Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
28-04-2024, 23:32:21
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 1
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 49 50 51 52 [53] 54 55 56 57 ... 72 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 1  (gelezen 914318 keer)
ctaal
Gast
« Antwoord #780 Gepost op: 17-04-2012, 14:46:16 »

HEIDEMIJ


* 1941_Collendoorn_werkoverleg2.jpg (83.96 KB, 429x300 - bekeken 2209 keer.)
Gelogd
ctaal
Gast
« Antwoord #781 Gepost op: 17-04-2012, 14:47:09 »

HEIDEMIJ


* 1941_Collendoorn_werkzaamheden.jpg (89.73 KB, 393x300 - bekeken 1983 keer.)
Gelogd
De spienet
Gast
« Antwoord #782 Gepost op: 17-04-2012, 16:00:19 »

bij die boerderij kregen wij melk alleen de moeders die kleine kinderen hadden
Gelogd
ctaal
Gast
« Antwoord #783 Gepost op: 18-04-2012, 14:18:37 »

Spienet,

Die boerderij heet Zwiesenborg, is nu vacantieboerderij
Vr. groeten Kees
Gelogd
witkwast
Schipper
*****
Berichten: 2272


Leer v. gisteren Droom v. morgen Maar leef vandaag


Bekijk profiel
« Antwoord #784 Gepost op: 12-05-2012, 21:50:06 »

bij die boerderij kregen wij melk alleen de moeders die kleine kinderen hadden.

Wie kreeg er nu uit eindelijk melk  ?   
 
Gelogd
sch-37
Gast
« Antwoord #785 Gepost op: 29-07-2012, 10:16:14 »

Vreemdeling

Cor heeft ook met mijn broer zijn neef gevaren op de Taormina en de Albert-V tussen 1955 en 1957

Jan
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #786 Gepost op: 31-07-2012, 16:58:11 »

                                                     In memoriam

               DEMARICO 

    29-07-1940       01-07-2012

Alles Zuever Cor.
Hier alles oké.

Dit was het begin van de laatste e-mail welke ik enige tijd geleden nog van Demarico ontving.
Heel wat ernstiger waren de PB's die ik van zijn broer Jan ontving, met betrekking tot het ziekbed van Cor, en heel kort hierna het bericht dat  hij van ons was heen gegaan.

Vandaag zou het zijn verjaardag zijn geweest, maar jammer genoeg heeft hij dit niet meer mee kunnen maken.
Hij was, met uitzondering van enkele  familieleden, het enige forumlid, dat ik persoonlijk heb ontmoet en waaruit een vriendschap is ontstaan.

De naam Demarico zei mij in eerste instantie niets.
Alleen had ik  meteen al bewondering voor zijn grote kennis van visserij-, kustvaart -. koopvaardij- en zelfs ook van marineschepen, zoals hij dit verwoordde op de site.
De kennismaking met Demarico is ontstaan uit een PB  welke hij mij stuurde en waarin hij vroeg of ik er wat in zag om een artikel te schrijven over een Scheveningse vrachtlogger tijdens de Tweede Wereld oorlog.
Hij had namelijk een afdruk van een reisverslag, dat door een van de opvarenden van deze logger,  dhr. P.de Jong, was bijgehouden.

Ik heb hem laten weten, dat ik hier wel aan mee wilde werken, mits het verslag mij voldoende gegevens zou verstrekken om een verhaal te schrijven.
Maar hier voor had ik wel dit reisverslag  nodig. Daar ik toch kort hierna een bezoek aan Scheveningen wilde brengen, leek het mij eenvoudiger om hem persoonlijk te ontmoeten.
 
Hij vond dit een goed idee en in februari 2010 hebben wij een afspraak gemaakt om  op een zaterdagmiddag elkaar in het Zeemanshuis te treffen.
Op het afgesproken tijdstip had ik mijn auto voor het kantoor van de visafslag geparkeerd en op weg naar het ZMH kwam ik een robuuste persoon tegen. Deze persoon sprak mij aan met de woorden... 'Ben jij Cor Spaans?'
Ik kon deze vraag met ja bevestigen en vroeg hem of hij dan de persoon Demarico was waarmee ik een afspraak had,
En zo hebben wij elkaar voor de eerste maal ontmoet en al spoedig was ik ook op de hoogte dat Demarico in werkelijkheid Cor Harteveld heette.
Na het nuttigen van een kop koffie en het uitwisselen van wat wederwaardigheden,
kwam het onderwerp van onze ontmoeting ter sprake. Hij vertelde mij hoe hij in het bezit was gekomen van het reisverslag waarvan hij  de kopieën toonde en  mijn mening erover vroeg .
Op het eerste gezicht leek het mij wel wat, maar vroeg hem  wat bedenktijd om dit verslag eerst uitvoerig te kunnen lezen.
Na nog wat met elkaar te hebben gepraat, namen wij afscheid van elkaar, niet alvorens wij onze e-mail adressen hadden uitgewisseld voor een beter en vlugger onderling contact.
En opnieuw bleek de naam Demarico hier van toepassing te zijn.
Cor ging vervolgens op zijn fiets huiswaarts en ik begon aan  mijn rit  naar het verre Zeeuws-Vlaanderen.

