Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
03-05-2024, 18:04:07
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Hoofdindex
| |-+  Praatgroep Scheveningen
| | |-+  Gedichten, verzameld door A.K.Pronk
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 6 7 8 9 [10] 11 12 13 14 ... 18 Omlaag Print
Auteur Topic: Gedichten, verzameld door A.K.Pronk  (gelezen 194351 keer)
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #135 Gepost op: 26-11-2009, 09:28:34 »

Scheveningen

Scheveningen met uw vissers
‘t Stoere volk der wijde Zee.
Scheveningen met uw loggers,
Komend of voor ‘t uitvaart ree.
Scheveningen met uw toren,
Klinkend met z’n kalme klank.
Scheveningen met uw kerken,
Teek’nen van een blijde dank.
Scheveningen met uw bosjes,
Met uw brede boulevard.
Scheveningen met uw duinen,
Tegen iedre aanval klaar.
Scheveningen met uw Kurhaus,
Met uw lage wandelhoofd.
Scheveningen met uw schoonheid,
Dat de vreemdling veel belooft.
Scheveningen met uw golven,
Rollend, op uw vlakke strand.
Scheveningen met uw kind’ren,
Spelend in het fijne zand.
Scheveningen met uw grootschheid.
Naast het primitieve klein.
Moge ik steeds u stil bewondren,
Lang nog uw bewoner zijn.


13 juni 1927 P.A. de Rover
oud onderwijzer Idenburgschool
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #136 Gepost op: 27-11-2009, 08:16:06 »

Scheveningen hoog verheven…

Scheveningen heel hoog verheven
Altijd zijn verse visch gegeven
De aanvoer was altijd van belang
Maar die komt nu wel in ‘t gedrang
Voor iedereen die het bemerkt
De tongenvangst die wordt beperkt
Een visser kan die heus niet missen
Dus wordt, de besomming gissen
In veel gevallen, steeds te klein
Wat daarvan ‘t resultaat zal zijn
Ik kan als leek heel weinig zeggen
Maar zie steeds meer, loggers opleggen
Twintig stuks heel goed geteld
Daar ligt het stil, het goede geld
Er zijn ook nog wel kotters bij
Ze liggen netjes in ‘t gerei
De vissersman die krijgt de stroppen
En Scheveningen gaat naar de knoppen
Misschien, ging het wat onbezonnen
Aan motorkrachten werd begonnen
Er werd geen paal en perk gesteld
De pk’s deden het geweld
Met steunen stampen en met zwoegen
De zeegrond finaal om te ploegen
Misschien, was Scheveningen niet uitgeteld
Was hieraan paal en perk gesteld
Ik heb hiermee wat zitten bomen
Over hetgeen was, zitten dromen
Van bommen, loggers, van weleer
De havens vol en nog veel meer
De tijd, die heeft niet stil gestaan
Die schepen zijn uit de tijd, vergaan
Toch ben ik trots op nieuwe schepen
Ik raak er niet op uitgekeken
De vangsten zesvoudig van weleer
De zee geeft rijkelijk keer op keer
Ik wil niet langer blijven mokken
Waarom? gaat Scheveningen naar de knoppen
Misschien heb ik ‘t verkeerd gesteld
Maar ik ben, helaas uitgeteld.


A.Toet
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #137 Gepost op: 27-11-2009, 08:18:30 »

Scheveningen

Dat is m’n durp achter de deunen,
Met z’n pier, z’n kurhaus en z’n zei.
Ik zou me werkelijk gien raet meir weten,
als ik gien echte Scheveninger zou zijn.
Want leaten we non is even eyrlijk wezen,
wat is non den Heag zonder onze boelevar
en de promenade die mag der toch ook werkelijk wel wezen,
zo iets krijgt den Heag toch iet voor mekaar.
En dan kennen die Heagenears naar ADO zitten verlangen
maar wat denk je dan van ons ouwe Holland Sport.
Die sfeer van alle rangen kosten maar een kwartje,
dan kwam den Heag toch werkelijk wat tekort.
Ik ken wel is langs het Vredespaleis gean loopen
een pracht gebouw midden in die stad,
maar wat ben ik blij als ik weer terug ben aan die heavens,
want die vislucht in Scheveningen die doet me wat.
Hij ken dan wel zingen over een hearinkje happen op het rijswijkse plein
 Dan mot hij ze maar is aan de boelevard gaan prooven,
Ik denk dat die wel heil gauw zal zeggen:
Mensen, mensen wat zijn die fijn.
Maar wat zit ik hier feitelijk te ouwehoeren,
Weet je wat het werkelijk zal zijn, de grond wear je ben eboren,
Die vind ieder voor zich eve fijn!


