91
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 19-12-2018, 07:55:31
|
De Geschiedenis van de Commerciële Visserij. Deel no.4
De Eeuw van de Vooruitgang 1945 -1968
Tijdens en na de 2e Wereld Oorlog nam de visserij vloot nieuwe technologie in gebruik, met inbegrip van radio's, sonar, nylon netten en hydraulisch aangedreven uitrustingen. Toenemend konden sterkere schepen heen en weer vissen en meer vis vangen en de vis over grotere afstanden vervoeren. De Regering moedigde de technologie en andere ontwikkelingen aan.. De Federale Regering verruimde de subsidies, om veel visserlui te helpen met de bouw van nieuwe schepen. Zij verleenden ook hun hulp, om het Visserij Prijzen Ondersteuning Beheer ( 1947 ) op te zetten en in de jaren rond 1950, breidde zij hun hulp uit met een Werklozen Verzekering voor zelfstandige visserlui en stichtte zij voor de visserlui een Leen- en Scheep Verzekering programma.. De Regering moedigde de visserij aan van nieuwe commerciële soorten vis, met inbegrip van roodbaars, schol en andere platvis, krab, garnalen en de St. Jacobsschelp op dieper water.. Het Atlantische Provinciale Leen Beheer bood gunstige rente tarieven aan voor visserlui, wat hen in staat stelde, hun vloot te moderniseren en hielp bij de ondersteuning van de uitbreiding van de.. verwerking bedrijven In Newfoundland, tijdens de jaren rond 1950 en 1960, sponsorde Premier Joey Smallwood de hervestiging van kleine gemeenschappen in de “groei centra “, zoals Trepassey. De ontwikkeling van de visserij nam toe, door toenemende welvaart en koeling thuis, in de winkels en bij de transport en opslag voorzieningen, wat leidde tot toename van de vraag naar bevroren vis, wat fundamenteel de grondvis industrie veranderde. Een aantal van verticale geïntegreerde maatschappijen ( ( combinerend de visserij, de verwerking en de marketing activiteiten ) bestuurden grote verwerking- en invries bedrijven, welke elk goed waren voor honderden arbeid plaatsen, vaak het gehele jaar door.. Deze grotere maatschappijen bouwden een vloot op van ongeveer 150 trawlers, die bijna evenveel grondvis opvisten als duizenden kleinere scheepjes en domineerden zo de productie en de markt.. De belangrijkste maatschappijen, mettertijd samengevat tot ongeveer een half dozijn, bestuurden grote grondvis vestigingen in meer dan 20 havens, ,zoals Lunenburg, Canso, Grand Bank en Marystown en breidde zich ook uit in de kreeft, St. Jacob schelp en haring visserij. Maar de druk van de ontwikkeling resulteerde in een crisis stemming van overbevissing en over capaciteit. Overcapaciteit was de term die gebruikt werd wanneer de vaardigheid van de visserman om vis te vangen, gebruik makend van welke technologie ook, die voor hen beschikbaar was,gebruikt werd dat teveel vis gevangen werd ,van het instandhouding perspectief. In de jaren rond 1960 moedigde de Federale- en Provinciale Regeringen de seine-net visserij in de Atlantische Oceaan aan, ondanks het voorbeeld van overbevissing op de haring voorraden bij de kusten van de Pacific Oceaan, waar deze visserij verboden was vanaf 1967 tot 1972.. Niet alleen de grote trawlers, maar schepen uit alle sectoren, waren hun viskracht aan het opvoeren., Overuitbreiding in sommige gebieden, daar de visserlui zich haastten om de vis te vangen voor hun concurrenten, begonnen de voorraden uit te dunnen en intensiveerde de chronische problemen van de bedrijfstak, van lage inkomsten en instabiliteit.. Maar weinig stemmen in de Regering waarschuwden voor de consequenties van overbevissing, tot laat in de zestiger jaren.. De Internationale Commissie voor de Noordwest Atlantische Visserij ( ICNAF ) deed bescheiden pogingen om de internationale visserij te regelen, wat alleen maar hoofdzakelijk de grondvis betrof. De ICNAF verzamelde uitgebreide gegevens over vis overvloed en locaties en stelden een lichte controle in, zoals voorschriften voor maas wijdte. Maar haar doel was maximale duurzame opbrengst ( dat wil zeggen …..om de meeste vis te vangen, indien mogelijk, zonder gevaar aan te brengen aan de capaciteit om de vis soorten te herscheppen ) en het ontbrak hen aan kracht van versterking en de politieke wil, om effectieve instandhouding maatregels te nemen. . In Brits Columbia ontwikkelden na de oorlog de Federale bestuurders een uitmuntend korps van zalm bestuurders, die de zalm voorraad bijna stabiel hield, ondanks de toenemende druk van de visserij vloot en het binnen vallen van een stedelijke industriële organisatie op vis leefgebieden. Het Departement leidde de publieke opinie in een worsteling, over de potentiële schade aan de zalm voorraden door Hydro electrische dammen. De Brits Colombiaanse visserlui organisaties, zoals de Verenigde Visserlui en Bondgenoot Werkers Unie ( UFAWU ) en de verwerking instellingen beïnvloedde actief het visserij beheer De UFAWU voerde druk uit over de vergunning controle om de verwachtingen voor de instandhouding en inkomens te verbeteren en dit kwam er in de late 1960 jaren.. Ondertussen verminderde het bezit van schepen, bij de verwerking eenheden.. De Brits Colombiaanse vloot werd meer onafhankelijk en de zalm inblik industrie werd toenemend verstevigd.. Nog steeds geconcentreerd op zalm, haring en heilbot, had de Brits Colombiaanse visserij minder hulpmiddelen en een veel kleinere vloot dat de visserlui van de Atlantische Oceaan.. Maar haar visserlui waren intelligenter en verdienden meer. Op beide kusten en binnenland vermeerderden de vele part-time visserlui hun inkomen, met andere werkzaamheden.
Wordt vervolgd.
|
|
|
92
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 18-12-2018, 09:47:26
|
De Geschiedenis van de Commerciële Visserij. Deel no.3 6691 Hausse en Depressie
In de vooroorlogse Maritimes,* voerden zij met de productie van gezouten bodem vis, nog steeds de bedrijfstak aan, maar de verse vis handel werd belangrijker dan voorheen. St. Jacobsschelp en zwaardvis hadden zich bij de haring, de kreeft en andere visserijen gevoegd De Grote Depressie begon al eerder in de Atlantische visserij, versneld door de technologie en handels factoren. Terwijl bij de Newfoundland en Golf van St. Lawrence visserij grotendeels werd gevist met oude vissersschepen, afkomstig uit Nova Scotia, gebruikte de vloot van de Europese vissers, meer betrouwbaarder trawlers. In 1920, na wat van de markt verloren te hebben aan Europese aanbieders, wedijverde Newfoundland meer standvastig op de West Indië markten, die traditioneel door de Maritimes* werden aangeleverd.. Dit veroorzaakte een prijs verlaging, wat veel visserlui dwong om een andere visserij te gaan beoefenen.,wat alleen maar een volgende prijs verlaging liet zien, in een terugkaatsend effect. Ondertussen hadden Amerikaanse ondernemingen het fileren van vis en het snel invries proces van vis ontwikkeld, wat hen in staat stelden om verpakte verse of bevroren vis filets te verkopen, in plaats van hele vissen, en voor een grotere markt. Toenemende economische moeilijkheden bracht rond 1927 ,een Koninklijke Commissie, wiens bevindingen een tweeledig effect had.: Ten eerste, werd de trawler vloot ingekrompen tot drie of vier trawlers gedurende jaren rond 1930.. Deze vermindering, gecombineerd met de afnemende markten en investering van kapitaal., verruimde een bestaande technologie vertraging en een vertraagde ontwikkeling voor vele jaren.. Ofschoon de vloot uit Lunenburg speciaal de winter visserij beoefende voor de verse vis markten, vertraagde het trawler “verbod”, de groei van de verse en de verse vries vis en constante visserij, het gehele jaar door. Ten tweede, spoorde de Federale Regering aan om te helpen bij het opzetten van een Visserman's Co-operatie , wat leidde tot de oprichting van de Verenigde Maritimes* Visserlui Co-operatie en de Quebec Verenigde Visserlui.
Ondertussen, begon in Newfoundland, al voor de Eerste Werelds Oorlog, een merkwaardige visserlui beweging, toen William Coaker de Visserlui Beschermde Unie ( FPU ) veranderde in een sterke industrieel en politieke macht. Coakers's pogingen de visserij markten te reorganiseren, faalden en de FPU verwaterde tijdens de dertiger jaren.. Newfoundlandse exporteurs bleven zwak en waren van plan om over de concurrentie te onderhandelen. Tijdens de depressie was armoede een gewone zaak in de regio's van de Maritimes en Quebec, en was slechter in Newfoundland.. De “oudste”kolonie, zoals zij vaak werd genoemd, moest een financiële inzinking onder ogen zien in de periode rond 1930 en verloor haar zelfbestuur in 1934. De Britse autoriteiten stelden een Regering Commissie aan, die de export handel regelde. In de visserij , in de Prairie provincies, creëerde overbevissing, overbevolking, gebrek aan organisatie en een zwakke markt , een onstabiele, lage inkomsten visserij. De Regering probeerden diverse verbetering schema's uit, met inbegrip van een meer en en scheeps quota's en een vloot beperking, maar zonder een grondige en effectieve toepassing.. In Brits Columbia, na de Eerste Wereld Oorlog, eindigde de vraag naar veteranen voor werkgelegenheid in “beperkte aanmeldingen “ in de zalm visserij, tenminste voor blanke bewoners Beperkingen bleven er gedurende enige tijd voor autochtone bewoners en voor de Japans-Canadese inwoners, terwijl de blanken visserlui de overhand verkregen in de visserij.. Met staande want netten nog steeds veel in gebruik, groeide de , purse seine en trawl visserij. De zalm industrie met meer dan 70 vestigingen aan het begin van de eeuw, begon zich te verstevigen in de late jaren van 1920 ( zoals zij ook weer deed rond 1950 en in de na jaren rond 1970. De Heilbot Overeenkomst tussen Canada en de U,S.A , was Canada's eerste onafhankelijke getekende overeenkomst. Onder haar ondersteuning, regelde de Internationale Pacific Heilbot Commissie , een baanbrekende gewaagde onderneming in het internationale beheer, regelde en verbeterde de heilbot visserij in de Pacific oceaan, gedeeltelijk door conservatie quota's. De pilchard visserij ( Californische sardines ) visserij ontwikkelde zich in de late jaren rond 1920 en gebruikte de purse seine netten en een “prijs vermindering “ visserij, zette het visvlees en de graten om in kunstmest en vismeel.. Dat leidde tot een hoog conjunctuur in de jaren rond 1930 maar mislukte rond 1940, toen de bron afnam. De kust visserlui van de Pacific gingen door met organiseren, meer dan de visserlui van de Atlantische kust en hun organisaties hadden een langere invloed. Een van de organisaties, door de Prins Rupert Visserlui Gemeenschappelijke Vereniging, hield stand tot rond 1930 en werd één van de succesvolste Gemeenschappen van visserlui, dominerend in de noordelijke Brits Columbiaanse visserij .gedurende meerdere tientallen van jaren. Hoewel , doorgaande met de regulering van een uitgebreide handhaving, toonde het Federale Visserij Beheer, weinig kracht voor innovatie, tussen de twee oorlogen.. In 1922 stond de Federale Regering de provincie Quebec to, om haar eigen bestand van vaste vissers uitrustingen te beheren of dat deel van de visserij, wat gebruik maakte van stationaire uitrustingen, zoals vis vallen en verankerde beugen op de bodem van de oceaan. In 1928 volgde er een rechtbank beslissing en ging men er mee akkoord dat de controle over de verwerking plaatsen, door de provincies werd uitgevoerd. In 1930 werd er in toegestemd dat de Prairie provincies hun eigen visserij beheerden en scheidde het Departement van Visserij zich af van het Departement van Marine. Later, in de dertiger jaren, richtten de visserij departementen , het “Zouten Vis Beheer” op, om de zaken van de exporteurs te regelen en subsidiëren, een maatregel die werd overgenomen door de gebeurtenissen van de Tweede Wereld Oorlog.. De oorlog veranderde de prijzen en de inkomens en het beheer verdween, in het algemene oorlogstijd systeem van controles.. De visserij departementen beëindigden het purse seine verbod van de dertiger jaren en begon beperkingen te schrappen voor de trawlers, daar de oorlog een vonk afstraalde van een nieuwe nadruk op de productiviteit en de ontwikkeling..
