
Berichten: 2786


SCH 84 voortvaren


Bekijk profiel E-mail
« Antwoord #343 Gepost op: 17-06-2013, 14:27:52 »

foto van arie oosterbaan


* GY-010.Coldstreamer.Bj.1955._--00.jpg (18.58 KB, 800x533 - bekeken 1073 keer.)
Gelogd

Eens gevaren  Altijd Gevaren
http://www.scheveningen-haven.nl/
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #344 Gepost op: 17-06-2013, 19:04:50 »

de gene die zo,n pracht schip slopen hebben toch gien hart Grin

Gr Maart
Gelogd
Pagina's: 1 ... 19 20 21 22 [23] 24 25 26 27 ... 108 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!