Joh. Rozendaal
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #138 Gepost op: 28-11-2009, 12:25:42 »

Van Badhuisweg tot Badhuisstraat

Van Badhuisweg tot Badhuisstraat en kade (kaajen)
Kan men van Zuid en West (of omgekeerd) naar ‘t N.Oosten waaien
Het dorp is op zand gebouwd tot aan ‘t kabinet
Dat denkt dat ‘t veilig op vaste grond is gezet.

Graaf Willem 2 begon in vroeger jaren
Ook Ploris kwam niet tot bedaren
Gevangen verse vis
Waar ‘t nu droog i
‘n Lekkere Fazant
Aan elk diner bij de hand
Dit alles op ons mooie zand door wind gebracht
0p zijn minst bij Beaufort acht.

Vergeet ook niet onze nering
Wat leden ze ‘n ontbering
Nu geen gevecht om Kabeljauw of Schelvis
Maar tong waar men zo dol op is.
De zon wil nog wel eens schijnen
Om onder schrijnende pijnen
Zo rood als ‘n kreef t te worden zo uit de pan
Maar later word je bruin ervan.

De promenade altijd vol met mensen vol plezier
Bij stranding, Veronica en andere zaken vanaf de pier
Het Paleis de Dance is weg, verbrand
Wim Kan en Corry in ‘t palviljoen zijn ook gestrand
Van Vliet en zijn Cabaret
Werd daar op de helling gezet
Wat hebben we hier veel genoten
Nu zetten ze monsterflats op hoge poten.

Kon Pronk nog maar eens komen kijken
Wat er op lege plekken zoal gaat prijken
Had hij niet, dan kreeg hij grijze haren
Om al die miljoenen die ons zorgen baren.
Maar nee, ik weet dat ook de nieuwe tijd
Zijn aandacht an ‘t “scheve” in Scheveningen wijdt
Daarom maak ik nu nog geen zorgen
En weet me tussen wind en zand geborgen.

Al is er wat scheef (na 250 maal)
Zie wat er over bleef

Zo blijf ik hopen
en door Scheveningen lopen.

A.B.M. Jonckbloedt
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #139 Gepost op: 28-11-2009, 12:27:02 »

Scheveningen

Naast vele andre dingen
Die naar de bliksem gingen
Behoort ook Scheveningen
Waaraan uit alle kringen
Zeer vele mensen hingen

Na vele jaren wachten
Zouden de Haagse machten
Nu met vereende krachten
Ten lange lest trachten
Het leed wat te verzachten

Maar wat ze nu weer flikken
Is echt niet meer te slikken!
Ze laten thans hun blikken
Op flatgebouwen mikken
Met prijzen om te hikken!

Nu nog een aantal keren
Met buitenlanders marchanderen
Die zulk een flat begeren
Waarna weer Haagse heren
Op Scheveningen teren!

Nic.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #140 Gepost op: 29-11-2009, 09:02:33 »

Scheveningen is verrezen

Uit vroeger eeuwen stamt de bron,
nabij het strand waar haar geschiedenis begon.
Stoere Friezen streken neer
achter het hoge duin Vrij van vloed en weer.
De wind werd wel een bondgenoot
in de strijd voor het karig dagelijks brood.
Die Haghe was één groot moeras.
Een buiten lag aan de vijverplas
met slechts daarin wat gratenvis
weinig opbeurend bij de gravendis.
Dus werd de zeevis aangebracht.
De haring verschafte Scheveningen grote macht.
Maar de boten, klein en primitief,
hadden de vissers zelden lief.
De schamele kruizen op het veld
werden in het najaar meer geteld.
De stormen woedden daar waar pijnen
diep in de harten der wachtenden schrijnen.
Op de dodenakker verscheen het bedehuis,
voor eenieder steevast een rotsvast thuis.
De oude toren werd uit het dorp geboren:
een baken op ‘t land in het oostelijk gloren.
Voor immer blijve dit Godesteken
vanuit het hart de lucht in steken.
Wij gedenken ons dorp, Gode zij geprezen!
Wij vieren feest, want Scheveningen is uit zeven eeuwen verrezen.


