Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
14-05-2024, 21:04:51
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: http://jolybit.nl De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 2
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 16 17 18 19 [20] 21 22 23 24 ... 108 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 2  (gelezen 1153941 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #285 Gepost op: 18-04-2013, 18:50:08 »

                                                            Terug blik

Na 4 jaar militaire dienst keerde ik in mijn land terug.
U zult mij elk voorjaar naar zee zien gaan op een New Foundland reis en in het late najaar zien overstappen voor het winter seizoen op de kleine kustvisserij scheepjes of op de roei sloepen uit Yport, waarvan deze scheepjes de trawl, beug of ringnet visserij beoefenen, afhankelijk van de grootte van het schip en waar voor zij is ingericht.

In de winter 1904 stap ik aan boord de kustvissers Notre Dame de Lourdes, F. 1650.
In 1905 is het de Fraternité, een driemaster uit Fecamp, voor een kabeljauw campagne bij New Foundland. Deze reis duurt 7 maanden en 7 dagen.
In de winter van 1905 monster ik op de kustvisser Perseverant F.1429 uit Yport  en op de sloep Jean Eugene F.1755,
Voor Fecamp is het een bloeiende periode. Meer dan 70 schepen vertrekken voor de kabeljauw visserij en 30 schepen voor de haring visserij.
In 1905 verschijnen de eerste stoomtrawlers in Fecamp.
In die tijd schatte men het aantal vissers die op de banken van New Foundland werkzaam waren op zo'n 15 à 20 duizend, afkomstig uit Frankrijk en Engeland.

In 1906 monster ik op de Colbert, F.1619, een driemaster uit Fecamp, voor een nieuwe campagne bij New Foundland, die 8 maanden en 13 dagen duurt.
In de winter van 1906 monster ik op de kustvisser Paquerette F.1941 uit Yport en vond ik ook de Perseverant terug.

Campagne 1907 monster ik op de driemaster Patria uit Fecamp, ook weer voor de visserij op kabeljauw. Deze reis duurt 9 maanden en 5 dagen.

Elk jaar vieren wij het feest van onze beschermheilige St.Pierre des Marins, wat de gewoonte is in Fecamp voor de aanvang van een nieuwe campagne in Februari.
Het is het feest van de Grote Verzoendag, Op z'n zondags gekleed, gesteven overhemd, gepoetste schoenen en een stropdas en het is een unieke gelegenheid voor de mannen om van boord af te zijn.
Omkleden is geen gemakkelijke zaak, gezwollen vingers van het zeewater, die het je niet gemakkelijk maken op knoopjes dicht te doen en veters te strikken.
Men moet een goede indruk maken op al die mannen afkomstig uit Duinkerken, Parijs, St.Malot en zelfs Marseille.
De aartsbisschop van Rouen zegent dan de vloot en haar bemanning, gevolgd door een dans avond waarmee dan de dag eindigt.

De winter van 1907 monster ik weer op de Perseverant.
Een richtlijn van Maritieme Zaken verbied eigenaars die betrokken zij bij de Grote Visserij om kinderen beneden de leeftijd van 15 jaar te laten aanmonsteren, maar geeft geen richtlijnen voor de kleinschalige visserij.

Op 15 Februari 1908 ben ik in de gelegenheid om in Yport met de 24 jarige Marie Gabrielle Maladain te trouwen die ook in Yport is geboren.
Ik kan niet lang bij haar blijven, net genoeg om me te installeren in onze nieuwe woning en op 16 Maart vertrek ik weer naar zee voor een nieuwe campagne aan boord van de driemaster La Liberté, F.1457. Het is een schip wat in 1907 was gebouwd. De reisduur zou nu 7 maanden en 22 dagen duren.
Ik kwam net op tijd thuis op 23 November, voor de geboorte van mijn eerste zoon Louis Jean Marie.
Mijn broer die reeds 4 kinderen had, waren ook in de periode September/ Oktober geboren.
Het winter seizoen 1908 vaar ik op de sloep Pascal Marie F.1820, afkomstig uit Yport.

Campagne 1909 voer ik op de driemaster Gloire à Dieu, een in 1901gebouwd schip uit Fecamp.
Familie en reders hebben bezwaar dat er 2 personen uit hetzelfde gezin op hetzelfde schip monsteren.
Het winter seizoen 1909 ben ik werkzaam op de Jean Eugene F.1755 en op de Perseverent.
Ik kon voor 1910 geen stee bemachtigen op een kabeljauw schip en ik vervolgde de kust visserij op de kustvisser Dieu Proteger Nous  F.1945 en vervolgens op de Grace de Dieu F 1817, de Pêre Tranquille F 1757, de Saint Pascal F 1823 en ook nog weer eens op de Dieu Proteger Nous.
Op 7 Januari 1911werd mijn dochter Laura geboren, maar iedereen noemde haar Marie Louise.

