Vraag en antwoord & Wie wat waar

Vraag en antwoord => Vraag en antwoord => Topic gestart door: Leen op 06-07-2017, 15:52:48



Titel: Jan T
Bericht door: Leen op 06-07-2017, 15:52:48
Goedemiddag mensen ik ga van af nu op het onderwerp Jan T op dit nieuwe topic verder. En zo gauw ik met het volgend verhaal klaar ben zal ik het hier op het nieuwe Topic van Jan T plaatsen, en daarna volgen alle andere verhalen van Jan T. En bedenk ook dat het meeste in de verhalen van
Jan T door mij verzonnen zijn, dus soms is het waar! en daarna is het door mij volledig verzonnen. En ik heb ook een aantal boeken daar van in eigen beheer uit gegeven. Die ik allemaal aan mijn kenniskring heb uitgedeeld, Want ik kwam er al snel achter dat een uitgever met het meeste geld ging strijken. En nu moest ik alleen de drukker hier ter plaatse voor het drukken betalen. En er zijn ook nog wat verhalen in een boekje van het gemeente museum in Groningen geplaatst. En verhalen uit dat boekje hebben ook nog in het Dagblad van het Noorden gestaan.
Vr Gr Leen B 


Titel: Re: Jan T
Bericht door: snirs op 06-07-2017, 18:16:18
Ik ben benieuwd. :D


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Hans op 07-07-2017, 01:02:56
We kijken er naar uit :{ :{


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 07-07-2017, 16:29:53
Goedemiddag mensen hier het eerste verhaal van mijn vriend Jan T in mijn eigenste Topic, Johan en Rinus bedankt daar voor! De echte JanT was namelijk onze stuurman op de Fendo waar mee ik drie jaar in de zestiger jaren op de Seinevaart heb gevaren. Zo als Parijs, Londen,en soms naar Kopenhagen met leeg fust, en daarna met wat voor lading dan ook naar Parijs of Londen terug. Dus stuurman Jan T heeft helemaal niets te maken met de avonturen van de Jan T in de verhalen. Maar Jan vond het wel leuk dat ik zijn naam als dusdanig in mijn zelf verzonnen kolderieke verhalen, lange en korte gebruikte. Leen B   

Hallo amigo's zo als gewoonlijk zit Jan weer eens in de El lobo  aan het bier .
En zo net stapte Conaro Bentez die niet zo heel snugger is ook nog de El lobo binnen.
Wat me nou overkomen is niet te filmen Jan begon hij te vertellen.
Zo als je al weet had ik na heel lang zoeken van onze ambtenaar van het werkelozen bureau een leuke baan als suppoost in het museum d' Art van Alicante gekregen.

Nou het was heel leuk werk hoor met al die aardige mensen die daar kwamen. Wel vermoeiend maar ook heel mooi met al die schilderijen die daar aan de muur hingen. Ik genoot er met volle teugen van, tot dat ik na mijn werktijd bij de directeur moest komen. Hoe is het gegaan Senor  Bentez? vroeg hij aan me. U kan erg tevreden over mij zijn meneer zei ik tegen hem. Ik heb namelijk een Triunfo de san hermenegildo herrera el joven [ je slikt haast je tong in na het uitspreken van de naam van dat schilderij Jan]  voor een schappelijk prijsje aan een van de vele bezoekers voor u verkocht. Maar toen ik dat zei ging die vent finaal tegen de grond Jan, en later werd er tegen mij gezegd dat ik niet meer terug hoefde te komen. Begrijp jij dat nou Jan? vroeg Canaro beduusd aan mij , en ik heb nog zo mijn best voor die vent gedaan.
Ja mensen wat moet je dan nog als normaal mens tegen zo,n oen als Canaro zeggen hé.
En niet vergeten in ieder glas past wel een lekker miqueltje pilsje amigos!
En vergeet ook niet dat de morgenstond na de drank een kater in de mond heeft .
Vr Groetjes Jan Tol

http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1 


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 13-07-2017, 17:25:56
Hallo Amigos we hebben hier in Calpe na al die regen gelukkig weer een lekker zonnetje schijnen, want Jan heeft de pest aan de kou . Het was me weer een bewogen weekje deze week. Na dat ik me woensdag morgen gewassen, en daarna gegeten had ben ik in
mijn Gogmobiel naar de haven toe gereden. Want Porté Gonsales de schipper van de Pastor Ferrar zou die dag binnen komen. En hij had ook wat  bijzonders gevangen zei hij over de zender.
Hallo amigo's hier boven zien jullie een  zend ontvangst installatie, type SMR109, die tevens ook als radiopeiler dienst deed.
Dus Julie begrijpen dat Jan daar bij wilde zijn. Toen ik de havenkade opreed  was er nog geen Pastor Ferrar te bekennen. Dus ging Jan maar een grote koude Miguel bij Guan Torros aan de havenkade  drinken. Het was tenslotte al negen uur, en Jan had een strot als schuurpapier. Zo Jan Zei Guan een lekkere koude Miguel voor me tappend. Ik hoorde je al van af je huis met die hoestmobiel van je aankomen hombre.” Dank je Guan amigo zei ik toen hij het koude glas bier op de bar voor me plaatste, waar na ik een grote slok van dat heerlijke vocht uit het vochtige glas tot me nam.
Toen ik mijn glas leeg had, en net van de tweede die ik besteld had een slok had genomen. Zag Jan de boeg van de Pastor Ferrar in zijn gezichtsveld verschijnen. Snel dronk ik mijn glas leeg, en ging na Guan betaalt te hebben op weg naar de pastor. Toen ik daar aan kwam lag hij al afgemeerd, en stond Porté de schipper van uit het stuurhuis al naar me te zwaaien. En over het dek lag een groot blauw zeil waar zo te zien wat onder lag. Ik stapte aan boord en wenste Porté welkom. En ik vroeg nou Porté Jan is wel heel erg nieuwsgierig naar dat bijzondere geval wat je gevangen heb amigo.                                                                                                                                           
Kom maar mee Jan zei Porte, en hij liep het dek op waar Luis Cruz, met Cocido Madrileno bezig waren het blauwe zeil weg te halen. En wat ik toe zag amigo's Jan keek zijn oude ogen uit want onder dat zeil lag me daar een knoert van een pijlinktvis. Volgens Porté was dat beest acht meter lang en de tentakels aan de kop van dat beest waren zeker een meter lang.
En op de kade stond de kraan die dat monster er af zou halen, want de rest van de vis was al losse gelost. Toen er een strop om het monster was gelegd werd het andere eind in de haak  [waar een weeg klok was ingebouwd] gelegd. En langzaam trok de kraan het kolossale monster vrij van het dek van de Pastor. Gespannen keken we naar de rode verlichte nummers op de weeg klok, en op 125.3 kilo schoon aan de haak bleef de klok staan amigo's. Wat een gewicht had dat beest me daar, en daar de prijs op dat moment 13,00 Peseta's de kilo was had Porté alleen voor die inktvis al een goede prijs gekregen. We hebben met dat beest ook  wel gelachen Jan zei Cocido naar Luis kijkend. O ja Cocido zei ik wat is er dan gebeurt waar je zo  om lachen moest amigo? Nou Jan begon Cocido  te vertellen, toen de kuil van het net boven het dek hing zagen we dat gevaarte wel zitten. Maar we wisten nog niet dat het zo'n grote Pijlinktvis was want zo groot hadden wij hem ook nog nooit gezien.
Ik trok de strop van de kuil dus los, en heel langzaam gleed dat gevaarte het dek op. En Luis stond aan de voorkant van dat beest nieuwsgierig naar de uitpuilend ogen, en de tentakels van dat beest te kijken. En toen gebeurde het Jan met een oorverdovend gorgelend geluid, schoot er een brede zwarte straal smurrie op Luis af. En dat raakte Luis vol op zijn lijf  het spul droop langzaam van hem af en hij was daarna onherkenbaar door al die zwarte smurrie, die hij over zich heen had gekregen. Zo als Luis daar stond leek hij veel op de inktsmurf Maar ja het is niet voor niks een inktvis Jan.  Dat doet zo,n beest nou eenmaal als hij zich in het nauw gedreven voelt. In ieder geval is Luis een flinke poos bezig geweest om zich weer toonbaar te maken. Hop hop Cocido riep Porté toen, we moeten nog dek wassen hombre,s. En Jan als we klaar zijn zie ik je wel in de El lobo, ja toch?
En zeg maar tegen Esmaralda dat ze een extra vat Miqeul voor ons klaar zet. En na die woorden
vertrok ik met mijn Gogmobiel weer naar de El lobo amigo's. Want na al die commoties had Jan toch wel echt weer dorst gekregen.

Jan Tol

En in de El lobo verdrinken er meer in een glas Miquel dan in de Middellandse zee. amigo's


 Klik hier onder voor de foto's van Jan T
 
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 21-07-2017, 15:54:33
 ”In memoriam Appie”

Zo vrienden hier een verhaal over een triest ongeluk van Appie'
die bij mij op de  Oranje vaarde Appie was een ras echte Scheveninger, en matroos. Die  tijdens zwaar weer door een dwars over bakboord lopende golf, in het St George's kanaal overboord is gegaan. En toen  Augie, Gerrit, blauwe Henk, allen matroos zijnde, met stuurman Jan Don, Appie met onze  motorsloep uit het water hadden gevist was Appie helaas al verdronken. En de hele bemanning was kapot van Appie zijn dood. En toen we Appie daar zo op de kombuis tafel met zijn bleke gezicht  met van die diepe bleke rossige sneden, en ook de vele blauwe plekken die hij tijdens zijn val de plomp in opgelopen had zagen liggen konden we wel janken.
En we zijn toen  ook met toestemming van ons hoofdkantoor gelijk met Appie naar Scheveningen toe gevaren waar Appie woonde, om hem te begraven. 

Toen we op de dag van Appie,s crematie in de aula zaten te wachten, lag Appie in zijn kist voor in de Aula.  Die bedekt was met allemaal rode rozen, van Familie en bekenden. Want Appie was gek op rode rozen als hij naar zee ging kreeg Gieltje zijn vrouwtje steevast  voor ieder nummertje wat hij met haar had gemaakt had één Roos. Aan de zijkant van de kist waren heel toepasselijk acht kratjes Heineken bier door de maten neergezet. Dat was voor als Appie in het hier namaals dorst zou krijgen, en om dat de maten dachten dat er in het hier namaals geen Heineken bier te krijgen was, waren dan ook kisten Heineken 

Toen de muziek van het orgel een  psalm spelend, want Appie kwam uit een goede christelijke familie stopte. Klom er een man wat later Appie,s zwager bleek te zijn, het kleine preekstoeltje op. En na enig keelgeschraap begon hij Appie de hemel in te prijzen. En onze lieve Heer kon Appie de Hemel in, na deze aanbeveling als het ware niet meer weigeren. Na dat de man zijn zegje gedaan had pakte hij omslachtig zoekend een briefje uit zijn zak. Wat Appie ooit voor zijn dood volgens de zwager dan aan hem geschreven zou hebben. Hij lag het briefje voor zich op het daar aanwezige kathetertje, van het preekstoeltje. En begon het met zijn lange bleke benige hand vlak te strijken. Schraapte daarna een paar maal luidruchtig zijn keel, waarbij zijn grote adamsappel op en neer schoot. En begon het briefje met een monotone stem voor te lezen. Maar hoe verder hij kwam met het voorlezen van Appie,s brief. Begonnen wij te begrijpen dat Appie met die brief zijn hemelvaart  voor goed bij zijn familie verpest had.

Lieve vrouw kinderen en verdere familie, begon Appie,s Zwager.
En je kan het geloven of niet , ik zag Appie op zijn kist zittend naar ons grijnzen.
En vrolijk naar mij en de maten zwaaien.
Ik groet jullie allemaal ging de monotone stem van Appie zwager verder.
En ik  hoop een paar van jullie spoedig weer te zien, het allerliefst morgen nog. En de gene die ik graag spoedig weer wil zien, weten wel wie ik bedoeld.
Gieltje mijn vrouw waar ik veel van hield mag nog lang blijven leven om voor onze kinderen. Kleine Teun, Sientje en Anna te zorgen En nu kan ze ook met haar slippertjes doorgaan met, Daan P, mijn beste vriend nog wel.
En ik hoop dat mijn beste varens vrienden, onze Ouwe, de  Meester 1 en 2 de stuurman, Jopie de drinker, Augie Oei, oei wat lekker, Henk de blauwe, en Gerrit zwaar geschapen hier nu ook aanwezig zullen zijn. Mocht dat zo zijn dan vraag ik ze ons 'lijflied aan boord [ En wat doet een zeeman met Geld ] voor me te willen zingen.

En wat moet een zeeman geld.
Hij brengt het toch maar naar de hoeren.
Hij belegt het in de drank.
En moet daar verschrikkelijk van boeren.
En ook graag de rest van de vier coupletten.

Oei, oei Meester fluisterde Augie, dat word me wat, als we dat gaan zingen zit geheid, die hele familie van Appie op onze nek.
Daar we als niet familie achter in de Aula zaten draaide de hele familie zich naar ons om. En daar bij voelden we ons nou niet bepaald lekker bij al die starende blikken.
Ehhh zullen we maar dan maar naar voren gaan Meester? Vroeg blauwe Henk . Wat denk jij er van, zullen we het toch maar doen? We moeten Appie,s laatste wens toch ten gehoren brengen. 
Als jullie het allemaal willen dan doen we het mensen , zei ik tegen de maten. Het is tenslotte Appie,s laatste wens ja toch? Ik voor mij denk dat Appie op die manier ergens goed wraak voor wil nemen.

En de hoofdkraai vroeg aan onze ouwe meneer wilt u even bij de Organist langs gaan aan om aan te geven welke Melodie ten gehoren gebracht moet worden als de kist gaat zakken.
Ja zeker meneer dat wil ik wel hoor” zei onze ouwe en hij liep met de kraai mee naar achteren toe waar de Organist gesetteld was.
Toen onze ouwe na het overleg met de organist terug was, en op zijn plaats naast Appie,s kist stond.  Zette de organist de melodie in en zongen wij:
Wat doet een zeeman met geld.
Hij brengt het toch maar naar de hoeren en zo verder, En tijdens het tweede couplet, zat het grootste gedeelte van Appie,s familie, met afgrijzen naar ons te kijken. En toen hoorden, we een diep gerommel onder de kist vandaan komen, het klonk als of een grote Boeing zijn landingsgestel liet zakken, op het punt staande te gaan landen.
Oei Kap Appie wil er denkelijk uit riep Augi met paniek in zijn ogen naar de kist starend.

