GY16 Edward East

Dit schip is als H161 Quantock in 1936 gebouwd voor rekening van Hudson Brothers bij de werf Cochranes in Engeland en was een zusterschip van de GY279 Daniel Quare.

Inhoud:  440  bruto ton
Lengte: 156 ft (47,5 m)
Breedte: ?

De H161 Quantock werd in 1946 omgedoopt in H105 Cape Barfleur en werd daarna in februari 1949 aangekocht door de rederij H. Croft Baker uit Grimsby. Het  schip werd hernoemd in GY16 Edward East.

In juli 1957 werd het schip verkocht aan rederij Dennis Roberts en kreeg de naam Ashanti.

In 1960 is het schip gesloopt in België.

Jan

Beste mensen,

Nogmaals de H59 maar nu met de naam Ross Trafalgar.

Jan

De leste voor vandaag: de H149 Kingston Jade

De H149 Kingston Jade is onder bouwnr 829 gebouwd bij Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Kingston Steam Trawling Co Ltd. te Hull.

Het schip is op 28 oktober 1950 te water gelaten en kwam in februari 1951 in de vaart.

Inhoud 794  bruto ton
Lengte: 188,8 ft (57,5 m)
Breedte: 32,1 ft (9,8 m)

Het schip beschikte over een oliegestookte stoommachine fabrikaat C D Holmes met een vermogen van 1200 ipk waarmee een max. snelheid van 13,2  knopen kon worden behaald. 

In 1966 is het schip verkocht aan Hellyer Bros Ltd. te Hull.
In 1975 is de Kingston Jade verkocht voor de sloop.

Jan

Dirk,

Ik zal het nog eens navragen.

Zeg, als je interesse hebt in een schilderijtje van de Postboy laat het me weten.

Ik heb wel een goeie foto nodig.

Jan

Nog ientje: de GY 718 Ross Revenge

De Ross Revenge is in 1960 gebouwd bij Seebeckwerft  Bremerhaven (Duitsland) al een uit een serie van drie schepen. Het schip werd gedoopt met de naam "RE1 Freyr" Op dat moment waren het de grootste trawlers van de wereld en zij beschikten o.m. over een dieselmotor van 2000 pk, een verstelbare schroef en een Vulcan vloeistof koppeling.  De Freyr and haar zusters "Vikingur" AK100 en "Sigurnur" IS33 gingen allen naar IJslandse visserijmaatschappijen.

Inhoud: 978 brt
Lengte: 217 ft (66,1m)

De Frey arriveerde in september 1963 in haar nieuwe thuishaven Grimsby na aankoop door Ross Fisheries. Ze kreeg de naam Ross Revenge en ontving het nummer GY 718. Na eind zeventiger jaar een paar jaar te zijn opgelegd werd het schip in 1979 ingezet voor reddings- en sleepwerk vanaf de kust van Cornwall. In september 1980 werd het schip wederom opgelegd. Vervolgens werd het schip aangekocht om te gaan dienen als zendschip voor Radio Caroline. In augustus 1983  werd begonnen met uitzendingen vanaf de Ross Revenge voor de kust van Engeland. Als gevolg van de hevige storm van oktober 1987 verloor het schip op 25 november van datzelfde jaar haar zendmast. Een nieuwe zendmast werd geïnstalleerd maar op 19 augustus 1989 werd de zender uit de lucht gehaald. Uiteindelijk vond in November 1990 de laatste uitzending vanaf het schip plaats.

Als gevolg van een storm uit het Noordoosten sloeg het schip los van haar ankers en werd door sleepboten in de haven van Dover gesleept. Na betaling van de bergingskosten werd het schip uit Dover gesleept en was daarna als drijvend museum te bezichtigen in verschillende havens in de monding van de Theems.

Jan

Dirk,

Dan heb je mijn vader Leen misschien ook wel gekend. Die heeft ook op de Dirkje gevaren. Ik dacht samen met m'n opa.

Jan

Nog een Engelse trawler: de GY48 Arsenal

De GY48 Arsenal is onder bouwnr 928 gebouwd bij Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Consolidated Fisheries Ltd uit Grimsby.