Op 11 April 1911 scheep ik voor het eerst in op een stoomschip genaamd Provence en we maken een campagne van 2 maanden en 21dagen bij IJsland.
Bij de komst van de stoom gingen er gewoonten veranderen. De dolies werden op het schip niet meer gebruikt en beoefende nu de visserij met de trawl.
Het winter seizoen breng ik weer door op een schip uit Yport de Vive Jesus F.108.

In het voorjaar van 1912 monsterde ik op de stoomtrawler l'Amerique en maken een campagne van 28 Februari tot 9 Oktober. Dus weer eens een lange reis van 7 maanden en 10 dagen.
De schipper van de trawler krijgt bezoek van een hulpschip van de vloot kabeljauw vissers en worden gewaarschuwd om goed uit te kijken naar ijsbergen en vertelde ons van een grote schipbreuk op ongeveer 100 mijl ten zuiden van de Grand Banc en dat een groot aantal mensen waren verdronken., 1350 personen van de Titanic.
Het winter seizoen weer op de Dieu le Protege F 171 uit Yport.

Het grote nieuws in die jaren was de komst van de eerste stoomschepen op de Grand Banc. Een aantal van deze schepen beoefende de kabeljauw vangst in de zomer en diverse soort visserijen in de winter. Nu waren dus niet meer de driemaster gespecialiseerd in de zoute visvaart.
Maar de zeilschepen verdwenen nog niet en de laatste driemaster uit Fecamp stopte in 1931.
Rond de jaren van 1970 beoefende de Portugese zeilschepen nog steeds visserij bij New Foundland.

Kabeljauw campagne 1913 maak ik mee aan boord van de Rosette, een stoomschip uit Boulogne. Een reis van 7 maanden en 4 dagen.. Het winter seizoen weer werkzaam op de Vive Jesus.
Op 27 November 1913 werd mijn 2e zoon, Jules Gabriel, geboren.

De campagne van 1914 wordt sterk beïnvloed door WO 1.
Ik vertrek met de Liberté F.1957 uit Fecamp, een stoom schip, voor de algemene visserij.
We keerden op 1 Augustus terug in verband met een algemene mobilisatie.
De gehele vloot van kabeljauw vissers bij New Foundland. Rond de 25e Augustus waren de schepen weer, keert terug naar de plaats van herkomst, zoals Fecamp, Saint Malot en Paimpol. in hun thuishavens.
Voor Fecamp kwamen 3 stomers en 46 zeilschepen terug. Twee derde deel van de bemanningen namen dienst bij de nationale marine.
Mijn broer Pierre ontsnapte aan de mobilisatie. Hij was 38 jaar oud en had 5 kinderen. Het stelde hem in staat om weer deel te nemen aan de visserij.
Het is niet zeker of zijn keus beter was dan mijn keus, zeker met al de Duitse onderzeeërs, die zich konden neerstorten op hun prooi van  trawlers en zeilschepen.

Ondanks de lange reizen en het zware beug werk in de dories werd er niet genoeg verdiend om een langere periode thuis te blijven en moest er werk worden gevonden in de kust visserij

Het heeft mij vroeger altijd verwonderd dat de Franse visserij schepen veel namen voerden van Heiligen uit de kerk geschiedenis
en ook namen verbonden aan het katholieke geloof.
De hier genoemde namen zijn
Notre Dame de Lourdes                      Heilige Moeder Van Lourdes
Gloire à Dieu                                       Eer aan God
Dieu Proteger Nous                             God beschermd ons
Grace de Dieu                                     Zegening van God
Saint Pascal                                        Heilige Pascal
Vive Jesus                                           Jezus Leeft
Dieu le Protege                                    God beschermd
Fraternité                                            Broederschap
Las Liberté                                         Vrijheid
Pêre Tranquille                                    Rustige Vader
Provence                                            Landstreek in Frankrijk

