Overlijdensakte Aagje van der Toorn
Aktenummer:   
303
Akteplaats:   
's-Gravenhage
Aktedatum:   
02-02-1895
Overlijdensdatum:   
01-02-1895
Overlijdensplaats:   
's-Gravenhage
Overledene:   
Aagje van der Toorn 
Partner:   
Aart van As 
Moeder:   
Adriana de Graaf 
Vader:   
Dirk van der Toorn 
Toegangsnummer:   
0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
Inventarisnummer:   
1391

0335-01.307 Geboorteakten Den Haag
Geboorteakte Aagje van der Toorn
Aktenummer:   
2054
Aktedatum:   
31-07-1873
Akteplaats:   
's-Gravenhage
Geboortedatum:   
29-07-1873
Kind:   
Aagje van der Toorn 
Moeder:   
Adriana de Graaf 
Vader:   
Dirk van der Toorn 
Aangever:   
Dirk van der Toorn 
Getuige:   
Pieter van den Berg 
Johannes Martinus Geneste 
Toegangsnummer:   
0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
Inventarisnummer:   
307

Aart van As, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 11 juni 1873, ovl ?s-Gravenhage 26 juni 1908, zn. van Hendrik en Christina Carolina de Hen,

tr. 1e ?s-Gravenhage (kerkelijk Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage)) 4 mei 1892

Aagje van der Toorn, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 29 juli 1873, ovl ald. 1 febr. 1895, dr. van Dirk en Adriana de Graaf;

tr. 2e ?s-Gravenhage (kerkelijk Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage)) 15 jan. 1896 Maria Johanna Denie, geb. Haarlem 9 juli 1874, ovl ?s-Gravenhage 2 sept. 1932, dr. van Johannes Eduard en Elizabeth Maria Koster.

Uit het tweede huwelijk:

1. Christina Carolina van As, geb. ?s-Gravenhage 17 jan. 1895.

2. Hendrik van As, geb. ?s-Gravenhage 27 febr. 1896.

3. Elizabeth Allegonda van As, geb. Delft 19 jan. 1897.

4. Johanna Maria van As, geb. Rijswijk 10 dec. 1898.

5. Aart van As, geb. ?s-Gravenhage 4 mei 1900.

6. Johannes Eduard van As, geb. ?s-Gravenhage 26 juni 1903.
 

Aart van As, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 11 juni 1873, ovl ?s-Gravenhage 26 juni 1908, zn. van Hendrik en Christina Carolina de Hen,

tr. 1e ?s-Gravenhage (kerkelijk Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage)) 4 mei 1892

Aagje van der Toorn, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 29 juli 1873, ovl ald. 1 febr. 1895, dr. van Dirk en Adriana de Graaf;

tr. 2e ?s-Gravenhage (kerkelijk Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage)) 15 jan. 1896 Maria Johanna Denie, geb. Haarlem 9 juli 1874, ovl ?s-Gravenhage 2 sept. 1932, dr. van Johannes Eduard en Elizabeth Maria Koster.

Zijn er uit deze 2 huwelijken nog kinderen geboren?

Ik stel Uw reactie zeer op prijs.
 

Gerardus Adrianus Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 29 jan. 1885, zn. van Abraham en Leentje Hoogenraad Ketting, tr. ?s-Gravenhage 3 juni 1908 Antje Wilhelmina Roos, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 27 juni 1889, ? ald. 18 sept. 1978, dr. van Dirk en Adriana Maria Haring.

Uit dit huwelijk:

1. Abraham Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 19 juni 1909, tr. ?s-Gravenhage 11 sept. 1935 Leuntje Plugge, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 9 aug. 1914, ? Harderwijk 20 april 1945, dr. van Arie en Dirkje Heijer.

2. Adriana Maria Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 11 aug. 1911, tr. ?s-Gravenhage 1 juni 1932 Pieter Johannes Jacobus Toet, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 15 dec. 1908, ? ald. 27 aug. 1979, zn. van Johannes en Adriana Cornelia Catharina van der Toorn.

3. Trijntje Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 23 juli 1914, tr. ?s-Gravenhage 14 sept. 1932 Leenderd van der Zwan, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 17 nov. 1905, zn. van Jacob en Leuntje Vrolijk.

