Welkom,
Gast
. Alsjeblieft
inloggen
of
registreren
.
10-11-2024, 20:23:16
Nieuws:
http://jolybit.nl
De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.
Vraag en antwoord & Wie wat waar
Vraag en antwoord
Vraag en antwoord
Herinneringen deel 3
« vorige
volgende »
Pagina's:
1
...
55
56
57
58
[
59
]
60
61
62
63
...
105
Auteur
Topic: Herinneringen deel 3 (gelezen 811544 keer)
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #870 Gepost op:
16-11-2018, 08:08:12 »
Vervolg Bep no.2
De bootsman bezette dadelijk het stuurhuis, één matroos ging in de achterkajuit en bewaakte de radiozender en twee andere matrozen bewaakte de motorkamer.
De schipper werd in het stuurhuis geroepen en werd door de z.g. bootsman met een op hem van dichtbij gerichte revolver ontvangen.
De zeekaart, het journaal en andere scheepspapieren moesten worden gehaald.
Het journaal werd even ingezien en daarna moest worden duidelijk gemaakt hoe in de stuurhut de motor op voor en achteruit moest worden gezet. De gehele bemanning en ook de schipper moest beneden deks blijven.
Er werd nu gedurende één uur vooruit gevaren en daarna afwisselend zacht-aan en achteruit.
Alleen de motordrijver kreeg af en toe gelegenheid om de motor te verzorgen.
Van 21 op 22 maart te 12 uur werd er geankerd.
Op verzoek kreeg de bemanning op 22 Maart van 7 -9 uur v.m. gelegenheid om de visch, die nog aan dek lag, te verwerken.
Hierna moest de bemanning weer naar beneden en is het schip gaan stomen tot 12 uur, waarna er wederom werd geankerd en wel bij Borkum.
In dien tusschentijd waren de Duitschers zeer correct en vriendelijk geworden.
Eerst om 3 uur n.m. kwamen er officieren aan boord, die op het schip een onderzoek hebben ingesteld en in de achterkajuit slechts twee kooien hebben nagezien. De officieren zijn hierna naar den wal gegaan en te 4 uur n.m. kwam één der officieren zeggen, dat het schip vrijgegeven was. De schipper moest een geschreven bewijsje teekenen, waarop ongeveer stond dat de SCH.15
was opgebracht en de bemanning goed was behandeld.
De trawler “Bruinvisch “kreeg een loods aan boord en de SCH.15 vertrok daarachter tot de Huibert ton.
Hier werd de Duitsche loods door de Duitsche loodsboot afgehaald, nadat er order gegeven was, dat alle lichten gedoofd moesten blijven en dat het schip om verder te stoomen steeds de 7 vaamlijn moest houden.
Het schip heeft hier tot 22 Maart 6 uur v.m. ten anker gelegen en is wederom naar dezelfde vischgronden vertrokken.
Op den 29 Maart zijn 2 Duitsche vliegtuigen gezien, welke om de West koersten.
2 April te 4 uur v.m. werd de visscherij beëindigd, te 10 uur v.m. L.S. Terschellingerbank gepasseerd en te 23.30 werd er te Scheveningen gemeerd.
Op dit laatste traject niets bijzonders gezien.
Op de SCH. 15 waren de gebruikelijk Hollandsche kenteekenen aangebracht n.l. aan sb en bb. Op de verschansing de naam Holland,
een geschilderde vlag op sb. en bb. boeg en op het stuurhuisch en tevens op de bezaan een geschilderde Hollandsche vlag met eveneens de naam Holland.
2e. A.Korving, 1ste motordrijver, verklaart als bovenstaande en bovendien het volgende:
Donderdagmorgen 21 Maart te 10 á 11 uur v.m. toen hijde gelegenheid kreeg om van de kajuit over dek naar de motor ingang te gaan, zag hij dat er op den Duitsche trawler aan de gaffel van de bazaanmast een Hollandsche vlag geheschen was in plaats van de Duitsche hakenkruisvlag, die er oorspronkelijk gehangen had.
Voor de tweede maal heeft hij dit te 0.30 n.m gezien.
In dien tijd heeft hij niets bespeurd van vliegtuigen.
3e. P.de Jong, 2e monteur verklaart bovendien:
Toen op 21 Maart te 3 uur n.m. de overige bemanning lag te slapen en hij in het logies bij de hand moest blijven om af en toe den motor na te zien, hoorde hij motorgeronk.
Eerst te 6 uur n.m. hoorde hij van een Duitsche matroos, dat het motor geronk afkomstig was van zes Engelsche vliegtuigen.
Onder dit gesprek werd den Duitsche matroos ook gezegd, dat zij gezien hadden, dat de Duitsche trawler een Hollandsche vlag voerde, hetgeen hij, de Duitsche matroos, bevestigde met de meededeeling dat wanneer zij dit niet gedaan hadden, de Duitsche trawler zeker beschoten zou zijn geworden.
Den leeftijd van de matrozen en de bootsman schatte hij op 25 á 30 jaar.
Op het achterschip van den Duitsche trawler heeft hij zeker één kanon gezien, gedeeltelijk afgedekt met een zeil.
Scheveningen 3 April 1940
De expert bij de Scheepvaart-Inspectie
w.g. F.Berkhout
Aan den Chef van het Bureau Zeeverkeer
Badhuisweg 171
’s-Gravenhage
’s-Gravenhage, 6 Mei 1940
Voor eensluidend afschrift
( Onleesbare handtekening )
Lijkt op Seventer ?
Verslag
Inspecteur –Generaal
…….r de Scheepvaart
H.B.
Afschrift
’s-Gravenhage, 4 april 1940
Vervolg van het rapport over de aanhouding van den motorlogger “Bep “ SCH. 15.
Maarten Pronk, stuurman.
Deze Pronk maakte tegen den Duitschen bootsman de opmerking dat, wanneer er nu eens Engelsche vliegtuigen overkwanen, dit gevaarlijk zou zijn voor de SCH. 15
Hierop antwoordde deze bootsman : “Geen nood, want wij zijn nu allemaal Hollandsche schepen “.