De mooiste naam die ik ooit ben tegen gekomen ,was van een garnalen visser uit Honfleur, met de mooie naam  “Jezus van Nazareth.”
Ik had gedacht dat een schip met deze uitzonderlijke naam wel Zondags zou binnen liggen. Maar toen ik in de loop van dag langs de haven wandelde, was het schip in geen velden of wegen te bekennen. Later op het havenhoofd zag ik het scheepje in de verte vissende.
Gelogd
K DAK
Schipper
*****
Berichten: 399


koos


Bekijk profiel
« Antwoord #286 Gepost op: 19-04-2013, 09:44:13 »


 vroger was het toch wel een belevenis om de teelt te beginnen
 Eerst een stee daarna gaaien en gaan


* start_klaar.jpg (55.28 KB, 463x475 - bekeken 1145 keer.)
Gelogd
K DAK
Schipper
*****
Berichten: 399


koos


Bekijk profiel
« Antwoord #287 Gepost op: 19-04-2013, 09:47:26 »


 En wat denk je hoe veel mensen er waren als het eerste kantje de kant op kwam

 


* eerste_kantje.jpg (43.06 KB, 500x374 - bekeken 1147 keer.)
Gelogd
poon
Gast
« Antwoord #288 Gepost op: 19-04-2013, 10:58:27 »

Dat is de sch314 petronella
Gelogd
K DAK
Schipper
*****
Berichten: 399


koos


Bekijk profiel
« Antwoord #289 Gepost op: 19-04-2013, 12:09:52 »


 was mijn eerste logger .
 Wim de prik was er toen schipper op
Gelogd
Rinus.N
Global Moderator
Schipper
*****
Berichten: 2786


SCH 84 voortvaren


Bekijk profiel E-mail
« Antwoord #290 Gepost op: 19-04-2013, 12:15:02 »

even voor de duidelijkheid wim dijkhuisen
Gelogd

Eens gevaren  Altijd Gevaren
http://www.scheveningen-haven.nl/
De spienet
Gast
« Antwoord #291 Gepost op: 19-04-2013, 14:17:28 »

zonder de prik weten we niet welke dijkhuizen
Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #292 Gepost op: 19-04-2013, 18:00:16 »

Was ook mijn eerste schipper op de Sch 89

Maart
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #293 Gepost op: 19-04-2013, 19:38:47 »

                                    Emmanuella,
                                                        de laatste Fecampse drifter

Op 25 Maart 1905 werd in Boulogne sur Mer de Franse Stoom Visserij Maatschappij gesticht.
Zij bestelden 2 jaar later bij de werf De La Brosse et Fouché in Nantes, 3 grote identieke trawlers
Gabriella       B. 3057
Marie Stells   B 3058
Emmanuella  B 3059
Deze schepen waren bestemd voor de visserij per trawl in het Kanaal en Noordzee, voor de grote visserij op kabeljauw bij IJsland, maar zij moesten ook de mogelijkheid hebben om te worden uitgerust met drijfnetten voor de visserij op haring en makreel.

Op 10 Juli 1908 losten de Gabriella en Marie Stella respectievelijk 26000 en 21000 kabeljauwen in Fecamp.
Men is niet op de hoogte van de aanlanding van kabeljauw door de Emmanuella in haar eigen haven Boulogne, maar in tegenstelling van haar 2 broers, loste zij in andere havens.
In 1913 is de Emmanuella nog steeds eigendom van de Stoom Visserij Maatschappij en werd uitgerust door de maatschappij Wed. Christaens en A. Bourgain.
Dit blijft zo tot aan het conflict van de WO 1.