En daarna begon de kist met een rommelend geluid in de grond te verdwijnen. Op dat moment sprong Gieltje de vrouw van Appie krijsend op de kist. En gilde neee, neeeee, Appieeee  blijf toch hier Appieeeeee!!!!! Terwijl ze in een hevig ritme op Appie,s kist begon te slaan. En toen Gieltje op de kist zittend al haast in de vloer verdwenen was. Stopte die plotseling met verder de grond in te zakken. Om dat de hoofdkraai die de kist liet zakken van zijn verbazing bekomen was, en de boel stopte. Toen wij  Gieltje met zachte drang van de kist af hadden verwijderd, kon onze maat Appie als nog zijn reis naar de einder toe vervolgen. En hij heeft sommige van zijn familieleden, en ook zijn Gieltje die dacht dat Appie van niks wist wel flink tuk gehad.”
Ja  vrienden maar droefenis is nog geen reden om geen pilsje of wat dan ook te drinken, proost! Leen B

Zo mensen dat is een verhaal [ met een kleine rode draad er door ] maar voor de rest volledig door mij verzonnen En het heeft ook in 2004  in het Dagblad van het Noorden gestaan. En ook in het boek wat ik in eigen beheer heb uitgegeven. [ En aan goede kennissen van toen heb  uit gedeeld, want een uitgever vind je niet zo gemakkelijk, en als dat al zo is dan proberen ze je het vel over je oren te halen. En een  exemplaar van mij zelf heb ik aan een goede vriend van mij uit geleend, maar dat ben ik ook kwijt. Maar zo gaat dat in het leven aar het is goed zo mensen. Vr gr Leen B                                 
 


    Klik hier onder voor de foto's
   

    http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 29-07-2017, 16:29:50
Hallo amigo's het is weer lekker gezellig in de El lobo het is hier een komen en gaan.
Wat logies is want het is weer eens 32 graden in de schaduw hier in Calpe. Zo net stapte Jezus Torrez onze plaatselijke vishandelaar binnen, die zich met een stinkende vislucht om zich heen verspreidend op de kruk naast me ging zitten.
Nou Jan amigo zee die wat ik nou meemaakte. Kom ik van me viszaak langs het stadhuis lopen, komt uit een deur uit de zijkant señor Gonzalez de ambtenaar die mij, en Iinez nog voor de wet getrouwd heeftschichtig om zich heen kijkend naar buiten sluipen. Zo señor zeg ik verbaast naar hem kijkend,” heb u over gewerkt? En wat denk je dat hij zegt Jan ?
Weet ik veel Jezus zee ik”
Nou dat zal ik je vertellen Jan”
Hoe komt u daarbij vroeg hij mag ik me ook eens een keer verslapen ja?
Nou vraag ik je Jan?
Tja Jezus zei ik tegen hem je weet hoe dat met ambtenaren gaat hé Ze werken altijd hard zeggen ze, en kleffer dat die gasten zijn.

Vanmorgen sprak ik bij Cocido de kapper Raoel Verdez onze supermarkt eigenaar die er voor een knipbeurtje zat.
Jan ze hij  vanmorgen melde zich een ontslagen ambtenaar van de Banco de Madrileno hier uit de hoofdstraat bij mijn winkel. Hij moest zich bij me melden als medewerker van bureau werk vertelde hij. Nou zei ik joviaal  tegen hem dat is goed señor,  en ik drukte hem een bezem in zijn handen. Je eerste taak is om de vloer van de winkel aan te vegen zei ik tegen hem. Kijk die vent me verbaast aan, en zegt maar ehh señor Jezus  ik was hiervoor een hoge ambtenaar hoor. O neem me niet kwalijk zei ik geef me die bezem maar even dan doe ik je het wel even voor. Ja ambtenaren Jezus daarr kunnen hele boeken mee vol worden geschreven.”       
Nou ik ga maar naar mijn lieve Linez toe, en eerst maar eens in de teil zei Jezus van zijn kruk glijdend.
Dat mocht wel tijd worden Jezus man want je stinkt een uur in de wind ze ik tegen hem. Ik bestelde net bij Carmen een miqueltje toen Manuel Tapaz die in het riool van Calpe werkte, zich op de leeg gekomen kruk van Jezus liet vallen. En daar werden we niet beter van amigo's. De smerige  lucht die dat mannetje verspreide was niet om te harde. Daar was de vislucht van Jezus een lekkere parfum bij. Nou ik kan wel ruiken dat je goed in de stront heb geroerd Manuel zei ik tegen hem.”


Dat kan je wel stellen Jan zei Manuel die  toeristen pleuren ook van alles in het riool. We hadden een hoop verstoppingen, en je ken het spreekwoord als je in de stront gaat roeren dan gaat het stinken. Daar weet jij als oud zeeman niks af, nee toch?

Nou dat moet je niet zegge Manuel zei ik we Lagen op 3 Mei 1962 met de Fendo in London haven,  met een lading stukgoed voor Parijs wat we daar geladen hadden.

Toen we de sluis naar de Theems in vaarden moesten we langs de Morning Star een oude Engelsman afmeren. Tussen de twee boten ongeveer 1 metertje ruimte, en dat was niet veel.
We hadden toen een matroos Gerrit zwaargeschapen van wegen zijn grote! je begrijpt het wel wat ik bedoel. Die achterop stond om als de deuren van de sluis open gingen de tros los te kunnen gooien, die op de achterbolder van de Morning star’ belegt was. Vol verbazing stond Gerrit naar dat hoge lege schip naast ons naar boven te kijken.
Zelfs onze ouwe Kapt Kroeze  kon van af de  bakboordvleugel net op het dek van die Engelsman kijken. En als Gerrit  naar boven kijkt hoort hij een dof sputterend geluid boven hem vandaan komen. En daarna komt er een grote dikke vette straal urine,  vermengd met stront, en spoelwater uit de wc afvoer van de Morning Star over Gerrit en het dek heen gedonderd. Gerrit bleef Gerrit even doodstil staan, begon daar vloekend en tierend de vuile smerige smurrie uit zijn ogen te wrijven, en half kotsend met lange uithalen zijn maag inhoud en mond te legen. En toen begon Gerrit die Engelse gasten daar boven op dat dek zo godslasterlijk uit te schelden. Dat de hoeren in de Soho als ze dat al  gehoord hadden verschrikt zouden ophouden hun liefde werk te doen, en die waren toch wel wat gewent zou je zo zeggen. En toen ik daarna boven de mess in kwam, en tegen Gerrit om hem te jennen zei, dat ik het geen stijl vond dat hij voor ons onder de Douche gekropen was. Moest ik snel de Machinekamer in de deur dicht doen, en op een knevel zetten, anders was ik nou dood geweest. Zo zie je maar Manuel helaas voor Gerrit deed het riool van die Engelsman het opperbest. Zo amigo's ik zie op de televisie dat jullie daar in Holland goed in de regen zitten. En Jan hoop dat het gauw voor jullie ook veranderen mag, en dat jullie ook wat meer zon in het koude kikkerlandje krijgen.   

En Bier heeft nooit hoofdpijn amigo's !!!!!!! 


 Klik hier onder voor de foto's
   
 http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=
     &*



Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 17-08-2017, 17:26:50
Hallo Amigo's toen Jan vanmorgen met zijn Goggum aan de haven kwam.  Zag ik bij de Mare Nostrum van Rico Sarda drie grote vreemde vissen van plus minus twee meter lang aan dek liggen. En een snuiter liep om de vissen heen met een blik of hij dat beest elk ogenblik op kon vreten. Toen hij me in de smiezen kreeg kwam hij met uitgestoken hand op Jan af. Hoi zei hij me een hand gevend ik ben Juan Rodricuz, bioloog en oceanoloog wat een mooie beesten hé? Zei hij op de drie vissen wijzend  Nou Jan vond het maar enge monsters amigo's, maar ik zei si si Señor, zeker weten. En toen brandde die man los amigo's.
Kijk señor  zei hij: deze vissen zijn een Coelacanthas maar dan een kleinere versie, en de soort bestaat al 70 miljoen jaar. Men was in de veronderstelling dat zei zo,n al 70 miljoen jaar geleden waren uitgestorven.
Maar toch werd deze visen in 1938 levend aangetroffen in de diepte van de Indische Oceaan, ten Noordwesten van Madagaskar. Sindsdien heeft men beloningen gegeven voor het opvissen van coelacanthen. En heeft men er honderden gevangen, en ook weer verkocht. In het zelfde jaar van 1938 werd deze vis ook ontdekt bij de kust van Indonesië. Hoe waarschijnlijk zou het zijn dat er twee groepen ”coelacanthen” gedurende 70 miljoen jaar. Op zo'n enorme afstand van elkaar, overleefden? Terwijl men toch nooit enig fossiel heeft gevonden. Voor 1938 werd een gesteente dat een fossiel van een ”coelacanth bevatte”, op tenminste 70 miljoen jaren oud geschat. Het was tenslotte een index fossiel. Tegenwoordig stellen evolutionisten regelmatig tot hun verbazing vast, dat ondanks 70 miljoen jaar evolutie. De fossielen van coelacanthen wel erg veel op de gevangen coelacanthen leken.
Voordat de eerste ”coelacanthen” gevangen werden, dacht men ten onrechte dat de coelacanth longen had. Met grote hersenen, en vier ondervinnen, die zich later tot poten ontwikkelden. Evolutionisten beredeneerden dat de coelacanth, of een gelijksoortige vis, in een bepaalde fase uit de ondiepe zee zou zijn gekropen. En omdat hij zijn longen met lucht kon vullen, hij daar door het eerste vierpotige landdier werd. Men beweerde dat deze vis de voorouder was van alle amfibieën, reptielen, dinosauriërs, vogels en zoogdieren, waaronder de mens. Nou amigo's Jan is zeker niet knap maar ik weet zeker dat ik nog nooit een mens gezien heb, die op dat monster leek. maar ik bedankte de man wel voor zijn heldere uitleg, En daarna stapte Jan zijn Goggum weer in.
Startte mijn goggum en ging op weg naar de El lobo. Toen Jan daar binnen kwam zat Canaro Benitiz
onze zwak begaafde dorpeling, en luilak aan de toog. Zo Canaro begroete ik hem hoe gaat het er mee amigo. Ben je nog naar de phsigo vent geweest, en weet je ook of je weer werken mag? Ja Jan zei hij maar met die vent ben ik ook niks opgeschoten hoor. Ik zat daar samen met die vent achter een tafeltje. En toen tekende die halve zool een vierkant, en hij vroeg, wat is dat?
Dus ik zei een kamer met een naakte vrouw meneer. Toen tekende hij twee vierkanten, en vroeg hij weer wat het voorstelde. Twee kamers met twee naakte vrouwen meneer zei ik. Zegt die klootviool, ik zie het al U ben alleen maar seksueel  gestoord meneer Dus kan u gemakkelijk weer aan het werk .Dat moet jij zo nodig zeggen maat met die vieze tekeningen van je! Zei ik tegen hem Jan!  Ja, ja Canaro Amigo  zei ik die psychoot had je door dus kan je morgen weer asbakken legen Ja toch ? Maar neem een miqueltje van Jan om de pijn wat te verzachte Canaro.
En een biertje kun je met je vrienden delen amigo's. Jan Tol


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

Op de link hier boven voor de bij behorende foto's klikke mensen. Vr gr Leen B   :)


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Rinus.N op 18-08-2017, 10:31:09
zo je hebt het geflikt mooi hoor leen


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 18-08-2017, 13:09:28
Hallo Rinus, bedankt voor het compliment dat streelt natuurlijk wel mijn ego :) en het is altijd fijn als mensen hun mening over mijn verhalen geven. Al zijn het + of - punten maar het moet wel ergens over gaan natuurlijk. Vr gr Leen B


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 29-08-2017, 16:40:17
Hallo amigo's bedank voor het lezen van mijn verhalen. Soms als ik achter mijn toetsenbord kruip denk ik. Wat nu jemig ome Leen is uitgebrand ik weet niks meer! Maar gelukkig komt dan toch weer het materiaal in mijn brein omhoog om een verhaal voor jullie te schrijven. Vr. gr Leen B

Zo vrienden  hier gaat Jan weer verder, helaas kreeg toentertijd mijn vriend meester Bal ruzie met de beheerder van het Forum 'Kombuispraat' waar hij lid van was, om dat de goede man te veel naar leden luisterde die allerlei ongein over de Meester vertelden, en op een zeker moment was de breuk daar. Want meester Bal vond dat niet leuk, en zette toen maar zijn eigen forum de ' Zeilclipper' geheten op het internet. Het zou maar een jaartje duren schatte hij, en dan kon hij ook weer eens wat boeken gaan lezen. Maar dat jaar werd wel wat langer want op maandag  22 feb 2010, om 16:08  werd door Meester Bal het' Zeilclipper' Forum op het internet geplaatst. En we gaan nog steeds door, en dat Kombuispraat zet nu ook geen zoden meer aan de dijk. Al moet Jan wel zeggen dat voor onze huidige forums het einde in zicht is,
het zo gezegde einde der Mohikanen En Jan heeft van de week samen met de meester drie kerstbomen hier achter op de helling van Calpe gehakt, cq gejat. En één staat er nou bij Jan thuis met zijn ballen, en lichtjes te pronken. Nou pronk Jan allang niet meer met zijn ballen, en lichtjes zitten er al helemaal niet op.
En een van de  twee andere bomen staat nu voor de nieuwe El lobo.  Want de El lobo is nou verkast naar een groter pand dichter naar de haven toe want de vorige locatie werd wel wat te klein. En we hebben nou een grotere bar amigo's al worden de miqueltjes er niet groter op! Maar we hebben een zee van ruimte, en een hoop krukken om op te zitten.
Maar nou genoeg over mij zelf geluld maar hier boven staat de foto van onze nieuwe bar. En Zalig zei degenen die in het bier verzuipen amigo's! ja toch?

 En we hebben hier in Calp voor de tijd van het jaar  behoorlijk weer met aardig wat zon. Natuurlijk is Jan vanmiddag eerst even naar de haven geweest,

en daar lag de Junita Tavis van schipper Miquel Bajo aan de loskaai.

Met aan dek een knoert van een zwaardvis met een lengte van +- 4 .5 meter, en een gewicht van zo'n 650 kg zwaar.  Het was een spectaculaire vis met een extreem lange bovenkaak die de vorm van een zwaard heeft. Van zwaardvissen is bekend dat ze hun zwaardvormige snuit soms gebruiken om prooien mee neer te sabelen: slaan, spietsen of hakken. Maar belangrijker is waarschijnlijk dat de het zwaard zorgt voor een perfecte stroomlijn van deze uiterst snelle jager. Op jonge leeftijd verblijven zwaardvissen doorgaans in scholen. Later, als ze door hun grootte en snelheid  nog nauwelijks gevaar van andere roofvissen te duchten hebben zwemmen, en jagen ze meestal alleen.
Zo Jan zei Miquel zo als je ziet hebben we weer een leuke vangst gedaan amigo. Een  mooie zwaardvis is het, en hij zal ook wel wat aardig peseta's  opbrengen hombre. We hadden onze handen vol met die gevaarlijke jongen, toen we hem scheep hadden ging hij als een gek te keer. Hij schoot flitsend het hele dek over en de jongens konden zich ternauwernood van een zware verwonding redden door op tijd achter de winch te springen. Maar na een tijdje moest hij de strijd toch opgeven wegens luchtgebrek. Ja die zwaardvissen zijn linke beesten Jan maar hij brengt zijn geld op, en dat telt hombre.
En daarna is Jan naar de El lobo gereden amigos waar de plaatselijke kroeglopers samen zaten. Om te bespreken wat te gaan doen tijdens de jaarwisseling.
Nou zuipen blijven we natuurlijk zo wie zo doen en onze biermeiden mogen er ook zijn hoor.
Maar der moesten oliebollen, en appelflappen gebakken worden.

Want dat Hollandse gebruik weten de Calpenaren van al de Hollandse over winteraars  die hier ' s, winters zijn En na een druk heen en weer gelul met het gebruik van veel drank waren we er uit.
Carmen, en Ciquita gingen de klus klaren. Dus met oud en nieuw eet de vaste klandizie van de El lobo oliebollen en appelflappen, gebakken door onze eigenste Carmen en Ciquita.   