Er was één Duitsche matroos, die behoorlijk Hollandsch sprak en die, zooals hij vertelde, een Hollandsch diploma voor stuurman ter visscherij had. Deze matroos kende zelfs verschillende schippers uit IJmuiden.
M.Pronk heeft een kanon gezien op het voorschip, één op de brug en één op het achterschip.
Hij heeft op den boeg gezien, de naam “THETIS “de letters waren ongeveer 2 dm. hoog en daarachter iets lager en ongeveer 2 maal zoo hooge letters en cijfers “O. 46 “.
Zier Spaans, matroos
Heeft niets van de Hollandsche vlag op den Duitsche trawler gezien en ook niet gemerkt, dat er vliegtuigen zijn overgevlogen.
Leen de Jong, matroos
Kan niet met zekerheid zeggen of hij de Hollandsche vlag op een Duitsche trawler heeft gezien.
Aan de Heer Chef van
het Hoofdbureau Zeeverkeer,
Badhuisweg 171
’s-Gravenhage
Verslag
Leendert Spaans, matroos
Wel even boven geweest en heeft een Hollandsche vlag gezien, maar durft niet met zekerheid te zeggen of die van den Duitsche trawler of van de “Bruinvisch “was.
Piet de Jong, jongste, oud 17 jaar
Deze Piet de Jong is verschillende keeren tijdens het opbrengen even aan dek wezen kijken.
Eén keer heeft hij duidelijk gezien, dat één DuitscheTrawler de Hollandsche vlag voerde aan de nok van de gaffel van de bazaanmast.
Deze gaffel stond even over stuurboord . Een zeil was niet aangeslagen.
Hij heeft gezien, dat er op de boeg stond “O 46 “en daarvoor de naam “Thetis “
De schipper maakt zich bezorgd, dat na al deze mededeelingen, de Duitschers wraak zullen nemen.
Hij meende, dat de verandering van den naam en het nummer dit mogelijk zou kunnen voorkomen.
De expert bij de Scheepvaartinspectie
w.g. F.Berkhout
’s-Gravenhage, 6 mei 1940
Voor eensluidend afschrift.
Handtekening onduidelijk
( lijkt op Seventer )
Wotdt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #871 Gepost op:
16-11-2018, 08:20:32 »
Had schipper Nicolaas Pronk een vooruit ziende geest ?
Blijkbaar wel.
De Telegraaf van 1 mei 1940 kopt met het volgende bericht.
Bemanning van de “Bep “
( door Duitschers in de grond geschoten ) Behouden Terug.
Treiler werd voor Engelsch schip aangezien.
Na langdurige verhooren,te Wesermunde eindelijk vrij. \
’s-Gravenhage,1 mei
Er heerschte heden vreugde in Scheveningen en droefheid.
Vreugde in de gezinnen, waarvan de mannen en zoons uit Duitschland heden terugkeerden na 12 dagen in Wesermunde gevangen gezeten te hebben, nadat hun schip, de Sch.15, door een gewapenden Duitschen treiler in de grond was geboord., droefheid in tal van andere gezinnen wier mannen hoogst waarschijnlijk door het in de lucht vliegen van de Sch.61 zijn omgekomen en die hiervan door Scheveningsche predikanten gisteravond op de hoogte zijn gebracht.
De bemanning van de Sch.15, van de reederij J.J.van der Toorn, is heden met twee kustvaartuigen, de “Wega” en de “Nato “, in het vaderland teruggekeerd.
Met de “Nato”zijn hedenmorgen de stuurman Maarten Pronk, een achterneef van de schipper Klaas Pronk, en de matrozen Piet, Leen en Pieter de Jong in Schiedam aan wal gezet en met een auto naar Scheveningen gebracht, waar zij met blijdschap door hun familieleden zijn begroet.
De schipper Klaas Pronk, met de overige leden der bemanning, Arie Corving. Leen en Zier Spaans, zijn met de “Wega “naar IJmuiden gebracht en daarna naar Scheveningen gereisd.
Weer thuis.
Maarten Pronk was hedenmorgen om halftwaalf al in zijn gezin in de Menninckstraat terug. Zijn vrouw en 5 kinderen waren natuurlijk dolblij dat na al deze avonturen vader weer bij de tafel zat en tranen in moeders oogen bewezen beter dan woorden, wat er in haar omging, toen zij haar man weer tegenover zich had.
De stoere stuurman zelf was de kalmte in persoon, en zijn gezond rood gezicht illustreerde wel, dat de onaangename avonturen zijn physiek niet aangedaan hadden.
Zeevarenden zijn over het geheel niet erg mededeelzaam en ook Pronk was eerst terughoudend, maar toen hij nog eens goed alles overdacht had, wat hij in de afgeloopen 14 dagen had doorleefd, kregen wij ten slotte toch een goed aaneengeschakeld verhaal van zijn belevenissen.
Op 12 April in den vroegen morgen, vertelde Pronk, lagen wij ongeveer 100 mijl uit de kust benoorden Terschelling, toen wij plotseling hoorden schieten, De wacht aan boord wekte inderhaast de rest van de bemanning, die in de kooi lag met de roep: “Er wordt op ons geschoten”! In minder dan geen tijd was de geheele bemanning aan dek en zag op een afstand van circa 600 tot 700 meter in den halven nevel, welke er op zee hing, een grijs schip opdoemen. Dit schoot met een kanon en met mitrailleurs op ons – aldus Pronk- doch wij werden niet geraakt. De Sch.15 vertoonde op verschillende plaatsen de woorden “Holland “ en de nationale kleuren. Op het moment van het schieten zou de Nederlansche vlag juist geheschen worden. Toen het schieten begon, werd direct de Nederlandsche vlag aan de mast geheschen, welke toen duidelijk door den schietende treiler moet zijn gezien. Kort daarna hield het schieten op en kwam de treiler naderbij gevaren.Wij hadden terstond de twee reddingsboten gereed gemaakt om te water te laten. Het was toen ongeveer halfzeven in de morgen en de bemanning stond juist op het punt de netten voor de tweede maal te halen.