De eerste dagen thuis, nadat ik het dagboek grondig had doorgelezen, zag ik hierin wel mogelijkheden voor een verhaal. Ik stelde Cor hiervan in kennis en begon met het schrijven.
Iedere keer als ik een gedeelte van het verhaal klaar had werd dit per e-mail aan Cor gestuurd voor controle en eventuele correcties. Nu het verhaal lekker liep, vroeg ik Cor of het niet mogelijk was om het verhaal te illustreren met foto's. Dat was niet voor “dovenmans” oren, want meteen werd ik via e-mail overladen met foto's.
Na goed overleg hebben wij de betreffende foto's geselecteerd en hun plaats in het verhaal gegeven.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #787 Gepost op: 31-07-2012, 17:01:59 »

vervolg


Het schrijven verliep wonderbaarlijk snel en op 4 april kon reeds het eerste artikel worden geplaatst. De stukken van het verhaal waren te groot (dwz. het aantal letter tekens) om in één keer te mailen, dus moest het verhaal in gedeelten worden geplaatst
Daar ik niet in het bezit was van een scanner, heb ik met Cor afgesproken dat hij na elk geplaatste gedeelte een foto of tekening zou plaatsen.
Cor was nogal een bezige bij en had veel klusjes omhanden zoals zijn boot en zijn baantje als  hulphavenmeester bij de yachthaven. Maar uiteindelijk vond hij  tijd om stand-by te staan
De afspraak was dat ik op de dag van plaatsing 's-morgens om 9 uur zou beginnen en door zou geven uit hoeveel delen het verhaal die dag zou bestaan.
Het moment dat ik het verhaal ging plaatsen , liet ik de telefoon bij Cor thuis 3 maal rinkelen. Zodra hij het verhaal op de site zag staan, plaatste hij de foto en zodra ik de foto zag, plaatste ik het volgende deel.
En zo ging dit  8 dagen.
Op 11 april stond het verhaal en illustratie in zijn geheel op de site.

Hieruit blijkt weer eens hoe groot en uitgebreid zijn documentatie was. Dit was ook niet verwonderlijk als je zijn zeemansloopbaan bekijkt.
In 1954 monsterde hij op 13 jarige leeftijd als afhouder op de Sch.341. Zelf vond hij het geweldig, maar de ambtenarij was hier minder gelukig mee en moeder Harteveld moest voor de rechter verschijnen, In 1955 werd hij  jongste op de Sch.121. En aan het einde van de teelt monsterde hij als matroos o/g op de coaster Taormina en kort hierna op de coaster Curaçao.
Na enige tijd stapte hij weer over op de Toarmina, maar nu als matroos en dat op 16 jarige leeftijd. De gezagvoerder van dit schip zag schijnbaar wel wat in deze jonge matroos en niet veel later stappen beiden over op de kleinere coaster Kitty.

De bezetting van Hongarije door Rusland gooide echter roet in het eten en daar deze kapitein met een Engelse was getrouwd, was hij liever met zijn schip in of in de buurt van Engeland werkzaam.
Cor, door alle berichten in de war gebracht en geen risico wilde nemen in tijd van oorlog niet thuis te kunnen zijn, besloot een andere weg te volgen. Zodra het schip in de buurt van Engeland arriveerde, monsterde hij in Gravelines af en keerde huiswaarts.
Deze beslissing heeft hij achteraf erg betreurd. Ten eerste door het feit dat deze gezagvoerder, en oud leraar, Cor wilde klaar stomen voor de examens van stuurman KHV. Ten tweede, niemand zat te wachten op een matroos van 16 jaar en er zat niets anders op om weer als matroos o/g aan te monsteren op de coaster Marne van Wm.H.Muller en Co.NV.
Hierna was Cor werkzaam als matroos bij de rederijen Spliethof, Hudig en Veder, KNSM en SSM op schepen zowel in kustvaart als grote vaart.
Waarschijnlijk was Cor ondertussen getrouwd en de periode als bootwerker werkzaam bij de Norfolk lijn, wijst hierop.
Maar de zee bleef trekken en vervolgens was  hij werkzaam bij de Bagger maatschappij en in 1969 bij Bos en Kalis op de schepen Rapid, Volans, Mitra en Gateway.
Hier eindigde zijn zeemansloopbaan en maakte hij gebruik van de VUT regeling.

Hieruit blijkt dus wel dat Cor een enorme kennis had van alle facetten van de zeevaart en deze interesse heeft hij behouden tot aan zijn dood. Een verjaardagcadeau wat hij vandaag zou krijgen, wijst hier ook al op. Het cadeau bestond uit de boeken:
Scotland's  East Coast Fishing Industry van Mark I'Ánson en
Les CHALUTIERS s'e n vont en GUERRE van Gérard Garier.
Beide boekwerken zijn nu in mijn bezit en de gever wil ik nogmaals hier hartelijk voor danken.
Nadat het totale verhaal was geplaatst,  hebben Cor en ik beiden ons verwonderd dat een PB 'tje en een ontmoeting van nog geen uur,  zoveel teweeg kon brengen.
Alleen was Cor teleurgesteld dat hij van de familie van de hoofdrolspeler in het verhaal nooit iets heeft gehoord.