Toen we nog wat na zaten te discussiëren, kwam Jezus Toros onze zwaarlijvige  vishandelaar binnen gestapt. En mochten jullie dat nog niet weten dan ruik je dat wel amigo's, want Jezus meurt uren in de wind. Wat een loeft hangt er om de vent heen niet te filmen. Zo Jezus zei ik hoe gaat het met de handel amigo? Goed Jan zei Jezus maar ik dacht eerst even dat het niet goed ging met mijn Jozefa. O Jezus zei ze gisteren tegen me, ik heb toch overal zo'n verschrikkelijke pijn. Het is niet om te harde als ik het aan raak, ik leg er haast de hele nacht wakker van. Dan gaan we morgen gelijk naar de dokter schat zei ik tegen haar. Afijn toen we bij de dokter kwamen zei Jozefa tegen hem, het doet me overal pijn als ik het aanraak dokter, u moet me helpen asjeblief? Wat bedoel je met overal Jozefa vroeg de dokter, wees eens een beetje specifieker,? Nou dokter zei Jozefa en drukte met haar wijsvinger op haar buik. En gelijk gilde ze auww, oeww wat doet dat zeer. Daarna drukte ze op haar maag, en ze gilde auww, ahhh! dat doet ook zo,n pijn. Toen raakte ze haar hoofd aan, ooohh zelfs dat doet verschrikkelijke pijn dokter huilde ze. Nou Jan, daarna bekeek de dokter Jozefa gedurende een tijdje bedachtzaam met toegeknepen ogen. En hij zei toen, Jozefa de diagnose is, Je heb gelukkig niks ernstigs maar het is wel heel pijnlijk, je heb namelijk een gebroken vinger. Nou vraag ik je Jan? Ja Jezus zei ik zo kan je zeker weten gekke dingen in het leven mee maken. Neem er nog één van Jan amigo je pist er beter van dan van een krentenbol zei me opoe zaliger altijd. Jan zei ze als ik weer eens bij haar was tegen me. Jou opa heb een kromme maar dat ken me ook niks bomme. Want jullie zijn er allemaal toch ook gekomme. Ja mijn opoe was een gein ponem hoor Jezus. Jan kwam als kind dan ook graag bij haar voor een lekker bakkietroost, met zo'n dikke plak schijt koek hmmm lekker.

En van bier kun je de dag en nacht genieten amigo's! Jan


 http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

 En hier boven de link voor de foto's bij het verhaal mensen.  ;)


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 10-09-2017, 15:30:56
Hallo Amigo's we hebbe hier in Calpe weer behoorlijk weer met aardig wat zon. Natuurlijk is Jan voor alles eerst even naar de haven toe geweest, en daar lag de Junita Tavis van schipper Miguel Bajo aan de loskaai. Met in de takels een grote Middelandsezee Vos haai haai. Zo Jan zei Miquel zo als je ziet hebben we weer een bijzondere vangst gedaan amigo. Verleden reis eerst die grote zwaardvis, en nou een joekel van een Haai hombre. Het gaat hier om een vos haai van ongeveer 4 meter lang, en bijna 360 kg aan de haak. Geen kleine jongen, al kan hij ook bijna 6 meter lang worden. Alleen zal deze ons niet veel op brengen We hadden grote moeite de trawl aan boord te krijgen, maar gelukkig was het beest al dood. En zo als je kunt zien is het beest ook goed beschadigt En de haai hier in de Middellandse zee heeft men ook een imago probleem, want haaien hebben hier geen goede reputatie. De roofdieren zijn gevreesde jagers in zee, en oceanen, en mensen komen ze dan ook liever niet tegen. Dat berust nochtans op een misverstand, want een haai zal ons zelden aanvallen en de meeste soorten zijn geheel ongevaarlijk voor de mens. Maar populaire films hebben het dier waarschijnlijk een verkeerd imago aangesmeerd. In feite zijn haaien best mooie dieren. en de zeeën kunnen ze helemaal niet missen. Aan de top van de voedselketen beschermen ze de biodiversiteit. Het is dus allesbehalve goed nieuws als blijkt dat sommige haaiensoorten in de Middellandse zee dreigen te verdwijnen. Sommige haaiensoorten zijn al volledig uit de Middellandse Zee verdwenen . In slechts twee eeuwen tijd nam de populatie met zo’n 94 procent af. Conservatie zal in dit geval heel moeilijk zijn, aangezien onderzoekers ook moeten vaststellen dat er een tekort aan vrouwelijke haaien is die de leeftijd hebben om zich voort te planten.

Hamerhaaien, blauwe haaien, voshaaien en twee soorten makreelhaaien. En de dalende populaties beperken zich niet alleen tot deze vijf cases. In totaal leven 47 haaiensoorten in de Middellandse Zee en meerdere soorten zouden bedreigd worden.
En na die woorden ging Jan met zijn goggum op weg naar de El lobo, om daar een biertje te scoren!
En daar zag Jan net onze dorpspastoor op zijn rug, en Jan dacht eerst dat hij rechts af richting de kerk zou lopen. Maar hij stapte toch maar de El lobo binnen om een miqueltje te verschalken.

Toen Jan binnen kwam zat zijne eminentie aan de bar met Esmaralda over de begrafenis van Alfonso Pujalta te praten. Het was een mooie begrafenis Esmaralda zei de pastoor, en wat zeg jij er van Jan?” vroeg hij aan mij. Nou meneer pastoor zei ik geef mijn portie maar aan fikkie hoor. Jan vind geen ene begrafenis mooi, geef jan maar een hele lelijke begrafenis, als ik zelf dan maar honderd jaartjes word. Daar heb jij niet over te oordelen Jan, zei onze pastoor, zo als je weet is het rooms katholieke spreekwoord, de mens wikt maar God beschikt. Nou meneer pastoor zei ik, laat god dan nog maar even wikken voor dat hij over Jan wikt en daarna beschikt. Ja, ja Jan zei meneer pastoor zo kan het wel weer hombre, maar neem nog maar een miqueltje van mij Jan. En vertel me ook eens over die keer dat je met die boot de

Aprodite was de naam van dat schip geloof ik ?  Op de markt van NOWOROSSIISK in de voormalige Sovjet Unie was. Je kwam er de laatste keer niet meer aan toe weet je nog? Om dat Carmen je maande om mee naar huis te gaan. En toen Jan een flinke grote slok bier uit het door de pastoor geoffreerde glas genomen had . Zei ik, nou het begon zo meneer Pastoor in de zestiger jaren maakte ik een reisje met de ouwe ploeg van Kapt Corkeman, meester Bal, Augi oei wat lekker, Gerrit zwaar geschapen, jopie de zuiper met Blauwe Henk, en voor de rest was een Griekse bemanning op de Aprodite een ouwe Griekse kolentramp die was omgebouwd tot motorschip, en dus geen stoomschip meer.

We hadden mijn stutten in Helsinki geladen, en daar moesten mee we mee naar NOWOROSSIISK dat in de voormalige Sovjet Unie lag. Maar toen we daar aan kwamen mochten we van de Russen niet aan de kade afmeren. Maar moesten we in het midden van de baai voor anker gaan. Om de hele naam Aprodite op nieuw weer op de Sb boeg geschilderd moest worden. Er stond namelijk alleen maar APRO op de stuurboordbak. Omdat de dek ploeg na de O moesten eten, en daarna was het er niet meer van gekomen. Het was me wel een bijzonder reisje naar dat gat, na twee dagen voor anker gelegen te hebben.

Mochten we dan eindelijk onder escorte van een mijnenveger de Alexander Obukhov binnen varen. Toen we aan de kade afgemeerd waren werd de hele boot door die Russen onderste boven gegooid. Panorama's Revues, De spiegel, en de Lach werden door die gasten in beslag genomen. Want dat mocht niet in Rusland wat een secreten hé. Gelukkig mochten wel de wal op maar we werden overal in de gaten gehouden. We kregen ook een reisleidster mee het was een lekker mokkel, zeker weten. Ze sprak vlekkeloos Hollands, en die lekkere stoot liet ons alle mooie plekjes in de omgeving zien. Behalve het plekje wat Jan graag gezien had ha, ha, ha. Laat jij die smerige insinuaties nou maar Jan” zei meneer pastoor vermanend. De andere morgen ging Jan verder, was er markt in dat plaatsje en daar gingen we dus met zijn allen naar toe. Toen we op die Markt aan kwamen zagen we talloze kraampies. Waarop augurken, vijgen, en trossen druiven vol met Wespen die op de zoete geur van die druiven afkwamen liggen. Stapels Kersen, Schapenkazen, kleding alles lag achteloos op de gammele schragen uitgestald . Of die smeerkezen hadden het zo maar op die vuile modderige grond gegooid. Aan het einde van die markt zat een dikke vies ogende jonge vrouw, onder een soort Baldakijn van vuilwit gerafeld tentdoek. Haar dikke kwabbige benen waren gespreid, en waar je daar tussen tegen aankeek willen jullie niet weten vrienden. Haar knieën waren op getrokken, en haar witte kwabbige dijen ontbloot. Voor haar stond een vuurpot waar kleine kooltjes fel in lagen te gloeien. En daar overheen stond een vierkante ijzeren bak op vier korte pootjes. Er naast lag een berg vochtig deeg met een smoezelige doek toe gedekt. En een oude Rus vroeg wat aan haar, ze knikte met haar grijze in de war zittende ongekamde haren, en rukte met haar vieze handen met zwarte nagelranden. Een stuk van het deeg van de berg onder de doek. En kletste het met een klap op haar witte lillende vlezige dijbeen. Gooide het de lucht in ving het daarna weer handig op, en sloeg het deeg dan met de andere kant op haar kolossale dij. Dan draaide ze het deeg weer om, en herhaalde de behandeling zo meerdere keren. Na deze behandeling was de homp deeg in een soort dikke pannenkoek veranderend. Die ze daarna met een zwierige boog in een gietijzeren ijzeren bak gooide. En met een sissend geluid met veel stoom die uit de pan om hoog schoot werd de pannenkoek gebakken. Na een tijdje in de pan gelegen te hebben viste ze met een snelle beweging de pannenkoek uit de pan. En gooide met een lepel flink wat vuile gele saus over de pannenkoek en smeerde het met een vlakmes uit, en overhandigde die aan de wachtende oude man, die er net zo goor als zei uitzag. En toen begon hij de pannenkoek, met wat groezelige schapenkaas op te eten, Getver de getver!. En het geldstuk wat de man voor die pannenkoek gegeven had. Liet ze met een brede glimlach waar door haar zwarte tanden zichtbaar werden. Tussen haar kolossale op meloenen lijkende borsten vallen.

En het maakt een biertje echt niet uit hoeveel je drinkt amigo's !!!!!


 http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

Hier boven de link naar de Foto's mensen!!!!







 





 




Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 01-10-2017, 15:39:41
Goedemiddag mensen het is weer eens tijd voor een nieuw verhaal van Jan T. Dus hier onder kunnen jullie je hart ophalen [ Of niet ] Dus wens ik jullie veel lees plezier toe. vr gr Leen B

Buenos tardes amigo's we zijn van de week s, nachts met een hele ploeg stamgasten van de El lobo op het havenhoofd van Calpe gaan vissen.
Nou dat was weer eens wat anders daar onder de Penon de ifach  midden in de nacht op dat havenhoofd. We hadden natuurlijk bakken met bier en ander gedistilleerd meegenomen om warm te blijven. Want het kan hier s, nachts  om deze tijd van het jaar ook verdomde koud zijn amigo's.
Jan had van señor Raoel Verdez de eigenaar van onze Super ”Nino del campo” een zeehengel, met de daar bij behorende molen geleend. Die trouwens  ook een fanatiek zeevisser is. Aan die hengel hing een grote zware zeemolen, en als onderlijn kreeg Jan een dunne stalendraad van zo'n 1 meter 50 lang met drie grote haken er aan. Het geheel was verzwaard met een stuk lood dat op een zeshoekige kegel leek. Die lijn liep door een grote rode dobber met een lichtje compleet met batterij er op. En aan het einde van de onderlijn zat een stalen wartel die je op het oog van de lijn naar je molen moest klikken.
Dus zo kan je het lichtje goed in gaten houden Jan zei Raoel. Want als je lichtje weg is heb je beet hombre, en toen Jan na naarstig werken het hele gebeuren geklaard had  was het moment daar gekomen om de lijn een flink eind tussen de twee havenhoofden weg te gooien. Nou dat viel lang niet mee amigo’s toen Jan zo door zijn ouwe knokige knieën gezakt stond. En het stuk lood van 200 honderd gram heen en weer liet slingeren. Voelde dat niet zo goed aan, maar op een zeker moment sloeg Jan de hengel met een flinke vaart naar voren toe. Met de bedoeling dat het stuk lood in het midden van de vaargeul zou vallen. Maar dat ging faliekant mis Jan liet de lijn helaas te snel los. Het stuk lood schoot dan ook met een flits recht op señor Rico Palicio af, en het stuk lood raakte met een dof geluid de maag van señor Rico Palicio. En laat dat nou toevallig ook de man van Carmen onze kroegbazin zijn. Een tijd lang stond hij als een vis op het droge naar adem te happen. Maar op eens begon hij als een gek te brullen, Jan vuile farizeeër dat je er ben ik vermoord je vuile klootviool. En als Luiz Cruz hem niet tegen gehouden had amigo's, waren er wis, en waarachtig ongelukken gebeurd. Na dat de gemoederen gesust waren, heeft Luiz Jan voor gedaan hoe je de lijn wel goed kon gooien. En na het eerst een paar keer geprobeerd te hebben, lukte het Jan om zijn lood goed in de vaargeul te laten vallen. En tussentijds was het ook al goed donker geworden, en kon Jan zijn dobber die een mooi helder rood licht verspreide goed waarnemen. Want Señor Raoel zette altijd rode lichtjes op zijn dobbers dan kon hij ze beter zien zei hij altijd. Want alle andere vissers hadden witte lichtjes  op hun dobbers. En ga daar maar is aan staan amigo's. Want een rood licht tussen veertien witte lichtjes dat mis je niet gauw. Maar als het roden lichtje onder water is valt dat gelijk op. Toen Jan samen met Luiz op onze vis stoeltjes naar onze dobbers zaten te staren. Zag Jan aan de einder een groen boordlicht, met een toplicht daar schuin boven verschijnen. Daar komt een vissersboot aan Luiz zei ik, die moeten we goed in de kieren houden amigo. Dan kunnen we even voor hij hier is onze lijnen naar binnen draaien. Anders komt onze lijn in zijn schroef terecht. We hebben voorlopig nog wel even de tijd Jan, moet je een miqueltje? vroeg Luiz. En hij hees de mand gevuld met de flesjes Miguel uit het zoute  water van de haven omhoog. En toen we daarna tevreden aan onze flessen lurkend naar onze dobbers zaten te staren.
Zei Luiz plotseling, Jan moet je eens luisteren hombre je weet dat de kerk voor mij een heilige plaats is hé? Maar wat ik zondag tijdens de dienst mee maakte hombre was niet te filmen. Je kan de oude Señorita, Catalina uit de Calle del Canuta toch wel. Ze staat altijd op de boulevard met haar koffertje met snuisterijen, om die aan de toeristen te kunnen slijten. Ja die kan ik heel goed Luiz zei ik en hield onderhand het vissersschip, dat al aardig dicht bij was in de peiling. Nou Jan ging Luiz verder, ik zat verleden Zondag tijdens de morgen dienst achter señorita Catalina in de kerk bank. Toen onze eerwaarde iets heel merkwaardigs aan ons vroeg, want hij vroeg wil iedere parochiaan die deze week lijfelijk genot gehad heb, naar voren toe komen? Maar je weet toch ook dat Señorita Catalina slechthorend is hé. Dus vroeg ze aan señor Elfonso Elrey die voor haar zat wat de eerwaarde vroeg.
Nou je weet  dat señor Elfonso Elrey ook zo doof als een kwartel is he Jan. Nou de eerwaarde zegt dat iedereen die een hostie wil naar voren moet komen. Zei señor Elfonso Elrey tegen Señorita Catharina. En schuifelend met krom gebogen rug en luid tikkend met haar stok schoof Señorita Catharina door het middenpad naar voren toe. Toe ze voor in de kerk stond riep de eerwaarde. Maar Señorita Catharina toch! en dat op uw leeftijd schaamt u zich niet? Nou Jan en toen riep señorita Catherina met haar krakende krassende stem, nou het is niet dat ik geen tanden meer heb eerwaarde, dat ik er niet meer op zuigen kan hé!
En op dat moment Jan je gelooft het of niet begon het knapenkoor het Avé Maria te zingen. En terecht want als je weet dat Catharina gezegend, puur, en heilige betekend. En dat ze door haar gebrek, en dat van Señor Alfonso Elrey. En door de onwetendheid van onze eerwaarde in deze. Had dat mooie lied geen  Ave Maria maar Ave Catharina moeten zijn wat Señorita Catharina, dik verdiend had. En dat vind Jan ook Luiz zei ik, daarna pakte Jan zijn hengel, en begon de lijn in te draaien.
Om dat het vissersschip wat de Mare Nostrum bleek te zijn al heel dicht genaderd was. Toen de Mare Nostrum binnen de havenhoofden, ons voorbij gevaren was gooide Jan zijn lijn weer uit. En nu met een kortere lijn met één haak met aas, die Jan even snel  vervangen had. En de haak bleef nu net onder het wateroppervlak drijven. Daarna ging Jan weer op zijn stoeltje naast Luiz zitten. En volgde gespannen het rode lichtje van zijn dobber. Moet je nog een miqueltje Jan vroeg Luiz de mand met flessen weer ophalend. Jan had nog niet geantwoord toen die zijn lichtje van zijn dobber onder water zag verdwijnen. Ik greep mijn hengel die helemaal krom stond, en langzaam heel langzaam gleed de lijn over de slip weg. En met mijn volle gewicht naar achteren toe, met mijn krakkemikkige benen tegen een rotsblok gestut. Hield Jan wat wel een kolossale vis moest zijn in bedwang. En in eens ging de lijn slap hangen, en begon Jan als een razende de uit geslipte lijn weer binnen te draaien. En net op tijd want die grote jongen sprong hoog boven het water uit, en draaide zich met een slag in de rondte om. Zo proberend om van Jan zijn haak af te komen, maar Jan gaf hem no lollo kans, en hield de lijn strak. Na zo'n drie kwartier gevochten te hebben had Jan hem zwoegend en zwetend naar de kant toe gedraaid. Waar na Luiz hem met señor Raoel Verdez met de stokhaak binnen haalden.
En het bleek een Blauwvin tonijn te zijn en zo waar geen kleintje. En Jan zijn Blauwvin tonijn mocht er toch zeker weten ook zijn amigo's!
En tegen de morgen had Jan dan ook een  Blauwvin tonijn van + - 1 meter 30 cm, en ook nog zo'n stuk of 40 Zee tongen van verschillende lengte boven water gehaald. Waar van de meeste 40 cm of iets kleiner waren.
En volgens velen is dat de lekkerste vis uit de zeeën waar ze rond zwemmen. Tong komt dan ook voor in de Noord en Oostzee, Middellandse zee, en de Atlantische oceaan. Ze kunnen ongeveer 20 jaar oud worden en hebben dan een gewicht van max. 3,500 kg bij een max lengte van 70 cm. Maar door overbevissing is de lengte tot aan 40 cm aan toe terug gedrongen. En hadden Luiz, en Jan toch nog met elkaar zo'n  77  tongen gevangen. Nadat we na drie uur die nacht met de lijn met 5 haken om platvis te vangen waren gaan vissen.