Toen de gewapende treiler dichtbij gekomen was en aan stuurboord langs stoomde, maakte de commandant een handbeweging, welke er op wees, dat hij het schip wilde laten zinken. Tevens maakte hij duidelijk dat de bemanning geen tijd meer had om de twee gereed gemaakte booten te water te laten, doch dat zij moesten overspringen aan boord van den gewapenden treiler, die naar men nu bemerkte, een Duitsch oorlogschip was. Tijd voor onderhandelingen werd niet gelaten, noch kreeg eenig lid der bemanning gelegenheid iets van het schip mede te nemen : de persoonlijke eigendommen moesten dus achterblijven.
Voor een Engelschman gehouden.
Er zat dus niets anders voor de Scheveningers op dan hun schip in de steek te laten en op den Duitschen treiler, die geen enkelen naam of onderscheidingsteeken droeg, over te springen. Hierbij waren Duitsche matrozen behulpzaam,die de leden van de bemanning op het voordek verzamelden. Nu werd medegedeeld, dat men de SCH.15 eerst voor een Engelsch vaartuig had gehouden en dat meen geen tijd had het schip op te brengen,uit vrees voor Engelsche patrouillevaartuigen.
De commandant zeide,dat hij de SCH.15 in den grond moest boren, ook al omdat zij in het Duitsche mijnenveld zou hebben gevischt, hetgeen de schipper van de SCH.15 ten stelligste ontkende aan de hand van de kaarten. Bovendien waren er dan nog meer Nederlandse vissers in de omgeving, die intussen, door het schieten blijkbaar opmerkzaam gemaakt, zich in den mist verwijderd hadden.
Terwijl de bemanning van de SCH.15 zich op het voordek bevond,werden de kanonnen en mitrailleurs van den Duitschen treiler op de SCH.15 gericht en begon men te vuren, Het was een hard gelag, zoo zeide de stuurman om ons mooie schip met zijn rijke vangst aan versche tong en tarbot, en ons bezit daar in den grond te zien boren.
Een twintigtal kanonschoten was noodig eer de SCH.15 zonk. Later kwam alleen een der sloepen weer boven, Van de rest zagen wij niets.
Goed behandeld.
Twee dagen zijn wij nog in de omgeving gebleven, aan boord van den Duitsche treiler.Wij werden goed behandeld en kregen hetzelfde eten als de Duitsche matrozen. Ook voor de ligging deed men alles om ons te helpen en een paar leege kooien werden ons ter beschikking gesteld. Wij hadden drie dagen op dit terrein gevischt, voor de Duitschers kwamen en wij waren ons er absoluut niet van bewust dat wij in het Duitsche mijnenveld waren. Na twee dagen aan boord van den treiler geweest te zijn, werd de Scheveningsche bemanning naar Wesermunde gebracht.
Hier werden wij van boord gehaald, in een auto gezet en naar de politiegevangenis gebracht volgens Pronk.
Het bleek uit het verhoor, dat men ons van spionnage verdacht, althans om die reden werden wij blijkbaar in de gevangenis opgesloten. Hier hadden wij het heel wat minder goed dan aan boord, de kost was maar zóó zóó. Tweemaal werden wij verhoord door de Gestapo-vertegenwoordigers, die van alles vroegen: omtrent de partij, waartoe wij behoorden,- ik ben anti-revolutionair en vertelde dat Colijn onze leider was, hetgeen blijkbaar een goeden indruk maakte – men vroeg van alles omtrent onze familie, of er nog Joden in de familie waren, enz. Wij werden streng behandeld, blijkbaar vanwege de spionnageverdenking, doch men bleef correct bij de verhooren.
Pogingen om met onzen consul in Bremen in contact te komen mislukten den eersten tijd volkomen. Zóó brachten wij 12 dagen in de gevangenis van Wesermunde door. Wij zagen alleen elkaar, hetgeen ten minste nog een zeker soort gezelligheid gaf.
Het onderzoek der Gestapo scheen eindelijk te hebben uitgewezen, dat wij met spionnage niets te maken hadden en zoo werden wij eindelijk Donderdag j.l. uit de gevangenis ontslagen, hoewel nog niet vrijgelaten.
Er waren intusschen twee Groningsche kustvaarders, die tijdelijk in de haven van Wesermunde waren vastgehouden na een reis naar Zweden, aangewezen om ons naar Nederland terug te brengen. Voor het zoover was, hadden wij evenwel nog het een en ander mee te maken. Wij waren reeds aan boord van de twee kustvaarders de Weser opgestoomd, toen er eensklaps weer bevel kwam, dat wij van boord moesten.
Nu werden wij echter niet meer als gevangenen behandeld, doch overgebracht naar de marine kazerne te Wesermunde, waar wij beter behandeld werden. Intussen was er contact met den consul te Bremen gekomen en Maandag j.l. werden wij weer aan boord van de twee kustvaartuigen teruggebracht.
Dinsdagmorgen om 5 uur in den morgen zeilden wij eindelijk uit en na een voorspoedige reis zijn wij thans weer gelukkig in het vaderland terug zoo besloot de stuurman zijn verhaal.
Hij was nog niet geheel gereedgekomen, toen één van zijn dochtertjes juist van school komend tot haar onuitsprekelijke blijdschap vader in de huiskamer terug vond.
Een familietooneeltje, treffend in zijn eenvoud en even een kijkje gevend in het harde visschersberoep.
Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #872 Gepost op:
16-11-2018, 08:22:44 »
Vervolg Bep no. 4]
De gegevens zijn uit vrij recent
Wordt vervolgdontvangen verslagen en een vergeelde krant d.d.
1 mei 1940.
In een volgend artikel wil ik nog ingaan op bijkomende gegevens en vragen.
De volgende gegevens zijn verkregen uit persoonlijke gesprekken met een der opvarenden.
Reeds tijdens het onvrijwillige verblijf in de gevangenis is deze bemanning gewaar geworden hoe het Duitse regime was . Zelf in vrijheid , een beroep uitoefenend en dan plotseling opgesloten in de gevangenis als een stel boeven.