De kopieën van het reisverslag moesten wel  terug naar de eigenaar en de gemakkelijkste weg was om het op te sturen. Cor stelde het op prijs om, als ik weer eens op Scheveningen was, een afspraak te maken en het hem persoonlijk te overhandigen. Deze afspraak heb ik waar kunnen maken in juli 2011.
Toen ik Cor hierover telefonisch benaderde bleek dat hij in deze periode met zijn boot onderweg zou zijn. Toen bleek dat ik in Reeuwijk zou zijn, stelde hij voor  mij en mijn vrouw in Bodegraven te ontmoeten als hij daar tijdens zijn rondvaart zou aanmeren.
In Reeuwijk Cor gebeld, en het bleek dat hij met zijn boot al enkele dagen in Bodegraven lag afgemeerd.. Het schip lag in het centrum van de stad en was volgens opgave het vierde scheepje na de sluis. Tot mijn verwondering was de naam van het schip ook weer Demarico.
Dit was dus de derde maal dat ik met deze  naam te maken kreeg, als het Cor Harteveld betrof. De eerste maal als naam op de site Scheveningenhaven, de tweede maal als zijn e-mail adres en nu ook de naam van het schip.

Ondanks het slechte weer was de ontvangst aller hartelijks. Wat dat betreft deed hij  met het begin van zijn achternaam er alle eer aan!
Tijdens het bezoek bleek al gauw dat wij gezamenlijk nog al wat overeenkomsten hadden, ondanks ons leeftijdsverschil van zo'n ruim 10 jaar.
Beiden hadden wij bij Muller gevaren. Beiden hadden wij in de Menninckstraat gewoond na ons trouwen. En in  zijn periode werkzaam bij Hudig en Veder had hij gevaren op een schip waarop mijn neef gezagvoerder was.

Nu ik Cor toch sprak, wilde ik wel eens weten waar de naam Demarico betrekking op had of wat de oorsprong hiervan was. Ik had zo'n vermoeden dat het een samenstelling was van diverse namen, wat ook later waar bleek te zijn.
Cor moet wel erg veel van zijn 5 kinderen hebben gehouden want van het gedeelte van hun namen was de naam Demarico ontstaan.

DE           eerste 2 letters van Desireé
Mar         de eerste 2 letter van Marloes en de 4 e letter van Gerrit
Ico           de 5 e letter van Gerrit en de eerste 2 letters van Corina en tevens zijnde de
                2 laatste letters van Nico.         

Na enkele uren gezellig samen te zijn geweest hebben wij van Cor en zijn vrouw Gerda afscheid genomen, niet wetende dat dit de laatste maal zou zijn dat wij elkaar in levende lijve hadden gezien.
Meerdere malen hierna hebben wij  nog verbinding met elkaar gehad via e-mail.

Nu rest alleen nog maar de naam Demarico in onze herinnering.
Voor zijn vrouw Gerda, zijn 5 kinderen en broer Jan is het meer dan alleen een herinnering.

Vreemdeling


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #788 Gepost op: 03-08-2012, 18:37:54 »


Herring Girls.

Deze meisjes en vrouwen waren bij de Hollandse visserlui beter bekend als kaak meiden en misschien zijn hier en daar er ook wel eens contacten onderling geweest

Op een oude zwart-wit foto uit 1928  in de Schotse havenplaats Wick, laat ons op een druilige zaterdag in September. haring kaaksters zien.
Je had hiervoor niet veel voorstellings-vermogen nodig om te begrijpen dat dit werkzaamheden waren, waardoor  heel veel  rugblessures en klachten werden veroorzaakt.
Het werd toen ook gezien als het meest inspannenste werk in deze bedrijfstak rond het visserij gebeuren.
Lange dagen makend met het kaken van de haring,,  gebogen staande  over een met haring gevulde  houten trog .
Deze trog had een afmeting van zo'n 2 ½  bij 5 meter en was ongeveer 80 cm. hoog. Meestal waren rond de trog zo'n 12 meisjes werkzaam met de kaak werkzaamheden.

Het kaken aan boord,  zoals de Hollenders dit gewoon waren te doen, was nu ook weer niet de aangenaamste bezigheid. Dit werk was eveneens vermoeiend en geestdodend, maar je kon het kaken, al was het dan niet zo confortabel, in iedergeval nog zittend uitvoeren.

De te verwerken haring werd in de vroege morgen door de vissersschepen vers  aangevoerd. Na, door de afslager te zijn verkocht, werd de haring los gestort in de trog van de betreffende  koper en konden de kaaksters  met hun werkzaamheden beginnen.
Deze kaaksters waren hard nodig, om, bij welke weersomstandigheden dan ook, iedere hoeveelheid haring te kaken en in tonnen te “pakken “, voordat de schepen de volgende morgen weer voor een nieuwe verse aanvoer zorgden.
Maar er zullen echt wel eens dagen zijn geweest dat de aanvoer wat minder of zelfs slecht was.
Wat de bewuste foto ons ook niet laat zien, is de reusachtige snelheid, waarin de door de  kaaksters uitgevoerde  werkzaamheden, werden  verricht.
Een geroutineerde werkneemster kaakte ongeveer 60 a 70 haringen per minuut ?
Keel open snijden, kieuwen en ingewanden verwijderen en de vis, gesorteerd op grootte,  in één of meerder achter hen geplaatste manden of kuipen, te werpen.
De “gellen “ werden in een mand gedeponeerd , welke in de trog, op de haring was geplaatst
In een volle dagtaak kon een geroutineerde kaakster zo ongeveer 15.000 tot 20.000 haringen verwerken..
De “gellen “ ( kieuwen en ingewanden ) werden na afloop van de werkzaamheden aan kleine keuter boertjes verkocht en diende als meststof om hun akkers vruchtbaarder te maken.