Maritimes. Een regio in oost Canada, bestaande uit 3 provincies, n.l. New Brunswick, Nova Scotia en Prince Edward eiland.. De meest oostelijke provincies waren Newfoundland en Labrador. Gezamenlijk maakten deze vijf provincies, de regio Atlantic Canada.
Einde
|
|
|
93
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 18-12-2018, 09:43:07
|
Zier, wij hebben je heel lang gemist. Of gaat de ouderdom nu ook een woordje mee spreken ? Maar .... van harte welkom Jij was altijd zo actief. Of ben je nog steeds onder de indruk van de trein / tram verbinding naar Hoek van Holland, Groeten en prettige feestdagen en jaar wisseling. . Cor.
|
|
|
94
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 17-12-2018, 16:53:37
|
Jacob Cramer, Wat een mooie herinnering aan 1965/1966 met jullie Ierse vrienden. Was het bezoek aan Ierland in de haring tijd, in het late najaar of vroege voor jaar ? Jij moet wel vrij geweest zijn van school gang of mocht er gespijbeld worden ? De Ierse en Schotse verhalen zijn echt wel interessant, Je moet wel diep spitten om ze te vinden. Ik doe het met het grootste plezier, Kost wel enorm veel tijd , maar zo.n bericht wat jij mij vandaag stuurde is een heel dankbaar antwoord en zeker in gezelschap van de nodige en welgemeende Kerst en Nieuwjaar wensen. Ook van deze kant de beste wensen voor de Kerstdagen en Nieuwjaar. Een goede gezondheid toegewenst Mogelijk kunnen wij weer eens een afspraak maken als Jan Harteveld weer uit Schotland terug is.
Vreemdeling Cor.
|
|
|
95
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 17-12-2018, 07:56:10
|
De Geschiedenis van de Commerciële Visserij. Deel 2 7360
De Confederatie tot aan de Eerste Wereld Oorlog 1867 tot 1918
Bij de Canadese Confederatie van 1867 werd aan de Federale Regering bevoegdheid gegeven over de visserij en werd het Departement van Scheepvaart en Visserij opgericht.. Vervolgens, aan het einde van de wederzijdse overeenkomst, confisqueerden de Canadezen verschillende Amerikaanse schepen. Dit conflict werd verwezen naar het Verdrag van Washington van 1871, wat de visserij herstelde en de vrije handel voor de visserij, alleen en in andere bepalingen het bijeenhouden van de status van Canada als een onafhankelijke natie. In 1885 herriepen de Verenigde Staten de visserij bepalingen van het verdrag.. Weer zette Canada haar patrouille vloot in en de relatie tussen de twee staten was soms van....... “hoor en weder hoor,” ….. tot een voorlopige overeenkomst toestond voor een beperkte Amerikaanse entree, naar de Canadese havens, voor bunkers en andere doelen, echter niet om te vissen binnen de drie mijl zone. In de Pacific oceaan, werden de conflicten tussen de Amerikaanse en Canadese zeehonden visserij in de Beringzee door een internationaal tribunaal in 1883 opgelost en bij een volgende internationale overeenkomst. In Newfoundland waren vreemde vissersschepen die aas kochten van de plaatselijke visserlui en de koloniale autoriteiten stelden een Aas Akte op, in een poging deze handel te controleren. Door haar eigenwijze en gedeeltelijke succesvolle pogingen om vreemde visserij te beheren, won Newfoundland meer respect van de Verenigde Staten en Canada en meer onafhankelijkheid van Groot Britannie.. De pro Confederatieve wetgeving in de provincie van Canada, met inbegrip van een systeem van gedeeltelijke licentie, was beperkt ontworpen, om de privé standplaats eigendommen van de zalm visserij te beschermen.. Overwogen in de Visserij Akte van 1868, bood deze kracht het potentieel in balans te brengen, van de visserij pogingen, met een overvloed aan hulpbronnen. Maar in de late jaren van de 19e eeuw, verzwakten de beslissingen van de Britse Gerechtelijke Comité van de Ingewijde Raad van Federale Autoriteiten in de zoet water visserij, met betrekking tot de provinciale autoriteiten. Een resultaat was een geruststelling in de toegestane procedures voor de zoet water visserij vergunningen. In de zee visserij, negeerden de autoriteiten over het algemeen de vergunningen en liet het de mensen vrij vissen, behalve in de zalm visserij in Brits Columbia aan de westkust van Canada.. De visserij diensten zochten een instandhouding door middel van andere middelen.. Verschillende koninklijke commissies verleenden de rationele voor regulatieve handelingen, gewoonlijk resulterend in beperkingen van de vis tijden en seizoenen., de grootte van de vis en het vistuig ( Zo als voorbeeld, werd de purse seine visserij gedurende vele jaren in de Atlantische visserij verboden..) De Visserij Akte verbood ook om voorwerpen te plaatsen, wat schadelijk zou zijn, om in deze wateren te vissen.... De uitgifte van vergunningen , milieuvervuiling en andere krachtige bepalingen van deze sterke Akte, bleef de grondvesting van het Canadese visserij beheer. In een halve eeuw, volgend op de Confederation ( Staten Bond ) , ontwikkelde de visserij diensten een uitgebreide kweek programma. Ofschoon de visserij autoriteiten rond 1930 reusachtige resultaten claimden, was het programma resultaat minimaal en de meeste kwekerijen moesten sluiten, vooral in Brits Columbia aan de westkust.. Een aantal van deze kwekerijen bleven nog aan de Oostkust geopend, merendeels om de rivieren te bevoorraden met vis, voor de sport visserij. In 1886 vestigde de Federale Regering de eerste van verschillende biologische en technische onderzoek stations onder het Biologische Bestuur van Canada ( wat later het Visserij Onderzoek Bestuur werd ) Onmiddellijk na de Confederation, trachtte de Maritieme leiders profijt te trekken uit de nieuwe mogelijkheden van het continent, in spoorwegen en fabricage en verrichtte weinig inzet, om de uit zich zelf sterker wordende hout- vis zee export economie, te promoten. Daar de verwante industrieën terug liepen, door de Eerste Wereld Oorlog, bleef alleen de visserij een belangrijke werkgever. Meer dan duizend verspreid liggende woongemeenschappen waren afhankelijk van de visserij en vonden het vaak moeilijk, om in een goed levens onderhoud te kunnen voorzien.. Ondertussen veranderden de groeiende verstedelijking,, de industrie en de continentale economie, de kust gewoonten.. Stalen schepen met grotere betrouwbaarheid, veiligheid en afmeting , begonnen de houten handels schepen te vervangen.. In de Newfoundlandse zeehonden visserij, begon in 1860 de vervanging van de zeilschepen door stoomschepen, wat leidde tot werkloosheid.. Toenemende inblik technologie , creëerde in de Fundy Baai een sardine industrie en een enorme vergroting van de kreeften industrie, met wel honderden kleine vestigingen.. Rond de Eerste Wereld Oorlog, werden trawlers, …...krachtige motorschepen , die een groot conisch net langs de boden sleepten... belangrijk voor de grond visserij. ( grondvis zijn de vissoorten die zich op de zeebodem bevinden, zoals kabeljauw.). De Federale Autoriteiten verplichtte deze trawlers om op een afstand van minstens 12 zeemijlen van de kust af te vissen. Op andere plaatsen in Canada, had de Ontario visserij in de 19e eeuw verse vis markten in de directe omgeving en waren minder afhankelijk van de inblik industrie en het in zouten van de vis. De voortdurende visserij trend in de Grote Meren van Canada, leidde tot de uitdunning van gewilde soorten vis, wat toestond, dat minder waardevolle soorten vis het overnamen. Eveneens, milieu veranderingen resulteerden van stijgende bevolking en veroorzaakte het verdwijnen van de Atlantische zalm uit het Ontario meer. In de prairies, domineerde de vroegere visserij op de meren, door bedrijven die kleine boten verhuurden aan visserlui, wat vaak afkomstig waren van de autochtone bevolking. Een sterke winter visserij, waarbij netten onder het is werden uitgezet, ontwikkelde zich ook. Aan de kust van de Pacific Oceaan, werd gezouten en gedroogde vis gebruikt door de autochtone bevolking, door bont handelaren en mijnwerkers. Vanaf 1870, bouwden ondernemers veel zalm inblik fabrieken. De inblik technologie en de akkoord modellen gaven de Brits Columbiaanse industrie een meer geconcentreerd karakter dan de industrie aan de Atlantische kust. Zelf in geïsoleerde plaatsen was de industrie afhankelijk van het samen brengen van veel fabriek arbeiders en veel schepen, om deel te kunnen nemen aan de seizoen verplaatsingen van de Pacific zalm. De spoorwegen verzorgden het transport naar de grotere markten voor de zalm en voor de heilbot visserij, die in de vroege jaren nog schoeners gebruikten voor de uitoefening van de visserij en die later gebruik gingen maken van stoomschepen. De Eerste Wereld Oorlog onderbrak de vis leveranties naar Europa, wat een enorme klap uitdeelde aan de visserij industrie van Canada.. Daar de prijzen en de inkomsten stegen, werd rond 1920, het gebruik van diesel motoren normaal op de grotere schepen. De Federale Regering stopte met het nationale systeem, wat voor de oorlog was ingevoerd, op de transport subsidies voor vis..
Het bleek, dat de visserij het nu wel alleen af kon.!
Wordt vervolgd
|
|
|
96
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 14-12-2018, 09:12:43
|
De Geschiedenis van de Commerciële Visserij.
De visserij trok de eerste Europeanen naar, wat nu Canada is en nog steeds worden er grote gebieden aan de kust en landinwaarts door hen bewoond. Deze tak van nijverheid is verdeeld in perioden van “bloei en opwelling “ met visserlui die zich verheugen in een geweldige vangst en financieel gewin, slechts te lijden hebben van perioden van gebrek en werkeloosheid. Ondanks deze wisselvalligheden is de Canadese visserij en de levensstijl verbonden met hen , die innerlijk verbonden zijn aan bepaalde regionale identiteit, in het bijzonder van Brits Columbia en Atlantisch Canada.
Europeanen, met inbegrip van Engelsen, Franse, Spaanse, Portugese en Baskische vissers begonnen met vissen op de Grand Banks van Newfoundland in de zestiende eeuw. De overvloedige, gemakkelijk te vangen kabeljauw was de meest waardevolle handelswaar, gedroogd of gezouten, het kon over grote afstanden worden vervoerd en het was meerdere maanden houdbaar.. De visserlui kwamen in het voorjaar uit Europa en bleven daar tot de vroege herfst.. Zij visten direct vanuit boten, gebruikmakend van haken en lijnen.. Sommige Europeanen. In het bijzonder de Basken, visten ook op walvissen, die al vrij spoedig schaars begonnen te worden.. Rond de late jaren van de zestiende eeuw, waren de Fransen en de Engelsen in concurrentie met elkaar. De visserij bevorderde de groei van hun imperia, want visserij, scheepsbouw, scheepvaart en economische handel, versterkte elkaar. Terwijl het economische doel voor beiden hetzelfde was, hadden de Engelsen en Fransen een verschillende manier van visserij en de organisatie van hun bedrijfstak.