En toen Luiz en ik die morgen, de Blauwvin Tonijn die net van achteren af met zijn kop tussen Luiz en Jan in de Goggum paste. Op weg naar de EL Lobo waren zongen Jan en Luiz beide keihard. Terwijl de Blauwvin ons met zijn doffe dode ogen verdrietig aanstaarde:

En wat doet een zeeman met geld, want dat brengt hij toch maar naar de hoeren, en zo verder.
En toen we in de El Lobbo aan kwamen waren alle andere maten al aanwezig. Want Jan zijn Goggum rijd maar 50 km per uur amigo's. Nadat we nog flink wat miqueltjes tot ons genomen hadden, en de vis verdeeld was. Alleen Jan zijn blauw vin vis moest even mee naar huis om hem aan Ciquita te tonen. En daarna kreeg iedere belang hebbende natuurlijk ook zijn deel. Toen Jan in zijn goggum met de Blauwvin tonijn op weg naar huis was. Werd ik in de hoofdstraat door ons jonge politie ventje  aangehouden. Weet u wel wat u aan het doen ben señor?  vroeg hij. U ben namelijk aan het spookrijden dat kan zo maar niet. U krijg een bekeuring als u niet direct om draait, om de goede kant uit te rijden. Nou bekeur dan eerst die gasten die mij tegemoet komen maar agent zei Jan. Dat zijn de spookrijders zeker weten. En zijn er veel meer van dan Jan alleen dus daar kan je meer aan verdienen.

En het kan een biertje niet schelen wanneer je geen manieren hebt amigo's 


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1 


Hier boven de link om het bovenstaand verhaal met de daarbij behorende foto's te bekijken mensen.


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 17-10-2017, 17:31:15
De verhalen van Bootsman Kees Bloemkool !

Goedemiddag mensen hier wat verhalen [ onder eigen beheer ]  maar dan van Kees Bloemkool die bij ons op de Aprodite vaarde. Waar van  Alleen het verhaal Tyfoon echt is gebeurd
En al op ons Forum is geplaatst. Klik op Thyfoon in de zestiger jaren 1+2       

maar in 1966 hadden we op de APRODITE een oude Griekse stomer die nog in eind achttiende eeuw was gebouwd. En daarna in 1958 in opdracht van een Griekse reder weer  was om gebouwd tot MS een bootsman Kees Slachtman een rasechte Rotterdammer die we Kees Bloemkool noemden. Dat laatste kwam niet om dat hij zo gek op bloemkool was maar voornamelijk door Kees zijn grote oren.
Voor de rest was Kees een goed vakman want schiemannen, en allerlei andere werken die je als bootsman in je mars moest hebben. En volgens Kees had hij ook in Vlissingen op de zeeman universiteit gezeten. Maar daar over later meer , maar die Universiteit gang [ volgens Kees dan]  waren wel voor Kees goed besteed geweest. Maar voor de rest was Kees een waar beest, hij zoop en vloekte als een bootwerker. En hij schuwde het ook niet om als hij dat nodig vond rake klappen uit te delen. En als Kees de wal op was geweest kwam hij steevast zwaar lazarus aan boord terug. Als hij dan luid zingend de valreep op kwam gewaggeld. Zong hij altijd een lied wat  maar twee regels bevatte. En met lange schorre uithalen zong hij dan: Wat doet een zeeman met geld, hij brengt het toch maar naar de hoeré!! En als ik gezopen heb moet ik er o zo vreselek van boeré!!’
Waar van hij hoeré en boeré met lange uithalen zong, of eerder nog brulde.
Nou liep het al aardig tegen oud en nieuwjaarsdag aan en zo doende had Kees besloten  dat er dan ook maar eens wat vuurwerk moest worden afgeschoten. Maar hij werd toen hij een stel vuurpijlen uit de kist, die in de kaartenkamer stond probeerde te stelen.
Door onze stuurman bij zijn snode daad betrapt.
Wat moet dat boots brulde onze stuur tegen Kees, waar ga je voor de donder met die vuurpijlen naar toe? Kees die hevig schrok om dat hij betrapt was liet hevig geschrokken de vuurpijlen uit zijn handen vallen. En met een lach van een boer die kiespijn heeft zei hij, Ik wilde tijdens ét ouwe en nieuwu wat vuurpijle afsteke stuur.’
Ben je nou helemaal besodemieterd boots brulde onze stuurman, vuurpijlen hebben we voor nood gevallen aan boord. En niet om er het oude jaar mee uit te gaan knallen. Hier met die pijlen, en met een woedend gezicht deed onze stuurman de vuurpijlen in de kist terug. Draaide de kist op slot en zei, ‘en jij blijft de rest van de dagen dat we hier nog liggen aan boord boots. En daar was onze bootsman nou niet zo gelukkig mee, en hij zon dan ook op wraak, want wat onze stuurman niet wist was dat Kees de dag er voor al een vuurpijl achterover had gedrukt. Om zo, n ding eens aan een nauwkeurig onderzoek te kunnen onderwerpen. Maar eerst schoot hij onze ouwe, die op de brug bezig was even aan. Kap’ stamelde hij berouwvol, deemoedig  met zijn pet in de hand onze ouwe met zijn waterige dronkenmans  oogjes aankijkend.
Ik wilde op ouwe en nieuwe alleen maar wat vuurwerk afsteke. En nou mot ik van de stuur an boord blijve en dat vin Kees nie eerlék.
Wel boots zei onze ouwe de stuur heeft gelijk man want hoe haal je het voor de donder in je botte kop om vuurpijlen te gaan stelen? Als het aan mij had gelegen was je nu ook nog een week gagestraf armer boots. Want bij mij was je er niet zo gemakkelijk van af gekomen, en nu aan je werk ik wil er niks meer over horen.’ En met broeiende blikken naar onze ouwe loerend, en de staart tussen de benen droop Kees af. Maar toen hij die middag na het eten op weg naar de bak was, om een paar kwasten met wat verf attributen op te halen. Zag hij onze stuur bij onze ouwe naar binnen gaan om zo als altijd als we in een haven lagen, onder een borrel de werkzaamheden voor de andere dag te gaan bespreken. En om dat moment kreeg onze boots een lumineus idee, wat hem te doen stond. Om zich op onze stuurman en kapitein te kunnen wreken. Hij liep naar zijn hut, en haalde de vuurpijl die hij onder zijn kooi verborgen had te voorschijn. Bekeek de deze aandachtig,  en sneed steeds kwader op onze stuurman en kapitein wordend, met zijn mes de stok van de vuurpijl ongeveer tien cm onder de lont af. En van kwaadheid begon hij steeds driftiger aan de in zijn mond bungelende sigaar te trekken. En daarna ging hij met een broeiende blik in zijn ogen, met de bewerkte vuurpijl onder zijn duffelse jekker op weg naar de brug.
Wat denken die twee rot kerels wel, dacht hij woedend, dat ze hem als de bootsman hier aan boord zo maar te kakke konden zetten. Nou dan hadden ze toch de verkeerde voor, ik zal het die twee wel eens even af leren om Kees zo te pesten’ dacht hij steeds kwader wordend.
Toen hij bij de deur van de salon van onze ouwe gearriveerd was. Loerde Kees schichtig om zich heen kijkend of de kust voor zijn snode daad wel veilig was. Daarna opende hij zacht de deur van de ruimte, die toegang naar de salon van onze ouwe had. En hij haalde schuw om zich heen kijkend de bewerkte vuurpijl uit de zak van zijn duffelse jekker.
Deed daarna nog eens een flinke trek aan zijn sigaar, en hield de fel op gloeiénde kop bij de lont. De lont begon zacht knetterend te vonken en te spetteren, en daarna steeds harder. Toch wel zenuwachtig wilde Kees de deur van onze ouwe zijn verblijf openen. Om zo de vuurpijl naar binnen te kunnen gooien. Maar toen hij een stap naar voren deed, stootte hij zijn hand, met daar in de sissende vuurpijl. Tegen de jassen en petten staander die muurvast in het dek naast de deur van onze ouwe zijn salon stond aan. En de lont van de vuurpijl was nu wel heel kort! Snel opende Kees  de salon deur   en gooide de sissende vuurspugende vuurpijl de salon van onze ouwe in. En hij  zag de vuurpijl onder de daar staande salonkast rollen. In paniek rende Kees met zware stappen naar de deur die naar het dek terug ging.


Maar net als hij over de waterkering is heen gestapt, ontploft  de vuurpijl met een zware donderende klap uit elkaar. Met als resultaat dat er een sissende vuurbal door de deur, waar onze boots net uit was gestapt naar buiten geperst werd. Die onze Kees in een rode verzengende gloed omhulde, vertwijfelt sloeg Kees in paniek om zich heen. Na de stilte die op de klap volgde kwamen ook onze ouwe en stuurman, met zwart van het roet en smeulende kleren naar buiten toe gestrompeld. En verbaast keken zei naar Kees onze bootsman wiens wenkbrauwen en haren door de verzengende gloed van de vuurbal volledig waren verdwenen, En ook Kees zijn pet en kleding hadden het zwaar te verduren gehad. Na dat onze tweede stuurman de kok, en nog een paar matrozen Kees,  onze ouwe en de stuurman hun kleren gedoofd hadden.
Werden ze alle drie voorzichtig op een kooi in de  hospitaalhut gelegd , en smeerde onze kok voorzichtig hun gezichten, en verbrande handen met brandzalf in.
En al die tijd lagen Kees, onze ouwe, en  stuurman met een verdwaasde blik om zich heen te kijken Zonder op vragen  reagerende, hoe het met hoe het met hun ging. Later bleek dat ze alle drie tijdelijk door de harde klap van de vuurpijl  doof waren.
Maar  het ging gelukkig na een paar dagen al een stuk  beter met de drie heren, en gelukkig vielen de brandwonden ook mee. Ze waren gelukkig maar licht verbrand vertelde de behandelende dokter. Dus waren de heren na drie weken weer hard bezig met hun werk aan boord. En onze ouwe die Kees eerst de wacht had aan gezegd trok dat later weer in. Want hij zei kijk meester onze boots is wel een hork en zuipschuit, en zo als je wil ook een vloekbeest en ook nog een hoerenloper toe.
Maar ik heb zelden een bootsman als Kees aan boord gehad, want het is en blijft een vakman eerste klas met die twee gouden sterren op zijn kraag. En zo,n vakman vind ik nooit meer, zo en daar kunnen we het weer mee doen en nu aan het werk maar weer. 