De meisjes en  vrouwen waren werkzaam in een ploeg van 3 personen.
Eén haringpakster en twee kaaksters.
Gezamenlijk brachten zij de manden of kuipen met de gekaakte haringen naar de plaats waar de haring werd gezouten en vanaf hier begon dan het vakwerk van de pakster.
Onder het wakend oog van kuipers  werd de haring zorgvuldig in de ton gelegd met haar zilveren buik  naar boven en waarna een handvol  zout over iedere laag haring werd gestrooid.
Beweerd werd zelfs, dat van een goed “gepakte” ton haring, de lagen haring op hun plaats bleven als het omhulsel van de ton werd verwijderd..
Zo vol “gepakt”,  werd de ton apart gezet en provisorisch afgesloten. Door de werking van het zout deed de inhoud van de ton slinken.
Daarna werden de tonnen weer geopend en bijgevuld met haring van dezelfde soort, kwaliteit en grootte.
Uiteindelijk was de de ton dan geheel gevuld met pekel en haringen en elke ton bevatte dan  ongeveer  700 tot 1000 stuks haringen.
De tonnen met inhoud werden hierna gecontroleerd en wanneer de inhoud in orde was bevonden, werd de ton  voorzien van het brandmerk van de  keurmeesters en was dan gereed voor de verkoop en export.
Niet verwonderlijk is dat de kopers een hoge kwaliteit verlangden en om deze kwaliteit  te kunnen keuren , werden door de kopers regelmatig tonnen lukraak op inhoud en kwaliteit gecontroleerd.


Of de genoemde  getallen juist zijn betwijfel ik, Bij een gemiddelde snelheid van 65 haringen per minuut, zou er dan in een uur 3900 haringen zijn gekaakt en zou dan ruim 4 kantjes zijn.
Zover als ik weet, was je aan boord van een logger  een topper, als je 2 kantjes per uur kaakte.
Het gemiddelde van een volle dagtaak van deze vrouwen was 17.500 haringen, maar  dan zou deze volle dagtaak slechts 4 ½ uur in beslag nemen .
Ik veronderstel dat dat de ploeg van 3 personen dan 35.000 haringen zullen verwerkt hebben, wat dan dus ongeveer resulteert in ongeveer 40 “gepakte” kantjes.
De werkzaamheden van de ploeg van 3 personen omvatte niet alleen het kaken, maar ook de afvoer van de haring en “gellen”, en  ook het  zouten en het pakken van de haring...


De kuipers hadden toezicht op en controleerden de werkzaamheden van deze vrouwen en waarschijnlijk waren zij er ook om de tonnen dicht te slaan.
Buiten het seizoen vervaardigden deze kuipers nieuwe tonnen en in die tijd waren alleen al in de plaats Wick  400 kuipers werkzaam.
Van machinale vervaardiging van tonnen was toen nog geen sprake.

Vrouwen hebben altijd al een centrale rol gespeeld in- en bij het  Schotse en Engelse  visserij gebeuren.
Zij waren het hart van de samenleving van vissers, welke de benodigde bezigheden aan de wal uitvoerden, om zodoende voor de vissers het werk aan boord, mogelijk te maken..
Met de komst van de haring visserij in plaats van van de voorheen beoefende beugvisserij, veranderde hun rol.

Bij de beugvisserij hadden zij als taak om mosselen te zoeken en deze van de schelp te ontdoen, om als aas dienst te doen voor de beug welke de volgende dag zou worden uitgezet.
En deze werkzaamheden dag in dag uit te moeten verrichten zonder rekening te houden met de weersgesteldheden.
Voor deze beug van 1000 tot 1500 haken waren ongeveer 2000 mosselen nodig en werd aan de wal van aas voorzien om bij de volgende reis te worden uitgezet terwijl de in zee staande beug werd binnen gehaald.
Bij terug keer van de scheepjes werden zij ingeschakeld voor de lossing en transport naar de plaats waar de vis te koop werd aangeboden, waar zij dan de verkoop voor hun rekening namen..
En ook vaak mochten zij met hun koopwaar op pad om in de omgeving de vis te verkopen.

Nu als kaaksters en paksters, werden zij geacht daar te zijn, waar op dat moment de haringvisserij was en waar de vangst werd aangevoerd.
En,  zoals op zee, de vissersschepen de trek van de haring volgden, zo volgden de vrouwen deze schepen naar de plaatsen waar de gevangen haring aan wal zou worden gebracht.

Deze uittocht van de vrouwen begon al vroeg in de maand Mei
Voor sommigen vaak met een verschrikkelijke nachtelijke overtocht per veerboot over de Pentland Firth naar Lerwick op de Shetland eilanden, waar allen, behalve enkele geluksvogels, tijdens de overtocht te maken kregen met zeeziekte.
Voor anderen was de bestemming naar andere kustplaatsen in Schotland zoals Stronsay, Fraserburgh of Wick. Weer anderen gingen in westelijke richting naar de plaats Mallaig en soms vaak  nog verder zuidwaarts naar  het eiland Man en soms zelfs naar Ierland.

In de maand  Augustus was het Schotse zomer haringvisserij seizoen ten einde.
Voor de vissers meestal gevolgd door een kort verblijf in de thuishaven, alvorens aan de reis naar het zuidelijker gelegen zeegebied rond Oost Engeland te beginnen.