Maarten Corneliszoon Jol.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #141 Gepost op: 29-11-2009, 09:05:33 »

Rond de dagen van vlaggetjesdag

Voorheen was mijn geboortestad, bekend door visserij,
thans is het hier heel anders, en ‘t oude is voorbij.
Ik dwaalde door nieuwe straten, een hele lange rij,
namen van professoren, drie had ik er wel bij.
Maar ik kwam op m’n doel, nummer twee honderd zeven,
dat nummer keek ik aan, verwonderd las ik even,
de naam PIET VAN DER ZWAN.
De logger met dat nummer, was hij jaren Schipper op,
nu is ‘n een modern flatje, de logger is... over en stop.
Veel meer bekende nummers, zag ik naast deuren staan,
en in gedachte kwamen, die Schippers van die nummers
weer even voor me staan.
Voorheen beleefden wij hier, ‘t klaar maken voor de vloot,
thans lees en hoor je niets meer, zelfs Vlaggetjesdag is dood.
Veel hecht men aan historie, en meer nog aan antiek,
Welnu, leg vast dan die historie, tussen huizen of fabriek.
En noem dan eens die straten, zodat herinnering blijft,
aan mannen die men had,
en toen al mede werkten, voor de derde Havenstad.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #142 Gepost op: 30-11-2009, 08:27:48 »

Scheveningen, Kijkduin en het stille strand

Aan de rand van de Hofstad
liggen Scheveningen en Kijkduin.
Beide badpiaatsen
vangen het schuim
van de zilte Noordzeegolven.
Als de zee verbolgen
het brede strand bespringt
kost het de mens zijn zorgen,
totdat de vloed weer zinkt.
Nochthans geven beide stranden
voor de weekend- en vakantieganger,
die van de zeelucht houdt
een heerlijk brok ontspanning.
Het nieuwe golfzwembad,
dat er is gekomen,
is een unicum, een wonder van vernuft
en biedt ook de beschutting
tegen te kille buitenlucht.
De vermaaksgelegenheden
op de boulevard van Scheveningen
zijn tijdelijk wat verstoord
door de veranderingen,
die men heeft aangeboord.
Het Kurhaus evenwel
aan het Gevers Deynootplein
heeft zijn oude trots herkregen,
waarbij wij overwegen,
dat het casino de attractie nog heeft verfijnd.
Daartegenover is van de Promenade
het Zee-aquarium verdwenen,
maar naar ik heb vernomen
naar de Pier afgevoerd.
Toch blijft voor mij de badplaats
nog altijd nummer Eén;
in de toekomst meer afgestemd op ‘t algemeen,
zal zij zeker weer vele enthousiastelingen trekken
en ook de buitenlanders,
die haar gaan herontdekken.
Kijkduin op luttel afstand van voornoemd strand gelegen,
heeft eveneens mijn zegen.
Ik kom er wondergraag.
Zoals dat is herbouwd met zijn leuke boetiekjes
en uit de restaurantjes de muziekjes;
op de wandelavenue de oude vissersboot;
het grote nieuwe Atlantic-hotel,
de vuurtoren als model,
en overal de flatgebouwen
en meer nog de schone bungalows
in de duinen,
deden mij toch weer verzoenen
met wat veranderd is aan ‘t vroegere beeld,
dat de ouderen onder ons
nog hebben van het heerlijke Kijkduin.
Halverwege het Schevenings’ en Kijkduins’ strand
ligt heel rustig langs de rand
van ‘t uitgebreide duinenland
het “ stille strand “.
Dit rustiek stuk vaderland,
waar de flora en de fauna
een geheel eigen karakter hebben,
doorsneden door wandel-, fiets- en ruiterpaden,
maakt, dat je daar beleeft
die geheel eigen sfeer,
die een zandlandschap nu eenmaal heeft.
Wij komen er telkens weer,
omdat het ons altijd zo sterk
getroffen heeft.