De trawler werd op 4 Augustus 1914 gevorderd om te worden omgebouwd als mijnenveger. De overeenkomst van teruggave was op 11 Maart 1919 en het schip keert terug in de wereld van de visserij.
De maatschappij Wed. Christiaens en A. Bourgain was failliet verklaard in Januari 1914 en de trawler werd nu uitgerust door de firma Victor Fourney.
Hij werd dus uitgerust voor de trawlvisserij, maar zonder twijfel ook met drijfnetten, want in Oktober 1921 is er sprake van de lossing van 90 vaten makreel.
De maatschappij van de eigenaar komt in een moeilijke periode, wat eindigde met een faillisement.
In 1922 wordt een enorme vloot van schepen die voor deze soort visserij zijn uitgerust, geliquideerd.
Het is mogelijk dat de Emmanuella al eigendom was van de firma Victor Fourney,
want het Lloyds scheepregister vermeldt dat het schip haar eigendom is.
In 1924 vaart zij onder de kleuren van rederij GebroedersDelpierre , wat enige jaren later  E en J Delpierre en Zn. wordt en in de loop van 1930 J.Delpierre en Zn. Cie..
Dat is de firma die in de naoorlogse periode de grote Boulognese rederij Pêcherie Delpierre wordt
In de periode tussen de twee oorlogen blijft de Emmanuella trouw aan haar twee manieren van visserij. De trawl en de drijfnet visserij, waarvan nog altijd de vangst van haring en makreel de voorkeur heeft.
Toen het Duitse leger Frankrijk binnen zwermt in 1940 bevindt zich de Emmanuella in Lorient met enkele andere schepen uit Fecamp voor de makreel visserij.
De Kriegsmarine vordert het schip op 19 Juli 1940 en komt in de vaart op 19 September als bevoorrading schip onder no. HS 07,
Op 1 Mei 1942 wordt zij toegevoegd aan de 14de vloot eenheid als onderzeeboot jager UJ 1423.
Op 20 Juli 1943, als slachtoffer van een aanvaring, wordt zij opgelegd in het scheep arsenaal van Lorient. Verlaten en nog steeds in dezelfde staat wordt zij na de oorlog naar Nantes gebracht voor reparaties. In de oorspronkelijke staat terug gebracht, keert zij op 19 Februari 1946 terug in Boulogne, om de visserij te hervatten.
Zij gaat nu de kant op van de moderne visserij.
Na het haring seizoen van 1948/49 stopt de Delpierre maatschappij met de exploitatie van de Emmanuella.
Na 41 jaar activiteit, deels in de visserij en deels als hulpschip bij de Marine, was het redelijk te denken dat zo'n schip rijp was voor de sloperij.
Echter niet. Men had geen rekening gehouden met de ideeën van de Fecampse reders over de traditionele vangst methoden en de kwaliteit van het product wat aan wal werd gebracht.

In 1949 maakten de stoomdrifters nog altijd een deel van de Franse vloot uit.
Echter de moderne geconstrueerde trawlers waren er die een indrukwekkende hoeveelheid haring ving, met een belangrijk mindere bemanning.
Echter, de kwaliteit is niet hetzelfde en de firma Andre Ledun geloofde in de oude manier van vissen en kochten de Emmanuella van de Delpierre maatschappij.
Op 8 Februari 1949 is dhr. Cauvin in Boulogne sur Mer om de leiding van het nieuwe schip op zich te nemen.
De volgende dag ligt het schip al in Fecamp en begint met zijn voorbereidingen voor de makreel visserij. De Emmanuella is niet gekocht om er mooi uit te zien en kost wat kost, wordt zij acht campagnes geheel voor de haring en makreel visserij ingezet.
Haar Fecampse eigenaars zijn zonder twijfel er op uit om hier in het vervolg
nog enige tijd te profiteren.

Vanaf 1955 begint men ook al aan te denken het schip op te leggen, maar bij Ledun praat men ook over haar vervanging door een ander schip voor de drijfnet visserij.
Echter, als men in dit beroep niet achteruit wilt gaan, werden het volgende jaar nieuwe seine netten, die door de Hollandse vissers waren getest, in gebruik genomen met uitstekende resultaten.
Bij voorbeeld , in Juni 1957, na 15 dagen in zee te zijn geweest, heen en terug reis meegerekend, werden 800 vaten aan wal gebracht.
Onder deze condities, kon men de twijfel van de reders voorstellen, om schepen uit te rusten, die dezelfde goede resultaten zouden opleveren..

Jammer genoeg moet men ook weten dat de Emmanuella in 1957 nog steeds kolen als brandstof gebruikte.
Om een reis Noordzee reis te maken, was de bunker capaciteit niet voldoende en was het noodzakelijk om lege tonnen benodigd voor de resultaten van de vangst, dan met kolen werden gevuld. En met moet goed begrijpen dat deze tonnen dan op zee leeg gemaakt moesten worden en worden schoon gemaakt om weer te worden gebruikt.
Maar in tegenstelling, omdat men bij de kust visten, wilden men afmonsteren om zo min mogelijk werk te doen voor een goede reis.
Deze extra werkzaamheden weigerde de opvarenden ofschoon dit bij de tekening van het arbeidscontract was overeen gekomen.
Op 28 December 1957 was er het einde.,
De Emmanuella bleef definitief aan de kade liggen. Het was tevens het einde van de grote stoom drifters en het beroep wat vaak moeilijk was, maar vaak ook minder  lonend.
Op het moment van oplegging bestond de bemanning van de Emmanuella uit 31 koppen.
1.Schipper
     1   Stuurman
     1   1e machinist
     1   2e machinist
     1   Bootsman
    11  Matrozen
      1  Chef kuipers
      6  Kuipers
      3  Stokers
      1  Kok
      3  scheepjongens
      1  Leerjongen