De Engelse Visserij.
Allereerst dit, de Engelse visserij was geconcentreerd in semi-permanente visserij stations in beschermde havens aan de Zuid Oost kust.. De kapitein van het eerste schip, wat in een bepaalde haven aan kwam, werd de visserij admiraal en regeerde over dit kust station.. De vis werd dicht bij de kust gevangen met kleine boten, die vanuit Engeland werden meegebracht. De dagelijkse vangst werd direct aan de kade gelost, waar de vis werd schoongemaakt , gefileerd en licht gezouten.. Hierna werd de vis gedroogd op “flakes “( open tafels, wat een maximale lucht ventilatie gaf ). Deze, aan de wal gedroogde vis productie, gaf een “goede verduurzaamde “ kabeljauw, bruikbaar voor de handel naar verre markt plaatsen en het werd de basis van Engeland's territoriale aanspraak, op Newfoundland. In de 17e eeuw, begonnen de Britse vissers vaartuigen passagiers mee te brengen, die met kleine boten visten vanuit Newfoundland en konden hierna naar Engeland terug keren of er voor te kiezen , zich in het nieuwe gebied te vestigen. Sommige Britse schepen namen vis aan boord de verzorgd was door de Newfoundlandse kolonisten, die ook wel planters werden genoemd. Mettertijd, in plaats van visserlui van Engeland naar Newfoundland te brengen, brachten sommige schepen alleen maar handelswaar mee en keerden naar Engeland terug met een lading gezouten vis.. De ruimte die nodig was voor de droog tafels, gecombineerd met de natuurlijke distributie van vis, formeerde mettertijd een aaneenschakeling van nederzettingen, langs de Atlantische kust. Ondertussen hadden de Nieuw Engelandse vissers hun visserij uitgebreid in Nova Scotia en in de Fundy Baai. De Britse aanwezigheid in deze gebieden nam toe na ongeveer 1750 en breidde zich elders uit na 1763.. Ofschoon zalm en andere soorten meer aandacht kregen in de Atlantische gebieden, bleef de kabeljauw visserij overheersen. Rond de late jaren van 1700, was de walrus visserij in de Golf van St.Lawrence praktisch verdwenen, onder de aanhoudende druk van de schepen uit Nieuw Engeland.
De Franse Visserij
Franse visserlui uit wijd verspreide havens visten niet alleen langs de kust, maar ook, meer gewoonlijk dan de Engelse vissers, op de Grand Banks en andere banken.. Zij hadden de beschikking over meer zout dan de Engelsen en de meeste Franse visserlui verwerkten hun vangst aan boord van hun moederschip. Deze “groene visserij “ leverde een korter leven product, wat meer aansloot op het huishoudelijke gebruik, dan een langere reis, maar het gaf de Fransen wel de gelegenheid om de vis sneller op de markt te krijgen dan de Engelsen en hadden meer gelegenheid om naar de banken terug te keren, dan een maal per seizoen. Nadat de Engelsen de Fransen hadden verjaagd van het Avalon schiereiland, diende Placentia NL als Frans hoofdkwartier tot 1713, toen met het Verdrag van Utrecht, Frankrijk haar territoriale eisen op gaf over Newfoundland en op de vaste wal, Nova Scotia. De Franse visserij werd toen meer verspreid, met visserlui die meer gebruik maakten van Kaap Breton en andere gebieden. Kaap Breton ging verloren door de val van Nieuw Frankrijk en het Verdrag van Parijs in 1763, maar de Franse visserlui mochten nog wel gebruik maken van het westen van Newfoundland en een deel van haar noord oost kust.
Nieuwe Werkwijzen.
Parallel met de kleine boten visserij , ontwikkelde er zich een grote schoener vloot in de noordwest Atlantic, met de visserij nummers komend van Nieuw Engeland. Schoeners , voor en achter getuigde schepen zoals de Bleunose bevisten afwisselend de kust op zoek naar kabeljauw, heilbot, schelvis en makreel.. \In het midden van 1800, verbreedde de schoeners hun gezichtsveld door dorry's mee te nemen., kleine vis bootjes , om visserlui midden op zee uit te zetten. Zij jutten de viskracht op door gebruikmaking van beuglijnen. Een Franse uitvinding, de beuglijn werd verankerd op de zee bodem en had kortere zijlijnen met haken er aan vast gemaakt, wat meer haken in het water betekende. De visserlui gingen er met hun dolly er op uit en brachten vis terug voor het fileren en zouten, aan boord van de schoener. In aanvulling op de beuglijnen, beïnvloedde een nieuw visserij methode de handel hoofdzakelijk voor de vangst van haring en makreel.. Seder eeuwen hadden de visserlui seine netten gebruikt langs de kust, wat een landpunt nodig had, om de scholen vis te omcirkelen. Het nieuwe purse sein net, ontwikkeld door visserlui uit Newfoundland, werden in open zee gebruikt om een school vis aan de oppervlakte van het water te omsingelen met een net wat naar beneden hing van een lijn met drijfvermogen van kurken.. De visserlui bevestigden een lijn aan de onderkant van het net, om het net te kunnen sluiten om de vis in te sluiten, wat dan op een drijvende schaal leek.. Een grote vloot schoeners, in het bijzonder uit New England, visten op de banken in zee en in de St. Lawrence Golf. Schepen uit New England, Maritime en Quebec, voegden zich met een groeiende vloot van Newfoundlandse schoener, bij de Newfoundland en Labrador kust In Labrador waren de “Liveyers”( levers hier), permanent aanwezig.,”floaters” of “vlotters “ verplaatsten zich langs de kust en “stationers “of “blijvers “ zette visserij stations op , waar zij de vis aan de wal konden verwerken. Beginnend in 1700, ontwikkelden de baai schoeners uit Conception , gevolgd door anderen, een grote zeehonden visserij, wat belangrijk werd voor de groei van Newfoundland.
Revolutie en Oorlog
De Amerikaanse Revolutie en de Oorlogen van Napoleon deed de Britse afhankelijkheid toenemen van de Britse Noord Amerikaanse vis en hout. De onderling versterkte visserij en hout industrie en de handel, bracht macht aan de Atlantische economie..Zelfs nu, wordt deze periode beschouwd als een “gouden eeuw “, ofschoon de meesten van de vissers waarschijnlijk arm waren, De grootste meerderheid van hen werkten met kleine kust boten in plaats van met schoeners en veel van hen, zeker in de zuidelijke gebieden,wisselden de visserij af met scheepvaart.. Zuidwest Nova Scotia en nieuw Brunswick baai op Fundy leidde de Britse Noors Amerikaanse visserij. Deze regio had goede hout en handel basis, veel vis en een goede hoeveelheid soorten, een lange ijsvrije vis seizoen, in de nabijheid van Amerika en West Indische markten en dichtbij alternatieve werkgelegenheid in de Verenigde Staten.. In de periode van de Amerikaanse Revolutie, soort gelijke conflicten en de Oorlog van 18123, waren er argumenten over de visserij tussen de visserlui van Nieuw Engeland en de Britse Noord Amerikaanse visserlui.. Deze werden slechts gedeeltelijk opgelost door de Conventie van 1818, waar onder Nieuw Engelse vissers meestal Noord Amerikaanse wateren mochten binnen komen, binnen drie mijl van de kust alleen voor opperte, reparaties of voor de inkoop van water en hout. Zij konden echter wel vissen binnen de drie mijl zone bij de Madeleine Eilanden, langs de zuid west en westlijke kusten van Newfoundland en langs de kust van Labrador, ten oosten van ongeveer Natashquan. De visserlui van Nieuw Engeland konden ook hun gevangen vis ter droging hangen in de wankelbare gebieden van Labrador en de zuid west kust van Newfoundland. Tussen 1854 en 1866, een wederkerig verband met de Verenigde Staten, stond de visserlui toe van elke rechtspraak om te vissen binnen de andere territoriale wateren en bezorgden wat maatregels van vrije handel voor de algemene economie. Het verdrag hiep de Britse Noord Amerikaanse economie bedoeld als dat het einde van het verdrag samenviel met wat economische noodtoestand onder de kust visserlui.
Wordt vervolgd
|
|
|
97
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 13-12-2018, 10:17:26
|
Adje, Met de "loners " had ik al rekening gehouden, In de periode na de Kerst en Nieuwjaar zal er iedere dag een verhaal verschijnen. Ik heb zo.n 25 verhalen in voorraad, dus we kunnen voorlopig vooruit.. Gr. Cor.
|
|
|
98
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 12-12-2018, 09:23:42
|
Een Iers Denkbeeld No. 5
De invoering van de Zweedse en Deense visserij netten, gaf aan de kleine Ierse schepen een uitgebreide capaciteit om op haring en makreel te gaan vissen, tijdens het pelagische seizoen.. Al heel spoedig hadden alle Ierse havens een paar schepen om dit soort trawl netten te gebruiken.. Daarna schakelden de pioniers over over op de mid-water trawl visserij, om de scholen haring en makreel te vangen , die bij de oppervlakte zwommen. Zij gebruikten voor deze visserij de Scandinavische span visserij mid-water trawlnetten daar deze techniek minder vermogen nodig had, dan een enkele mid-water trawler. Bijna de helft van de kracht van een enkel schip was nodig om de visborden van de mid-water visserij te spreiden., maar bij het gebruik van de span visserij netten, , waren visborden niet nodig.. Gebruik makend van de mid -water trawl of de purse sein netten, kon haring en makreel in grote hoeveelheden worden gevangen. Dit maakte de grotere capaciteit trawlers bruikbaarder voor de pelagische visserij en daarom steeg ook dramatisch de grootte van de schepen en het machinevermogen. Sommigen van deze schepen zijn nu meer de 200 voet lang en kunnen 1000 ton vis vervoeren in gekoelde zeewater tanks. Zij hebben nu vermogens van meer dan 2000 pk en zijn uitgerust met moderne hydraulische en elektronische hulpmiddelen.. Hun eigenaars en schippers zijn nu miljonair en zijn vervreemd verwijderd van hun bescheiden voorouders. Dit mag dan een grote vooruitgang blijken te zijn, maar het is een vooruitgang wat kwetsbaar is en onderworpen is aan risico's Deze krachtige vloot moet een enorme hoeveelheid vis vangen , om economisch te kunnen overleven. Zo kunnen zij meedogenloos opdoemen in hun achtervolging van de vis voorraden.. Gezamenlijk, heeft deze grote schaal van een pelagische vloot, het vermogen om de vis voorraden te decimeren en er zijn groeiende twijfels over de duurzaamheid van zulke vraatzuchtige monsters. De basis voor Ierlands grote schaal van diepzee visserij vloot was in Killybegs in de provincie Donegal gevestigd, wat vergelijkbaar was met Peterhead en Esbjerg, als grootste vissers havens. De mensen uit Killibegs waren met de moderne haring en makreel visserij begonnen, tot op een merkwaardige hoogte, zodat gelijkwaardige grote pelagische trawlers in andere landen, hun enorme netten van de fabrieken kochten, uit deze afgelegen noord westelijke Ierse haven.
Maar elders in Ierland, hadden de kustvissers de visserij verspreid voortgezet op kabeljauw, wijting, koolvis, heek, schelvis. schol, zeeduivel en garnalen. Deze manier van vissen was meer geschikt voor de lokale visserij en heeft ook bewezen duurzaam te zijn over een langere periode, maar was niet zo spectaculair, als de diep-zee makreel visserij., De leidende havens voor dit soort visserij waren in de plaatsen Castletown Berehaven in de provincie Cork, gevolgd door Galway ( Rosaveal ) , Kilmore Quay, Howth, en andere havens, in het zuidelijke deel van de Ierse Republiek..