H. van Buren
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #143 Gepost op: 30-11-2009, 08:29:35 »

Schuitjesdag   1853

‘t Pinkjen is omlaag getrokken
Door ‘t mulle gulle zand,
‘t vaantje waait van aller nokken,
Half september is in ‘t land;
In het kerkjen werd gebeden
Voor d’aanstaanden overloop,
En de menigte uit de steden
Loopt op ‘t joelig strand te hoop
“ Vader hebt gij niets vergeten ?
Is uw jekker wel aan boord ?
Als ge kunt, laat mij iets weten, “
Klinkt een hartelijk zorgend woord.
Geef dien dreumes nog een zoentjen,
Vleit een jeugdig vrouwtjen teêr,
Krijn, pas op je boezeroentjen !“
Waarschuwt ginds een grootjen weêr.
“Alle dagen zal ik bidden,
Dat de Heer u van den vloed
Weêr behouden in ons midden
En gezegend keeren doet”,
Luidt eens vaders afscheidsbede
En een traan tuigt van zijn min-
Jaap, ge hebt uw Bijbel mede;
Lees er ‘s avonds vlijtig in.”
“ Nog een boutzoen, lieve Klare,”
Smeekt een jonge varensman,
En zijn mond klapt op den hare
En haar ijzer trilt ervan
En dat geven en dat vragen
Duurt onafgebroken voort,
Tot een makker hem moet dragen
Naar het lang reeds dobbrend boord.
‘t Schuitjen glijdt langs ‘t rijzend water
Langzaam verder van de kust,
Afscheidsgroet en vreugdgeschater
Komt met handge tot rust ;
Niet één hoed wordt meer bewogen,
Want reeds bolt de wind het zeil,
En een stille traan in de ogen
Wenst nog maar in stilte heil.


S.J. van den Bergh   26-2-1853
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #144 Gepost op: 01-12-2009, 08:14:36 »

Scheveningse klanken

Als je in Scheveningen woont,
dan voel je je heel beschroomd.
Niet dat je niet tevreden bent,
maar je voelt je er soms net patient.
De artsen zitten in Den Haag,
en vinden onze klachten vaag.
een pijntje hier, een steekje daar,
zij maken het wel even klaar.
En zit je met een groot litteken,
je kunt hen er niet op aanspreken.
Want in Den Haag zitten de miljoenen,
voor Scheveningen zijn alleen de visioenen.
U wilt daarvan wel een bewijs,
luister, want het is niet enkel gekrijs.
Onze vloot kwam vroeger met goud belaan,
op onze beide havens aan.
Nu denkt Den Haag met zijn regering,
helaas alleen maar aan quotering.
En wat lees ik nu weer in de krant,
‘t was in een bijlage, Den Haag die krijgt een nieuwe haven.
Ja, de parkeerhaven is van de baan,
de nieuwe haven komt er aan.
De vierde haven mag naar Den Haag,
want op Scheveningen zitten we er mee in ons maag.
Onze schepen zijn weg en vergaan is de glorie,
‘t is alleen maar verspilling potverdorie.
We hebben hier echt geen behoefte aan jachten,
die het grootste deel van onze haven pachten.
Den Haag onderhandeld nu met de Russen,
Den Haag de profijten, en Scheveningen de klussen.
Zo ook op het strand het motorgeweld,
Scheveningen het vuil en de herrie, Den Haag het geld.

En worden er nieuwe huizen gebouwd,
een deel wordt met Hagenaars volgestouwd.
En al schreven we vele protesten,
we voelden ons de geflesten.
Want Scheveningen huilt niet z’n gaten en kuilen,
omdat het bezig is te vervuilen.
Maar klein zijn we heus niet te krijgen,
al moeten we heel vaak zwijgen.
We willen weer fier onze zee bevaren,
zoals Tromp en de Ruiter trotseerden gevaren.
We hebben nog heel veel om over te roemen,
en dat willen we echt niet verbloemen.
De Prins van Oranje kwam op Scheveningen aan,
en Jacob Fronk droeg hem, en met ere zijn naam.
De oude kerk had een Koninklijke stee,
wijlen Koningin Wilhelmina was daarmee heel tevree.
En al plukken ze ons helemaal kaal,
we hebben en houden onze eigen taal.
Dat hebben we nu weer eens goed laten horen,
er is zelfs een boek uit geboren.
Een boek met Historie van Scheveningen,
in ‘t oude taaltje met keurige volzinnen.
Iedereen hielp mee van achtien tot tachtig,
het resultaat is in een woord prachtig.
Want Scheveningen leeft en is niet weekhartig,
maar blijft als vanouds een beetje weerbarstig.
Daarom is dit boekje een erfenis,
want wij schreven hier geschiedenis.


1986
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #145 Gepost op: 01-12-2009, 08:18:21 »

Buisjesdag

Over de haven en glanzende schepen,
Zingt er de zonne een laaiend lied.
Vrolijke vlaggen met kleurige strepen,
Allemaal kleur wat het oog ons biedt.
Zeeman dit is een dag om te vieren,
Om er je scheepje eens vrolijk te sieren.
Kijk eens, de vrouwen die doen er aan mee;
Nog een paar dagen, dan gaat het gebeuren,
Zit er je vrouwtje een dagje te treuren
Gaat er je scheepje weer uit naar de zee.