Voor dit doel werden t.b.v. deze  kaaksters zelfs speciale treinen naar Yarmouth in gezet. Enkele van de duizenden vrouwen welke in zuidelijke richting  trokken, vonden  op hun tocht zuidwaarts, tijdelijk werk in de kustplaatsen Blyth, North Shields,  Hartlepool, Whitby, Scarborough en Grimsby. In deze kustplaatsen, waar dan een korte opbloei was door de aanvoer van haring door Schotse vissersschepen , werd  hiermee tijdelijk werkgelegenheid gecreëerd voor de meisjes en vrouwen op hun tocht naar de z.g. zuid visserij.


wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #789 Gepost op: 03-08-2012, 18:39:34 »



Op een andere zwart-wit foto zien we een aantal glimlachende kaaksters.bezig met hun werkzaamheden.
De herinnering aan deze periode werd dan ook vaak gezien  als.......

                          Ach, het  was toch de mooiste periode in ons leven.........

Ofschoon de leef omstandigheden primitief waren, de betaling miserabel en het werk zwaar en vermoeiend, keken deze vrouwen halsreikend uit naar de  hun zo vertrouwde kaak werkzaamheden .
Zij begonnen met deze werkzaamheden op een leeftijd van ongeveer 15 jaar.
Meestal onder het wakende oog van oudere zusters en vriendinnen en leerden zo in hun eerste seizoen de benodigde werkzaamheden.
De bazen , waar zij in dienst waren, namen niet eens de moeite, deze leerlingen hun taak bij te brengen.
Zij werden betaald op basis van stukwerk, regelmatig 15 uur per dag werkend, ver van het vertrouwde ouderlijk huis en zwaar geestdodend werk verrichtend.
Meisjes en vrouwen van diverse leeftijd en afkomstig uit verschillende woonplaatsen
vonden elkaar in saamhorigheid en zelfvertrouwen en gezamenlijk volgden zij de schepen op hun jaarlijkse verplaatsing naar de visgronden aan de oostkust , in het zeegebied van Yarmouth.
Vriendschappen, afkomstig uit deze periode, waren vaak langdurig.
Het is niet verwonderlijk dat bij het kaken met zo'n snelheid, weleens verwondingen werden opgelopen, ook al hadden zij hun vingers met katoenen lappen omzwachteld.
Deze verwondingen werden er niet beter op door het voortdurende contact met zout en pekel.
In sommige vissersplaatsen waren er kleine eerste hulp posten van de Mission to Seamen, waar de dames hun blessures konden laten behandelen.

Op zondag werd er niet gewerkt, want dan was er geen aanvoer. Over het algemeen vertrokken de overwegend protestante Schotse vissers pas weer op maandag naar de visgronden, terwijl de Engelse schepen veelal al op zondag naar de visgronden vertrokkken.
Waren de vrouwen op zondag niet te moe van de werkzaamheden van de vorige dag , dan konden zij, evenals de vissers, aan hun kerkelijke verplichtingen voldoen.

Soms waren er ook weleens wat problemen, meestal veroorzaakt door de slechte betaling en wat weleens resulterende in een staking .
Zo werden zij in de volksmond weleens “de slavinnen” van de kortzichtige bazen genoemd.
Zo werkten zij bv. in de maanden Oktober en November in de open lucht, bij weersgesteldheden met sneeuw en vorst, geen dak boven hun hoofd hebbend en      dat in regen  of zonneschijn.
En dat voor 10 penny's per ton gevuld met gekaakte haring en dit bedrag moest dan ook nog eens met drie personen worden gedeeld.
Deze betaling kwam bij het basisloon van 15 shilling per week, Hiervan werd de helft al  uitgegeven voor  huisvesting in de diverse kosthuizen.
Hun bleef veelal niets anders over dan in staking te gaan, waarvan er een zelfs een week heeft geduurd.
Wat er met de aangevoerde haring is gebeurd wordt er niet bij verteld, maar ik vrees het ergste en het zal wel hebben genoopt dat de vissersschepen ook niet meer zijn uit gevaren.

De haring visserij is niet altijd een Schotse aangelegenheid geweest.
Voorheen geloofden veel mensen dat de grote scholen haring van “ver weg “kwamen en zich verplaatsten rond Engeland en weer vertrokken naar “ver weg “
In werkelijkheid waren het verschillende en op zich zelf zwemmende, grote scholen ,  die elk jaar richting kust zwommen om kuit te schieten.
Het was op deze visgronden dat de haring visserij tot bloei kwam en de havens hier in de buurt hadden hiervan het meeste profijt.

Gedurende de 19e eeuw en tot 1914 in de volgende eeuw, was de oost kust van Schotland en in het bijzonder de havenplaats Wick bekend om activiteiten rond de haring industrie.
 
Deze gegevens zijn uit het boekje Scotland's East Coast Fishing  Industry.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #790 Gepost op: 21-09-2012, 18:04:05 »