Het Europese Unie bestuur van de Ierse visserij , samen met dat van de andere Europese Unie lidstaten, begunstigen de grote coöperatieve geëigende pelagische vloot en discrimineerden de op kleinere schaal vissende kust vloot, die overeenkomstig meer hebben geleden dan hun neven in Schotland en Engeland.. In de jaren rond 1980 en 1990 was het de schippers vrouw, Joan McGinlay uit Teeling, die een krachtige stem tegen dit vernietiging beleid liet horen. Momenteel heeft Caitlin Kelly uit Helvick en de Ierse ( Zuid en West kust ) Visserlui Organisatie de oorzaak op zich genomen, om de kustvissers en hun woongemeen-schappen, te verdedigen. De ervaring van een visser uit Donegal, John O'Brian uit Inishbofen toonde wel de kwetsbaarheid aan van deze op kleine schaal visserij, waar de visserman mee moest werken binnen het Europese Gezamenlijke Visserij Beleid. Ondanks de vele bezwaren van de kant van de visserlui tegen het beleid van de Europese Unie Gezamenlijke Visserij Beleid, zijn duizenden kleine visserlui fijn gemalen in een verwaarloosbaar bestaan en zijn velen van hen gedwongen, om uit de visserij te stappen. De meesten van deze kleine schaal vissers benutten nu de mogelijkheid om te gaan vissen op de multi-functionele visserij trawlers.
John O'Brian was een typische kleine schaal visser,, in het najaar en winter werkzaam in de kreeften visserij , met de visserij op zalm in de zomer en met gemengde witvis in de rest van het jaar, met wat uitzonderingen voor de makreel en haring visserij, als de scholen zich weer vertoonden. Dit type van visserij had een laag effect, waarbij nooit een vis voorraad werd over bevist en hier van profiteerden de vissers met een stabiel inkomen, het jaar rond., wat tot nut had de visserij uitrusting en de visserij methode te veranderen, als de gebeurtenissen er om vraagden.
Maar bij deze vervloeking gaf de Europese Unie voorkeur aan de grote commerciële ondernemingen in elk deel van de bedrijfstak, met inbegrip van landbouw en visserij.. Toen zij probeerden om de visserij die richting uit te sturen, maakten de bureaucraten in Bruxelles beleid wetten, hoofdzakelijk voor de grote voor een doel gebouwde trawlers die zich richten op één soort vis, om die vervolgens dan op te vissen met al de kracht, welke de moderne visserij techniek zich kan verzinnen. Dat is natuurlijk niet duurzaam zoals navolgend gebeurtenissen hebben bewezen. Maar het Gezamenlijk Visserij Beleid ( CFP ), heeft “één maat die past bij iedere benadering “, maar welke niet past voor de kleine schepen , die gedwongen werden om te doen alsof zij grote trawlers waren. Zo kon de Europese Gemeenschap niet toelaten dat vissers zoals John O”Brian, konden vissen op vijf of zes verschillende soorten vis, gedurende de loop van het jaar. Zij over controleerden zo de makreel visserij, wat onbereikbaar was voor John O'Brian Zij besloten toen, dat hij de zalm visserij niet meer mocht uitoefenen met zijn schip.. Zij breidde toen de kreeften visserij uit tot 12 maanden, met het resultaat, zoals O”Brian wel verwachtte, dat de kreeften voorraad in elkaar zakte. De Europese Unie en het Ierse Visserij Departement stelden toen aan John voor, dat hij nu wel op krab kon gaan vissen.. Daar de markt van de krab in Frankrijk was gevestigd, had hij een nieuwe bun boot moeten kopen om de gevangen krab levend te houden en gekoeld. Maar dan zou John weer ondervonden hebben, dat de bureaucraten van de Europese Commissie, weer honderd en één nieuwe regels en voorschriften hadden toegevoegd over de kostbare uitrusting van een bun boot en de verlammende verboden, voor het bezitten van zo'n boot. Dit gehele verhaal is een van de constante tussenkomst van een onwetende , nu arrogante opgezwollen bureaucratie in Bruxelles wat het leven voor de kleine vissers, in een berg van frustrerende zaken maakt. Maar dat is, hoe de Europese Unie nu eenmaal werkt !
Voor de grote pelagische schepen en de rederij vloot, zijn er weinig problemen., want hun doel is slechts om één soort vis te vangen en zij kunnen zich full time managers en legale officieren veroorloven, om het vele papier werk af te handelen en bureaucratische procedures.. De kleine vissers krijgen te maken met een zondvloed van log boeken, vangst rapporten. etc Visserij inspecties en controle op zeedagen. Toegestane soorten vis en quota's die zijn aangepast met al de ijver van een gekke wetenschapper.. Het dwaze aspect van dit alles is, dat het Gemeenschappelijke Visserij Beleid totaal onnodig was en dat het juist niet nutteloos is maar wel schadelijk, zowel voor de vis voorraden als voor de visserman. John O”Brian vond zichzelf gevangen in een vicieuze cirkel van eeuwig achteruitgaande keuzes.. Uitvoering van het E.U beleid op natuurlijk niveau heeft multi soorten visserij , gebaseerd op seizoen gebonden condities, geruïneerd.. In hun plaats is één enkele soort visserij gekomen, met één soort uitrusting, het jaar rond, visserij, met de consequentie van soms teveel aanvoer op de markten en verminderde vangsten per ingezette eenheid . Dit heeft de verdienste van de visserij verminderd en veroorzaakt merendeels niet realiseerbare visserij als een manier van leven en een bron van inkomsten.. Een oud Iers sprookje vertelt over een Amerikaanse toerist die ergens stopt op een afgelegen weg en aan een boer, die daar aan het turf steken is, vraagt, wat de kortste weg is, naar de hoofdstad Dublin. De oude boer krabt eens op zijn hoofd en dacht vervolgens een minuut na en zei toen..... Wel, als ik naar Dublin zou gaan, zou ik beslist niet van hier uit, naar Dublin vertrekken..
De Europese Unie met zijn enorme kostbare en uitgebreide Gezamenlijke Visserij Beleid., is begonnen vanaf het verkeerde punt, om te beginnen met en heeft het hardnekkig vervolgd, om de verkeerde richting in te slaan. Dappere en energieke karakters, zoals Caitlin Kelly en John O'Brian, hebben nog een lange harde strijd voor zich om te gaan.
Einde.
|
|
|
99
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 11-12-2018, 09:55:25
|
Jan, Weer heel hartelijk bedankt. Wij zullen jou de komende weken/ maanden missen en mag ik in mijn eentje de mannen op de site van "leesvoer en kijkgenot "voorzien.. J.C. is een uitzondering. Heeft er nu nooit eens iemand anders wat te vertellen, Is hun leven nu echt zo doods, Of ben ik op mijn oude dag zo'n brompot, Maar ik ben met mijn bijna 90 jaar , wel de oudste van de site , die nog actief ( met J. H. samen) bezig zijn. Ik kan mij best de boze woorden begrijpen, die J.H. kort geleden op de site zette, over de geringe deelname van anderen.
Jan, een goede reis naar Schotland, Prettige dagen en goede Kersdtdagen. En een BEHOUDEN terug keer. Cor.
|
|
|
100
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 10-12-2018, 08:47:08
|
Een Iers Denkbeeld No.4
Gedurende de navolgende jaren, zag ik dat de Ierse vloot zich ontwikkelde tot één van de modernste en succesvolste in Europa. Enige van de schippers, die erg succesvol werden, waren als leerlingen op de Schotse schepen begonnen.. Hierbij waren ook inbegrepen de broers van de familie Mcallig's uit Killibegs en de famile O'Driscoll's uit Castetown.. De Nolan's waren de belangrijkste visserij rederij in Ierland, gedurende tientallen jaren na de oorlog. Het prijsde zich zelf,om de verste vis en de best verpakte vis op de markt van Dublin te hebben en was een vroege investeerder in het vlug invriezen van vis filets, als zij nog pas gevangen waren. Paddy Brady, de gevatte vishandelaar die het meeste van zijn leven werkte voor de maatschappij, vertelde mij ,dat hij een vis consumptie programma had, wat later werd overgenomen door de Verenigd Koninkrijk Wit Vis Autoriteit en ander visserij maatschappijen, op het vaste land.
Hij was lid van een comité, wat slechts een extreem bescheiden budget had om vis te promoten in het land. Het budget zou maar net een paar advertentie hebben kunnen bekostigen in de gevestigde plaatselijke kranten of in een korte promotie uitzending op de televisie.. Tijdens deze periode bracht Paddy's dochter maaltijden mee naar huis , die zij op school had klaar gemaakt en vroeg dan aan haar vader om deze maaltijden te proeven.. De ingrediënten waren meestal, rundvlees, lamsvlees, varkensvlees of kip.. Maken jullie op school nooit geen vis klaar ?..... vroeg Paddy aan zijn dochter. Nee vader.... was het antwoord van zijn dochter, nee,... wij maken nooit vis klaar op school.. Op de volgende bijeenkomst van het bestuur, stelde Paddy voor, het bescheiden budget op een fantasierijke manier te gebruiken.. Laten wij het vis verbruik op iedere school in Ierland gaan sponsoren, zei hij. Laat ons een prijs beschikbaar stellen zoals een boek, voor de winnaar in elke provincie en hieruit een nationale winnaar kiezen. De nationale prijs kon dan een week-end zijn in Dublin voor de winnende leerling en haar onderwijzer(es ), met in begrip van de maaltijden en verblijf in een hotel en kaartjes voor het theater.. Het gehele programma kostte erg, erg weinig en het leidde er toe, dat vis maaltijden op iedere school in het land werden klaar gemaakt en gegeten werden door de ouders en de broers en zusjes van de leerlingen. Het was zo succesvol .dat de Verenigde Koninkrijk Wit Vis Autoriteit het programma later copieërden en verwerkten in hun marketing programma's,. . Wij kenden een familie in Galway die nieuwe dingen wilden invoeren in hun vis klein handel en tussendoortjes.. Tussen de mannen en vrouwen die zich op de pier verdrongen, toen onze schepen hun vangsten aan het lossen waren op de vrachtauto's van Nolan, met bestemming Dublin, was daar ook een mevr. McDonagh, wiens mans een plaatselijke kolen handel had.. Ee waren daar wel een paar vrouwen die een kist wijting te pakken konden krijgen om die weer gaan te verkopen en zij hadden een oude kinderwagen om de vis te vervoeren naar de hoek, waar zij de vis wilden verkopen aan de plaatselijke huisvrouwen huisvrouwen. Echter was mevr. McDonagh een meer zakelijker type en had een meer zakelijke organisatie op het oog. Enkele jaren later, toen ik vis loste uit een moderne trawler, ontmoette ik haar zoon PJ,. die 50 tot 90 kisten vis kocht in een keer, voor een winkel de hij gevestigd had. Het was één van de mooiste en drukste viswinkels in de stad en trok klanten vanuit de gehele provincie Galway.. Tijdens het week-end vervoegde ik mij bij de winkel voorde betaling van de vis en werd dan het huis binnen gebracht aan de overkant van de straat, waar de tafel was ingericht met constant verse thee, toast en hard gekookte eieren. Ik werd dan uitgenodigd om toe te tasten, , tot één van de jonge vrouwen binnen kwam en haar handen waste , voor zij het kasboek opende. Een geldkistje werd vervolgens geopend met een grote sleutel en de benodigde bank biljetten werden geteld en aan mij uitbetaald, zonder enige vraag.. Zoon PJ veranderde later de viswinkel in een vis restaurant, wat hij meer winstgevender vond.