En nu het verweer van Kees Bloemkool!!
Zo vrienden ze kunnen wel zeggen dat alles Kees zijn schuld is maar dat is niet waar hoor. Ik heb alleen maar dat stukkie vuurwerk in de ouwe zijn rot hut gepleurd om dat ik  heel schofterig door onze ouwe en zijn klote stuurman behandeld ben. En als de ouwe volhoud met die rottige gagestraf van hem, dan gaat Kees zeker weten in de eerste beste haven van boord. Kees is niet voor niks zo
als mijn zus Kee zei , prefester in de Schiemanskunde op Zeeman universiteit  in Vlissingen geworden. !!! De balluh van Kees. Zo mensen dat was een avontuur van mijn oude vriend bootsman Kees Bloemkool. Die naam had hij vanwege zijn grote oren! Leen


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1


En hier boven de link voor de bij behorende foto's vrienden.
  ;)


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 06-11-2017, 14:07:29
                          Een Engels pukkelig Douane strebertje

Een Engels pukkelig Douane strebertje' ] zo als zo velen, en wat ook in een boek ter gelegenheid van het zo veel jaar bestaan van het Dagblad van het Noorden heeft gestaan. Goede middag vrienden hier een leuke gebeurtenis die ik in de zestiger jaren met de Fendo, in Blyth mee mocht maken Toen we zo'n vier reizen in vast dienst verband op Blyth gemaakt hadden viel ons steeds het zelfde patroon op als hare Majesteit douane weer eens bij ons aan boord kwam. Ik stond dan altijd als vetpriester tijdens het manoeuvreren, om dat alles om te manoeuvreren, boven in het stuurhuis was geplaatst. Dus was ik als vetpriester om te manoeuvreren niet meer in de vet loods nodig. Met onze ouwe Kapt Kroeze in het stuurhuis een praatje te maken, terwijl onze dek ploeg bezig was de bomen omhoog te trekken, en de werk boot buitenboord te zetten. En een zeker moment zo als altijd stopte dan met piepende remmen de auto van hare Majesteit, s douane voor onze loopplank, waarna de portieren van de auto open vlogen, en daar kwamen de heren dan naar buiten toe gerold. En voorop liep dan altijd een jong fanatiek pukkelig babyface strebertje. Hij sprong dan snel over het potdeksel in ons stuurboord gangboord, schoot daarna het luikhoofd over. En via het bakboord gangboord over het potdeksel, sprong hij dan onze werkboot in. Die hij daarna aan een grondige inspectie onderwierp. We keken elkaar eens aan, en besloten dat we toch eens iets moesten doen om dat strebertje goed te grazen te kunnen nemen. Al wisten we nog niet hoe, maar het idee was geboren. Drie dagen later kwam André, een van onze matrozen met een goed plan. En de reis daarop werden de voorbereidselen in gereedheid gebracht, en met ieders ideeën, en hulp werd de klus geklaard. En een klus was het, dat hadden we al snel door maar we verkneukelden ons al bij voorbaat hoe we dat strebertje goed te pakken zouden nemen. Dus de volgende reis toen we Blyth weer binnen liepen was iedereen druk op het dek met schijnbaar werk, of in ons stuurhuis bezig. Om met eigen ogen te kunnen zien hoe dat zou aflopen. En ja hoor op een zeken moment kwam daar hare majesteit, s douane auto aan gebold. Stopte voor onze loopplank, en de portieren vlogen open. En daar kwam onze Engelse douaneploeg hun auto uitgerold. Maar tot onze schrik was het pukkelig strebertje er niet bij, een teleurstelling bij ons alom.

En onze Kap vroeg nadat hij de Chief van de ploeg van Snaps had voorzien, of de Little boy soms ziek was. Maar dat was niet het geval vertelde de chef hij was naar school, en over vijf Day's about zou hij er weer bij zijn. Maar hij vond het erg toch aardig van onze Kap dat hij zo'n belangstelling voor de boy had. Al hadden wij het idee aan het gezicht van onze Kap te zien, dat die zich niet zo erg happy voelde, na deze uitspraak van de Chief. Maar weer op weg terug naar Rotterdam waar we weer in de Waalhaven stukgoed voor Blyth moesten laden, werd besloten de grap toch door te zetten. Dus de volgende reis toen we weer terug in Blyth waren was alles klaar voor de grap die we met het Strebertje uit wilden halen. De bomen waren omhoog, en onze werk boot lag al aan onze bakboord kant op ons kleine strebertje te wachten. En wij stonden in het Stuurhuis te wachten waar de verwarming op volle toeren draaide. Want het was beren koud buiten, het vroor namelijk zo'n vijf graden buiten, op de dingen die gebeuren gingen. Alleen onze Kap was toch wel een beetje nerveus. En ja hoor daar kwamen de heren van hare majesteit douane aan gereden. Ze stopten met piepende remmen zo als gewoonlijk weer vlak voor onze loopplank, en als van ouds kwam de hele ploeg er uitgerold, en ja zo als ook van ouds met ons pukkelige babyface strebertje voorop. Lenig sprong over het potdeksel het stuurboord gangboord in, rende daarna over het luikhoofd heen, en sprong het bakboord gangboord in , klom soepel over het bakboord potdeksel, en sprong onze werk boot in.

En zakte daarna met een verbaast gezicht tot aan zijn middel hangend in het ijskoude water. En nou vragen jullie natuurlijk af wat wij met onze werk boot uit gevreten hadden? Wel onze werk boot kwam uit de Middellandse zee, en had daar dienst gedaan, om door een glazen bodem, in de Middelandsezee mee op de bodem te kunnen kijken, om al die de mooie vissen. en planten te kunnen bewonderen. En die glazenplaat hadden wij verwijderd om dat hij lekte, vertelde onze Ouwe later aan de chef van de douane, toen hij aan onze ouwe vroeg hoe zo iets nou gebeuren kon. De boy had wel een hartverlamming van de kou kunnen krijgen, of zelfs verdrinken zei hij. Maar wij hebben onze babyface douane ventje natuurlijk vlug uit onze werk boot gehaald, want twee van onze matrozen, Leo en Andre stonden Leo aan de voorkant en Andre aan de achterkant van onze werk boot. Zo dat ze er rap bij konden zijn om ons douane strebertje uit de boot te kunnen halen, zodat hij niet onder onze werk boot kon schieten. En de Chief je kon aan zijn gezicht zien dat hij het kon het toch wel kon waarderen. Al liet hij zich daar niet openlijk over uit. Alleen is ons Engels pukkelig douane strebertje daarna nooit meer in onze werk boot gesprongen. Want die had denkelijk zijn les wel geleerd dachten wij. Einde Leen B De eerste reactie door mijn oude zeevaart kameraad

http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

En hier boven de link om het hele verhaal met foto's er bij, te kunnen lezen mensen



Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 19-11-2017, 16:51:47
De belevenissen van bootsman Kees Bloemkool

Hallo mannen om dat we na lange tijd weer eens met de Cape Crenville  in de Waalhaven van mijn geboorte stad Rotterdam lagen. Kwam Kees weer eens na een jaar op zee gezeten te hebben, zo als gewoonlijk met goeie sloot bier in zijn lijf  thuis.
En daar  stond mijn zus Kee naar ik dacht met een deegrol in haar klauwieren, Kees weer eens op te wachten. En Kees doch gelijk  effe me koker naar de wind stelle, en kijken waar om ze die deegrol in der poten heb. Maar zo als Kees het nu goed zag was het geen deegrol maar een soortement van een papieren rol met een rood lint er om. En gelukkig niet de deegrol die ze zo vaak in haar klauwieren had, om Kees op zijn harsens te timmeren, al was het alleen maar  om dat Kees weer eens te laat voor het eten was. Wat trouwens ook nooit te vreten was. Kees zei ze tegen me moet je kijken wat ik van morgen met de post voor jou kreeg. Nou wat heb je dan gekregen Kee vroeg  ik aan haar, en ik hield haar onderhand in de kiere mannen. Kees jonge begon ze met ter rauwe ontroerde drankstem, met de rol in haar hand zwaaiend tegen me.

Je ben nou prefester in de Schiemanskunde geworde Kees jonge. Hier in deze rol papier een Bul noemen de geleerde heren zo iets, staat het zwart op wit Kees. Nou Kee  ik was anders heel blij dat ik van die smerige rottige Zeeman universiteit zo als jij dat noemt ,daar  in Vlissingen af was hoor. Want die gaste daar konne Kees ook niks meer leren zeker weten meid. Maar je peilt de boei niet mis Kee, Kees is nou toch officieel Lodovicus Adrianus schiemannen.  Dus gaat Kees in die hoedanigheid wat knopen aan de maten late zien. En  Kees begint dan met de verpakkingsknoop dat maar een heel simpel knoopje is. Maar die knoop doet Kees wel aan Gerrit zwaargeschapen, oftewel Gerrit de Tamp denken. Kees zei hij altijd als we in stappak de wal opgingen, ik zoek me straks een lekker dikwijf om mee te kunnen plompzakken. En als Gerrit dan in haar haventje aangekomen is, dan legt hij lekker op zijn spring, en op achter en voor tros  goed vast. En  dan kan Gerrit met zijn trouwanker de hele nacht in haar lekkere warme haventje  blijven drijven, en ze krijgt me er dan  voorlopig ook niet uit  Ja die Gerrit wist het wel, en jullie weten het nou ook!

En dat komt mooi uit want van avond gaan we naar de bruiloft van je nicht mientje. Nou had Kees
vroeger al de pest aan bruiloften want steevast was het gezegde van mijn Ome,s en Tantes. Als Kees weer eens op zo'n klotige bruiloft van een Neefje of Nichtje was, En hierna jij hé Kees?  En me dan met een veelbetekenende blik aan keken die lullebekke dat ze daar wasse! En vooral ome Teun die al vijfentachtig was, en met mijn tante Sien was getrouwd. Had er altijd een handje van om dat met die bek zonder tanden van hem aan me te vragen.
Maar op een goed moment kreeg Kees de kans om hem eens goed terug te pakken te nemen mate.
Toen Tante Sien zijn vrouw was overleje was ik net thuis van een kust reisje. En ik moest wachten dat ik van het Ketoor een boot om de Oost zou krijgen.
En op de dag van de begrafenis van Tante Sien ging Kees het hele rijtje Familieleden leden  langs om de fam te condoleren. Allereerst stong daar natuurlijk ome Teun de man van tante Sien als eerste in de rij wachtende, die Kees met zijn droevige natte oogjes aankeek. Gecondoleerd ome Teun zei ik, hem in zijn zei porrend tegen hem. En hierna jij  hé?! Zei Kees, nou mate en na die woorden was wel effe heel doodstil in de Aula! Maar er is daarna niemand nooit meer geweest iemand geweest die, en hierna jij  hé Kees, tegen me zeiden. Van dat gezeik was kees gelukkig voorgoed af.   Groetjes Leen   &*     


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

En hier boven de link het verhaal hier boven maar dan met foto's


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 10-12-2017, 15:28:30
Mijn Papegaai Lonny

In Jan, 1962 vaarden met de Fendo in lijndienst van Rotterdam naar Londen. Met voornamelijk stukgoed en soms ook graan. En vaste prik was dat we kolen naar Rotterdam terug hadden.

En als we het stukgoed in het Victoria dock gelost hadden, vaarden we weer door de sluis van het Victoria dock naar onze volgende laadplaats, zo'n 15 mijl stroom afwaarts van de Thames om kolen voor Rotterdam te laden. En tijdens het vertrek maakten we in de sluis bij het Victoria Dock maakten wij een toch wel smerige hilarische gebeurtenis mee.
Want toen we net vastlagen kwam er smerige oude roetige stoomboot de Luanda uit Angola de sluis binnen gevaren, en die meerde tegen ons bootje aan. En Leo een van onze matrozen pakte de lijn van een grijnzende neger, en belegde die op onze achter bolder, waarna hij vol belangstelling naar boven kijkend, het zwaar onder het roest zittende schip bekeek.

Toen hij zo stond te kijken hoorde ik in de deur van onze machinekamer staande, een zwaar gorgelend geluid op de hoogte waar Theo stond komen. En Leo hoorde het ook want hij keek belangstellend naar de plaats waar dat geluid nou vandaan kwam. En het gorgelen werd steeds zwaarder, en op eens had ik in de gaten wat dat gegorgel echt   was. Dus ik riep Leeeoowww  maar toen gebeurde de catastrofe al, zwaar gorgelend en borrelend kwam uit  de wc uitlaad pijp van de Luanda een smerige dikke bruine smurrie zeg maar verse stront naar beneden gedonderd. Precies op de plaats waar onze Leo nog steeds naar boven stond te kijken, en even later droop dan ook van die vieze smerige smurrie die over onze Leo heen viel ! Mensen, mensen, wat zag Leo, er uit de dikke vieze bruine smurrie droop van Leo,s hoofd en schouders steeds verder naar beneden toe. Ik heb daarna gauw onze dekslang klaar gelegd, en water aan dek gegeven zo dat we eerst de vuilste smeerzooi van Leo af konden spuiten. Toen ik daar bij bezig was keek ik naar boven, en zag ik hoe de Kapitein van die boot met een breed grijnzende lach op zijn zwarte gezicht naar het tafereel van de afspuitende Leo stond te kijken . En toen de LUANDA door het groene licht door de net geopende deuren van de sluis de Thames op vaarde, gaf de kapt van de Luanda  een lange gillende stoot op zijn stoomfluit. Nou mannen dat was  me daar wel een aardige vent hoor die kapt van de LUANDA!!
 
En nu komt  mijn papegaai Lonny in het zicht! Want Lonny had ik al een tijdje op de Fendo aan boord. En dat beest kon zo godlasterlijk vloeken en dat was met geen pen te beschrijven. Ik had Lonny namelijk van een ouwe maat van de Elias mijn vorige schip overgenomen. Omdat hij een Job aan de wal had gekregen, en daar hij school gaande kinderen had was hij Lonny nu liever kwijt dan rijk. En Lonny spreekt zo als je al weet Meester nou niet bepaald stichtelijke taal. En ik moet er niet aandenken als de kinderen of andere familieleden dat gevloek van die vogel te horen zullen krijgen. Dus neem jij hem maar, en ik hoop dat je nog veel plezier aan die oude vloekende zuipvogel mag beleven. Nou kon Lonny inderdaad heel liederlijk vloeken als hij de pest in had, en van een klein scheutje whisky was Lonny ook niet vies.  Maar hij  had ook een paar hele intielegente  eigenschappen. Hij was namelijk ook een ongelooflijke goede tolk, van uit het Engels naar het Nederlands en andersom. En als de loods in Londen aan boord kwam, zat Lonny net als altijd steevast op de buitenring van het stuurrad [ ja dat hadden we toen nog ! ] met zijn kop schuin naar de loods te kijken. En als de loods het Stuurhuis binnenstapte zei Good afternoon Gentlemen, dan vertaalde Lonny prompt : met zijn krassende stem   'Goede middag heren' en dat vond zo’n Loods dan hartstikke leuk dat zo,n vogel dat kon. Dus toen we de sluis van  het Victoriadok uit de Thames op vaarden om een paar mijl verder de Thames af  kolen te gaan laden, zei onze loods dan na een tijdje, “little starboard”  tegen onze man aan het stuurrad. En Lonny kraste prompt  een beetje stuurboord!  Even later de loods dan weer: ”right that goes”, waarna Lonny dan: 'recht zo die gaat' met zijn bek wijd open waar zijn dikke grijze tong uithing kraste. De loods na een poosje: ” litle portsite” en dan Lonny  weer: ”beetje bakboord,” en
dat ging zo door tot we bij de installatie die er kolossaal groot uitzag kwamen, waar we onze kolen moesten laden.

En zo vertaalde Lonny vele loodsen van uit het Engels Frans en Spaans, wat de vele loodsen wel konden waarderen. En ook op zee varende zat Lonny steevast op de buitenste stuurradring, en als onze roerganger het schip wat bijstuurde liep Lonny wat tegen het stuurrad op om er niet van af te flikkeren. Nou had je roergangers en roergangers zo ook bij ons, want  als we buiten waren dan ging onze Lonny vaste prik een tukje doen. En met een goede roerganger aan het roer ging dat best. Lonny liep dan zijn tukje doende een stukje op, indien dat nodig was. Maar owee als de man te roer er een potje van maakte dan kon die zijn lol op. Dan begon Lonny te schelden en te krijsen zoals ”vuile hoerenzoon” stinkende zwans steddy, ,steddy, verdomme” krijste hij dan, met zijn vleugels wijd uitgespreid onder aan het stuurradrad hangende. En nog veel meer van zulke liederlijke uitdrukkingen die hij in de loop der jaren aan boord van allerlei schepen gehoord had, kwamen uit zijn wijd geopende snavel. En als de betreffende  roergangen het scheepje dan weer voor lange tijd op koers had dan hoorde, je Lonny niet meer, alleen nog een zacht gemompel wat we niet konden verstaan.