Bijna in elke vakantie zie je wel weer eens wat nieuws.
Dit maal op een wandeltocht langs het strand vanaf Bon Air ( een nieuwe woonwijk van Wimereux ) naar het plaatsje Ambleteuze, ongeveer 5 km benoorden Wimereux.
Bij laag water een breed strand en in de weekeinden bij zonnig weer, een gewilde plaats voor de badgasten, omdat ook bij hoogwater een gedeelte van het strand nog toegankelijk is, wat niet overal mogelijk is.
Om op het strand te komen moet men eerst een kleine wandeling door de duinen maken om vervolgens via een trap of via een rotspad het strand te bereiken.
Op dit gedeelte ligt een rots formatie, welke bij laag water droog valt en in de weekeinden voor velen een geliefde plek is om mosselen te zoeken.
Op een zaterdag heb ik deze wandeling gemaakt bij zonnig weer en het strand was druk bezocht. Dit in tegenstelling op de maandag, toen ik deze wandeling nogmaals wilde maken bij een bewolkte lucht en wat kans op motregen.
Op het strand was zo ver ik zien kon tot aan Ambleteuze,  geen sterveling te zien, behalve één persoon die zijn geluk probeerde om iets met de hengel te vangen vanaf de rotsformatie en drie kite surfers die hun kites aan het uit probeerden waren op het strand.
Na enige tijd zag ik toch nog een ander persoon . Hij was met iets bezig wat ik niet thuis kon brengen. In eerste instantie dacht ik dat deze persoon ook bij de kite surfers behoorde.
Dichter bij gekomen zag ik dat de persoon bezig was met een pomp en verwachtte dan ook dat hij zeepieren aan het zoeken was om als aas  te gebruiken voor het vissen met een hengel.
Het aas zoeken was waarschijnlijk al gebeurd, maar ik zag hem nu bezig met andere werkzaamheden.
Naderbij komend zag ik nylon vislijnen van zo'n 3 meter lengte op het strand liggen waarvan  de uiteinden in het zand waren verborgen.
Bij deze persoon komend zag ik eindelijk wat hij aan het doen was.
Op een soort steekwagen had hij twee emmers. Eén met wat zeepieren en één met blokjes hout waar nylon vislijn om was gewikkeld . Eén uiteinde van de lijn verbonden aan het blokje en aan het andere uiteinde een vishaak.
De vislijn werd van het blokje gewikkeld en op het strand uitgelegd.
Met de pomp werd 2 maal zand opgezogen en hierin werd het blokje gelegd. Hierna werd nog eenmaal zand opgezogen en het zand sloot zich rond het blokje en vulde het gat meteen.
Aan het andere uiteinde werden een of twee zeepieren als aas aan de haak bevestigd en met een hoopje zand bedekt, zodat het niet door de meeuwen kon worden  gezien en vroegtijdig zou worden opgepeuzeld.
Nu was alleen nog maar en stuk vislijn te zien.
Op ongeveer 1/3 van de lengte van de lijn was een wartel aangebracht.
Deze lijntjes lagen zo'n 5 meter uit elkaar.
Op mijn vraag of het geheel niet werd weggespoeld bij opkomend en afgaand tij, liet hij mij aan de vislijn trekken.,maar met geen mogelijkheid was het blokje uit het zand te trekken.
Verder doorvragend bleek dat deze vismethoden zonder vergunning mocht worden uitgeoefend en per persoon maximaal 50 lijntjes mochten worden uitgezet.
Hoofdzakelijk werd er zeebaars mee gevangen.

Dezelfde persoon viste ook nog met staand want wat tijdens het laag water geheel droog kwam te liggen. Hiervoor was wel een vergunning nodig en het net mocht maximaal 50 meter lang zijn
Wat mij hier weer opviel was dat het net horizontaal aan de kustlijn was geplaatst. Dit was de eerste maal dat ik in deze omgeving een net horizontaal aan de kustlijn geplaatst zag. Tot nu toe had ik op verschillende kustplaatsen de netten altijd loodrecht op de kustlijn geplaatst zien worden.
Het was natuurlijk niet verwonderlijk dat deze persoon nu bij een buiige lucht zijn vislijnen en net plaatste, want tijdens mooie dagen zou dat gevaar hebben opgeleverd voor de badgasten.

Weet iemand de benaming van deze soort beugvisserij ?

Cor
Gelogd
Iggypop
Gast
« Antwoord #791 Gepost op: 22-09-2012, 09:13:47 »

Ik kan daar ook uren naar kijken vreemdeling. Die Fransen zijn zo gek nog niet.

Alleen al de manier om garnalen te vangen is heel anders dan bij ons en best wel efficiënt te noemen.
Een paar latjes met scharnieren en onderin een PVC pijp met een netje wat nog geen vierde is van een saaingnet wat hier gebruikt wordt. Ze duwen het voor zich uit alsof ze sneeuw aan het schuiven zijn.
Na een behoorlijke vangst werd het geheel opgevouwen en verdween  het als een klein pakketje in de kofferbak.

Ik moet er nog ergens foto`s van hebben en zal eens zoeken  of ik ze terug kan vinden.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #792 Gepost op: 22-09-2012, 10:47:13 »

Iggypop.

Het is in Frankrijk verboden om met een kor op garnalen te vissen langs het strand.
Vroeger werden daar ook deze duw netten gebruikt evenals in Zeeland.
Hetzelfde als de duw netjes voor kinderen maar dan in groter formaat.
Een aantal jaren geleden viste ik in Cadzand ook nog met de kor op garnalen.
Maar daar werd ook met een duw net gevist. Dat was daar heel normaal.
Duwen zou beter zijn want dan liep je achter het net en verjaagde je niet de garnalen, wat wel geval zou zijn met een kor.als je voor het net aan het trekken was.

Cor
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #793 Gepost op: 25-09-2012, 17:47:58 »

Iggypop.

De laatste vissers die ik heb gezien met een duw net vissend op garnalen hadden rond hun middel een band ( riem ), waarop een houder was gemonteerd waar in de duwstok werd gestoken tijdens het vissen.
Beide handen hielden de stok op haar plaats.
De kracht om te duwen komt zo hoofdzakelijk vanuit het lichaam i.p.v. de armen.
Teven was aan deze band een bakje bevestigd waar in de gevangen garnalen werden gedaan.
De vissers kwamen niet uit het water.
Als zij een stuk hadden geduwd werd het net boven water gehaald en de gevangen garnalen vanuit het net in het bakje gedaan en verder niet bruikbare ongerechtigheden in zee gedeponeerd.
Zo bleven zij continu vissen tot dat het bakje vol was en aan de wal werd geledigd.