Acht en dertig jaar later, toen ik bij het oplossen van moeilijkheden hielp in visserij gemeenschappen in Cambodja, ontmoette ik een prachtige jonge dame, die daadwerkelijk gewerkt had in de McDonagh vis winkel in Galway.. Sheila Connoly was nu werkzaam bij een eco toerisme agentschap in dit deel van de wereld en wilde interessante vissers dorpjes ontdekken, waar zij de meer avontuurlijke toeristen heen kon sturen.. We deelden onze gemeenschappelijke herinneringen over Ierland en zij kreeg P.J Mc Donagh zover, dat hij mij zou bellen, als ik terug was in Schotland. Tegen die tijd had hij zijn gebouwen in een vis restaurant veranderd, wat zelfs nog succesvoller was dan zijn viswinkel.. Mijn thuishaven had ook lang betrekkingen met de visserij gemeenschappen van County Down, met inbegrip van de plaatjes Ardglass, Portevogie en Kilkeel en de kleine, maar de invloedrijke haven van Annalong. De Chambers familie verwelkomde ons vanuit Annalong. Hun vader was een coaster schipper geweest en de moeder, een van de bijzondere oude Ierse vrouwen van karakter en inzicht.... een beetje lijkend op Anna, de moeder van Alexander Irvine, vereeuwigd in het spannende boek... “My Lady of the Chimney Corner. De broers van de Chambers familie, met inbegrip van Jack, Victor, Hayden , Vincent en Harry, noemden hun eerste vissersschip “Charlotte Chambers “, naar hun moeder en het volgende schip was de “John Chambers “, in eerbied voor hun vader. De Noord Ierse Regering, die financiële steun had gegeven bij de aankoop van het schip, had de familie gevraagd, het eerste schip te vernoemen naar Lady Basil Brookes. Victor had echter vriendelijk maar beslist geantwoord.. Met al het mogelijke respect aan deze Eerzame Mevrouw, is er in Annalong nog een andere vrouw, die veel meer gedaan heeft voor ons, dan deze Eerzame Mevrouw heeft gedaan of gehoopt zou hebben ,om te kunnen doen …. HAAR naam komt op het schip Deze schepen werden gevolgd door een serie mooie seine net schepen en trawlers, van de Herd en MacKenzie werf. in Buckie. Het waren de “Green Pastures”, de” Green Hill “, de “Green Valley” en de “Green Pastures no. 2.” Deze laatste twee schepen in bedrijf voor de familie,waren stalen hek trawlers, de Green Field”” en de “Green Isle.”.
Jack en Victor waren uitstekende verhalen vertellers en konden elk gezelschap opgewekt maken. Victor sprak eens in 1968 op een vissers forum in Amerika e ik geloof dat de schippers uit New England, die nu nog rond lopen, zich dat verhaal tot op heden zich nog kunnen herinneren.. Samen met James MvLeod uit Killybegs, leidde Victor de weg in het gebruik van de Scandinavische Vinge trawl , om haring te vangen op de zee bodem en de laatste toepassing voor de midden wateren span visserij, ook nagemaakt naar de Zweedse en Deense ontwerpen.. Deze vernieuwingen herstelde de belangrijkheid van de haring en makreel in de Ierse visserij, een verandering, wat ook plaats vond in Schotland.. Een ander Ierse vriend, Bobby Mc Cullough uit Kilkeel zou een van de voornaamste offshore vissers worden.. Hij had een klein seine net schip gekocht, de “Achieve “van Boysie More uit Hopeman, toen deze een groter schip “de Alert “,liet bouwen. Zijn succes volgend met het schip “Achieve “ , schafte Bobby de “Spes Melio”aan, daarna de “Spes Nova “en de “Spes Magna “ en sloot af met een grote stalen midden water trawler, de “Voyager K “ Ik werd bij Bobby geïntroduceerd door Victor Chambers in de haven van Kilkeel en ontmoette hem later in de Walvisbaai, waar hij meerdere verre visserij mogelijkheden uitoefende met Paddy Smith, en grote vishandelaar uit de Ierse Republiek, net ten zuiden van de grens. Arnold Mc Cullough voert nu zijn vaders traditie uit..
De verandering van de Ierse vissersvloot van een bescheiden omvang van kust vissers, naar haar huidige moderne armada van krachtige pelagische – en wit vis schepen, heeft ook haar voorspoedige en negatieve aspecten,.. Ierland had altijd een grote voorraad makreel en haring, wat nauwelijks werd geëxploiteerd door de kleine drijfnet en ring net vissers van 50 jaar geleden. Een koppel van visserlui pioniers, bekeek dit potentieel aan haring en makreel en gebruik makend van het Scandinavische vistuig en de techniek, konden zij de pelagische voorraad effectief vervolgen. Deze twee pioniers waren James McLeod uit Killybregs en Victor Chambers uit Annalong. Beide pioniers begonnen met de Ving of vleugel trawl te vissen, wat haring op de zeebodem kon opvissen en die veel haring tegelijk konden opvissen, terwijl de oudere wit vis trawlnetten op dezelfde gronden visten en alleen maar wijting, schelvis en heek vingen.. Andere schippers volgden snel, waaronder Albert Swan en Tommy Watson. Tommy stierf echter jong, maar Albert ging door om de kolossale mid-water trawls te ontwerpen en te gebruiken voor haring en makreel vangst, wat een globale reputatie verdiende en verkocht werden aan super-trawlers in een aantal landen rond de Noord Atlantische Oceaan.
Wordt vervolgd.
|
|
|
101
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 07-12-2018, 08:57:46
|
Een Iers Denkbeeld. deel no. 3.
Voor de oorlog, hadden mijn vader en ooms af en toe gevist bij Portavogie en Ardglass, in Noord Ierland., maar niet vanuit de Ierse Republiek.. Het was daar, dat onze familie een gedenkwaardige ontmoeting had met een nationale persoonlijkheid, die bekend stond als, “Paddy,..... die het voor elkaar krijgt “.. Tijdens een goede visserij op wijting in de Ierse zee in de jaren rond 1930, waren enkele van onze schepen aan het vissen vanuit de haven van Ardglass in de provincie Down Mijn oom Alec werd benaderd door een man uit Donegal, die in zijn tijd, een legende zou worden... Deze man was Patrick Gallagher of “ Paddy,..., die het voor elkaar krijgt “, zoals hij genoemd werd. Paddy had als arbeider in Schotland gewerkt, voor de wisseling van de eeuw en na een korte periode van zorgeloosheid met zijn geld en leef gewoonte, zette hij zich in op serieus werk en ging sparen.,. Hij was onder de indruk van de verrichtingen van de Schotse coöperaties van die tijd en besloot om een soortgelijke organisatie op te zetten, als hij eenmaal thuis was in het landelijke Donegal, waar arme boeren en boeren arbeiders, weinig kansen hadden om hun lot te verbeteren.. Ondanks veel scepticisme,, bleef Passy volhouden en de Templecrone Co-operatieve Landbouw Societeit werd in 1906 opgericht en werd een voorbeeld voor de gehele co-operatieve beweging in Ierland. Het begon met de onaanzienlijke producten zoals eieren en groente en ging door met het verkopen van agrarische producten, door iedere soort van huishouding.. De “Cope “hield zich later ook bezig, gedurende de volgende 20 à 30 jaar, met weven, molenaars werk, credit voorziening en visserij en het was Paddy's interesse in de visserij , wat hem naar Ardglass bracht en hier mijn oom benaderde op het plaatselijke havenhoofd.
De “Cope “had een had een vissers boot gefinancierd, die de meeste tijd viste bij de west kust van Donegal, maar met beperkt succes s. Toen Passt hoorde over de goede wijting visserij bij Ardglass, zond hij de boot daar na toe ,om daar ook te gaan vissen, maar de vangsten van de boot bleven mager., Zo reisde Paddy naar de Oost kust , om dit eens te gaan onderzoeken.. Terwijl hij daar was, zag hij de Schotse boten goede vangsten lossen en vroeg aan zijn schipper, hoe het kwam, dat hij geen vis kon vangen.. Waarom heb jij de Schotse vissers niet om advies gevraagd ?, wilde Paddy weten. Maar zijn schipper was wat te bescheiden en te bedremmeld, om dit te doen. Zo besloot Patrick Gallagher toen zelf maar, om mijn oom Alec te benaderen. Hij werd hartelijk ontvangen, en na zijn verhaal en verzoek te hebben beluisterd, was Alec blij om zijn hulp te kunnen verlenen aan een collega visserman.. Hij liet zijn broer Johny de netten van de Cope boot controleren en pasten ze aan, omdat de tuigage en instelling niet in orde waren en nam vervolgens Paddy's schipper mee naar zee, om hem te tonen hoe en waar zij de netten uitzetten en hoe zij weer werden gehaald in relatie met de wind en het tij en herhaalde deze instructies op een reis aan boord van de Co-op boot. In een zeer korte tijd viste de Cope boot succesvol en was in staat om bij te dragen in de groei van Paddy's visserij waagstuk. Deze hele geschiedenis is goed weergegeven op Paddy's unieke wijze in het boek, “Mijn Verhaal , door Paddy the Cope. “ Het is een opmerkelijk boek, geschreven in Paddy's eigen breedvoerige Ierse spraak, wat geschreven werd door zijn dochter,want Paddy bleef grotendeels ongeletterd, tot aan het einde van zijn leven.
Ik heb zijn boek vaak gebruikt als een verwijzende tekst en als een inspirerend voorbeeld,.toen ik visserij gemeenschappen en het uitbreidende personeel, op de deugd en bevoorrechting van het werken in een eenheid en organiseerde hen zelf en hun visserij activiteiten, in het samenwerkingsverband.. Het heeft mij deugd gedaan om te zien hoe vissers in Afrika en Azie zich gemakkelijk identificeerde met Paddy's worsteling tegen de “Gombeen man “ ( woekeraars ) , die zij toen vergeleken met sommige kooplui of tussen- handelaren, die hen uitbuitte en intimideerde, binnen hun gemeenschappen. Het succes van de Templecrone Co-operatie volgend, werden andere fusies opgericht op dezelfde wijze als in Ierland en verschillende pure visserij cooperaties werden opgericht. Een van de best bekende en goed beheerde , was de Kilmore Kade Visserij Cooperatie, op de zuid kust tussen Dunmore en Wexford. Andere goede visserij co-operaties werd opgericht in Killybegs, Greencastle, Burtonport, Galway- Rossaveal en in Casletownbere, in de provincie Cork.. De visserij en i de landbouw cooperaties hebben een bonte geschiedenis. Zij waren niet gemakkelijk te besturen en konden vaak belemmerd worden door internationale verdeeldheid van externe concurrentie. Desondanks kunnen zij in bepaalde situaties een nuttige rol spelen en kunnen zij op kleine schaal exploitanten beschermen, die kwetsbaar kunnen zijn aan uitbuiting door gewetenloze ondernemers of meer krachtige concurrenten.
In iedere haven in de Ierse Republiek waar de Schotse schepen binnen liepen, werden zij vriendelijk ontvangen. Ik had Galway en de Arran Eilanden al genoemd, maar er waren ook de plaatsen zoals Kenmare, Casteltown, Berehaven en Dungarven langs de zuid kust. De haven voor de plaats Dungarven was de kleine haven van het plaatsje Helvick. Mijn vader en ooms werden vriendelijk in Dungarven ontvangen door de Morrissey familie en door Tom McHugh, de plaatselijke school onderwijzer, die erg veel van de zee hield.. In Helvick was de enige telefoon in het dorp ( of de dichts bijzijnde bij de haven ) , in het huis van mevr. Redmond, een gepensioneerde muziek lerares, wiens oom, John Redwood, wel bekende Ierse lid van het Parlement in Westminster was. Als een veertien jarige jongen, had ik toen een zeer gedenkwaardige vakantie, toen ik een zomer bij mevr. Redwood bij haar thuis logeerde.. Haar bungalow hing vol met verbazingwekkende antiek en gedenkwaardigheden, daar zij les had gegeven aan de Oostenrijkse koninklijke familie in het Hoffburg paleis in Wenen, voor de Eerste Wereld Oorlog.. Jammer genoeg besteedde ik weinig aandacht aan haar verhalen over het leven in het voor het, Eerste Wereld Oorlogse Wenen, Nu in de late jaren tussen 1980 en 1990 .bezocht ik verschillende keren deze stad tijdens mijn werkzaamheden voor het Verenigde Natie Agentschap en ontmoette ik in het Hoffburg Paleis een vriend, die daar werkte. Ik ontmoette ook het borstbeeld van John Redmond in het Lagerhuis, tijdens een bezoek in 1980.