Meerdere malen werd in de nacht huilende en gillende vrouwenstemmen gehoord. Waren er ook vrouwen in deze gevangenis opgesloten ? Het bleek wel het geval te zijn.
Dit werd vernomen van een der gevangenbewaarders, een Groninger, welke getrouwd was met een Duitse vrouw en in deze gevangenis werkte als bewaker.
Hij vertelde dat deze ongewone geluiden van gillende en huilende vrouwen afkomstig waren van vrouwen, welke werden ondervraagd, na arrestatie door Gestapo medewerkers.
Deze arrestaties waren meestal het gevolg van ontevredenheid en gemor, tijdens het in de rij staan voor winkels, ter verkrijging van levensmiddelen of andere goederen.
Het verblijf in de gevangenis was voor de bemanning zeker geen een pretje.
Doelloos rondhangen zonder vooruitzichten. Vanuit de vrijheid van het vissersschip naar de beslotenheid van het gevang.
Ze waren, vanuit hun werk aan boord, gedwongen zo op het Duitse marineschip over te stappen. Gekleed in bruine kiel, pet op het hoofd en rode zakdoek om de nek en geschoeid in lieslaarzen of klompen.
Tijdens de luchting pauzes werd van deze mannen gevergd, dat zij in looppas rondjes liepen op het terrein waar werd gelucht.
Vaak geen het niet snel genoeg voor de bewakers en werden zij aangevuurd met de kreet......
Mensch, schneller, schneller.
Ik geef je het te doen om met lieslaarzen rondjes hard te lopen.
Wat de bemiddeling van de consul voor waarde heeft gehad is dubieus.
Waarom werd er geen bericht gegeven aan de rederij op Scheveningen.
De eerste berichtgeving was pas nadat de beide coasters resp. in IJmuiden en Schiedam waren gearriveerd.
En nog werd er geen direct bericht aan de vrouwen en moeders van de opvarenden gegeven.
Waarschijnlijk heeft geen van deze vrouwen en moeders telefoon gehad.
Wel weet ik dat de vader van een der opvarenden, ( de stuurman ) ,een kleine middenstander was en waarschijnlijk in het bezit was van een telefoon, wel in kennis is gesteld van de aankomst in Holland.
Via deze persoon is de echtgenote in kennis gesteld van de aankomst van haar man en deze middenstander is naar een school in Duindorp gereden om de bovenmeester in te lichten, dat de kinderen van de betrokken vader veilig in Nederland was gearriveerd en niet zoals eerst werd aangenomen, zoals de bemanning van de Willy, waren verongelukt.
De bovenmeester verwittigde de kinderen persoonlijk in hun klassen, gepaard gaande met felicitaties en deze kinderen werden in de gelegenheid gesteld om naar huis te gaan.
In het gepubliceerde krantenbericht was sprake van de dominee die de berichten over het verongelukken van de "Willy " aan de betrokken vrouwen en moeders moest aanzeggen.
Ook in het geval van de "Bep " zijn dominee's rond gegaan om betreffende vrouwen en moeder geestelijke bijstand te verlenen. Ook hier was er grote onzekerheid door de lange tijdsduur van de ongewenste internering.
De bemanning heeft wel vergoeding gekregen voor de verloren gegane prive eigendommen.
Deze afwikkeling is vrij spoedig tot stand gekomen. Reeds op 10 mei 1940 kon op het consulaat in Den Haag deze vergoeding worden afgehaald. Hoeveel mensen op deze dag een bezoek hebben gebracht aan het consulaat, is mij niet bekend. Mijn zegsman heeft het op 10 mei nog wel geprobeert, ondanks dat door Duitsland op deze morgen de oorlog was verklaard aan ons land. Maar onderweg naar Den Haag is hij terug gekeerd daar er para troepen waren geland en er regelmatig werd geschoten.
Hoe de schade met de reder is afgewerkt is mij onbekend. Misschien weet Piet Es hier iets over ?
Men zou denken dat lering getrokken kon worden uit wat deze bemanning heeft meegemaakt in de Duitse gevangenis.
Mij is bekend dat van een der opvarenden, de kinderen fervente aanhangers werden van de N.S.B.
Veel vragen zullen blijven.
b.v. Het nummer 0. 46 op de Duitse trawler welke de "Bep " heeft opgebracht naar Borkum.
Was dit een visserij nummer of was het een voorkomend nummer in gebruik op oorlogschepen ?
Was dit camouflage ?
Ook het voeren van de Hollandse vlag op een Duits vaartuig ?
Kon de " Bep " zo gemakkelijk ankeren of is zij langszij van de trawler gemeerd, nadat deze had geankerd.
Ook het excuus dat de "Bep " voor een Engels schip werd aangezien lijkt mij onzin.
Welke Engelse trawler zou zich zo ver in de Duitse Bocht vertonen om te vissen in oorlogstijd ?
Waarschijnlijk zullen er nog veel onduidelijkheden niet verklaart kunnen worden.
Enkele correcties.
De in de krant vermelde naam Arie Corving in hierin foutief vermeld, Dit moet zijn.... Arie Korving..
Einde
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #873 Gepost op:
17-11-2018, 10:08:00 »
Geen "O ' visserij registratie in die tijd in Duitsland, wel "ON'.
Om zich te klaren liet een Duitse schipper tijdens een aanval van Britse bommenwerpers de hakenkruisvlag vervangen door de oude Duitse vlag (blauw, wit , rood,) en door deze ondersteboven op te zetten en hij had succes, ze lieten hem ongemoeid maar bij binnenkomst werd hij ter dood veroordeeld, de pret was dus van korte duur, want hij had volgens een aan de wal zittende instantie nooit de hakenkruisvlag naar beneden mogen halen dit was in hun ogen verraad, nou en net toevallig daar van hielden die gemütliche brüder niet ,later is zijn straf omgezet.