Het schip is op 28 september 1957 te water gelaten en kwam in februari 1958 in de vaart.

Inhoud 744  bruto ton
Lengte: 185 ft (56,3 m)
Breedte: 32,5 ft (9,9 m)

Het schip beschikte over een oliegestookte stoommachine fabrikaat C D Holmes met een vermogen van 1400 ipk waarmee een max. snelheid van 13,5  knopen kon worden behaald. 

In 1975 is de Arsenal verkocht voor de sloop.

Dirk,

Dat is leuk om te horen. Zo zie je maar, de wereld is maar klein. Ik heb goeie herinneringen aan m'n opa. Hij kon leuk vertellen over de visserij en als jongetje vond ik dat natuurlijk prachtig. Dat is een van de redenen waarom ik dit soort schilderijtjes maak. Hij vond overigens wel dat hij erg hard moest werken op de trawlers. Op de vleetloggers beviel hem beter, geloof ik.

Jan

Beste mensen,

Nog een Engelse trawler de H156 Saint Loman.

Dit schip is onder bouwnr 921 gebouwd bij de bekende Engelse werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Thomas Hamling & Co uit Hull.

Het schip is op 1 juli  1957 te water gelaten en kwam in november datzelfde jaar in de vaart.

Het schip had een inhoud van 895 bruto ton en was daarmee de zijtrawler met het grootste bruto tonnage welke in Engeland is gebouwd.

Lengte: 190 ft (57,6 m)
Breedte: 33.1 ft (10 m)

Het schip beschikte over een oliegestookte ketel met een vermogen van 1600 ipk waarmee een max. snelheid van 13,5  knopen kon worden behaald. De stoommachine werd geleverd door C D Holmes te Hull.

In 1965 ging het schip over naar Firth Steam Trawling Co Ltd te Hull.

In 1976 is het schip verkocht voor de sloop.

Jan

Postboy,

Ja, mijn opa heette Jan Plug en woonde in de Menninkstraat.

Jan

Beste Vierboet,

Mooie foto van de SCH289. Bedankt!

Hierbij nogmaals de H59 Cape Trafalgar maar nu met slecht weer.

Jan

Rinus,

Inderdaad, je hebt gelijk.  Over vleetloggers gesproken, ik heb wel een schilderij van een zeillogger gemaakt: de SCH289 Vrede.

Jan

Nog eentje wat dichterbij: SCH236 Noordster

Jan

Mink,

De schilderijen hebben veelal de afmetingen 40x30 cm of 50x40 cm. Vleetloggers heb ik nog niet echt gedaan. Ik ben op dit moment wel bezig met een stoomlogger (VL80 Gesina). De laatste tijd heb ik veel Engelse trawlers geschilderd. Ik ben nogal een liefhebber van die grote trawlers uit Hull en Grimsby die om de noord bij Ijsland gingen vissen.  Hierbij een eerste voorbeeld van zo'n grote trawler: de H59 Cape Trafalgar.

Beschrijving H59 Cape Trafalgar:

De H59 Cape Trafalgar is onder bouwnr 922 gebouwd bij de bekende Engelse werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Hudson Brothers Ltd uit Hull.

Het schip is op 18 februari 1957 te water gelaten en kwam in september datzelfde jaar in de vaart.

Inhoud 787 bruto ton
Lengte: 189,5 ft (57,7 m)
Breedte: 33,1 ft (10 m)

Het schip beschikte over een diesel elektrische voorstuwing fabrikaat Mirrlees Bickerton & Day met een vermogen van 2400 pk waarmee een max. snelheid van 14 knopen kon worden behaald.

De Cap Trafalgar is in 1960 verkocht aan Ross Group Ltd te Grimsby en  hernoemd in Ross Trafalgar.  In 1967 is het schip van Hull naar Grimsby overgegaan maar in 1968 weer teruggekomen naar Hull.  In 1972 werd het schip de winnaar van de Hull Distant Water Challenge Shield (hoogste waarde aangevoerde vis).

In 1978 is het schip verkocht voor de sloop.

Jan

Nog een uit de serie: VL1 Ursinus.

Jan