De visserij vloot in Helvick bestond toen uit wat half deks makreel en haring drifters en beug vissers boten, waar Johny Bareman schipper op was en anderen. Johny's kleinzoons, door middel van zijn dochter Mary. zette de visserij traditie van de familie, door. Een alleen staande Engelse heer, die zich daar gevestigd had, onder de naam van John Dwann, had een prachtige kleine boot met de naam Vera Cruz en had het kalmste, meest schappelijke temperament van iedereen, die ik kende.. Er was daar ook een mooie moderne seine-net vissersschip, een prachtig Tyrrell schip, met de naam Vega. Haar schipper was Tom Kelly. Toen ik de Vegas bekeek, ,toen zij de haven binnen liep en haar vangst loste, had ik er geen idee van dat ik zijn dochter Caitlin zou leren kennen en haar wek, zo'n 54 jaar later.. Cailin Kelly was de eerste vrouw in Ierland , die een schippers visserij certificaat behaalde en zelf schipper was, met haar broer en later met haar echtgenoot. Zij werd een krachtdadige woordvoerster voor de visserij bedrijfstak. Zij bevocht sterk de Europese Gezamenlijke Unie Visserij politiek, wat de Ierse visserlui pijn deed, bijna evenveel zoals het haar collega's deden in Schotland en Engeland. Caitlin oefende druk uit op de Ierse Ministers van de Regering en bezocht ook hoogwaardigheid bekleders uit Brussel en Luxemburg,.om hen bewust te maken over de kracht van het gevoel tegen de visserij gemeenschappen, over de vele negatieve visserij maatregels... Zoals in Schotland, betrof het de witvis schepen en de garnalen schepen veel meer dan de grote pelagische trawlers, die ver van de kusten visten, op makreel en haring. De grote pelagische trawlers visten hoofdzakelijk vanuit Killybegs en de kleine en middel grote schepen, vanuit de andere Ierse haven. Vanaf de jaren rond 1930 tot de jaren rond 1950 was de tegenstelling tussen de Ierse en Schotse vissersschepen, dat de Ierse visserlui het moesten doen met oude, arme kwaliteit schepen. Rond 1955 vormde de Schotse schepen de ruggengraat van de vloot en de BIM ( Bouw Informatie Model )* had net hun schema vastgesteld om de visserlui te assisteren om nieuwe schepen te kopen, die over het algemeen in Arklow, Dingle, Baltimore, Meevagh, Killybegs en Crosshaven werden gebouwd.. Een van de vooruitstrevende maatschappijen die de vissers hielpen om nieuwe schepen aan te schaffen waren H.J.Nolan, voormalig uit Belfast afkomstig, maar de verhuisd was naar Dablin, na de oorlog.
* BIM= gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek informatie, over de vorming van een betrouwbare basis tijdens de levens cyclus van de eerste opvatting over afbraak. `
wordt vervolgd
|
|
|
102
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 05-12-2018, 09:14:13
|
Iers Denkbeeld deel no.2
Engelse stoomtrawlers, veelal uit Milford Haven en Fleetwood, bevisten de heek gronden tussen de beiden Wereld Oorlogen en in de periode in de vijftiger en zestiger jaren. Niet zoals de Spaanse vissers,, visten zij met een enkel schip, met een otter trawl, maar hadden hun netten lichter verzwaard en drijvend gemaakt, om de heek te vangen. Volgens de aanwijzingen op de oude Close Visserij Kaarten, moesten de trawlers door varen tot de honderd vadem lijn van de Old Head of Kinsale en moesten dan uitkijken naar olie schepen ( dus tankers ) die dwars over de Atlantische Oceaan stoomden, van Amerika naar Engeland, daar de koersen van de tankers werden berekend, om dwars over de beste heek gronden te lopen.
Haring en makreel waren al heel lang kenmerkend in de Ierse visserij productie. In de 19e en de vroege 20e eeuw werd de haring en makreel met drijf netten en seine netten gevangen, vanaf zeilschepen en half deks motor schepen. Maar al spoedig pleegden moderne schepen en hun moderne visserij uitrustingen, een zware aanslag op de pelagische vis voorraden. De meest bekende haring visserij in Ierland, was de visserij bij Dunmore Oost, in de monding van de Waterford rivier, bij de Hook vuurtoren.. Iedere jaar, in de maanden December en Januari, kwamen grote scholen haring naar dit deel van de kust, om kuit te schieten. Tijdens mijn eerste winter op zee, voegde mijn vader zich bij de Dunmore vloot en het gaf mij een gedenkwaardige ontmaskering van deze belangrijke visserij. De visgronden waren in ondiep water, dicht bij de kust en binnen de Saltee Eilanden. Ons schip was niet uitgerust voor de haring visserij, maar wij slaagden er desondanks toch in,de haring vangst uit te oefenen door gebruikmaking van de bodem seine netten, met een kuil met kleine mazen, bekend staande als “brailers “, Samen met andere schepen van de vloot, zochten wij het gebied af tot wij een school ontdekten op het echo lood. De stuurman gooide dan iets drijvends of een kleine visboei in het water en de schipper zou dan wat rond stomen en het net uitzetten in een cirkel, met het net precies zover als het drijvende merkteken. Het eerste eind van het net werd opgepikt en het gehele net gedurende 5 minuten gesleept, en daarna, indien succesvol, kwam het net boven drijven met 20 ton haring ( 100 crans of 400 manden ) Soms werd er meer dan 20 ton scheep gehaald, zodat de kuil open barstte van onder naar boven.. Dat was nog in de periode dat de netten gemaakt waren van katoen garen.. Toen eenmaal het nylon en terylene garens beschikbaar waren, konden wij weer grotere vangsten scheep zetten.. Sommige vangsten brachten wij in Dunmore Oost aan wal en sommige vangsten gingen dwars over de Ierse zee, naar Milford Haven in Wales., waar wij hoopten op een wat betere prijs van de kopers zoals de grote koper Bird's Eye.. Voor zo'n reis werd de haring in kisten opgeslagen en het schip kreeg dan wel een “kop last “ daar het erg nauw was op het voorschip en het schip niet gebouwd was om grote ladingen in het vriesruim in het voor schip te stuwen.. Het weer in deze strook water ,vanaf Fastnett vuurtoren tot het zuidelijke punt van Wales, was ruw in de winter, om op zijn minst te zeggen. Op de uitreis hadden wij een ZW lijke wind en zware zeegang tijdens de nachtelijke overtocht en met wat zenuwachtige angst. Twee trawler bemanningen in Dunmore Oost hadden weddenschappen met elkaar gemaakt, of wij de tocht wel zouden volbrengen..Verscheidene schepen waren verloren gegaan en sommigen zwaar beschadigd door de zware zeegang, tijdens de winter van 1955 en 1956.. Ik kan mij nog wel ons schip herinneren, duikend in de groene deining tot het dek geheel onder water stond en dan weer opkomend als een walvis, tot de volgende zee ons weer te pakken kreeg !. De ingang naar Milford was over het algemeen, gevaarlijk .In het donker en bij slecht weer en zonder de steun van radar of elektronische positie bepaling systeem, was het een bijzonder aangename ervaring voor een 15 jarige jongen, die het schip stuurde, rond de uitstekende “Small “rotsen , voor de ingang naar de baai en naar de Milford Sound. Maar dankbaar , gelukte het ons en deden het zo nog verschillende keren, als de vangsten en de markt de reis rechtvaardigde..
De Dunmore Oost visserij ging gedurende de winter door met een bonte vloot van schepen, gebruik makend van verschillende visserij uitrustingen, om de vis te vangen. Overdag waren er bodem seine net vissers, zoals wij en wat kleine otter net trawlers, die dichter bij de kust visten. Meer naar buiten trokken een vloot van Engelse en Duitse trawlers hun netten heen en weer langs de kust.. 's-Nachts visten een vloot van Schotse en Ierse ring net vissers succesvol bij de kust, terwijl de Hollandse en Engelse drijfnet vissers hun vleten uitzetten , buiten de nationale wateren limiet. In de haven van Dunmore, werd de haring op vrachtauto's geladen van de plaatselijke verzorgers en ook voor de handelaars uit Dublin.. Ook waren er Hollandse loggers die haring in de haven kochten en de haring aan boord zoutte en in tonnen verpakten. Op sommige van deze loggers waren veel jongens uit weeshuizen in Nederland werkzaam, een relikwie van de 2e W.O., op de bevolking..De jongens werden op een vaderlijke manier behandeld door de schipper van de logger, Vroom werd er voorafgaande aan elke maaltijd een gebed gezegd en alcohol was aan boord verboden.*
Het Hollandse systeem van vlug zouten van ongekaakte haring,soms met ijs toegevoegd, om ze koel te houden, was, wat de Schotse vissers kenden als “Klondyking “ ( vraag mij niet waarom dit zo werd genoemd.) De haring zou dan verder verwerkt worden als zij eenmaal aangeland was op het continent..
Mijn vaders familie hielden van de Ieren en verheugden zich in hun vriendschap en gastvrijheid in iedere haven, waar zij langere tijd verbleven. Levenslange vriendschappen werden er gevormd en heeft zich succesvol voortgezet onder de generaties, tot op heden.. Daar de Schotse schepen moderner waren en meer vis vingen, werd dat hen niet misgund, maar meer bewonderd door de lokale visserlui die aan boord kwamen en nieuwtjes met elkaar deelden in de hut of in de kombuis van ieder bezoekend Schot's schip.. Ik herinner mij slechts één negatief geval en dat beeld de onderlinge relatie uit.. Enkele vis manden werden vermist van het dek van de Kincora, toen het schip in een bepaalde haven gemeerd lag.. Mijn vader gaf dit door aan een lokale Gardal politie agent., maar alleen, of hij een oogje op het schip wilde houden en haar uitrusting.. Hij werd later wat boos, toen hij voor de rechtbank werd gedaagd, daar er een schuldige was gevonden en die aangeklaagd werd. De man in kwestie, was een arme keuterboer, met een groot gezin, maar de rechter gaf hem een ernstige straf predicatie en veroordeelde hem..Niet wensend om narigheid toe te voegen aan de problemen voor deze man, ging mijn vader naar de klerk van de rechtbank, nadat de zaak was gehoord en betaalde de man's boete voor hem. Het is nodeloos te zeggen dat er geen manden meer werden vermist en de dader bekeek hierna het schip en zijn bemanning met groot respect
Onze familie visten verscheidene jaren met vier schepen rond de Ierse kust, na het einde van W.O. no.2, voor de firma H.J.Nolan in Dublin, toen beheerd door Paddy Brady en Vincent Nolan... Vincent en zijn zoon en de zoon van Paddy, beheren nu de zaak. Onze familie schepen waren de Moravia, de Kitiwake, de Casamara en de Kincora. De eerste twee schepen waren in Schotland gebouwd en de andere twee werden gebouwd op de prachtige Arklow werf in Tyrrell., Alle vier de schepen waren uitgerust voor de de Schotse bodem visserij met seine netten, wat de voornaamste methode was voor de vangst van wit vis met schepen van deze grootte.. Zij visten op schone, zandige gronden van rond de 20 tot 90 vadem diepte en maakten meestal dag reizen om hun vangsten zo vers mogelijk aan wal te brengen., daar Nolan zich prijsde, dat hij de beste vis kwaliteit had in de markt van Dublin. Toen waren de vis voorraden nog in een overvloedige positie., zoals van wijting, koolvis, heek, kabeljauw,poon, rog en tong. En met schelvis overwegend bij Donegal, wijting in de Ierse Zee en haring en makreel overvloedig in de seizoenen, langs de kust en de west kust. Zoals Schotland, had Ierland veel goede kleine havens met stenen haven hoofden., waarschijnlijk een relikwie van de eeuwen, toen de Engelse vloot toegangen eisten naar Ierland voor zowel de handel als de militaire controle.. Een minder omstreden profijt voor de Engelsen was, dat de Republiek zijn lidmaatschap behield van het Koninklijke Nationale Reddingsboot Instituut en zorgden voor de vrijwillige bemanningen voor deze kleine bootjes , die waren gestationeerd in strategische havens rond de Ierse kusten.