Ik heb weer wat over teruggevonden , ik heb het ooit eens gelezen in een of ander Duits blad maar ik zal het verhaaltje opsturen naar Vreemdeling dan kan hij dat mooi vertalen.
«
Laatste verandering: 19-11-2018, 10:46:20 door J.H.
»
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #874 Gepost op:
19-11-2018, 11:01:25 »
Wega-1927-
Wega-1927-.jpg
(73.88 KB, 801x534 - bekeken 637 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #875 Gepost op:
19-11-2018, 11:02:19 »
Nato-1939
Nato-1939.jpg
(76.51 KB, 801x534 - bekeken 610 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #876 Gepost op:
19-11-2018, 11:19:43 »
Kriegsmarine kazerne te Wesermünde
Kriegsmarine_kazerne_te_Wesermunde.jpg
(95.83 KB, 801x534 - bekeken 637 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #877 Gepost op:
19-11-2018, 11:23:54 »
Kriegsmarine kazerne te Wesermünde.
Wonderlijk dat het gebouw de talrijke bombardementen heeft overleeft, tot zelfs de adelaar boven de ingang zit er nu nog.
Wesermünde werd vernaamd in Bremerhaven.
Kriegsmarine_kazerne_te_Wesermunde-a.jpg
(116.78 KB, 801x534 - bekeken 651 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #878 Gepost op:
19-11-2018, 21:37:55 »
De Duitse IJsland visserij in de jaren 1985 tot 1995.
Strandingen,Verlies van schepen en ongevallen.
Door Hans Wöhlbing en Jens Rösemann.
Gerecht verhoren van het Scheepvaart Inspectie in Bremerhaven, naar aanleiding van de stranding van de trawler “Friedrich Albert”, op 19 Januari 1903, bij Kaap Portland ,
aan de zuidpunt van IJsland.
Het schip en haar bemanning.
“Friedrich Albert “ bouwjaar 1898.
Rederij: : Geestermünder Haring en Diepzee visserij Onderneming.
Roepletters KRHV.
192,88 register ton. Lengte 39,18 meter, breedte 6,45 meter , diepte 3,28 meter..
Triple expansie Machine , 320 pk..
Schipper George Büschen.
Roerganger Rud Bojahr, ongediplomeerde stuurman ( ook wel bestman genoemd )
Eerste Machinist H.Stickler
Tweede Machinist Carl Merker.
Assistent Emil Lange.
Stoker Fritz Wutzow
Netten reparateur F.Nahrwold.
Matroos F. Hagemeier, Warber ( vermoedelijk de vader van Ernst Hagemeier )
Matroos August Pittke, Rusbend
Matroos W,Wesemann, Haselhorn
Kok Wilhelm Wilke.
Na de stranding zwierf de bemanning nog 11 dagen langs de kust, zonder enige menselijke nederzetting te vinden.
De roerganger stierf en ook de eerste machinist en matroos Wesemann.
Verliezen van de Engelse en Duitse trawlers bij IJsland.
Jaar. Engels Duits
1900 27 6
1901 21 5
1902 17 2
1903 12 7
Het relatief hoge aantal Engelse verliezen is te wijten aan het grotere aantal Engelse schepen wat vissende was bij IJsland, waar onder ook nog veel oudere stoomtrawlers waren en ook nog veel van de oude “ smack “ scheepstypen .
Bron : Staatsarchief Bremen
De andere overlevenden bereikten op de 30e Januari 1903 het gehucht Ormstadur, van waaruit zij naar Duitsland, via Reykjavik, zijn terug gekeerd.
De matrozen Hagemeier en Pittke moesten wegens bevriezingen in Reykjavik door artsen behandeld worden.
De stoker Wutzo verloor door amputatie zijn beide benen..
De volgende verliezen aan Engelse en Duitse vissersschepen werden gemeld.
Hier worden enkele passages uit deze berichten vermeld.
Van de Duitse Zeelieden Verening B.XIX . No. 5 uitgave mei 1903.
De stranding vas de stoomtrawler “Friedrich Albert “ in IJsland en de lotgevallen van haar bemanning.
Door dhr. F.Duge, havenmeester in Geestemünde
Vertrek vanuit Bremerhaven. 14 Januari 1903 om 03.00 uur.\
Op 18 Januari 2003 om 11.30 uur, begin van de visserij met een sleepnet bij Portland, ( het ZW lijke punt van IJsland ) op een diepte van 90 meter. Vanwege de geringe vangst wordt op de avond van de volgende dag besloten naar de visgronden bij Ingolfs Hoofde Hoek, verder oostwaart, te gaan vissen
Bij redelijk rustig weer, liep de trawler,op de zeewacht van de bestman Bojahr, rond 21,45 uur, vast..
Door de aanstormende golven werd het schip op het strand geworpen, De onder ruimen en de machinekamer werden overspoeld..
Over de redding van het schip viel niet te denken.
De bemanning redde zich zelf, alleen in hun ondergoed gekleed ,stonden zij aan de wal..
Daar gelukte het om wat objecten en wat proviand op te slaan.
Om de vaste wal te kunnen bereiken, moest er een mars door moeras, lava zand en door een ijskoud, sterk stromend gletsjer water, worden afgelegd.. Na twee dagen werd deze poging gestopt, daar men de vaste wal niet konden bereiken..
Op 23 Januari was het opnieuw mogelijk om twee vaten met zeekaak en wat reuzel , met grote moeite, uit het wrak te redden.
Nogmaals, maar nu in stormachtig weer, werd er een poging gewaagd om de vaste wal te bereiken.
Om 09.30 uur werd een grote hoeveelheid water bereikt, het doelwit van hun mars.. Er bleef geen andere mogelijkheid over , dan de nacht door te brengen dan op het ijs en een sneeuwveld., waar men zich nu op bevond..
Het voedsel , wat uit wat harde zeekaak bestond, wat meegenomen was, moest zorgvuldig worden verdeeld. Iedereen kreeg s 'morgens en s 'avonds, een handval zeekaak..