Cor
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #794 Gepost op: 09-10-2012, 19:20:02 »

De Schotse visserij.

Ofschoon er van af de jaren 1100 al reeds sprake was van visserij activiteiten aan de Schotse oostkust, was hierover tot ongeveer de jaren 1700, heel weinig bekend.
Het waren de kleine open sloepen en jollen, gelegen in baaien, inhammen en vanaf de stranden aan de kust, die hiermee langs de kust de visserij beoefenden.   
Wegens gemis aan betere oriëntatie middelen, noopten het hen in de nabijheid van de kusten te varen en te vissen.
Vaak werd deze visserij ook uitgeoefend door keuterboertjes omdat de opbrengst van de landbouw niet genoeg opbracht om hieruit een redelijk bestaan te hebben.
Hierbij hadden zij veelal wel de hulp nodig van de gezinsleden om het scheepje aan de wal te trekken of in zee te duwen, waarbij de gezinsleden dan meestal nog gedeeltelijk, zelfs in de winter, in het koude water moesten staan.
En niet alleen voor deze activiteiten waren de huisgenoten nodig. Hun hulp was ook nodig om na de terugkeer vanuit zee, de gevangen vis onder vaak moeilijke omstandigheden op de plaats van verkoop te brengen, dan nog trachten te verkopen en eventueel te verwerken.
Als voorbeeld hiervan zijn de spectaculaire trappen van Whalogoe in Caithness.
Deze werden in 1770 door particulieren gebouwd en bleef tot 1950 in gebruik als haven.
De echtgenoten van de visserlui droegen de de gevangen vis in gevlochten manden van heide planten, de trappen op en vervoerden ze vervolgens voor de verkoop wel zo ver als de plaats Wick,  zo'n 7 mijl hiervan verwijderd.
Voor deze vrouwen was het zeker een top prestatie.
Manspersonen die deze trappen nu wel eens op en aflopen en dit dan ook nog zonder manden met vis,  zijn volkomen uitgeput als zij weer boven aan de trappen terug keren.
Als bijzonderheid wordt er nog bij vermeld dat het buitengewoon gevaarlijk was om bij dit uitzicht te komen.
De gevangen vis, meestal kabeljauw, schelvis en wijting, samengevat als “witvis “, was voor hen niet alleen een product voor de verkoop, maar was tevens een aanvulling van de  toch al krappe voedsel voorraden voor het komende winterseizoen.
De conservering van de vis werd verkregen door de schelvis te roken, de wijting te drogen en de kabeljauw te drogen of als gezouten vis te verwerken.

Eenmaal aan wal werd de vis gesorteerd en in manden gedaan. Hierna werden de manden op de ruggen van de vrouwen geladen en moesten zij deze zware last de steile heuvel op sjouwen en vervolgens naar het dorp brengen.
Hier werd de vis gestript en de schelvis klaargemaakt om te worden gerookt. Eerst  plat gesneden, gezouten en vervolgens met de staarten aan elkaar gebonden en in paren,   twee of drie uur te drogen gehangen. Eenmaal droog werd de vis opgehangen aan  schragen boven een in de grond gegraven bak, gevuld met een een licht brandend en  smeulend houtvuur.
De vis werd afgedekt met een stuk zeildoek en werd zo  45 minuten in de hete rook gehouden.
Daarna werden platte manden  met deze gerookte vis gevuld en een kleinere mand met verse vis werd hier boven op geplaatst en de vrouwen waren gereed voor hun verkoop ronde.
Zij moesten vaak grote afstanden in de omgeving afleggen om hun vis te verkopen.
Een verkoop ronde van 40 mijl was niet ongewoon en het was ook heel normaal dat deze vrouwen ook nog het werk in huis naar behoren  moesten verrichtten.
Op een foto is een vis verkoopster te zien, sukkelend door de straten van Cromarty.
Vrouwen , zoals hier op de foto wordt vertoond, vulden hun manden met haring of vis, zodra de schepen aan de kaden afgemeerd waren om hun vis te lossen.
De mand werd kruiselings op haar rug gebonden.
Deze vrouwen droegen meestal de  rokken opgekort tot op hun middel  zoals een Schotse kilt.
Zij waren in staat zware vrachten en over lange afstanden te dragen.
Werd de vis in een dorp aan land gebracht, dan werd meestal de vis op de kaden of marktplein op de grond  per soort in porties uitgestald en voor de verkoop aangeboden.
De hier gebruikte term “Witvis “ heeft hier een andere betekenis als in Holland, waar dan sprake is van zoetwatervis.
In die periode mogen we ook rustig veronderstellen dat in een bepaalde periode het grootste gedeelte van de Vlaamse haringvissers, als de haring in de nabijheid van de kust werd gevangen, zowel de zeevisserij en de landbouw beoefenden.         

Wanneer precies aan de Schotse Oostkust, de activiteiten van de voorspoed brengende haringvisserij  resultaten opleverden,  is heel weinig bekend.,
Wel wordt vanaf ongeveer rond 700 over een kleine commerciële haringvisserij aan de oost kust van Engeland gesproken en dit dan hoofdzakelijk in de havenplaats GreatYarmouth.

In een  boek over de Vlaamse visserij was hiervan ook al sprake en werden er in het najaar, in GreatYarmouth, door niet Engelse vissers, haring aangeboden voor de verkoop,
Hierbij staat ook de volgende passage van rond 1300.         