Hier boven een sleep boot met de door mij bedoelde Barge's die in het verhaal voor komen. Het is wel is waar een dikke vijftig jaren later maar de Barge's zien er nog steeds het zelfde uit. Alleen de Sky line, en de kades van Londen zijn wel heel veel veranderd.
En nu pak ik het verhaal weer verder op, Lonny hebben we nu even gehad,
en gaat het verhaal verder bij de kolen installatie die er kolossaal uitzag !!
En waar we onze kolen moesten laden. Het was een grote hoge installatie die zo als ik de volgende dag merkte, een voor ons verrassende werkwijze had. Wij lagen aan de binnenkant aan de walkant afgemeerd. En aan de buiten kant lag zo,n beroemde  Engelse Barge deze werden met sleepboten  getrokken, en er werd ook allerlei andere  lading mee vervoerd dan alleen kolen. En in dit geval was het onze lading kolen, en aan gezien we duizend ton moesten laden lagen er twee van die barge's  ieder met vijfhonderd ton [ Baarsjes zo als ze door ons Nederlanders benoemd werden ] klaar om  ons  van duizend ton kolen te voorzien . En in iedere Barge zaten vijfhonderd ton kolen, dus vijfhonderd ton in het achter ruim, en vijfhonderd ton in het voorruim.  En aan gezien ik daar nog nooit kolen geladen had was ik erg nieuwsgierig hoe dat in zijn werk zou gaan. Dus de andere morgen om zeven uur ging de hele poppenkast van start, en op een zeker moment ging het dan echt gebeuren. En met sissende stoomwolken   [want de hele handel werkte toentertijd nog op stoom. Zag ik tot mijn verbazing de hele Barge uit het water omhoog komen , het vuile Thames  water regende kletterend naar beneden toe. Toen de Barge helemaal boven was stopte hij even, en begon zich toen op zijn bakboordzij om te draaien, en even later begonnen de eerst kolen met zwarte kolengruiswolken  over ons hele schip neer te dalend, om daarna donderend   in ons achterruim te verdwijnen. Terwijl er nog dikke wolken gruis en stof nog boven de Fendo hingen, was de lege Barge al weer op weg naar beneden toe. En daarna vaarde de lege bak met een sleepboot weg voor zijn volgende lading waar dan ook. Terwijl de volgen sleepboot de tweede en gelijk ook de laatste barge onder de laad installatie trok.  En het hele spel van het op die manier kolen laden zich nog een keer herhaalde. En toen dat gebeurd was verhaalden we  zwart van het roet  wat naar later bleek ook haast in het hele schip te zitten. Naar de kade toe om zee klaar te gaan maken, en ook het hele dek schoon te spuiten. Wat geen sinecure was maar gelukkig viel het in de gangen, en onze hutten nog wel mee, want daar had de zwarte roet geen smerige schade aan gericht. Maar het kombuis met onze twee scheepsmessen en de salon van onze ouwe zagen er niet uit, dus onze Kok Hans Myer met onze bediende, en nog twee matrozen waren druk bezig om de hele handel weer schoon te krijgen. Want over al op de plafonds wanden banken en eet tafels en nog meer zat een dunne laag roet geplakt. Dus dat was soppen geblazen want s,middags moest er als het enigszins kon ook nog gegeten worden, maar pas een maand later van het hele kolen gebeuren, konden we pas zeggen dat de hele klus goed geklaard was. En gelukkig was in de vetloods alleen de bovenkant  flink smerig, maar ik met  nog twee Wtk,s waar door de scheepsbemanning altijd lachend werd gezegd,  [ Wtk.s! nou werken kunnen ze niet kunnen ze niet! En Tuig is het !! En kunde hebben ze al helemaal niet. Maar een geintje moest kunnen, en de jongens meenden het niet kwaad. Maar onze klus was toch nog gauw geklaard.   

En daarna zijn we gelukkig weer vaste dienst naar Parijs Londen,en visa versa Kopenhagen gaan varen. vr gr  Leen


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

En hier de link voor de foto's mensen!  :) Leen B


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 06-01-2018, 15:26:17
Een pijnlijk treffen met de  APRODITE
Hallo vrienden in Maart 1961 kwam het op een wel heel bijzondere manier tot een treffen met een oud Grieks stoomschip de Aprodite uit Athene . We kwamen toen  van Londen met 500 Ton stukgoed voor de NAVO. En dat was een hele gevarieerde lading. Van uniformen van alle afdelingen,  van ons leger, en ondergoed voor mannen van maat heel groot tot ietsje minder groot, en het was vaal leger groen  van het vele gebruik,  en het wassen. En voor de dames was het precies zo, alleen waren er wel meer maten voorradig. En er was ook veel maand verband voor de zieke poesjes bij, alleen waren die dan wel ongebruikt! En jullie zullen het  geloven of niet, maar deze maand verband was ook nog leger groen. En vervolgens zaten er in de lading, zware en lichte mitrailleurs, Gerand geweren pistolen mortieren'en nog veel meer soorten wapentuig. Noodrantsoenen en nog veel meer dingen die in het NAVO leger gebruikt werden. 


En we hadden ook nog eens 120 ton springstof [ trotyl ] voor Gennevilliers vlak onder Parijs, geladen waar ook een depot van de NAVO lag. 
Dus zijn wij met drie rode vlaggen de Thames af , en met het donker worden werden dat drie rode lichten, de Downs door, en van af  Dover aan stuurboord werd het kanaal naar Bakboord draaiend over gestoken.


En bij de Franse kust aan komend kwam er van stuurboord in de geul varend een  Tanker de L'IMPASSE ons tegemoet varen. Die met een paar diepe zware hoorn stoten ten kennen gaf dat hij er aan kwam. Maar onze stuurman was een pestkop, en deed of zijn neus bloede dus gaf de tanker maar weer een paar loeiende stoten op zijn hoorn. Maar onze stuur had die grote oliebak natuurlijk al lang gezien. En hij wist dondersgoed dat hij de betreffende tanker  in de smalle vaargeul voorrang moest verlenen. Daar de tanker geen andere kant op kon. En haast op het allerlaatste moment gaf hij onze roerganger pas de order hard stuurboord. En daarna draaide de Fendo scherp naar stuurboord af. En toen we na die manoeuvre  vlak langs de tanker vaarden stond de stuurman van de L'IMPASSE   woedend op de buitenbrug met zijn vuist naar ons toe te zwaaien, en met de andere hand op zijn voorhooft wijzen. Waarna onze stuurman een klap met zijn linker hand in zijn  rechter arm gaf,  zijn vuist omhoog naar hem toedraaide , en met zijn middelvinger  omhoog stekende bewegingen maakte. En dat terwijl we langs die volle olie bak met zijn woedende stuurman vaarden.  En zo gingen we onder de wal door langs Fecamp, Diepe, met de daar achter liggende plaatsen op Le Havre  aan.


En dan langs Le Havre naar de Seine waar we onze loods aan boord zouden nemen. Waarna we dan eerst in Rouen een nachtje over lagen, om onze mast te kunnen strijken. En de andere dag zouden we dan onder onze eerste Seinebrug door,  op weg naar eerst  Gennevilliers om daar de Trotyl te lossen, en zo  door naar Parijs om de rest van onze lading kwijt te zijn. 
Maar toen we bij de mond van de Seine kwamen zat het potdicht van de mist. Dus  was het letco  anker, waarna de wacht op ging, en was het machinekamer stand-by.  En daarna was het op onze scheepshoorn geblazen, en bellen. Maar op een zeker moment hoorden we  het lugubere geluid van een zware scheepshoorn  terug loeien, en het kwam steeds dichter bij. Dus wij weer terug blazen, en bellen maar het lugubere zware geluid naderde ons steeds dichter, en dichter.
En onze stuurman was onderhand uit de kuil komend ook de bak op geklommen.  En hij stond samen met onze wacht op de bak zonder wat in de witte brij te kunnen zien te turen. En plotseling zagen ze tot hun grote schrik een hoge zwarte scherpe boeg uit de dikke mist op doemen. Tegelijkertijd hoorde onze stuur ergens boven zijn hoofd drop anchor  schreeuwen. En hij bedacht zich geen moment, en gooide Willem onze wacht als het ware de voorkuil in, en sprong hem gelijk achterna. En op dat moment klonk er een oerverdovend hoge krakende en gillend  scheurend geluid over ons schip heen, en het anker zagen we later bleek van de Aprodite een Griekse stoomboot te zijn, sloeg krakend met een dof scheurend geluid  dwars door het voor dek heen, zo onze anker kettingbak in. En na van schrik bekomen te zijn liepen onze stuurman met   Willem het voordek weer op, om de grote ravage die het anker van de Aprodite  veroorzaakt had te kunnen bekijken. En een poosje daar na kwam ook de stuurman van de Aprodite  met een werkboot met twee roeiers bij ons aan boord om de schade die wij opgelopen gelopen hadden te kunnen  bekijken. En na dat gebeurd was  werd er bij onze ouwe in zijn Salon, met de stuurman van de Aprodite  de afspraak  gemaakt dat zei hun anker in Rouan uit onze bak zouden branden. Waarna zei het dek van onze bak dan ook weer provisorisch met lassen en andere toestanden zouden dichten. En dat dan ook de Kapt van de Aprodite hem zelf bij ons aan boord zou komen, om het een en ander te kunnen bespreken. 


En onze bak zou als we onze lading in Gennevilliers en Parijs gelost hadden,  in Zaandam op  de scheepswerf daar weer vakkundig gerepareerd worden. 
En ja mensen met die 120 ton trotyl aan boord liep het gelukkig nog goed af, want je moest er niet aan denken dat een zware inductiestroomstoot die tijdens de gillende en schurende aanvaring ontstaan kon zijn. Dan was de ravage niet te beschrijven geweest. Zelfs  le Havre dat er vlak bij lag zou zware schade hebben op gelopen, en van ons met de Fendo en ook van de Aprodite was dan denkelijk niks meer over geweest. Maar ja dat is nu gelukkig wel achteraf gepraat.

En in de sluis van Carrière [ en dat kon er ook nog wel bij !! ] hadden we bij het invaren van deze sluis ook nog een rot akkefietje wat ook maar net goed ging. Tijdens het binnen varen van de sluis wilde onze ouwe de Fendo een klapje achteruit geven. Want de reis er voor was het hele telegraaf  gebeuren naar de brug toe over gezet.

Dus kon onze Kapitein zijn boot nu van af in de stuurhuis bedienen. En hoefde ik niet meer naar beneden om  de motor bedienen, dus stond ik op mijn gemakje naar Theo een van onze matrozen die met een me boetop [ een staaldraad met een hart van vettouw doorweven om soepeler te kunnen afmeren]  in zijn handen gereed stond om de Fendo af te kunnen stoppen. En op een zeker moment  hoorde ik de startlucht sissend door de lucht leiding sissen, om de nokkenas van de motor in zijn achteruit te laten lopen. En daarna kon onze ouwe de motor te starten om de Fendo wat af te stoppen.  Maar de Fendo bleef rustig door gaan, en het ging nu toch wel tijd worden dat er gang uit ons scheepje ging dacht ik zo.


Onderhand hoorde ik de ouwe gillen meesterrrr hij wil er verdommeee niet in lopen. Ik vloog de machinekamer in en schoot langs de overbreng stang, de motorkamer in. En ik zag tot mijn schrik dat de start stang tegen een trechter die ik in het traliedek boven onze motor  geplaatst had klem zat. En wat onze kapitein daarna nog meer voor lelijks brulde zal ik hier maar niet herhalen.
Ik verwijderde snel de trechter, en zag de stang nu vrij van het opstakel trechter! overgaan. En daarna startte  met een sissend geluid onze motor weer, en stopten we vol aan  achteruit slaande maar net nipt  vlak voor de sluis deur . En je moest er niet aan denken als we dwars door de sluis deuren geramd waren. Want door achter stond het water van de Seine met het vele water wat van boven de Seine, uit Duitsland kwam maar krap een meter onder de bovenkant van de sluisdeur. Maar ja dat is gelukkig niet gebeurd. Vr gr  Leen     8)

http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

En hier boven de link voor de foto's mensen


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 15-01-2018, 13:22:48
" Dit is best toch wel een heel bij zonder verhaal "

Goedemiddag vrienden ik vond tot mijn verbazing onderstaand en ingenues verhaal. Als je begint te lezenweet je niet hoe het afloopt ook tijdens het lezen niet. En je weet echt niet waar het over gaat, ik niet tenminste, ik bleef echt tot het laatst in de onwetendheid hoe dit verhaal zou af lopen. En op het einde was mijn verbazing al om, dat zo iets ingewikkelds zo simpel zijn verloop had!.
En ik hoop dan ook vurig dat jullie dit verhaal helemaal zullen uitlezen. En verrast zullen zijn dat het
hele verhaal op de manier afloopt waar op ik het ook er vaarde. Vr gr Leen   8)


Dat is niet best!

“Dat is niet best meneer Jansen”
Meneer Jansen keek beteuterd en zorgelijk.
“Valt er echt niets meer aan te doen?”
“Nee, ik ben bang van niet.”
“Hoe moet dat nu verder?” vroeg meneer Jansen.
“Tsja, dat is aan u. Daar kan ik niets over zeggen.”
Meneer Jansen keek hem met grote ogen aan, die zich langzaam vulden met vocht.
Er begon een onaangename stilte in de ruimte te hangen.
“Ik moet u verzoeken om weg te gaan” zei de andere persoon.
Het leek wel of meneer Jansen zichzelf in slow motion had gezet. Uiterst traag kwam hij uit de stoel en liep hij naar de deur. Daar leek het er op dat hij niet meer wist hoe hij een deur moest openen. Uiteindelijk ging zijn hand naar de knop. Hij draaide die om, deed de deur open en stapte naar buiten.
De andere persoon was blij dat hij weg was. De hele situatie was erg ongemakkelijk en met emotionele mensen had hij nog nooit kunnen omgaan.
Meneer Jansen liep ondertussen verdoofd door de straten. Hij zag niemand en niemand zag hem. Zonder het zelf te beseffen liep hij in de goede richting naar huis. Daar kwam hij na veertig minuten wandelen aan. Apathisch drukte hij op de bel, terwijl hij de voordeursleutel in zijn rechterjaszak had zitten. Zijn vrouw deed de voordeur open. Toen ze haar man zo zag staan wist ze het eigenlijk al. Hij hoefde niets te zeggen.
“Wat zei die?” vroeg zijn vrouw dan toch maar.
“Dat er niets meer aan te doen was.”
Verschrikt bracht zij haar handen voor haar mond. Heftig schudde zij haar hoofd.
“Nee, zeg dat niet.” Wilde ze uitschreeuwen. En ook bij haar schoten de tranen in de ogen. Ze wilde flink zijn, ook voor hem. Maar ze kon het gewoonweg niet helpen. Het gebeurde gewoon.
“Wat ga je nu doen” vroeg ze, toen ze van de grote schrik bekomen was.
“Wat ik al eerder had moeten doen.”
Ze schrok van zijn woorden, omdat ze wist wat er nu komen zou. Resoluut stond hij op en liep naar de keuken. Hij pakte het kapotte koffiezetapparaat en flikkerde het in de vuilnisbak.
“Morgen kopen we een nieuwe.” Leen B 


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 27-01-2018, 15:13:58
Gerrit Zwaargeschapen. 