De nacht was verschrikkelijk. De schipper liet de mensen dicht tegen elkaar aan staan, om elkaar zo te verwarmen en liet de manschappen regelmatig lopen en hij moest er voortdurend op letten, dat mensen niet te lang bleven zitten, om zo te proberen, de bevriezing te voorkomen.
Op 25 Januari , om 6 uur in de morgen, overleed machinist Stricker.
Hij had al 's nachts al wartaal gesproken en kwam niet meer bij bewust zijn.. Tijdens deze periode had de groep zich gesplitst.
Daarbij stierf matroos Weseman, staande in het koude water..
De bestman Bojahr ging terug naar het wrak en stierf daar.
Op 26 Januari 's ochtends werd de tocht naar het wrak hervat.. De rest van het meegevoerde proviand werd verdeeld en de voeten van sommige bemanningsleden waren zo bevroren, dat zij geen schoenen of laarzen meer konden dragen en moesten de voeten omwonden worden met vodden.
Na onuitspreekbaar veel moeiten, bereikte men om zes uur 's avonds de plaats van de stranding.
Daar werd uit delen van het wrakhout nog een soort boot gebouwd, waarvan de kieren met reuzel werden dicht gesmeerd, waarmee men hoopten om de gletsjer stroom te kunnen overwinnen.
Met grote moeite werden de door lava zand en sneeuw bedekte restanten van het proviand en enige uitrusting stukken opgegraven.
Om een soort beschermende muur te bouwen tegen de wind en sneeuw, mislukte geheel en de branding van de opkomende vloed , verwoeste dit plan geheel..
Op 29 Januarie om 3 uur, stond men voor de grote rivier, wat altijd het doel was geweest van hun tochten, Bij de monding, waar de rivier de smalste breedte had, werd de overtocht met de boot / slee gemaakt, waarbij drie mannen tegelijk konden worden overgebracht, waarna de boot door middel van een lijn weer werd terug gehaald,.. Na vier maal de overtocht te hebben gemaakt., was om half zes in de middag, de overtocht over de rivier beëindigd.
Nu moest de tocht worden voortgezet naar het noorden, in de richting van de bergen.. Zij vonden op hun tocht een boot, die wat beschutting gaf voor de nacht.
Toen de volgende ochtend , dus op de elfde dag na de stranding, de tocht moest worden voortgezet waren alle handen en voeten bevroren en opgezwollen. En alleen met veel moeite en veel kracht inspanningen , was het nog mogelijk om de pijn te verbijten en de tocht voort te zetten..
Na een tocht van twee uur vond men een kleine boerderij en gedeeltelijk moesten de schipbreukelingen er op handen en voeten naar toe kruipen,
Met de voltooiing hiervan, waren alle krachten uitgeput.
Niet genoeg kan deze vreugdevolle opoffering van deze arme mensen geroemd worden, waarbij zij de schipbreukelingen opnamen. Wat er aan verfrissingen voorhanden waren, werd hun gegeven. De bevroren ledematen werden meteen door deze dappere boer op zaakkundige wijze ter hand genomen., waarbij hij de bevroren lichaamsdelen in koud water, met tussen pozen, liet onder dompelen. Deze behandelingen werden uren lang en ook tijdens de nacht, voortgezet., waarbij de boer en zijn vrouw wakker bleven , om de gewonden te verzorgen..
De vrouw en haar kinderen sliepen op de vloer, hierbij de bedden beschikbaar latend voor de schipbreukelingen.
Op de avond van de tweede dag kwamen een gerechtsdeurwaarden en een arts de noodverbanden aanleggen. DE volgende dag werden de schipbreukelingen naar het kleine plaatsje Breidabölsstad vervoerd, waar zij voor de verdere behandeling bleven.
Vanaf de plaats Skaptefjeld, die zij allemaal op de eerste Februari bereikten, werden de eerste vier bemanningsleden naar Reykjavik gestuurd,
De reis ging per IJslandse paarden en duurde acht dagen,
De verdere reis naar huis verliep via Stavanger in Noorwegen en Hamburg, naar de woonplaats Geestemünde, waar zij op de eerste Maart, aankwamen..
Enige opmerkingen over de toen heersende omstandigheden..
Er waren geen betrouwbare nautische kaarten van het Portland gebied..
Ook was er weinig bekend over de heersende stromingscondities..
Deze waren vaak aanlandig..
De diepte kon toen alleen maar met een handlood worden gemeten.
Tijdens de stranding stond er een matige wind kracht, wat later volledige storm krachr bereikte, wat veel sneeuw, hagel en lava zand met zich mee voerde.. Dit was goed merkbaar in ogen en neus en de talloze verwondingen, wat zeer pijnlijk was.. Daar het winter was, was er maar gedurende korte tijd daglicht.
Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #879 Gepost op:
19-11-2018, 21:39:12 »
Verslag over het zinken van de trawler N.Ebeling.
( in de winter van 1952 bij IJsland ).
Voordat de trawler Teutonia naar haar thuishaven kon vertrekken, had zij nog een droeve plicht te vervullen..
Een trawler had bij het vissen met haar trawl een lijk opgevist afkomstig van één van de ongelukkigen bemanningsleden, van de gezonken trawler N,Ebeling.
De zinken kist met het stoffelijk overschot stond gereed in de haven van Patrekfjord, voor de overbrenging naar Bremerhaven.. De sterke wind, die de storm had gevolgd, was nu volkomen verdwenen, toen de Teutonia in de mistige poolnacht , op de noordwestlijke uitloper van IJsland, de haven binnen liep.
In een spookachtige stilte naderde de stoomtrawler in stilte de pier,
De weinige lampen daar waren in een wattige mist gehuld en hadden een stralende lichtkrans om zich heen, wat afstak tegen de wazige omgeving.. De rust van de langzame nadering van de pier, werd alleen maar door het geluid van de machine telegraaf verstoort, wat weer snel verloren ging in deze omgeving..
Het meren van het schip werd in volkomen stilte uitgevoerd.
In het diffuse gedempte licht bewoog een stille processie zich naar het schip toe.. Daar in dit gedeelte van IJsland hebben alle inwoners te maken met de visserij, moeten we met zekerheid aannemen, dat de kist werd gedragen door vissers.