De Vlaamse haringvisserij begon jaarlijks in de de maanden Juli / Augustus en tot 
eind  September werd gevist op de haringgronden van “ Noordover “ en rond 1400 in “Noordland “. Hierbij bedoelde men het zeegebied vóór de kusten van Noord-Oost-Engeland en Oost Schotland. Gezien de grote afstanden kwamen de schepen niet naar Vlaanderen maar verkochten hun vangsten zelf in Engeland  en Schotland.
Zij kwamen regelmatig in GreatYarmouth, het grote centrum van de Engelse haring visserij in de middeleeuwen
Rond 1300 was de bloei van de zeevisserij van Great Yarmouth hoofdzakelijk te wijten aan het bezoek van Vlaamse, Zeeuwse en Hollandse vissers.

Maar van Schotse activiteiten m.b.t. de haring visserij is pas sprake na 1200.
Dit bleek dan maar een kleine opbloei van een zomer visserij te zijn ter hoogte van kaap Fife Ness, gelegen aan de noordzijde van de Firth of Forth .
De plaatselijke activiteiten van de haring visserij in de overige delen van oost Schotland ontwikkelden zich echter erg langzaam, mede ook veroorzaakt door het feit dat er geen vraag  was naar haring .
Dit is in de periode dat de haring vers werd aangevoerd en van haring kaken nog geen sprake was en de haring niet kon worden geconserveerd.
Ieder jaar opnieuw kon men  voor de Schotse oost kust wel de grote, compacte scholen haring waarnemen, en tevens een grote vloot van schepen hierop jacht makend. Maar dat waren dan ook  hoofdzakelijk  Hollandse vissersschepen.
De hieruit verkregen voorspoed en weelde voor deze vissers en de haringhandel, ging richting Holland  i.p.v. naar Schotland. En het was dan ook niet zo verwonderlijk  dat het succes van de Hollandse schepen, zo dicht in de nabijheid de Schotse kust vissend, door de Schotten met jaloerse blikken werd gade geslagen en bij hen veel wrevel en jaloezie veroorzaakten.
De zeevisserij en  vooral de haringvangst moet reeds in de periode rond 1100 / 1200 aan de Vlaamse kust een zekere economische betekenis gekregen hebben.
In de geschiedenis van de Vlaamse zeevisserij in de middeleeuwen speelt de haringvangst de hoofdrol.                 

Maar vanaf ongeveer 1400 komt hierin voor de Schotten een verandering.
Het Britse gouvernement toonde nu serieuze interesse in de haringvangst en door middel van wetten  wilde zij het  succes van de Hollandse vloot een halt  toe roepen  en gelijkertijd een Engelse en Schotse vissersvloot trachten te ontwikkelen..
Het was nu niet bepaald een eenvoudige oplossing. Aan de Schotse oostkust waren wel een groot aantal vissersplaatsen maar onderling met grote verschillen.
Gedurende zo'n drie honderd jaar tot aan 1786 waren de genoemde wetten echter een grote mislukking en uiteindelijk werd er een organisatie in het leven geroepen die grote  invloed zou hebben op de Engelse en Schotse visserij belangen,
Deze organisatie had de weidse naam...Engelse Vereniging tot Uitbreiding van de Visserij  en Exploitatie van de Zeekust van het Koninkrijk..
Het koninkrijk omvatte zowel Engeland als Schotland.
Het was een prachtige lange naam maar al snel werd de naam veranderd in ..
Engelse Visserij Maatschappij..
Zij was belast met de verbetering van de Engelse en Schotse infrastructuur aan de wal en het verschaffen van leningen met een lage rente aan de vissersbevolking om hen te stimuleren tot de aankoop van grotere vissersschepen.
Hier moeten we niet uit het oog verliezen dat het een Britse organisatie was en de Schotten in het nadeel waren, omdat er nog altijd een soort vete bestond tussen de beiden bevolkings groepen.

Ofschoon de haringvisserij gedurende een lange periode een belangrijke bron van inkomsten was, waren er grote en hardnekkige problemen in de organisatie met
betrekking tot de beste soort van verwerking voor de haring als de handels artikel.
De kustvisserij op haring was veelal onregelmatig door de veranderlijke
verplaatsing van de scholen haring en de weersomstandigheden,.
Evenals bij een  overvloed aan haring  de vangst capaciteit van de schepen en beschikbare uitrusting  niet voldoende waren om de haring te vangen.
Echter het grootste probleem voor deze voedzame maar vette vis was, dat zij gemakkelijk aan bederf was onderhevig,  nadat zij na de vangst geen goede behandeling had gekregen m.b.t. het transport en het gebruik en verwerking na het haring seizoen .

Blijkbaar hanteerden zij bij de verwerking van de haring twee categorieën.
De traditionele verwerking methode werd toegepast voor zowel de “witte “als de “rode “ haring.
De verwerking van de “witte “haring heeft betrekking op het zouten van de haring zodra zij in lagen in de ton werd gelegd met tussen elke laag haring een laag zout.
En voor de best houdbare kwaliteit was het beter de haring te kaken voorafgaande aan het pakken in de ton, ofschoon het ook vaak gebeurde dat dit achterwege werd gelaten.
Hier zou men kunnen spreken van steuren.

Wordt vervolgd       
Gelogd
Pagina's: 1 ... 49 50 51 52 [53] 54 55 56 57 ... 72 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!