De Emmanuella werd verkocht en op 29 Mei 1958 naar de sloper gebracht.
De sloop vond plaats in Fecamp. Midden September werd de romp weg gesleept en aan de grond gezet op het strand van de voor haven ,waar de slopers de laatste Fecampse drifter ontmantelden.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #294 Gepost op: 22-04-2013, 07:55:28 »

                                           Gekke Rilatt,
                                                            Oorlog Held

De trawlers uit Hull en haar bemanningen waren in de beide wereld oorlogen als een snede van een mes. Met hun moed en sluwheid voerden zij de gevaarlijkste marine taken uit.
Nog steeds krijgen zij nog wel erkenning voor hun dapperheid in oorlog tijd en voor de gevaarlijke taken die zij volbrachten.
Onze trawler mannen veegden veilige doorvaarten door een zee vol met dodelijke explosieven, legden mijnen in de vijandelijke scheepvaart routes, bestookte U boten met diepte bommen, escorteerden konvooien door de Atlantische Oceaan en in het noorden naar Rusland, bewaakte rivier mondingen en bemanden de schepen die de haven ingangen afsloten en bewaakten. Zij waren de oorlog  klauwen die diep in het vlees van de vijand klauwde
De harde kern zijnde, betaalden zij ook de hoogste prijs aan mensenlevens, ledematen, trauma's en het verlies van trawlers.
Gedurende de eerste Wereld Oorlog gingen er 135 Trawlers uit Hull verloren.
De meeste van deze ( 73 stuks ) waren verliezen in civiele dienst. Alleen al op één dag, op de 3e Mei van 1915, werden 7 Hull trawlers tot zinken gebracht door een U boot aanval. Het waren de Bob-White H.290, Coquet H.831, Hector H.896, Iolantha H.328, Northward Ho H.455en de Progress H.475.
Zij werden allemaal door een Duitse U boot ( boten ) op dezelfde plaats van de Noordzee, ( ongeveer 155 mijl ONO van Spurnpoint,Yorkshire). tot zinken gebracht.
Zij waren vredig aan het trawlen op de visgronden bij de Doggersbank, toen de Duitsers hen verrasten.
Wat er meestal stond te gebeuren bij dit soort aanvallen, was, dat de trawler bemanningen zich overgaven of uit het water werden geschoten met hun schip.
De bemanning werd soms als krijgsgevangenen meegenomen of wat veel vaker gebeurden, in een roeiboot gezet.
De commandant van de U boot legde beslag op de scheepspapieren als bewijs voor zijn superieuren, dat hij dat schip tot zinken had gebracht.
Vervolgens werd aan boor een springlading geplaatst onder de waterlijn van de lege trawler. Of granaten werden afgevuurd in de scheep zijden.
Zelden werd er een torpedo “verknoeid “ aan een relatief goedkope trawler.
Er zijn ontelbaar niet vertelde verhalen van wat de trawlerlui uit Hull hebben doorstaan in de Eerste Wereld Oorlog.
Een verhaal van dapperheid heeft betrekking op Edward Spencher Rilatt de tweede.
Deze vaderland lievende vechtersbaas werd één van de meest gedecoreerde schippers in de beide wereld oorlogen.
Zoals veel trawlerlui had hij een bijnaam. Maar zijn bijnaam, Gekke Rilatt, was geen naam die flatteerde. Hij had een ontvlambaar temperament en er word gezegd dat als hij het weer eens op z'n heupen kreeg, hij letterlijk “ stoom moest afblazen “.
Bij elkaar genomen was hij zelf wel trots op zijn naam.
Als iemand hem vroeg ... Maat, hoe noemen ze jou.... dan was het gebruikelijke antwoord.... Mijn naam is Rilatt, maar als je het precies wil weten, dan is het Gekke Rilatt.
Als hij woedend was, rukte hij kwaad zijn pet van zijn hoofd en smeet die op de grond en stampte en danste er op. Maar dan was het wel op  het toppunt van zijn emotie. Spoedig erna was hij alles weer vergeten. En had hij eenmaal een woede uitbarsting, dan  was hij onvoorspelbaar.
Rilatt werd eens verschrikkelijk kwaad op een licht gekleurde dekknecht.
Dat was aan boord van de Hulse trawler Tamora. In een blinde woede op de arme man, deed hij een enorme sprong vanaf het stuurhuis op hem af.
Maar hij had zijn landing verkeerd ingeschat en raakte de winch en brak zijn been op twee plaatsen.