Hallo vrienden hier het verhaal over de Temp D met een deklast hout  varend in de Oostzee.
Met een lading hout in het ruim en de gebruikelijke deklast vertrokken we van Kritstinehamn naar Schiedam. En in de Oostzee varend kwamen we al snel in windkracht 8 recht op onze kop terecht. Nou lagen de kombuis, en het daarin staande eethoekje op dat scheepje aan de voorkant van de achter opbouw,

[ en onder het stuurhuis zien jullie de deur in kwestie onder het rode pijltje staan ! ] 
want die deur was dan ook gelijk de ingang naar het kombuis voor de gewone bemanning, om de maaltijd aan boord te kunnen nuttigen. Want onze ouwe en zijn vrouw kwamen door een andere deur uit hun Koninklijke vertrekken de kombuis met eethoek binnen, en dat was niet om te eten want zei aten in hun eigen salon compleet met meubilair, met een wijnrode vloer bedekking op het salon dek.
En er stond zo waar ook een oude kolenhaard compleet met fraai bewerkte kolenkit, en een pook met andere attributen om de as uit de haard te kunnen porren. Maar het kombuis was maar een vertrek met een kolen gestookt fornuis op dat kleine scheepje ,  waar wij als gewone bemanning dan ook aan een kleine tafel ergens in een hoek weg gedrukt zaten te eten. Want onze Kap en zijn vrouw verlieten namelijk ook scheepje via het stuurhuis, en in noodgevallen konden ze door de nood uitgang [ dat dwars door mijn hut, die achter in hun riant verblijf lag. En Henk Kortekaas was onze stuurman c.q. bestman, en Arie Goedman met Kees Bloemkool, en Gerrit Zwaargeschapen, vaarden als matroos, en Andries was een hakkelende jongen van 15 jaartjes en die vaarde onder de gage. En ik  was de eerste en enigste WTK 

en in onze de machinekamer stond een  MAK 146.25 KW 195  HP [ af gesteld. Maar ik kon eerst  even niet de betreffende foto uit die tijd vinden mensen. Ik had al mijn oude fotomappen door zocht want ik wist dat ik nog een foto of vijf met mijn jonge bekje en haar piekje op mijn voorhoofd daar op in de machinekamer uit de zestiger jaren moest hebben. En heel ver weg in een van mijn oude mappen vond ik de betreffende foto's als nog . Waar van ik er een hier boven heb geplaatst. Zo en nu gaan we weer verder met het verhaal over Gerrit zwaar geschapen, al gaat dit verhaal niet alleen over  Gerrit hoor mensen. Dus vaarden we op het moment van dit verhaal recht in de wind  met zware hoge wit schuimende golven [ dit om dat de Oostzee zoet water heeft, en om dat zoet water nu eenmaal zwaardere golven veroorzaakt dan zout water]  en zaten we met Kees, Bloemkool, Gerrit zwaar geschapen, en mijn persoontje in de kombuis ons maal door Jantje de vrouw van Sporema  onze Kapt bereid, te eten.

Maar op een zeker moment begon de ons bootje in rap tempo met zijn boeg omhoog te klimmen. En dat ging hoger en hoger en op een zeker moment hoorden we een zware doffe klap aan de voorkant van de opbouw, zo dat de pannen op het fornuis met de borden op tafel stonden te trillen,  en daarna rinkelend op het kombuisdek in scherven vielen. Na die klap  stond Kees op en liep door de scherven naar de deur, om aan dek te gaan kijken wat er daar aan de hand was. Maar hoe hij ook duwde, en ook niet toen Gerrit hem kwam helpen de deur wilde voor geen cm meer open. Het lijkt wel of de hele deklast tegen die deur aan gepleurd is meester zei Kees er zit geen beweging in die kolere deur. En daarna kwam onze ouwe de kombuis in met de melding, mannuh onze hele deklading hout is naar achter toe verschoven. En nou is de kombuisdeur volledig door de deklast geblokkeerd.  Dus moeten jullie door de salon naar buiten, en ook weer naar binnen toe net zo lang dat we het euvel verholpen hebben. Dus stonden Kees, en Gerrit zwaar geschapen op om door de deur van de salon heen naar boven te gaan om te kijken of ze wat konden verhapstukken om de deur van de kombuis vrij te maken. Maar toen ze de trap naar boven toe de salon in wilden stappen sprong Jantje de vrouw  van onze ouwe met haar armen wijd uitgespreid voor de deur, en ze riep met haar hoge gillende stem eerst jullie smerige schoenen uit voor je door mijn salon gaat stappen met die vieze dingen aan jullie poten!! Nou dat pikten de beide heren niet wat ze verdomme wel niet dacht met haar verbeelding de vuile secreet dat ze daar was. Maar Jantje was onverbiddelijk geen schoenen uit dan niet door haar schone salon, en zo hoorde we ze nog even bekvechten. En toen was het even stil, maar daarna hoorden we een verschrikkelijke  doordringende uithalende kreet van Jantje die door het hele achterschip klonk, en door merg en been ging.

We zaten allemaal verstijft van de schrik door dat lugubere gegil van Jantje.  En even later kwam Jantje  met paniek in haar ogen, en haar hand tegen de hartstreek gedrukt de kombuis in gestrompeld. Terwijl  haar mond  open, en dicht ging zonder dat ze geluid maakte, en ook niet nadat ik haar een paar maal gevraagd had wat er toch gebeurd was. Om zo van streek te raken maar Kees en Gerrit waren nergens meer te bekennen. Toen ik later op de brug kwam hoorde ik van Henk wat er gebeurd was.

Want op een zeker moment had Gerrit zwaar geschapen [ zo werd Gerrit dus niet voor niks genoemd mensen]  uit balorigheid door het gezeik van Jantje tegen hem en kees zijn broek laten zakken, en had hij Jantje zijn enorme klok en hamerspel getoond waar van ze helemaal van streek raakte. En daarna waren beiden heren met hun vuile schoenen nog aan door haar schone salon  het dek opgeschoten.
Nou konden wij Jantje wel begrijpen want de hoertjes in diverse havensteden die met Gerrit voor een nummertje seks mee waren gegaan. Maakten als ze Gerrit weer zagen dat ze rappido weg kwamen. Dus wat ik maar zeggen wil zo'n deklast hout was toch altijd zeer listig voor kapiteins vrouwen, mannen. En uit eindelijk bleek dat de hele deklast van ons scheepje door een zware breker, tegen de achter opbouw gegooid was.
En zo doende moesten we eerst de storm afrijden voor we het euvel van een schuivende deklast op konden lossen. En uit eindelijk is dat ons toch ook wel gelukt al waren er ook een paar staanders gebroken. Maar geluk bij een ongeluk de dek lading bleef gelukkig wel tussen de over gebleven staanders liggen  Vr gr  Leen B   
  :-)

En hier onder de link voor de foto's mannen


http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 08-02-2018, 17:03:46
Het Café van Aal Feeling op het Tesselseplein Duindorp 
 

Goedemiddag vrienden hier toch wel een nog een leuk verhaal. wat ik zestig jaar geleden mee maakte. Ik was toentertijd zo'n twintig jaartjes jong, en stee vast ging ik met mijn toenmalige vrienden iedere Zaterdag middag op kroegen tocht' startend in oud Scheveningen. En dan zo door naar de Kroeg van Aal Feling  in Duindorp waar we dan onze tocht tot in de vroege morgen uurtjes afsloten. We begonnen met   

de Bar 1

en na weer een aantal biertjes verkasten we naar Café Antwerpen,

en daarna werd  ook nog Café De branding aan gedaan. En van af daar reden we met een taxi naar Duindorp.

Om ook nog een bezoek tot in de late uurtjes aan toe bij Aal Feling de Schonkige uitbaatster maar toch wel echt toffe vrouw van het Duindorp Café bij ons op de hoek van het Tesselseplein te brengen.

En dat lieten we ons zeker weten voor geen geld afpakken, want Aal was om die tijd dan ook al flink aangeschoten van het vele Gerstenat uit haar eigen tap, of aangeboden door de daar aanwezige jongens. Maar schijnbaar hoorde zei als er niets aangeboden werd toch ook de stem van een van de maten, neem er maar een van mij Aal zeggen. Ze knikte dan  en tapte prevelend een pilsje, en schreef het  daarna netjes bij op het viltje van degene van waar van ze dacht de stem herkent te hebben.  En we wisten ook precies wat er hier na gebeuren ging. Het gebeurde niet altijd maar toch wel vaak want Aal was met alle respect  een schonkige toch wel een wat al bejaarde vrouw. En daar om zeiden we altijd onder elkaar jongens als je, je leren Jack naar haar toe gooit  [ want Iedere rechtgeaarde varensgast had in die tijd wel een Bruinleren Jack aan] dan blijft het wel op een of andere knook op haar lichaam hangen. En toen de maten, en ik de kroeg  binnen kwamen riep ze met haar hoge stem Pilsjeeee!! Ja Aal lekker hoor riepen we in koor, en gingen dan aan de bar zitten, en dan Aal tapte acht schuimende Pilsjes, en ze had ook al hele rode koontjes, en lachte mekkerend naar ons. En vol spanning wachten alle maten nieuwsgierig af wat er gebeuren ging. Als ze de Pilsjes voor ons op de Bar neer zette gebeurde er nog niks maar als ze de klep in zijkant van de bar opende om in het Café te komen wisten we dat er  wat te gebeuren stond. Ze kwam dan een blad met  Pilsjes in haar hand achter de Bar vandaan , en zette die voor ons neer. Zo schatjes  zei ze dan met haar hoge schorre stem deze biertjes zijn van mijn hoor, en als ze de kans kreeg pakte ze deze of gene man aan zijn kop beet en begon die dan smakkend te zoenen. En bij de gedachte alleen liepen de koude rillingen me over het lijf huuuuu !!!!! Maar je moest natuurlijk wel mee spelen anders ging het feest niet door. Help me is effe schatjes van me riep ze dan op het biljart toe lopend, en wij wisten natuurlijk precies wat er gebeuren ging, en hielpen haar het biljart op. Ze kon dan wel al goed de hoogte hebben maar ze riep dan naar van de jongens, hem een sleutel overhandigend, schat van me doe jij even de deur op slot, zo dat de kit er niet in kan. Waarna die gene zich haastte  om de kroegdeur te sluiten.

En toen zei ze mij een kwartje gevend schat van me, zet jij  nu even het plaatje nr  37 ' 

van de joubox op.  En daarna  gaat tante Aal gaat  voor jullie het mooie zeemanlied van Silvian Poons  en Oetse Verschoor

Opa, kijk ik vond op zolder
Een foto van een oude boot
Is dat nog van voor de polder
Van die oude vissersvloot
 
Jochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
'k Heb nou weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd

Daar is het water, daar is de haven
Waar j' altijd horen kon: "We gaan aan boord"
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon leit Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nou IJsselmeer
Een tractor gaat er nou greppels graven
'k Zie tot de horizon geen schepen meer

Kijk, die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn

Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat! Die jongen
Is je ome, die is dood

In 't diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door 't brakke water is hij begraven
Maar als 'k nog even wacht, zien wij elkaar

Toen ging de zee zo tekeer
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer

Waar is het water, waar is de haven
Waar j' altijd horen kon: "We gaan aan boord"
De voerman laat er zijn paard nou draven
En aan de horizon leit Emmeloord

Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
't Water leit nou achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijp.
 
zingen.

En onder luid gebrul van de maten begon ze met haar rauwe stem het lied Opa, kijk ik vond op zolder plaatsen een foto van een oude boot  te zingen, En ze begon daar bij ook nog met haar massale kont te draaien, waarna de maten die al een flinke slok ophadden en ook al flink lazarus waren  harder op haar kont sloegen dan geplant was. En ze gilde het met een gezicht rood van woede uit. En op een zeker moment viel ze tot onze  verbazing ook nog als een zoutzak in elkaar ,en begon even daarna op de biljart tafel als een bootwerker te snurken. En daarna was er geen beweging meer in haar te krijgen. We haalden wat dekens, en een kussen van haar bed en dekten haar daar mee toe. En sloten daarna de boel na eerst nog een afzakkertje op Tante Aal haar kosten genomen te hebben ,wist zij veel af.

En na die zware nacht, vroeg de volgende onze leraar motoren Bal weet jij waar de Schaper veren op een zuiger zitten. Ja Meneer zei ik met mijn duffe kop  die zitten bij de Drogist boven de deur met zijn bek wijd open. Vr gr Leen
   :-)

http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

De link voor de foto's mensen !!!!


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 22-02-2018, 16:26:41
                                           


                                                “Nostalgie,” Deel 1

Beste vrienden toen ik van de week naar de zolder geklommen was, om die weer eens aan kant te maken zo dat we die weer zonder haast de nek  te breken, ons weer op deze boven verdieping konden voort bewegen.
En toen zag ik ook onder de andere spullen na jaren weer eens mijn extra grote varens weekendtas van jaren terug in een hoek onder de pannen Nieuwsgierig geworden sleepte ik hem uit de hoek vandaan, en ritste de ritssluiting open, en begon daarna de hele handel uit te pakken. En het eerste wat ik er uithaalde was een stapel leerboeken met een breed rood lint er omheen, en dat lint was van Gieltje mijn eerste liefde van toen. En deze boeken gingen over  Motoren kennis praktijk,  theorie, elektra en het EHBO boekje. Daar moest je in noodgevallen de kennis  als er ziekte of wat men daar onder verstond aan boord voorviel uithalen. En ook het boekje uit de boord bibliotheek uiteraard. En dat boekje herinnerde me aan een voorval wat ik in 1961 aan boord van de Clotilda mee maakte. We kwamen toen  van Bremen met een lading stukgoed op weg  naar

Portsmouth Z Engeland, met een zuidelijke wind van zeven tot acht recht op de boeg. En dan was de Clotilda haast niet meer te sturen, er moesten dan  twee man aan het stuurrad staan, en dan nog zwabberden we van stuur naar bakboord over. En wat we ook deden met sommige ballast tanks vol en daarna weer leeg het hielp allemaal niks. En op een zeker moment kwam onze Stuurman de mess binnen, en die zei Meester Benno is achter het roer in elkaar gezakt, en hij beweegt niet meer.
Kan je de ouwe daarvoor niet roepen stuur? vroeg ik. Nou die geeft geen sjoege meester, en voor mij was hij ook behoorlijk aan geschoten toen hij van wacht naar beneden toe ging.
Maar jij kan het toch ook bekijken wat hij mankeert meester? Nou nee stuur ik had op school ook al een slecht cijfer voor EHBO.

Dus ging ik dan toch maar met de stuur mee naar boven, en ik zag  Benno piepend, en zwaar adem halend in een hoek van de brug liggen, en naar later bleek had hij dan ook nog zware Bronchitis. En het zware sturen om de Clotilda nog enigszins op koers te houden had hem de das omgedaan. Want hij had daar voor al pijn op zijn borst, en hoestte zijn longen haast uit zijn lijf. En onze ouwe heeft hem later toen Benno hevig hoestend waar hij iedereen nachten lang mee wakker hield, om dat hij met zware koorts in zijn kooi lag een paar borrels laten drinken. Dat was de beste medicijn voor alle kwalen want alcohol dode alle bacteriën zei onze ouwe. Maar later om dat hij het toch niet vertrouwde besloot onze ouwe Benno als nog naar het hospitaal in New Castle te laten brengen. En dat werd dan dwars op het zeetje varen dus moest alles wat los en vast zat van schoorlijnen worden voorzien. En ik had uit voor zorg mijn matras in mijn kooi aan de midscheeps kant omhoog getrokken, zo dat ik er niet uit gegooid kon worden. Want soms dacht ik dat we door zouden gaan zo scheef als ons scheepje op haar zei op het onstuimige water lag. Toen we dan eindelijk in New Castle afgemeerd lagen, kwam de dokter die al aan de kade stond te wachten aan boord. En na Benno onderzocht te hebben  besloot de  dokter dat Benno stanpede naar het hospitaal moest. 