4. Gerardus Adrianus Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 25 maart 1920.

5. Petronella Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 17 sept. 1921.

6. Dirk Breugem, geb. Schev. (Gemeente ?s-Gravenhage) 18 aug. 1923.


N.B. kind 7 en 8 zijn niet openbaar.
 

Johannes Breugem, geb. ?s-Gravenhage 10 maart 1887, ovl ald. 15 maart 1887, zn. van Abraham en Leentje Hoogenraad Ketting.
 

maar..............wie oh wie,

gaat/kan al deze regeltjes dan controleren.

Ik ben zeer benieuwd.

Het belangrijkste is toch eigenlijk,

gewoon je gezonde verstand gebruiken in en met alles wat Jij in het leven doet.

Gaat weer een hoop geld kosten.

Gemeente Den Haag zet grote stap naar meer straten met een maximumsnelheid van 30 km/u

https://www.denhaag.nl/pers/gemeente-den-haag-zet-grote-stap-naar-meer-straten-met-een-maximumsnelheid-van-30-km-u/

Het gaat om meer verkeersveiligheid en leefbaarheid. Te miste zo verkopen ze het aan ons, mooie woorden waarvan ik snel enthousiast van wordt, want wie is daar nu op tegen.

Maar is dat in werkelijkheid zo? Naar mijn mening is het beleid van de laatste 40 jaar er op gericht om juist meer slachtoffers te creeren. Door steeds meer de fietser en voetganger kwetsbaarder te maken en de automobilist te irriteren.   

En niet alleen valt het mij op, ook anderen

https://www.denhaagcentraal.net/nieuws/verkeer/aantal-slachtoffers-verdubbeld-waarom-is-haags-verkeer-zo-onveilig/

https://www.ad.nl/den-haag/aantal-verkeersongelukken-in-den-haag-stijgt-naar-hoogste-niveau-sinds-2000~a39f63db/

Mijn conclusie zal daarom zijn dat de leefbaarheid en veiligheid er niet op vooruit gaat maar achteruit.
Deze maatregelen slopen ook nog eens de welvaart. En dat merken wij helaas steeds meer in onze portemonnee. Maak je dus op voor dure tijden en wees voorzichtiger als je de weg op gaat.

       

Bijberoep

Lantaarnopsteker was meestal een bijberoep. Het werk leverde te weinig op om van te leven. Vaak waren het bewakers die toch al een rondje door dorp of stad maakten om te kijken of alles veilig en rustig was. Zij wisten hoe ze de kwajongens aan moesten pakken die de lampen voor de grap weer uitbliezen. Maar het kon ook zijn dat de barbier die overdag zijn klanten knipte, in de avond lantaarnopsteker was. Zoals de barbier van het Limburgse Lutterade, die iedere avond de negen lantaarns van het dorp aanstak. Het verhaal gaat dat hij altijd zijn geit meenam op zijn route. Het beroep is sinds de jaren vijftig volledig uitgestorven. Toen ging de allerlaatste lantaarnopsteker met pensioen. In Den Haag aan de Mallemolen staat een prachtig bronzen beeldje van Loek Bos van een lantaarnopsteker. Een mooi eerbetoon aan dit bijzondere beroep.

Dat werd gedaan door lantaarnopstekers. Zij staken als de avond viel met behulp van een ladder of een lange stok alle straatlantaarns aan. Die werkten op kaarsen of olie en later op gas. Sommige lantaarns kon je met een katrol naar de grond laten zakken om het aansteken makkelijker te maken. ?s Ochtends maakte de lantaarnaansteker opnieuw een ronde om de lampen te doven. Er kwam trouwens pas in de late middeleeuwen verlichting op straat: lantaarns met een kaars in een winddichte behuizing. Daarvoor waagden de meeste mensen zich in het donker niet buiten. Dat was niet echt veilig. De Nederlandse schilder en uitvinder Jan van der Heyden, die ook de slangenbrandspuit uitvond, zorgde in 1669 voor betere straatverlichting in Amsterdam. De tweeduizend lantaarnpalen droegen zijn naam en werden later ook in Groningen, Haarlem en Den Haag geplaatst.