Zij deden dit met een gematigde waardigheid, die zij hun vreemde collega visser , verschuldigd waren.
De bemanningsleden van de Teutonia namen eerbiedig hun mutsen af.,
Geluidloos namen zij de kist over van hun IJslandse collega's, die zich zo spoedig mogelijk van het schip verwijderde en langzaam van de wazige mist rond de kleine pier verwijderden..
Het geheel er van, leek een spontane toewijding in zijn hoogste perfectie., zonder toeschouwers en zonder enig spoor van enscenering..
Zo stil als de Teutonia was binnen gelopen, verdween zij ook weer van deze onwerkelijke plaats van handeling..
Niels moest aan een gedicht van de laatste gotische koning denken..
In zijn gedachten herhaalde zich steeds de woorden van de regel...... want zij droegen een dode man .
De beschrijving van deze twee ongevallen met stoomtrawlers, beslaat ongeveer een periode, waarin 83 verliezen van Duitse vissersschepen , die geregistreerd werden, in de IJslandse visserij.
Voeg hier ook nog eens aan toe de talloze gevallen van dodelijke ongevallen aan boord van de trawlers of dat er bemanningsleden in een storm overboord werden geslagen en niet gered konden worden..
Het rapport over de Friedrich Albert laat de boven menselijke prestaties zien, waar toe mensen in staat zijn om voorbeeldig leiderschap aan te tonen..
Een voorbeeld in dit rapport is ook de hoeveelheid onbaatzuchtige behulpzaamheid en liefde van de IJslanders, om de schipbreukelingen te helpen en met grote opofferingen, voor hun verdere repatriëring en verzorging hebben gezorgd.,
Deze onbaatzuchtigheid is in geen geval verminderd, zodat in alle bekende gevallen de rederijen compensatie hebben betaald..
In geval van nood , werd door deze boeren hun eigen schamele levensonderhoud op het spel gezet.
Sedert de invoering van de nood radio oproep, kon steeds opnieuw worden vastgesteld dat particulieren en officiële instanties alle kansen hebben benut om levens te redden,
Zelfs als er door de storm weinig hoop op redding kon worden gegeven.
Twee leden van een Openbaar Ministerie, n.l. Hans Wölbing en Jens Rösemann, behoorden bij de werkgroep.... De Geschiedenis van de Zeevisserij, …....van het Duitse Maritiem Museum, die zich ten doel gesteld hadden, om op de ZW kust van IJsland, bij het plaatsje Vik ( in de buurt van Portland ), op het terrein van het huidige IJslandse Visserij Museum, een gedenkzuil op te richten
Men dacht hierbij aan een grote rots, waar een bronzen plaquette te zien was met de afbeelding van een gestrande trawler voor de doden van de schipbreuken en de vele IJslandse helpers, die de visserlui, steeds weer te hulp kwamen.,
Dit monument staat aan de kust en kan vanuit zee worden gezien en werd Portland genoemd.
De IJslanders hebben veel geholpen met de installatie van het monument.
Bij de inwijding er van waren o.a. Aanwezig
De IJslanse Parlement President,
Alle dorp bewoners
Een groep Duitse trawler schippers en matrozen
en verschillende familieleden van zeelui die hun leven hadden verloren bij IJsland.
Het was een ontroerende bijeenkomst.
Later werden de familieleden en de zeelui uitgenodigd door de Parlement President om een maaltijd te nuttigen in het gebouw van het oudste Parlement van de wereld.
De bezoekers uit Duitsland waren zeer dankbaar voor de attenties , die zij daar hadden ontvangen.
Van de zijde van de IJslanders werd deze actie van grote erkenning gezien en bij zou dragen tot meer begrip, tussen de twee landen..
Een aantekening bij dit verhaal.
Tijdens een bijeenkomst van een matrozen vereniging aan de Mittelwezer, vestigde de auteur de aandacht van de deelnemers , opnieuw op deze bekentenis..
Naar zijn mening was de redding van de bemanning alleen maar terug te voeren naar het voorzichtige gedrag en de leiders capaciteiten van de schipper. Hij verklaarde, dat deze man het verdiend had,, nu zelf te worden geëerd met een monument.
Een der deelnemers, schipper Bodo Schwier maakte de aanwezigen er op attent, op een fout in het bericht.
Ten onrechte werd matroos Hagemeier vermeld,
In werkelijkheid had dat matroos Homeyer moeten zijn, de vader van een latere zeer bekende logger schipper uit Niedernwöhren..
Blijkbaar was dit een relaas..Op dit moment na de beoordeling van de bestanden in het Maritiem Museum in Bremerhaven en uit het Staatsarchief Bremen, bevestigen de juistheid van deze fout..
Helaas was de medewerker in het Rijksarchief niet in staat om de monsterrol van de trawler “Friedrich Albert “te veranderen.
Dat wordt hopelijk op een later tijdstip wel uitgevoerd.. Dan zullen ook de persoonlijke data en voor allen, de geboorte plaatsen bekend zijn..
Het schip behoorde toe aan de Haring en Vistrawler Rederij. in Geestemünde
Einde.
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #880 Gepost op:
19-11-2018, 23:10:45 »
1898-PG-058-Friedrich Albert-
Geb.bij Bonn & Mees, Rotterdam.
Eign. Geestermünde Hochseefischerei.
Brt-210,25 x Ntr-65.9.
39,18 x 6,45, 3.28 mtr
290 PK.
PG-058-Friedrich_Albert.jpg
(73.95 KB, 801x534 - bekeken 671 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #881 Gepost op:
20-11-2018, 00:35:18 »
BX-365-N.Ebeling, ex Pg-581, Bx-259-
1937-Geb. bij Howaltswerke, Hamburg.
eign. N. Ebeling, Altona.
Brt-488, 04 x Ntr-184,09.
50, 48 x 8,36, x 3,94.
760 Pk.
1939-V-901,
1940-V-907.
1945-terug naar eign.