* Waar komt dit sprookje vandaan ? Misschien uit de Middel Eeuwen ?
Wordt vervolgd
|
|
|
103
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 03-12-2018, 09:59:38
|
Een Iers Denkbeeld.
Meer dan zestig jaar geleden,zeilde mijn oom Willie in zuidelijke richting door de Ierse Zee met zijn schip de “Moravia.” Hij had bij Portovogie en Howth gevist in de dagen, dat deze wateren overvloedig met wijting waren gevuld, gevolgd op de periode van verminderde visserij activiteiten tijdens Wereld Oorlog No. 2. Het was een prachtige zomer dag en de zee had bijna geen rimpels aan de oppervlakte van het water. Dat was niet altijd het geval, daar de Ierse Zee aanleg heeft voor slecht weer en lastige zeeën, wanneer de Atlantische winden opsteken vanuit het zuiden en zuid-westen. Maar die dag was er geen zuchtje wind en de zon scheen minzaam op het water. Willie zag een schip in de verte, die bezig was zijn net te halen en hij stuurde zijn schip Moravia langszij , om naar zijn vangst te kijken. Het schip had een net vol met vis. Hij had reeds verschillende pakken met wijting scheep gezet en de vis viel over de beide zijkanten van het 50 voet lange schip.. Er zat nog steeds meer wijting in het net en iedere keer als er een pak weer succesvol werd op gehieuwd, viel er meer vis over de verschansing terug in het water.. De ogen van mijn oom vingen nu de naam op van het schip. Het schip heette “Peace and Plenty ( Vrede en Overvloed ) Wel , Ierland heeft weinig vrede gehad en in overvloed tijdens de voorgaande eeuwen, maar als er een deel van haar economie een maatstaf was geweest aan beiden, was het wel de visserij geweest.. Haring, makreel, pilchards, wijting, heek, koolvis, kabeljauw, schelvis, garnalen, zalm, poon, schol en tong werden overvloedig gevangen rond dit smaragd kleurige eiland en ofschoon het leven aan de wal hard was voor de veehouders, de turf stekers en de aardappel boeren, konden de kust bewoners altijd op de zee vertrouwen om zich van voedsel te voorzien en wat inkomsten aan loon. Echter, net als hun Celtic broeders in de Hooglanden en op de eilanden van Schotland, werkten de Ierse vissers al eeuwen met kleine open boten en oefenden een eenvoudige lijn en net visserij uit.. De technologie en kapitaal, wat de Engelse verre visserij op kabeljauw aan een smack vloot bouwde en de Hollandse haring drifters of de Amerikaanse walvis industrie van 16e tot de 19e eeuw, bleek Ierland in zijn geheel dit , te omzeilen.. Tijdens de 18e eeuw importeerde Ierland meer vis, dan er gevangen werd. En tijdens de 19e eeuw en in de eerste helft van de 20e eeuw, waren de pogingen om deze bedrijfstak te doen opleven maar zeer matig en grotendeels ondoelmatig. Het land had veel te lijden van de emigratie tijdens de moeilijke perioden in haar geschiedenis.. Dit was uiteindelijk in het voordeel van de landen , waar zij heen gingen, hoofdzakelijk naar de USA. Sommige emigrant vissers vestigde zich in Newfoundland, waar een overvloed van families woonden met Ierse namen en de Bonavesta Baai accent is al even dicht bij het Iers zoals je het in het buitenland zal vinden.. De boten die in gebruik waren tijdens de periode 1930 en 1940 waren meest half deks haring en makreel drifters, met een paar kleine trawlers, wat zalm vissers met staande want netten en kreeften vissers. De met de hand geroeide open curragh boten, weerstonden moedig de Atlantische Oceaan bij de west kust in de zomer periode, om de grote reuzen haaien te vangen voor hun olie.. De Deense en Schotse seine netten waren al in gebruik in de Ierse zee en werden langzamerhand ook in gebruik genomen aan de zuid en west kust.. Een gevolg van het ontbreken van Regering's hulp was, dat veel Ierse visserlui tweede hand schepen kochten van Schotland gedurende vele jaren na de oorlog. Uiteindelijk werden een aantal subsidie en lening schema's georganiseerd door de An Bord Aiscaigh Mhara, de Ierse Zee Visserij Organisatie, die voor het eerst gevormd werden in 1952 en een wat modernere vloot werd opgebouwd, hoofdzakelijk in de belangrijke havens van Killybegs, Galway, Castetown Berehaven, Dunmore East en Howth. Mijn eerste bezoek aan Ierland was als een schooljongen in 1951 en ik was daar weer in 1953 en 1954 , tijdens de zomer vakantie van de school, toen mij een prachtige kans werd gegeven om te gaan varen als scheepsjongen op het familie schip.. Ik herinner mij nog, dat wij in de Galway Baai visten, toen zeil hookers turf rond brachten op de Arran Eilanden en Connemara en de curraghs”” nog werden geroeid de Atlantische Oceaan op , om op de reuzen haai te gaan vissen. De “curragh”was een lichte boot waarvan de romp met zeildoek was bekleed, met een hoge steven en een vlak achterschip en een prachtige zeewaardige lijn, om de Atlantische deining te kunnen weerstaan. Een eerste klas boten bouwer, waar ik later mee kwam te werken bij het meer Kariba, in de Zambesi vallei, Dick Heath, koos de tekening van de “curragh” als een basis voor de beplankte kano's, die hij ontwierp voor de visserij in Zambesie. Het bewees dat het een uitstekende boot was voor de soms korte scherpe golfslag op het grote meer en is tot op heden nog steeds in gebruik, dit land ..
Maar we keren terug naar het westen van Ierland. Wij brachten een unieke avond door in Kilronan op het hoofd eiland Arran van Inishmore, wat het uiteinde van de Galway Baai scheidt van de machtige Atlantische Oceaan. In het huis van mevr. Joyce, een vooraanstaande vrouw op het eiland, zaten wij rond een turf vuur op een stenen vloer, onder het licht van een olie lamp en werden van thee en thuis gebakken lekkernijen voorzien.. Als een speciale daad, werd mij een glas melk gegeven. Het smaakte vreemd voor mij, tot ik mij realiseerde , dat het ... zouden we niet meer noemen melk was..
Connemara was een ander fascinerend gebied waar de huizen en de kleding , in eeuwen weinig waren veranderd. Wanneer ik nu naar Ierland ga, verbaast het mij alsof het lijkt, dat geen enkele oude, met riet bedekten landhuisjes, zijn overgebleven.... Nu, de ene grote bungalow na de ander.. Galway, in de vroege jaren rond 1950, had nog steeds veel van haar Spaanse karakter en was een typisch oud Ierse stad met meer moderne delen in de buiten wijken, zoals Salthill, wat zich ontwikkeld had de een badplaats voor de toeristen.. Zoals delen van de stad Dublin, waar nu een groot aantal gok winkeltjes zijn , die vol staan met “Een Armige Bandieten “, de gok automaten..
Ierland behield, tijdens de na oorlogse periode, veel van haar oude karakter, in het bijzonder in de platteland gebieden en aan de zuid en west kust. Er zijn een aantal onbewoonde eilanden bij de ZW kust, met hoge pieken en ongastvrije rotsen, die duizenden jaren aan een, door de Atlantische zeeën gegeseld werden. Toch bouwden Ierse monniken kloosters op deze verlaten buiten posten, waar zij een sober bestaan leidde en er naar streefden, te blijven leren en te geloven en te overleven in de donkere Middel Eeuwen.. Nu, als ongenaakbaar,zoals deze rots vestigen blijken te zijn, werden van tijd tot tijd door de Vikingen bezocht, die verwoestingen, plunderingen en bloedvergietring aanrichtte en met hun onbarmhartigheid veel onbetaalbare werkstukken vernietigden, van kunst en literatuur..
Wij visten vaak rond deze eilanden, de Skelligs bijvoorbeeld. Mijn vader noemde een gebied bij de ZW kust ,de “Boerderij “,daar er drie rotsen stonden die de stier, de koe en het kalf werden genoemd. De ZW gronden waren goed bekend bij de Spaanse vissers die er reeds langer visten als de laatste eeuw,.meestal gebruik makend van “pareja “ visserij ( span trawl visserij ) op heek, wat even populair is in Spanje als kabeljauw. Tot in de zestiger jaren, waren hun trawlnetten vervaardigd van hennep garen en waren de netten uitgerust met grote glazen drijfvermogens. Sommige van de spanvissers visten samen met een groep van zeven schepen. Zij wilden afwisselend als paar spanvissen, terwijl twee of drie schepen van het aantal hun netten ophaalden en de vis in boord hielden. Als er eenmaal voor een schip voldoende vis was gevangen, werd het overgebracht naar een enkel vaartuig, die dan de vis mee terug nam naar Spanje, terwijl de vis nog goed vers was. De Spaanse vissers waren bekende bezoekers van de havens zoals Castletown Berehaven en Galway ,wanneer het slecht weer was. Momenteel vist de Spaanse vloot bij Ierland nu op garnalen , meer dan op heek, welke nu schaars is.. Maar sommige schepen hebben staande want netten gebruikt voor vis op de bodem, zoals kabeljauw, koolvis, rog, schol, platvis en tong. Vaak, bij slecht weer, breken de netten af van hun boeilijnen. Dan blijven de restanten van de netten voor tientallen jaren als `spooknetten ` drijven boven de zee bedding, en blijven vis vangen en vis doden en veroorzaken veel milieu schade. Ierse vissers uit de plaatsen Cork en Kerry hebben lang geprotesteerd tegen het gebruik van bodem staande want netten in hun wateren.
Wordt vervolgd
|
|
|
104
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 30-11-2018, 09:25:08
|
een fout door mij gemaakt No.917 moet voor 916 worden gelezen.
Als Visserlui protesteren. no. 3
Een één-mans protest.
Mijn neef John maakte een paar jaar later zijn eigen protest tegen de CFP regels. Wat begon als een vriendelijke vraag aan schippers om de Regering te helpen op een vrijwillige basis, met informatie over de wekelijkse visreis activiteiten, werd al heel snel ontwikkeld tot een bureaucratische nachtmerrie.. Toenemende aantallen formulieren en vragen over gegevens, werden toegevoegd aan het scheep journaal, om door de schippers geïnformeerd te worden waar en wanneer zij de bepaalde soorten vis hadden gevangen, in hun totale vangst.. Het is een wel bekend verschijnsel, dat wanneer de macht is toegekend om zaken op te vragen, er geen limiet is tot de zaken, die een ijverige bureaucraat wil toevoegen in de lijst van vragen.. Ik heb dezelfde bedoelingen waargenomen bij sociologen.. Na een gegeven toezegging om de visserij gemeenschappen te bestuderen, konden de zoekers met de meest opdringerige vragen van persoonlijke geaardheid komen. Ik denk aan sommigen van hen, die wilden weten hoe vaak de visserman met hun vrouw slaapt, of hoeveel metalen lepels en vorken zij hadden en zelfs, wat de naam van hun schoonmoeder was. . Toen ik een bestudeerde doctor in de sociologie uitdaagde over de bruikbaarheid van deze vraag, was zijn antwoord........
Wel, …...hij zegt, dat hij getrouwd is, …...maar is dat de waarheid ? Als ik hem om de naam van zijn schoonmoeder vraag, dan weet ik zeker dat hij getrouwd is !