Ziet in de haven de hoekers en buizen,
Trots, met het jachthout over de kaai.
Vrolijke vrouwen, in kleurige buizen,
Peinzende zeelui in rode baai.
Ieder die hoopt op een scheepje met haring,
Dat is de winst van het nijvere Vlaaring,
Dat is voor ieder een daag’lijkse bee.
En, als het windje een beetje wil waaien,
Zal je wat kaak en wat water in laaien,
Gaat er je scheepje weer uit naar de zee.

Kijk er die vrouw met die zwartlakken rnuiltjes,
Bolronde rokken, stijf in de plooi,
Zonnige oogen en wangen met kuiltjes,
‘t kleutertje stamelt: “ Wat is dat mooi”.
Strakjes begint weer het alledag wachten,
Angsten en zorgen in woelige nachten
Bidt zij: “ Was vader maar weer aan de ree”
Zit ze daarna elken dag, vele uren,
Stil in der eentje door ‘t raampje te turen,
Wacht zij het scheepje terug uit de Zee.

Over de haven en glanzende schepen,
Zingt er de zonne een laaiend lied.
Vrolijke vlaggen met kleurige strepen
Allemaal kleur wat het oog ons biedt.
Zeeman dit is er een dag om te denken,
Wat of de zomer je scheepjes zal schenken,
Rijkdom en weelde of zorgen en wee.
Maar toe, een zeeman die is bij de pinken,
Laat er de moed nog zoo heel gauw niet zinken,
Hij en zijn scheepje die horen op Zee.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #146 Gepost op: 02-12-2009, 09:04:31 »

Zomer – Zondagavond
aan het scheveninger strand


De zomerzon daalt in het West
En dooft in zee haar stralen:
Wie gaat er mee naar ‘t Noorderstrand
Een avondkoeltje halen?
Daar woelt een breede menschenkring
Door ‘t vriendelijke Schevening;
Men hoopt voor ‘t Badhuis zich bijeen
En plaatst zich om ‘t muziekkorps heen.

Men ziet er ‘t zorgeloos gelaat
Van dames en van heren;
Parijs voert hier zijn stalen aan
In de uitgezochtste kleeren.
Men zoekt een tochtvrij hoekjen uit,
Men lacht er vrij, en praat er luid,
En drinkt zijn lang verbeide thee
En pinkt eens jolig naar de zee.

Een rapsodie In rang of stand,
Elk onderscheid verbannen,
Een table d’ hôte, een groote stoet
Van afgerichte Jannen; ‘
Een Duitsch gezin met kamenier,
Modiste, staatsraad, officier,
Coiffeur, apteker, advokaat,
Geen die zijn buurman mijdt of schaadt.

De meeuw krast door een wals van Strauss,
De zon gaat aarziend onder,
De dienstmeid dartelt langs het strand
Met jager of dragonder;
Men lacht en zingt en stoeit en plus,
De conducteur van de omnibus
Steekt zijn klaroen, en geeft het sein
Tot d’aftocht van den laatsten trein.

De troep trekt af bij luid rumoer
Van roepers en trompetten,
Eén chaos is ‘t van tilbury’s
Van drosky’s en charetten;
En Huygens’ straatweg is belaân
Met honderden, die stadswaarts gaan,
En wie het Scheveninger strand
Weer moed en lust heeft ingeplant.

Wie ‘t zomerzondag avondfeest
Aan ‘t zeedorp wilt aanschouwen,
Zegt licht: daar is geen krimp in ‘t land;
Wij kunnen ‘t zoo wel houën.
Voorzeker ja, dat kunnen wij,
Maar och, de vrede hoort er hij.
Heerscht elders oorlog, ziekte en dood –
Wij zitten hier in Abram’s schoot.


W.J. van Zeggelen
1855
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #147 Gepost op: 02-12-2009, 09:06:17 »

Stemmen

Op het oude- havenhoofd zit ik stil te peinzen
en streel daarbij met d’ogen strand en duinenrij,
ik luister naar branding en zee t’is of zij mij
iets willen zeggen, iets van heel lang gelee.