Waar na hij vlak daarna dan ook met loeiende sirene naar het  Newcastle General Hospital gebracht werd, en dat bleek maar  krap op tijd geweest te zijn zei de behandelend dokter toen ik,  en onze stuurman de andere dag bij Benno op bezoek kwamen.  Hij had ook een  penseline kuur gekregen vertelde Benno ons, en hij moest nog minstens 10 dagen in het hospitaal blijven. [ Ja zo ging dat vroeger hé,] want nu sta je de ander dag al weer buiten. Dus dat was  exit Benno voor ons  want Benno is daarna negen dagen later van uit New Castle  naar huis gegaan, en daarna hebben we Benno dan ook nooit meer gezien.
Want wij gingen weer door op Portsmouth aan, en voor Benno kwam Bram een oud Kastelein uit Breda bij ons in Portsmouth aan boord, waar van onze ouwe zei die vent is geen mens, maar een Gorilla meester.
En inderdaad was Bram beren sterk, want hij trok de biems  van de dek luiken met zijn bloten handen uit de sponningen. Maar voor de rest was het een goede vent en er zat geen centje kwaad in dat kolossale lichaam van hem.       
En na deze gedachten ging ik weer verder met de oude weekend tas leeg te halen.

En voorzichtig haalde  ik als het volgend project de oude trompet uit de tas te voorschijn, die ik altijd gebruikte  bij onze zuipfeesten aan boord. En zo met die trompet in mijn handen zittende,  herinnerde ik me  Appie [ die ons later ontviel,] met Augie, zwaar geschapen, Henk, Gerrit, en Kees Verschoor [ Kees Bloemkool onze bootsman ], en ja  dat waren vrienden voor het leven dacht ik toen, maar nu weet ik wel  beter. Maar dat was namelijk anders, wat later zou blijken het was toen uit het oog uit het hart. En als we weer eens een zuippartij hadden, en we zweverig van de drank waren, dan haalde ik steevast die oude trompet van de wand van mijn hut af, want ik kon nog wel een  gebrekkig stukje van Charly,s Chaplings Lyme Light spelen. En toen ik schuchter  op die trompet begon te blazen, kwam er een afgrijselijk  krijsend geluid uit de trompet. Maar door de drank hoorde mijn toen niet nuchtere publiek dat toen allang niet meer.

Dus heel zette ik voorzichtig de trompet aan mijn mond, en probeerde de eerste noten van Charly,s Lyme Light  te blazen.
Toen er geluid uit de trompet begon te komen dacht ik even aan een visioen van Charly die met een gekweld gezicht naar me keek, te zien. En ik stopte meteen met mijn poging om dat er ook een kreet van mijn lieve vechtgenoot van beneden op me af kwam, met de vraag of ik soms een kat aan het villen was. Want een

Eddie Calvert zul jij zeker weten wel nooit niet worden hoor lieverd riep ze naar boven toe. Dus stopte ik maar met mijn poging om een  goede trompettist te worden. En pakte ik daarna een sigaren kistje uit de zak en nieuwsgierig deed het kistje open,

en daar in aanschouwde een stel boetnaalden om netten mee te kunnen breien, en ook vele maten spanen [om de maat van de scholen, of te wel de mazen van een te breien net aan te houden]

en ik herinnerde me ook hoe ik op de Anne, en andere schepen vaak een trawletje, [ sleepnetje ] tijdens het ten anker liggende uitzette

om een lekkere zooi schol en nog meer soorten vis die met de stroom in zee mee zwommen, te vangen.

En ik dacht ook aan de tijd toen wij vroeger als zestienjarige jongens op het strand van Duindorp [ Scheveningen ] met de zaaiing  op garnalen gingen vissen,
en met de zegen, op tong, en evt. nog andere soorten platvis. 

En dat  bij een flinke kou het water zo koud was dat ons  seks gereedschap op een zeker ogenblik net zo klein was als de garnalen die wij vingen, kwamen in mijn gedachten boven. Daarna graaide weer in de zak en haalde er een fotolijst uit voorschijn. Word vervolgt
  :-) Leen B

http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1

Link voor de foto's mensen !


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 15-03-2018, 16:03:22
Hallo Jan dat was een mooi stukje navigatie les van jou, maar nee daar zit ik niet op te wachten. Ik zelf ben machinist op de Coastvaart [ En ook 1e  monteur op de logger geweest] en mijn diploma's Mv. MVs en MVm heb ik op de zeevaartschool aan de Leuvenhaven in Rotterdam gehaald. En bedenk ook dat het meeste in mijn verhalen van  Jan T door mij verzonnen zijn, dus soms is het waar! en daarna is het weer volledig verzonnen. De bekende Romanstijl dus, en daar van heb ik ook een leuk aantal boeken in eigen beheer uit gegeven. Die ik allemaal in mijn kenniskring heb uitgedeeld, want ik kwam er al snel achter dat een uitgever met het meeste geld ging strijken. En nu moest ik alleen de drukker hier ter plaatse voor het drukken betalen. En er zijn ook nog wat verhalen in een boekje van het gemeente museum in Groningen geplaatst.  En die verhalen hebben ook nog in het Dagblad van het Noorden gestaan. En voor de rest ben ik een gewone oude jonge man van tachtig jaartjes oud  Vr Gr Leen B 

”Kapt Farben"

                                                                   
Als we langs de eerste huizen van Great Yarmout rijden , begint de stoom lok van mijn  trein piepend en sissend  af te remmen. En de passagiers beginnen hun jassen aan te trekken, en hun bagage uit het net boven  hun hoofden te halen. Terwijl een felle hagel bui de ramen van de trein geselt,  maar ja het is dan ook Februari, en de flarden zwarte vette rook van de locomotief worden door de bui dan ook neer geslagen. Ik trek mijn jack aan en pak mijn plunjezak uit het bagage net, en zie het station in het raam verschijnen. En als de trein schokkend tot stil stand gekomen is worstel ik me naar de uitgang van de trein toe. Stap het perron op en laat mij met de stroom Passagiers richting uitgang mee voeren.     
                                                                       
Buiten aangekomen zet ik de kraag van mijn jack op want het hagelt nog steeds. En sla de weg naar de haven in, om de Meester van de Henny D af te lossen,  die naar  later bleek niet meer aan boord van de Henny  D was. En om dat ik in Great Yarmouth  bekent ben  loop ik regel recht door naar de haven toe.  Ik heb hier namelijk tijdens mijn visserij tijd vaak haring liggen laden voor de rederij "Frank vrolijk Jz" Als ik aan de haven kom zie ik de "Henny- D" al  aan de kade liggen. Zo te zien ligt ze al zee klaar aan haar trossen te trekken als op dat moment een Koppel [Engels visser scheepje ] voor bij op weg naar zee toe vaart.   
Ik smijt mijn plunjezak op het achterdek, en spring er achter aan, en ga op zoek naar de Kapitein. Ik loop iets naar voren, en zie een mahonie houten deur met een glimmende gepoetst koperen bordje met Salon er op. Nou iedere Coaster man weet dat daar negen van de tien keer de Kapitein, en eventueel ook zijn vrouw bivakkeren. Ik klop op de deur, en na een tijdje nog eens maar om dat niemand op mijn geklop reageert  , open ik de deur maar en stap naar binnen toe en roep hallooo! is daar iemand. 'Dan hoor Ik ergens van beneden roepen wie u ook ben ik ben hier zo klaar gaat u al vast maar zitten meneer.
De salon ziet er huiselijk uit, als of een vrouwen hand hier de hand in heeft. Aan het schot hangen verschillende schilderijtjes, en ingelijste foto's. Een foto is van een al wat kalende man met een vrouw, op het achter dek van de Henny-D,  dat zouden de Kapt en zijn vrouw van de "Henny - D" wel eens kunnen zijn denk ik .  Terwijl ik de foto's sta te bekijken hoor ik een stem achter mij zeggen.
Goede middag meneer hoor ik een sympathieke bekakte stem achter mij , u bent zeker de eerste of tweede Meester, die u komt aflossen.

Ik draai mij naar het geluid van de stem om, en ben stom verbaast. Voor mij staat een slanke man met een lang smal gezicht, een havik neus, snor en punt baardje. Met een gouden bril met neusbeugel op zijn neus, en een witte uniformpet op zijn hoofd. En daar onder draagt hij een  wit overhemd met een licht blauwe stropdas, met daarop een gouden speld. En daar over een correct  zwart af kledend jasje met  twee geborduurde balken op zijn borst wat naar later zijn onder scheidingen blijken te zijn. 
En daar onder draagt hij een licht grijze broek met een mes scherpe vouw , met daar onder een paar glimmende gepoetste zwarte schoenen De man ziet er uit om door een ringetje te halen. Ik ben wel enigszins  verbaast want ik had die oudere kalende man van de foto als de Kapt verwacht te zien, en niet zo'n gedistingeerd man die hier voor mij staat. Ik geef hem een hand  en zeg dat ik de eerste Machinist  ben. En mij een hand gevend zegt hij Kapt Farben   
welkom aan boord meester.
Ik ben namelijk ook zelf pas drie uur aan boord als af los Kapitein. Want de eigenaar tevens de Kapitein van dit schip is voor zes maanden geschorst. Zullen we eens in de Mess gaan kijken of de andere bemanning leden daar te vinden zijn. Dan kunt u zich daar na gaan instaleren, en de tweede is nog niet aan boord maar die zal zo wel komen vermoed ik, hoe is uw reis naar hier  verlopen  prettig hoop ik.
Is wel mee gevallen Kap zeg ik, alleen de rit met die smerige stoomtrein van Londen naar hier vond ik geen pretje want overal zit er roet op en mijn witte overhemd heeft nu een gore witte kleur, ook wel bekent als Engels wit.  Onder tussen zijn we in de Mess aan gekomen waar de hele bemanning zit te wachten op de dingen die komen gaan Ik stel mij ook voor aan de mensen, en vraagt aan de Stuurman een Brabander die zijn vrouw die Tonny heet  mee vaart als kok. Of iemand mijn hut even kan wijzen zo dat ik kan gaan uitpakken. 
Dat doe ik wel even meester zegt Andries een matroos [er zijn namelijk drie matrozen Andries, Harry, Jan en de o/g Japie aan boord. En mijn hut was ook behoorlijk ruim, want ik kon ook gelijk door een deur van uit mijn hut de machinekamer in duiken. En er was ook nog een uitgang via een trap naar het dek toe. Want wat ik later ook merkte was dat de tweede meester, in het matrozen verblijf moest slapen. En dat had schijnbaar in het verleden ook nogal eens  moeilijkheden gegeven. Want als zo'n tweede man dat zag dat hij geen eigen hut had dan ging hij stanpede terug, als hij zag dat hij geen eigen hut hier aan boord  had, nou ja en dat zou ik ook doen.  Leen B




Titel: Re: Jan T
Bericht door: zier op 16-03-2018, 11:30:24
Leen dat lijkt wel ee machinisten ziekte van een eigen hut willen hebben,ik heb dat mee gemaakt met 1 van de eerste machinisten die stond er op dat die een eigen hut had aders wilde die dat de vlet gebeld werd want dan wilde die er af,maar we waaren de hoek al gepaseert dus moest die wachten tot de andere morgen als we in oostende oost waren zij die auwe.


Titel: Re: Jan T
Bericht door: zier op 16-03-2018, 14:25:35
Leen ik heb nog een vraag, je zeg dat je op school gezeten heb in de leuven haven,ken jij je nog de namen herinneren van klas genoten van toen ??.


Titel: Re: Jan T
Bericht door: Leen op 18-03-2018, 17:12:34
Hallo Jan jij schrijft!
Nou twijfelde ik toch altijd wel aan je verhaaltjes over schepen, zo ook dat de Autumn Sun van je hele verhaal daar klopt geen malle moer van ook mede doordat je iemand probeerde wijs te maken dat je daarmee in de Februari storm in 1953 mee op zee hebt gezeten, en bij binnenlopen een havenhoofd een douwtje hebt gegeven. En dat scheepje is in 1957 gebouwd.  Niet juist Jan, en nou ik weer: Het verhaal vertelde toch wat ander hoor, want in 1953 was ik pas 15 jaartjes jong. En net rijpschieter op de Sch 69. Dus heb ik niet in 1953 in die Feb storm met de Autumn Sun op zee gezeten. Want toen zat in namelijk in  de WW waar de heer Damme vakbond leider de honneurs waar nam lekker thuis . En dat Autumn Sun verhaal gebeurde in +- 1962 .. 63 daar omtrent waar ik toen ook eerste monteur op was.  We kwamen toen van Gr Yarmouth met navigatie schipper Barry Young, en Zwarte Giel visschipper. En met een Engelse stuurman John Storrar geheten, en ook nog drie Scheveningse  matrozen, en compleet met een hele Engelse netenploeg. En het juiste verhaal is dat onze navigatieschipper  met te laag water Scheveningen binnen wilde lopen. Wat visschipper zwarte Giel hem afraadde,  maar de Engelse navigatie schipper zette toch door. Dus ging ik met onze tweede Engelse monteur John Anchor  naar beneden de  motorkamer  in. En daar stond zeker weten een direct omkeerbare motor in. Dus zat ik achter het manoeuvreerwiel  klaar om te manoeuvreren, als dat nodig was. En op een zeker moment hoorde ik de kiel met een sissend  geluid over het zand gaan schuren.
En daar na begon het schip zwaar te stoten, en toen sloeg de telegraaf op stop, en gelijk daarna weer op vol vooruit. En toen zaten ik en onze tweede in spanning af te wachten wat er stond te gebeuren. En een poosje na dat gebeuren kregen we slow voor uit, en lagen we daarna een mijltje uit de wal te steken om te wachten om weer naar binnen te kunnen als er wel genoeg water stond. Voor de rest weet ik dat daarna de hak beschadigt was, en dat de Autumn Sun de andere dag naar de Sleep is gesleept om de hak te kunnen bekijken, en evt. te repareren. En Jan mijn verhalen op de Schevenings site af kraken is op zijn minst ook niet netjes van je. Die verhalen hebben toch wel eerst op eerst op het forum Kombuispraat gestaan, en ze werden daar ook graag gelezen. En de lees cijfers waren hoog, en bruine plekjes werden niet met een mesje uit de appel , [ verhaal gesneden] En ook op mijn eigen forum worden die verhalen nog graag gelezen dus mij liefje wat wil ik nog meer. En op het Scheveningen Forum mag ik ook niet klagen tot jij met je onzinnige uitspraken kwam. Niet leuk Jan, en ik ga er nu over nadenken of het nog wel de moeite is of ik nog verhalen van mij op het Scheveningen forum ga plaatsen. En die Mollenbonen en Turfstekers zijn ook gewone hard werkende mensen hoor Jan!  :(  En er is geen enkel verschil met een Scheveninger  zeker weten!   Gr Leen