Wel,..... mijn neef John trok de lijn , over de gedetailleerde vragen over de locaties van alle vissers op de visgronden. Dat is voor alle vissers een gerenommeerde beroeps vraag.. Hij brengt er een mensen leven op door , in allerlei weer omstandigheden, met het uitvinden van waar de vis scholen op verschillende tijden en in verschillende seizoenen zich bevinden en waar hij zijn netten kan uitzetten zonder dat ze kapot worden gescheurd of dat hij ze verlies op de rotsen of op een wrak, op de zeebodem. Hij wilt deze informatie delen met zijn geselecteerde vrienden of collega's, maar niet met de wereld in het algemeen. En wat heeft de Regering er aan , om jouw zakelijke aangelegenheden, in zo'n omvang , te weten ? Zouden zij ook dezelfde soort vragen stellen over interne zaken, aan olie ontwikkeling maatschappijen of aan investeerders in de aandelen handel of aan importeurs van zeldzame handelswaar ?. Ik denk van niet..
John ging er ook van uit dat het log boek en de werkzaamheden beschrijvingen, de dunne rand van de wig waren, was uiteindelijk zou gaan leiden tot verdere straffende wetgeving, wat veel schepen buiten gebruik zou stellen.. . In dat idee was zijn achterdocht, wat later bewezen werd, had hij wel echt gelijk.. En zo diende hij zijn log boek en vellen met gegevens in aan de visserij officier in Lochinver, maar zonder de gegevens waar van hij dacht, dat het privé gegevens waren.
Nu deze overtreding, als het al een overtreding was, moest gezien worden als één volgens de statuten, maar de Regering beschouwde het als een misdaad. Iedere tak van de nijverheid moest meewerken, wat een toenemende aantal regels en papier werk was , waar van veel bezwaarlijker was dan dat het zou helpen en vaak waarschijnlijk niet bruikbaar was voor de Regering.. Maar probeer dat eens te vertellen aan een rijks ambtenaar en speciaal een, die voor de Europese Unie werkt,. of een van de overleefde nationale regeringen, die er werkten.. Het EU gemeenschappelijke visserij beleid is een grote heilige koe , die beschermd moet worden en moet worden verdedigd tegen alle kosten. Er mag geen verandering zijn of vermindering van haar voorschriften. Iedere poging om te vertragen wordt gezien als een verraad. En zo werd neef John ontboden en moest verschijnen in het Dornoch politie bureau, die de zaken behandelde voor het district Sutherland.. Maar verbazingwekkend, politie officier Ewan Steward van het bureau Dornoch, was niet onder de indruk van deze zaak van de Kroon, tegen de onaangename schipper. De zaak werd afgedaan als technisch . Geen zaak om te worden beantwoord., was de eerlijke conclusie van de politie officier. Dat plaatste de kat tegenover de duiven van het Visserij Departement in Edinburgh, Westminster en in Brussel.. Deze politie officier werd later gedegradeerd door de rechtbank, blijkbaar voor zijn weigering, om te buigen voor politieke druk. Hij was de enige persoon in Schotland, in die periode, die te lijden had van zo'n lot bestemming..
De houding van visserij autoriteiten van de regering leek te zijn....Hoe waagt deze schipper het om hier mee vrij gesproken te worden en zijn neus ophaalt voor de machtige CFP ? En vervolgens , op kosten van grote uitgaven van de belasting betalers,, huurde de Regering de Lord advocaat voor Schotland, baron Rodger van Earlsferry, de eerdere Raadsman Generaal van Schotland, in, om deze zaak te herzien en de beslissing van de Politie Officier in Dornoch.. Deze zaak werd behandeld in de High Court in Edinburgh op de 26e Mei 1992 en het is nodeloos te zeggen, dat de beslissing werd veranderd door de Lord Advokaat, die John schuldig bevond van crimineel gedrag tegen de CFP van de Europese Unie en zond hem terug naar de rechtbank van Dornoch voor verdere veroordeling.
John was echter resoluut. Er was geen kans dat hij schuldig werd verklaard of dat hij een boete moest betalen. Hij was er op voorbereid om een gevangenis straf uit te zitten, om er een punt van te maken dat de CFP, de Schotse visserij wilde vernietigen en hierbij veel hard werkende mensen werkloos te maken. Ondanks smeekbeden van zijn vrouw, had hij zijn koffer al gepakt met het benodigde, voor een lange gevangenis straf.. In Donoch stond hij oog en oog met een andere Politie Officier en daar was geen verwachting dat hij even sympathiek zou zijn, als zijn voorganger. Maar politie officier James Fraser verklaarde, dat hij begreep dat de zaken die John deed, hem motiveerde om te doen.. Echter zei hij, dat de Dornoch besluiten veranderd waren door de Hoge Raad ( en hij daarvoor niet een oplossing had ,dan de straf te laten vervallen. Zij wachtten met ingehouden adem op de uitspraak.
Mijn straf is , dat ik U vermaan. ,.... was de uitspraak van de Politie Officier En hierbij liet hij de veroordeelde gaan. Ofschoon vanuit het gezichtspunt van John, met een crimineel rapport over zijn naam.
Als een aantekening over het bovenstaande....
Op 19 September 1999 publiceerde het Herald nieuwsblad een rapport over de vriendjes politiek en het “ouwe jongens “ netwerk in de hoogste legale kringen van Schotland Het nieuwsblad verklaarde dat leden van alle politieke partijen hun ontsteltenis hadden uitgesproken over deze legale “mafia “, die afspraken bepaalden en het verwante”rug krabben “ gewoon door lieten gaan... Professor Black van de Edinburgh Universiteit zei, dat afspraken, ofschoon legaal, volkomen kwaad denkend waren en met verwondering werd gekeken welke “gunstelingen “ bijeen werden geroepen. Twee senior rechters, die genoemd werden als puike voorbeelden van de vriendjes politiek en “baantjes voor de jongens praktijken “, waren Lord Earlsferry ( die mijn schipper / neef schuldig bevond aan het negeren van de E.C. voorschriften ) en Lord Donald Mackay. die elkaar behulpzaam waren bij elkaars promoties en benoemingen .
Einde
|
|
|
105
|
Vraag en antwoord / Vraag en antwoord / Re: Herinneringen deel 3
|
Gepost op: 30-11-2018, 09:17:47
|
Als Vissers protesten in andere landen.
Wij koppelen niet de Arabische wereld of het Midden Oosten aan vis, maar landen zoals Oman en Yemen hebben grote vissersvloten en vis is een belangrijke zaak in het proteïne gebruik van de gewone mensen in dit gedeelte van de wereld.. Twaalf jaar, voor Yemen zich herenigden in 1990, was ik in Noord Yemen, om te helpen met de visserij ondersteuning, welke geconcentreerd was rond de haven plaats Hodeidah, aan de zuidelijke Rode Zee. De vissersvloot bestond hoofdzakelijk uit gemotoriseerde houris en dhows, die visten op makreel, sardines en bodem vissen. Voorafgaande aan mijn bezoek, probeerde een grote vloot van garnalen trawlers uit Koeweit, te vissen in de Yemense wateren, onder een internationaal, zakelijke overeenkomst, maar zij ontmoette sterke tegenstand van de visserlui uit Hodeidah, die een grote afvaardiging stuurde naar Saana, om te protesteren bij President Ali Abdulla Saleh, die vlug antwoordde , door snel de vis vergunningen voor de Koeweitse vloot in te trekken.
De Indonesische President Soeharto was genoodzaakt soort gelijke acties te ondernemen, kort hier na, om zijn vissers te beschermen in de Java Zee, nadat zij zich hadden beklaagd bij de Gouverneur van Oost Java, over garnalen trawlers, vissende op hun visgronden.. In het Indonesische geval, waren de trawlers eigendom van een lokale zakenman van etnisch Chinese oorsprong.. De beiden voorvallen tonen een verschil aan in standpunt bepaling aan de visserij sector in armere of minder ontwikkelde landen.. Ondanks heerszuchtige corruptie en beperkte democratie, blijft sociale stabiliteit en hierdoor sociale rechtspraak, belangrijk voor de machthebbers.
In Cambodja protesteren de visserlui op een wat gemakkelijker manier, Misschien, na de wreedheid van het Rode Khmer Regiem, hadden zij geen behoefte aan een gewapende confrontatie., ofschoon sommigen etnische Vietnamese vissers, de visserij officieren beschoten en het provinciale visserij kantoor plat brandde. Maar de meeste van de Khmer visserlui nam de vorm aan om te protesteren, door te stemmen op oppositie partijen bij de nationale en plaatselijke verkiezingen.. Sedert de populatie van de vissers gemeenschap was uitgegroeid tot in de miljoenen, gaf dit de Regering wel wat zorgen.. Zo, met een interessante voorbeeld van onbaatzuchtige actie door de Regering, die niet bekend stond voor haar sociale zorgen, kondigde de Minister President Hun Sen een belangrijke visserij hervorming aan in het jaar 2000. Deze hervorming nam 56 % van de visserij rechten van de commerciële maatschappijen af en gaf dit aan de lokale visserij gemeenschappen. Het werd begroet als een belangrijke stap voorwaarts in het visserij beheer door de Verenigde Naties en de ontwikkeling banken , die haar tenuitvoerlegging ondersteunden. Ondanks gerelateerde problemen, zoals armoede op het platteland, land roof en wat illegale visserij, heeft de reformatie goed gewerkt en heeft honderden van de visserij afhankelijke leef groepen versterkt en in staat gesteld, hun basis van levens onderhoud te verbeteren en heeft hun natuurlijke inkomsten ondersteund..
Wat er gebeurd is met onze visserij en vissers gemeenschappen in Engeland en Ierland en over grote delen van Europa en Noord Amerika, is weerspiegeld tot een grotere graad in de armere landen van Azie, Afrika en Zuid en Centraal Amerika.. In de meeste van deze landen, zijn de aantallen visserlui veel groter en de noodzaak om visserij te behouden en in de vis farm sector, meer noodzakelijk voor de nationale sociale en economische stabiliteit. Onze noordelijke regeringen mogen de visserij sector als onbelangrijk te beschouwen of zelf onontbeerlijk, maar voor landen in Azie en de Verre Oosten, is het een belangrijke leverancier van proteïne voedsel en een belangrijke werkgever van mensen van het platteland, zowel mannen als vrouwen. Een moderne geïndustrialiseerde staat kan werklozen steun voorzien aan over complete vissers en hen een bescheiden vooruitzicht aan ander werk schenken. Het kan kust gemeenschappen stimuleren om alternatieve bronnen van inkomsten te ontwikkelen, uit het toerisme of andere dienst verleningen. Maar een arm land met een groot aantal inwoners beschikken eenvoudig niet over deze mogelijkheden. Daar bestaat geen werklozen ondersteuning en wat gezondheid zorg. Zonder werk of inkomen, sterven gezinnen of vallen terug op hun schrale redding middelen om te overleven.. Om deze redenen, waarderen de regeringen van landen zoals India, Sri Lanka, Thailand, Cambodja, Vietnam, Indonesie, de Filipijnen en China, hun grote ambachtelijke visserij, met de productie van weinig kostende proteïne voedsel en bezorgt voor miljoenen boeren zonder land, aan werkgelegenheid. De erg verschillende toegang tot de visserij en landbouw ontwikkeling in minder welgestelde staten, weerspiegeld zich in het werk en doelen van de Verenigd Nationaal Agentschap. Met name de FAO , de Voedsel en Landbouw Organisatie, die in 1945 werd geformeerd, om de wereldwijde voedsel productie aan te pakken. In tegenstelling tot de Wereld Bank en het Hulp Fonds van de Verenigde Staten, die alleen maar aandacht schenken aan de opbrengst en de westerse stijl van kapitalistische ontwikkelingen,hebben logisch de FAO ( en de IFAD, en UNDP ) , sociale baten bekeken en de milieu duurzaamheid, als gelijkwaardig in belangrijkheid , aan de economie en de financiële levensvatbaarheid.
Einde
|
|
|
|
|