Op het oude- havenhoofd laat ik mijn gedachte vrij
ze deinen mee op wind en zee en delen mij van ver wat mee,
ik hoor nu ook al de stemmen van de mannen op het strand
zij maken daar hun schuit gereed, straks steken zij in zee.

Nu zie ik ook de bomschuit de mannen staan er bij met
hun door weer en wind verweerd gelaat, ze wachten op het tij,
nog even en t’is zover dan gaan ze weer aan boord
misschien voor achtien weken wel, om te doen hun plicht zoals ‘t behoort.

Het water wast allengs de bom komt vrij van ‘t strand nu
kiest zij zee en ‘t vrouwvolk wuif t vanaf het land, ik hoor
hun stemmen keer op keer gedragen door de wind van ver ik
hoor ze van weleer, het beeld vervaagt ik zie niet meer; ‘t is
ook zo lang....gelee.

D.J. van Alphen
1981
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #148 Gepost op: 03-12-2009, 08:17:43 »

Vlaggetjesdag ‘47

‘t Is 6 uur in de vroege moregen
Eén kleurenpracht waait langs de ka
met plunjezak en tas gewapend
is ‘t sein: “ Kom mannen, ga”.

Veelkleurig bruin van dikke masten
Scherp afgetekend laddertouw
een doffe ‘ Toet’ verbreekt de stilte
op ‘t gras parelt nog de morgendauw
En ginds een bel. Het was maar even
Het krijsen van een zilvermeeuw.
Gejoel van kinderen. Schurend schuiven
de klompen op de haven ree.

En aan de voet van lampe-bogen
Wat tonnen en een nette-kar
De huisgezinnen, leeg gelopen
Stroom saam, in één gewirre-war.
Het sjoeke-tjoek-tuffe-tuffe
in regelmaat de motor ronkt.
De zeeman voelt, na een paar dagen
Het zilver in zijn netten pronkt
Een koelhuis statig in de stijgers
Rijst op vol hoop. Een toekomst drom
Om te verwerken, door de handel
De rijke buit die binnen koom.

Vaar vissers vaar, en vang Uw schip vol
Vertrouw de zegen op Uw vaart
Opdat U, voor Uw land en volke
Het rijke zeebanket vergaart.

Leny Schreurs de Haan
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #149 Gepost op: 03-12-2009, 08:18:27 »

Terugblik

Een herinnering aan de opening van de tweede binnenhaven, gedaan door onze oude Koningin, Wilhelmina.

De tweede buitenhaven was een feit,
daar was groot feest voor ons in die tijd.
De breggetjeskant aan de oude haven met een grote ereboog,
Iedereen met vlaggetjes en we zongen onze kelen droog.
Dan denk ik aan de bolderkarren met netten van de schuren,
De witgemaakte klompen die we zaterdag moesten schuren.
De tonnen aan de haven waar wij op speelden,
De bollebuizenkaak (zeekaak) die we samen eerlijk deelden.
Het uitvaren en het binnenkomen
van de loggers met haring, schol of rooie ponen,
De boetsters zomers in de duinen bij de Watertoren,
In weer en wind, je kon hun zingen al van verre horen.
De heerlijke lucht van vis en teer
dat ruiken wij nu zelden meer.
De crisistijd bracht veel loggers en schokkers aan de kant
Geen afsnijdje na behouwe teelt hielp ons uit de brand,
De eerste oorlogsdagen waar joodse mensen aan de haven kwamen vragen,
Breng ons voor geld met je boot over zee,
Wij hebben ze vaak uit zien varen
Volgepropte scheepjes, dat beeld zal ik altijd bewaren,
De evacuatie van ons allen,
er zijn veel mensen weggevallen.
Wie teruggekomen is na vijf droeve jaren
Bleef even stil naar al die puinhopen staren,
De pier was weg, havens vol kapotte schepen
maar er is weer moedig naar het werk gegrepen,
De schepen gingen weer naar zee
en brachten dubbel zoveel haring mee.
Groter werd Scheveningen, voor badgasten veel vertier,
Ook wij werkten weer met groot plezier.
Toch is er iets misgegaan na die dertiger jaren
Al werd er ook in Scheveningen op steeds grotere schepen gevaren,
Want nog is er een Scheveningen....
Maar wij missen er veel goeie oude dingen,
Die zijn nu ENKEL maar HERINNERINGEN!!!

J. Vrolijk
Gelogd
Pagina's: 1 ... 6 7 8 9 [10] 11 12 13 14 ... 18 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!