De Duitsers voelde ook Rilatt's woede, toen hij schipper was op de Dawn. Het was een voor dit doel gebouwde drifter uit de W.O. 1 en was speciaal uitgerust als mijnenveger.( In 1918 gebouwd en de naam Expance gekregen toen het schip werd vrij gegeven voor de visserij in vrede tijd).
Samen met twee andere Britse schepen, was Rilatt bezig een locatie te controleren om een veilig kanaal voor de scheepvaart te vegen, toen er plotseling een Duitse U-boot aan de oppervlakte boven water kwam. De Duitser begon de bewapende Britse schepen te beschieten.. Een panisch gevecht volgde toen snel vuur werd uitgewisseld.
De kanonnier van de Dawn was een grote Newfoundlander.
Met het stoutmoedige zeemanschap en het accurate schieten van de kanonnier, brachten zij de U boot tot zinken, ondanks haar kansen. Gedurende deze hevige actie en het snel laden van granaten, verloor de grote Canadees twee vingers door het sluitstuk van het kanon. De gehele bemanning werd uitzonderlijk geprezen voor hun dapperheid.

Eerder in de oorlog had Ted Rilatt in een boodschap vermeld,  een idee te hebben, wat later leidde tot het tot zinken brengen van een andere U-boot.
De Duitsers en de Britten speelden regelmatig het “kat en muis “ spelletje, met het oog op het leggen van mijnen.
De Duitse onderzeeërs hadden een nieuw mijnenveld gelegd en de volgende dag veegden de Britten er een veilige doorgang door heen en de volgende dag kwamen de systematische Duitsers  weer terug om weer opnieuw mijnen te leggen..
Tijdens een strategie vergadering met senior officieren in Harwich had Gekke Rilatt een stevige woorden wisseling over een betreffende mijnenveld op een dag eens niet te vegen. Het idee was om de Duitsers nu eens in hun eigen vuiligheid verstrikt te laten worden. Een ding is zeker, de volgende dag werd er een U-boot gevonden, die op de  kust was gelopen
Edward Spencer Rilatt was een gewild persoon bij zowel vriend en vijand.
Zoals menig trawlerman uit Hull, had hij een eigen mening en schikte zich niet zo snel in de hiërarchie en regelgeving van de Royal Navy.
Er is een verhaal dat het duidelijk laat zien.

Wordt vervolgd.
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #295 Gepost op: 22-04-2013, 11:27:49 »

Links schipper Edward Spencer Rilatt , in het midden de Newfoundlander aan boord van H.M.D."Dawn", (H.M.D. =  Her Majesty Drifter)
Gebouwd-1918 te Aberdeen.
H.M.D. Dawn.
1919-LT-32 Expanse.
1923-PL-97-Jane Wright
1927 vertrokken van Fleetwood naar Melbourne ( Australië)
??


* Rilatt.jpg (75.09 KB, 801x523 - bekeken 1133 keer.)
« Laatste verandering: 22-04-2013, 13:15:05 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #296 Gepost op: 22-04-2013, 11:39:07 »

H-462-Pomona
Met dit schip redde Rilatt de opvarende van 2 destroyers.

Gebouwd bij Cochrane, Beverley.
1899-H-462-Pomona.
1928-M-212-Pomona.
1937-gesloopt.


* H-462-a.jpg (55.14 KB, 801x534 - bekeken 1153 keer.)
« Laatste verandering: 22-04-2013, 13:10:46 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #297 Gepost op: 22-04-2013, 11:58:52 »

Edward Spencer Rilatt,


* Ted.jpg (14.7 KB, 282x400 - bekeken 1098 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #298 Gepost op: 22-04-2013, 12:09:33 »

Schipper Rilatt in rustiger vaarwater.
Verhaal en foto's uit Alec Gill's boek "Good Old Hessle Road"


* Ted-2.jpg (55.55 KB, 600x489 - bekeken 1176 keer.)
« Laatste verandering: 22-04-2013, 13:16:02 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #299 Gepost op: 23-04-2013, 00:40:50 »

H.M.S. Barbican


* H.M.S.Barbican.jpg (53.57 KB, 918x256 - bekeken 1007 keer.)
Gelogd
Pagina's: 1 ... 16 17 18 19 [20] 21 22 23 24 ... 108 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!