BX-259-N.Ebbeling-_PG-581-BX-365_.jpg
(90.45 KB, 801x534 - bekeken 627 keer.)
«
Laatste verandering: 20-11-2018, 00:45:27 door J.H.
»
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #882 Gepost op:
20-11-2018, 01:10:58 »
Gedenksteen te Viki I Mýrdal, IJsland.
De staande stenen stellen verloren Duitse schepen voor.
Gedenkstein-.jpg
(97.05 KB, 801x534 - bekeken 609 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #883 Gepost op:
20-11-2018, 09:23:11 »
Jan,
Geweldig
Cor,
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #884 Gepost op:
21-11-2018, 07:57:46 »
Otto Floht
Wil je op een trawler aanmonsteren ?
Met het museum op een visreis naar IJsland mee gaan ?
Van Dr. Jenny Sarrazin zou je moeten nadenken over het vissen in "Rosengarten" of "Gammelloch"?
Je zou het waarschijnlijk niet als insiders weten, dat de beide namen duiden op een uitzonderlijke hoog productieve visserij locaties in de IJslandse wateren.
Zou je niet graag daar heen willen varen ?
Iedereen die op vakantie gaat naar Cuxhaven weet meestal wel, dat de visserij een belangrijke rol in die stad heeft gespeeld.
Maar, zoals vroeger echt aan boord van een trawler was,, kunnen echter maar weinigen zich voorstellen.
Het nieuwe museum "Windkracht 10" wil zijn bezoekers meenemen op een virtuele visreis naar IJsland.
In het aanmonster bureau - uitgerust met de kantoor ramen en de deur van het voormalige aanmonster kantoor de "Noordzee" , in de oude vissershaven – wordt je afgestempeld op de monster rol en is je lot bezegeld
Je bent nu ineens een bemanningslid van de trawler "Otto Flohr".
Toen deze stoomtrawler in 1939 in gebruik werd genomen, toont in detail het exacte scheepswerf model van het schip in de museumafdeling van de Grote Zeevisserij.
Het feit, dat deze opwindende tentoonstellingsruimte van het museum gecreëerd werd, is niet in de laatste plaats te danken aan de genereuze steun van de Niedersächsische Spaarbank Stichting, samen met de Stad Spaarbank van Cuxhaven.
We waren erg blij om het ontwerp te kunnen begeleiden, omdat het in de lijn ligt met onze financierings aanpak, om het museum te ondersteunen, op hun weg naar professionalisering..
Dit geldt niet alleen, maar ook door intensieve deelname aan de adviesraad, dr. Sabine Schormann, directeur van de Niedersächsische Spaarbank Stichting en de participatie van Stiichting en Spaarbank.
Natuurlijk had een beginneling aan boord altijd behoefte aan iemand die hem over zijn nieuwe wereld vertelde.
Voor de 2e. Stuurman, was deze klus weggelegd, om de bezoekers van het museum, dit te laten delen met zijn ervaring.
Nieuwe bemanningsleden werden aan boord van een trawler duidelijk niet in de watten gelegd en ook deze stuurman heeft een ruw stemgeluid.
Maar dat is het, waar de bezoeker mee zal moet leven. Overigens krijgt hij pas aan het einde van de tentoonstelling zijn virtuele mentor te zien.
Maar zijn uitleg vergezelt hem, wanneer hij langs een muur vullende havenfoto sessie aan boord' van zijn trawler loopt.
Het inzicht op de logies, (gereconstrueerd naar aanleiding van de bouwplannen van de "Otto Flohr") maakt het duidelijk:dat luxe hier niet bestaat !
Ook in de meesroom voor de manschappen is het erg krap.. Maar hier leert men wat er met een scheepsjongen kan gebeuren wanneer hij morst met de koffie van de schipper..
En waarom bakboord bakboord wordt genoemd!
Iedereen die zich voorgesteld had, dat je de netten overal in de open zee kon uitzetten en ze weer vol aan boord kon terug halen, wordt in de 'kaartenkamer' over de werkelijkheid onderwezen.
Maar als iemand correct een gecodeerd radioboodschap decodeert in de radiohut, heeft men de geheime tip van een insider ,met wiens hulp men met het interactief spel "The Nose of the Captain" zijn visruim kan vullen met roodbaars.
Het toneel van het werkterrein aan boord van een trawler was de vangdek, waarvan de replica de grote tentoonstellingsruimte domineert..
Zoals aan boord van de trawler, verdelen ook hier de mobiele borden constructies het dek.
Een levendige film en de uitleg van de 2e Stuurman, maken aan de bezoekers snel duidelijk hoe hard en soms hoe gevaarlijk het werk aan boord van een trawler kon zijn.
Diepzee visserij was absoluut niet iets voor mietjes.!
Aan het einde van het expositiegebied treffen we op de film vier hedendaagse getuigen aan , over de visserij op een trawler
Ze vertellen over hoe ze zich voelden tijdens hun eerste reis, vertelden over de ontberingen van het werk en de kameraadschap aan boord van de trawlers.
Sommige bezoekers, die nu weer van de "Otto Flohr" afmonsteren, zullen blij zijn, dat ze in het echte leven geen deel hebben uitgemaakt van een trawler bemanning.
Einde
Gelogd
Pagina's:
1
...
55
56
57
58
[
59
]
60
61
62
63
...
105
« vorige
volgende »
Ga naar:
Selecteer een bestemming:
-----------------------------
Vraag en antwoord
-----------------------------
=> Vraag en antwoord
=> Stamboom en Genealogie
-----------------------------
Hoofdindex
-----------------------------
=> Praatgroep Scheveningen
=> Wie wat waar
=> Gekeuvel
=> Alles over Duindorp
=> Drilling Offshore Site
-----------------------------
Historie
-----------------------------
=> Historische gebeurtenissen
=> Gebouwen en monumenten
=> Klederdracht
=> Portret Foto's
=> Straten en hofjes
=> Mooie momenten
=> Overige
1 uur
1 dag
1 week
1 maand
blijvend
Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte
Powered by SMF 1.1.4
|
SMF © 2006, Simple Machines LLC
Laden...